Voorontwerp bestemmingsplan 'Sport- & Werklandschap Meerpaal' van de gemeente 'Houten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorontwerp bestemmingsplan 'Sport- & Werklandschap Meerpaal' van de gemeente 'Houten"

Transcriptie

1 Voorontwerp bestemmingsplan 'Sport- & Werklandschap Meerpaal' van de gemeente 'Houten Opdrachtgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 'Houten' derks stedebouw b.v. buro voor stedebouw, ruimtelijke vormgeving en advies 05 juni 2012

2

3 TOELICHTING

4

5 5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1: INLEIDING Aanleiding Ligging plangebied Vigerende bestemmingsplannen Leeswijzer... 8 HOOFDSTUK 2: BELEIDSKADER Inleiding Europees en Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid HOOFDSTUK 3: PLANBESCHRIJVING Inleiding ruimtelijke opbouw HOOFDSTUK 4: MILIEUTECHNISCHE ASPECTEN & ARCHEOLOGIE Inleiding Bodem Flora en Fauna Geluidhinder Luchtkwaliteit Externe veiligheid Watertoets Archeologie & Cultuurhistorie Verkeer Lichthinder Milieu Effect Rapportage HOOFDSTUK 5: JURIDISCHE ASPECTEN Planmethodiek Stedenbouwkundige opzet Bestemmingsregeling HOOFDSTUK 6: UITVOERBAARHEID Inspraak Overleg ex. artikel Bro Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid BIJLAGEN gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

6 6 Afbeelding 1: Foto van het plangebied Afbeelding 2: ligging van het plangebied ten zuidwesten van Houten

7 7 HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding Het voorliggende bestemmingsplan is vervaardigd ten behoeve van de ontwikkeling van een derde voorzieningengebied van Houten. Door ruimtebehoefte van groeiende sportverenigingen rees in 2009 de vraag om te voorzien in een derde voorzieningengebied. Na uitgebreide afwegingen tussen het vergroten van het huidige sportgebied de Kruisboog of nieuwvestiging op de locatie Meerpaal-Zuid, is de keuze uiteindelijk gevallen op Meerpaal-Zuid. Op 26 januari 2010 heeft de Raad opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een gebiedsvisie voor het 3e voorzieningengebied op Meerpaal-Zuid. Op 19 april 2011 is de gebiedsvisie Sport- en werklandschap Meerpaal vastgesteld. Het huidige bestemmingsplan laat de voorgestelde bestemmingen op deze locatie echter niet (allemaal) toe. Om de ontwikkeling toch mogelijk te maken is een herziening van het bestaande bestemmingsplan noodzakelijk. Het voorliggende document voorziet hierin. 1.2 Ligging plangebied Het plangebied ligt ten zuidwesten van Houten, grenzend aan het bestaande bedrijventerrein De Meerpaal. Het plangebied wordt begrensd door De Rede, De Staart, het Amsterdam-Rijnkanaal en De Rondweg. 1.3 Vigerende bestemmingsplannen Voor het plangebied is thans het bestemmingsplan Globaal bestemmingsplan Houten-Vinex van de gemeente Houten zoals door de gemeenteraad van Houten vastgesteld in de openbare vergadering van 27 april 1999, vigerend. Dit plan is op 7 december 1999 door Gedeputeerde Staten van Utrecht goedgekeurd. Op het plangebied geldt in hoofdzaak de volgende bestemming: - Landschappelijk en natuurwetenschappelijk waardevol gebied Op basis van de genoemde bestemming kan een deel van de voorgestelde planontwikkeling niet gerealiseerd worden. Om de voorgestelde planontwikkeling in juridisch-planologische zin mogelijk te kunnen maken is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

8 8 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 zet het beleidskader uiteen. Hierin wordt het voor dit bestemmingsplan relevante Europees-, Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid beschreven. In hoofdstuk 3 worden de plannen met betrekking tot de inrichting van het plangebied beschreven en worden de ruimtelijke aspecten nader toegelicht. Hoofdstuk 4 bespreekt de milieutechnische aspecten welke voor het plangebied van toepassing zijn. In hoofdstuk 5 komen de juridische aspecten aan de orde en wordt de keuze voor de planmethodiek en de regels nader toegelicht. Tenslotte is hoofdstuk 6 gewijd aan de uitvoerbaarheid. Hier wordt met name ingegaan op de uitkomsten van de inspraak en het overleg.

9 9 HOOFDSTUK 2: BELEIDSKADER 2.1 Inleiding Voor de ontwikkeling van een ruimtelijk plan is het van belang na te gaan wat de beleidskaders zijn, die bij de planopzet in acht genomen moeten worden. Het ruimtelijk beleid kent in ons land een zogenaamde getrapte verantwoordelijkheid, verdeeld over de drie overheidsniveaus: rijk, provincie en gemeente. Naast landelijke beleidskaders zijn ook Europese richtlijnen op nationale plannen van toepassing. Ten aanzien van de locatie, zal wat betreft regelgeving met de volgende beleidskaders rekening worden gehouden: Europees- en Rijksbeleid: - Verdrag van Malta - Vogel- en Habitatrichtlijn - Flora- en Faunawet - Ecologische Hoofdstructuur - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Provinciaal en regionaal beleid: - Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) - Regionaal Structuurplan, Bestuursregio Utrecht - Waterhuishoudingsplan Provincie Utrecht Gemeentelijk beleid: - Strategische visie Houten 2015 Van groei naar bloei - Ruimtelijke visie Houten 2015: 'Leven-de Ruimte' - Sportvisie Europees en Rijksbeleid Verdrag van Malta 'Het verdrag van Malta' heeft tot doel het archeologisch erfgoed in Europa te beschermen. Als de bodem wordt verstoord, moeten volgens het verdrag belangrijke archeologische resten intact worden gehouden, bij voorkeur op locatie in de bodem en, als het niet anders kan, door opgraving en archivering. In paragraaf 4.8 wordt naar aanleiding van een verkennend archeologisch onderzoek nader ingegaan op het onderdeel archeologie. Vogel- en Habitatrichtlijn Nederland kent 162 Natura 2000-gebieden. Dit Natura 2000 netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en aangemeld onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle Vogel- of Habitatrichtlijngebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

10 10 die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben. De Vogelrichtlijn heeft tot doel alle in het wild levende vogelsoorten en de als leefgebied aangewezen gebieden te beschermen. De Habitatrichtlijn heeft tot doel het waarborgen van de biologische diversiteit en de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Het plangebied valt niet binnen een Habitatrichtlijn- of Vogelrichtlijngebied en heeft door de afstand geen relatie met de dichtstbijzijnde Speciale Beschermingszones ( Nederrijn en het gebied Kolland & Overlangbroek ). Wel wordt het plangebied veelvuldig gebruikt door weidevogels. Om deze reden is door TAUW een afzonderlijk onderzoek 1 verricht naar de gevolgen van de ontwikkeling voor weidevogels. Naar aanleiding van dit onderzoek is een compensatieplan opgesteld. In paragraaf 4.3 wordt hier nader op ingegaan. Conclusie Bij de planontwikkeling hoeft niet expliciet rekening gehouden te worden met de Vogel- en Habitatrichtlijn. Flora- en Faunawet In de Flora- en faunawet is de bescherming van planten- en dierensoorten geregeld. In verband met de haalbaarheid van dit bestemmingsplan moet worden aangetoond dat deze wet de bestemmingen die in dit plan zijn opgenomen niet onmogelijk maakt. Hierop wordt in paragraaf 4.3 nader ingegaan. Ecologische Hoofdstructuur De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waarde verliezen. Door nieuwe natuur te ontwikkelen, kunnen natuurgebieden met elkaar worden verbonden. Zo kunnen planten zich over verschillende natuurgebieden verspreiden en dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Afbeelding 3: Plangebied maakt geen deel uit van de EHS 1 Visie ecologie Meerpaal-Zuid; Tauw; 5 november

11 11 De EHS bestaat uit: bestaande natuurgebieden, reservaten, natuurontwikkelingsgebieden en zogenaamde robuuste verbindingen; landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheergebieden); grote wateren (zoals de kustzone van de Noordzee, het IJsselmeer en de Waddenzee). Binnen het plangebied zijn geen gebieden te gelegen die onderdeel zijn van de Ecologische Hoofdstructuur. Conclusie Het plangebied, alsmede de directe omgeving maken geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt onder andere de Nota Ruimte. In de SVIR schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. In de SVIR brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies ( decentraal, tenzij ) en komt de gebruiker centraal te staan. Er wordt gekozen voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal wordt aan de provincies overgelaten. De (boven)-lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking wordt overgelaten aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. Conclusie Voorliggend bestemmingsplan heeft geen relatie met één van de 13 nationale belangen. De verantwoordelijkheid hiervan wordt door het rijk bij de lagere overheden gelegd. 2.3 Provinciaal en regionaal beleid Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en - Verordening De provincie Utrecht heeft een Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie voor 2013 tot 2028 opgesteld. Het ontwerp van deze visie heeft van 3 april tot en met 14 mei 2012 ter inzage gelegen. In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) wordt het ruimtelijk beleid van de provincie voor de periode tot 2028 beschreven. Er wordt in aangegeven welke doelstellingen van provinciaal belang worden geacht, welk beleid daarbij hoort en hoe uitvoering gegeven dient te worden aan dat beleid. De PRS is bindend voor de provincie, niet voor andere partijen. Daarom gaat de PRS vergezeld van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV), welke bindend is voor gemeenten. De PRV beperkt zicht tot onderwerpen die in de PRS zijn aangemerkt als van provinciaal belang. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

