Aandachtsgebied 88: Oostergo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aandachtsgebied 88: Oostergo"

Transcriptie

1 Aandachtsgebied 88: Oostergo *Afgrenzing* Het kustgebied van Oostergo wordt in het noorden begrensd door de Waddenzee en in het westen door de oostelijke dijk van de Middelzee (Vijfhuisterdijk, Bredijk, Hege Dijk, Aldedijk, Snitserdijk). De oostgrens wordt gevormd door de Lauwerszee en het riviertje de Lauwers die de grens met Groningen vormen; de zuidoostelijke grens loopt langs de Griene Dijk, de zuidelijke dijk langs het Boorne via Oldeboorn, de noordelijke dijk langs het Boorne, de Zijlroede, het Pikmeer, de Nauwe Galle/Pomprak/Aegumerdiep over Naardeburen en Wartena, de Langedeel, Ouddeel, Murk, Woudvaart en de Stroobossertrekvaart. De landschapsgenese van Oostergo Het landschap vóór de eerste bewoning Op het moment dat de eerste bewoners zich in Oostergo vestigden, bestond het gebied uit een uitgestrekt kwelderlandschap. Het landschap werd gekenmerkt door één lange, brede kwelderwal langs de kust van de Middelzee en de Noordzee vanaf Deersum tot aan de Lauwerszee met daarachter een aantal kleinere kreekruggen langs de geulen landinwaarts. Hier tussenin lagen de lagergelegen kwelders. Deze kwelders werden doorneden door talloze kreekjes, die kronkelend richting zee afwaterden. Het landschap van Oostergo werd aan twee zijden begrensd door grote zeegeulen de Middelzee en de Lauwerszee. *Woonfunctie* De vroegste permanente bewoning in het noordelijk zeekleigebied gaat terug tot circa 600 voor Christus, toen men vanaf het Drents plateau verder de kustgebieden introk. Waarschijnlijk had men voor die tijd het gebied al wel gebruikt voor zomerbeweiding met de bijbehorende seizoensgebonden bewoning. De eerste bewoners van het gebied vestigden zich op de hoogste plaatsen in het gebied: de kwelderwallen en de oeverwallen langs de kreken. Aanvankelijk vestigde men zich direct op het maaiveld van de kwelderwallen. Na verloop van tijd begon als gevolg van de zeespiegelstijging het aantal overstromingen echter toe te nemen, waardoor men zich genoodzaakt zag de woonplaatsen op te hogen. Hiervoor gebruikte men al het materiaal dat voorhanden was, zoals huisafval, mest, klei en zoden. Vanaf circa 500 voor Christus ontstonden op deze wijze geleidelijk de eerste terpen in het gebied. De benaming wier(de) duidt eveneens op een kunstmatig opgehoogde woonplaats. Verscheidene terpdorpen in Oostergo hebben de uitgang -wier(de) zoals Metslawier, Niawier en Poppingawier. De ophoging van de terpen vond plaats in verschillende fasen. In perioden waarin overstromingen in frequentie en hoogte toenamen werden de terpen verder opgehoogd. Veel terpen raakten overspoeld en raakten bedekt met een laag zeeklei. Terpen waarbij dit veelvuldig gebeurde werden vaak verlaten. Sommige geheel, zoals Oosterbeintum, andere deels, zoals bijvoorbeeld Aalsum, waar alleen nog een kerk en een paar boerderijen liggen. In perioden met een rustigere zee was het niet nodig de terpen verder op te hogen. Soms ging men zelfs weer op het maaiveld van de kwelder wonen of op een terp die wegens eerdere overstromingen verlaten was. Aanvankelijk was er alleen sprake van afzonderlijke huisterpen. Na verloop van tijd echter groeiden de meeste aan elkaar tot dorpsterpen. De oudste vorm van deze dorpsterpen bestaat ideaaltypisch uit ronde, vrijliggende terpen met een straalsgewijze verkaveling en een rondweg en soms ook een ringsloot aan de voet. De afzonderlijke boerderijen liggen in een kring langs de rondweg of osseweg en hebben hun stalgedeelte naar buiten gericht, naar het omliggende land. In het open midden van de terp staat in veel gevallen een kerk. Voorbeelden van deze ronde terpen zijn Foudgum, Hogebeintum, Brantgum en Oostrum. Daarnaast zijn er terpen die een rechthoekige indeling hebben. Zo bestaan (Ooster-)Nijkerk en Lioessens uit langgerekte lintbebouwing langs een weg, en hebben Niawier, Engwierum, Ee en Jouswier een vierkante vorm. De meeste terpen in Oostergo bestaan echter uit een mengvorm van een ronde en een rechthoekige terp. Een apart type terpen wordt gevormd door de handelsterpen die zijn ontstaan in de periode vanaf circa na Christus. In deze periode kwam het Friese kustgebied op het kruispunt te liggen van belangrijke Europese handelsroutes waardoor de handel sterk opbloeide. In samenhang hiermee ontstonden handelsterpen die meestal op een oeverwal langs een kreek of zeearm vlak achter de kust lagen. Zo lag Oldeboorn aan het Boorne en lagen de oude kernen van Leeuwarden en Dokkum

2 respectievelijk aan de Middelzee en aan de Dokkumer Ee. Dit soort terpen heeft een langgerekt uiterlijk met een centrale weg waarlangs de bebouwing ligt. In tegenstelling tot de oudere terpen waar de bebouwing uit boerderijen bestond, lagen op de handelsterpen voornamelijk huisjes van ambachtslieden. De handelscontacten liepen voornamelijk over het water, wat blijkt uit het feit dat de centrale weg vaak aan weerszijden dood liep. In de loop der tijd werd hier vaak een kerk of een burcht/borg gebouwd. Aan de ligging van Leeuwarden aan het open water kwam overigens een einde toen de bedijkingen van de Middelzee in de tweede helft van de 13e eeuw tot voorbij Leeuwarden waren voortgeschreden. Met de latere inpolderingen van het Bildt kwam Leeuwarden nog verder van de zee af te liggen. De handelsterpen van Leeuwarden en Dokkum groeiden in de Volle en Late Middeleeuwen uit tot de enige twee steden in Oostergo. De ligging van de terpen vormt in de meeste gevallen een afspiegeling van de ligging van de kwelderwallen in de ondergrond omdat dit de hoogste delen in het landschap waren en beter voor bewoning geschikt waren. In Oostergo ligt één lange, brede kwelderwal en een aantal kleinere. De oudste terpenrij in Oostergo ligt op de brede kwelderwal die van Leeuwarden tot aan de Lauwerszee loopt en wordt gevormd door de dorpen Finkum, Hijum, Hallum, Marrum, Ferwerd, Blija en Holwerd. De terpen Lekkum en Wijns liggen op een kleine kwelderwal noordoostelijk van Leeuwarden en oostelijk van Dokkum ligt een kwelderwal waar de terpen Oostrum, Ee, Engwierum en Tibma op liggen. De terpen variëren sterk in hoogte: de dorpsterpen liggen gemiddeld 4 à 5 m boven NAP. De huisterpen zijn over het algemeen minder hoog. De terp van Hogebeintum is met meer dan 8 m boven NAP de hoogste terp van Nederland. Met de aanleg van een doorlopende zeedijk rond Oostergo kwam grotendeels een einde aan de regelmatig terugkerende overstromingen van het land zodat men niet meer gedwongen was om uitsluitend op de hogere kwelderruggen te wonen. Rond de 12e eeuw werd het mogelijk om zich te vestigen op de lagerliggende kweldervlakten. De verspreide bebouwing die hier ontstond, vond echter nog wel plaats op huisterpen, in verband met de onbetrouwbaarheid van de dijken. In het huidige landschap liggen verspreid nog vele van deze huisterpen. De aanleg van woningen en boerderijen op het maaiveld zou pas vanaf de 17e en 18e eeuw gebruikelijk worden door de verbeterde beheersing van zowel het binnen- als het buitenwater. De nederzettingen die in de kweldergebieden ontstonden waren veelal dochternederzettingen van reeds bestaande terpdorpen, zoals Hantumerhuizen en Hantumeruitburen bij Hantum. Langs de dijken zelf ontstond geleidelijk ook her en der bewoning. De rol van de handelsterpen, die door de bedijking niet meer goed bereikbaar waren, werd overgenomen door de zogenaamde zijldorpen die bij de sluizen (zijlen) in de zeedijken ontstonden. Voorbeelden hiervan zijn Ezumazijl en Dokkumernieuwezijlen. In het nieuwe land dat aan de zee onttrokken werd is overwegend verspreide bebouwing ontstaan op het maaiveld. In een enkel geval is er een kleine nederzetting ontstaan zoals Westernijtjerk bij Marrum en Hallumerhoek bij Hallum. In de twee kleine droogmakerijen zuidelijk van Leeuwarden is verspreide bebouwing te vinden. Naast de terp-, dijk- en zijldorpen komt nog een aantal andere dorpen voor die echter niet direct kenmerkend zijn voor het zeekleigebied van Oostergo. Zo liggen de dorpen Rinsumageest en Westergeest op twee zandopduikingen, waardoor zij de kenmerken hebben van nederzettingen op de zandgronden. In de periode na Christus werden ook de achterliggende, toen nog onbewoonde, veengebieden verder landinwaarts ontwaterd en ontgonnen, waarbij vele straatdorpen ontstonden. Deze dorpen bestonden uit een ontginningsas met daarlangs naast elkaar een aantal boerderijen met daarbij behorende kavels. *Agrarische functie* Waarschijnlijk zijn de kweldergebieden aanvankelijk alleen als zomerweide gebruikt. Pas toen men het gebied permanent ging bewonen is men het gebied intensiever gaan gebruiken en ging men ook akkerbouw bedrijven. De ontginning van de kwelders werd aangevat vanuit de terpen. Op de hogergelegen kwelderwallen en vaak ook op de terp zelf, lagen de akkers. Rondom de terp strekten zich de natte kweldergronden uit waarvan de aan de terp grenzende gronden als weiland en de laagste gronden als hooiland werden gebruikt. Deze onderverdeling is nog af te leiden uit de naamgeving van verschillende gebieden: ies, ees of valge wijst op akkers, fen(ne), fin(ne) of fenland op weiland en miede of mede op hooiland, zoals de Holwerdermieden bij Holwerd en De Mieden noordoostelijk van Ee. Aanvankelijk waren de gronden gemeenschappelijk bezit. Het land was opgedeeld in grote gebruiksblokken die begrensd werden door het natuurlijke patroon van kronkelende stroompjes. Toen echter in de Romeinse tijd de bevolking sterk groeide, was intensivering van het grondgebruik nodig. Hiertoe werden de voorheen gemeenschappelijk gebruikte gronden onderverdeeld in afzonderlijke

