Gouden tijden, slechte tijden wat brengt de vergrijzing ons?
|
|
- Lucas van de Velde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 dem s Jaargang 33 Maart 2017 ISSN Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 3 inhoud 1 Gouden tijden, slechte tijden wat brengt de vergrijzing ons? 4 Toekomstige levensverwachting van 90 jaar niet opzienbarend 6 AOW-ers in de aanvullende bijstand 7 Basisinkomen: rechtse wolf in linkse schaapskleren 8 Samenwonen: vroeger en nu Gouden tijden, slechte tijden wat brengt de vergrijzing ons? NICOLE VAN DER GAAG & JOOP DE BEER Foto: Roel Wijnants/Flickr De meeste demografen zijn het er wel over eens dat de levensverwachting verder zal toenemen en dat de bevolking zal vergrijzen. Maar er is minder eensgezindheid over de gevolgen van deze vergrijzing. Is de toekomst grijs en somber en zien we vooral problemen, of betekent de toename van de levensverwachting goed nieuws en gaan we gouden tijden tegemoet? Welke toekomst werkelijkheid wordt, is uiteraard onzeker, maar als we passief afwachten in de veronderstelling dat alles vanzelf wel goed komt, zouden we weleens van een koude kermis thuis kunnen komen. Op dit moment bedraagt de levensverwachting bij geboorte in Nederland voor mannen 80 jaar en voor vrouwen 83 jaar. In de toekomst zal de levensverwachting ongetwijfeld verder stijgen, maar hoeveel is onderwerp van discussie. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat ervan uit dat in 2060 de gemiddelde levensverwachting bijna 89 jaar zal zijn (mannen 87 en vrouwen 90 jaar; zie figuur op de volgende pagina; CBSprognose, rode lijn). Het percentage 65-plussers stijgt volgens het CBS van 18 procent nu naar 26 procent in Nederland vergrijst dus, zoveel is zeker. Maar stel nu dat de levensverwachting veel sterker stijgt dan het CBS verwacht. Bijvoorbeeld door een doorbraak op het gebied van regeneratieve geneeskunde waarbij door stamceltransplantaties verjonging van weefsel mogelijk wordt en verouderingsprocessen ongedaan kunnen worden gemaakt. Hoewel dit nu nog toekomstmuziek is, kunnen ontwikkelingen op dit gebied mogelijk tot een grote winst in veelal gezonde levensverwachting leiden. In dat geval zal de leeftijdsopbouw van de bevolking nog meer veranderen en kunnen deze veranderingen zich ook eerder voordoen dan we nu voor mogelijk houden. Maar ook zonder spectaculaire verbeteringen in de gezondheidszorg kan de levensverwachting nog flink stijgen. Een gemiddelde levensverwachting van honderd jaar is de komende jaren nog niet waarschijnlijk maar op de langere termijn lijkt dit wel haalbaar. In de CBS-prognose is de stijging van de levensverwachting bij geboorte tot 2060 gemiddeld een kleine twee maanden per jaar. Om aan het eind van deze eeuw een 1
2 De gemiddelde levensverwachting bij geboorte, Nederland Jaren Waarneming CBS-prognose Levensverwachting 100 in 2100* * In de CBS-prognose stijgt de levensverwachting bij geboorte gemiddeld iets minder dan 2 maanden per jaar. Om in het jaar 2100 een levensverwachting van 100 te bereiken is een stijging van iets meer dan 2,5 maanden per jaar nodig. Bron: CBS (waarneming en prognose) en NIDI (levensverwachting 100 in 2100). Foto: Roel Wijnants/Flickr levensverwachting van 100 jaar te bereiken is een stijging van iets meer dan 2,5 maand per jaar nodig. Dat lijkt misschien veel, maar komt overeen met eenzelfde stijging als in de afgelopen 15 jaar is waargenomen (zie figuur: blauwe lijn). In dat geval zou wel eens ruim een derde van de bevolking 65 jaar of ouder kunnen zijn. De samenleving zal er dan ongetwijfeld anders uitzien dan nu. Hoe precies is uiteraard onzeker, maar omdat het nuttig is om rekening te houden met ontwikkelingen op de lange termijn zeker als we bedenken dat de toekomstige ouderen de kinderen van nu zijn schetsen wij twee mogelijke toekomsten. Een gouden toekomst? Zelfs bij een forse vergrijzing hoeven we de toekomst niet met angst en beven tegemoet te zien. We kunnen ons een positieve toekomst voorstellen als mensen niet alleen ouder worden, maar ook langer vitaal blijven. Dan neemt het aantal mensen met een hoge leeftijd (super-senioren) weliswaar toe, maar worden mensen pas op hogere leeftijd als oud beschouwd. Oud worden is dan niet meer gekoppeld aan een vaste leeftijd. De 70-plussers van de toekomst genieten niet van hun welverdiende rust, maar zijn nog volop actief. Tijd en inkomen kunnen anders over de levensloop worden verdeeld en mensen nemen zo lang mogelijk actief deel aan de samenleving. Dat hoeft niet altijd of uitsluitend op de arbeidsmarkt te zijn, het gaat ook om informele zorg en vrijwilligerswerk. Werk zal anders over de levensloop worden verdeeld en meer worden uitgesmeerd. Het aantal jaren waarin we werken zal weliswaar toenemen, maar het aantal uren dat we per jaar werken kan daardoor afnemen. Dat maakt het mogelijk om onderwijs, zorg en werk beter over het leven te verdelen en bijvoorbeeld werk en gezin meer in balans te brengen. Onderwijs zal niet meer beperkt blijven tot de jeugdjaren. Levenslang leren zal nodig zijn om langer actief te blijven op een steeds flexibelere arbeidsmarkt. De langere levensduur en de technologische ontwikkelingen maken een baan voor het leven steeds uitzonderlijker. Baanzekerheid wordt daarmee een illusie, het gaat vooral om werkzekerheid. Als de loonverschillen tussen oudere en jongere werknemers kleiner worden en als bovendien ouderen langer vitaal blijven, wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om ouderen in dienst te houden of te nemen en krijgen oud 2