12 12 Afbeelding 4: ontwerp PRS met in paars de voorgestelde bedrijventerreinen In de PRS is ten aanzien van het stedelijk programma voor Houten het volgende opgenomen: Voor de kern Houten is een uitbreiding van 10 hectare netto ten zuidwesten van het bestaande bedrijventerrein De Meerpaal in het segment Care, Education, Leisure, Shop (CELS) opgenomen, in een gecombineerde gebiedsontwikkeling met sportvoorzieningen. Vanwege de grote hoeveelheid aan beschikbare kantoorruimte is nieuwe ontwikkeling van kantoren niet wenselijk. Hieronder vallen niet de bedrijfsgebonden kantoren met een bvo dat minder bedraagt dan 50% van het totale bvo en minder is dan m2. Ook kleinschalige zelfstandige kantoren tot een bruto vloeroppervlakte (bvo) van m2 per vestiging en kantoren met een lokaal vestigingsgebied, zoals gemeentehuizen en bankfilialen vallen hier niet onder. Conclusie De PRS houdt rekening met een uitbreiding van 10 hectare netto bedrijventerrein voor de gemeente Houten ten zuiden van het bestaande bedrijventerrein De Meerpaal. Het bedrijventerrein wordt in gecombineerde gebiedsontwikkeling met sportvoorzieningen gerealiseerd. Dit bestemmingsplan maakt de voorgestelde ontwikkeling juridisch mogelijk. Regionaal Structuurplan, Bestuursregio Utrecht Het regionaal structuurplan geeft invulling aan de visie en ambities van de regio Utrecht op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling. Een aantal projecten en programma's heeft een bijzonder regionaal belang waaronder de versterking van natuur- en recreatiegebieden, de grote vraag naar woningen, de ontwikkeling van de netwerkeconomie en de ontwikkelingen op de kantorenmarkt. In het Regionaal Structuurplan (RSP) staat in grote lijnen hoe de regio Utrecht zich in de komende jaren moet gaan ontwikkelen op deze gebieden. Het RSP gaat in op kansen en bedreigingen die alleen op regionaal niveau zijn op te pakken of te bestrijden. Daarnaast is het een belangrijk instrument voor overleg met Rijk en provincie over de in te zetten middelen.

13 13 Afbeelding 5: bijdrage gemeente Houten aan netto opp. bedrijventerrein i.h.k. van de ruimtelijk ontwikkeling Regio Utrecht Ten aanzien van de ontwikkeling van bedrijventerreinen geldt dat de gemeente Houten tussen 2005 en 2010 maximaal voor 48 ha. bij kan dragen aan de ruimtelijke ontwikkeling van de Utrechtse regio. Dit is verdeeld over De Meerpaal (38ha.) en Hofstad 4 (10ha.). Hofstad 4 is momenteel aangewezen als woongebied. Dit betekent dat de reservering van 10ha. voor het bedrijventerrein elders gezocht moeten worden. De oplossing is gevonden in het Sport- en Werklandschap Meerpaal, waar het bedrijventerrein tezamen met sport-, natuur- en recreatievoorzieningen een plek zal krijgen. Conclusie In Houten is voor bedrijventerreinen 10 ha. gesitueerd in Hofstad 4. Hofstad 4 is momenteel als woongebied aangemerkt. De genoemde 10 ha. ten behoeve van het bedrijventerrein zijn dan ook verplaatst naar het Sport- en Werklandschap Meerpaal, waar het bedrijventerrein tezamen met sport-, natuur- en recreatievoorzieningen een plek zal krijgen. Waterhuishoudingsplan Provincie Utrecht Hoofddoel voor het provinciale waterhuishoudingsplan is, een veilig en bewoonbaar land hebben en in stand houden. De provincie Utrecht streeft naar gezonde en veerkrachtige watersystemen en een duurzaam gebruik van water voor mens en natuur. Om wateroverlast in de toekomst zoveel mogelijk te voorkómen, zet de provincie in op zowel ruimtelijke als technische maatregelen. Uitgangspunt is dat water zo veel mogelijk wordt vastgehouden op de plek waar het vandaan komt (voorbeeld: regenwater zo veel mogelijk in de grond laten intrekken). Als dat onvoldoende mogelijk is, probeert men het overtollige water in de eigen omgeving te bergen, bijvoorbeeld in zijarmen van rivieren of in meren of plassen. Pas als ook dat niet genoeg soelaas biedt, wordt het water afgevoerd naar elders. In de waterparagraaf 4.7 in hoofdstuk 4 wordt uitvoering gegeven aan de provinciale uitgangspunten en worden de gemaakte keuzes ten aanzien van de wateropgave toegelicht. 2.4 Gemeentelijk beleid Strategische visie Houten 2015 Van groei naar bloei Houten is in enkele decennia uitgegroeid van een brinkdorp tot een stad van bijna inwoners. Na dit snelle groeiproces dient Houten zich te realiseren hoe de nieuwe bewoners de toekomst van hun stad graag zien. Leefbaarheid en samenleven betekent het versterken van sociale cohesie. De inrichting van woonwijken kan de sociale verbondenheid extra stimuleren. Ontmoetingsplekken, zoals scholen, speelplekken en parken zowel bebouwd als onbebouwd, zijn daarbij essentieel. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

14 14 Als fietsstad bij uitstek beschikt Houten over uitstekende fietsverbindingen. Naast behoud wordt versterking van het langzaamverkeersnetwerk gezien als belangrijkste aandachtspunt voor de toekomst. Daarin past tevens een goede afstemming van de bereikbaarheid van diverse voorzieningen. Voor de bewoners van Houten-Vinex is het van belang dat het voorzieningenniveau op peil blijft en versterkt wordt. De demografische ontwikkelingen noodzaken echter om daarbij ook vooruit te kijken naar het behoud van voldoende draagvlak. Houten is al langere tijd een gewilde vestigingsplaats voor ondernemers, waarvoor niet alleen de ligging, maar ook een goede bereikbaarheid van belang zijn. Het is van economisch belang om dit imago ook in de toekomst te behouden. Conclusie De plannen voor het sport- & werklandschap Meerpaal zorgen ervoor dat de werkgelegenheid binnen Houten op peil blijft. Daarnaast wordt door het realiseren van natuur-, recreatie- en sportvoorzieningen een impuls gegeven aan de sociale samenhang en leefbaarheid van Houten en blijft het voorzieningenniveau passend bij de demografische ontwikkeling van Houten. Door in de planontwikkeling rekening te houden met goede fietsvoorzieningen wordt, net als in de rest van Houten, het langzaamverkeersnetwerk verder versterkt. Ruimtelijke visie Houten 2015: 'Leven-de Ruimte' In de ruimtelijke visie Houten 2015: 'Leven-de Ruimte' wordt getracht antwoord te geven op een tweetal vragen: Wat voor soort gemeente wil Houten zijn in 2015? Hoe houdt men de stad Houten en haar platteland leefbaar, nu en in de toekomst? De visie is tot stand gekomen door middel van een interactief proces met de bevolking van Houten. Als antwoord op de gestelde vragen heeft de gemeente een aantal doelen voor de toekomst geformuleerd. Uit prognoses blijkt dat er in Houten tot 2015 behoefte is aan ca. 17 ha. extra bedrijventerrein (netto). Het gaat hierbij vooral om de uitbreidings- en vervangingsvraag van lokale bedrijven. De gemeente Houten vindt het belangrijk dat de lokale werkgelegenheid in stand blijft. Daarom onderzoekt men de mogelijkheden om in deze behoefte te voorzien. Het uitbreiden van het bedrijventerrein De Meerpaal is een optie. Daarbij heeft men het gebied ten zuiden van De Meerpaal -tussen Meerpaal-weg en het Amsterdam-Rijnkanaal- voor ogen. In dit gebied kan de kern Houten stedenbouwkundig worden afgerond zonder dat het concept en de kwaliteit van Houten worden aangetast. Met een stevige kwaliteitsimpuls kan het gebied zich ontwikkelen tot een logische afronding van het stedelijk gebied van Houten. In een op te stellen gebiedsvisie moet rekening gehouden worden met de plaatsing van drie windmolens langs het kanaal. Gezien de ligging van het gebied denkt de gemeente aan het ontwikkelen van een specifiek werkmilieu: een groenblauw werklandschap. Dat wil zeggen: een bedrijventerrein met behoorlijk wat water en recreatief groen als overgang tussen de ecologische zone en bedrijventerrein De Meerpaal.