3 kavels. Vanaf de terpen werden slootjes gegraven naar de omliggende lagere gronden, waardoor bij verscheidene terpen de indeling van de terp doorloopt in de verkaveling rond de terp. Bij ronde terpen is rondom vaak een radiaire verkaveling ontstaan, terwijl bij de meer rechthoekige terpen de percelering van het omliggende land veelal rechthoekig ingedeeld is. Hierbij had elke boer een deel van het bouwland, weiland en hooiland. Bij de ontginning van de lagergelegen kwelders ging men voornamelijk uit van de kreekjes die met elkaar verbonden werden door gegraven sloten. Door het grillige verloop van de stroompjes en het spontane karakter van de ontginningen ontstonden de voor het gebied zo kenmerkende onregelmatige blokverkavelingen. In vele polders heeft de kleinschalige verkaveling echter plaatsgemaakt voor een grootschaliger en regelmatiger verkavelingspatroon als gevolg van ruilverkavelingen. De verkaveling in de polders die op de zee gewonnen zijn is vrij divers. In de oudere op de zee gewonnen polders langs de noordwestkust van Oostergo is de verkaveling strookvormig, zoals in de polders bij Ferwerd en Holwerd. Dit was het gevolg van het recht van opstrek dat gold voor de nieuwe polders. Elke boer werd eigenaar van de strook nieuw gewonnen land die in het verlengde lag van zijn eigen land. Hierdoor ontstonden kavels die zich uitstrekten over meerdere polders, zoals bij Ferwerd en Blija op enkele plaatsen te herkennen is. De verkaveling in het nieuwe land zuidelijk van de Lauwerszee is onregelmatig blokvormig, wat erop wijst dat de gronden al lang voor de inpoldering in gebruik waren genomen. In deze verkavelingen is vaak nog de oude loop van de kreken te herkennen. Bij de afdamming van de grote getijdenkreken Dokkumer Ee en Boorne ontstond eveneens nieuw land met een onregelmatige blokvormige verkaveling. Westelijk van Dokkum ligt bijvoorbeeld het gebied De Keegen, waarvan de naam nog duidt op (voormalige) buitendijks gelegen stukken land. Dit land werd halverwege de 16e eeuw ingepolderd toen de Dokkumer Ee een nieuwe loop kreeg. De jongere op de zee gewonnen polders aan de westzijde van de Lauwerszee zijn grootschaliger verkaveld in blokken of stroken, zoals in de Anjumer- en Lioessenser Polder en de Engwierumer Polder. Vanwege de lange duur van de opslibbing met klei in de op de zee gewonnen polders, liggen de polders hoger dan van het oudere land. Deze hoge ligging maakte het mogelijk om akkerbouw te bedrijven. Naast de winning van polders op de zee heeft er in Oostergo nog een andere vorm van landaanwinning plaatsgevonden: de droogmaking van plassen. Zuidelijk van Leeuwarden ligt een drietal kleine drooggemalen plassen: de Hempensermeerpolder, de Grote Wargaastermeer en de Lytse Mar oostelijk van Warga. Deze polders zijn in de 17e en 18e eeuw drooggemalen en bezitten een zeer regelmatige blokvormige verkaveling kenmerkend voor droogmakerijen. De Hempensermeerpolder en de Grote Wargaastermeer bezitten een ringvaart en een ringdijk, de Lytse Mar alleen een nog een dijk. Naast deze duidelijk herkenbare drooggemaakte meertjes zijn er ook verscheidene voormalige meertjes die in het landschap alleen te herkennen zijn als een laagte zoals een aantal meertjes tussen Dokkum en Hallum. In de dieper landinwaarts gelegen veengebieden overheersen de strokenverkavelingen. Dit gebied werd vanaf de 10e eeuw ontgonnen vanuit het terpengebied. Allereerst moest het gebied ontwaterd worden waarvoor evenwijdige slootjes het veen in werden gegraven. Met name in het gebied tussen Leeuwarden en Dokkum is goed te zien dat men vanuit het terpengebied is begonnen. De doorgaande strokenverkavelingen in dit gebied sluiten namelijk aan op de dorpsstructuren van het aangrenzende kweldergebied. De dorpsgrenzen lopen veelal langs rechte kavelsloten die vanaf de kust tot ver het binnenland in doorlopen, zoals bij Bartlehiem. De ontwateringssloten in deze veengebieden zijn vrijwel evenwijdig aan elkaar aangelegd en liggen veelal in het verlengde van de afwateringssloten in de kleigebieden. Zo is de Finkumervaart verder het veengebied in verlengd in de vorm van de Oudkerkster vaart en loopt de Cornjumervaart eveneens verder het veen in. De lange strokenverkavelingen zijn ontstaan doordat er sprake was van het recht van opstrek: de ontginners konden hun percelen verlengen totdat zij op een ander ontginningsblok stootten. Omdat de ontginning in de veengebieden veelal collectief werd aangevat, is er een veel regelmatigere verkaveling ontstaan dan in de zeekleigebieden. Ten zuiden van Leeuwarden is de verkaveling van de veengebieden onregelmatiger. Waarschijnlijk lag het initiatief voor de ontginning hier bij individuele of kleine groepen kolonisten. Men is hier bij de ontginning uitgegaan van de reeds aanwezige veenstroompjes om van daaruit het gebied open te leggen. De zoute omstandigheden in het kweldergebied noodzaakten tot de aanleg van drinkwaterkuilen voor de zoetwatervoorziening van het vee. Deze zogenaamde dobben werden veelal aangelegd midden op de terp en later ook in de buitendijkse gronden die al wel als weidegrond in gebruik waren. De dobben op de terpen zijn alle verdwenen omdat zij na de bedijking van Oostergo overbodig werden. Tijdens de kerstening werd op de vrijgekomen plaats midden op de terp vaak een kerk gebouwd, zoals eerder reeds genoemd. Op de huidige buitendijkse gronden zijn nog wel verscheidene dobben te vinden, met name in de buurt van Marrum en Blija. Deze dobben zijn vaak van jongere datum.

