RaadsbijlageAdvies over het beroep van de heer Nguyen Ahn Dung inzake het weigeren van een reclamevergunning voor het pand Tongelresestraat 341

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Algemene en Publiekszaken Raadsbijlage nummer 97 Inboeknummer 00M Adviesdatum cie b.b. 23 december 1999 Dossiemummer RaadsbijlageAdvies over het beroep van de heer Nguyen Ahn Dung inzake het weigeren van een reclamevergunning voor het pand Tongelresestraat Inleiding Bij brief van 23 juni 1999 komt de heer Nguyen Ahn Dung op basis van artikel 134, lid 2 van de Politieverordening in beroep tegen het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 4 juli 1999, waarbij op basis van artikel 123, lid 4 van de Politieverordening een reclamevergunning werd geweigerd voor het hebben van een dubbelzijdige lichtbak met de tekst "7 up snackbar" en een neonreclame met de tekst "Cafetaria", aan het pand Tongelresestraat 341. Wij hebben de heer Nguyen Ahn Dung de gelegenheid geboden tijdens een openbare hoorzitting d.d. 23 december 1999 dit beroep en de bestreden beslissing nader mondeling toe te lichten. Inhoud beroep. De heer Nguyen Ahn Dung is van mening dat de reclame er al vanaf 1957 hangt en nu opeens weg moet. Dit vindt hij niet redelijk. Tijdens de hoorzitting geeft de heer Nguyen Ahn Dung aan dat hij het pand vanaf 1995 huurt van de heer Van der Molen. De heer Van der Molen geeft aan altijd belasting te hebben betaald en is er vanuit gegaan dat de vergunningen rond waren. Een winkel zonder reclame trekt geen klanten. Al vanaf 1958 is in het pand een cafetaria gevestigd. In 1964 is het pand verbouwd en toen is de lichtreclame al opgehangen. De horecapapieren zijn ook aanwezig. Als deze reclame-uitingen niet zijn toegestaan, dan zijn er nog veel meer illegale reclame-uitingen op de Tongelresestraat die weg moeten. Standpunt gemeente. Het standpunt van de gemeente is nader toegelicht door mevrouw C. Zondag van de sector Vergunningen, Markten en Evenementen van de dienst Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen en door de heer G. de Bie, waarnemend secretaris van de welstandscommissie. Mevrouw Zondag geeft aan dat er van 1988 tot 1998 een vergunning is geweest voor de reclames. Toen de vergunning was verlopen heeft de heer Nguyen Ahn Dung een brief van de gemeente ontvangen met het verzoek een nieuwe vergunning aan te

2 r g Raadsbijlage nummer 97 vragen. In 1995 is het woongevelbeleid vastgesteld. Dit beleid zegt dat geen reclames aan woongevels mogen worden geplaatst. Volgens de wooncartotheek heeft het pand een woonbestemming. Omdat ook een principeverzoek was ingediend met het verzoek om een bestemmingsplantoets, is de aanvraag voor de reclamevergunning aangehouden in afwachting van dit principeverzoek. Toen bleek dat het principeverzoek was ingetrokken is de aanvraag voor de reclames verder in behandeling genomen en is de vergunning vervolgens geweigerd wegens strijd met het woongevelbeleid en strijd met de redelijke eisen van welstand. Het woongevelbeleid staat geen reclameobjecten toe op woongevelwanden. Door het plaatsen van de dubbelzijdige lichtbak, ter hoogte van de eerste verdieping breidt de horecasfeer van de begane grond zich naar boven uit, en zo wordt de architectuur van de gevel van de woonverdieping verstoord, aldus de welstandscommissie. Heroverweging. Het beroep is tijdig ingediend, namelijk binnen de termijn van zes weken welke hiervoor op grond van artikel 6.7 van de Algemene wet bestuursrecht geldt. Aangezien het weigeren van de reclamevergunning voor de heer Nguyen Ahn Dung (feitelijke) gevolgen heeft, is hij belanghebbende in de zin van voornoemde wet en derhalve ontvankelijk in beroep. In artikel 123, lid 1 van de Politieverordening staat dat het de rechthebbende op/de hoofdgebruiker van een onroerend goed verboden is om zonder vergunning van het college reclame te maken. Een reclamevergunning kan ingevolge dit artikel, lid 4, worden geweigerd indien de reclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand en/of indien in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van het in de nabijheid gelegen onroerend goed. De reclame-uitingen dienen te voldoen aan redelijke eisen van welstand. In het onderhavige geval luidde het advies van de welstandscommissie "niet akkoord". De welstandscommissie is van mening dat door het plaatsen van de dubbelzijdige lichtbak, ter hoogte van de eerste verdieping, de horecasfeer van de begane grond zich uitbreidt naar boven en dat zo de architectuur van de gevel van de woonverdieping wordt verstoord. Op 7 november 1995 en 2 april 1996 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven beleid vastgesteld met betrekking tot reclameuitingen tegen woongevelwanden. Op basis van dit beleid zijn reclameobjecten (in welke vorm dan ook) op woongevelwanden niet meer toegestaan. Onder woongevelwanden worden verstaan alle gevelvlakken waarachter, volgens de wooncartotheek van de gemeente Eindhoven, de bestemming wonen ligt. Met betrekking tot

