L A TEX-cursus week 6 (Handleiding)

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "L A TEX-cursus week 6 (Handleiding)"

Krista Janssen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 L A TEX-cursus week 6 (Handleiding) TEXniCie Commissie van A Eskwadraat 15 december 2014 Inhoudsopgave 1 Eigen commando s 2 2 Eigen environments 2 3 Captions 2 4 Paginamarges: geometry 3 5 Nog meer lengtes: setlength 3 6 Lettertypes Lettertypes veranderen Aparte stijl voor sections/subsections Booktabs 5 1

2 1 Eigen commando s De afgelopen weken hebben we veel commando s gebruikt (\textbf, \item, \section,... ) die standaard in L A TEXzaten, maar ook speciale commando s waarvoor we extra packages moesten laden (\newtheorem, \url,... ). Soms wil je iets automatiseren wat in L A TEX zelf niet kan. Hiervoor kan je dan een macro schrijven, een eigen commando. Een nieuw commando maak je met \newcommand. We kunnen bijvoorbeeld een commando \aesnaam definiëren, die automatisch A Eskwadraat voluit schrijft: \newcommand{\aesnaam}{a--eskwadraat}. Gebruiken we nu \aesnaam, dan verschijnt A Eskwadraat op die plek (zonder aanhalingstekens uiteraard, want die hebben we niet in het commando opgenomen). Soms wil je een commando iets mee kunnen geven, zoals bijvoorbeeld bij \section de naam van je sectie of bij \footnote de tekst in de voetnoot. Dit doen we als volgt: \newcommand{\eigenaar}[2]{dit document is van #1 voor #2} De [2] geeft aan dat \eigenaar twee argumenten nodig heeft, die we in de definitie kunnen aanroepen met #1 en #2. Op deze manier kan je tot 9 argumenten meegeven aan je commando. Het commando: \eigenaar{mij}{jou} typen, dan krijgen we de tekst: Dit document is van mij voor jou. 2 Eigen environments Je kunt ook eigen omgevingen definiëren. Dit heeft de volgende syntax: \newenvironment{naam}[num]{voor}{na} Hierin is naam de naam van je omgeving, num het aantal argumenten, voor het begin van je omgeving en na het einde van je omgeving. 3 Captions Onderschriften bij figuren of tabellen (captions) kunnen op veel manieren worden aangepast met de package caption. Een caption bestaat uit drie elementen: het caption label ( Figure 1 ), de caption text en de separator die het label van de tekst scheidt (standaard : ). Standaard voorbeeld: Figuur 1: Initial conditions with uniform distribution instead of Gaussian distribution. clarity reasons, only 1 in 3 stars is plotted. For De opties zijn onder anderen: format=hang: laat de caption text inspringen zodat het hangt onder de tekst van de eerste regel (zie onderstaand voorbeeld) 2

3 width=..: stelt de breedte van de caption in labelsep= none, colon, endash of space : verandert de separator naar niets, een dubbele punt, een streepje ( ) of een spatie labelfont={ font options }, textfont={ font options }: verandert het lettertype. font options zijn: bf (vetgedrukt), it (schuin), small, en nog veel meer. Uiteindelijk, met het commando \usepackage[format=hang,labelfont=bf,textfont=it,labelsep=endash,width=0.7\textwidth]{caption} krijg je de volgende caption: Figuur 2 2D-plot of the orbits of the planets of the solar system using the VV method and t = 12h. 4 Paginamarges: geometry Met de package geometry kun je onder anderen de marges van de pagina aanpassen. Standaard zijn deze namelijk vrij groot. Opties van geometry: margin=..: stelt de marge in (gelijk voor links, boven, rechts en onder) left=.., top=..,...: stelt de grootte van de linker-, boven-,...-marge hmarginratio=1:1 zorgt ervoor dat linker- en rechtermarges gelijk zijn (als je alleen linkerof rechtermarge definieert) columnsep=..: als je een multi column layout hebt, dan stel je hiermee de afstand tussen de kolommen in inner=.., outer=..: alleen van toepassing voor tweezijdige documenten (reports en books), daar is namelijk niet sprake van een linker- en rechtermarge, maar van een binnen- en buitenmarge. 5 Nog meer lengtes: setlength Er zijn nog heel veel meer lengtes die je aan kunt passen. Dit doe je vooral met het commando \setlength. Een lengte heeft altijd een eenheid (cm, mm, pt...), of is relatief (0.75\textwidth). Inspringen van alinea s: Als je in een lap tekst twee enters zet, dan begrijpt LaTeX dit als een nieuwe alinea. Automatisch wordt er dan ingesprongen, en geen extra regelafstand. De inspringing haal je weg met: \setlength{\parindent}{0cm} Afstand tussen alinea s: Hiervoor moet je \parskip aanpassen. Om LaTeX wat ruimte te geven om de grootte wat aan te passen, kun je plus.. en minus.. gebruiken: \setlength{\parskip}{0.5cm} of \setlength{\parskip}{1cm plus3mm minus4mm} Merk op dat als je standaard geen inspringing wilt hebben en wel afstand tussen alinea, je makkelijker de package parskip kunt gebruiken. Dan hoef je ook niet te klooien met \setlength. 3