15 15 Conclusie Het plangebied voldoet in alle opzichten aan de genoemde voorwaarden uit de Ruimtelijke visie Houten De keuze voor het gebied Meerpaal-Zuid is definitief en ook de stevige kwaliteitsimpuls met een specifiek werkmilieu, het groenblauwe werklandschap is in de gebiedsvisie stevig naar voren gekomen. In die zin is het voorliggende bestemmingsplan en de daaraan ten grondslag liggende gebiedsvisie een logische voortzetting van de Ruimtelijke visie Houten Sportvisie Begin 2008 is de Sportvisie Houten door de gemeenteraad vastgesteld. In de sportvisie zijn de belangrijkste ambities van de gemeente binnen het sportdomein voor de komende jaren aangegeven t.a.v. de sporter, de sportorganisatie en de sportaccommodatie. Voor het ruimtelijk beleid is voornamelijk de sportaccommodatie belangrijk. De sterke groei van Houten beïnvloedt de vraag naar sportvoorzieningen. Door de sportverenigingen zijn, voortkomend uit de (potentiële) groei, de wachtlijsten en ambities van de clubs een aantal wensen naar voren gekomen. Deze wensen hebben te maken met extra (kunst)grasvelden, kleedkamers, zaalsportruimte, atletiekmogelijkheden, zwemwater, kantines in eigen beheer, bereikbaarheid en veiligheid om sportaccommodaties en ruimte voor ongeorganiseerde sport, zoals (voetbal) activiteiten voor de jeugd. Bij de realisering van deze wensen heeft de gemeente soms een ondersteunende/faciliterende en soms een sturende/regisserende rol. Het opstellen van de gebiedsvisie voor het Sport- en Werklandschap Meerpaal en in het verlengde hiervan het bestemmingplan is een voorbeeld van de betrokken rol van de gemeente. Zij probeert te voorzien in het realiseren van voldoende faciliteiten van voldoende kwaliteit zodat het sporten in de gemeente Houten op het gewenste kwaliteitsniveau blijft. Conclusie Het voorliggende plan probeert de wensen van de sportverenigingen uit Houten te realiseren door in te zetten op een 3 e sportlocatie. Wensen m.b.t. extra (kunst)grasvelden, kleedkamers, kantines in eigen beheer, bereikbaarheid en veiligheid zijn belangrijke punten geweest in de planvorming van het Sport- en Werklandschap Meerpaal. Het bestemmingsplan 'Sport- & Werklandschap Meerpaal' probeert deze plannen in juridisch-planologisch opzicht mogelijk te maken. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

16 16 HOOFDSTUK 3: PLANBESCHRIJVING 3.1 Inleiding Het programma voor het plangebied ten zuidwesten van bedrijventerrein De Meerpaal beslaat ca. 52 ha. Het projectgebied is onderverdeeld naar: 10 ha. Werkgebied (max. netto uitgeefbaar) Ca. 6 ha. Sportgebied (netto omvang sportgebied exclusief groen tussen de velden) ca. 2 ha. Logistieke zone (exclusief groen en bomen langs wegen en parkeerstrook) Ca. 34 ha. Groen en natuur (saldo totaal projectgebied en ontwikkeling functies werk, sport en logistiek) 3.2 ruimtelijke opbouw De keuze voor een lineaire ontwikkeling, waarbij de nieuwe functies zo dicht mogelijk aan De Rede gelegen zijn, zorgt ervoor dat het plangebied onder te verdelen is in een drietal zones: Een logistieke (verkeers)zone langs De Rede Een functionele zone, met werk- sport en natuur Een zone natuur en recreatie, langs het Amsterdam-Rijnkanaal De logistieke zone ligt evenwijdig aan De Rede. Zij is te bereiken via de twee bestaande rotondes. Binnen de logistieke zone zal zoveel mogelijk van het autoverkeer, fietsverkeer en de parkeervoorzieningen gesitueerd worden. Parallel hieraan ligt de functionele zone, waarin werken, sport en natuur worden ingebed in een landschappelijke setting. Tegen het Amsterdam-Rijnkanaal aan ligt de zone die ingericht wordt voor natuur, ecologie en recreatief gebruik. Afbeelding 6: Lineaire zonering van het plangebied

17 17 Dwars door deze horizontale zones lopen een aantal verticale structurerende lijnen. Naast de bestaande landschappelijke slotenstructuur zijn dit, de Veerwagenweg, de zichtassen vanuit de centrale waterpartijen van bedrijventerrein De Meerpaal en de voorgenomen wegen naar de windturbines. Deze structurerende lijnen verdelen het plangebied in een viertal deelgebieden van min- of meer gelijke grootte. Er ontstaat een lineair patroon met dwarsverbindingen waartussen de functies werk, sport en natuur een plek krijgen. Afbeelding 7: verticale structurerende lijnen De werkgebieden zijn het meest noordwestelijk in het plangebied geplaatst. Enerzijds vanwege de ligging nabij de snelweg A27 waardoor het gebied goed bereikbaar en herkenbaar is, anderzijds vanwege het feit dat de nieuwe werkfuncties niet te dicht bij de bestaande bebouwing in Houten- Zuid gesitueerd dienen te worden. De sportgebieden liggen centraal in het gebied. Omdat sportgebieden veel fietsverkeer aantrekken is een centrale ligging aan het einde van het fietspad (Veerwagenpad/Veerwagenweg) gewenst. Naar verwachting zullen de meeste gebruikers van de sportvoorzieningen, het Veerwagenpad als toegangsweg naar de nieuwe sportlocaties gebruiken. De sportfuncties krijgen dan ook een plek in het middengebied, aan weerszijden van de Veerwagenweg. Het gebied dat het dichtste bij bestaand Houten-Vinex aan ligt wordt groen gelaten evenals de zone langs het Amsterdam- Rijnkanaal. Het gebied is tevens geschikt voor recreatiedoeleinden. Ook ten behoeve van de nieuw te realiseren functies werken en sport kan het gebied meerwaarde bieden voor recreatie zoals een lunchommetje voor werknemers of een trainingsrondje voor de sporters. Afbeelding 8: functionele onderverdeling De functionele zonering heeft, tezamen met de geldende politieke, functionele en ruimtelijke randvoorwaarden, geleid tot een ruimtelijk raamwerk, waarin de basisstructuur voor het Sport- en Werklandschap Meerpaal is vastgelegd. Het plangebied bestaat momenteel uit een slagenlandschap, bestaande uit voornamelijk grasland. Zoals hiervoor al is beschreven, bestaat het raamwerk uit een aantal doorlijningen die overeenkomen met het bestaande verkavelingspatroon. Ook bij de uitwerking van zowel het sportals het werkgebied wordt gezocht naar een goede aansluiting van deze gebieden op de gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

18 18 ecologische zone. De slotenstructuur van het huidige landschap zal visueel worden doorgetrokken, door bomenrijen in het sport- en werkgebied, in het verlengde van sloten. Voornamelijk bij het werkgebied vormt de overgang tussen de bedrijfskavels en de ecologische zone de nodige aandacht. Een waterpartij aan de zuidwestzijde zorgt voor een scheiding tussen de twee functies en creëert afstand. Daarnaast dient een strook van 10 meter vrij te blijven van bebouwing en groen te worden ingericht. Op deze manier wordt een natuurlijke overgang tussen werkgebied en natuur nagestreefd. Afbeelding 9: het raamwerk als basisstructuur voor de invulling van het plangebied Verkeer Langzaam verkeer In het bestaande fietsnetwerk ligt het plangebied aan de rand van de gemeente en buiten De Rondweg. Het gebied heeft tot nu toe voor fietsverkeer dan ook voornamelijk een recreatieve functie. De belangrijkste bestaande fietsverbindingen zijn de Veerwagenweg als centrale route door het gebied en twee routes langs de randen van het gebied te weten het fietspad langs respectievelijk het Amsterdam-Rijnkanaal en De Staart. Nu in het plangebied een behoorlijke wijziging van functies wordt voorgesteld veranderen ook de eisen aan het fietsnetwerk. Vooral de sportfuncties zorgen ervoor, met een grote hoeveelheid (jonge) gebruikers die fietsend naar de sport moeten, dat het noodzakelijk is het plangebied sterk op te nemen in het hoogwaardige fietsnetwerk van Houten en dus fijnmazig en met snelle, directe routes tussen de nieuwe sport- en werkfuncties en de bestaande woongebieden.

19 19 Autoverkeer In aanvulling op (en in tegenstelling tot) het fietsnetwerk wordt het autonetwerk in Houten gekenmerkt door het feit dat er geen directe kortsluitende verbinding is tussen gebieden, maar dat de auto naar de randen buiten de gebieden gebracht wordt en daar verdeeld. De bestaande infrastructuur geeft daar goede handvatten voor. De Rede als centrale route buiten het gebied die de auto verbindt met enerzijds De Staart en daarmee de A27 en anderzijds De Rondweg en daarmee de rest van Houten. De bestaande rotondes in De Rede zijn prima geschikt om niet alleen het bedrijventerrein De Meerpaal te ontsluiten, maar ook het nieuwe plangebied. Openbaar vervoer Met name voor de vestiging van bedrijven is het gewenst ook een goede ontsluiting met het openbaar vervoer te hebben. Het gebied ligt op afstand van de beschikbare treinstations. Ook de bus stopt niet in de directe nabijheid. Door bedrijventerrein De Meerpaal loopt een busroute die mogelijkerwijs een bushalte zal krijgen in de nabijheid van het Veerwagenpad. Het is wenselijk om op termijn te onderzoeken er een busverbinding gerealiseerd kan worden in het gebied bij het werklandschap. Ook de bestaande halte aan De Rondweg ter hoogte van de aansluiting bij De Staart zou mogelijk mee kunnen doen, als de fietsverbinding is gemaakt tussen de logistieke zone langs het werkgebied en de Heemsteedseweg. Afbeelding 10: verkavelingsschets die een eerste beeld geeft van een mogelijke uitwerking. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

