13. Test (behendigheidsproef) 9

Transcriptie

1 Reglement Stelling van Amsterdam Rally 2017

2 2 1. Programma 3 2. Organisatie Definitie & Reglementering Kernteam Stelling van Amsterdam Rally Officials tijdens het evenement 3 3. Algemene bepalingen Omschrijving van de wedstrijd Omschrijving van de route Wijzigingen van of aanvullingen op het Reglement 4 4. Toe te laten auto s Bouwjaar Verzekering Meetapparatuur, telefonie Veiligheidsvoorzieningen Uitlaatgeluid Extra brandstof 4 5. Toe te laten deelnemers Equipes Klassenindeling 5 6. Inschrijving Inschrijfgeld Inschrijf- en betalingstermijn Waar voor uw geld Overmacht en annulering Vrijwaringsclausule 5 7. Documentencontrole Tijdstippen en locatie Wat wordt gecontroleerd? Rallyschild 5 8. Onderweg Verkeersregels Quiet-zones ( Q-zones ) Verkeersovertredingen Gevaarlijke situaties Aanwijzingen officials Afmelding Calamiteiten Milieu Incorrect gedrag 6 9. Verloop van het evenement Starttijden Startvolgorde Wedstrijdtijd Controlekaarten en Routeboeken Rust, tijd inhalen Routeonderbreking en Routepijlen Routecontroles Doel en Plaatsing Bemand en onbemand Herstelopdrachten Strafpunten Tijdcontroles Doel en Plaatsing Melding Vertrektijden Finish Strafpunten Regelmatigheidsproef (Expert en Sportklasse) Gemiddelde snelheid Start en Einde RP GTC Strafpunten Test (behendigheidsproef) Bogey time Start Test Finish Test Strafpunten Samenvatting van de straffen Klassering Klassement Ex-aequo Vragen stellen en neutralisaties Prijsuitreiking Tekst Vrijwaringsclausule 11 CALAMITEITENPROCEDURE 12 BIJLAGE Technisch Reglement SVAR

3 3 1. Programma 24 december 2016 Opening inschrijving. 14 mei 2017 Sluiting inschrijving (23.59 uur). Locaties Startlocatie: Apollo Hotel IJmuiden Seaport Beach (voorheen Holiday inn IJmuiden) Kennemerboulevard EG IJmuiden aan zee Lunchlocatie: Westeinder Paviljoen, Kudelstaartweg 22 Aalsmeer Finishlocatie: Villa Westend, Westlaan 41, 1991 AL Velserbroek Zaterdag 27 mei uur Aanvang documentencontrole in de startlocatie uur Instructie deelnemers Tour/Comfortklasse in de startlocatie 08:31 uur Start eerste deelnemer Sportklasse voor de ochtendetappe uur Start eerste deelnemers Expertklasse voor de ochtendetappe uur Start eerste deelnemer Tour/Comfortklasse voor de ochtendetappe uur 50 minuten lunch op de startlunchlocatie uur Start eerste deelnemer Sportklasse voor de middagetappe uur Start eerste deelnemer Expertklasse voor de middagetappe uur Start eerste deelnemers Tour/Comfortklasse voor de middagetappe uur Finish eerste deelnemer ± uur Finish laatste deelnemer ± uur Prijsuitreiking 2. Organisatie 2.1 Definitie & Reglementering De Stelling van Amsterdam Rally (kortweg: SVAR) van 27 mei 2017 wordt georganiseerd door een enthousiaste groep rallyrijders en vrijwilligers. De rally wordt verreden overeenkomstig de bepalingen van het Standaard Reglement van de NHRF, dit Reglement (incl. Bijlagen en goedgekeurd onder nummer NHRF-BR-16-05) en eventueel nog vóór of op de wedstrijddag uit te geven bulletins 2.2 Kernteam Stelling van Amsterdam Rally Ben Vermeer Frank Schaap Peter Spruijt Jürgen Donders Erwin van Westerop Rallysecretariaat tot zaterdag 27 mei 2017: Peter Spruijt, Zandbergen 22, 5242 JC Rosmalen Peter Spruijt: tel Rallysecretariaat op zaterdag 27 mei 2017: Peter Spruijt: tel Algehele leiding op zaterdag 27 mei 2017: Ben Vermeer: tel Officials tijdens het evenement Ben Vermeer algehele leiding / starttafel /prijsuitreiking Frank Schaap wedstrijdleiding / nulrijder /prijsuitreiking Peter Spruijt rallysecretariaat / nulrijder Jürgen Donders routechef / instructie / rekenkamer Erwin van Westerop webmaster / rekenkamer