4 Verspreid in het gebied liggen verscheidene eendenkooien. De meeste eendenkooien bestaan uit een kooibos met een min of meer rechthoekige kooiplas met vier vangpijpen, zoals de eendenkooi ten zuidoosten van Hallum. Oostelijk van Tibma liggen twee kooibossen met een min of meer ronde kooiplas met zes vangpijpen. *Waterstaatsfunctie* Bedijking De oudste bedijkingen in Oostergo bestonden uit lage dijken of kaden langs geulen en riviertjes om de landerijen tegen het water te beschermen. Met de aanleg van de grotere zeewerende dijken in Oostergo is men mogelijk al in de 10e eeuw begonnen. In de 12e eeuw was in ieder geval heel Oostergo omringd door een doorgaande dijk. Deze liep van Deersum via Irnsum, Roordahuizen, Leeuwarden, Stiens, Holwerd, Wierum en Oostmahorn naar Engwierum. De grote geulen van het Boorne en de Dokkumer Ee werden aanvankelijk nog open gelaten; bij het Boorne werden de noordelijke en zuidelijke oever gevolgd door een dijk en de Dokkumer Ee werd tot voorbij Dokkum eveneens aan weerszijden bedijkt. Op sommige plaatsen lagen de oudste zeewerende dijken verder zeewaarts en zijn zij bij stormvloeden weggeslagen zoals tussen Oostmahorn en Engwierum, waar buiten de dijk verloren gegane landerijen van de eerste bedijkingen liggen. Niet overal zijn deze oude bedijkingen nog als zodanig herkenbaar. Nadat er verder zeewaarts een nieuwe dijk was gelegd verloor de oude dijk zijn functie en werd in veel gevallen vergraven. Op verscheidene plaatsen getuigt alleen de vroeger over de dijk lopende weg van het tracé van de dijk zoals het geval is bij de Ljouwerterdyk, de Holwerder Dijk en de Oude Zeedijk. Na de aanleg van de zeedijken rondom Oostergo zijn er nog verscheidene hem- of binnendijken aangelegd om het land te beschermen tegen het binnenwater. Al vanaf de 12e eeuw is men in Oostergo begonnen met offensieve bedijkingen: het inpolderen van nieuwland en het afdammen van grote getijdenkreken. Vóór de oudste dijken liet men als bescherming vaak een breed voorland liggen, dat voornamelijk als weiland werd gebruikt. Als dit gebied hoog genoeg was opgeslibd, werd er ter bescherming een kadijk of zomerdijk omheen gelegd. Tussen Stiens en Holwerd is op deze wijze bijvoorbeeld één van de oudste op de zee gewonnen polders van Oostergo ontstaan; deze polder stamt mogelijk reeds uit de 12e eeuw. De overige op de zee gewonnen polders langs de noordwestkust van Oostergo stammen uit eind 16e eeuw (ten noorden van Holwerd en Ternaard). In het Lauwerszeegebied is men in de tweede helft van de 13e eeuw in het zuiden begonnen met het inpolderen van land, waarna men in de daaropvolgende eeuwen grote stukken land op de zee heeft gewonnen. De laatste inpoldering in dit gebied heeft plaatsgevonden in 1969, waarbij de Lauwerszee werd afgesloten van de Waddenzee. De grote getijdenkreken die aanvankelijk nog opengelaten waren bij de aanleg van de zeedijk rond Oostergo werden eveneens geleidelijk afgedamd. De Dokkumer Ee werd in drie fasen afgedamd: de eerste twee afdammingen vonden in de 16e eeuw plaats ten westen van Dokkum en de laatste afdamming bij de Lauwerszee begin 18e eeuw, waarna de uitwatering op de Lauwerszee plaatsvond via de Dokkumernieuwezijlen. Het Boorne is in twee fasen afgedamd in de 11e/12e eeuw. De eerste dam lag even boven Jirnsum en de tweede dam sloot het gebied bij Tsijnserburen af van de Middelzee. De afdamming van de Middelzee, net buiten de westgrens van Oostergo, was begin 12e eeuw al voortgeschreden tot Scharnegoutum waarna geleidelijk de hele Middelzee en het Bildt werden ingepolderd. Als gevolg hiervan werd een steeds groter deel van de westelijke ringdijk rond Oostergo tot slaperdijk. Sinds halverwege de 18e eeuw, toen de buitenste zeedijk rond het Bildt werd aangelegd, heeft de gehele westelijke dijk van Oostergo zuidelijk van ongeveer Hallum (Bredijk, Hege Dijk, Aldedijk, Snitserdijk) zijn functie als zeewerende dijk verloren. Tot in de 19e eeuw bepaalde de natuurlijke aanwas het tempo van de landaanwinning. Vanaf die tijd begon men echter met het kunstmatig bevorderen van de landaanwas, waarbij de polders direct buiten de huidige zeedijk zijn ontstaan. Dit gebeurde vanaf het begin van de 19e eeuw door middel van de zogenaamde landbouwersmethode. Hierbij werden in de kwelders systematisch kuilen gegraven die het slib opvingen. Naderhand werd dit slib over de kwelders verdeeld, zodat het gebied sneller opgehoogd raakte. Vanaf de jaren dertig van de 20e eeuw werd een nieuwe methode om land te winnen gebruikt die bekend staat onder de naam Sleeswijk-Holsteinmethode. De buitendijkse gebieden werden verdeeld in bezinkvelden van circa 400 bij 400 meter die omringd werden door rijshoutdammen of grond. In elk veld werden, dwars op de kustlijn, een of meer sloten met zijgreppels gegraven waarin het slib zich afzette. Eén à twee keer per jaar werd dit slib over de gronden uitgespreid. Tegenwoordig wordt op deze wijze nog steeds de landaanwas bevorderd. De kwelders voor de kust laten de verschillende groeistadia zien: van de hoog opgeslibde, met gras begroeide kegen direct onder de dijk, via de nauwelijks begroeide slikken tot aan de open wadden.

5 Verschillende kloosters die zich vanaf 1100 in het gebied vestigden, hebben een rol gespeeld bij de (offensieve) bedijkingen en landaanwinning in Oostergo. Het gaat hier met name om Mariëngaarde bij Hallum en Gerkesklooster, waarvan de laatste een groot aandeel gehad heeft bij de bedijkingen in het Lauwerszeegebied. Ondanks de aanleg van dijken werd het gebied nog geregeld geteisterd door overstromingen als gevolg van dijkdoorbraken. Deze doorbraken werden veelal veroorzaakt door stormvloeden, maar ook de mens heeft hieraan bijgedragen door de zoutwinning die her en der langs de kust plaatsvond. De plaatsen waar een dijk ooit is doorgebroken zijn vaak nog te herkennen aan een bocht in de dijk. Op deze plaatsen is na een doorbraak een doorbraakgat of wiel ontstaan waar de dijk naderhand omheen is aangelegd. De wielen zelf zijn veelal verdwenen omdat ze zijn verland of drooggemalen. Nog bestaande wielen liggen bijvoorbeeld langs de Wouddijk/Wôlddiek, de zuidelijke dijk van het Oud- Dokkumerdiep. Hier ligt het Mâllegraefsgat en een kleiner wiel ten noorden van het Beintemahûs. Langs een oude zeedijk bij Munnikezijl ligt eveneens nog een wiel. *Afwatering* Vóór de aanleg van dijken vond de afwatering van het gebied plaats via het dichte netwerk van kreken en de grote zeearmen als de Middelzee en de Lauwerszee, die onder invloed stonden van de getijdenwerking. De aanleg van de dijken rond Oostergo zorgde voor wateroverlast in het meer landinwaarts gelegen gebied omdat het overtollige water niet meer goed geloosd kon worden. Dit probleem werd in het westelijk deel van Oostergo nog vergroot door de inpolderingen in het gebied van de Middelzee en het Bildt. Aanvankelijk werd het overtollige water van de aangrenzende gronden in Oostergo op de Middelzee geloosd. Na de inpoldering van dit gebied werd echter langs de Zwette, de grenssloot tussen Oostergo en Westergo, een kade aangelegd aan de zijde van Oostergo. Hierdoor werd het onmogelijk om nog in de richting van de Middelzee af te wateren, waardoor de afwatering van de aangrenzende gronden verlegd werd naar Dokkum. Om de afwateringsproblemen op te lossen zijn verscheidene vaarten in het gebied gegraven voor de afvoer van het water zoals de Huijumervaart en de Heerenwegstervaart. Bij de bedijkingen werd op de plaats waar een kreek of een vaart in zee uitmondde een afwateringssluis of zijl aangelegd in de dijk. De inpolderingen van het Bildt hadden tot gevolg dat een belangrijke afwateringssluis van Oostergo in Oude Leije tot tweemaal toe werd verlegd. Sinds de 18e eeuw vindt de uitwatering plaats bij Nieuwe Bildtzijl. *Delfstoffenwinning* In Oostergo is in de Middeleeuwen op grote schaal veen vergraven voor de zoutwinning. Als gevolg van de geregelde overstromingen met zeewater bevatte het veen in de kustgebieden veel zout. Dit werd gewonnen door middel van selnering. Het veen werd daartoe onder de kleilaag vandaan gegraven en gedroogd en verbrand. De overblijvende zouthoudende as werd opgelost in zeewater, wat men vervolgens indampte zodat het zout in gekristalliseerde vorm overbleef. De afgegraven gebieden hebben meestal een verstoord bodemprofiel en zijn nog in het landschap te herkennen als uitgestrekte lagergelegen gebieden. Met name in De Kolken zuidelijk van Anjum, en tussen Wetzens, Jouswier en Oostrum zijn grote oppervlakten veen afgegraven. Deze vorm van zoutwinning had vaak grote gevolgen voor het landschap, omdat de zee in deze gebieden veel gemakkelijker kon doordringen en voor landverlies zorgde. Naast de winning van veen werd op enkele plaatsen tevens klei gewonnen voor de fabricage van bakstenen. Aanvankelijk werden deze alleen gebruikt voor de bouw van kloosters en kerken, later ook voor adellijke huizen en nog later ook voor boerderijen. Bij Oostrum aan het Dokkumer Grootdiep ligt nog een oude steenfabriek waar rondom een aantal percelen is afgegraven voor de kleiwinning. Deze afgetichelde percelen liggen, net als de verveende gebieden, meestal wat lager dan de omliggende percelen. Het buurtschap Tichelwerk bij Wijns herinnert nog aan de ligging van een steenfabriek of tichelwerk. Tussen 1840 en 1945 vonden er op grote schaal commerciële terpafgravingen plaats, waarbij vrijwel geen enkele terp onafgegraven is gebleven. De vruchtbare terpaarde werd gebruikt als meststof voor landbouwgebieden elders. Voor het vervoer van de terpaarde werd de vaart van de terp uitgebaggerd of werd een nieuwe gegraven, zodat de terp aangesloten was op het netwerk van doorgaande waterwegen in de omgeving. Deze vaarten hebben veelal de naam van de terp waar ze vanuit gaan, zoals de Holwerdervaart bij Holwerd. Sommige terpen werden geheel afgegraven, andere slechts ten dele. Bij terpen die maar voor een deel zijn afgegraven ontstonden duidelijke hoogteverschillen tussen de vergraven delen en de niet vergraven delen. Deze zogenaamde steilrandjes zijn nog duidelijk te zien bij Hogebeintum en bij Hijum.