20 20 HOOFDSTUK 4: MILIEUTECHNISCHE ASPECTEN & ARCHEOLOGIE 4.1 Inleiding Door de beschrijving van de bestaande situatie van het plangebied, het benoemen van de van toepassing zijnde beleidskaders en de verbeelding van de toekomstige ontwikkelingen, is een basis gelegd voor het toekennen van bestemmingen. Daarbij dient echter rekening gehouden te worden met milieuaspecten. Enerzijds dient te worden nagegaan hoe de bodemkwaliteit en ecologische- en archeologische aspecten zich verhouden tot de voorgenomen ontwikkelingen. Anderzijds moet worden onderzocht welke milieueffecten te verwachten zijn in verband met de nieuwe plannen. Het gaat dan met name om bodemgesteldheid, de verkeer aantrekkende werking, geluidsaspecten, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Voor de beschrijving van de milieuaspecten wordt gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksrapporten, waarbij afbeeldingen en passages uit die onderzoeken worden aangehaald of geciteerd. 4.2 Bodem Een verontreinigde bodem kan zorgen voor gezondheidsproblemen en tast de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu aan. Daarom is het belangrijk om bij ruimtelijke plannen de bodemkwaliteit mee te nemen in de overwegingen. Indien bij planvorming blijkt dat (ernstige) verontreinigingen in het plangebied aanwezig zijn, wordt op basis van de aard en omvang van de verontreiniging én de aard van de ruimtelijke plannen beoordeeld welke gevolgen dit heeft. In opdracht van de gemeente Houten is door Grondslag b.v. uit Kamerik een verkennend bodemonderzoek 2 verricht voor het plangebied. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel, om de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem vast te stellen en daarmee te bepalen of er mogelijk belemmeringen zijn voor de beoogde bestemmingswijziging. Voor het onderzoeksgebied wordt een onderscheid gemaakt in een vijftal deelgebieden, te weten (vermoedelijke) slootdempingen, dammen, asfaltwegen, waterbodems en overdachte terreindelen. Voor elk deelgebied is een specifieke onderzoeksopzet aangehouden. (vermoedelijke) slootdempingen In de meest verdachte bodemlagen van de vermoedelijke slootdempingen zijn maximaal lichte verhogingen aan metalen en PAK in de grond aangetoond. De conclusie luidt dat de milieuhygiënische kwaliteit voldoende is vastgesteld en dat op dit punt geen vervolgonderzoek nodig is. dammen In de meest verdachte bodemlagen van een viertal dammen zijn matige tot en met sterke verhogingen aan metalen en/of PAK aangetoond. In de overige dammen zijn maximaal lichte verhogingen aan metalen, minerale olie, PAK en/of PCB s in de grond aangetoond. De verhogingen 2 Verkennend bodemonderzoek Herontwikkelingsgebied de Rede/Meerpaal Zuid, Grondslag b.v., Kamerik,

21 21 hangen zo goed als zeker samen met bodemvreemde bijmengingen, ontstaan door verhardingen/versteviging. asfaltwegen ter plaatse van asfaltwegen zijn PAK-houdende lagen aangetroffen die de norm voor hergebruik overschrijden. waterbodems uit de resultaten van het indicatieve onderzoek blijkt dat de waterbodem maximaal licht verontreinigd is. Geconcludeerd wordt dat de baggerspecie uit alle onderzochte sloten kan worden verspreid op een aangrenzend perceel, vrij toepasbaar is in het oppervlaktewater en hergebruiksmogelijkheden heeft op de landbodem. onverwachte terreindelen Ten aanzien van de onverdachte terreindelen geldt dat in grond/grondwater lichte verhogingen aan metalen aangetoond. De conclusie luidt dat de milieuhygiënische kwaliteit voldoende is vastgesteld en dat op dit punt geen vervolgonderzoek nodig is. Conclusie Ten aanzien van de onverwachte terreindelen, waterbodems en slootdempingen wordt geconcludeerd dat de milieuhygiënische situatie voldoende is vastgesteld en dat geen vervolgonderzoek nodig is. Ten aanzien van de dammen zijn er matige tot sterke verhogingen aangetroffen en voor asfaltwegen geldt dat er PAK-houdende lagen zijn aangetroffen die de normen voor hergebruik overschrijden. 4.3 Flora en Fauna In de Flora- en faunawet is de bescherming van planten- en dierensoorten geregeld. In verband met de haalbaarheid van dit bestemmingsplan moet worden aangetoond dat deze wet de bestemmingen die in dit plan zijn opgenomen niet onmogelijk maakt. Door Tauw b.v. uit Utrecht is voor het plangebied een inventarisatie 3 van de natuurwaarden uitgevoerd en verwoord in een Visie Ecologie Meerpaal-Zuid, d.d. 05 november In het kader van de inventarisatie zijn voor het Flora- en Faunagedeelte, de volgende onderzoeksvragen gesteld: 1. Welke (beschermde) flora en fauna is in het gebied aanwezig en op welke locaties bevinden zich de interessantere soorten? 2. Voor welke soorten moet in het kader van de Flora- en faunawet actie ondernomen worden en welke stappen dienen hiervoor gezet te worden? Hieruit zijn de volgende resultaten naar voren gekomen: In het gebied zijn beschermde soorten waargenomen. Ten aanzien van de Flora- en faunawet gelden de volgende uitgangspunten: 3 Visie Ecologie Meerpaal-Zuid, Tauw b.v. afdeling Water, 05 november 2010 gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

22 22 De aanwezigheid van algemene broedvogels kan niet worden uitgesloten. Werkzaamheden dienen bij voorkeur buiten het broedseizoen plaats te vinden. Echter, ook buiten de indicatieve periode van het broedseizoen zijn broedende vogels en hun nestplaats beschermd. De aanwezigheid van in gebruik zijnde nesten, dient voorafgaand aan de werkzaamheden door een deskundige te worden bepaald. In het plangebied is 1 vogelsoort met een jaarrond beschermde rust- en/of verblijfplaats waargenomen. Het betreft de Ransuil (categorie 4). De coniferen op particulier gebied mogen niet worden aangetast. Zowel de Kleine modderkruiper (tabel 2) als de Bittervoorn (tabel 3) is tijdens het vissenonderzoek waargenomen. Bij werkzaamheden aan het watersysteem dienen voldoende mitigerende maatregelen te worden getroffen om de functionaliteit van het watersysteem te garanderen. Is dit niet mogelijk of onvoldoende, dan dient een ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. In het plangebied zijn 5 soorten vleermuizen waargenomen. Het betreft de Laatvlieger, Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Meervleermuis en Rosse vleermuis. De groen- en waterstructuren zijn erg geschikt als vliegroute en foerageergebied. Daarnaast bevindt zich een verblijfplaats van gewone dwergvleermuizen in één van de huizen aan de Veerwagenweg. Bij de inrichting van het gebied dient rekening te worden gehouden met deze strikt beschermde soortgroep. Concreet betekent dit dat geen foerageergebieden, vliegroutes en verblijfplaatsen mogen worden aangetast. Indien dit toch het geval is, dient dit vooraf te worden gecompenseerd. Ten aanzien van de werkzaamheden dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld. Ook geldt voor alle in het wild voorkomende planten- en diersoorten de zorgplicht zoals bedoeld in de Flora- en faunawet Weidevogels Het plangebied is in gebruik als broedgebied voor weidevogels. Vanwege het belang van het plangebied voor deze vogels is, in samenwerking met de Milieu Werkgroep Houten en de Weidevogelgroep, nagedacht over compensatie. De resultaten uit dit overleg zijn neergelegd in een compensatieplan 4. In het compensatieplan is er bij het zoeken naar mogelijkheden ter compensatie, gekeken naar het Eiland van Schalkwijk. Daar is de abiotiek vergelijkbaar en er wordt daar reeds veel aan weidevogelbescherming gedaan. Het compensatieplan is tevens onderdeel geweest van de besluitvorming, n.a.v. de gebiedsvisie Sport- en Werklandschap Meerpaal. Ten aanzien van de aanwezigheid van weidevogels heeft het college besloten, het verloren gaan van het broedgebied voor weidevogels te laten compenseren op het Eiland van Schalkwijk. Ook is in het oostelijk deel van het plangebied ruimte gereserveerd als foerageergebied voor weidevogels. De uitwerking van het compensatieplan gebeurt in nauwe samenwerking met de Milieu Werkgroep Houten en de Weidevogelgroep. 4 Weidevogelcompensatieplan Houten, Compensatieplan ten behoeve van het verlies van de weidevogels in Meerpaal-zuid, Tauw b.v., 21 januari 2011, proj.nr. R RVJ-ibs-V04-NL

23 23 Conclusie De aanwezigheid van algemene broedvogels kan niet worden uitgesloten. Werkzaamheden dienen bij voorkeur buiten het broedseizoen plaats te vinden. In het plangebied is een Ransuil aangetroffen. De locatie betreft een particulier terrein waarvoor geen nieuwe plannen zijn gemaakt. Wel is bepaald dat de coniferen op particulier gebied niet mogen worden aangetast. De verschillende typen vleermuizen die in het gebied gesignaleerd zijn zullen nagenoeg geen hinder ondervinden van de nieuwe ontwikkelingen aangezien de belangrijke vliegroutes en foerageergebieden (te weten de rij populieren langs het Amsterdam Rijnkanaal) intact blijven. Ook de verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis blijft intact. De nieuwe plannen voor een lange en brede (ca. 55m x 1.400m) aaneengesloten bomenrij langs de gehele noordzijde van het plangebied biedt zelfs nieuwe kansen als foerageergebied en vliegroute voor vleermuizen. Voor wat betreft de overige waargenomen soorten is, overeenkomstig het advies van Tauw, een ecologisch werkprotocol 5 opgesteld, zodat negatieve effecten op de Bittervoorn en Kleine modderkruiper worden voorkomen. Door uitvoering van het werkprotocol wordt de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen gegarandeerd en komt de gunstige staat van instandhouding van de genoemde soorten niet in gevaar. Ten aanzien van de aanwezigheid van weidevogels heeft het de gemeenteraad door vaststelling van het compensatieplan Weidevogels besloten, het verloren gaan van het broedgebied voor weidevogels te laten compenseren op het Eiland van Schalkwijk. Ook is in het oostelijk deel van het plangebied ruimte gereserveerd als foerageergebied voor weidevogels. 4.4 Geluidhinder Bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan waarbij geluidgevoelige bestemmingen een rol kunnen spelen, moeten de grenswaarden voor 'nieuwe situaties' van de Wet Geluidhinder in acht worden genomen. Door bureau Goudappel Coffeng is een verkeerskundig onderzoek 6 uitgevoerd waarbij onder andere de verkeerslawaai-effecten onderzocht zijn. De resultaten hieruit worden onderstaand weergegeven. Wegverkeerslawaai In het sport- en werklandschap worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd. De verkeerstoename als gevolg van het plan kan wel toenamen van geluidsbelastingen geven op bestaande omliggende geluidgevoelige bestemmingen. 5 Ecologisch werkprotocol dempen watergangen Sport- en Werklandschap Meerpaal, Tauw b.v., 6 mei 2011, proj.nr. N CAW-kmi-V02-NL 6 Effect sport- en werklandschap Meerpaal op Rondweg, Goudappel Coffeng, 29 augustus 2011, proj.nr. HTN459/Fdf/6349 gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