4 4 3. Algemene bepalingen 3.1 Omschrijving van de wedstrijd De SVAR is een kaartleesrit voor (bij voorkeur) klassieke voertuigen, waarbij de snelheid niet bepalend is voor het klassement. Van doorslaggevend belang is het juist uitvoeren van de routeopdrachten. De SVAR telt mee voor het Nederlands Kampioenschap Historische Rally s 2017 georganiseerd door de DHRC. 3.2 Omschrijving van de route De lengte van de SVAR is ca. 260 km voor de Expert en Sportklasse en ca. 235 km voor de Tour- en Comfortklasse. De route wordt verreden aan de hand van bol-pijl en kaartleesopdrachten en voert door de provincie Noord-Holland. De rally is verdeeld in een ochtend- en een middagetappe. De Expertklasse gaat als eerste van start, dan de Sport-, de Tour en tenslotte de Comfortklasse. De Tour- en Comfortklasse krijgen vóór de start van de uitzetter van de rally een instructie hoe de rally te rijden. Tussen de etappes is er een lunch van ca. 45 minuten op de lunchlocatie. In de route is een regelmatigheidsproef (alleen voor de Expert- en Sportklasse) en een behendigheidsproef (voor alle klassen) opgenomen. 3.3 Wijzigingen van of aanvullingen op het Reglement De bepalingen van het Reglement SVAR 2017 kunnen gewijzigd worden. Elke wijziging of toevoeging zal bekend gemaakt worden via bulletins, die integraal onderdeel uitmaken van het Reglement SVAR Deze bulletins worden opgehangen in de startlocatie. 4. Toe te laten auto s 4.1 Bouwjaar In de Expert- Sport- en Tourklasse worden uitsluitend NETTE personenauto s toegelaten die vóór gebouwd zijn, in de Comfortklasse zijn personenauto s (bij voorkeur bijzondere auto s, cabriolets of coupé s) van een later bouwjaar toegestaan. De auto moet voldoen aan de wettelijke bepalingen van het land van registratie. Voorts moet de auto sneller kunnen en mogen rijden dan 70 km/uur. Er vindt geen technische keuring plaats, maar de organisatie behoudt zich het recht voor een auto te weigeren die: Niet conform dit artikel is; Te moderne aanpassingen heeft ondergaan (een en ander ter beoordeling van de organisatie); Nog in restauratie is en/of duidelijk zichtbare sporen van schade/slijtage vertoont. Teveel geluid produceert 4.2 Verzekering Tijdens de SVAR dient uw auto WAM verzekerd te zijn en dient u zelf na te gaan of het rijden van een zogenoemde regelmatigheidsrit door uw verzekeringsmaatschappij gedekt wordt. 4.3 Meetapparatuur, telefonie Er mag gebruik worden gemaakt van zowel mechanische als elektronische meetapparatuur, evenals van digitale stopwatches, horloges en een kompas (niet GPS gestuurd). Het gebruik van een computer of GPS navigatiesysteem tijdens de rit is niet toegestaan. Het gebruik van een mobiele telefoon tijdens de rit is niet toegestaan, behalve in geval van een calamiteit. Geconstateerde overtredingen worden bestraft met uitsluiting. 4.4 Veiligheidsvoorzieningen In alle deelnemende auto s dienen de navolgende veiligheidsvoorzieningen aanwezig te zijn: EHBO- of verbandtrommel met deugdelijke inhoud; Sleepkabel; Deugdelijke brandblusser met minimaal 2 kg inhoud; Een vloeistofdicht zeil (minimaal 2 x 4 meter) of een vloeistofopvangbak tegen vloeistoflekkage, te gebruiken op het parkeerterrein voor de start, tijdens de lunch en na de finish (geldt voor auto s met een bouwjaar van vóór ). 4.5 Uitlaatgeluid Het uitlaatgeluid mag op geen enkel moment gedurende het evenement overmatig zijn; de beoordeling kan in principe geschieden op gehoor gedurende het evenement en kan door iedere official beoordeeld worden. 4.6 Extra brandstof Het meevoeren van extra brandstof in bijvoorbeeld jerrycans in de wedstrijdauto is toegestaan tot maximaal 10 liter. Uit veiligheidsoverwegingen mag deze extra brandstof zich NIET bevinden in het interieur van de auto.

5 5 5. Toe te laten deelnemers 5.1 Equipes Alleen equipes die uit twee personen bestaan worden tot de start toegelaten. De twee leden van de equipe worden aangeduid als bestuurder en navigator. Beide leden van de equipe mogen tijdens het evenement de auto besturen, mits zij in het bezit zijn van een geldig rijbewijs. Tijdens het evenement dient de equipe te bestaan uit de ingeschreven equipeleden. 5.2 Klassenindeling Equipes kunnen inschrijven in de Expert- of Sportklasse (ervaren deelnemers), Tourklasse (deelnemers met enige ervaring) of Comfortklasse (instapklasse voor deelnemers zonder ervaring en deelnemers met een personenauto van na ). De organisator behoudt zich het recht voor om al te bescheiden deelnemers in een hogere klasse te plaatsen. Het maximum aantal deelnemende equipes is vastgesteld op Inschrijving 6.1 Inschrijfgeld Het inschrijfgeld is vastgesteld op 225 per equipe. Inschrijven kan uitsluitend via de website van de rally ( Het inschrijfgeld dient overgemaakt te worden op IBAN NL43RABO ten name van Ben Huur BV onder vermelding van SVAR en de equipenaam. 6.2 Inschrijf- en betalingstermijn Uiterste inschrijf- en betaaldatum is 10 mei Waar voor uw geld In het inschrijfgeld is begrepen: ontvangst met koffie/thee en wat lekkers, goodiebag met inhoud, 2 rallyschilden, 2 routeboeken, een lunchbuffet, een borrelgarnituur en drankjes na afloop, een schriftelijke uitleg, een goedgevulde prijzentafel en een uitgebreid BBQ buffet na de prijsuitreiking. 6.4 Overmacht en annulering Indien de SVAR door overmacht niet plaatsvindt, b.v. door vogelgriep, dan wordt 50 % van het inschrijfgeld terugbetaald. Het inschrijfgeld wordt voor 100% terugbetaald aan equipes die niet worden geaccepteerd. Bij annulering voor of op 10 mei 2017 wordt 25 administratiekosten in rekening gebracht, bij annulering na 10 mei 2017 vindt geen terugbetaling van het inschrijfgeld meer plaats. 6.5 Vrijwaringsclausule Beide leden van de equipe zijn, op straffe van niet starten, verplicht voor de start de vrijwaringsclausule te ondertekenen, waarvan de tekst is opgenomen in art. 17 van dit Reglement. 7. Documentencontrole 7.1 Tijdstippen en locatie Vanaf zaterdagochtend 27 mei 2017 om 7.30 uur is de documentencontrole geopend op de startlocatie in IJmuiden. Elke equipe dient zich daar minimaal 45 minuten voor de geplande starttijd zoals vermeld in de startlijst op te melden. De definitieve startlijst wordt op 20 mei 2017 op de website gepubliceerd. 7.2 Wat wordt gecontroleerd? Betaling van het inschrijfgeld (moet door de organisatie ontvangen zijn, zie voor de uiterste betaaldatum art. 6.2) Ondertekening van de vrijwaringsclausule (zie artikel 6.5 en Bijlage 3) Het niet betaald hebben of het niet ondertekenen van de vrijwaringsclausule zal leiden tot het niet toelaten tot de start van de rally. 7.3 Rallyschild Bij de documentencontrole wordt per equipe een startpakket uitgereikt, waarin zich onder meer de rallyschilden zich bevinden. De rallyschilden dienen voor de start op een zichtbare plaats op de voor en achterzijde van de auto te zijn aangebracht.

