De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?"

Transcriptie

1 De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

2 Colofon Titel De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? Auteurs Anneke Westerhuis, Pieter Baay en Jan Neuvel Datum Oktober 2016 Projectnummer Expertisecentrum Beroepsonderwijs Postbus BP s-hertogenbosch T ecbo 2016 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.

3 Inhoudsopgave Inleiding en achtergrond van de studie Ontstaansgeschiedenis van het vmbo Inrichting van het vmbo Oorsprong van het vmbo Positie van het vmbo in het vo Verschuivingen in de deelname aan het vmbo en vo nader bekeken Ontwikkeling van de instroom en deelname aan de leerwegen van het vmbo Verschuivingen in de deelname aan het vo Herkomst van leerlingen in het derde leerjaar van het vmbo Opstroom- en afstroompatronen in het vmbo en vo Kenmerken van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo Doorstroom uit de vmbo-leerwegen naar het mbo Ontwikkeling van de doorstroom van het vmbo naar het mbo en het havo Samenvatting Deelname aan beroepsgericht en algemeen vormend voortgezet onderwijs in andere landen Korte introductie in de onderwijsstelsels van België, Duitsland en Oostenrijk Deelnameontwikkeling in Vlaanderen Deelnameontwikkeling in Noordrijn-Westfalen Deelnameontwikkeling in Oostenrijk Conclusies en discussie...51 Referenties...55 Bijlage 1: Overzicht geraadpleegde experts...59 Bijlage 2: Overzicht diploma s en schooltypen Noordrijn-Westfalen in de officiële terminologie en het dagelijks spraakgebruik...61 Gebruikte afkortingen...65 De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 3

4 4 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

5 Inleiding en achtergrond van de studie Jaarlijks maken rond de leerlingen de directe overstap van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Omdat nagenoeg alle vmbo ers (90%) hun onderwijsloopbaan op het mbo vervolgen, en uit andere schooltypen de instroom weliswaar groeit maar nog steeds betrekkelijk laag is, is het mbo feitelijk afhankelijk van de instroom uit het vmbo. Meer precies, is de omvang en verdeling van de instroom op de verschillende mbo-niveaus afhankelijk van deelname aan de leerwegen van het vmbo. Het diploma van de leerweg in het vmbo bepaalt in hoge mate het instroomniveau op het mbo. De afgelopen jaren daalt de instroom aan de beroepsgerichte leerwegen, vooral die in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Waar de instroom in de gemengde (gl) en de theoretische leerweg (tl) is gestegen, is het aantal instromers tussen 2005 en 2014 van deze leerweg met een derde gedaald. Daarmee is het aandeel van de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (bl) in de instroom van het hele vmbo teruggelopen van 28% tot 20%. De daling van de instroom in de kaderberoepsgerichte leerweg (kl; van ruim tot ) eindigde rond 2010 en is in 2014 bijna weer op het oude peil. Hoewel de daling in de basisberoepsgerichte leerweg opvallend groot en continu is, is er weinig zicht op verklaringen. Waarom juist in deze leerweg? Mogelijk liggen aanknopingspunten in het inzicht in de verschuivingen in de deelname aan alle onderwijsvormen van het voortgezet onderwijs (vo). Deze kunnen het effect zijn van (cumulaties van) specifieke beleidsmaatregelen die vooral op deze leerweg effect hebben, maar ook van een autonome trend waarop specifieke beleidsmaatregelen geen doorslaggevende invloed hebben gehad. Dit onderzoek kijkt naar de daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo vanuit beide perspectieven. We analyseren de deelname in de context van de ontwikkelingsgeschiedenis van het vmbo en de algemene ontwikkelingen in het vo. Heeft de vorming van het vmbo in 1999 de leerlingenstromen beïnvloed en zo ja ten opzichte van het verleden in welke richting? Om die vraag te beantwoorden moeten we kijken naar de ontstaansgeschiedenis van het vmbo. Voor de analyse van de langetermijntrends in de deelname kijken we naar de deelnameontwikkeling in het hele vo. De data-analyse pakken we echter niet in 1999, maar in 2005 op. Dat hangt samen met de kenmerken van het BRON-bestand (Basisregister Onderwijsnummer), waarin de leerlinggegevens vanaf die datum voor het vo compleet zijn. Daarnaast kijken we naar de ontwikkeling van de deelname aan de laagste niveaus van het vo in andere landen. Als de deelname zich daar op eenzelfde wijze ontwikkelt, ondersteunt dat de stelling dat er sprake is van een autonome trend. Dit rapport is ingedeeld in vier hoofdstukken. In hoofdstuk 1 beschrijven we de ontstaansgeschiedenis en oogmerken van het vmbo en in hoofdstuk 2 de deelnameontwikkeling aan het vmbo en het vo in het algemeen. Hoofdstuk 3 gaat in op de ontwikkelingen in andere EU-landen (België/Vlaanderen, Duitsland en Oostenrijk) en in hoofdstuk 4 trekken we onze conclusies. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 5

6 6 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

7 1 Ontstaansgeschiedenis van het vmbo 1.1 Inrichting van het vmbo Anders dan het hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) kent het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) een onderverdeling in leerwegen, die zijn onderscheiden naar niveau en aard van het onderwijsaanbod, dat meer beroepspraktijkgericht of meer theoretisch/algemeen vormend gericht kan zijn: basisberoepsgerichte leerweg (bl); kaderberoepsgerichte leerweg (kl); gemengde leerweg (gl); theoretische leerweg (tl). In de doorstroom naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het onderscheid tussen de eerste leerweg en de overige drie van belang. De basisberoepsgerichte leerweg geeft, met bezit van het diploma, toegang tot mbo-opleidingen op niveau 2. De overige leerwegen geven toegang tot mbo-opleidingen op mbo-niveau 3 en 4 en zijn daarmee gelijkwaardige alternatieven met alleen een onderscheid in onderwijsconcept. Althans op papier, want feitelijk worden aanzienlijke groepen kl-leerlingen op niveau 2 geplaatst (zie Neuvel & Van Esch, 2006; 2010; 2011). In de doorstroom binnen het voortgezet onderwijs (vo) moet onderscheid worden gemaakt tussen de eerste en de laatste twee leerwegen. De theoretische en gemengde leerweg geven met een bepaald examenresultaat voor de algemene vakken toegang tot de bovenbouw van het havo (vierde leerjaar). Dat de gemengde leerweg toegang biedt tot een theoretisch vervolg begrenst de 'gemengdheid' van deze leerweg. De verschillen in positie en niveau vertalen zich in het onderwijsaanbod. De eerste twee leerwegen hebben een meer beroepspraktijkgerichte inhoud, in de andere twee is meer aandacht voor algemeen vormende vakken. De gemengde leerweg is een tussen- of mengvorm, zij het dat het accent sterker op het algemeen vormende aanbod ligt. 1.2 Oorsprong van het vmbo De inrichting van het vmbo in vier leerwegen is grotendeels terug te voeren op kenmerken van de schooltypen die in 1999 in het vmbo zijn samengebracht: het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) en het middelbaar algemeen vormend onderwijs (mavo). In deze periode worden vier beleidsveranderingen in het voortgezet onderwijs doorgevoerd. Daarvan is de introductie van het vmbo er één: invoeren van profielen in de bovenbouw van havo en vwo; introductie van het studiehuis in de bovenbouw van havo en vwo; invoeren van leerwegen in vbo en mbo (het vmbo); invoeren van het praktijkonderwijs (pro). De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 7

8 Een belangrijke aanleiding voor het introduceren van het vmbo is de aanhoudende teruggang van de deelname aan het lager beroepsonderwijs (lbo) en later het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Van der Waals berekent dat in de jaren het aantal leerlingen in het lbo met 45% terugloopt, deels als gevolg van demografische ontwikkelingen, maar ook omdat veel ouders hun kinderen liever naar de mavo zagen gaan dan naar het lbo (Van der Waals, 2009, p. 6). Een tweede aanleiding zijn zorgen over de toekomst van het mavo. Steeds meer leerlingen gaan direct naar het havo of het vwo en daarmee verliest het mavo zijn functie als opstaptrede in het algemeen vormend onderwijs (avo). De Bruijn (2006) heeft berekend dat deze doorstroom tussen 1985 en 2000 van 20 naar 11% is gedaald. Nu het mavo (en het havo) niet langer eindonderwijs is, wordt de nieuwe oriëntatie van het mavo de voorbereiding op het mbo. De derde aanleiding is de wens de deelname aan het speciaal onderwijs (so) te reduceren; het vmbo moet met inzet van leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) een groot deel van de leerlingen opvangen die tot dan toe naar lom- en mlk 1 -scholen gaan; met name in de basisberoepsgerichte leerweg. Leerlingen waarvoor het vmbo te hoog gegrepen is, kunnen naar het eveneens nieuwe praktijkonderwijs (Moerkamp & De Bruijn, 1999). Met deze opdrachten, die neerkomen op het toegankelijk maken van middelbaar beroepsonderwijs voor een groot aantal leerlingen met verschillende achtergronden en leermogelijkheden, gaat het vmbo van start. De gemengde leerweg moet het samengaan van de twee schooltypen (vbo, mavo) symboliseren; het vmbo is uniek in de mogelijkheid om algemeen vormende en beroepsgerichte inhouden te combineren (De Bruijn, 2006). Vanaf het begin was er ook twijfel of het vmbo in zijn opdracht zou kunnen slagen. Al in 2002 vragen Bronneman-Helmers c.s. zich af of het vmbo erin zal slagen de gewenste statusverhoging van het vbo tot stand te brengen: de integratie van een groeiend aantal zorgleerlingen met motivatie- en gedragsproblemen (ook leerlingen die tot op heden het speciaal onderwijs bezochten) zal de beeldvorming van het vmbo, en het vbo in het bijzonder geen goed doen (Bronneman-Helmers, Herweijer & Vogels, 2002, p. 53). Wat mogelijk ook niet geholpen heeft is dat de wetgever zich heeft beperkt tot het hernoemen van het bestaande opleidingsaanbod van het vbo en mavo, met daaraan toegevoegd de basisberoepsleerlingen voor leerlingen uit het speciaal onderwijs, in vier leerwegen. Op de vraag of de herordening van voortgezet speciaal onderwijs (vso) en mavo verder zou moeten gaan dan het introduceren van nieuwe benamingen, konden verschillende antwoorden worden gegeven. Dat geldt ook voor de vraag of de vier leerwegen in één gebouw moeten worden ondergebracht. In de vestigingsstructuur van de vo-scholen is dat in ieder geval niet zichtbaar geworden. Nog in 2005 wordt bijna 45% van de mavoopleidingen in een avo(/vwo)-schoolverband aangeboden (Bronneman-Helmers, 2007). Tabel 1.1 geeft de situatie in Op dat moment zijn van de vo-vestigingen met vmboleerwegen slechts een derde échte vmbo-scholen en is vooral de theoretische leerweg van de andere afgezonderd. 1 Lom: leer- en opvoedingsmoeilijkheden; mlk: moeilijk lerende kinderen. 8 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

