In dit stroomschema wordt ervan uitgegaan dat de woning in eigendom is van de ondernemer, dan wel dat

Transcriptie

1 Werkruimte in de woning van de ondernemer In dit stroomschema wordt ervan uitgegaan dat de woning in eigendom is van de ondernemer, dan wel dat de woning gemeenschappelijk eigendom is van de ondernemer en zijn/haar fiscaal partner. De nummers bij de tekstblokjes verwijzen naar de toelichting op bladzijde 5.

2 Betreft het een zelfstandige werkruimte (WR)? (1) ; Zie volgende blad Wordt de gehele woning tenminste 10% zakelijk gebruikt?, 3 keuzemogelijkheden, 2 keuzemogelijkheden Gehele woning etiketteren als ondernemingsvermogen (2) Gehele woning etiketteren als privévermogen (3) Woning administratief splitsen in privé- en ondernemingsvermogen; alleen mogelijk als WR uitsluitend zakelijk wordt gebruikt (4)

3 Zelfstandige WR WR wordt voor tenminste 90% zakelijk gebruikt WR is verplicht ondernemingsvermogen (4) WR wordt ten minste 10% zakelijk gebruikt?, 2 mogelijkheden ; WR hoort bij de eigen woning (3) WR etiketteren als ondernemingsvermogen (4) WR etiketteren als privévermogen Zie volgende blad

4 WR is privévermogen Heeft de ondernemer elders nog WR? minste 70% van zijn arbeidsinkomen in of vanuit de WR? minste 70% van zijn arbeidsinkomen in de WR in de woning? ja minste 30% van zijn arbeidsinkomen in de WR in de woning? nee WR behoort tot eigen woning (3) WR valt in box 3 (5)

5 Toelichting Algemeen Tot de werkruimte worden ook de aanhorigheden van de woning gerekend (1) Zelfstandige werkruimte Het zelfstandigheidscriterium houdt in dat de werkruimte in fysieke zin voldoende te onderscheiden is van de rest van de woning. Daartoe wordt het begrip naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte gehanteerd. Bij de bepaling van de zelfstandigheid van de werkruimte vormt volgens de parlementaire geschiedenis een eigen opgang of ingang een belangrijke indicatie. Daarnaast kan de aanwezigheid van voorzieningen in de werkruimte (zoals sanitair) op zelfstandigheid duiden. In feite komt het er op neer dat de werkruimte als zodanig aan derden moet kunnen worden verhuurd. Een slaapkamer of zolderkamer die als werkruimte gebruikt wordt, heeft niet als een zelfstandige werkruimte te gelden omdat die niet verhuurd kan worden aan een derde als werkruimte. (2) Gehele woning is ondernemingsvermogen Alle kosten en lasten ter zake van de woning (dus inclusief de werkruimte) komen ten laste van het bedrijfsresultaat. Aan de aftrekbeperking van artikel 3.16 Wet IB 2001 wordt niet meer toegekomen. De forfaitaire onttrekking voor privégebruik van de woning (1,7% van de WOZ-waarde) wordt in aanmerking genomen over de waarde van de woning inclusief de werkruimte (artikel 3.17, lid 5 Wet IB 2001). (3) Gehele woning is privévermogen Op de gehele eigen woning is de eigenwoningregeling van toepassing. Kosten en lasten ter zake van de werkruimte kunnen niet ten laste van de winst worden gebracht, ook de inrichtingskosten niet zoals behang- en schilderwerk, stoffering en inventaris (bureau, kast, lamp). Ook energiekosten zijn niet aftrekbaar. Kosten van gereedschappen en instrumenten zijn wel aftrekbaar. (4) Woning splitsen in privé- en ondernemingsvermogen De kosten van de werkruimte, inclusief de inrichtingskosten, zijn aftrekbaar omdat dit ondernemingsvermogen is. Voor de rest van de woning is het eigenwoningforfait van toepassing. (5) Woning exclusief werkruimte Op de eigen woning exclusief de werkruimte is de eigenwoningregeling van toepassing. De werkruimte behoort tot box 3.; 4% van de WOZ-waarde wordt aangegeven. De kostenaftrek in verband met de werkruimte is gemaximeerd op een gebruiksvergoeding van ten hoogste het voordeel uit sparen en beleggen (hetgeen wordt aangegeven in box 3), alsmede een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door de huurder plegen te worden gedragen. Onder deze huurderslasten zijn te begrijpen energielasten, onroerendezaakbelasting, brand- en inboedelverzekeringen, schoonmaakkosten en kleine onderhoudswerkzaamheden. Deze kosten dienen aan de werkruimte toegerekend te worden naar rato van het aantal vierkante meters dat deze ruimte in beslag neemt ten opzichte van het totale oppervak van de woning.