6 6 8. Onderweg 8.1 Verkeersregels Deelnemers dienen zich strikt aan de verkeersregels te houden en zich zodanig te gedragen dat de historische rallysport en het evenement niet in diskrediet gebracht worden en andere deelnemers geen hinder van hen ondervinden. Deelnemers dienen te allen tijde andere voertuigen, die willen passeren, ruimte te verlenen. Voor alle duidelijkheid: u bent geen Bestemmingsverkeer. 8.2 Quiet-zones ( Q-zones ) In zogenoemde Q-zones dient u extra aandacht te besteden aan uw rijgedrag om geen overlast te veroorzaken voor omwonenden en andere weggebruikers. De maximum snelheid in een Q-zone bedraagt 30 km/uur. Een Q-zone is op de kaart herkenbaar aan de aanduiding Q-zone. Verder geldt dat tijdens de gehele rally elke onverharde weg als Q-zone aangemerkt wordt. Uw snelheid zal s ochtends en s middags gecontroleerd worden! 8.3 Verkeersovertredingen De officials van het evenement hebben (mede) tot taak op het verkeersgedrag van de equipes toe te zien. Gedurende de rally kunnen specifieke verkeerscontroles gehouden worden. Bestraffing Snelheidsovertreding: Gedurende het gehele evenement moeten de equipes zich strikt houden aan de maximum toegestane snelheid. De SVAR heeft de beschikking over een laserpistool waarmee ze tijdens het evenement één of meer controles uitvoert. Elke equipe die de maximum toegestane snelheid met meer dan 10% overschrijdt, zal worden bestraft met het kwadraat van het aantal te hard gereden kilometers, waarbij de eerste 10% boven de toegestane maximumsnelheid niet wordt meegerekend. Voorbeeld, maximum toegestane snelheid is 30 km/uur: 40 km/uur gereden betekent (40-33)2 = 49 strafpunten 50 km/uur gereden betekent (50-33)2 = 289 strafpunten 60 km/uur gereden betekent (60-33)2 = 729 strafpunten Andere verkeersovertreding: 50 strafpunten 8.4 Gevaarlijke situaties Specifieke, gevaarlijke verkeerssituaties kunnen op de kaartfragmenten als zodanig zijn aangeduid met een uitroepteken. Tevens kunnen in het veld hiervoor als waarschuwing rode vlaggen zijn geplaatst. 8.5 Aanwijzingen officials Equipes zijn verplicht aanwijzingen en/of instructies van als zodanig herkenbare officials op te volgen. Overtreding kan een straf tot en met uitsluiting tot gevolg hebben, één en ander ter beoordeling van de wedstrijdleiding. 8.6 Afmelding Indien u de rally staakt (om wat voor reden dan ook), laat dit dan zo spoedig mogelijk weten aan het rallysecretariaat (Peter Spruijt: tel ). 8.7 Milieu Het is de equipes verboden om afval achter te laten; eventueel gemorste vloeistoffen dienen te worden opgeruimd. In geval van nalatigheid zullen opruimkosten op de equipe verhaald worden. 8.8 Incorrect gedrag Elk incorrect, frauduleus of onsportief gedrag van de equipe, van leden van de equipe of van personen voor wie zij verantwoordelijk zijn, zal worden beoordeeld door de wedstrijdleiding. Er kunnen straffen tot en met uitsluiting opgelegd worden. 9. Verloop van het evenement 9.1 Starttijden De starttijd van elk equipe staat in de startlijst, die op beschikbaar is vanaf 20 mei Een afdruk van de startlijst met starttijden hangt op de start- en lunchlocatie.

7 7 9.2 Startvolgorde Klasse Start ochtend vanaf Rijtijd ochtendetappe Start middag vanaf Rijtijd middagetappe Expertklasse uur ca. 210 minuten uur ca. 210 minuten Sportklasse uur ca. 210 minuten uur ca. 210 minuten Tourklasse uur ca. 210 minuten uur ca. 145 minuten Comfortklasse uur ca. 210 minuten uur ca. 145 minuten Bovenstaande tijden zijn slechts een indicatie, de werkelijke starttijden worden 20 mei 2017 gepubliceerd in de startlijst. Equipes dienen zich 5 minuten vóór hun starttijd te melden bij de starttafel van de etappe. Elke equipe die zich meer dan 30 minuten later meldt dan haar officiële starttijd wordt niet toegelaten tot de start, tenzij naar het oordeel van de wedstrijdleiding overmacht kan worden aangetoond. 9.3 Wedstrijdtijd Gedurende de rally geldt de tijd van KPN (tel.: , de zgn. atoomtijd) als wedstrijdtijd. 9.4 Controlekaarten en Routeboeken Elke equipe krijgt bij de start van een etappe een controlekaart en een routeboek uitgereikt op haar starttijd. Controleer direct of het startnummer op de controlekaart juist is en of het routeboek van de juiste etappe en de juiste klasse is en of het compleet is. Verhaal achteraf is niet mogelijk. Het invullen van de controlekaart dient te worden gedaan met een blauw- of zwartschrijvende balpen. Het invullen met bijvoorbeeld potlood of ander uitwisbaar materiaal is NIET toegestaan. Overtreding wordt bestraft met uitsluiting. Elke op de controlekaart aangebrachte correctie zal resulteren in 30 strafpunten, tenzij zo n correctie is geparafeerd door een daartoe bevoegde official. 9.5 Rust, tijd inhalen Tussen de ochtend- en middagetappe is de lunchpauze in de startlocatie in Heerhugowaard. De starttijd na de lunch staat vast, dus eventueel opgelopen tijdverlies in de ochtendetappe gaat af van de lunchtijd. 9.6 Routeonderbreking en Routepijlen De organisatie kan in geval van een onvoorziene wegversperring een deel van de route omleiden door middel van horizontale of met de punt omhoog wijzende routepijlen (zie voorbeeld hiernaast). De omleiding wordt afgesloten met 2 naast of boven elkaar geplaatste pijlen. Vanaf dat punt dient u de voorgenomen route te vervolgen, dus vanaf dat punt niet (verder) omrijden. Tijdens het rijden van de omleiding dient u routecontroles die u passeert gewoon te noteren. Bij onvoorziene wegversperringen die niet door de organisatie zijn waargenomen, bijvoorbeeld bij een ongeval, dient u zelf een (vrije) route naar een punt zo dicht mogelijk na de wegversperring te rijden om daar de voorgenomen (omrij)route te vervolgen. Tijdens het rijden van deze vrije route dient u routecontroles die u passeert te negeren (dus niet noteren!). Een met de punt naar beneden wijzende pijl aan het begin van een weg heeft dezelfde functie als een verkeersbord aanduidende gesloten voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen. De weg mag van die zijde dus niet worden ingereden. In de route van de Expert- en Sportklasse komen bij de organisatie bekende routeonderbrekingen voor. In zo n geval dient de deelnemer te handelen volgens art. 3 van Bijlage 1. In de route van de Tour- en Comfortklasse komen zulke routeonderbrekingen niet voor. 10. Routecontroles 10.1 Doel en Plaatsing Om te controleren of de equipes de juiste route volgen zijn langs de route routecontroles opgesteld. Routecontroles (RC s) staan in principe rechts van de route, maar soms zijn ze links van de route geplaatst. Dat is dan gedaan om het zicht erop weg te nemen voor deelnemers die een nabijgelegen (foute) route rijden. Duidelijk achterwaartse RC s, bedoeld om aan te doen als men van de andere kant nadert, dienen te worden genegeerd.