24 24 Afbeelding 11: ligging van de gemeten wegvakken Er is volgens de Wet geluidhinder sprake van dergelijke gevolgen elders als de toenamen groter zijn dan 2 db. Oriënterend akoestisch onderzoek laat zien dat de verkeersaantrekkende werking van het sport- en werklandschap geen (of een verwaarloosbaar) nadelig effect heeft op de geluidssituatie ter hoogte van relevante bestaande geluidgevoelige bestemmingen. wegvak toename geluidsbelasting 1. sport- en werklandschap Meerpaal - 2. De Rede-noordwest 0,1 db 3. De Rede-zuidoost 0,4 db 4. Rondweg tussen De Rede en De Koppeling 0,8 db 5. Rondweg ten zuiden van De Rede 0,1 db Tabel 1: Toename geluidsbelasting op de omgeving als gevolg van verkeerstoename De hoogste toename van het verkeer leidt tot de hoogste toename van geluid. Dit betekent dat wegvak 4 (Rondweg tussen De Rede en De Koppeling) maatgevend is. Daar is de toename met 990 mvt ten opzichte van mvt met 21% het hoogste van de relevante wegvakken. Op basis van vorenstaande rekenmethode is de toename van de geluidsbelasting op de omgeving hier 0,8 db. Dit is lager dan 2 db, wat betekent dat geen sprake is van gevolgen elders en dus ook geen maatregelen en nader onderzoek nodig zijn. Industrielawaai Voor de geplande ontwikkelingen van dit bestemmingsplan zal een inventariserend onderzoek ten aanzien van industrielawaai van industrieterrein De Meerpaal worden uitgevoerd. De uitkomsten hiervan worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ten aanzien van de woningen noordwestelijk van het plan (Heemsteedseweg 42) wordt rekening gehouden met een

25 25 geluidszonering. Dit houdt in dat in de directe nabijheid van de woning enkel bedrijvigheid tot en met cat. 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten is toegestaan. Verder van de woning af loopt dit op tot cat. 3.1 op 50 meter afstand uit de woning en maximaal cat op 100m afstand van de woning. Conclusie De verkeerstoename als gevolg van de plannen kunnen zorgen voor een toename van geluidsbelastingen op bestaande geluidgevoelige bestemmingen ( gevolgen elders ) als de toenamen groter zijn dan 2 db. Uit onderzoek van Goudappel Coffeng blijkt dat op De Rondweg tussen De Rede en De Koppeling een toename ontstaat van de geluidsbelasting op de omgeving van 0,8 db. Dit is lager dan 2 db, wat betekent dat geen sprake is van gevolgen elders en dus ook geen maatregelen en nader onderzoek nodig zijn. Ten aanzien van industrielawaai zal een inventariserend onderzoek worden uitgevoerd waarvan de uitkomsten worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Ten aanzien van de bestaande woningen is voor het nieuwe bedrijventerrein een geluidszonering toegepast waardoor geen geluidsoverlast kan ontstaan in de directe nabijheid van bestaande woningen. 4.5 Luchtkwaliteit De kwaliteit van de buitenlucht moet voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn gesteld in titel 5.2 van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). De normen zijn gebaseerd op de Europese Richtlijn luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit wordt getoetst aan de hand van grenswaarden voor een aantal luchtverontreinigende stoffen. Getoetst wordt of het project Niet In Betekenende Mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Dit zijn projecten die de luchtkwaliteit niet 'in betekenende mate' verslechteren. Om te voldoen aan het stempel Niet In Betekenende Mate moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden. < 500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg < m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg Aangezien het project voorziet in een sportgebied en een werklandschap van ca. 10ha. netto ( m2) kan niet direct geconcludeerd worden dat het project Niet In Betekenende Mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Met behulp van de NIBM-tool, beschikbaar gesteld door het toenmalige Ministerie van Vrom, is de invloed van het plan op de luchtkwaliteit nader onderzocht. De NIBM-tool is een rekentool waarmee, door het invoeren van een aantal gegeven, kan worden berekend of het plan in Niet In Betekenende Mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Op basis van een toename van het aantal voertuigen met 1660, waarvan 4% vrachtverkeer, een wegbreedte van 15 meter en afstand tot aan de wegrand van 10 meter, wordt geconcludeerd dat het plan Niet In Betekenende Mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Nader onderzoek is niet noodzakelijk. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

26 26 Afbeelding 12: NIBM-tool; nader onderzoek is niet noodzakelijk Conclusie Aangezien het project kan worden aangemerkt als niet in betekenende mate is een nader onderzoek naar de invloed van het project op de luchtkwaliteit niet noodzakelijk. De luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de voorgestelde ontwikkelingen en voorliggend bestemmingsplan dat die ontwikkelingen mogelijk maakt. 4.6 Externe veiligheid Inleiding Externe veiligheid heeft betrekking op de gevaren die mensen lopen als gevolg van aanwezigheid in de directe omgeving van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Het gaat daarbij om inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard of bewerkt, transportroutes voor gevaarlijke stoffen (weg/water/spoor) en ondergrondse buisleidingen. Ook objecten als windturbines leiden tot veiligheidsrisico s. De aan deze activiteiten verbonden risico s moeten tot een aanvaardbaar niveau beperkt blijven. In en nabij het plangebied zijn diverse risicobronnen aanwezig of voorzien. In de omgeving van het plangebied zijn enkele risicovolle bedrijven aanwezig. Ten zuiden van het plangebied ligt het Amsterdam Rijnkanaal, een belangrijke waterweg. Op grotere afstand liggen ten westen de Rijksweg A27 en ten oosten een spoorlijn. Binnen het plangebied zijn ook drie windturbines voorzien. In het kader van de externe veiligheid moeten de gevolgen van de relevante risicobronnen worden beoordeeld en waar nodig verantwoord. Adviesbureau DHV b.v. (Amersfoort) heeft in december 2011 in een Quickscan 7 de externe veiligheidsrisico s geïnventariseerd. Beoordeling risicobronnen In de omgeving van het plangebied zijn de volgende mogelijke risicobronnen zijn aanwezig: 1. LPG tankstation De Staart 2. LPG-tankstation BV BEM De Poort 3. Koelbedrijf Jos Schoonderwoerd (NH 3-koelinstallatie) 4. A27: vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg 5. Amsterdam-Rijnkanaal: vervoer van gevaarlijke stoffen over het water 7 Quick scan Sport- en Werklandschap Meerpaal, DHV b.v., december 2011, reg.nr. MD-AF /MVI versie 6

27 27 6. Spoorlijn Utrecht Den Bosch: vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor 7. Plaatselijk vervoer van gevaarlijke stoffen over De Staart, De Rondweg en De Rede. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

28 28 In de onderstaande uitsnede van de Risicokaart zijn deze bronnen aangegeven: Afbeelding 13: risicokaart van (de omgeving van) het plangebied Van de geïnventariseerde bronnen liggen de volgende bronnen op een zodanig grote afstand van het plangebied, dat de risico s daarvan voor het plangebied niet van belang zijn: 2. LPG-tankstation BV BEM De Poort 3. Koelbedrijf Jos Schoonderwoerd (NH 3-koelinstallatie) 6. poorlijn Utrecht Den Bosch: vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor De overige bronnen zijn hierna nader beschouwd. In figuur 15 zijn de veiligheidscontouren van het LPG-tankstation De Staart en de grens van het aandachtsgebied voor het groepsrisico van de Rijksweg A27 weergegeven. Afbeelding 14: Veiligheidscontouren LPG-tankstation De Staart en grens aandachtsgebied groepsrisico van de A27

