Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Transcriptie

1 Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat en andere bestuurlijke partners zijn in 2005 overeengekomen om middels een grootschalige gebiedsontwikkeling de A9 ten zuiden van Badhoevedorp om te leggen. Het Tracébesluit (TB) voor de omlegging van de A9 is op 23 april 2012 vastgesteld en is onherroepelijk. Door de omlegging van de A9 wordt de leefbaarheid in Badhoevedorp verbeterd. De vrijkomende gebieden worden ontwikkeld tot woningen, bedrijven, kantoren, winkels en groen. Het tweede hoofddoel is een betere doorstroming van het verkeer op deze snelweg en een betere bereikbaarheid van Schiphol en de regio Amsterdam. De gronden die thans in gebruik zijn voor de A9 worden onder andere gebruikt voor herontwikkeling ter financiering van de omlegging van de A9. Het ruimtelijk kader voor deze herontwikkeling is beschreven in het Masterplan Badhoevedorp dat op 12 juni 2008 door de raad is vastgesteld. Op 4 juli 2013 heeft de gemeenteraad van Haarlemmermeer het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost vastgesteld. Eén van de ontwikkelingsgebieden in het Masterplan betreft de realisatie van de groene woonwijk Quatrebras en de aanleg van het Groene Lint. De werkzaamheden voor de aanleg van het Groene Lint starten oktober In deze memo geven we aan dat er geen beperkingen zijn voor beschermde gebieden en beschermde soorten om de werkzaamheden voor het Groene Lint te starten. Werkzaamheden. De werkzaamheden voor de aanleg van de nieuwe watergang van het Groene Lint bestaan uit het kappen van bomen, het kaal maken van de bodem en het graven van de watergang. Alle werkzaamheden vinden plaats van oktober februari De werkgrens is te zien op onderstaande afbeelding. Pagina 1

2 Werkgrens voor aanleg van het Groene Lint Wettelijke kader Natuurwetgeving in Nederland bestaat uit soortbescherming via de Flora- en Faunawet en gebiedsbescherming via de Natuurbeschermingswet en het Nationaal natuur Netwerk. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet regelt onder andere de bescherming van gebieden die in het kader van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn aangewezen. Deze gebieden zijn onderdeel van het Europees beschermde Natura 2000 netwerk. Om schade aan de natuurwaarden van Natura 2000-gebieden te voorkomen, bepaalt de wet dat projecten en andere handelingen die negatieve effecten kunnen hebben op de instandhoudingsdoelen, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. Natuurnetwerk Nederland Een belangrijk instrument voor de realisatie van de biodiversiteitdoelstellingen is het Natuurnetwerk Nederland (NNN), een samenhangend netwerk van (inter-)nationaal belangrijke, duurzaam te behouden ecosystemen. Pagina 2

3 Het NNN mag in principe niet worden aangetast door de ontwikkeling van bijvoorbeeld woningen, infrastructuur of andere ingrepen. Als de provincie zo n ontwikkeling toch, onder voorwaarden, toestaat, dan moeten de negatieve effecten worden tegengegaan of gecompenseerd worden. Flora- en faunawet Doel van de Flora- en Faunawet is het in stand houden van de planten- en diersoorten die in het wild voorkomen. Hiertoe is een groot aantal planten- en diersoorten beschermd. In de wet zijn verschillende verbodsbepalingen opgenomen. Het gaat hierbij met name om het plukken, doden, of verstoren van soorten en vaste rust- en verblijfplaatsen. Van de verbodsbepalingen is onder bepaalde voorwaarden een ontheffing mogelijk. Hiertoe zijn in een AmvB de beschermde soorten in 4 groepen verdeeld; Tabel 1; algemeen voorkomende soorten waarvoor een algehele vrijstelling geldt; Tabel 2; overige soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling indien volgens een gedragscode wordt gewerkt of is een lichte toets nodig; Tabel 3; strikt beschermde soorten, hiervoor is een strenge toets nodig en een bij de wet genoemd belang om ontheffing te verkrijgen; Vogels; alle vogels zijn beschermd. Resultaten De onderstaande conclusies zijn overgenomen uit Verkennend natuuronderzoek Wandelbos Badhoevedorp van de Grontmij uit 2015 en het Natuuronderzoek Wandelbos Badhoevedorp uit 2015 van de Grontmij (Van der Veen, februari 2015; Van der Veen, december 2015). Zij hebben het hele Wandelbos onderzocht op alle soortgroepen. Natuurbeschermingswet Door uitvoering van de voorgenomen maatregelen (aanleg nieuwe watergang) gaat geen oppervlakte aan Natura 2000-gebied of Beschermd Natuurmonument verloren. Gelet op de ruime afstanden (meer dan 8 kilometer) van het onderzoeksgebied tot de Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten (meer dan 2 kilometer) zijn effecten in het kader van de externe werking door verstoring en stikstof vanuit het onderzoeksgebied uit te sluiten. Natuurnetwerk Nederland De voorgenomen ontwikkelingen vinden plaats buiten de groene contouren van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ook is het Wandelbos niet aangewezen als verbindingszone. Externe werking op natuurwaarden buiten de NNN hoeft niet getoetst te worden. Nadere toetsing is daarom niet noodzakelijk. Flora en faunawet Van de soortgroepen insecten, vissen, landzoogdieren, amfibieën en reptielen zijn zeker geen beschermde soorten in het Wandelbos aanwezig. Pagina 3