9 Tabel 1.1 Aantal vo-vestigingen met vmbo-leerwegen (2012) Vo-vestigingen met vmbo-leerwegen Aantal % Avo-combinaties (mavo, havo en/of vwo) Alleen mavo (vmbo-tl) Alle leerwegen vmbo Alleen beroepsgerichte leerwegen vmbo Totaal Bron: eigen berekeningen ecbo BRON-data 1.3 Positie van het vmbo in het vo De introductie van het vmbo maakt de inrichting van het vo op het eerste oog eenvoudiger. Er blijven drie schooltypen over: het vmbo, het havo en het vwo. Maar in de beeldvorming [ontstond] een duidelijke tweedeling binnen het voortgezet onderwijs: het vmbo dat voorbereidt op het mbo en het havo/vwo dat voorbereidt op het hoger onderwijs (Bronneman-Helmers, 2011, p. 31). Anders gezegd, als je naar het havo wilt kun je het beste voorsorteren in de onderbouw en daarbij vooral letten op de inrichting (smalle of brede combinatieklassen) van de onderbouw van de beoogde school. In de vo-structuur wordt het vmbo tot de eerste fase gerekend. Met een fasering van het vo in een eerste en een tweede fase wordt geconstateerd dat het lbo/vbo een onvoldoende basis biedt voor maatschappelijke en beroepsmatige participatie; daarvoor dienen leerlingen beide fasen te doorlopen. Deze ontwikkeling is al ingezet met de omvorming van het lager beroepsonderwijs (lbo) tot voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) in 1992 en daarvoor met de opname van het mbo in de Wet op het voortgezet onderwijs van 1969 (WVO; de Mammoetwet). Door de opname van het mbo in deze wet krijgt het een functie binnen de kaders van het totale bestel. De tweede fase van het beroepsonderwijs bestaat op dat moment uit het conjunctuurgevoelige leerlingwezen en het equivalent van de huidige bol 3- en 4-opleidingen. Vandaar termen als gat in de Mammoetwet als argument voor de introductie van het voltijds kort middelbaar beroepsonderwijs (kmbo) in de jaren tachtig naast de opleidingen in het leerlingstelsel (de huidige bol 1- en 2-opleidingen); het is het sluitstuk van een beroepsgericht aanbod voor alle leerlingen van 16 jaar en ouder. In 1996 krijgt het mbo meer samenhang in een nieuwe indeling in vier niveaus en twee leerwegen, de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) (De Bruijn, 1997). En zoals gezegd, het vmbo is de pijler waarop het mbo voortbouwt; leerlingen moeten in het mbo hun startkwalificatie voor de arbeidsmarkt halen. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 9

10 10 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

11 2 Verschuivingen in de deelname aan het vmbo en vo nader bekeken In dit hoofdstuk analyseren we de verschuivingen in de deelname aan het vmbo en het vo om na te gaan of de daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg deel uitmaakt van een algemene trend van een groeiende deelname aan hogere vormen van vo ten koste van lagere ( opwaartse beweging ), of dat de ontwikkeling van de deelname meer samenhangt met de ontwikkelingen in het vo en in het bijzonder in het vmbo. Voordat leerlingen in het derde leerjaar van het vo hun definitieve keuze voor een richting of schoolsoort hebben gemaakt, zitten ze twee jaar in de onderbouw. Het oogmerk van de onderbouw is om leerlingen op deze keuze voor te bereiden. De vervolgopties hangen echter niet alleen samen met de mogelijkheden van de leerlingen, maar ook met de inrichting van de onderbouw. Brugklassen van de onderbouw variëren naar breedte; van schooltypedoorsnijdend (vmbo/havo; havo/vwo; vmbo-tl/ havo/vwo) tot categorale (vmbo, havo, vwo) brugklassen. Het twee jaar openhouden van de keuze is alleen mogelijk in een brede brugklas. Dit type brugklas verdwijnt echter. Hoe pakt deze ontwikkeling uit voor de doorstroom naar de bovenbouw? Welke switches zijn nog wel en welke veel minder in beeld in de overstap naar de bovenbouw? Een tweede thema is de omvang van de opwaartse trend en hoe deze voor de leerwegen en schoolsoorten in het vo uitpakt. In het Nederlandse vo concentreren beroepsgerichte inhouden zich op de laagste niveaus en de algemeen vormende op de hogere. Dat maakt het lastig de dominante factor in deze trend te identificeren; is dat de voorkeur voor algemeen vormend onderwijs of voor het hoogst mogelijke niveau? Een mogelijke indicatie is het antwoord op de vraag of de opwaartse trend zich op enkele schooltypen concentreert of zich gelijkmatig over het vo verdeelt. In het geval van een concentratie op de laagste niveaus is de onderwijsinhoud mogelijk meer van invloed dan wanneer de opwaartse trend tussen alle leerwegen en schooltypen van het vo ongeveer even groot is. Het derde thema van dit hoofdstuk is of de samenstelling van de leerlingenpopulatie in de basisberoepsgerichte leerweg verandert onder invloed van de opwaartse trend. Zijn er verschillen in de samenstelling van de leerlingengroep die in de leerweg blijven en de groep die opstroomt? We kijken in dit hoofdstuk naar de deelnameontwikkeling van het derde leerjaar van het vmbo. De reden is dat tussen het tweede en derde leerjaar de leerlingen hun definitieve keuze voor een schooltype en een leerweg hebben gemaakt. De verdeling van de deelname in het derde leerjaar is daarmee een goede indicatie voor de richting waarin leerlingen hun diploma zullen behalen. 2.1 Ontwikkeling van de instroom en deelname aan de leerwegen van het vmbo Terwijl de instroom in de gemengde en theoretische leerweg bleef stijgen, daalde de afgelopen jaren de instroom in de beroepsgerichte leerwegen vrijwel continu; van tot leerlingen. Daardoor is het aandeel van de basisberoepsgerichte leerweg in de totale De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 11

12 vmbo-instroom teruggelopen van 28% tot 20%. Ook de instroom in de kaderberoepsgerichte leerweg is lange tijd gedaald, maar is in 2014 bijna weer terug op het niveau van Tabel 2.2a Verschuivingen in de instroom in de vier vmbo-leerwegen 3e leerjaar ( ) Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg Totaal N % N % N % N % N Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. In deze studie kijken we vooral naar de ontwikkeling in de deelname aan de leerwegen van het vmbo en van de schooltypen in het vo in het algemeen. In de deelname aan het derde jaar worden naast de instroom ook zittenblijvers meegeteld. Een vergelijking van de instroom- en deelnamecijfers leert dat het procentueel niet veel uitmaakt (tabel 2.2b). Tabel 2.2b Verschuivingen in de deelname aan de vier vmbo-leerwegen 3e leerjaar ( ) Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg Theoretische leerweg Totaal N % N % N % N % N Bron: eigen berekeningen ecbo, CBS-data (Statline). 2.2 Verschuivingen in de deelname aan het vo Uit tabel 2.2a blijkt dat het relatieve aandeel van de leerlingen in een beroepsgerichte leerweg (bl en kl) is gedaald van 55% tot 48%. Het aandeel van de vmbo-leerlingen in een algemeen vormende leerweg is daarentegen gestegen van 45% tot 52%. Niet alleen stijgt de deelname aan de algemene vormen van het vmbo (vmbo-gl en vmbo-tl); deze is onderdeel van de algehele stijging van de deelname aan algemeen vormend onderwijs. Tabel 2.3 laat dat zien: binnen het vo stijgt de deelname aan de avo-leerwegen van het vmbo en aan het havo en vwo (en de verlengde havo/vwo-brugklas). Tussen 2005/2006 en 2014/2015 is het aandeel avo-leerlingen in het derde leerjaar van het vo gestegen van 66,5 tot 71,9%. 12 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