3 en jong gelijkere kansen op de arbeidsmarkt. Of deze toekomst werkelijkheid zal worden, hangt niet alleen af van economische, technologische en medische ontwikkelingen. Ook onze opvattingen en ons gedrag zijn belangrijk. Het is niet voldoende dat de beeldvorming van ouderen als zwak en passief verandert in vitaal en actief. Nee, leeftijd moet er überhaupt niet meer toe doen. Het gaat er vooral om wat iemand kan en doet, en niet hoe oud hij of zij is. En natuurlijk moet er voor de laatste levensjaren waarin de hulpbehoefte groter wordt, een sociaal vangnet worden geregeld. Of een grijs en somber vooruitzicht? Een langer leven is niet altijd een mooier leven. Als door medische vooruitgang sterfte wel wordt uitgesteld, maar ziekte niet, doemt een veel somberdere toekomst op. Als de extra levensjaren vooral met beperkingen gepaard gaan, zijn ouderen minder vitaal dan jongeren. Dit geldt echter niet voor iedereen. Mensen die het kunnen betalen, kunnen gebruik maken van alle verbeteringen in zorg die de medische en technologische vooruitgang mogelijk maakt, waardoor ze minder last hebben van fysieke beperkingen. De kloof tussen arm en rijk, tussen laagopgeleid en hoogopgeleid en tussen mensen die roken, ongezond eten en weinig bewegen en mensen die er een gezonde levensstijl op na houden, wordt groter naarmate men ouder wordt. De verschillen stapelen zich immers op over de levensloop. Als je minder onderwijs volgt en daardoor een lager betaalde baan krijgt, of (door bijvoorbeeld robotisering) werkloos raakt, zal over de loop van de jaren het verschil in vermogen ten opzichte van hoger opgeleiden steeds groter worden, waardoor je op oudere leeftijd minder financiële reserves hebt. Als je bovendien van jongs af aan minder gezond leeft, vergroot dat de kansen om op latere leeftijd last te krijgen van chronische aandoeningen. Levenslopen gaan dan steeds verder uiteenlopen. Tot op hoge leeftijd doorwerken is slechts voor een deel van de mensen mogelijk. Vrijwilligerswerk kan lager opgeleide werknemers uit betaalde banen verdringen. Voor degenen die aan de goede kant van de streep staan, ziet de oude dag er zonnig uit, maar kwetsbare mensen die buiten de boot vallen, dreigen afhankelijk te worden en te vereenzamen. Welke toekomst wordt het? Hoe realistisch is het om te veronderstellen dat de gouden toekomst werkelijkheid wordt en dat we het sombere grijze vooruitzicht kunnen vermijden? Het zal in ieder geval niet vanzelf gaan. Een belangrijke voorwaarde voor het binnen ons bereik brengen van een positieve toekomst is dat het voor iedereen mogelijk moet zijn om te werken: voor oud en jong, man en vrouw, laaggeschoold en hoogopgeleid, etcetera. Volop inzetten op levenslang leren en scholing voor iedereen is daarbij een eerste vereiste. Economen hebben het dan over investeren in menselijk kapitaal om zo een (werkzaam) leven lang actief te zijn. Hier valt nog een wereld te winnen, er staan nog te veel mensen langs de kant. Dat kunnen we ons niet permitteren. De kosten van voortijdig schoolverlaten, bijvoorbeeld, zijn op lange termijn enorm, omdat achterstanden die kansarme jongeren oplopen gedurende hun leven alleen maar groter zullen worden. En voor degenen die wel hun opleiding afmaken, is het essentieel dat daarmee niet een einde komt aan het onderwijs. Levenslang leren is een noodzakelijke voorwaarde om gedurende een groot deel van de steeds langere levensduur actief te kunnen blijven. Daarnaast gaat het natuurlijk over voldoende banen en het nog meer mogelijk maken Nederland loopt al voorop van deeltijdwerk en flexibele werkweken. En om het aantrekkelijker te maken voor werkgevers om zowel ouderen als jongeren in dienst te nemen, en het stimuleren van ouderen om langer bij te blijven. Ook omdat de verschillen tussen mensen vaak al op jongere leeftijd ontstaan, zou het beleid zich, ondanks de vergrijzing, zeker niet alleen op ouderen moeten richten. Het is niet alleen van belang dat ouderen zo lang mogelijk gezond blijven, maar vooral ook dat jongeren zo gezond mogelijk oud worden zodat ze zo lang mogelijk kunnen blijven deelnemen aan de samenleving en het arbeidsproces. Als we erin slagen om gezond gedrag op jonge leeftijd te bevorderen en ongezond gedrag te ontmoedigen (preventie dus) hoeven we op hogere leeftijd minder kosten te maken voor chronische aandoeningen. Ook in onze gezondheid moeten we dus flink blijven investeren. Perspectief Nederland kan niet achterover leunen en erop vertrouwen dat het allemaal wel goed komt. We zullen er van alles aan moeten doen om een optimistische toekomst werkelijkheid te maken en een pessimistische