8 Bemand en onbemand RC s kunnen in 3 verschillende vormen voorkomen: als zelfschrijver, als zelfstempelaar of als bemande controle. Zelfschrijvers zijn herkenbaar aan een oranje bord met een zwarte letter of een zwart getal. Zelfstempelaars zijn herkenbaar aan een oranje bord met daarop de afbeelding van een stempel. Aan de staander van de zelfstempelaar is een stempel bevestigd. Iedere equipe dient zelf over een goed werkend stempelkussen te beschikken. Bemande routecontroles zijn ook herkenbaar aan een oranje bord met daarop een afbeelding van een stempel. De letter of het getal van een zelfschrijver of de stempelafdruk van een zelfstempelaar dient door de equipe zelf in het eerstvolgende vrije vakje van de controlekaart aangebracht te worden. Bij een bemande controle wordt e.e.a. verzorgd door de official waaraan de controlekaart overhandigd is Herstelopdrachten Herstelopdrachten bij een routecontrole dienen met voorrang op de opdracht waarmee men bezig is te worden uitgevoerd. De opdrachten zijn (meestal) in code vermeld. Hieronder treft u de mogelijke herstelcodes aan, waarbij in plaats van de vermelde cijfers elk ander getal en in plaats van de R (rechts) ook een L (links) kan voorkomen. Een herstelopdracht kan worden voorafgegaan door een klasseaanduiding ( E, S, T en/of C ), wat inhoudt dat de herstelopdracht alleen voor de betreffende klasse(n) geldt. HK = hier keren 1R = eerste weg rechts ER = einde weg rechts VR = voorrangskruising rechts XR = viersprong rechts DMP.. = niet (verder) omrijden, doorgaan met pijl/punt/bol-pijlsituatie.. (nummer) DMG = niet (verder) omrijden, doorgaan met de grensbenaderingsroute DMIL = niet (verder) omrijden, doorgaan met de ingetekende lijn NVO = niet (verder) omrijden, oorspronkelijk geconstrueerde route ter plaatse hervatten 25 = construeer vanaf dat punt de kortste route naar pijl of punt 25 NVH = Niet verder herconstrueren en vanaf daar reglementair de route naar de volgende punt of pijl construeren Strafpunten Er kunnen ook foutcontroles geplaatst zijn. Bovendien kunnen door verschil in routeopdrachten tussen de verschillende klassen, routecontroles buiten uw juiste route staan opgesteld. Het missen van een RC die langs de juiste route staat opgesteld en het noteren van een RC die niet langs de juiste route staat opgesteld wordt bestraft met 30 strafpunten. 11. Tijdcontroles 11.1 Doel en Plaatsing Om te controleren of de equipes de route met de voorgeschreven gemiddelde snelheid rijden zijn langs de route bemande tijdcontroles opgesteld. Een TC in het veld bevindt zich rechts van de route. Een TC kan zich ook in een gebouw bevinden (bijv. bij de start-, lunch- en finishlocatie). Een TC is herkenbaar aan een rood bord met een klok. De routegedeelten tussen de TC s worden trajecten genoemd Melding Bij een TC noteert de official het tijdstip waarop de controlekaart is overhandigd in uren en minuten op de controlekaart in de kolom WPT (werkelijke passeertijd) en plaatst hij/zij een stempel op de controlekaart. Melden bij de TC is strafpuntloos tijdens de lopende minuut van de ideale passeertijd, die op de controlekaart is voorgedrukt in de kolom IPT. Bij de laatste TC van een etappe (een zgn. TC-IN) mag men zich ongestraft te vroeg melden. Bij alle andere TC s wordt later én vroeger melden dan de IPT (+ evt. bij eerdere TC s opgelopen tijdachterstand) bestraft. Dat houdt in dat tijdstrafpunten voor te laat komen niet cumuleren: als men bijv. TC-5 12 minuten na de IPT aandoet en men TC-4 6 minuten na de IPT heeft aangedaan, dan worden er niet 12 maar 6 strafpunten (bij)verdiend bij TC-5. Zie verder het voorbeeld in art Vertrektijden De ideale vertrektijd bij de start en na de lunch staan vast (zie schema in art. 9.2). Een eventueel opgelopen tijdachterstand in de ochtendetappe wordt dus NIET meegenomen naar de middagetappe, u wordt geacht voor de middagetappe op uw IPT van start te gaan.

9 Finish Bij de laatste TC van de middagetappe dient u zich niet meer dan 30 minuten na uw IPT te melden, anders wordt u NIET GEKLASSEERD! Dreigt u in tijdnood te raken dan kunt u beter een stuk van de route afsnijden om dit te voorkomen Strafpunten Het missen van een TC (meer dan 15 minuten te vroeg, meer dan 30 minuten te laat of in het geheel niet aandoen) wordt bestraft met 30 strafpunten. Te vroeg of te laat melden bij een tijdcontrole wordt bestraft met 1 strafpunt per minuut afwijking van de IPT (evt. verminderd met de opgelopen achterstand bij de vorige niet gemiste TC). Voorbeeld: TC IPT WPT Afwijking Strafpunten Wat te doen bij de volgende TC? TC op tijd vertrokken - op IPT melden TC minuut te vroeg 1 op IPT melden TC minuten te laat 6 6 minuten na IPT melden TC minuten te laat - 6 minuten na IPT melden TC minuten te laat minuten na IPT melden TC minuten te laat 30 TC gemist; 18 minuten na IPT melden TC minuten te laat 5 23 minuten na IPT melden TC minuten te laat 3 26 minuten na IPT melden TC minuten te laat 4 max. 22 minuten na IPT melden bij TC-10 TC minuten te laat 12. Regelmatigheidsproef (alleen Expert- en Sportklasse) 12.1 Gemiddelde snelheid Tijdens een regelmatigheidsproef (RP) moet de equipe zo exact mogelijk met een vastgestelde gemiddelde snelheid rijden. De ideale tijd over de RP wordt bepaald door de tijd benodigd voor de afgelegde afstand bij de aangegeven gemiddelde snelheid Start en Einde RP Het startpunt van een RP is in de routeopdracht en/of in het veld aangegeven door een geel bord met een witte vlag. De start van een RP is óf bemand (u wordt dan weggestart voor de RP), óf een zogenoemde zelfstart, waarbij in het routeboek staat aangegeven op welk tijdstip u geacht wordt daar van start te gaan (bijv. 8 minuten na de WPT van TC- 2). Bij zo n zelfstart wordt u geacht op de hele minuut (uu:mm:00) van start te gaan. Het einde van de RP is herkenbaar aan een geel bord met zwarte strepen GTC Ergens in een RP wordt uw passeertijd opgenomen door een Geheime Tijd Controle (GTC). Verderop passeert u een bemande routecontrole (herkenbaar aan een geel bord met een klok) die uw passeertijd bij de GTC in uren, minuten en seconden op uw controlekaart noteert. Er staat geen GTC opgesteld binnen 2 km na de start van de RP, een beweegbare brug, een spoorwegovergang of een verkeerslicht. Bovendien staan GTC s nooit opgesteld langs grote doorgaande routes Strafpunten Per seconde afwijking van de ideale passeertijd wordt 1 strafpunt toegekend. Het missen van de GTC (meer dan 1 minuut te vroeg of te laat aandoen of het in het geheel niet aandoen van de GTC) wordt bestraft met 60 strafpunten. 13. Test (behendigheidsproef) 13.1 Bogey time Een test (of behendigheidsproef) wordt verreden volgens een in het routeboek opgenomen plattegrond of schets, waarop de te volgen route staat aangegeven. Doel is de te volgen route te rijden en binnen de ideale rijtijd (bogey time) af te leggen.