4 Vaatplanten Het Wandelbos is op twee dagen in 2015 onderzocht op het voorkomen van beschermde planten (Van der Veen, december 2015). In het Wandelbos is op verschillende locaties daslook aanwezig. Daslook is beschermd volgens tabel 2 van de Flora- en Faunawet. Echter Badhoevedorp ligt ver buiten het verspreidingsgebied van deze soort. De daslook betreft een aangeplante soort en is daarmee geen beschermde plant in het Wandelbos. Vleermuizen Tijdens gemeente dekkend onderzoek naar vleermuizen in Badhoevedorp in 2010 (Greve en Schut, 2011) is een kolonie gewone dwergvleermuizen aangetroffen die verblijfplaatsen heeft in de Adelaarsstraat, Christiaan Huygenslaan en de Keizersweg. Het betreft een kolonie van ongeveer 50 exemplaren. Daarnaast is in de Eksterstraat / Volstraat een kleine groep Laatvliegers gevonden tijdens ditzelfde onderzoek. In het Wandelbos is volgens het vleermuisprotocol 2013 onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van vleermuizen (Van der Veen, december 2015). Er zijn vier soorten vleermuizen aanwezig. De gewone en ruige dwergvleermuis, de laatvlieger en de rosse vleermuis. Voor de laatste twee heeft het Wandelbos geen belangrijke functie. Voor de gewone dwergvleermuis is het Wandelbos belangrijk foerageergebied. Er zijn 47 gewone dwergvleermuizen foeragerend aangetroffen. Dit houdt in dat vrijwel de hele kolonie van de Keizersweg / Christiaan Huygensstraat hier foerageert (Greve en Schut, 2011). De vliegroute van de gewone dwergvleermuis gaat door de Keizersweg; verwacht wordt dat zij over de watergang vliegen. Daarnaast zijn er 6 paarverblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis in het bos aangetroffen. De aangetroffen vleermuizen en functie voor vleermuizen in het onderzoeksgebied (Bron; Van der Veen, 2015) Pagina 4

5 Broedvogels Een roofvogelonderzoek is conform (R)-BMP telling van SOVON methode uitgevoerd (Van der Veen, december 2015). In het onderzoeksgebied zijn geen jaarrond beschermde nesten aanwezig. De reigernesten (categorie 5) zijn buiten het broedseizoen niet beschermd en het is toegestaan om voorafgaand aan het broedseizoen potentiële nestplaatsen ongeschikt te maken om daarmee broedgevallen te voorkomen. In deze fase worden de reigernesten niet aangetast. Er is dus geen effect op vogels mits de werkzeemheden niet langer duren en daardoor binnen het broedseizoen gaan vallen. Conclusie(s) Er worden geen beschermde soorten geschaad met de werkzaamheden voor de aanleg van het Groene lint. De bomen met de verblijfplaatsen van vleermuizen blijven behouden inclusief een zone om deze bomen, zie onderstaande afbeelding. In het werkgebied (rode contour) vallen geen van de verblijfplaatsen van ruige dwergvleermuizen. Pagina 5

6 Bronnen Greve, M.S.E., J. Schut, Het voorkomen van de Rugstreeppad en vleermuizen in Badhoevedorp in 2010, A&Wrapport 1555 Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwâlden Van de Beek G., S. van Diemen en W. Nagel Groenstructuurplan Badhoevedorp en Lijnden-Oost. Hoofddorp Van der Veen. D Verkennend natuuronderzoek Wandelbos Badhoevedorp. Oriënterend onderzoek in het kader van de weten regelgeving voor de natuur. Grontmij, Alkmaar Van der Veen. D Natuuronderzoek Wandelbos Badhoevedorp. Verkennend en aanvullend natuuronderzoek in het kader van de wet- en regelgeving voor de natuur. Grontmij, Alkmaar Pagina 6