6 *Verkeersfunctie* Tot ver in de 19e eeuw vormden waterwegen de belangrijkste transportroutes in Friesland. Al vanaf de vroegste occupatie van het gebied werden de verschillende grotere en kleinere riviertjes gebruikt voor het vervoer van goederen. Vele van deze riviertjes zijn later rechtgetrokken of gekanaliseerd. Voor het grotere verkeer werd een aantal doorgaande trekvaarten gegraven. De meeste hiervan bestaan uit van oorsprong natuurlijke waterlopen die halverwege de 17e eeuw zijn ingericht als trekvaart. Dit hield in dat zij verbreed en uitgediept werden en voorzien van een of twee jaagpaden of trekwegen. Deze vaarten werden bevaren door trekschuiten voor personenvervoer. De trekschuiten werden voortgetrokken door paarden, die over de trekweg liepen. De grootste trekvaart in het gebied wordt gevormd door de Dokkumer Ee, waar een aantal kleinere in uitmonden zoals de Hallumertrekvaart. Niet alle trekvaarten bestonden uit vergraven waterlopen. Enkele vaarten zijn nieuw gegraven, zoals de Stroobossertrekvaart, eveneens een aftakking van de Dokkumer Ee. Voor de ontsluiting van de afzonderlijke dorpen werden opvaarten gegraven die aansloten op het netwerk van doorgaande vaarten. Deze opvaarten zijn later vaak gebruikt voor het vervoer van terpaarde bij de reeds genoemde terpafgravingen. In het tweede kwart van de 20e eeuw zijn het Van Harinxmakanaal en het Prinses Margrietkanaal aangelegd, waarin verschillende oudere vaarten zijn opgenomen. Naast de waterwegen is er ook een netwerk van landwegen in Oostergo. De wegen in het gebied volgen van oudsher vaak de oude dijken over de oeverwallen langs de geulen en riviertjes, omdat dit de hoogste en daarmee droogste plaatsen in het landschap waren. Door het kronkelige karakter van deze waterlopen en het feit dat er in het verleden geregeld dijkdoorbraken hebben plaatsgevonden, hebben de wegen vaak een bochtig verloop. Ook de trekwegen of jaagpaden langs de trekvaarten werden intensief gebruikt. Daarnaast loopt er een aantal wegen van het kustgebied naar de achterliggende veengebieden in de binnenlanden. De doorgaande wegen hebben een rechter verloop. De in het tweede kwart van de 16e eeuw aangelegde Zwarteweg van Leeuwarden naar het oostelijk gelegen Rijperkerk wordt gezien als de oudste verharde weg in Noord-Nederland. Vanaf het tweede kwart van de 19e eeuw kwam een netwerk van doorgaande verharde wegen tot stand. Van Leeuwarden werden wegen aangelegd naar Harlingen en naar Groningen en naar het zuiden; enerzijds via Sneek naar Lemmer en anderzijds richting Steenwijk. Met de komst van de spoorwegen in Friesland in 1863 kwam het vervoer over trekvaarten grotendeels ten einde. Als eerste werd de lijn Harlingen-Leeuwarden aangelegd, al snel gevolgd door lijnen van Leeuwarden naar Groningen, Meppel en Stavoren. Eind 19e eeuw werd de tramlijn van Dokkum naar Veenwouden aangelegd, begin 20e eeuw werden lokaalspoorlijnen aangelegd van Leeuwarden naar Dokkum-Anjum en naar Franeker-Harlingen. Deze tram- en lokaalspoorlijnen zijn opgeheven toen de bus en de vrachtwagen hun intrede deden begin 20e eeuw. In het landschap is het traject van de tram- en spoorlijnen vaak nog te herkennen in de spoordijken waar zij overheen liepen. Zo is het traject Leeuwarden-Dokkum-Anjum op verschillende punten als dijk in het landschap te zien en op andere punten nog in de verkaveling te herkennen. *Defensiefunctie* Vanaf de tweede helft van de 13e eeuw werden in het gebied vele steenhuizen of stinsen gebouwd. Dit waren aanvankelijk alleen verdedigbare stenen torens die als toevluchtsoord dienden; vanaf de 14e en 15e eeuw werden ze vaak zodanig aangepast en uitgebreid dat ze bewoond konden worden. De bakstenen torens konden vaak alleen bereikt worden via een houten trap van buitenaf, die verwijderd kon worden om vijanden buiten te houden. Torenstinsen werden vaak op een verhoging, een stinswier, gebouwd die omgeven was door een gracht en een aarden wal. In Oostergo zijn waarschijnlijk geen stinswieren meer over; alleen de hege wier bij de voormalige Jongemastate in Rauwerd is mogelijk een stinswier. Van de torenstinsen zelf zijn geen exemplaren meer bewaard gebleven in Oostergo. In de 14e en 15e eeuw werden er ook zogenaamde zaalstinsen gebouwd, die beter voor bewoning geschikt waren dan de torenstinsen. Vanaf de 16e eeuw verloren de stinsen langzamerhand hun defensiefunctie en kregen zij steeds meer de functie van statussymbool; zij werden veelal omgebouwd tot statige landhuizen: states. Hoewel vele landgoederen in Oostergo de naam state droegen, zijn niet alle states voortgekomen uit een stins. Rond vele states werden in de 17e en 18e eeuw fraaie tuinen en landgoedbossen aangelegd. Van de vele (zaal)stinsen die in vorige eeuwen hebben bestaan, is het merendeel vanaf het midden van de 18e tot het begin van de 20e eeuw afgebroken. Na afbraak van een stins of state werd veelal een boerderij op het borgterrein gebouwd die soms nog wel de oorspronkelijke naam draagt. Fraaie states zijn nog te vinden bij Hogebeintum (de Harstastate) en bij Jelsum (de Dekemastate). Bij de

7 verdwenen states is de omgrachting van de terreinen vaak nog goed herkenbaar evenals de beplanting met hoge bomen. In sommige gevallen staat de toegangspoort nog zoals bijvoorbeeld op het terrein van de Jongemastate bij Rauwerd en de Sjuxmastate bij Waaxens. Rond Dokkum en Leeuwarden zijn nog vestingwerken aanwezig, bestaande uit een omwalling en een omgrachting. Bij Dokkum zijn deze werken nog goed herkenbaar, bij Leeuwarden is nog maar op enkele plaatsen de wal herkenbaar. Karakteristieke historisch-geografische elementen en patronen Oostergo *Fysische geografie* één langgerekte brede kwelderwal langs voormalige Middelzee en Noordzee en een aantal kleinere kreekruggen langs de geulen landinwaarts met hier tussenin de lagergelegen kwelders *Woonfunctie* oudste bewoning: op kwelderwal terpen: ronde terpen; rechthoekige terpen; langgerekte handelsterpen; huisterpen zijldorpen *Agrarische functie* kleinschalige onregelmatige blokverkaveling op kwelderwallen en kwelderlaagten onregelmatige strokenverkaveling en grootschalige blok- en strokenverkaveling in de op de zee gewonnen polders rationele blokverkaveling in de droogmakerijen radiaire verkaveling rond ronde terpen, rechthoekige verkaveling rond rechthoekige terpen akkerbouw op kwelderwallen veeteelt op lagergelegen kwelders dobben op buitendijkse gronden eendenkooien *Waterstaatsfunctie* oudste dijken: doorgaande dijk rond Oostergo landaanwinningsdijken slaperdijken landaanwinning vanaf 19e eeuw tot heden door bevordering van de landaanwas kloosters kronkelend verloop van dijken die doorgebroken zijn, soms met wiel netwerk van afwateringskanaaltjes met een min of meer radiair verloop vanaf de kwelderwal richting de veengebieden *Delfstoffenwinning* lagergelegen percelen als gevolg van selnering en kleiwinning (afgetichelde percelen) afgegraven terpen *Verkeersfunctie* netwerk van wegen die vanouds kwelderwallen en dijken volgen wegen die straalsgewijs vanaf kwelderwal naar veengebied lopen netwerk van trekvaarten met trekwegen opvaarten (lokaal-)spoorlijnen *Defensiefunctie* states voortgekomen uit stinsen hege wieren omwalling en omgrachting Leeuwarden en Dokkum