toekomst te vermijden. De huidige ontwikkelingen wijzen daarbij in verschillende richtingen. Aan de ene kant zien we dat mensen steeds langer leven, dat tot op hogere leeftijd de meeste mensen geen last hebben van WLO 2015 Foto: Roel Wijnants/Flickr Dit artikel is gebaseerd op een door het Planbureau voor de Leefomgeving gefinancierde studie ten behoeve van de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving ( WLO 2015 ). In de WLO 2015 presenteren het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving voor zes verschillende thema s twee mogelijke toekomstbeelden voor Nederland. Om ook rekening te kunnen houden met scenario s waarvoor nu (nog) geen duidelijke empirische onderbouwing is, zijn per thema ook één of meer aanvullende onzekerheidsverkenningen uitgevoerd. Dit artikel is gebaseerd op de aanvullende onzekerheidsverkenning waarbij een extra stijging van de levensverwachting centraal staat. 3
4 ernstige lichamelijke beperkingen en ook dat steeds meer mensen tot op hogere leeftijd blijven werken. Maar aan de andere kant zien we ook dat verschillen in gezondheid en arbeidsdeelname tussen mensen met een hoge en lage opleiding hardnekkig zijn en dat overgewicht onder jonge generaties toeneemt. Willen we de vergrijsde toekomst met optimisme tegemoet zien dan moeten obstakels die actieve deelname aan de maatschappij voor verschillende bevolkingsgroepen belemmeren, zoals beperkte doorstroming in het onderwijs en discriminatie op de arbeidsmarkt, worden opgeruimd. Hoe sneller we daarmee beginnen, des te groter is de kans op succes. Nicole van der Gaag, NIDI, Joop de Beer, NIDI, LITERATUUR: CPB/PBL (2015), Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving. Cahier Demografie, Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving/Centraal Planbureau. Stoeldraijer, L., C. van Duin en C. Huisman (2016), Kernprognose : 18 miljoen inwoners in 2034 voorzien. Bevolkingstrends (10), pp Toekomstige levensverwachting van 90 jaar niet opzienbarend FANNY JANSSEN Volgens onderzoekers van het Imperial College in Londen zal de levensverwachting van Zuid- Koreaanse vrouwen in 2030 de 90 passeren. Bovendien zal in geïndustrialiseerde landen het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen kleiner worden. De resultaten, gepubliceerd in het gezaghebbende tijdschrift The Lancet, kregen veel media-aandacht, maar zijn eigenlijk helemaal niet zo opzienbarend. Aan de gehanteerde methode, die binnen de demografie zeker vernieuwend is, zitten bovendien nog wel wat haken en ogen. gaan dat de trends uit het verleden een indicatie zijn voor de ontwikkelingen in de toekomst een zeer gangbare gedachte binnen de demografie dan is het niet zo gek dat weer 15 jaar later (in 2030) de levensverwachting al dicht bij de 90 ligt, en er spoedig overheen zal gaan. Ook dat het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen kleiner wordt is niet opzienbarend. Dit verschil was enkele decennia geleden juist opmerkelijk groot door de rookepidemie die eerst en vooral mannen trof, en pas daarna in mindere mate de vrouwen. In Nederland, waar de rookepidemie vroeg en fors toesloeg, was het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen slechts 1,3 jaar in 1931, maar nam het door het massale roken van mannen die geboren werden tussen 1895 en 1910, enorm toe tot 6,7 jaar in Vervolgens daalde het verschil tussen mannen en vrouwen weer doordat mannen minder en vrouwen juist meer gingen roken. Het huidige (2015) verschil in levensverwachting tussen vrouwen en mannen in Nederland is 3,4 jaar. Foto: Gumdrop Sweet/Flickr 4 Dat de gemiddelde levensverwachting in de nabije toekomst de 90 zal passeren is niet onverwacht. Voor Japanse vrouwen was in 2015 de levensverwachting al 87,1 jaar. Dit is een toename van iets meer dan 2,5 jaar sinds 2000 (toen was de levensverwachting 84,5 jaar). Als we ervan uit- Nieuwe methode Nieuw aan het onderzoek in de Lancet van Kontis en zijn collega's is vooral de methode die ze gebruiken om de toekomstige sterfte te schatten. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van een gemiddelde van 21 verschillende prognosemodellen. Dit is een methode die steeds vaker wordt
5 gebruikt om bijvoorbeeld het weer te voorspellen, maar die nog niet eerder werd gebruikt bij de prognose van de levensverwachting. Totale levensverwachting en levensverwachting zonder roken, Nederland, Toch zitten aan de gehanteerde methodologie wel wat haken en ogen. De 21 verschillende modellen die vergeleken worden zijn eigenlijk helemaal niet zo enorm verschillend van elkaar en zijn allemaal geënt op hetzelfde principe van het doortrekken van de trend in de historische leeftijdsspecifieke sterftecijfers, vooral naar periode maar ook naar generatie. De onderzoekers maken bovendien gebruik van slechts één tijdsperiode van de historische data. Eerder eigen onderzoek in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek toonde voor Nederland aan dat de keuze van de historische periode die gebruikt wordt, bepalender is voor de uitkomsten van de prognose dan de keuze van het model, waarbij