13 Tabel 2.3 Verdeling van leerlingen in het derde leerjaar vo in % ( ) 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 Totaal Pro 2,8 2,8 2,9 2,8 2,8 2,7 2,6 2,6 2,7 2,8 Vmbo/bl/kl 30,8 29,3 28,5 27,7 26,6 26,2 25,5 25,4 25,2 25,2 Vmbo/gl/tl 24,9 25,2 25,2 25,4 25,5 25,7 26,4 26,5 27,1 27,4 Havo 18,9 19,6 19,7 19,7 20,3 20,7 20,7 21,3 21,3 21,2 Havo/vwo 3,1 3,0 3,1 3,3 3,4 3,0 3,3 3,1 3,0 2,7 Vwo 19,6 20,1 20,6 21,2 21,4 21,7 21,5 21,1 20,7 20,6 Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Dat deze stijging nog steeds doorgaat blijkt bijvoorbeeld uit de Referentieraming 2014 die concludeert dat steeds meer leerlingen kiezen voor het havo/vwo in plaats van het vmbo (Min. OCW, 2014, p. 25). Bij deze observatie moet dan wel worden aangetekend dat ook de deelname aan de avo-leerwegen van het vmbo is gestegen en dus niet het hele vmbo leegloopt. De verschuiving van de deelname langs inhoudelijke lijnen (beroepsgericht versus algemeen vormend) is overigens niet terug te voeren op de introductie van het vmbo. Dat blijkt als we naar oudere data kijken. Figuur 2.1 laat zien dat pre-vmbo-patronen grotendeels in stand zijn gebleven. Over de hele periode van 1927 tot 1998 een jaar voor de start van het vmbo is de deelname aan beroepsvormend onderwijs (lbo en vbo) gedaald. De deelname aan het algemeen vormend onderwijs is en blijft veruit het grootst, waarbij de grootste verschuiving is opgetreden in de deelname aan het havo (en zijn voorgangers). De dynamiek van de opwaartse beweging zit vooral tussen het beroepsgerichte onderwijs, het mavo en het havo, waarbij het mavo als transitiezone fungeert. Figuur 2.1 Verdeling van de deelname aan vier schooltypen in het vo ( ) Bron: Tieben, 2010, p Herkomst van leerlingen in het derde leerjaar van het vmbo Leerlingen die instromen in het derde leerjaar van (de leerwegen van) het vmbo komen uit een gemengde of een categorale tweejarige brugperiode. Nagenoeg alle leerlingen in het derde leerjaar van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg komen uit een categorale brugklas. Ze zijn direct van het basisonderwijs naar een brugklas gegaan die voorbereidt op De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 13

14 het vmbo, of zelfs een specifieke leerweg. Ook in de andere leerwegen komen de meeste leerlingen uit brugklassen die uitsluitend gericht zijn op het vmbo, maar is de instroom iets meer gemengd. Verondersteld mag worden dat voor deze leerlingen in de eerste fase van het voortgezet onderwijs de optie voor doorstroom naar het havo nog open stond. Meer dan voor leerlingen in de gemengde en theoretische leerwegen is voor leerlingen van de beroepsgerichte leerwegen uitsluitend doorstroom naar het vmbo in beeld (figuur 2.2). Deze trend is de afgelopen jaren sterker geworden; de doorstroom uit brede brugklassen loopt terug; zelfs de deelname aan de gemengde brugklas voor de basis- en kaderleerweg is gedaald (figuur niet opgenomen). Figuur 2.2 Vooropleiding van leerlingen in het derde leerjaar van het vmbo (2014) 100% 80% 60% 40% 20% 0% BL KL GL TL Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Categorale brugklas Gemengde brugklas Havo/vwo In 2011/2012 is het derde leerjaar van de basisberoepsgerichte leerweg samengesteld uit leerlingen uit een gemengde vmbo-brugklas (20%), uit de brugklas die aansluit op beide beroepsgerichte leerwegen (31%), op de basisberoepsgerichte leerweg (40%), leerlingen die zijn afgestroomd uit het tweede leerjaar van de brugklas die aansluit op kaderberoepsgerichte leerweg (8%) en leerlingen die zijn opgestroomd uit het pro (1%). Daarbij neemt in het hele vmbo de instroom uit de verwante brugklas toe, alsook de afstroom uit hogere brugklassen en daalt de opstroom uit lagere brugklassen (Neuvel & Westerhuis, 2013). 2.4 Opstroom- en afstroompatronen in het vmbo en vo Hoe verdeelt de toe- en afname van leerlingenaantallen zich over het vo (van vso/pro tot vwo)? Waar zijn de leerlingen die naar de basisberoepsgerichte leerweg gingen gebleven? Naast de vraag in welke subgroepen van de basisberoepsgerichte leerweg de terugloop het sterkst is, bijvoorbeeld bij niet-lwoo-leerlingen, is er de vraag naar de omvang van de daling en of de terugloop het gevolg is van afstroom naar het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs of van opstroom naar de kaderberoepsgerichte leerweg en hoger. Om de mogelijkheid van opstroom na te kunnen gaan moeten we alle leerwegen en schooltypen van het vo in de analyses betrekken; voor het derde leerjaar vo zijn dat de vier leerwegen van het vmbo (bl, kl, gl en tl) en de drie onderwijstypes in het avo (algemene leerjaar 3, havo 3 en vwo 3). Als de opwaartse druk zich niet beperkt tot de basisberoepsgerichte leerweg, moet de opstroom tussen alle leerwegen in kaart worden 14 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

15 gebracht: is er ook opstroom uit de kaderberoepsgerichte leerweg naar de gemengde en theoretische leerweg en is die in omvang vergelijkbaar of zelfs groter dan de opstroom uit de basisberoepsgerichte leerweg? We gebruiken de termen afstroom en opstroom. Strikt genomen wordt daar de gang van individuele leerlingen door ons onderwijssysteem mee aangeduid. Een leerling die van een lager naar een hoger niveau gaat stroomt op, bij een omgekeerde richting is er sprake van afstroom. Hier worden de termen gebruikt om de afname of de toename van het aantal leerlingen in een bepaald onderwijstype (niveau) mee aan te duiden. Als het aantal leerlingen in een lager onderwijsniveau daalt en in het niveau erboven stijgt, wordt dat aangeduid met opstroom. Verdwijnen de leerlingen naar een lager niveau dan wordt de term afstroom gehanteerd. Voor de analyses 2 zijn alleen data gebruikt van het derde leerjaar (vmbo/vo) en het derde verblijfsjaar (pro). Omdat de variabele leerjaar of verblijfsjaar niet voorkomt in het vsobestand is voor dit onderwijstype op basis van leeftijd een inschatting gemaakt van het aantal leerlingen in het derde jaar door extrapolatie van de leeftijdsverdeling van derdejaars in andere leerwegen van dat jaar. Bijvoorbeeld: omdat 1,1% van alle 13-jarige leerlingen in het onderwijs van 2011/2012 in het derde leerjaar zat, is geschat dat 1,1% van de 13-jarige vso-leerlingen in het derde vso-leerjaar zit. Om trends in het aantal leerlingen in het derde jaar van de verschillende onderwijstypen vast te kunnen stellen, is per schooljaar (2005/2006 tot en met 2014/2015) het aantal leerlingen in het derde leerjaar (vo/vmbo) of het derde verblijfsjaar (vso/pro) genomen. In het vmbo is onderscheid gemaakt in de vier leerwegen. In het vo zijn het algemene leerjaar 3, het havo en het vwo onderscheiden. Voor elk onderwijstype kan zo het verschil in aantal leerlingen tussen het ene en het andere schooljaar worden berekend. Dat is gedaan voor 2005/2006 en 2006/2007, voor 2006/2007 en 2007/2008, enz. tot en met 2013/2014 en 2014/2015. De zo berekende verschillen zijn de direct waarneembare verschillen. Naast een toe- of afname van het aantal leerlingen in de diverse onderwijstypen kan van jaar tot jaar ook de totale populatie toe- of afnemen. 3 We spreken dan van een gecorrigeerde toe- of afname; het verschil tussen de waargenomen en de op basis van populatieontwikkelingen verwachte toe- of afname. Stel dat de totale populatie tussen 2005/2006 en 2006/2007 met leerlingen is afgenomen en stel dat van de totale populatie van alle derdejaars 20% in de basisberoepsgerichte leerweg zit. Dan is te verwachten dat het aantal bl ers in het derde leerjaar met 400 afneemt. Als de waargenomen afname 1000 is, dan komt de gecorrigeerde afname uit op ( ) 600 leerlingen. De in figuur 2.3 en 2.4 gepresenteerde trends zijn gecorrigeerd voor trends in de populatie. 2 Voor de analyses is gebruikgemaakt van het BRON-bestand, aangevuld met gegevens over pro/vso-deelnemers van Statline van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Omdat de vso-cijfers voor 2014 ontbraken, is geëxtrapoleerd op basis van eerdere jaren en populatieontwikkelingen. Ook gegevens over voortijdig schoolverlaten (vsv) ontbreken. Databronnen met vsv ers laten zich niet inpassen in het bestand van het CBS omdat de telling of indeling verschilt. Gezien de leeftijd van verreweg de meeste derdejaars (15 jaar of jonger), is aannemelijk dat het ontbreken van deze groep geen groot effect heeft op de analyses; mogelijk alleen in een lichte overschatting van de opstroom. 3 Als bijvoorbeeld de totale populatie van de derdejaars toeneemt en het aantal leerlingen in een bepaald onderwijstype gelijk blijft, is er in dat onderwijstype sprake van een daling van het aantal leerlingen. Dat onderwijstype verliest in dat geval verwachte leerlingen aan een ander onderwijstype. Voor trends in de populatie kan echter worden gecorrigeerd. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 15