8 *Literatuur* Baas, H.G., P.P.D. Burm, W.A. Ligtendag en V. Vreugdenhil (1997). Historische geografie in kaart. De selectie van aandachtsgebieden en elementen en patronen van bovenregionale betekenis, onderverdeeld naar landschapvormende functie. Hoorn. Berendsen, H.J.A. (1997) Landschappelijke Nederland. Fysische Geografie van Nederland. Assen. Berendsen, H.J.A. (1996) De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie. Fysische Geografie van Nederland. Assen. Besteman, J.C., J.M. Bos en H.A, Heidinga (1992) Graven naar Friese Koningen. De opgravingen in Wijnaldum. Franeker. Boeles, P.C.J.A. (1951) Friesland tot de elfde eeuw. Zijn vóór- en vroege geschiedenis. s- Gravenhage. Bos, J.M. (1995) Archeologie van Friesland. Utrecht. Eekhoff, W. ( ) Nieuwe atlas van de Provincie Utrecht.. s-gravenhage/utrecht. Elward, R. en P. Karstkarel (1990) Stinsen en States. Adellijk wonen in Friesland. Drachten/Leeuwarden. Grote Provincie Atlas van Nederland 1: (1995). Friesland. Groningen. Grote Historische Atlas van Nederland 1: (1990). Deel 2 Noord-Nederland Groningen. Hacquebord, L. (1991) Het noordelijk zeekleilandschap. In: S. Barends et al (red.) (1991) Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Utrecht, p Halbertsma, H. ( ) Inventaris van terpen en wierden in de provinciën Friesland en Groningen. Halbertsma, H. (1963) Terpen tussen Vlie en Eems. Een geografisch-historische benadering. Groningen. Horsten, F.H. (1992) Historische Wegenatlas van Nederland, 16e tot 19e eeuw. Amsterdam. Huisman, K. (1992) De oudste bedijkingen in Friesland. In: E.H. Walsmit en M.H. Boetes (1992) Strijd tegen het water. Het beheer van land en water in het Zuiderzeegebied. Zutphen, p Kramer, E. (1988) Onderzoek naar Stienswieren in Friesland en groningen. In: M. Bierma et al (1988) Terpen en wierden in het Fries-Groningse kustgebied. Groningen, p Langen, G.J. de (1992) Middeleeuws Friesland. De economische ontwikkeling van het gewest Oostergo in de vroege en volle middeleeuwen. Groningen. Langen, G.J. de et al (red.) (1996) Verborgen Verleden Belicht. Introductie tot het historische en archeologische archief van Friesland. Leeuwarden. Mol, J.A. (1992) Middeleeuwse kloosters en dijkbouw in Friesland. In: E.H. Walsmit en M.H. Boetes (1992) Strijd tegen het water. Het beheer van land en water in het Zuiderzeegebied. Zutphen, p Poldervaart, M. (1999) Eendenkooien, een typisch Nederlandse creatie. In: Historisch-Geografisch Tijdschrift 17, nr.2, p Rienks, K.A. en G.L. Walther (1984) Binnendiken en slieperdiken yn Fryslân. Bolsward. Schotanus, D.B. (1718) Uitbeelding der heerlijkheit Friesland; zoo in t algemeen als in haare XXX bijzondere grietenijen. Schroor, M. (1993). De wereld van het Friese landschap. Groningen. Stichting voor Bodemkartering (1974) Bodemkaart van Nederland (1:50.000). Blad 5. Wageningen. Stichting voor Bodemkartering (1976) Bodemkaart van Nederland (1:50.000). Blad 10. Wageningen. Waterbolk, H.T. (1988) Zomerbewoning in het terpengebied. In: M. Bierma et al (1988) Terpen en wierden in het Fries-Groningse kustgebied. Groningen, p.1-19.

Westergo. Deelgebied/Culturele entiteit:

Westergo. Deelgebied/Culturele entiteit: Deelgebied/Culturele entiteit: Westergo 1. Geomorfologie Het IJsselmeer en de Waddenzee begrenzen het deelgebied Westergo in het westen en het noorden. Het dijkenstelsel van Middelzee en Marne en een aantal

Nadere informatie

Aandachtsgebied 87: Middelzee-Marne

Aandachtsgebied 87: Middelzee-Marne Aandachtsgebied 87: Middelzee-Marne *Afgrenzing* Het gebied wordt aan de oostzijde begrensd door de Vijfhuisterdijk, de Breedijk/Hege Dijk/De Trije Romers en de Aldedijk. Bij Tsijnserburen gaat de grens

Nadere informatie

Naam regio: Oostergo. 1. Ligging. 2. Karakteristiek. CultGIS: beschrijvingen Friese regio s

Naam regio: Oostergo. 1. Ligging. 2. Karakteristiek. CultGIS: beschrijvingen Friese regio s Naam regio: Oostergo 1. Ligging Het deelgebied Oostergo wordt in het noorden begrensd door de Waddenzee en in het westen door de oostelijke dijk van de Middelzee (Vijfhuisterdijk, Bredijk, Hege Dijk, Aldedijk,

Nadere informatie

Beleid, bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan

Beleid, bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan 2 Beleid, bestemmingsplan en beeldkwaliteitplan Twee perspectieven bepalen het beleid ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit inhet bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan: het verleden en de toekomst.

Nadere informatie

De Marneslenk. Het kustlandschap van zuidelijk Westergo door de eeuwen heen. Theo Spek

De Marneslenk. Het kustlandschap van zuidelijk Westergo door de eeuwen heen. Theo Spek De Marneslenk Het kustlandschap van zuidelijk Westergo door de eeuwen heen Theo Spek Kenniscentrum Landschap RUG Opgericht in 2010 Gevestigd in de binnenstad van Groningen (Oude Boteringestraat 34) 8 medewerkers,

Nadere informatie

15 Landschap 5: Zeekleigebied

15 Landschap 5: Zeekleigebied 15 Landschap 5: Zeekleigebied Stolpboerderij in de Wieringerwaard. 15.1 Inleiding Het zeekleigebied beslaat een aanzienlijk deel van Laag-Nederland. Het is in twee deellandschappen onder te verdelen: het

Nadere informatie

Ontgonnen Verleden Regiobeschrijvingen provincie Friesland

Ontgonnen Verleden Regiobeschrijvingen provincie Friesland Ontgonnen Verleden Regiobeschrijvingen provincie Friesland Adriaan Haartsen Directie Kennis, juni 2009 2009 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rapport DK nr. 2009/dk116-B

Nadere informatie

ADVIES NIJE PLEATS. Agrarisch bedrijf, Familie Anema-Visbeek te Hallum

ADVIES NIJE PLEATS. Agrarisch bedrijf, Familie Anema-Visbeek te Hallum Hallum, Piebewei 2 ADVIES NIJE PLEATS Agrarisch bedrijf, Familie Anema-Visbeek te Hallum Datum: 7 augustus 2013 COLOFON Nije Pleats, 7 augustus 2013 Status rapport: definitief Rapport opgesteld door:

Nadere informatie

Aandachtsgebied 86: Westergo

Aandachtsgebied 86: Westergo Aandachtsgebied 86: Westergo *Afgrenzing* Westergo, zoals hieronder beschreven, wordt in het westen en noorden begrensd door het IJsselmeer en de Waddenzee. De voormalige dijken langs de Middelzee van

Nadere informatie

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden opdrachtvel naam Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden Ben je eerder klaar met de vragen? Dan mag je beginnen met de woordzoeker op de laatste pagina. 1. Welk antwoord is goed?

Nadere informatie

LEZEN. Terpentijd - 1500

LEZEN. Terpentijd - 1500 1 LEZEN Terpentijd - 1500 Friesland bestaat eigenlijk uit drie delen: de klei, het veen en het zand. De eerste boeren woonden op het zand (De Wouden en Gaasterland). Hun aardewerk in de vorm van trechters

Nadere informatie

Naam regio: Middelzeegebied en Marneboezem

Naam regio: Middelzeegebied en Marneboezem Naam regio: Middelzeegebied en Marneboezem Het landschap bij de Oude Bildtdijk 1. Ligging Het gebied wordt aan de oostzijde begrensd door de Vijfhuisterdijk, de Breedijk/Hege Dijk/De Trije Romers en de

Nadere informatie

12. Verkaveling haaks op hoofdstructuur

12. Verkaveling haaks op hoofdstructuur Bijlagen Landschapstypen I Het bekengebied / de Zuidwesthoek II Gaasterland III Kleigebied / voormalige Middelzee IV Laagveen V Merengebied VI Noordelijke wouden 113 12. Verkaveling haaks op hoofdstructuur

Nadere informatie

Kustlijn van de Noordzee

Kustlijn van de Noordzee International Wadden Sea School www.iwss.org 150.000 jaar geleden - 150.000 jaar geleden was het hele Noordzeebekken bedekt met een dikke ijslaag: dit was de Saale ijstijd. - Alle zeewater was in gletsjers

Nadere informatie

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek

Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Kerkpad aan de Tweehuizerweg 6 te Spijk (gem. Delfzijl) Een Cultuurhistorisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de gemeente Delfzijl, vertegenwoordigd door mevr. E. van Joolen, is een cultuurhistorisch

Nadere informatie

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN

Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN Paleogeografie van Nederland Zeespiegelstijging Tussen

Nadere informatie

Het Reitdiepgebied (Hunsingo)

Het Reitdiepgebied (Hunsingo) Deelgebied/Culturele entiteit: Het Reitdiepgebied (Hunsingo) 1. Geomorfologie Het Reitdiepgebied ofwel Hunsingo bestaat uit enkele grote, oude cultuurlandschappen die omringd worden door voormalige zeeboezems.