overigens meer uiteenlopende modellen gebruikt werden dan in het Lancet-artikel. Een nog belangrijker bezwaar is dat de prognoses op afzonderlijke populaties worden toegepast zonder er rekening mee te houden dat de trends voor bijvoorbeeld mannen en vrouwen in een land, of de trends van verschillende landen met een soortgelijk gezondheidsbeleid sterk met elkaar samenhangen. Als hier geen rekening mee wordt gehouden, kan het zijn dat op de lange termijn zeer onrealistische verschillen worden voorspeld. Het is om deze reden mogelijk dat de onderzoekers slechts schattingen tot en met 2030 weergeven. Zou je namelijk de trends voor bijvoorbeeld Zuid-Koreaanse vrouwen en Japanse vrouwen verder doortrekken, dan zou je op onrealistisch grote verschillen tussen deze twee landen uitkomen. Rond 2021 worden nog gelijke levensverwachtingen voor beide landen voorspeld, 9 jaar later is het verschil al rond de 2,5 jaar. Dit zou betekenen dat weer 9 jaar later het verschil opnieuw 2,5 jaar toegenomen is, en zo verder. Dat is geen waarschijnlijke ontwikkeling. Hetzelfde geldt voor de voorspelling van mannen en vrouwen. Hier wordt inderdaad puur op basis van het doortrekken van de trends uit het verleden een (verdere) daling voorspeld. Voor Nederland (waar zoals gezegd in de afgelopen periode een zeer sterke daling zichtbaar was van het verschil tussen mannen en vrouwen) komt men in 2030 zelfs op een erg klein verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen van circa 1,8 jaar uit; het laagste van alle 35 geïndustrialiseerde landen in hun analyse. Ten opzichte van 2015 is dit bijna een halvering, en als dit verder doorgetrokken wordt naar de toekomst dan zou er in 2045 nauwelijks meer een verschil tussen mannen en vrouwen bestaan, en in 2060 zouden Nederlandse mannen zelfs een hogere levensverwachting dan Nederlandse vrouwen hebben. Dit laatste is gezien het biologische voordeel van vrouwen ten opzichte van mannen (circa 1,5 jaar in levensverwachting) zeer onwaarschijnlijk. Wat ook meespeelt, is dat er geen rekening wordt gehouden met belangrijke factoren die de trends in het verleden hebben bepaald, en dan vooral factoren die tot belangrijke afwijkingen van de Jaren Mannen totaal Vrouwen totaal Mannen, zonder roken Vrouwen, zonder roken Bron: Stoeldraijer, Van Duin en Janssen (2013) gestage toename in levensverwachting en tot oplopende dan wel afnemende verschillen in levensverwachting tussen de geslachten gezorgd hebben, zoals de hierboven al genoemde rookepidemie. Er kleven kortom nog wel wat bezwaren aan de nieuwe methode. Begrijpen van de trends uit het verleden Wat vooral belangrijk is bij het voorspellen van sterfte in de toekomst is een goed begrip van de sterftetrends uit het verleden. De figuur toont voor ons land de ontwikkeling in de levensverwachting van 1950 tot en met 2015 (doorgetrokken lijnen). Wat naast de hogere levensverwachting voor vrouwen ten opzichte van mannen, en de algehele toename in de levensverwachting opvalt, is dat de levensverwachting voor mannen in de jaren 50 en 60 stagneerde, en voor vrouwen ook enigszins in de jaren 80 en 90. Ook toont de figuur duidelijk het eerst toenemende verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen en vervolgens de afname daarvan. Deze schommelingen bemoeilijken de voorspelling, want wat is nu de echte onderliggende trend die we als basis kunnen nemen voor het vooruitberekenen? Om dit de bepalen is inzicht in de trends uit het verleden nodig. Het blijkt dat roken voor een zeer belangrijk deel deze trends bepaald heeft. Als we alleen naar de niet aan roken gerelateerde sterfte kijken (de gestippelde lijnen in de figuur) dan zien we dat (1) de levensverwachting toeneemt ten opzichte van de totale levensverwachting, en logischerwijze vooral voor mannen, (2) de bovengenoemde stagnaties in de toename van de levensverwachting verdwijnen, en (3) de ontwikkelingen voor mannen en vrouwen nagenoeg parallel lopen, en zo n 3 jaar uiteen liggen. Doen we eenzelfde analyse voor andere Europese landen dan zien we ook daar dat de trends in niet-rookgerelateerde sterfte meer aan elkaar gelijk zijn dan voor de totale sterfte. Het is dan ook beter om deze trends in niet-rook
6 gerelateerde sterfte als basis te nemen voor een prognose. Ook dan zullen we een levensverwachting van boven de 90 jaar bereiken en zullen de verschillen in de levensverwachting tussen mannen en vrouwen op de korte termijn afnemen. Maar de uiteindelijke verschillen tussen landen en tussen mannen en vrouwen zullen dan meer realistisch zijn. Het is al met al verstandig om de verstorende invloed van de rookepidemie in de vooruitberekening te verdisconteren. Fanny Janssen, Rijksuniversiteit Groningen en NIDI, Kontis, V., J.E. Bennett, C.D. Mathers, G. Li, K. Foreman en M. Ezzati (2017), Future life expectancy in 35 industrialised countries: Projections with a Bayesian model ensemble. The Lancet, (Online first). pp Stoeldraijer, L., C. van Duin en F. Janssen (2013), Bevolkingsprognose : Model en veronderstellingen betreffende de sterfte. Bevolkingstrends, juni 