29 29 LPG tankstation De Staart (bron 1) Een deel van het plangebied ligt binnen de contour van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar en binnen het invloedsgebied van het groepsrisico. Binnen de PR-contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn. Het plan voorziet niet in de oprichting van objecten binnen deze contour. Daarom leidt het plaatsgebonden risico van het LPG-tankstation niet tot een belemmering. De grootte van het groepsrisico wordt bepaald door de bebouwing binnen het aangegeven invloedsgebied. Het groepsrisico vanwege de al bestaande objecten is verwaarloosbaar klein (factoren lager dan 10% van de oriëntatiewaarde). Het plan voorziet geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied. Het groepsrisico zal in de toekomstige situatie dan ook niet veranderen. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de A27 (bron 4) De contour van het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar t.a.v. de A27 bedraagt 10 meter, gemeten vanaf de wegas. Deze contour valt niet buiten de rijbanen. Daarom vormt het plaatsgebonden risico van de A27 geen belemmering voor het plangebied. Het aandachtsgebied voor het groepsrisico strekt zich uit tot 200 meter vanaf de wegas. Alleen de uiterste noordpunt van het plangebied ligt binnen dit aandachtsgebied. Het groepsrisico van de A27 is ter hoogte van het plangebied kleiner dan 10% van de oriëntatiewaarde. Het plan voorziet geen risicogevoelige objecten in dit deel van het plangebied. Het groepsrisico zal in de toekomstige situatie dus niet veranderen. Omdat de veiligheidscontouren gemeten worden vanaf de wegas, heeft de recente verbreding van de A27 met een extra spitsstrook ook geen gevolgen voor de risicobeoordeling. Vervoer van gevaarlijke stoffen over het Amsterdam Rijnkanaal (bron 5) De zuidkant van de planlocatie grenst aan het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK). Over deze waterweg worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Het Definitief ontwerp basisnet water van 15 januari 2008 geeft de volgende criteria voor de toetsing van ruimtelijke ontwikkelingen langs het ARK: Plaatsgebonden risico: de contour voor PR=10-6 ligt op het water en kan groeien tot de oeverlijn. Groepsrisico: proefberekeningen hebben aangetoond dat bij een personendichtheid kleiner dan 1550 personen/ha bij dubbelzijdige bebouwing of 2250 personen/ha bij enkelzijdige bebouwing het groepsrisico beneden 10% van de oriëntatiewaarde ligt. Als de werkelijke personendichtheden geringer zijn dan deze waarden, is een berekening van het groepsrisico niet vereist. Plasbrandaandachtsgebied: een zone van 25 meter landinwaarts vanaf de oeverlijn. Het plan voorziet niet in bebouwing binnen de waterlijn, zodat aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Het plan zal tot een situatie met enkelzijdige bebouwing leiden. De toekomstige personendichtheid is factoren geringer dan genoemde 2250 personen/ha. Het toekomstige groepsrisico zal daarom ruimschoots lager blijven dan 10% van de oriëntatiewaarde. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

30 30 Het plan voorziet niet in nieuwe bebouwing binnen het plasbrandaandachtsgebied (PAG). Er liggen wel drie woningen binnen het PAG ter hoogte van KM 46,0 van het ARK. Omdat het om bestaande objecten gaat, is dit echter geen belemmering. Vervoer gevaarlijke stoffen over lokale wegen (bron 7) Over de gemeentelijke wegen De Staart, De Rondweg en De Reede kunnen gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het betreft vooral plaatselijk vervoer van LPG, vloeibare brandstoffen en consumentenvuurwerk. De vervoersintensiteit is zodanig gering, dat de risicocontouren niet buiten de rijwegen liggen. Voor zover de personendichtheid op het nieuwe bedrijventerrein een groepsrisico zal kunnen genereren, zal dat zeker kleiner zijn dan 10% van de oriëntatiewaarde. conclusie risicobronnen Plaatsgebonden risico: Voor alle voor het plangebied relevante risicobronnen wordt voldaan aan de grenswaarde van het plaatsgebonden risico. Groepsrisico: Voor het LPG-tankstation De Staart en het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A27 geldt dat het bestemmingsplan niet leidt tot veranderingen in de bestaande groepsrisico s, die kleiner zijn en blijven dan 10% van de oriëntatiewaarde. Voor zover het vervoer van gevaarlijke stoffen over omliggende locale wegen tot het ontstaan van een groepsrisico leidt, zal dit kleiner blijven dan 10% van de oriëntatiewaarde. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Amsterdam-Rijnkanaal zal weliswaar resulteren in een groepsrisico, maar dat zal ruimschoots kleiner blijven dan 10% van de oriëntatiewaarde. Windturbines Windturbines kunnen tot belemmeringen leiden voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in de (naaste) omgeving van die windturbines. Ook in de nabijheid van transportroutes voor gevaarlijke stoffen zijn windturbines een risicobron waarbij tevens de kans op domino-effecten bij het vervoer van gevaarlijke stoffen bestaat. Sinds 2011 vallen windturbines onder de werking van het Activiteitenbesluit. Met betrekking tot externe veiligheidsrisico s zijn in artikel 3.15a normen gesteld voor het plaatsgebonden risico. Voor de berekening van deze plaatsgebonden risico s zijn (nog) geen wettelijke regelingen vastgesteld. Voor het toetsen van ruimtelijke belemmeringen door windturbines voor de inrichting van een plangebied dient vooralsnog het Handboek Risicozonering Windturbines (2005) als leidraad. Hierin wordt de systematiek van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) gevolgd. Volgens artikel 15a van het Activiteitenbesluit mag het plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten niet hoger zijn dan 10-6 per jaar en voor beperkt kwetsbare objecten niet hoger dan 10-5 per jaar. Dat betekent dat kwetsbare objecten buiten de 10-6 contour moeten liggen en beperkt kwetsbare objecten buiten de 10-5 contour.

31 31 De voorziene windturbines hebben een vermogen van 2000 kw. Het Handboek Risicozonering Windturbines geeft in hoofdstuk 3 generieke afstanden voor het plaatsgebonden risico. Voor een windturbine van 2000 kw zijn deze afstanden 39 meter voor PR=10-5 en 136 meter voor PR=10-6. In onderstaande figuur is voor de twee zuidelijkste windturbines de ligging van de 10-5 contour (rode cirkel) en van de 10-6 contour (oranje cirkel) verbeeld. Afbeelding 15: verkavelingstekening met indicatie risicocontouren windturbines De gebiedsdelen binnen de 10-5 risicocontouren van alle windturbines hebben de bestemming natuur. Het plan voorziet hier geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Er zijn dan ook geen belemmeringen binnen de 10-5 contouren. Binnen de 10-6 risicocontour van de noordelijke windturbine ligt alleen gebied met de bestemming natuur. Dit leidt dus niet tot belemmeringen. Bij de middelste windturbine ligt een deel van het voorziene bedrijventerrein binnen de 10-6 contour. Op het bedrijventerrein zijn bedrijven en bijbehorende kantoorruimte toegestaan. In de meeste gevallen zal sprake zijn van beperkt kwetsbare objecten. Bedrijfsgebouwen of bijbehorende kantoren waar doorgaans tijdens een groot deel van de dag veel personen aanwezig zijn, met een vloeroppervlak van meer dan 1500 m2, worden echter beschouwd als kwetsbaar object. In de bij het Besluit externe veiligheid behorende Toelichting is dit als volgt nader uitgewerkt: kantoren met meer dan 50 medewerkers zijn een kwetsbaar object. Om onaanvaardbare situaties op het bedrijventerrein te voorkomen, is het van belang om in de planregels vast te leggen dat binnen de 10-6 contour van een windturbine geen kwetsbare objecten worden toegestaan. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

32 32 Bij de zuidelijke windturbine ligt de zuidelijke hoekpunt van het geprojecteerde sportcomplex binnen de 10-6 contour. Een sportcomplex is weliswaar een beperkt kwetsbaar object, maar het terreindeel binnen de contour is zo gering dat dit niet als belemmerend wordt beschouwd. Windturbines langs een transportroute voor gevaarlijke stoffen zijn voor dat vervoer een risicofactor door bijvoorbeeld een afgebroken rotorblad of een omgevallen turbine. Bovendien kunnen er ook domino-effecten optreden. Volgens het Handboek Risicozonering Windturbines is deze factor verwaarloosbaar klein en hoeft hiermee geen rekening te worden gehouden bij een beoordeling van de externe veiligheidsrisico s vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Amsterdam- Rijnkanaal. In artikel 4 van de Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in of over rijkswaterstaatwerken (Stc. 2 juli 2002, nr. 123) dat windturbines op ten minste 50 meter uit de rand van de vaarweg moeten worden geplaatst. Volgens de plantekening wordt aan deze voorwaarde voldaan. Hieruit volgen dus geen belemmeringen. Conclusies windturbines Voor een goede ruimtelijke ordening moet rekening gehouden worden met de volgende punten: de beperkingen binnen een gebied van 39 meter rondom de windturbine (10-5 contour): binnen dit gebied mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn. Aanbevolen wordt om dit gebied te bestemmen als windturbine. de beperkingen binnen een gebied van 136 meter rondom de windturbine (10-6 contour). Binnen dit gebied mogen alleen beperkt kwetsbare objecten aanwezig zijn. Kwetsbare objecten zijn binnen deze contour niet toegestaan. Binnen de 10-6 contour van de windturbine zijn volgens de huidige gebiedsindeling bedrijven mogelijk (dus in beginsel ook kwetsbare objecten). Door de volgende beperking in de planregels op te nemen kunnen kwetsbare objecten binnen de 10-6 contour worden uitgesloten: binnen de 10-6 contour van de windturbine zijn geen kantoren of andere bedrijfsgebouwen waar doorgaans gedurende een groot deel van de dag veel personen aanwezig zijn, met een bruto vloeroppervlak van m2 of groter toegestaan. Algemene conclusie Met uitzondering van de windturbine ter hoogte van het voorziene bedrijventerrein wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Met betrekking tot de inrichting van het deel van het bedrijventerrein dat binnen de veiligheidscontour van de windturbine ligt is het noodzakelijk dat beperkende regels worden opgenomen om de vestiging van kwetsbare objecten binnen de 10-6 veiligheidscontour uit te sluiten. Hiermee wordt voorkomen dat er (ongewenste) saneringsknelpunten zullen ontstaan. In alle gevallen zal het groepsrisico (ruimschoots) lager zijn dan 10% van de oriëntatiewaarde. Daarom is een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico niet vereist.