Nadere informatie

Landschapstypering van Fryslân

Landschapstypering van Fryslân Landschapstypering van Fryslân Inleiding Fryslân heeft een rijke schakering aan landschappen: kleinschalige zandlandschappen in het (zuid)oosten, het weidse veenweide- en merenlandschap in het Lage Midden

Nadere informatie

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/79565

Extra: Terpen hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/79565 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 03 oktober 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/79565 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

Bijlage 1: Ambitie en kader

Bijlage 1: Ambitie en kader BIJLAGEN Bijlage 1: Ambitie en kader Provincie Fryslân In de provinciale Verordening Romte is aangegeven dat bij een ruimtelijk plan voor het landelijk gebied rekening moet worden gehouden met de herkenbaarheid

Nadere informatie

Dollard: landschapsontwikkeling en geologie van vóór de Dollardinbraken

Dollard: landschapsontwikkeling en geologie van vóór de Dollardinbraken De Stichting Verdronken Geschiedenis organiseerde in het kader van het project Verhalen van de Eems-Dollard kust in het najaar van 2016 avonden, middagen en excursies waarop zeer uiteenlopende verhalen

Nadere informatie

Het rivierklei-landschap

Het rivierklei-landschap Het rivierklei-landschap Kaart rivierlandschap in Het huidige rivierengebied omvat de stroomgebieden van de Maas en de Rijn. De Rijn vertakt vrijwel direct na binnenkomst in ons land bij Lobith in een

Nadere informatie

16 Deellandschap 10: Noordelijk zeekleigebied

16 Deellandschap 10: Noordelijk zeekleigebied 16 Deellandschap 10: Noordelijk zeekleigebied Stinswier bij Beetgum (Friesland). 16.1 Inleiding Het Noord-Nederlandse zeekleigebied is tot stand gekomen in een reeks overstromingsfasen waarbij de zee klei

Nadere informatie

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Datum laag water Lauwersoog Naam Locatie/hulpmiddel Locatie(detail) Begeleiders 19-4-2015 18:06 Heffezand Wad/Schip Op het wad tussen Simonszand en de kust 2-5-2015

Nadere informatie

Landschapstypering van Fryslân

Landschapstypering van Fryslân Landschapstypering van Fryslân Inleiding Fryslân heeft een rijke schakering aan landschappen: kleinschalige zandlandschappen in het (zuid)oosten, het weidse veenweide- en merenlandschap in het Lage Midden

Nadere informatie

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015

Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Wad een Workshop Onderzoekstochten 2015 Datum Naam Locatie/hulpmiddel Locatie(detail) Begeleiders 19-4-2015 Heffezand Wad/Schip Op het wad tussen Simonszand en de kust 2-5-2015 Eiland Emo en Menko Kwelder

Nadere informatie

OVERZICHT CULTUURHISTORISCHE WAARDEN GROTE WAAL

OVERZICHT CULTUURHISTORISCHE WAARDEN GROTE WAAL OVERZICHT CULTUURHISTORISCHE WAARDEN GROTE WAAL Cultuurhistorie De aanwezige cultuurhistorische waarden binnen het plangebied van bestemmingsplan Grote Waal zijn weergegeven in afbeelding 1. Afbeelding

Nadere informatie

Een beknopte geschiedenis van de terp Binia, Bynia of Birdinga bij Harlingen.

Een beknopte geschiedenis van de terp Binia, Bynia of Birdinga bij Harlingen. Een beknopte geschiedenis van de terp Binia, Bynia of Birdinga bij Harlingen. Inleiding De terp Binia is in de ijzertijd aangelegd op een kweldervlakte langs de toenmalige kust van Westergo. In de tweede

Nadere informatie

GEHEUGENSPOOR In opdracht van de provincie Noord-Holland In samenwerking met Cultuurcompagnie Noord-Holland

GEHEUGENSPOOR In opdracht van de provincie Noord-Holland In samenwerking met Cultuurcompagnie Noord-Holland In opdracht van de provincie Noord-Holland In samenwerking met Cultuurcompagnie Noord-Holland www.pauldekort.nl www.parklaan.nl 2013 Een kunstwerk bij het knooppunt N242 / N241 in samenwerking met PARKLAAN

Nadere informatie

Aandachtsgebied 81: Westland

Aandachtsgebied 81: Westland Aandachtsgebied 81: Westland *Afgrenzing* De grens van dit onderzoeksgebied loopt via de Nieuwe Waterweg in het zuiden, de zee in het westen, via Ockenburg, Wateringen, Woudse polder, Klaas Engelbrechtspolder,

Nadere informatie

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Delftse Archeologische Notitie 99 Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Een archeologisch bureauonderzoek Jean Paul Bakx, Jorrit van Horssen & Bas Penning 5 Nieuw Delft Veld 3 5.1 Plangebied

Nadere informatie

Inleiding. Ontstaan en ontwikkeling

Inleiding. Ontstaan en ontwikkeling Inleiding Het terpdorpje Janum ligt in het noordelijke zeekleigebied van de provincie Friesland, in de gemeente Ferwerderadeel, op ongeveer dertien km ten noordoosten van Leeuwarden. Janum, gelegen direct

Nadere informatie

De economische structuur van het Oldambt*

De economische structuur van het Oldambt* 98 De economische structuur van het Oldambt* Onder het Oldambt verstaan wij thans de gemeenten Termünten, Noordbroek, Zuidbroek, Meeden, Scheemda, Midwolda, Finsterwold, Beerta, Nieuwe Schans, Winschoten,

Nadere informatie

De ontginning van het woeste land

De ontginning van het woeste land De ontginning van het woeste land In een tijdsbestek van 2000 jaar is het onland van het huidige Nederlandse grondgebied door mensenhanden in cultuur gebracht. De serie kaarten toont de ontginning van

Nadere informatie

GEHEUGENSPOOR. Een schetsontwerp voor kunst rond het knooppunt N242/N241. van beeldend kunstenaar PAUL DE KORT in samenwerking met

GEHEUGENSPOOR. Een schetsontwerp voor kunst rond het knooppunt N242/N241. van beeldend kunstenaar PAUL DE KORT in samenwerking met www.pauldekort.nl www.parklaan.nl 2012 Niets is zo onvoorspelbaar als het geheugen. Zomaar uit het niets, lijkt het, komt een stukje van het verleden in het heden terecht. Een schetsontwerp voor kunst

Nadere informatie

HUINS gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN

HUINS gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN HUINS gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN INGEVOLGE ARTIKEL 20 VAN DE MONUMENTENWET HUINS gemeente Littenseradiel Toelichting bij het besluit

Nadere informatie

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie

Menameradiel, terpen en de Friese beschaving. Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie Menameradiel, terpen en de Friese beschaving Dr. Johan Nicolay Rijksuniversiteit Groningen Groninger Instituut voor Archeologie Vragen, voorgelegd door gemeenteraad - Wie is dhr. Nicolay. Is hij echt de

Nadere informatie

Hallum, Zuidermiedweg 11A

Hallum, Zuidermiedweg 11A Hallum, Zuidermiedweg 11A ADVIES NIJE PLEATS Agrarisch bedrijf, Familie Anema-Sterk te Hallum Datum: 7 augustus 2013 COLOFON Nije Pleats, 7 augustus 2013 Status rapport: definitief Rapport opgesteld door:

Nadere informatie

Het gebied Begrenzing

Het gebied Begrenzing Cursus Reitdiep Het gebied Begrenzing -In het Oosten: de lijn Westerdijkshorn Wolddijk - Noorderhogebrug -In het Westen: de lijn Zuurdijk Lammerburen - Balmahuizen -In het Noorden: de lijn Onderwierum

Nadere informatie

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar: Lesbrief De Meerpolder 400 jaar: 1616-2016 Het doel van deze lesbrief is, dat je leert: 1. hoe het landschap rondom Zoetermeer is ontstaan. 2. dat turf eeuwenlang een erg belangrijke brandstof was. 3.