10 Start Test Een test start bij een bemande controle op een in het routeboek aangegeven punt. Een official noteert de starttijd op de controlekaart, waarna de deelnemer wordt afgeteld en exact op de starttijd wordt gestart. De start hoeft niet op de hele minuut plaats te vinden. De startofficial kan besluiten om met een korter interval te starten Finish Test De finish van een test is een zogenaamde stop á cheval, die staat aangegeven in het routeboek en langs de route is aangegeven door nevenstaand rood bord met de tekst STOP. Het STOP-bord staat ter hoogte van de 2 pylonen waartussen men dient te finishen. De tijd wordt geklokt op het moment dat de auto stilstaat, waarbij de voorwielen voorbij en de achterwielen vóór de (denkbeeldige) lijn tussen de 2 pylonen moeten staan. Na de stop á cheval rijdt u rustig naar de bemande tijdcontrole die de geklokte tijd op uw controlekaart noteert Strafpunten Indien de rijtijd van de equipe gelijk minder is dan de bogey time, dan worden geen strafpunten toegekend. Is de rijtijd meer dan de bogey time, dan wordt dit bestraft met 1 strafpunt per seconde tijdsoverschrijding. Het raken van pylonen die de route markeren wordt bestraft met 20 strafpunten per pylon. Het rijden van een fout parcours wordt bestraft met 50 strafpunten. De maximale bestraffing op een test is 50 strafpunten (inclusief raken pylonen, fout parcours en/of tijdsoverschrijding). 14. Samenvatting van de straffen Artikel Reden Straf 4.3 ongeoorloofd gebruik mobiele telefoon en/of GPS uitsluiting 4.3 computer of navigatiesysteem in de auto uitsluiting 5.1 niet (langer) met originele equipe-bezetting rijden uitsluiting 6.5 vrijwaringsclausule niet ondertekend niet starten 7.2 documentencontrole niet OK niet starten 8.3 verkeersovertredingen zie tabel art incorrect c.q. onsportief gedrag of frauderen max. uitsluiting 9.4 niet invullen controlekaart met blauw- of zwartschrijvende balpen uitsluiting 9.4 ongeparafeerde correctie in de controlekaart 30 strafpunten per geval 10.4 missen RC langs goede route, noteren RC langs foute route 30 strafpunten 11.2 te vroeg bij de laatste TC van een etappe (TC-IN) géén strafpunten 11.4 missen van de laatste TC (finish) niet-klassering 11.5 missen van een andere TC (> 15 min. te vroeg / > 30 min. te laat) 30 strafpunten 11.5 te vroeg of te laat bij een TC 1 strafpunt per minuut 12.4 te vroeg of te laat bij de GTC 1 strafpunt per seconde 12.4 missen van de GTC (meer dan 1 minuut afwijking) 60 strafpunten 13.4 te late passage bij de stop á cheval (finish Test) 1 strafpunt per seconde 13.4 het raken van pylonen tijdens de Test 20 strafpunten 13.4 fout parcours rijden/maximale straf tijdens de Test 50 strafpunten 15. Klassering 15.1 Klassement Per klasse wordt een klassement opgemaakt aan de hand van het totale aantal opgelopen strafpunten. De equipe met het laagste totaal aantal strafpunten wordt tot winnaar van de betreffende klasse uitgeroepen. De naast hogere als tweede, enz. Algeheel winnaar van de SVAR 2017 is de winnende equipe in de Expertklasse Ex-aequo In geval van gelijk eindigen (ex-aequo) wint de equipe die bij de test(s) de minste strafpunten heeft behaald. Geeft dat geen uitsluitsel, dan is de leeftijd van de auto doorslaggevend: de oudste auto wordt dan het hoogst geklasseerd.