16 Figuur 2.3 Trends in het aantal derdejaars leerlingen in de leerwegen van het vmbo (gecorrigeerd) Bron: eigen berekeningen ecbo, CBS-data (Statline). TL GL KL BL Figuur 2.3 toont voor de vier leerwegen van het vmbo de gecorrigeerde toe- of afname van het aantal leerlingen in leer- of verblijfsjaar 3 tussen het schooljaar 2005/2006 en 2014/2015. Te zien is dat de daling van het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg geleidelijk afzwakt. De kaderberoepsgerichte leerweg kent amper een toe- of afname, terwijl de groei van de gemengde leerweg over de jaren terugloopt. De theoretische leerweg kent opvallende groeischommelingen, maar die lijken de laatste jaren af te zwakken. In het algemeen zwakken de fluctuaties in de groei en afname af en lijkt de deelname aan elke leerweg zich te stabiliseren. Figuur 2.3 maakt ook duidelijk dat voor het berekenen van de opwaartse druk in het vmbo alle leerwegen moeten worden betrokken. Om dezelfde reden hebben we voor een analyse van de ontwikkelingen in het vo de cijfers voor het gehele vo nodig. Figuur 2.4 brengt deze trends in beeld. Figuur 2.4 Trends in het aantal derdejaars leerlingen in onderwijstypen vo (gecorrigeerd) VSO/PRO BL/KL GL/TL Havo/Vwo/Avo Bron: eigen berekeningen ecbo, CBS-data (Statline). In figuur 2.4 zijn verwante onderwijstypen samengenomen: vso en pro, voor het vmbo de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde en de theoretische leerweg, en voor het vo het algemene leerjaar 3, het havo en het vwo. De figuur laat een interessante ontwikkeling zien. Waar aanvankelijk de daling in beide beroepsgerichte leerwegen van het vmbo in sterk contrast staat met de stijging van de deelname aan havo/vwo en de verlengde avo-brugklas, neemt het verschil geleidelijk af. In absolute zin groeit de deelname aan havo en vwo, maar minder sterk dan die van het hele vo wat in de gecorrigeerde figuur resulteert in een daling. 16 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

17 Uitgaande van de aanname dat met niet meer dan één stap op de onderwijsladder wordt op- en afgestroomd is het nettoresultaat van de op- en afstroom in het vo in figuur 2.5 in kaart gebracht. Op de diagonaal staan de onderwijstypen. De aantallen zijn jaargemiddelden over een periode van 9 jaar. Beginnend bij de basisberoepsgerichte leerweg, zien we dat de deelname aan die leerweg tussen de schooljaren 2005/2006 en 2014/2015 jaarlijks gemiddeld met leerlingen is gedaald. Daarvan zijn jaarlijks 278 leerlingen naar het vso of pro gegaan (26,7%) en 897 naar de kaderberoepsgerichte leerweg (73,3%). In deze periode neemt de deelname aan de kaderberoepsgerichte leerweg jaarlijks met gemiddeld 145 leerlingen af; het nettoresultaat van de opstroom uit de basisberoepsgerichte leerweg en de opstroom naar de gemengde en theoretische leerweg: in deze leerweg compenseert de instroom uit de basisberoepsgerichte leerweg de opstroom naar de gemengde en theoretische leerweg dus niet. Dat geldt wel voor de opstroom uit de gemengde en theoretische leerweg naar het havo en de verlengde avo 3-brugklas. Deze leerwegen verliezen weliswaar leerlingen aan havo/verlengde brugklas, maar dat verlies wordt meer dan gecompenseerd door opstroom uit de kaderberoepsgerichte leerweg. Figuur 2.5 Af- en opstroom in het derde leerjaar vo/vmbo of vso/pro, jaargemiddelden over de periode 2005/ /2015, gecorrigeerd voor trends in de totale populatie derdejaars 174 Vwo 371 VO3/Havo GL/TL KL opstroom BL afstroom 278 VSO/PRO 278 toename afname Bron: eigen berekeningen ecbo, CBS-data (Statline). Al met al gaat over de onderzochte periode de opstroom in het vo vooral ten koste van de beroepsgerichte leerwegen en profiteren de gemengde en theoretische leerweg en het havo het meest van de opwaartse trend. 4 Figuur 2.6 brengt de trends in de af- en opstroom van en naar de basisberoepsgerichte leerweg in beeld. De afstroom is naar het vso of pro, de opstroom naar de kaderberoepsgerichte leerweg (of hoger). De afstroom daalt sprongsgewijs en zwakt langzamerhand af. De opstroom blijft op min of meer hetzelfde peil en loopt vanaf 2011 ongeveer parallel aan de afstroom. En, zoals we eerder zagen, zwakt over de hele periode de afname van het aantal bl ers af. 4 De deelname aan de verlengde avo-brugklas waarvan de meeste leerlingen naar het havo gaan neemt de laatste jaren af. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 17

18 Figuur 2.6 Trends in de af- en opstroom de basisberoepsgerichte leerweg (gecorrigeerd) Vsotot Protot Opstroom Afstroom Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Dat de deelname aan vso en pro ten koste van de deelname aan deze leerweg langzamerhand afzwakt, kan erop wijzen dat vso en pro hun aantrekkelijkheid als alternatief voor de basisberoepsgerichte leerweg hebben verloren. Mogelijk omdat de inrichting van het onderwijs in het vmbo en vso/ pro steeds meer overeenkomt. Mogelijk ook omdat de instroom uit vso en pro in het mbo lastiger wordt, maar daar zijn nog weinig indicaties voor. Omdat de totale uitstroom uit vso en pro niet bekend is en alleen het vso- en pro-aandeel in de mbo-instroom berekend kan worden, is alleen een indicatie te geven dat het aandeel proleerlingen dat naar het mbo gaat vanaf 2012 licht daalt. Tabel 2.4 Deelname aan het mbo uit vso en pro (in % van de instroom mbo) Instroom mbo, cohort: 0405* ,9% 2,4% 2,8% 3,0% 3,1% 3,3% ,2% 0,7% 1,0% 1,2% 2,6% 2,8% 2,9% 3,0% 2,9% 2,7% 2,6% *Vso-cijfers voor 2009/2010 ontbreken 2.5 Kenmerken van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo Verschilt de terugloop tussen de verschillende leerlingencategorieën of is deze voor elke categorie even groot? Dit is nagegaan voor drie persoonskenmerken (geslacht, etnische herkomst en leeftijd) en voor een aantal kenmerken van de opleiding van bl ers (vooropleiding, lwoo, lwt 5, sector). In tabel 2.5 zijn de meest opvallende resultaten opgenomen. In kolom 1 staat de categorie van een variabele waar de krimp het grootst is, in kolom 2 het percentage waarmee die groep is afgenomen tussen 2005 en 2014, de omvang van de afname in die groep staat in kolom 3, het aandeel van de afname van die categorie ten opzichte van de andere categorieën van die variabele is opgenomen in kolom 4 en het aandeel van de categorie in de totale groep bl ers in kolom 5. Tussen 2005 en 2014 is het aantal jongens in de basisberoepsgerichte leerweg met 33% afgenomen (6.502 in aantal). Dat is 58% van de totale afname; het aandeel van de meisjes is 42%. Dat lijkt een groot effect, maar als we rekening houden met het aandeel van jongens in de populatie bl ers (57%) blijkt dat de afname in verhouding is. Ook de leeftijd 5 Lwt: leerwerktraject. 18 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

19 daalt gelijkmatig. De populatie bestaat voor 47% uit 15-jarigen en ook de daling is voor 47% zichtbaar bij de 15-jarigen. De daling onder 16-jarigen is iets sterker (9%) dan het aandeel in de populatie (8%; niet getoond in de tabel). Tabel 2.5 Kenmerken bl ers en hun (voor)opleiding in relatie tot terugloop (verschil ) Groep Afname % Afname (n) Aandeel in afname % Aandeel in populatie % Jongens jarigen Sector Techniek Economie Zorg & welzijn Landbouw Autochtoon Type brugklas Categoraal bl Categoraal kl Brugklas bl/kl Brugklas gl/tl Brugklas buiten vmbo (bv. vmbo-havo) Geen lwoo Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data; In 2014 is Intersectoraal als sector meegenomen. Dit vertekent de deelname in de overige sectoren. Over 2005 zijn de gegevens voor vooropleiding onvolledig. Daar is het verschil tussen 2006 en 2014 berekend. De gelijke spreiding van de daling zien we ook terug in de sectoren; behalve in de sector Landbouw waarin het aandeel in de afname gering is. Dit komt mede doordat weinig landbouwleerlingen naar Intersectoraal zullen zijn gegaan. Op de andere variabelen is sprake van ongelijke daling. De terugloop van autochtone leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg is verhoudingsgewijs groot. Hun aantal is met 35% gedaald. Dat komt neer op een aandeel van 74% in de terugloop van alle bl ers, terwijl hun aandeel in de populatie 68% is. Er blijven relatief meer allochtone leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg, met de meest beperkte terugloop bij niet-westerse allochtone leerlingen. Ook is de samenstelling naar vooropleiding veranderd. Terugloop vinden we vooral bij leerlingen die in een gemengde brugklas voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg of in een niet-categorale vmbo-brugklas (bijvoorbeeld vmbo-havo) zijn begonnen. Ook is de terugloop onder leerlingen zonder lwoo-indicatie relatief hoog. 2.6 Doorstroom uit de vmbo-leerwegen naar het mbo Figuur 2.7 geeft een algemeen beeld van de uitstroom van het vmbo. Uitgaande van referentiejaar 2007/2008 is zes jaar later, in 2013/2014, de uitstroom uit het vmbo met 5 procentpunt gedaald. Onder dit gemiddelde gaat echter een tegengestelde ontwikkeling schuil. De uitstroom uit beide beroepsgerichte leerwegen daalt, vooral uit de De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 19