3 Raadsbijlage nummer 97 het onderhavige pand staat in de wooncartotheek voor de bovenverdieping de bestemming wonen vermeld. Wij zijn van mening dat de welstandscommissie tot een weloverwogen advies heeft kunnen komen en dat de directeur van de dienst Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen dit advies van een onafhankelijke deskundigencommissie heeft mogen overnemen. Ons inziens is de reclamevergunning terecht geweigerd op grond van strijd met de redelijke eisen van welstand. Tevens zijn wij van mening dat de gemeente Eindhoven het woongevelbeleid juist heeft toegepast en de reclamevergunning op grond van strijdigheid met het woongevelbeleid heeft moeten weigeren. Dat de reclame-uitingen er al zo lang hangen, doet niet af aan het feit dat de reclame-uitingen op dit moment niet legaal zijn. De reclame-uitingen moeten worden gelegaliseerd of verwijderd. Het alsnog indienen van een principeverzoek biedt misschien een mogelijkheid om de reclame-uitingen alsnog te legaliseren indien het college van burgemeester en wethouders bereid is de bestemming op de bovenverdieping te wijzigen van een woonbestemming naar een horecabestemming. Het verhangen van de reclameuitingen op zodanige wijze dat opnieuw een reclamevergunning kan worden gevraagd en deze naar alle waarschijnlijkheid ook kan worden verleend, is ons inziens niet moeilijk en brengt niet veel kosten met zich mee. De heer Van der Molen heeft ten aanzien van het vorenstaande in de hoorzitting aangegeven alsnog een principeverzoek te willen indienen. De heer Nguyen Ahn Dung geeft tijdens de hoorzitting aan de reclame-uitingen wel te willen verhangen naar de benedenverdieping. De controleurs van de gemeente Eindhoven hebben stelselmatig de Tongelresestraat bekeken. Aan diverse panden hangen reclame-uitingen waarvoor nog enige tijd geldige reclamevergunningen gelden. Andere panden waarop reclame-uitingen zijn aangebracht en waarvan de vergunning is verlopen of waarvoor geen vergunning voor is geweest, zijn op dit moment ook aangeschreven dat hiervoor reclamevergunningen moeten worden aangevraagd.

4 r p Raadabijlage nummer 97 Conclusie. Wij adviseren u het beroep van de heer Nguyen Ahn Dung tegen het afwijzen van een reclamevergunning aan de het pand Tongelresestraat 341 ongegrond te verkla- ren. De commissie voor de beroep- en bezwaarschriften, mr H. de Kok, voorzitter. mw mr M.J.A. Jansen-Kwaaitaal, secretaris.

5 Raadsbijlage nummer 97 <+4+ Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; beschikkende op het beroep van 23 juni 1999 van de heer Nguyen Ahn Dung tegen het besluit van burgemeester en wethouders d,d. 4 juli 1999, waarbij op basis van artikel 123, lid 4, van de Politieverordening een reclamevergunning werd geweigerd aan het pand Tongelresestraat 341; gelezen het advies van de commissie voor de beroep- enbezwaarschriften van 23 december 1999, nr. 97; gelet op artikel 134, tweede lid, van de Politieverordening; besluit: met overneming van de motieven van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften: het beroep van de heer Nguyen Ahn Dung tegen het weigeren van een reclamevergunning aan het pand Tongelresestraat 341 ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 mei R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. EE def