33 33 Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Amsterdam-Rijnkanaal kan als meest relevante risicobron worden beschouwd. De gebiedsinrichting voorziet in voldoende bereikbaarheid van het Amsterdam-Rijnkanaal voor hulpverlenende instanties. De infrastructuur van het voorziene bedrijventerrein is ruim en overzichtelijk en biedt voldoende van een calamiteit afgerichte vluchtmogelijkheden. Wel kan worden overwogen om aan de noordelijke zijde van het bedrijventerrein een tweede ontsluitingsmogelijkheid te realiseren De personendichtheden in het bedrijventerrein en het voorziene sportcomplex zijn relatief gering. De in het plangebied aanwezige personen worden verondersteld goed zelfredzaam te zijn. Daarom kan worden geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid, mits beperkende regels worden gesteld aan de vestiging van kwetsbare objecten binnen de veiligheidscontour van de windturbine, geen belemmering voor het plan vormt. 4.7 Watertoets Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de ruimte voor water niet beperken. Er is juist meer ruimte voor water nodig om klimaatveranderingen, zeespiegelrijzing en bodemdaling in de 21e eeuw op te vangen. Dat is de boodschap van het Nationaal Bestuursakkoord Water. In dit akkoord is daarom onder andere besloten om een zogenaamde watertoets in te stellen. Het doel van de watertoets is te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en evenwichtig in beschouwing worden genomen bij ruimtelijke afwegingen. Deze paragraaf is daar het gevolg van. Indien het niet mogelijk is nadelige effecten op de waterhuishouding te voorkomen, is compensatie van de effecten nodig. Compensatie van eventuele negatieve effecten op de waterhuishouding dient binnen het plangebied plaats te vinden. Zo nodig kan de grens van het plangebied worden aangepast. Indien dit op grote bezwaren stuit, is compensatie elders in het watersysteem vereist. Door de Grontmij is een notitie Waterhuishouding Sport- en werklandschap Meerpaal 8 opgesteld. Hierin worden een aantal aspecten met betrekking tot waterberging, -afvoer, kering en dergelijke beschouwd. De resultaten uit deze watertoets zijn hieronder als samenvatting vermeld. Resultaten De gebiedsvisie voor Sport- en Werklandschap Meerpaal gaat uit van de ontwikkeling van een integraal sport- en werklandschap, dat bestaat uit de plandelen sport, werken, natuur en recreatie. Daarbij is binnen het circa 60 hectare grote plangebied voorzien in aanleg van 10 hectare netto uitgeefbaar bedrijventerrein en 6 hectare sportgebied, in combinatie met een landschappelijke zone / natuurontwikkelingszone. In de nieuwe situatie zal een groot deel van het gebied worden verhard (het bedrijventerrein) of intensief worden ontwaterd (het sportgebied). Hierdoor zal regenwater versneld tot afstroming komen en zal er minder regenwater in de bodem infiltreren. Uitgangspunt voor de waterhuishouding in de nieuwe situatie is dat problemen, die door de nieuwe inrichting worden veroorzaakt, zoveel 8 notitie Waterhuishouding Sport- en werklandschap Meerpaal, Grontmij, 03 mei 2011, ref.nr /ack gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

34 34 mogelijk binnen het gebied zelf worden opgelost. Voorkomen moet worden dat de nieuwe inrichting leidt tot negatieve effecten voor de omgeving. Dit houdt onder andere in dat versneld tot afstroming komende neerslag in het gebied zelf moet kunnen worden opgevangen door aanleg van voldoende open water. In de gebiedsvisie voor Sport- en Werklandschap Meerpaal is reeds voorzien in aanleg van open water in het gebied. HDSR stelt eisen aan de hoeveelheid oppervlaktewater die in nieuw te ontwikkelen gebieden moet worden gerealiseerd om de versnelde regenwaterafvoer op te kunnen vangen. Uitgangspunt daarbij is dat een neerslag die niet vaker dan gemiddeld 1 keer per 10 jaar (T=10) mag worden verwacht, in het plangebied niet leidt tot een peilstijging van meer dan 30 cm. Met behulp van een berekening met het rekenprogramma GRONAM is nagegaan welk oppervlak aan open water in het plangebied nodig is om aan dit uitgangspunt te kunnen voldoen. Daarbij is rekening gehouden met een toegestane afvoer van 1,5 l/sec/ha, in overeenstemming met de uitgangspunten van HDSR. Bij de GRONAM berekening is gerekend met een totaal gebiedsoppervlak van 53 ha (exclusief het onderbemalen gebied), waarbij van de volgende verharde oppervlakken is uitgegaan: Voor het werkgebied 8 ha verhard oppervlak (80% van het uitgeefbare oppervlak); Voor het sportgebied 3 ha verhard oppervlak (50% van het oppervlak sportvelden; de hockeyvelden zullen als kunstgrasveld worden uitgevoerd); Voor wegen, paden, e.d. is 2 ha verhard oppervlak aangehouden. In totaal is daarom uitgegaan van 13 ha verhard oppervlak. Met GRONAM is berekend dat in het plangebied (exclusief het onderbemalen peilgebied HTN014) dan een oppervlak aan open water nodig is van tenminste 3,2 ha om de peilstijging bij T=10 te kunnen beperken tot 30 cm. Dit oppervlak is exclusief het al bestaande oppervlak van Kanaalsloot de Hoon en van de Hoonwetering. Naast de 3,2 ha wateroppervlak moet in het plan nog eens 1200 m2 open water worden gerealiseerd als watercompensatie voor de aanleg van enkele windmolens door Eneco (dit is reeds eerder afgesproken met HDSR). In totaal dient het plangebied dus 3,32 ha open water te omvatten (exclusief de Hoonwetering, kanaalsloot de Hoon en de watergang langs de Veerwagenweg). Conclusie De verkaveling voorziet in ca. 4,7 ha wateroppervlak ter compensatie van het extra verhard oppervlak. Daarmee voldoen zij ruim aan de gestelde opgave om minimaal 3,32 ha (extra) open water te realiseren. 4.8 Archeologie & Cultuurhistorie Om de archeologische waarde van het plangebied te kunnen bepalen is door de gemeente Houten een archeologische maatregelenkaart opgesteld. Op deze kaart van het gemeentelijke grondgebied, zijn archeologische monumenten en archeologische verwachtingsgebieden aangegeven. De kaart maakt deel uit van het beleidsplan archeologie, vastgesteld door het college

35 35 op 4 december De voorgestelde ingrepen worden getoetst aan deze archeologische maatregelenkaart. De resultaten hiervan worden hier navolgend kort toegelicht en beschouwd. Het plangebied ligt niet in een gebied waarvoor een verhoogde verwachtingswaarde geldt. Afbeelding 16: : ligging plangebied op de archeologische maatregelenkaart gemeente Houten Op het gebied rusten geen archeologische beperkingen. In het westelijke deel van de gemeente Houten bevinden zich de stroomgordels van de Hoon en de Wiersch in de ondergrond. Deze stroomgordels liggen dieper dan 2,5 meter onder maaiveld. Er zijn in de omgeving geen archeologische sporen aangetroffen die met deze stroomrug in relatie kunnen worden gebracht. Door een deel van de locatie loopt de stroomgordel van de Hoon. In theorie kan een dunne spreiding aan vroeg prehistorische vindplaatsen (neolithicum?) verwacht worden. Vanwege de lage trefkans en Conform de archeologische maatregelenkaart is preventief archeologisch onderzoek hier echter niet vereist. Op de maatregelenkaart heeft het gehele gebied de classificatie Categorie 5 (gebied of terrein met lage archeologische verwachting of geen archeologische verwachting). Ook volgens de provinciale cultuurhistorische waardenkaart heeft het gebied geen hoge archeologische verwachting. Het plangebied wordt aangeduid als gebied met strokenverkaveling dat tevens als inundatiegebied in gebruik was. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

36 36 Afbeelding 17: ligging plangebied op de cultuurhistorische waardenkaart van de Provincie Utrecht Conclusie Op de architectonische maatregelenkaart heeft het gehele plangebied de classificatie Categorie 5 (gebied of terrein met lage archeologische verwachting of geen archeologische verwachting). Gezien de lage verwachtingswaarde is archeologisch onderzoek niet nodig. Het plangebied bestaat uit een cultuurhistorisch kenmerkende strokenverkaveling. Het ontwerp van de verschillende planonderdelen zoekt hier aansluiting bij door het visueel en functioneel doortrekken van de landschappelijke lijnen. 4.9 Verkeer Door bureau Goudappel Coffeng is een verkeerskundig onderzoek 9 uitgevoerd waarbij, naast de verkeerslawaai-effecten, ook de effecten op het aantal verkeersbewegingen op De Rondweg onderzocht zijn. De resultaten hieruit worden onderstaand weergegeven. Uitgangspunt in het onderzoek is de volgende functieverdeling. De verkeersgeneratie is gebaseerd op de kentallen in de CROW-publicatie 256 en 272, aangevuld met ervaringen van de gemeente Houten. werkdag zaterdag zondag weekdag tuincentrum/landmarkt bedrijven sport totaal Tabel 2: Gemiddelde verkeersgeneratie sport- en werklandschap Meerpaal in mvt/etm De routekeuze van het verkeer bepaalt over welke wegen het verkeer rijdt om van en naar het sport- en werklandschap Meerpaal te komen. Op basis van de verdeling van de woningen over de 9 Effect sport- en werklandschap Meerpaal op Rondweg, Goudappel Coffeng, 29 augustus 2011, proj.nr. HTN459/Fdf/6349