11 15.3 Vragen stellen en neutralisaties In de schriftelijke uitleg die na het aandoen van de finish wordt uitgereikt bevinden zich moederkaarten. De moederkaarten die op de officiële publicatieborden worden opgehangen als de finish gesloten is zijn echter bindend. Routetechnische vragen kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend tot maximaal 30 minuten na het sluiten van de finish. Het tijdstip van het sluiten van de finish wordt bekendgemaakt op de officiële publicatieborden. Rekentechnische vragen kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend tot maximaal 15 minuten na het publiceren van de voorlopige eindstand. Na het verstrijken van de 15 minuten en het eventueel verwerken van rekenfouten wordt de officiële eindstand bekendgemaakt. Voor beide type vragen zijn formulieren te verkrijgen bij RC-IN op de finishlocatie. Daar dienen de vragenformulieren ook ingeleverd te worden en kunnen beantwoorde vragen opgehaald worden. Neutralisatie van controles zal worden aangegeven op de moederkaarten die op het officiële publicatiebord zijn opgehangen Prijsuitreiking In Villa Westend zal ca. 60 minuten na het sluiten van de finish de prijsuitreiking plaatsvinden. In elke klasse zijn voor de 3 hoogst geklasseerde equipes fraaie prijzen beschikbaar. De wisselbeker is voor de winnaar in de expertklasse van de SVAR De hoogst geklasseerde damesequipe wint de Coupe des Dames en voor de meest bijzondere auto is er de Trofeo di Automobile. 17. Tekst Vrijwaringsclausule a. Definities SVAR: het evenement bestaande uit een met een motorrijtuig over openbare wegen af te leggen route, welke wordt verreden volgens een aan de deelnemers te verstrekken routebeschrijving en het bijbehorende reglement. Deelnemer: ieder lid van een equipe bestaande uit een bestuurder en een navigator die samen de bemanning vormen van het motorrijtuig waarmee zij aan de SVAR deelnemen. De organisatie: leden van de SVAR-organisatie, de wedstrijdleiding en de door de SVAR-organisatie aangestelde officials en marshals alsmede degenen die door de SVAR-organisatie ter ondersteuning zijn gerecruteerd/toegevoegd. Sponsoren: ondernemers die financiële steun of ondersteuning in natura verlenen aan de SVAR. b. Verklaring Deelnemers moeten voor aanvang van het evenement de volgende verklaring ondertekenen: De deelnemer is zich bewust van het feit dat deelname aan de SVAR zowel voor de deelnemer als voor derden het risico meebrengt van zaakschade en personenschade (letselschade), gevolgschade daaronder begrepen. De deelnemer neemt deze risico s uitdrukkelijk voor zijn rekening. De deelnemer heeft het Standaard Reglement van de NHRF, het Reglement van de SVAR 2017 en/of de uitgegeven bulletins van dit evenement gelezen en verklaart deze te zullen naleven. De organisatie, sponsoren, bestuursleden van de organiserende stichting en de NHRF aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor welke schade dan ook ongeacht waaruit die schade bestaat en hoe die is ontstaan - die een deelnemer in verband met deelname aan de SVAR lijdt dan wel aan derden of andere deelnemers veroorzaakt. De deelnemer verklaart dat hij de organisatie, de NHRF en de sponsoren niet aansprakelijk zal stellen of houden en hen zal vrijwaren voor enige door hem geleden schade, materieel of immaterieel, letselschade hieronder begrepen. Bovendien verklaart de deelnemer dat tijdens het evenement het motorrijtuig waarmee aan de SVAR wordt deelgenomen tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid verzekerd is conform de vereisten zoals vastgelegd in de Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen (WAM) en dat de hiervoor berekende premie tijdig is betaald. Het is de deelnemer bekend dat assuradeuren deelname aan regelmatigheidsritten mogelijk uit kunnen sluiten maar dat de deelnemer, indien dit voor hem of haar van toepassing is, tevens verklaart hiervoor een aanvullende secundaire verzekering te hebben afgesloten die de Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen (WAM) ook tijdens het evenement volledig dekt. Indien het motorrijtuig in Nederland is geregistreerd dient deze, indien van toepassing, over een geldige APK-keuring te beschikken, of een daarmee gelijk te stellen keuring als het motorrijtuig in het buitenland is geregistreerd en voorts dat degene die de auto bestuurt beschikt over een in Nederland geldig rijbewijs. Tevens verklaart de deelnemer lichamelijk en geestelijk gezond te zijn om aan het evenement deel te nemen en dat deze bekwaam is om dit te doen. De deelnemer erkent de aard van het evenement en het mogelijke risico, inherent aan een gemotoriseerde sport, en verklaart dit risico te accepteren.

12 12 CALAMITEITENPROCEDURE 1. Wat is een calamiteit? Er is sprake van een calamiteit wanneer: 1. de wedstrijdleiding besluit dat er sprake is van een calamiteit of; 2. er sprake is van een ongeval waarbij een deelnemer en/of official betrokken is en waarbij meer dan alleen sprake is van blikschade ; Zodra er sprake is van een calamiteit dient zoveel mogelijk volgens deze calamiteitenprocedure te worden gehandeld om de berichtgeving en de afhandeling hiervan zoveel mogelijk gestroomlijnd te laten verlopen. 2. Alarmering binnen de organisatie De eerste inschatting van de ernst van een dergelijk incident ligt in de regel bij de official, een deelnemer, of zo er officiële hulpdiensten zijn, bij de politie, brandweer of ambulancepersoneel. Wordt een calamiteit geconstateerd dan wordt direct contact opgenomen met het: CALAMITEITENTEAM: Ben Vermeer, telefoon of Frank Schaap, Opsomming activiteiten 1. Hieronder staat een opsomming van de (eerste) activiteiten die de verschillende betrokkenen kunnen of moeten ondernemen. 2. Denk om je eigen veiligheid (en die van anderen). 3. Is al gebeld? Als elke seconde telt, bel dan direct In vrijwel alle landen van West Europa wordt dit zelfde nummer voor alarmdiensten gebruikt. In het buitenland hoeft u dus niet eerst het landnummer in te toetsen. 4. Alarmeer zo snel mogelijk de eerst bereikbare functionaris van het calamiteitenteam (zoals vermeld in de telefoonlijst). * 5. Geef kort en bondig, doch zo volledig mogelijk informatie. 6. Beschrijf wat er is gebeurd: 1. Wie (namen van de betreffende equipe, eventueel wedstrijdnummer, of en hoeveel deelnemers en / of overige weggebruikers gewond zijn); 2. Wat (of een persoon bekneld is in of buiten de auto, brandende auto, auto te water, en dergelijke); 3. Waar (straatnaam, wegnummer, de dichtstbijzijnde bol-pijl of wegsituatie, dichtstbijzijnde hectometerpaaltje en dergelijke) 4. Wanneer. 7. Beschrijf wat je hebt gedaan en overleg wat nog gedaan moet worden en door wie. 8. Zorg ervoor dat je bereikbaar bent en blijft en geef aan hoe (mobiele telefoon)! 9. Betracht absolute discipline; onnodige en/of emotionele berichtgevingen leiden eerder tot paniek, terwijl zakelijkheid geboden is. 10. Informatie over calamiteiten dient alleen verstrekt te worden aan het calamiteitenteam en aan externe hulpdiensten (verstrekt nooit informatie aan derden, pers en publiek, hiervoor zorgt het calamiteitenteam). 11. Beveilig eventueel de plaats van het ongeval (ten behoeve van de overige deelnemers en overige verkeersdeelnemers). 12. Verleen indien dit mogelijk is eerste hulp (verplaats het slachtoffer nooit, tenzij dit strikt noodzakelijk is) 13. Houdt eventueel het publiek op veilige afstand. Ondersteun waar mogelijk artsen en hulpdiensten (een official is ondergeschikt aan de politie, brandweer en / of ambulance (GGD). 14. Volg altijd de instructies van hulpverleners op. 15. Noteer informatie (namen, tijden, naar welk ziekenhuis, etc.) van slachtoffers en van aanwezige politie. 16. Informeer de wedstrijdleiding over de voortgang van externe hulpdiensten. * Is er bij het ongeval geen bereik met de mobiele telefoon, dan meldt men dit aan de eerstvolgende deelnemer met het verzoek door te rijden naar de eerstvolgende tijdcontrole of een locatie waar hij of zij wel bereik heeft. Hij of zij meldt al hetgeen hierboven staat beschreven. Hij of zij moet daarna niet vergeten terug te rapporteren naar de hulpverleners op de plaats van het ongeval dat er professionele hulp onderweg is, zodat de hulpverleners de slachtoffers gerust kunnen stellen. 4. Veiligheidsregels 1. Blijf kalm en beheerst, ook in je berichtgeving. 2. Geef je informatie kort, bondig en zakelijk door: wie wat waar en wanneer. 3. Neem in verband met je eigen veiligheid nooit risico s. 4. Indien het calamiteitenteam u opdraagt extra (veiligheids)maatregelen in acht te nemen, doe dit dan onmiddellijk.