4 Kolommen: je kunt de grootte van kolommen aanpassen, en de afstand ertussen (kan ook met geometry) \setlength{\columnwidth}{..} \setlength{\columnsep}{..} Afstand tussen items: om de afstand tussen verschillende items in itemize of enumerate te veranderen, moet je elke keer net na \begin{itemize} zowel de itemsep als parskip veranderen: \setlength{\itemsep}{0pt} \setlength{\parskip}{0pt} Om dit niet elke keer te hoeven doen, kun je het beste een eigen environment maken hiermee. Rest van de regel vullen: om de rest van de regel te vullen, kun je de commando s \hfill, \dotfill of \hrulefill gebruiken (kan ook verticaal met vfill): All human beings are born free and equal in dignity and rights article 1 Handmatig extra witruimtes toevoegen: Soms wil LaTeX echt niet dingen op de goede plek zetten. Als laatste redmiddel kun je de commando s \vspace{..} en \hspace{..} gebruiken. Dit is vaak handig met negatieve lengtes. 6 Lettertypes 6.1 Lettertypes veranderen Het standaard LaTeX-lettertype, Computer Modern, is zeer herkenbaar. Soms wil je echter een wat persoonlijker lettertype gebruiken. Het algemene lettertype verander je zo: Op kan je zien welke fonts L A TEX allemaal heeft. Vaak is het voldoende om een package te laden, maar soms moet je het als volgt doen: \renewcommand*{\familydefault}{nieuw lettertype} De naam van de lettertypes is wel apart in LaTeX. Standaard kun je onder anderen deze lettertypes gebruiken: \rmdefault: het standaard LaTeX-lettertype (dit is een serif -lettertype, ook wel roman genoemd. Ze zijn meestal beter te lezen op papier.) \sfdefault: dit is een sans serif-lettertype, in dit geval Computer Modern Sans Serif. Deze lettertypes zijn beter te lezen op een scherm, of voor titels. \ttdefault: een monospace lettertype, waarbij elke letter dezelfde breedte heeft. Net zoals typemachines dus. ppl: het Palatino-lettertype, ook een serif (roman) lettertype. Merk op dat hier geen \ voor zit, het lettertype heet gewoon ppl. Het is ook mogelijk om maar delen van een document in een ander lettertype te zetten: {\fontfamily{nieuw lettertype}\selectfont... } 4

5 6.2 Aparte stijl voor sections/subsections Soms is het wenselijk om alle kopjes (title, sections, subsections...) een aparte stijl te geven, of een apart lettertype. Hiervoor is de package sectsty. Als je bijvoorbeeld alle kopjes vetgedrukt in een sans serif lettertype wilt hebben, gebruik je in je preamble: \allsectionsfont{\sffamily\bfseries} 7 Booktabs De booktabs package zorgt ervoor dat de standaard tabellen er een stuk beter uitzien. Horizontale lijnen zijn beter zichtbaar en het gebruik van verticale lijnen wordt vermeden. Met \toprule, \cmidrule en \bottomrule worden de horizontale lijnen gemaakt. Een voorbeeld van booktabs: Item Animal Description Price ($) Gnat per gram each 0.01 Gnu stuffed Emu stuffed Armadillo frozen

Vergelijkbare documenten

L A TEX-cursus 3 e sessie: Plaatjes, figuren en referenties in L A TEX

L A TEX-cursus 3 e sessie: Plaatjes, figuren en referenties in L A TEX TEXniCie A Eskwadraat 24 november 2014 Vorige week Vorige week hebben jullie het volgende geleerd: Wiskundige symbolen in L A TEX