37 37 verschillende delen van Houten en de aanwezige verkeerstructuur is gekomen tot de volgende verdeling: 25% rijdt via De Rede, De Staart, en De Rondweg van en naar het noorden van Houten; 45% rijdt via De Rede, De Rondweg en deels De Koppeling naar het midden van Houten; 30% rijdt via De Rede en De Rondweg naar het zuiden van Houten. 25% 100% 45% 75% 30% Afbeelding 18: Hoofdroutekeuze verkeer van en naar sport- en werklandschap Meerpaal In de onderstaande tabel is de toename van de verkeersintensiteiten als gevolg van het sport- en werklandschap Meerpaal op de relevante wegvakken weergegeven. wegvak 2020 excl. plan toename plan 2020 incl. plan toename plan % 1. sport- en werklandschap Meerpaal 2. De Rede-noordwest % 3. De Rede-zuidoost % 4. Rondweg tussen De % Rede en De Koppeling 5. Rondweg ten zuiden van De Rede % Tabel 3: Verkeerstoename per wegvak als gevolg van sport- en werklandschap Meerpaal in mvt/etm Wat betreft de verkeersafwikkeling zijn de belangrijkste kruispunten de aansluitingen van het plangebied op De Rede. Deze zijn onderzocht en de bestaande rotondes in De Rede zijn prima geschikt (wat betreft vormgeving en capaciteit) om niet alleen het bedrijventerrein Meerpaal te ontsluiten, maar ook het nieuwe plangebied. Wat betreft de verkeersveiligheid is met name de route van het fietsverkeer van belang. Binnen het plan zijn allerlei aanvullende maatregelen opgenomen voor het fietsverkeer. Met deze maatregelen ontstaat een van het autoverkeer gescheiden verbinding tussen het sport- en werklandschap Meerpaal en de rest van Houten. Daarmee is de verkeersveiligheid gegarandeerd. gemeente Houten bestemmingsplan Sport- & Werklandschap Meerpaal

Bestemmingsplan Sport- en werklandschap. Idn: NL.IMRO BPSWLMEERPAAL-ONTW Status: Ontwerp

Bestemmingsplan Sport- en werklandschap. Idn: NL.IMRO BPSWLMEERPAAL-ONTW Status: Ontwerp Bestemmingsplan Sport- en werklandschap Meerpaal Idn: NL.IMRO.0321.0350BPSWLMEERPAAL-ONTW Status: Ontwerp TOELICHTING 5 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 7 1.1 Aanleiding... 7 1.2 Ligging plangebied...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Sport- en werklandschap. Idn: NL.IMRO BPSWLMEERPAAL-VAST Status: Vastgesteld

Bestemmingsplan Sport- en werklandschap. Idn: NL.IMRO BPSWLMEERPAAL-VAST Status: Vastgesteld Bestemmingsplan Sport- en werklandschap Meerpaal Idn: NL.IMRO.0321.0350BPSWLMEERPAAL-VAST Status: Vastgesteld Bestemmingsplan 'Sport- & Werklandschap Meerpaal' van de gemeente 'Houten Opdrachtgever: het

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord 15 Juni 2009 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie 5 2.1 Plangebied 5 2.2 Vigerende bestemmingsplan 5 2.3 bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling

Nadere informatie

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4 Nr. 14031673 Casenr. 2014-07033 Fazantlaan 4 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 5 Inleiding Initiatiefnemer wil de camping en het parkeerterrein van het recreatiepark De Haeghehorst uitbreiden. Deze

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013 Projectnaam 1) Kenmerken van het project Omvang van het project (relatie met drempel D lijst) Bestemmingsplan Kern Nieuwkoop Hoewel het bestemmingsplan voor een groot deel conserverend van aard is wordt

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

Gemeente Bergen op Zoom

Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom bestemmingsplan Korenmarkt 8 Toelichting: 1. Doel van de procedure 2. Situering van de aanvraag 3. Vigerende stedenbouwkundige regeling 4. Herziening bestemmingsplan 5. Inrichtingsplan

Nadere informatie

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Identificatie Planstatus identificatiecode datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMEERST-VG98 19 augustus 2011 vastgesteld HOOFDSTUK 1 Doel

Nadere informatie

Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109

Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109 Vo INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse.

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Vo GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Onherroepelijk 31 augustus 2011 In Werking 31 augustus 2011 Vaststelling 12 juli 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen Notitie 20112327-05 MER Beneden-Lek (Bergambacht) Externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen 1 Inleiding In opdracht van Consortium 2.0 1 is een

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf. Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor

Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf. Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor Ruimtelijke onderbouwing nieuwbouw havenkantoor naast Botterwerf Behorende bij omgevingsvergunning nieuwbouw havenkantoor Februari 2017 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Ligging plangebied... 4 1.2

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138 Nr. 14032525 Casenr. 2014-07033 Harderwijkerweg 138 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 6 Inleiding Achter op het perceel aan de Harderwijkerweg 138 is een verzoek ingediend om een bedrijfshal en een

Nadere informatie

2 Toename verkeersbewegingen op de Rondweg

2 Toename verkeersbewegingen op de Rondweg Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid; Hoge Wei te Oosterhout (GLD) Datum 6 september 2016 Referentie

Quickscan externe veiligheid; Hoge Wei te Oosterhout (GLD) Datum 6 september 2016 Referentie Wilhelm Röntgenstraat 4 8013 NE ZWOLLE Postbus 1590 8001 BN ZWOLLE T +31 (0)38-4221411 F +31 (0)38-4223197 E zwolle.ch@dpa.nl www.dpa.nl/cauberg-huygen K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584 Quickscan

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13 EMMELOORD 2008 AMER ADVISEURS BV ZONNEHOF 43 381 1 ND AMERSFOORT TEL

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk memo aan: van: c.c.: Bouwfonds Ontwikkeling t.a.v. de heer S. van Vessem Bas Hermsen Jurian Heerink datum: 16 december 2014 betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde 124-132, Zaandam, ons kenmerk

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7 Notitie Project: Bestemmingsplan Valkenweg 9 te Holten Onderwerp: Milieukundige onderzoeken Referentie: 15J102.R003 Datum: 15 april 2015 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano LLB Bestemd voor: De heer Hofman

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Noord, wijzigingsplan Schoolpad 12. Vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Noord, wijzigingsplan Schoolpad 12. Vastgesteld BESTEMMINGSPLAN Schoolpad 12 Vastgesteld 14 mei 2009 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 Toelichting bestaande situatie 5 3. Gewenste

Nadere informatie

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 2013 IMRO.NL.0737.11BPIII-ow01 Toelichting Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 1 Inleiding Er is medewerking gevraagd aan

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello Notitie Contactpersoon Maaike Teunissen Datum 20 juni 2012 Kenmerk N004-4638202MTU-evp-V01-NL Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en doel van het

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) 1 1. Planbeschrijving 1.1 Beschrijving project Provincie

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn Notitie Contactpersoon George Rutten Datum 18 februari 2009 Kenmerk N003-4615698RTG-srb-V01-NL Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn 1 Inleiding In opdracht van BAM Woningbouw heeft Tauw

Nadere informatie

DEELGEBIED 08 TONSEL

DEELGEBIED 08 TONSEL DEELGEBIED 08 TONSEL Deelgebied 08 > Tonsel > Milieubeleidsplan Harderwijk 2009-2012 1/6 VERKENNING figuur 1 Deelgebied Tonsel Het buurtschap Tonsel ligt aan de zuidkant van Harderwijk op het knooppunt

Nadere informatie

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding Notitie Contactpersoon Dennis Ruumpol Datum 25 april 2012 Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied 1 Inleiding In 2009 heeft Tauw voor drie afzonderlijke bestemmingsplannen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren Notitie 20122367-09 Wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming spoorwegdoeleinden Beoordeling bedrijven & milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door

Nadere informatie

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren TOELICHTING op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren Inleiding Door de raad van de toenmalige gemeente Nederhorst den Berg, welke tegenwoordig

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op 18 december

Nadere informatie

bijlagen bij de Toelichting

bijlagen bij de Toelichting bijlagen bij de Toelichting 51 Bijlage 1 Hoge Duvekotsweg 8 Oostkapelle Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 52 Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 53 Bijlage 2 Wielemakersbaan

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 Opdrachtgever: BRO Contactpersoon: Dhr. R. Osinga Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72 ing. J.L.M.M.

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij het projectbesluit Kruisboog-Hospice' van de gemeente Houten

Ruimtelijke onderbouwing bij het projectbesluit Kruisboog-Hospice' van de gemeente Houten Ruimtelijke onderbouwing bij het projectbesluit Kruisboog-Hospice' van de gemeente Houten Ruimtelijke onderbouwing bij het projectbesluit Kruisboog-Hospice' van de gemeente Houten Opdrachtgever: Gemeente

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen Vastgesteld 24 maart 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Bestaande situatie... 3

Nadere informatie

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121

Nr Casenr Haspel 121. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Haspel 121 Nr. 14040153 Casenr. 2014-07033 Haspel 121 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 5 Inleiding Initiatiefnemer wil op het perceel Haspel 121 paarden mennen. Dat past niet binnen de huidige bestemming, daarom

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Aan: Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen Van: Aveco de Bondt 1 EXTERNE VEILIGHEID 1.1 Kader Externe veiligheid

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Oude Badweg 1 Eelderwolde

Oude Badweg 1 Eelderwolde Oude Badweg 1 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 Het bouwen van recreatiewoningen past niet

Nadere informatie

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum 1 Toelichting 2 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en kadastrale begrenzing 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE 6 2.1 Ruimtelijke structuur 6

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande situatie...3 3. Gewenste ontwikkeling...5 4. Ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit...5 5. Milieu...5 6. Economische uitvoerbaarheid...7 7. Planbeschrijving...8

Nadere informatie