2013, pp Stoeldraijer, L., C. van Duin, L.J.G. van Wissen en F. Janssen (2013), Impact on projected future life expectancy of different mortality forecasting methods and explicit assumptions: The case of the Netherlands. Demographic Research, 29 (12), pp LITERATUUR: Janssen, F. en F. van Poppel (2015), The adoption of smoking and its effect on the mortality gender gap in the Netherlands, a historical perspective. BioMed Research International, , pp AOW-ers in de aanvullende bijstand HARRY VAN DALEN De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een volksverzekering waarmee iedere ingezetene van Nederland verzekerd is van een inkomen op zijn oude dag. Om voor een volledige AOW in aanmerking te komen moet men in de vijftig jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd in Nederland gevestigd zijn geweest. Zo niet, dan wordt de AOW-uitkering gekort met 2 procent voor ieder jaar dat men in het buitenland verbleef. Immigranten komen in de regel op een volwassen leeftijd naar Nederland en hebben daarom vaak te maken met een onvolledige opbouw van hun AOW-rechten. 65-plus). Dit wordt ook wel de aanvullende bijstand genoemd. In 2015 waren er huishoudens die een aanvullend inkomen kregen. In totaal ging het om 233 miljoen euro, oftewel gemiddeld euro per huishouden. Niemand krijgt automatisch een aanvulling. Een onderzoek van de Gemeente Amsterdam laat zien dat twee derde van de AOW-ers met onvolledige opbouw een aanvulling tot het sociale minimum krijgt en een derde niet. Dit laatste kan komen doordat men, zoals veel niet-westerse allochtonen, vooral Turken en Marokkanen, in meerpersoonshuishoudens leeft, of omdat men de regeling niet kent of een aanvullend pensioen of een vermogen heeft opgebouwd. Maar men moet ook niet uitvlakken dat de AIO meer eisen stelt dan de AOW. Zo geldt er ook een vakantietoets (men mag niet langer dan 13 weken per jaar in het buitenland verkeren) en geldt vanaf 1 januari 2016 een taaleis voor een eventueel jongere (arbeidsplichtige) partner van de AOW-er. Foto: Michael Brace /Flickr 6 In Nederland bestaat sinds 2010 de regeling Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) die er voor zorgt dat ouderen die onder het sociaal minimum komen een aanvulling krijgen tot het sociaal minimum (vóór die tijd kon men een beroep doen op de Wet Werk en Bijstand In de figuur is het verloop van het aantal huishoudens weergegeven dat aanspraak maakte op een aanvullende uitkering voor ouderen, met vanaf 2016 tot 2030 de prognose van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Drie ontwikkelingen vallen op. Van 1998 tot 2011 is er een gestage stijging waar te nemen. Rond 2011 vlakt de groei in aanvullende bijstand voor ouderen af en treedt
7 Aantal huishoudens met een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AOW-gerechtigden)*, Aantal huishoudens (x 1.000) Waarneming Prognose * Tot 2010 Wet Werk en Bijstand 65-plus (WWB65+), vanaf 2010 Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO). Bron: CBS (WWB65+), SVB (AIO). er een stabilisatie op die naar verwachting zal voortduren tot ongeveer 2021, om daarna weer fors te stijgen tot De stabilisatie kan voortkomen uit het feit dat in de immigratiestroom 65 jaar geleden een cohort immigranten aanwezig was dat grotendeels in de loop van de tijd weer is teruggekeerd naar het land van oorsprong, zoals de Spaanse gastarbeiders. De aanvulling geldt immers alleen voor AOW-ers die in Nederland wonen. Een andere verklaring is dat het bijstandsbeleid strenger is geworden; dat geldt zeker voor de periode vanaf De verwachte sterke stijging in het aantal AIOhuishoudens vanaf ongeveer 2023 is vooral toe te schrijven aan AOW-gerechtigde niet-westerse immigranten (gebaseerd op de CBS-bevolkingsprognose). Dit weerspiegelt de komst van nietwesterse immigranten die waarschijnlijk niet zoals de vroegere gastarbeiders terugkeren, maar in Nederland blijven en hier oud worden. Harry van Dalen, NIDI, dalen@nidi.nl LITERATUUR: Huizer, A., L. Michon, C. Wenneker en J. Slot (2017), Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO. Amsterdam: Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek. column BASISINKOMEN: RECHTSE WOLF IN LINKSE SCHAAPSKLEREN Diverse gemeenten in Nederland willen door invoering van een voorwaardelijk basisinkomen een eind maken aan de beschamende vertoning dat langdurig werklozen honderden sollicitatiebrieven de deur uitdoen en hoogstens en dan vaak nog bij vergissing één keer voor een gesprek worden uitgenodigd. Anderen willen nog een stap verder gaan en alle burgers voorzien van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Een basisinkomen bijvoorbeeld ter hoogte van het sociaal minimum, oftewel een kleine duizend euro per maand, stelt in principe iedereen in staat zijn/haar eigen keuzes te maken om tijd te besteden aan leren, zorgen, betaald werk of vrijwilligerswerk. Dat zou de afhankelijkheid van het verrichten van loonarbeid verminderen en leiden tot gelukkiger mensen en een relaxtere samenleving waar meer ruimte is voor wat er in het leven echt toe doet. Voor- en