Nadere informatie

Tracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek

Tracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek Tracé wegomlegging N355 Noordhorn / Zuidhorn Een Archeologisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de provincie Groningen, vertegenwoordigd door dhr. B. Koster, is een archeologisch bureauonderzoek

Nadere informatie

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Libau, 10 augustus 2010. Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeenten: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Groningen Zuidhorn en Groningen Aduard en Dorkwerd

Nadere informatie

3.9 Zwartebroek. Eendrachtstraat: oude ontginningsas. Slagenlandschap benadrukt door elzen. 122 Kwaliteit door diversiteit

3.9 Zwartebroek. Eendrachtstraat: oude ontginningsas. Slagenlandschap benadrukt door elzen. 122 Kwaliteit door diversiteit 3.9 Zwartebroek Beeld in Zwartebroek herinnert aan het verleden Oude, karakteristieke boerderij 3.9.1 Dorpskarakteristiek Zwartebroek dankt zijn ontstaan aan de aanwezigheid van veen. Door de natte omstandigheden

Nadere informatie

BEWONINGSFASEN TOT 800 nc

BEWONINGSFASEN TOT 800 nc Cursus Reitdiep 2 BEWONINGSFASEN TOT 800 nc 1000 nc transgressie 800 nc macht Frankische Rijk -kerstening + invloed bisdommen handel en scheepvaart nemen toe Friese vrachtvaarders regressie herkolonisatie

Nadere informatie

Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden

Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden Indicator 19 maart 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het meest kleinschalige landschap

Nadere informatie

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap. Werkstuk door een scholier 2220 woorden 4 maart 2003 6,1 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Inleiding Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen

Nadere informatie

De Wageningse Eng. Beeld van een bijzonder stukje Wagenings cultuurlandschap. Luuk Keunen 22 maart 2011

De Wageningse Eng. Beeld van een bijzonder stukje Wagenings cultuurlandschap. Luuk Keunen 22 maart 2011 De Wageningse Eng Beeld van een bijzonder stukje Wagenings cultuurlandschap Luuk Keunen 22 maart 2011 2002 2002 De eng als cultuurlandschap De oostelijke rand van de eng: de Wildgraaf Agrarisch gebruik

Nadere informatie

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Holocene ingressie van de zee Willy Wintein geograaf Inhoud Holocene ingressie van de zee en de gevolgen voor de morfologie van het landschap in de oostelijke Vlaamse kustvlakte

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland 15 september 2012 i.s.m. Provincie Noord-Holland o.l.v. Pim Beukenkamp (KNAG) Rob Adriaens (KNAG) Eric Khodabux (Provincie Noord-Holland) Deon Slagter

Nadere informatie

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE 06-04-2017 1. Analyse Plangebied Hantumerweg Kwelderwallen / oeverwallen Hiausterdyk Oude Paesens Agrarisch Kweldervlakten Zonneakker Bedrijventerrein Bedrijventerrein

Nadere informatie

Eemnes. De Eempolder ( Bron:

Eemnes. De Eempolder ( Bron: Eemnes De Eempolder ( Bron: www.eemvallei.nl) Introductie Eemnes is een kleine, zelfstandige gemeente in de provincie Utrecht, zeer centraal gelegen in het hart van Nederland. Onderzoek uit 2011 wees uit

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

informatiekaart terp hogebeintum

informatiekaart terp hogebeintum informatiekaart terp hogebeintum In het landschap langs de Friese kust zijn veel terpen. Terpen zijn heuvels door mensen gemaakt. Deze heuvels moesten de bewoners beschermen tegen het opkomende zeewater.

Nadere informatie

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE

DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE DOKKUM INPASSING ZONNEAKKER MODELLENSTUDIE 22-06-2017 ZODO 17-23 22-06-2017 UITGEVOERD DOOR MD Landschapsarchitecten Kerklaan 30, Haren Postbus 6070 9702 HB Groningen 050 5278218 contact@mdlandschapsarchitecten.nl

Nadere informatie

Beweegbare fiets- en voetgangersbrug

Beweegbare fiets- en voetgangersbrug Beweegbare fiets- en voetgangersbrug Landschappelijke en Cultuurhistorische waarde van de Harddraversdijk definitief revisie 2.0 21 oktober 2016 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 1.1 Onderbouwing waarde

Nadere informatie

Naam regio: Lauwers. 1. Ligging. 2. Karakteristiek. CultGIS: beschrijvingen Friese regio s

Naam regio: Lauwers. 1. Ligging. 2. Karakteristiek. CultGIS: beschrijvingen Friese regio s Naam regio: Lauwers Uitwaterings- en keersluis (1882) in de Lauwers bij Munnikezijl 1. Ligging Deelgebied Lauwers ligt in het noordoosten van de provincie Fryslân en in het noordwesten van de provincie

Nadere informatie

HANDBOEK VOOR HET LANDSCHAP. richtlijnen voor de uitvoeringspraktijk van het Landschapsontwikkelingsplan voor de Stadsregio Leeuwarden

HANDBOEK VOOR HET LANDSCHAP. richtlijnen voor de uitvoeringspraktijk van het Landschapsontwikkelingsplan voor de Stadsregio Leeuwarden HANDBOEK VOOR HET LANDSCHAP richtlijnen voor de uitvoeringspraktijk van het Landschapsontwikkelingsplan voor de Stadsregio Leeuwarden oktober 2012 2 Handboek voor het Landschap afb. 1. Kaart Ontwikkelingsvisie

Nadere informatie

BOERMARKEN IN DRENTHE

BOERMARKEN IN DRENTHE BOERMARKEN IN DRENTHE Historie Geschiedenis gaat ver terug. Het begrip Boermarke, ook wel Marke genoemd, gaat in feite terug tot de tijd van de Germanen die zich op vaste plaatsen gingen vestigen. MARKE,

Nadere informatie

Aanleiding / Problematiek / Doel

Aanleiding / Problematiek / Doel Dorpsranden een onderzoek naar dorpsranden in het landschap door Lea van Liere, Katarina Noteberg en Maike Warmerdam Aanleiding / Problematiek / Doel Aanleiding rivierverruimende maatregelen langs de IJssel

Nadere informatie

B i j l a g e 2 : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g A d v i e s b e e l d k w a l i t e i t R u i m t e v o o r R u i m te- r e g e -

B i j l a g e 2 : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g A d v i e s b e e l d k w a l i t e i t R u i m t e v o o r R u i m te- r e g e - B i j l a g e 2 : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g A d v i e s b e e l d k w a l i t e i t R u i m t e v o o r R u i m te- r e g e - l i n g R i j p e r w e g 4 4 a Advies beeldkwaliteit

Nadere informatie

INGEVOLGE ARTIKEL 35 VAN DE MONUMENTENWET 1988

INGEVOLGE ARTIKEL 35 VAN DE MONUMENTENWET 1988 BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN INGEVOLGE ARTIKEL 35 VAN DE MONUMENTENWET 1988 LUTKEWIERUM, gemeente Littenseradiel o CM IS ^ Aanvulling op de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Lutkewierum

Nadere informatie

Beschermd dorpsgezicht Oude en Nieuwe Bildtdijken

Beschermd dorpsgezicht Oude en Nieuwe Bildtdijken Beschermd dorpsgezicht Oude en Nieuwe Bildtdijken Datum in procedure: 27-02-2009 Datum aanwijzing: 22-01-2015 Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Oude en Nieuwe Bildtdijken

Nadere informatie

WEIDUM gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN

WEIDUM gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN WEIDUM gemeente Littenseradiel BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN BESCHERMDE STADS- EN DORPSGEZICHTEN INGEVOLGE ARTIKEL 20 VAN DE MONUMENTENWET WEIDUM gemeente Littenseradiel Toelichting bij het besluit

Nadere informatie

Nederland, waterland

Nederland, waterland Nederland, waterland inhoud. Nederland, waterland 3 2. Hoe Nederland veranderde. 4 3. Het Deltagebied 7 4. Grote overstromingen 9 5. De polder 6. De grond daalt 3 7. De strijd tegen het water 4 8. Modern

Nadere informatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel. Voorontwerp

Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel. Voorontwerp Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel Voorontwerp Bestemmingsplan Bûtengebiet Dongeradeel (Voorontwerp) Code 04-10-02 / 02-04-12 GEMEENTE DONGERADEEL 04-10-02 / 02-04-12 BESTEMMINGSPLAN BUTENGEBIET DONGERADEEL

Nadere informatie

BESCHERMD(E) MONUMENT(EN) opgenomen in het register ingevolge artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Súdwest-Fryslân. Gemeente Súdwest-Fryslân

BESCHERMD(E) MONUMENT(EN) opgenomen in het register ingevolge artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Súdwest-Fryslân. Gemeente Súdwest-Fryslân Datum: 11 april 2017 BESCHERMD(E) MONUMENT(EN) opgenomen in het register ingevolge artikel 3 van de Erfgoedverordening gemeente Súdwest-Fryslân Gemeente Súdwest-Fryslân Monumentnummer:SWF001 PLAATSELIJKE

Nadere informatie

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Plangebied: Restaurant Koekenbier in het Koningin Emmapark, gemeente Medemblik Adviesnummer: 151 Opsteller: C. Schrickx, C. Soonius & M. H. Bartels Datum: 03-09-2012 Op verzoek van de gemeente Medemblik

Nadere informatie

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel

De weg terug. Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel De weg terug Voorstel voor herstel van een Geneneindse kerkepad in Bakel Kerkepaden in Bakel De buurtschap Geneneind was en is gescheiden van het dorp en de kerk van Bakel door een strook dekzanden en

Nadere informatie

Inventaris van het archief. van het Gerechtsbestuur. Nederlangbroek, (1553, z.j.)