13 13 Bijlage 1 - Technisch Reglement SVAR Bol-Pijl a. Het bol-pijl systeem wordt sinds jaar en dag gebruikt in rally s. Het is de bedoeling dat u aangekomen op de wegsituatie die hoort bij de afstand (vet aangegeven in km en cursief in mijlen) de langste route rijdt van de bol naar de pijl. Daarbij geldt dat de wegen van een bol-pijlsituatie slechts eenmaal bereden mogen worden. b. Verharde wegen zijn in de bol-pijlsituaties aangegeven als ononderbroken lijnen, onverharde wegen als onderbroken lijnen (stippellijnen). c. De situaties zijn niet op schaal getekend en gestileerd weergegeven (wat wil zeggen dat het schuin of bochtig lopen van wegen niet exact zo getekend hoeft te zijn). d. In de schetsjes kunnen verkeerslichten, verkeersborden, bruggen, viaducten e.d. zijn aangegeven, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. e. Eigen wegen en inritten naar huizen, bedrijven, boerderijen en weilanden, zichtbaar doodlopende wegen, wegen die verboden zijn in te rijden en wegen die zijn voorzien van een verkeersbord aanduidende doodlopende weg mogen niet worden bereden. f. In de situatieschetsen zijn alle wegen die op de situatie uitkomen getekend. Wegen die niet bereden mogen worden hoeven niet in de schets te zijn opgenomen. Is dat ter oriëntatie toch het geval, dan is zo n weg in de situatieschets voorzien van een blokkeringssymbool (blokje). g. Zolang u een bol-pijlopdracht nog niet kunt uitvoeren volgt u de doorgaande weg. Voorbeeld bol-pijl: U gaat vanaf de parkeerplaats gedwongen rechts (en zet de (dag)teller op 0!). Opdracht 2 voert u uit door na 200 meter (de afstanden zijn uitgedrukt in km, vandaar 0,2) bij verkeerslichten een viersprong over te steken (en rijdt daardoor de Stellingweg in). Weer 700 meter verder (in totaal dus na 900 meter) gaat u op de viersprong/voorrangskruising naar rechts (dat is een langere route dan de route over de onverharde weg binnendoor) in de richting van Amsterdam. NB: De kilometerteller van de uitzetter is vast niet precies gelijk geijkt met die van u. Dus niet teveel aandacht schenken aan de totaalafstand. De tussenafstand is belangrijker! 2. Kaartlezen Algemeen a. Bij de routeconstructie mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van wegen die voorkomen op het door de organisatie verstrekte kaartmateriaal (kaartwegen). Een weg is herkenbaar aan twee bermlijnen waarvan er minimaal 1 ononderbroken is. b. Kaarttekens en kaartteksten onderbreken een kaartweg niet. Uitzondering daarop is het kaartteken wegafsluiting, dat de betreffende weg dus wél afsluit. Door de organisatie op de kaart aangebrachte gegevens (tekstvakken, pijlnummers, etc.) onderbreken een weg wel. c. (Doorgetrokken) bermlijnen onderbreken de aansluiting tussen kaartwegen. Bermlijnen zijn de lijnen die de buitenste begrenzing van een kaartweg aangeven. Lijnen die de verdeling in rijbanen aangeven, worden als bermlijnen beschouwd.