tegenstanders zijn het er min of meer over eens dat in Nederland een basisinkomen van bijna duizend euro per maand na verrekening van allerhande besparingen al snel 100 miljard euro op jaarbasis kost. Dat vergt of een drastische inperking van de verzorgingsstaat of forse verhoging van belastingen, zoals de btw die verhoudingsgewijs zwaar drukt op lage inkomens. Vooral voor laag opgeleiden met zorgtaken zal het basisinkomen de rol overnemen van de vanuit emancipatiehoek lang bestreden aanrechtsubsidie : op korte termijn wordt het aantrekkelijk om je met je basisinkomen van de arbeidsmarkt terug te trekken, met allerlei schadelijke loopbaanconsequenties op lange termijn. Ten slotte ondermijnt een basisinkomen het streven naar integratie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Werkgevers kunnen zich immers eenvoudig verschuilen achter maar u heeft toch een basisinkomen? Hoewel de voorstanders van een basisinkomen vooral te vinden zijn aan de linkerzijde van het politieke spectrum lijkt bij de onverhoopte invoering ervan vooral rechts zich de vingers te kunnen aflikken. Joop Schippers is hoogleraar Arbeidseconomie aan de Universiteit Utrecht. 7
8 Samenwonen: vroeger en nu Tegenwoordig gaan bijna alle stellen eerst samenwonen voordat men trouwt. Een belangrijke reden waarom mensen niet direct in het huwelijksbootje stappen is omdat ze eerst willen uitproberen of ze echt bij elkaar passen. Toch was nog geen eeuw geleden ongetrouwd samenwonen zeer ongepast. DEMOS verschijnt 10 x per jaar en wil de kennis en meningsvorming over bevolkingsvraagstukken bevorderen. De opkomst van ongetrouwd samenwonen verschilt voor verschillende sociale klassen. De figuur laat per 10-jarig geboortecohort zien hoeveel mensen uit een generatie kiezen voor ongetrouwd samenwonen als eerste relatie, in plaats van direct te trouwen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen mensen met hoog-, middelbaar- en laagopgeleide ouders. Iemand heeft hoogopgeleide ouders als vader of moeder Vwo/Hbs of hoger heeft afgerond, middelbaar opgeleide ouders als één van beide ouders havo of middelbaar beroepsonderwijs heeft afgerond en laagopgeleide ouders als beide ouders lager beroepsonderwijs of lager hebben afgerond. Bij de interpretatie van sociale klassen op basis van opleidingsniveau moet men er wel op bedacht zijn dat de waarde van diploma s in de loop der tijd een andere betekenis kan hebben. Vroeger zou men duidelijk hoogopgeleid zijn als men een Hbs-diploma op zak had. Tegenwoordig zou iemand met alleen een Vwodiploma niet meer als hoogopgeleid worden omschreven. In de afgelopen eeuw is het onderwijsniveau van de gemiddelde Nederlander dan ook sterk toegenomen. Voor iedereen die geboren werd aan het begin van de vorige eeuw was ongetrouwd samenwonen eigenlijk geen optie. In die tijd gold dat men pas ging samenwonen als men was getrouwd. Minder dan 10 procent van de mensen die geboren werden voor de Tweede Wereldoorlog koos ervoor om (eerst) te gaan samenwonen. Het onderwijsniveau van de ouders had geen invloed op deze beslissing. Bij diegenen die tijdens of vlak na de Tweede Wereldoorlog werden geboren zien we een sterke kentering. Er is een sterke toename in het ongetrouwd samenwonen, maar de toename is in eerste instantie vooral sterk bij mensen met hoogopgeleide ouders. Het was vooral deze groep mensen die zich verzette tegen traditionele normen zoals het huwelijk. Zo kozen kinderen van hoogopgeleide ouders die geboren werden tussen 1951 en 1960 in bijna twee derde van de gevallen ervoor om (eerst) samen te wonen terwijl één derde van de kinderen van laagopgeleide ouders en de helft van de kinderen van middelbaar opgeleide ouders dit deden. De verschillen tussen mensen met hoog-, middelbaar- en laagopgeleide ouders nemen af voor diegenen die geboren zijn na Dit komt vooral door een sterkere toename in ongetrouwd samenwonen bij kinderen van lager opgeleide ouders. Vanaf de geboortegeneratie 1970 is de sterke groei van het ongetrouwd samenwonen voorbij. Alhoewel de verschillen afnemen, blijven kinderen met hoogopgeleide ouders er iets vaker voor kiezen om eerst ongetrouwd samen te gaan wonen dan kinderen met middelbaar- en laagopgeleide ouders. Ook onder de jongeren van vandaag zijn er dus nog steeds kleine verschillen in samenwoongedrag naar opleidingsniveau. Jarl Mooyaart, NIDI, mooyaart@nidi.nl LITERATUUR: Hiekel, N., A.C. Liefbroer en A.R. Poortman (2014), Understanding Diversity in the Meaning of Cohabitation Across Europe. European Journal of Population, 30(4), pp Feijter, H. de (1991), Voorlopers bij demografische veranderingen (NIDI-rapport nr. 22). Den Haag: NIDI. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen met bronvermelding wordt op prijs gesteld. Graag ontvangt de redactie een bewijsexemplaar. De personen op de foto s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven. colofon DEMOS Redactie Adres is een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Nico van Nimwegen, hoofdredacteur Ingrid Esveldt, eindredacteur Harry van Dalen, redacteur Peter Ekamper, (web)redacteur Fanny Janssen (RUG), redacteur Jaap Oude Mulders, redacteur NIDI/DEMOS Postbus AR s-gravenhage Telefoon (070) Internet Abonnementen Basisontwerp Druk demos@nidi.nl demos.nidi.nl / gratis Harmine Louwé Het NIDI is een instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en is geaffilieerd met de Rijksuniversiteit Groningen. Het NIDI houdt zich bezig met onderzoek naar bevolkingsvraagstukken. Ongetrouwd samenwonenden als percentage van alle eerste samenwoonrelaties per 10-jarige geboortegeneratie naar opleidingsniveau van de ouders % Geboortegeneratie Laagopgeleide ouders Middelbaaropgeleide ouders Hoogopgeleide ouders Bronnen: Onderzoek Gezinsvorming (1993, 1998, 2003, 2008); Familie Enquête Nederlandse bevolking (2003, 2009); NESTOR (1992); ESR Telepanel (1992). 8
Uit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020
Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten
Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna
Beroepsbevolking 2005
Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel
Pensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.
fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012
Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen
Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas
Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit
Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed
dem s Jaargang 8 Mei ISSN 69-47 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving inhoud Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed
Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen
Artikelen Huishoudensprognose 28 2: uitkomsten Coen van Duin en Suzanne Loozen Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 28 tot 8,3 miljoen in 239. Daarna zal het aantal
Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-073 13 december 2012 9.30 uur Potentiële beroepsbevolking blijft straks op peil dankzij 65-plussers Geen langdurige krimp potentiële beroepsbevolking
dem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud
dem s Jaargang 24 Augustus 8 ISSN 169-1473 Een uitgave van het s Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 7 inhoud 1 Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst 5
Prognose van de bevolking naar herkomst,
Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal
Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht
Sterkste groei bij werknemers
In 1994 stagneerde de ontwikkeling van de koopkracht nog. In de daarop volgende jaren nam de koopkracht echter steeds sterker toe: met 1% in 1995 tot 1,5% in 1997. De grootste stijging,,7%, deed zich voor
Wat als varianten in de VTV-2018
Wat als varianten in de VTV-2018 Colofon Dit is een achtergronddocument bij de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. RIVM 2018 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding:
Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking
Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op
Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025
Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen
Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-083 17 december 2010 9.30 uur Tempo vergrijzing loopt op Komende 5 jaar half miljoen 65-plussers erbij Babyboomers leven jaren langer dan vooroorlogse
Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Kernprognose : tijdelijk minder geboorten
Bevolkingstrends 214 Kernprognose 213 : tijdelijk minder geboorten Dit artikel verscheen eerder, op 16-12-213, als thema-artikel en webartikel op de website. Coen van Duin Lenny Stoeldraijer januari 214
Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen
Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995
Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Artikelen. Allochtonenprognose : naar 5 miljoen allochtonen
Artikelen Allochtonenprognose 28 2: naar miljoen allochtonen Joop Garssen en Coen van Duin Volgens de nieuwe allochtonenprognose zal Nederland in 2 bijna, miljoen allochtonen tellen, 1,8 miljoen meer dan
Werkloosheid 50-plussers
Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200
Samenwoonrelaties stabieler
Anouschka van der Meulen en Arie de Graaf Op 1 januari 25 telde Nederland bijna 75 duizend paren die niet-gehuwd samenwonen. Ten opzichte van 1995 is dit aantal met bijna 45 procent toegenomen. Van de
Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:
Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040: Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten De komende dertig jaar treedt in delen van Nederland, vooral in
10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan
Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.
Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen
Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal
VIJFTIG TINTEN GROEN: HOOFDLIJNEN VAN TRENDS EN VARIATIE IN DE DEMOGRAFIE VOOR DE KINDEROPVANG
VIJFTIG TINTEN GROEN: HOOFDLIJNEN VAN TRENDS EN VARIATIE IN DE DEMOGRAFIE VOOR DE KINDEROPVANG bdko, Zeist, 27 november 2014 drs. Gijs Beets (beets@nidi.nl) www.nidi.knaw.nl DEZE PRESENTATIE Wat is demografie?