Inventaris van het archief. van het Gerechtsbestuur. Nederlangbroek, (1553, z.j.) T00007 Inventaris van het archief van het Gerechtsbestuur Nederlangbroek, (1553, z.j.) 1775-1812 z.n. en H.J. Postema April 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Literatuur 4 Aanwijzingen voor de gebruiker 4

Nadere informatie

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel

: Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Onderwerp Projectnummer : 211x07059 Datum : 30 januari 2015 : Landschappelijke inpassing Karissendijk 4 te Egchel Van : Esther de Graaf & Ruud Tak BLAD 1 Bij het toestaan van een ruimtelijke ontwikkeling

Nadere informatie

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw Spel Doel: Materialen: Leerlingen kennen na afloop de betekenis van de volgende termen: getijdebeweging, kwelder, springvloed, brak water, slenk, halofyten, schor, opslibbing. Per groepje van 4 leerlingen:

Nadere informatie

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL Inleiding Hoorn is een van de steden waar zich de uitzonderlijke situatie voordoet dat al vanaf de late Middeleeuwen riolen zijn aangelegd.

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Algemene landschappelijke verkenning Ontstaansgeschiedenis Terpenlandschap van Oostergo Het terpenlandschap van Oostergo is ontstaan door de cultivering van de door de zee afgezette zand- en kleigronden

Nadere informatie

BEELDKWALITEITSPLAN DE POTTEN SNEEK 20 RECREATIEWONINGEN

BEELDKWALITEITSPLAN DE POTTEN SNEEK 20 RECREATIEWONINGEN BEELDKWALITEITSPLAN DE POTTEN SNEEK 20 RECREATIEWONINGEN ONTWERP: JUNI 2013 1 Beeldkwaliteitsplan De Potten Sneek - 20 recreatiewoningen Inhoudsopgave blz 1. DOEL EN STATUS 2 1.1 Inleiding 2 1.2 Achtergronden

Nadere informatie

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL De ontwikkeling van het landschap Het perceel ligt ten oosten van Enschede aan de voet van de stuwwal waarop de stad is gevestigd. De voet

Nadere informatie

ZOUTKAMP IN PERSPECTIEF Uittreksel. Stichting Historische Visserij Zoutkamp A d e m a A r c h i t e c t e n

ZOUTKAMP IN PERSPECTIEF Uittreksel. Stichting Historische Visserij Zoutkamp A d e m a A r c h i t e c t e n ZOUTKAMP IN PERSPECTIEF Uittreksel De overheden zijn bezig met visievorming voor gebiedsontwikkeling Lauwersoog/ Lauwersmeer Proloog ( kader voor Lauwersoog ) Koers op Lauwersmeer ( ontwikkelingskader

Nadere informatie

GROEN VAN TOEN BUITENPLAATSEN IN DE DORDTSE POLDERS

GROEN VAN TOEN BUITENPLAATSEN IN DE DORDTSE POLDERS GROEN VAN TOEN BUITENPLAATSEN IN DE DORDTSE POLDERS Van pachthoeve tot lusthof Na de samenvoeging van verschillende kleine omkadingen tot de Oud Dubbeldamse polder in 1603, investeren de inpolderaars ook

Nadere informatie

T o e l i c h t i n g A r e n a d e b a t v i s i e l a n d e l i j k g e b i e d I J s s e l s t e i n 1 8 f e b r u a r i

T o e l i c h t i n g A r e n a d e b a t v i s i e l a n d e l i j k g e b i e d I J s s e l s t e i n 1 8 f e b r u a r i T o e l i c h t i n g A r e n a d e b a t v i s i e l a n d e l i j k g e b i e d I J s s e l s t e i n 1 8 f e b r u a r i 2 0 1 6 Zoals u bekend is, vindt op dinsdag 9 oktober 2018 om 20.00 uur het tweede

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Harlingen, Kanaalweg 88 (gemeente Harlingen) Een bureauonderzoek Plangebied op de kaart van Schotanus 1718 (Bron: http:www.digicollectietresoar.nl)

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

19 Deellandschap12 : Noordelijke laagveengebieden

19 Deellandschap12 : Noordelijke laagveengebieden 19 Deellandschap12 : Noordelijke laagveengebieden Veenpolder De Ontginning in Friesland. In de veenpolders is een veenlaag van ongeveer 1 meter afgegraven. Wegen en paden liggen nog op het oude niveau

Nadere informatie

Actief in de natuur bij Paesens-Moddergat

Actief in de natuur bij Paesens-Moddergat Stichting presenteert: Actief in de natuur bij gratis NEEM MEE! Natuurgids Werelderfgoed de Waddenzee Paesens en Moddergat horen samen met buurdorp Wierum tot de weinige vissersdorpen die direct aan de

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

kaart 1 Friese waterplannen november 2009 Plangebieden Toelichting:

kaart 1 Friese waterplannen november 2009 Plangebieden Toelichting: Plangebieden Toelichting: Het plangebied van het WHP3 omvat de hele provincie Fryslân, uitgezonderd de Rijkswateren; dit zijn de Waddenzee, het IJsselmeer en de zijwateren daarvan, zoals havenmonden. Het

Nadere informatie

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Vragen over landschappen die we gaan behandelen Landschappen Vragen over landschappen die we gaan behandelen Wat zijn landschappen? Waar komen ze voor? Hoe zien ze er uit? Welke informatie geven ze? Hoe zijn ze ontstaan? Wat is landschap? Dit? Kerk

Nadere informatie

Zaandam (dam van de bewoners van de Zaan), Purmerend (plaats die aan. het einde van het meer de Purmer ligt) of Almere (genoemd naar een meer

Zaandam (dam van de bewoners van de Zaan), Purmerend (plaats die aan. het einde van het meer de Purmer ligt) of Almere (genoemd naar een meer ANTWOORDENBLAD 5.8 TOPONIEMEN Leerdoelen: Je begrijpt waarom bepaalde kenmerken en elementen van het historische cultuurlandschap behouden worden. Je weet dat toponiemen informatie kunnen geven over het

Nadere informatie

Landschappen van Maas en Peel; geschiedenis, kenmerken en waarden van het cultuurlandschap van Noord- en Midden- Limburg

Landschappen van Maas en Peel; geschiedenis, kenmerken en waarden van het cultuurlandschap van Noord- en Midden- Limburg Landschappen van Maas en Peel; geschiedenis, kenmerken en waarden van het cultuurlandschap van Noord en Midden Limburg Typen en mate van verandering van de kernen ^(uuuu)?.3) e «* J. Renes Rapport 9.3

Nadere informatie

17 Deellandschap 11: Zuidwestelijk zeekleigebied

17 Deellandschap 11: Zuidwestelijk zeekleigebied 17 Deellandschap 11: Zuidwestelijk zeekleigebied Polderlandschap bij Schoondijke, Zeeuws-Vlaanderen. 17.1 Inleiding Het zuidwestelijke zeekleigebied beslaat een aanzienlijk deel van Zeeland, de Zuidhollandse

Nadere informatie

LYNDENSTEIN. Kadastraal minuutplan tuin Kadastraal minuutplan overtuin

LYNDENSTEIN. Kadastraal minuutplan tuin Kadastraal minuutplan overtuin LYNDENSTEIN Naam: Lyndenstein Type: buitenplaats Ontwerpjaar: 1821/1832 Uitgevoerd: ja Nog bestaand: ja/2012 Architect/bureau: Roodbaard, L.P. 1821/1832 Bijdragen: Springer, L.A. 1915 Opdrachtgever: Frans

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant

Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant Legenda Provinciegrens Gemeentegrenzen Monumentale bomen Overige bouwkunst Zichtrelaties (lijn) Zichtrelaties (vlak) Eendenkooi Molenbiotoop Schootsveld Historische geografie (lijn)

Nadere informatie

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier Holland 1000 jaar geleden Meer weten? Klik hier de plaat Holland 1000 jaar geleden INHOUD Waar kijken we naar? Abdij van Egmond Huldtoneel Kerkje van Velsen Ridders over de Heerenweg Haarlem Rijnsburg

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

Op welke ondergrond leven wij in Pijnacker Noord?

Op welke ondergrond leven wij in Pijnacker Noord? Op welke ondergrond leven wij in Pijnacker Noord? De ondergrond van Pijnacker-Noord heeft in de loop der tijden veel veranderingen ondergaan. Deze veranderingen worden hieronder beschreven (vgl. Figuur

Nadere informatie

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s

Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s Fysische geografie van Nederland Landschappelijk Nederland de fysisch-geografische regio s Open uw webbrowser. Ctrl + click op een link Websites hoofdstukken 1 14 Websites Hoofdstuk 1. Inleiding http://worldwind.arc.nasa.gov/

Nadere informatie

ILPENDAM - locatie Ilpenhof. concept mei 2012

ILPENDAM - locatie Ilpenhof. concept mei 2012 ILPENDAM - locatie Ilpenhof concept mei 2012 Inhoud 1 Inleiding 2 De locatie 3 Historische & landschappelijke ontwikkeling 4 Schatkaart 5 Ontwikkelingsmodel 1 Inleiding Aanleiding Eerdere plannen om een

Nadere informatie