20 basisberoepsgerichte leerweg. Daarentegen groeit de uitstroom uit de andere leerwegen, vooral uit de theoretische leerweg. De figuur maakt duidelijk dat de daling van de deelname/uitstroom uit het vmbo nagenoeg geheel is toe te schrijven aan de basisberoepsgerichte leerweg. Figuur 2.7 Trends in de uitstroom uit het vmbo, totaal en naar leerwegen Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Volgens de doorstroomregeling mogen leerlingen met een diploma van de kader-, gemengde en theoretische leerweg doorstromen naar niveau 3 en 4 van het mbo; leerlingen met een diploma van de basisberoepsgerichte leerweg kunnen alleen verder op niveau 2. Toch worden ook vaak leerlingen uit de kaderberoepsgerichte leerweg op niveau 2 geplaatst (Neuvel & Van Esch, 2010). Deze onderplaatsing zou ook de daling van de deelname aan de beroepsgerichte leerwegen kunnen verklaren. Als blijkt dat voor leerlingen uit deze leerwegen niet alle niveaus van het mbo open staan, maakt dat de keuze voor een beroepsinhoudelijk programma in het vmbo minder aantrekkelijk. Uit figuur 2.8 blijkt dat conform de doorstroomregeling (Min. OCW, 2011) verreweg de meeste leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg op mbo-niveau 2 hun onderwijsloopbaan vervolgen. Dat hun aandeel licht stijgt, komt vooral door de daling van het aantal ongediplomeerde leerlingen, voor wie alleen mbo-niveau nog 1 open staat (tot voor kort mochten ongediplomeerden ook op niveau 2 instromen). Figuur 2.8 Doorstroom uit de basisberoepsgerichte leerweg naar de mbo-niveaus BL-doorstroom naar mbo 100% 50% 0% Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Mbo-1 Mbo-2 Mbo-3 Mbo-4 20 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

21 Figuur 2.9 laat een gevarieerd beeld zien van de doorstroom uit de kaderberoepsgerichte leerweg; onderplaatsing treft zo n 20% van de leerlingen in deze leerweg. De verdeling van de kl-leerlingen over de mbo-niveaus is redelijk stabiel; alleen de plaatsing op niveau 3 is licht toegenomen. Figuur 2.9 Doorstroom uit de kaderberoepsgerichte leerweg naar de mbo-niveaus 100% KL-doorstroom naar mbo 50% 0% Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Mbo-1 Mbo-2 Mbo-3 Mbo-4 Uit figuur 2.10 blijkt dat de leerlingen uit de theoretische leerweg in toenemende mate doorstromen naar mbo-opleidingen op niveau 4. Dit gaat vooral ten koste van de instroom op niveau 3. De doorstroom uit de gemengde leerweg laat eenzelfde beeld zien, zowel in trendmatige zin als naar verdeling over de mbo-niveaus (niet opgenomen in de figuur). Figuur 2.10 Doorstroom uit de theoretische leerweg naar de mbo-niveaus 100% TL-doorstroom naar mbo 50% 0% Bron: eigen berekeningen ecbo, BRON-data. Mbo-1 Mbo-2 Mbo-3 Mbo-4 Al met al hebben eventuele beleidsmaatregelen geen effect gehad op de doorstroompatronen tussen vmbo en mbo. In de doorstroom heeft zich geen opvallende verschuiving voorgedaan. De enige opvallende trend is de toenemende concentratie van leerlingen uit de gemengde en theoretische leerweg op niveau 4 van het mbo. Anders gezegd, de kans op een vervolg op het hoogste mbo-niveau (en doorstroom naar het hbo) is het grootst voor leerlingen uit de avo-leerwegen van het vmbo. 2.7 Ontwikkeling van de doorstroom van het vmbo naar het mbo en het havo Welke effecten hebben de veranderingen in de instroom op de doorstroom van het vmbo naar het mbo en het havo? Leerlingen uit de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg kunnen alleen doorstromen naar het mbo. Ook leerlingen die in het vmbo geen diploma halen; zij kunnen hun opleiding vervolgen in de entreeopleidingen ( niveau 1 ). Volgens de doorstroomregeling (Min. OCW, 2011) kunnen leerlingen uit de De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 21

22 basisberoepsgerichte leerweg naar het tweede niveau van het mbo en leerlingen uit de kaderberoepsgerichte leerweg naar het derde of vierde. Leerlingen uit de beide andere leerwegen (de gemengde en theoretische) mogen zowel doorstromen naar het mbo (niveau 3 en 4), alsook naar het havo. Daar vervolgen ze hun opleiding in de vierde klas. Op basis van deze afspraken mag je verwachten dat de deelname aan het tweede niveau van het mbo daalt; dit niveau wordt immers gevoed door de basisberoepsgerichte leerweg. En waar blijven de leerlingen uit de gemengde en theoretische leerweg; groeit de doorstroom naar het havo? In tabel 2.6 is de ontwikkeling van de totale en de vmbo-instroom naar het mbo weergegeven. De totale instroom in het mbo is de laatste jaren gedaald. De sterkste daling heeft zich voorgedaan in de categorie leerlingen die bij instroom geen leerlingnummer had; doorgaans volwassenen die in het initieel onderwijs zaten voordat het leerlingnummer is ingevoerd. Hoewel de daling zich op alle mbo-niveaus heeft voltrokken, is deze vooral op de laagste niveaus sterk. Door de verschuiving in de instroom tussen de niveaus gaat momenteel ongeveer de helft van alle instromers naar mbo-opleidingen op niveau 4. Kijkend naar de ontwikkeling van de vmbo-instroom in het mbo, valt op dat het instroomvolume nagenoeg gelijk is gebleven, maar dat binnen deze instroom een verschuiving is opgetreden. De vmbo-instroom gaat inmiddels voor meer dan de helft naar mbo-opleidingen op niveau 4. Tabel 2.6a Ontwikkeling van de totale instroom in het mbo ( ) Totale instroom in het mbo naar mbo-niveau Niv. 1 Niv. 2 Niv. 3 Niv. 4 Totaal Instroom mbo cohort 05/ ,6% 33,7% 20,9% 35,8% 100% Instroom mbo cohort 14/ ,4% 25,3% 17,7% 49,6% 100% Tabel 2.6b Ontwikkeling van de vmbo-instroom in het mbo ( ) Vmbo-instroom in het mbo naar mbo-niveau Niv. 1 Niv. 2 Niv. 3 Niv. 4 Totaal Instroom mbo cohort 05/ ,7% 35,9% 18,1% 40,3% 100% Instroom mbo cohort 14/ ,1% 27,2% 17,9% 51,8% 100% Alleen gediplomeerde leerlingen uit de gemengde en theoretische leerweg van het vmbo mogen doorstromen naar het havo. Tabel 2.7a laat in deze doorstroom een lichte golfbeweging zien; na een toename tussen 2006 en 2008, stabiliseert de doorstroom naar het havo zich nu rond de 7%. Tegelijkertijd laat de doorstroom naar het mbo een stabiele toename zien tot rond de 90% van de gediplomeerde uitstroom. In het licht van de opwaartse beweging is dit opvallend. Hoewel steeds meer leerlingen de theoretische leerweg volgen, betekent dit dus niet dat deze leerweg vaker benut wordt als alternatieve route naar het havo; mavotijden komen niet terug. In de verhouding gediplomeerde-ongediplomeerde uitstroom is de ongediplomeerde uitstroom in deze periode gedaald van 6 naar 4% van de totale uitstroom. In tabel 2.7b valt op dat de ongediplomeerde instroom in het mbo vanaf 2011 continu daalt, terwijl die met 22 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

23 name het laatste jaar naar het speciaal onderwijs (SO) en zeker ook de volwasseneneducatie (Ve) stijgt. Tabel 2.7a Vmbo-uitstroom in opvolgend jaar gediplomeerden Uitstroomjaar Totaal Mbo% Havo% SO% VE% Overig% Ongeldig% ,0 7,4 0,1 0,1 6, ,0 8,8 0,2 0,2 5, ,1 9,0 0,1 0,2 0,3 4, ,5 9,1 0,1 0,2 0,3 3, ,2 8,8 0,1 0,2 0,3 3, ,4 8,0 0,1 0,2 0,3 3, ,2 7,5 0,1 0,2 0,3 2, ,1 6,8 0,1 0,3 0,2 2, ,9 7,1 0,0 0,2 0,3 2,5 Tabel 2.7b Vmbo-uitstroom in opvolgend jaar ongediplomeerden Uitstroomjaar Totaal Mbo% Havo% SO% VE% Overig% Ongeldig% ,6 2,8 0,7 0,4 27, ,0 0,5 1,6 0,5 28, ,2 1,2 2,1 1,3 0,7 21, ,3 1,0 2,6 1,4 0,7 20, ,0 1,6 3,5 1,2 0,5 19, ,4 0,7 3,7 0,8 1,0 20, ,1 1,4 3,9 1,0 1,3 18, ,2 1,7 3,4 1,6 1,2 18, ,4 1,1 4,2 3,7 1,0 19,6 * In de categorie ongeldig zijn vsv ers, geëmigreerden en deelnemers aan niet-bekostigd onderwijs ondergebracht. In 2012 is in het havo een toelatingscode ingevoerd teneinde de voorwaarden voor toelating van vmbo ers eenduidiger en transparanter te maken. De onderzoekers die de toepassing van deze code monitoren concluderen dat de afgelopen jaren minder scholen terughoudend zijn geworden in het stellen van toelatingseisen (Van der Linden, Klein & Buynsters, 2015). Anders gezegd, de code wordt vaker toegepast. Als redenen worden de zwaardere eisen van de inspectie aan de eindexamens genoemd, maar ook dat scholen die eerst geen of weinig eisen stelden op basis van de toelatingscode hun toelatingseisen hebben aangepast of voor het eerst eisen zijn gaan stellen. Oftewel: het netto-effect van de uniformering van het toelatingsregime is dat het havo voor minder vmbo ers toegankelijk is geworden. 2.8 Samenvatting We kijken naar de ontwikkeling van de deelname aan het vmbo en de basisberoepsgerichte leerweg in het bijzonder in de context van de ontstaansgeschiedenis van het vmbo en de langetermijntrends in de deelname aan het voortgezet onderwijs. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 23

24 We hebben gezien dat bij de instroom in het voortgezet onderwijs het voorsorteren op één schooltype toeneemt; steeds minder leerlingen starten in de onderbouw in een gemengde brugklas met oriëntaties op meerdere schooltypen. Evenals in de andere leerwegen worden de meeste leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg direct na de basisschool naar het vmbo toegeleid. Typisch voor deze leerweg is echter dat vaak alleen de optie voor de basisberoepsgerichte leerweg of hooguit een van de beide beroepsgerichte leerwegen open staat. Een deel van de leerlingen in de gemengde en de theoretische leerweg had in de onderbouw nog zicht op een ander schooltype. Het tweede thema is de omvang van de opwaartse trend en hoe deze voor de leerwegen en schoolsoorten in het vo uitpakt. in de hele onderzochte periode gaat de daling van het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg door, zij het in een afgezwakte vorm. De deelname aan de kaderberoepsgerichte leerweg laat daarentegen na een daling geleidelijk weer een stijging zien. In de twee algemeen vormende leerwegen tekent zich een ander patroon af; de deelname aan de gemengde en de theoretische leerweg is lange tijd gegroeid en lijkt zich nu te stabiliseren. Als gevolg van de daling van de deelname, is de samenstelling van de leerlingenpopulatie in de basisberoepsgerichte leerweg veranderd. Het profiel van de deelnemersgroep wordt eenzijdiger met een groter aantal leerlingen van allochtone herkomst, met een lwoo-indicatie en afkomstig uit een categorale vmbo-brugklas. De gemeenschappelijke noemer van deze categorieën is hun relatie met leercapaciteiten of leervaardigheden. De vraag die we onszelf gesteld hebben is of deze trend geduid kan worden in termen van een voorkeur voor algemeen vormend onderwijs of onderdeel is van een bredere opwaartse beweging waarin niet de voorkeur voor een onderwijsinhoud maar voor een hogere leerweg of hoger schooltype de doorslag geeft. Collega-onderzoekers zoeken de verklaring voor de daling in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo in de opwaartse beweging in het vo (Van Eck, Voncken, Glaudé & Roeleveld, 2013). Ook uit dit onderzoek blijkt dat opstroom zich over de hele linie van het voortgezet onderwijs voordoet, al lijkt de trend af te zwakken. Toch valt op deze algemene conclusie bij nadere beschouwing nog wel iets af te dingen. In de eerste plaats heeft de daling zich lange tijd geconcentreerd in de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. Ook blijkt de daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg zich niet alleen maar in opwaartse richting te voltrekken; de laatste jaren geeft een substantieel deel van de leerlingen de voorkeur aan het vso en het pro boven deze leerweg. Dit laatste is interessant in het licht van de ontstaansgeschiedenis van het vmbo. De basisberoepsgerichte leerweg moest het reguliere onderwijs toegankelijk maken voor leerlingengroepen die gewoonlijk naar het speciaal onderwijs gingen. Een mogelijk onvoorzien effect van de opwaartse beweging is dat de leerlingprofielen in de basisberoepsgerichte leerweg en het speciaal onderwijs steeds meer overlap zijn gaan vertonen en de grens tussen deze opleidingsvormen vervaagt. Dat de deelname aan vso en pro ten koste van deze leerweg langzamerhand afzwakt, kan erop wijzen dat vso en pro hun aantrekkelijkheid als alternatief voor de basisberoepsgerichte leerweg hebben verloren. Mogelijk omdat de inrichting van het onderwijs in het vmbo en vso/pro steeds meer overeenkomt of omdat de instroom uit vso en pro in het mbo lastiger is geworden. Daar is nog geen bewijs van; er is alleen enige indicatie dat vanaf 2012 het aandeel pro-leerlingen 24 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

25 dat naar het mbo gaat licht daalt. In de tweede plaats is in de aansluiting tussen het vmbo en het mbo de positie van de beroepsgerichte inhouden anders dan de algemeen vormende. Met de creatie van de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg hadden leerlingen de keuze tussen een bij hun interesses en mogelijkheden passende aanloop naar de mbo-niveaus 3 en 4. Kijkend naar de doorstroompatronen, is echter in de praktijk de kans op een vervolg op het hoogste mbo-niveau (4) voor leerlingen uit de beroepsgerichte leerweg kleiner dan voor leerlingen uit de andere leerwegen. Niet uit te sluiten is dat deze statusdaling ook heeft bijgedragen aan de daling van de belangstelling voor een beroepsgerichte voorbereiding op het vmbo. Deze ontwikkelingen (opwaartse trend, statusverschuiving beroepsgerichte inhouden) hebben een gering effect op de instroom in het middelbaar beroepsonderwijs. In de tweede fase (bovenbouw havo/vwo en mbo) is de numerieke verdeling van leerlingen over beroepsgericht (mbo) en algemeen vormend onderwijs (havo en vwo) niet ingrijpend veranderd. Dat zou wel het geval zijn als de doorstroom van leerlingen uit de theoretische leerweg naar het havo zou zijn toegenomen, maar dat is niet zo. Wel is door de dalende deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo de instroom in niveau 2 van het mbo gedaald en wordt de samenstelling van de leerlingpopulatie die uit het vmbo naar het tweede mbo-niveau gaat eenzijdiger. In de tweede fase heeft de opwaartse beweging een opwaartse verschuiving binnen het mbo teweeggebracht, maar niet in de leerlingenverdeling over algemeen vormende en beroepsgerichte programma s in de tweede fase (havo/vwo: mbo). Tegen de achtergrond van een dalend aantal leerlingen in het vmbo stijgt de deelname aan de gemengde en de theoretische leerweg ook in absolute zin. In percentages: van tezamen 44% in 2005 naar 52% in 2014 (tabel 2.2b). Desondanks is de doorstroom uit deze leerwegen naar het havo voortdurend gedaald. Dat het gebruik van deze opwaartse doorstroomroute stagneert, blijkt vooral samen te hangen met de toepassing van de toelatingscode voor het reguleren van de toelating van vmbo-leerlingen op het havo. Dat deze code vaker wordt toegepast is deels een reactie op strengere eisen van de inspectie, maar deels ook een autonoom effect van de beschikbaarheid van deze code. Samengevat, de meest in het oog lopende trends zijn de dalende deelname aan de laagkwalificerende beroepsgerichte programma s in de eerste fase en de stagnerende en zelfs dalende doorstroom van het vmbo naar de tweede fase van het havo. Op de dalende deelname aan de laagkwalificerende beroepsgerichte programma s in de eerste fase reageert het overheidsbeleid met het verbreden van de opleidingsprogramma s waarmee scholen beter in staat zijn de daling van het leerlingenaantal op te vangen. De dalende doorstroom van het vmbo naar de tweede fase van het havo is vooral het effect van onderlinge afspraken tussen scholen (neergelegd in de toelatingscode), maar indirect ook het gevolg van overheidsbeleid die via de Inspectie van het Onderwijs scholen aanspreekt op hun diplomarendement. De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 25

26 26 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

27 3 Deelname aan beroepsgericht en algemeen vormend voortgezet onderwijs in andere landen In internationale vergelijkingen van onderwijsstelsels wordt het secundair of voortgezet onderwijs verdeeld in een eerste en een tweede fase (lower en upper secondary education). In beide fasen is het in elk land in een of meer schooltypen geordend. Het is in meerdere of mindere mate gestratificeerd. Een tweede vergelijkingsfactor is de inhoudelijke oriëntatie: algemeen vormend of beroepsvoorbereidend. En een derde de verdeling van de leerlingen over beide vormen: Het moment waarop leerlingen een schoolkeuze moeten maken die bepaalt op welk niveau ze het onderwijs verlaten. Is dat na het primair onderwijs, na de eerste of na de tweede fase? Het moment waarop leerlingen een keuze moeten maken tussen een algemeen vormende of beroepsvoorbereidende richting. De procentuele verdeling van leerlingen over algemeen vormende of beroepsvoorbereidende programma s in de tweede fase. Typisch voor Nederland is dat de keuze voor een schooltype in het secundair onderwijs direct na het primair onderwijs wordt gemaakt (eerste criterium), dat op dat moment ook al wordt gekozen voor een inhoudelijke richting in het vmbo (tweede criterium) en dat de tweede fase voor veel leerlingen beroepsgericht is (derde criterium). In internationaal jargon heeft Nederland een gestratificeerd stelsel met een hoge mate van beroepsgerichtheid (Karsten & Buisman, 2011; Van de Werfhorst & Mijs, 2007). Voor ons onderzoek zoeken we landen die op deze criteria met Nederland vergelijkbaar zijn. Figuur 3.1 geeft een overzicht van de verschillende stelseltypen: De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend? ecbo 27

28 Figuur 3.1 Typering van Europese onderwijsstelsels naar stratificatie en beroepsgerichtheid* Primair onderwijs Secondaire onderwijs eerste fase Secondaire onderwijs tweede fase fase Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Luxemburg, Zwitserland Primaire onderwijs Frankrijk, Engeland, Italië, Spanje, Griekenland Primaire onderwijs Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen, Portugal Laag niveau Midden niveau Hoog niveau Geïntegreerd secundair onderwijs eerste fase Geïntegreerd primaire en secondaire onderwijs eerste fase Beroeps Algemeen Beroeps Algemeen Beroeps Algemeen S T A R T K W A L I F I C A T I E Bron: Herweijer, 2008, p. 8. *Inmiddels verandert de eerste fase van het Oostenrijke secundair onderwijs. Met de komst van de Neue Mittelschule krijgt Oostenrijk een meer geïntegreerde eerste fase. In de mate van stratificatie en beroepsgerichtheid van het voortgezet onderwijs is het Nederlandse stelsel verglijkbaar met dat van Duitsland, België en Oostenrijk, Luxemburg en Zwitserland. In deze landen wordt direct na het primair onderwijs geselecteerd. Het tweede gemeenschappelijk kenmerk is dat relatief veel leerlingen in de tweede fase deelnemen aan beroepsgerichte programma s. Uitfiguur 3.1 is de mate van beroepsgerichtheid van de eerste fase niet op te maken. Binnen deze groep kiezen we België, Duitsland en Oostenrijk als vergelijkingslanden. Het Nederlandse secundair onderwijs kent twee schakelmomenten. Het eerste is de overstap van de onderbouw (2-jarige brugperiode) naar de bovenbouw; een overstap die wel een inhoudelijke, maar geen institutionele betekenis heeft aangezien de leerlingen doorgaans niet van schooltype wisselen. Het tweede is de overstap van de eerste naar de tweede fase (zie figuur 3.1). In onderwijsloopbanen in het Nederlandse secundaire onderwijs wordt dus twee keer gekozen, c.q. kunnen leerlingen twee keer switchen: in de overstap van de basisschool naar het vo en van de eerste naar de tweede fase. De tweede overstap valt voor de verschillende schooltypen in het Nederlandse vo evenwel anders uit. Voor leerlingen in het vmbo betekent het een overstap van het vmbo naar het mbo, voor leerlingen in het havo en vwo een overstap naar de tweede fase waarbij switches tussen schooltypen buiten de reguliere doorstroomroutes (bijvoorbeeld vmbo-havo; havo-mbo; havo-vwo; vwo-mbo) betrekkelijk weinig voorkomen. In de eerste fase van het Nederlandse vo overlapt de inhoudelijke oriëntatie (algemeen vormend of beroepsgericht) met de stratificatie in schooltypen en daarmee in niveaus. In Nederland kunnen beide factoren een verklaring bieden voor de daling van de deelname aan de lagere niveaus. Geldt dat ook voor de andere landen? 28 ecbo De daling van de deelname aan de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo; passend in een internationale trend?

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Basisrapport Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo. Basisrapport Auteurs Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Datum November 2013 Projectnummer ecbo.13-187

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo Anneke Westerhuis 9 mei 2017 www.ecbo.nl drie thema s: doorstroom in het onderwijsstelsel loopbaanpatronen in en rond het mbo

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo

Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Jan Neuvel & Anneke Westerhuis Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo Ontwikkelingen in leerlingenstromen door het Nederlandse onderwijsstelsel Colofon Titel Stromen en onderstromen in vo, mbo en hbo.

Nadere informatie

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve Anneke Westerhuis 19 mei 2015 www.ecbo.nl Drie thema s: - Doorstroom als kenmerk van het onderwijsstelsel - Loopbaanpatronen

Nadere informatie

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Samenvatting. Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Samenvatting Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Voorlichting Voortgezet Onderwijs

Voorlichting Voortgezet Onderwijs Voorlichting Voortgezet Onderwijs 2013-2014 Informatieavond voortgezet onderwijs Voorstellen Het voortgezet onderwijs Aanmelden procedure Het onderwijsaanbod op Ypenburg/Leidschenveen/Nootdorp Lyceum Ypenburg

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek ( )

Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek ( ) Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek (2005-2013) Dit onderzoeksbericht geeft een eerste beeld van de ontwikkeling van het aantal vmbo-leerlingen

Nadere informatie

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden. De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden. De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Onderzoeksrapportage Colofon Titel Auteurs Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden; de jaren

Nadere informatie

Factsheet Passend Onderwijs

Factsheet Passend Onderwijs Factsheet Passend Onderwijs November 2010 Inleiding Deze factsheet geeft feiten en cijfers over het passend onderwijs in Nederland. De factsheet is een vervolg op de Factsheet Passend onderwijs van januari

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

De studieloopbaan van mbo-deelnemers

De studieloopbaan van mbo-deelnemers Paper Symposium, Het belang van het onderwijsnummer voor beleidsinformatie ORD 2012 De studieloopbaan van mbo-deelnemers De verblijfsduur in relatie met het behaalde op het mbo. DUO/INP 1 juni 2012 Jaap-Jan

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden

Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden Over reguliere wegen, hobbelige sporen en hinkelpaden De jaren voorafgaand aan onderwijsuitval Barbara van Wijk, Sandra van den Dungen en Erik Fleur Colofon Titel Over reguliere wegen, hobbelige sporen

Nadere informatie

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard

Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard Bijlage Raadsinformatiebrief Motie onderwijsniveau Valkenswaard De tabellen geven een inzicht in de huidige situatie rondom 1) Het opleidingsniveau van de huidige leerlingen in Valkenswaard 2) Het opleidingsniveau

Nadere informatie

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs

Doorstroom niet-westers allochtone scholieren naar vervolgonderwijs Suzan van der Aart In augustus 1998 is de Wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid in werking getreden. Deze wet heeft als doel de onderwijsachterstanden van voornamelijk niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht

Doorstroomatlas vmbo. De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht Doorstroomatlas vmbo De onderwijsloopbanen van vmbo ers in kaart gebracht 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Programma: Voorlichting wordt verzorgd door drie scholen uit de buurt namens alle VO-scholen Verschillende onderwijsvormen Onderbouw en bovenbouw

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

3 De situatie in de bbl

3 De situatie in de bbl DE SITUATIE IN DE BBL 3 De situatie in de bbl Zoals in de inleiding is aangegeven gaat de SER in dit eerste deel van het advies vooral in op de vraag van de minister in de adviesaanvraag naar de teruglopende

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO Lex Borghans & Johan Coenen 1 Inleiding (1) Een belangrijke en voortdurende discussie in het onderwijs: De optimale

Nadere informatie

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Programma: Voorlichting wordt verzorgd door drie scholen uit de buurt namens alle VO-scholen Verschillende onderwijsvormen Onderbouw en bovenbouw

Nadere informatie

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten Factsheets Voortijdig Schoolverlaten Februari 2007 Inleiding Deze factsheets behoren bij de brief kenmerk BVE/INI/2007/3891 en presenteren een weergave van de nu bekende feiten en getallen over de groep

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs

Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Schoolloopbanen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs Amsterdamse leerlingen gestart in het VO in 2007/ 08, gevolgd tot in 2013/ 14 Foto: Amsterdams lyceum, fotograaf Edwin van Eis (2009) In opdracht

Nadere informatie

Welkom. Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i Bewust, Betrokken, Berechja

Welkom. Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i Bewust, Betrokken, Berechja Welkom Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i 2 0 1 6 Bewust, Betrokken, Berechja Programma Opening: dhr. J. Frankema, directeur Presentatie: dhr. J. Schaak, teamleider

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs

De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs De effecten van demografische ontwikkelingen op het onderwijs Modus Inleiding Carlien de Witt Hamer In dit artikel worden de effecten beschreven die de demografische ontwikkelingen van de periode 1997-2001

Nadere informatie

Update basisinformatie Koers VO

Update basisinformatie Koers VO Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal

Nadere informatie

Uitleg van de figuren PO 1

Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren PO 1 Uitleg van de figuren - PO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis

Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo. Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke Westerhuis Colofon Titel Eindexamencijfers vmbo en studiesucces op het havo Auteurs Jan Neuvel, Wil van Esch & Anneke

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Opleidingentabel vo voor gewichtenregeling bao. Bijzonderheden. t.b.v. de nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs. Toelichting.

Opleidingentabel vo voor gewichtenregeling bao. Bijzonderheden. t.b.v. de nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs. Toelichting. Opleidingentabel vo voor gewichtenregeling bao t.b.v. de nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs Toelichting Vanaf de jaren 50 kent het Nederlandse onderwijssysteem na de lagere school (later basisonderwijs

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar , voorlopige cijfers Landelijk pagina: 2

Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar , voorlopige cijfers Landelijk pagina: 2 Factsheet jongeren in een kwetsbare positie Schooljaar 2015-2016 Voorlopige cijfers versie1 Uitgave: juni 2016 Factsheet Jongeren in een kwetsbare positie, schooljaar 2015-2016, voorlopige cijfers Landelijk

Nadere informatie

Onderwijsmonitor Lelystad. de staat van het onderwijs van bo tot mbo

Onderwijsmonitor Lelystad. de staat van het onderwijs van bo tot mbo Onderwijsmonitor de staat van het onderwijs van bo tot mbo november 2016 Inhoudsopgave Samenvatting en discussie: 3 1. Inleiding: 4 2. Basisonderwijs en speciaal onderwijs: 5 2.1 Onderwijsdeelname: 5 2.2

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag

Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag Notitie Kansengelijkheid in het onderwijs in Den Haag datum 7 juni 2017 aan van auteur Suzanne Beek, Gemeente Den Haag SEO Economisch Onderzoek Paul Bisschop rapportnummer 2017-33 Achtergrond Naar aanleiding

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering

Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering . Ervaren belasting examencorrectie hangt o.a. samen met (tevredenheid) facilitering Half januari 2019 stuurde minister Slob de zogenaamde examenbrief naar de Tweede Kamer. In de brief met de nodige bijlages

Nadere informatie

Achtergronden van trends en ontwikkelingen in de instroom in de bbl

Achtergronden van trends en ontwikkelingen in de instroom in de bbl Achtergronden van trends en ontwikkelingen in de instroom in de bbl Colofon Titel Achtergronden van ontwikkelingen in de instroom in de bbl Auteurs Joris Cuppen, Anneke Westerhuis Datum December 2017 Projectnummer

Nadere informatie

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen. Algemene Onderwijsbond juni 2011 Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen Algemene Onderwijsbond juni 2011 Basisonderwijs verwijst steeds minder, bij voortgezet onderwijs groeit uitsluitend zware zorg Passend onderwijs is op de goede weg.

Nadere informatie

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s

Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld. Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld Replicatieonderzoek naar het effect van populatieverschillen op de studieresultaten in roc s Colofon Titel Studiesucces in de G4 opnieuw beoordeeld: replicatieonderzoek

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn de regels voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap voor het mbo van kracht. Voor de vo-scholen is met name de

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Programma: Voorlichting wordt verzorgd door drie scholen uit de buurt namens alle VO-scholen Verschillende onderwijsvormen Onderbouw en bovenbouw

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de aanmeldprocedure krijgt u tijdens de informatieavonden in november en december op de vo-scholen. Inrichting

Nadere informatie

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS VOORLICHTING VAN DE BASISSCHOOL NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Programma: Voorlichting wordt verzorgd door drie scholen uit de buurt namens alle VO-scholen 1 2 3 Verschillende Onderbouw en Hoe komt u aan

Nadere informatie

Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017

Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017 Uitwerking berekening prestatieanalyse (voortgezet) speciaal onderwijs 2017 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij de prestatieanalyse... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en

Nadere informatie

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4

Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Colofon Titel Inventarisatie verkorte bol-opleidingen op niveau 4 Auteurs Regina Petit, Jan Neuvel en Wil van Esch Datum 18 april 2011 ecbo s-hertogenbosch

Nadere informatie

De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer

De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer De kwaliteit van ons onderwijs Examenresultaten Stedelijk College Zoetermeer schooljaar 2005-2006 schooljaar 2006-2007 schooljaar 2007-2008 Gemiddelde examenresultaten over de laatste drie schooljaren

Nadere informatie

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens Na de basisschool Nieuwe afspraken over de overstap Naar welke opleiding kan mijn kind? Het basisschooladvies Het 2e toetsgegeven Welke opleidingen zijn er? Wat verwachten we van de ouders bij deze schoolkeuze?

Nadere informatie

Examenmonitor VO 2013

Examenmonitor VO 2013 Examenmonitor VO 2013 2 3 Kort overzicht van de belangrijkste bevindingen De examenmonitor geeft een beeld van de resultaten van het eindexamen 2013. Een belangrijk doel van de monitor is om te laten zien

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond De mbo-instellingen zijn zeer terughoudend met de toelating van ongediplomeerde vmbo-leerlingen. Voor ongediplomeerde vmbo-ers loopt

Nadere informatie

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders

Onderwijskansen. 2.1 Opleidingsniveau ouders de staat van het onderwijs 2 Onderwijskansen Een aantal ontwikkelingen veroorzaakt grotere verschillen tussen leerlingen in kansen voor goed onderwijs. Allereerst is het opleidingsniveau van ouders steeds

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR06062016 contactpersoon Daniël Rijckborst datum 06-06-2016 telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen

Nadere informatie

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen FACTSHEET Voortgezet onderwijs in de provincie In deze factsheet gaan we in op de situatie in het voortgezet onderwijs in de provincie, en vergelijken die met de situatie in Nederland. Hoeveel scholen

Nadere informatie

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek

Onderwijs: kiezen voor en leren in de techniek Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Onderwijs: kiezen voor en leren in de Ontwikkeling instroom mbo 24, 25, 26 4% 24 3% 2% % 25 % -4% -3% -2% -% % -% % 2% 3% 4% 26-2% -3% -4% Verticale as: afwijking

Nadere informatie

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc

Schoolloopbanen. Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies. In opdracht van: DMO. Projectnummer: Lotje Cohen MSc Deel twee: Een verdieping naar basisschooladvies In opdracht van: DMO Projectnummer: 12262 Merel van der Wouden MSc dr. Esther Jakobs Lotje Cohen MSc Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Technische toelichting Onderwijsresultaten Bekostigd MBO (en VAVO)

Technische toelichting Onderwijsresultaten Bekostigd MBO (en VAVO) Technische toelichting Onderwijsresultaten Bekostigd MBO (en VAVO) Deze toelichting hoort bij de standaard Onderwijsresultaten voor het Bekostigd MBO zoals beschreven in het Onderzoekskader mbo 2017, bijlage

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: D De E O Overstap V E R S T A P Overgang van PO naar VO Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven.

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Stapelaars in het voortgezet onderwijs

Stapelaars in het voortgezet onderwijs [Geef tekst op] Stapelaars in het voortgezet onderwijs Een analyse van de basisschooladviezen en schooltypen van de stapelaars. Onderzoek, Informatie en Statistiek Onderzoek, Informatie en Statistiek Stapelaars

Nadere informatie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015 Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...

Nadere informatie

Breed of smal opleiden?

Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude vbo en mavo en het nieuwe vmbo L. Borghans J. Coenen (Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Universiteit Maastricht) 11 1 Inleiding De invoering van het vmbo

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Interne doorstroom Walewyc-mavo

Interne doorstroom Walewyc-mavo Interne doorstroom 2015-2016 Walewyc-mavo Dit rapport over de interne doorstroom toont informatie over de leerlingenstromen binnen de school. De informatie geeft u inzicht in de snelheid van doorstroom

Nadere informatie

Het middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs Dick Takkenberg Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) levert grote aantallen gediplomeerden voor de arbeidsmarkt. De ongediplomeerde uitval is echter ook groot. Het aantal

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Examenmonitor VO 2017

Examenmonitor VO 2017 Examenmonitor VO 2017 Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) Afdeling Informatieproducten December 2017 Inhoudsopgave Examenmonitor VO 2017... 1 Inleiding... 5 Kort overzicht van de belangrijkste bevindingen...

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Data 4 3 Uitgangspunten bij de prestatieanalyse 5 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso 5 3.2 Scores

Nadere informatie

Naar welke opleiding kan mijn kind?

Naar welke opleiding kan mijn kind? Na de basisschool Naar welke opleiding kan mijn kind? Het basisschooladvies Het 2e toetsgegeven De nieuwe school Het onderwijssysteem Wat verwachten we van de ouders bij deze schoolkeuze? Belangrijke data

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2014 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 214 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Inhoud Inleiding... 1 Deel I Speciaal onderwijs... 2 1.1 Uitstroom vanuit het speciaal onderwijs... 2 1.2

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs

Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs 1 Monitor schoolloopbanen voortgezet onderwijs Factsheet oktober 2014 In 2013 heeft O+S in opdracht van de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor het eerst onderzoek gedaan naar de

Nadere informatie

Kiezen na de basisschool

Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Wat staat je dan te wachten, waar kun je uit kiezen, waar kun je terecht??? In onderstaand schema is te zien hoe de leerroutes er uit zien op de middelbare

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

Toelichting. 1. Dit overzicht is opgesteld op basis van gegevens die DUO/OCW beschikbaar heeft gesteld in december 2016 (zie site ).

Toelichting. 1. Dit overzicht is opgesteld op basis van gegevens die DUO/OCW beschikbaar heeft gesteld in december 2016 (zie site   ). Versie 1.0 VMBO leerlingen leerjaren 3 en 4 in programma s en leerwegen schooljaar 2016-2017. (inclusief vergelijking met 4 voorgaande schooljaren) Toelichting. 1. Dit overzicht is opgesteld op basis van

Nadere informatie

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS

KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS KWANTITATIEVE GEGEVENS OPBRENGSTBEVRAGING 2012 SPECIAAL ONDERWIJS EN VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS Utrecht, juni 2013 Inhoud 1 Kort verblijf 4 2 Deel I - Speciaal onderwijs 5 2.1 Uitstroom 5 2.2 IQ van

Nadere informatie

Inhoud. Uitstroom naar het vo. Onderwijstypen vo Praktijkonderwijs Vmbo Havo en vwo Overig aanbod vo. bo sbo so. PrO vmbo havo vwo (lwoo)

Inhoud. Uitstroom naar het vo. Onderwijstypen vo Praktijkonderwijs Vmbo Havo en vwo Overig aanbod vo. bo sbo so. PrO vmbo havo vwo (lwoo) Onderwijstypen vo 7 december 2016 Inhoud Praktijkonderwijs Vmbo Havo en vwo Overig aanbod vo 2 Uitstroom naar het vo PO bo sbo so VO PrO vmbo havo vwo (lwoo) Kopklas EOA VSO 3 1 Uitstroom naar het vo 6

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso

Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs, vmbo-b en vso Pjotr Koopman, Guuske Ledoux Doorstroom naar het mbo en succes in het mbo van jongeren uit praktijkonderwijs,

Nadere informatie