14 14 d. Wanneer uit kaarttekens blijkt dat twee wegen elkaar op ongelijk niveau kruisen, dan worden die wegen geacht doorlopend te zijn zonder aansluiting op elkaar te hebben. e. Het weggedeelte waarlangs een TC staat opgesteld mag slechts eenmaal in de route opgenomen worden. f. Indien men de keuze heeft uit twee even lange routes, dan dient de route linksom (dat is tegen de draairichting van de wijzers van de klok in) gereden te worden. Van op de kaart als zodanig herkenbare (mini)rotondes dient bij de routeconstructie aangenomen te worden dat deze alléén linksom gereden mogen worden. g. In de route mogen niet opgenomen worden: 1. fietspaden 2. voetbruggen, op de kaart aangegeven met het voetbrugsymbool 3. pontveren, voetpaden en kaartwegen in ontwerp of aanleg (kenbaar aan gestippelde bermlijnen) 4. weggedeelten voorzien van een blokkeringsstip of -kruis. h. Als een situatie op de kaart is voorzien van een zwarte cirkel of ellips, dan dient te worden aangenomen, dat de werkelijke situatie exact met de kaartsituatie overeenkomt. Binnen zo n cirkel of ellips zijn geen routecontroles geplaatst. Voor rotondes die niet op de kaart voorkomen geldt altijd (dus ook als er geen cirkel of ellips om de situatie staat) dat de werkelijke situatie geacht wordt overeen te komen met de kaartsituatie. i. Wegen die afgesloten zijn door bijvoorbeeld een hek of slagboom en wegen waarin een verkeersbord is geplaatst aanduidende inrijverbod voor personenauto s, een bordje Wandelgebied, een met de punt naar beneden wijzende routepijl, een bord Verboden Toegang, Verboden Toegang voor Onbevoegden dan wel een bord met een aanduiding van gelijke strekking, mogen niet worden ingereden. j. Een deelnemer is geen bestemmingsverkeer of vergunninghouder. k. Wegen waarbij aan het begin een verkeersbord aanduidende doodlopende weg staat mogen worden ingereden als de situatie op kaart daartoe aanleiding geeft. l. Keren op de route is niet toegestaan, tenzij daartoe opdracht wordt gegeven (bijv. bij een bemande routecontrole). m. Bij onvoorziene wegafsluitingen (bijv. bij een ongeval) dient u via een vrije route de voorgenomen route zo kort mogelijk na de onderbreking te hervatten. In zo n situatie zijn alle wegen vrij om te rijden en is keren toegestaan. Tijdens het rijden van deze route dient u routecontroles die u passeert te negeren (dus niet noteren). 3. Herconstructie Als een kaartweg overgaat in een niet-kaartweg (en er zijn op dat punt geen andere kaartwegen), dan dient u deze weg te volgen tot u een kaartweg bereikt. Vanaf dat punt gelden onderstaande herconstructieregels. Die regels zijn ook van toepassing als de route tijdens het rijden onderbroken wordt doordat een weg die men wil inrijden niet kan of mag worden ingereden. a. Construeer en rijd een zodanige omweg dat zo min mogelijk wordt gemist van de voorgenomen route. b. Ten aanzien van de in een omweg op te nemen kaartwegen gelden dezelfde bepalingen/beperkingen als voor de routeconstructie gelden. c. Met inachtneming van het vorenstaande dient de omweg zo kort mogelijk te zijn. d. U dient het niet kunnen of mogen berijden van wegen te onthouden totdat de voorgenomen route is hervat. 4. Pijlen kortste route, Punten kortste route a. Van het begin tot het eind van het routegedeelte waarvoor dit systeem geldt is op de kaart een aantal genummerde pijlen en punten ingetekend. De in de rijopdracht (zie routeboek) genoemde pijlen en punten dienen in nummervolgorde in de route te worden opgenomen. Zo ontstaat de voorgenomen route. b. Op weg naar een pijl, een punt en een TC dient steeds de kortste route te worden gekozen. c. De pijlen dienen als ze aan de beurt zijn in hun geheel in de richting van het pijlteken in de route te worden opgenomen en moeten zo nauwkeurig mogelijk worden bereden. Kleine uitwasjes aan de pijlen worden geacht op de juiste plaats te liggen en overeenkomstig de berijdbare situatie ter plaatse te zijn getekend.

15 15 d. Let op: het pijlteken hoeft niet altijd aan het einde van de pijl te staan en kan ook een half pijlteken zijn (om te voorkomen dat het andere weggedeelten bedekt). Onder de pijl wordt het gehele lijnstuk voorzien van het (halve) pijlteken verstaan. e. Een punt is herkenbaar als dikgetekende punt of aan een genummerde cirkel met daarin een punt. Het te berijden punt is het punt in de cirkel; de cirkel is uitsluitend bedoeld om het punt eenvoudig te kunnen vinden op de kaart. f. Onder elke pijl/punt wordt geacht een weg te liggen. Het is toegestaan om weggedeelten met een pijl/punt erop in de routeconstructie op te nemen als de pijl/punt niet aan de beurt is. Daarbij mogen de pijlen geraakt, gekruist, zijdelings opgereden en zijdelings verlaten worden, maar nimmer in tegengestelde richting in de route opgenomen worden. g. De nummeraanduiding van een pijl/punt kan voorzien zijn van een klassenaanduiding, bijv. 3S (pijl/punt 3 voor de Sportklasse) of 3TC (pijl/punt 3 voor de Tour/Comfortklasse). Een pijl/punt die niet bedoeld is voor de klasse waarin u uitkomt is geen onderdeel van de rijopdracht, maar mag wel bereden worden. h. Wegen mogen meerdere malen in de route opgenomen worden, maar slechts in één richting. Heeft u een weg al bereden, dan mag die weg daarna alleen nog in dezelfde richting bereden worden. 5. Pijlen kortste route, Punten op één na kortste route a. Van het begin tot het eind van het routegedeelte waarvoor dit systeem geldt is op de kaart een aantal genummerde pijlen en punten ingetekend. De in de rijopdracht (zie routeboek) genoemde pijlen en punten dienen in nummervolgorde in de route te worden opgenomen. Zo ontstaat de voorgenomen route. b. Op weg naar een pijl en TC dient steeds de kortste route te worden gekozen. c. Op weg naar een punt dient steeds de op één na kortste route te worden gekozen. d. De pijlen dienen als ze aan de beurt zijn in hun geheel in de richting van het pijlteken in de route te worden opgenomen en moeten zo nauwkeurig mogelijk worden bereden. Kleine uitwasjes aan de pijlen worden geacht op de juiste plaats te liggen en overeenkomstig de berijdbare situatie ter plaatse te zijn getekend. Let op: het pijlteken hoeft niet altijd aan het einde van de pijl te staan en kan ook een half pijlteken zijn (om te voorkomen dat het andere weggedeelten bedekt). Onder de pijl wordt het gehele lijnstuk voorzien van het (halve) pijlteken verstaan. e. Een punt is herkenbaar als dikgetekende punt of aan een genummerde cirkel met daarin een punt. Het te berijden punt is het punt in de cirkel; de cirkel is uitsluitend bedoeld om het punt eenvoudig te kunnen vinden op de kaart. f. Onder elke pijl/punt wordt geacht een weg te liggen. Het is toegestaan om weggedeelten met een pijl/punt erop in de routeconstructie op te nemen als de pijl/punt niet aan de beurt is. Daarbij mogen de pijlen geraakt, gekruist, zijdelings opgereden en zijdelings verlaten worden, maar nimmer in tegengestelde richting in de route opgenomen worden. g. De nummeraanduiding van een pijl/punt kan voorzien zijn van een klassenaanduiding, bijv. 3S (pijl/punt 3 voor de Sportklasse) of 3TC (pijl/punt 3 voor de Tour/Comfortklasse). Een pijl/punt die niet bedoeld is voor de klasse waarin u uitkomt is geen onderdeel van de rijopdracht, maar mag wel bereden worden. h. Wegen mogen meerdere malen in de route opgenomen worden, maar slechts in één richting. Heeft u een weg al bereden, dan mag die weg daarna alleen nog in dezelfde richting bereden worden. 6. Pijlen kortste route, Punten op één na kortste route, vermijden rode wegen Identiek aan Pijlen kortste route, Punten op één na kortste route, met dien verstande dat: a. Bij het construeren van de route rode wegen zoveel mogelijk worden vermeden. Tijdens een herconstructie is het gebruik van rode wegen wel toegestaan. b. Een TC wordt gezien als een punt. U construeert dus de op één na kortste route naar de TC.