De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden
De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker
Jeugdwerkloosheid Amsterdam
Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen
Op naar de honderd! Sterke toename van de kans om honderd jaar te worden. inhoud
dem s Jaargang 29 Oktober 13 ISSN 169-1473 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 9 inhoud 1 Op naar de honderd! Sterke toename van
Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose
Statistische Trends Onzekerheidsmarges rond regionale bevolkings- en huishoudensprognose In samenwerking met Coen van Duin (CBS) Andries de Jong (PBL) December 2017 CBS Statistische Trends, 1 Inhoud 1.
Zekerheden over een onzeker land
Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2
Positieve trends in (gezonde) levensverwachting
Positieve trends in (gezonde) levensverwachting 13 stijgt nog steeds in 28 78,3 jaar voor mannen en 82,3 jaar voor vrouwen Stijging levensverwachting vooral door daling sterfte op hogere leeftijden Recente
Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?
Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken
Datum 16 augustus 2018 Betreft Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Dijk (PvdA) over een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Pensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw
Meer ouderen langer werkzaam
Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen
Jongeren op de arbeidsmarkt
Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding
Vrouwen op de arbeidsmarkt
op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna
CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren
CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking
Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders
Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.
LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG
LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS
LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT
LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD
Arbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte
Huishoudensprognose 5: ontwikkelingen naar type en grootte Andries de Jong Het aantal huishoudens neemt de komende decennia fors toe, van 6,9 miljoen in naar 8, miljoen in 5. Deze groei wordt vooral bepaald
Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025
Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research
Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht
Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet
solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?
Bijdrage prof. dr. Kees Goudswaard / 49 Financiering van de AOW: solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd? Deze vraag staat centraal in de bij drage van bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid prof.
Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?
Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden
September 21 ugu Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden 21 24 Samenvatting 1. De totale bevolkingsomvang Leiden verandert tot 24 nauwelijks: schommelt tussen 116,7 en 118,4 duizend inwoners (117,5 duizend
Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland
Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O
Gemiddeld kindertal per vrouw,
Indicator 11 maart 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg het gemiddeld
Armoede en Arbeidsmarkt
2 Armoede en Arbeidsmarkt Presentatie Masterclass 4: Armoede en arbeidsmarkt op het congres Overerfbare Armoede, Emmen, 25 september 2017 Jouke van Dijk, Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Arjen
Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners
Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het
Dordrecht in de Atlas 2013
in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is
Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop
VLUGSCHRIFT Bevolkingsprognose gemeente Groningen - Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop Inleiding De omvang en samenstelling van de bevolking van de gemeente Groningen
Feiten voor koplopers
Feiten voor koplopers 1 e MBO Koplopersoverleg Amsterdam, 25-10-2011 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Feiten 2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2 miljoen)
Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017
Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse
Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen
Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht
Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders
Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er
Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland
Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970
2. Groei allochtone bevolking fors minder
2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats
Kernboodschappen Gezondheid Borne
Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed
Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof
Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners
Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten
Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren
Is de CBS-prognose van de levensverwachting te conservatief?
Is de CBS-prognose van de levensverwachting te conservatief? Joop de Beer (NIDI) Het CBS heeft de prognose van de levensverwachting voor de lange termijn onlangs omhoog bijgesteld. In de nieuwe prognose
LAAGGELETTERDHEID IN LAAK
LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT
Demografische gegevens ouderen
In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die
Kernboodschappen Gezondheid Losser
Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed
Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen
Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...
Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking
Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de
De huishoudens in Groningen worden steeds kleiner
De huishoudens in Groningen worden steeds kleiner In Nederland is een trend zichtbaar naar steeds kleinere families, ook wel de verdunning van huishoudens genoemd. Niet het aantal huishoudens neemt af,
Langer doorwerken valt nog niet mee. Of toch wel? Meningen en scenario s over werk en pensioen
Langer doorwerken valt nog niet mee. Of toch wel? Meningen en scenario s over werk en pensioen Leo van Wissen, NIDI AG jaarcongres 2 juni 2016, Amersfoort Wat ga ik vertellen? Hoe denken werknemers over
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.
VUT-fondsen kalven af
132 VUT-fondsen kalven af Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Paff Publicatiedatum CBS-website: 03-07-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer
De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders
De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen
Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal
Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop
UIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Langdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande
Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken
Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van
Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Afhankelijk van een uitkering in Nederland
Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.
8. Werken en werkloos zijn
8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,
5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd
5 augustus 2017 Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van
VUT-fondsen op weg naar het einde
Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende
Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen
Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O
Bevolkingsprognose van Amersfoort 2013-2030 Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013
Bevolkingsprognose van Amersfoort 213-23 Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 213 In april verwacht Amersfoort haar 15.ste inwoner te mogen begroeten. Ondanks de recessie in de
Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014
Gezond meedoen in Stein Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk op gezondheid
Mannen en vrouwen in Nederland
en vrouwen in Nederland Elma Wobma Ondanks de voortdurend veranderende samenstelling van de Nederlandse bevolking en huishoudens zijn vrouwen in de hoogste leeftijdsgroepen nog steeds fors oververtegenwoordigd.
Kernboodschappen Gezondheid Twenterand
Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop
Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt
: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als
maatschappijwetenschappen pilot vwo 2017-I
Opgave 1 Solidariteit in het pensioenstelsel Bij deze opgave horen tabel 1, tekst 1, figuur 1 en figuur 2. Inleiding Vanaf het moment van pensionering heeft iedereen recht op een AOW-uitkering (Algemene
Personen met een uitkering naar huishoudsituatie
Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder