Het Verband tussen Opleidingsniveau van Ouders en Taalontwikkeling van Peuters.
|
|
- Carla de Jong
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Running Head: OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS Het Verband tussen Opleidingsniveau van Ouders en Taalontwikkeling van Peuters. Is er een verschil tussen het opleidingsniveau van vader en moeder? Masterthesis Universiteit Utrecht Masteropleiding Pedagogische Wetenschappen Masterprogramma Orthopedagogiek Van Heugten, E. H. M Begeleider: O. Oudgenoeg Tweede beoordelaar: S. Brouwer 4 juni, 2015
2 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 2 Voorwoord Beste lezer, voor u ligt mijn masterscriptie. Met deze scriptie hoop ik een bijdrage te leveren aan de leerlinggewichtregeling. Ik hoop dat deze scriptie aanleiding geeft tot verder onderzoek, zodat specifieker gekeken gaat worden naar het effect van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van kinderen. Graag wil ik een aantal mensen bedanken. Mijn dank gaat uit naar mijn begeleidster, Ora Oudgenoeg. Bedankt voor uw advies, expertise en tijd. Verder gaat mijn dank uit naar de consultatiebureaus waarmee is samengewerkt voor de werving van de peuters en ouders. Natuurlijk ben ik ook de ouders en peuters dankbaar waarbij ik op huisbezoek ben geweest. Ik kijk terug op een positief jaar waarin ik veel heb geleerd over de taalontwikkeling van kinderen.
3 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 3 Abstract Objective: Recent research shows that parental education is linked to the language development of toddlers. High parental education predicted better language development. Research on the difference between maternal and paternal education is scarce. Therefore, this study evaluated the difference between the effect of maternal and paternal education on the language development of toddlers. In this study a positive relationship is expected between parental education and the language development of toddlers. It is also expected that maternal education predict the language development of toddlers stronger than paternal education. Method: Vocabulary comprehension and production was measured in 57 toddlers. In addition, the educational level of parents was registered. Linear regression analyses were performed to test the relationships. Results: Linear regression analyses show a significant positive contribution of parental education to the language development of toddlers. The effect size is moderate. Paternal education is a significant positive predictor of language development. Maternal educational has a marginally significant positive relation with the language development of toddlers. Both effect sizes are weak to moderate. However both confidence intervals around the regression coefficients overlap. Therefore can be concluded that there is no difference between the relationships of paternal and maternal education and the language development of toddlers. Conclusion: In line with expectations parental education is a positive predictor of the language development of toddlers. In contrast to the expectation, there is no difference between the effect of maternal and paternal education on the language development of toddlers. Keywords: language development toddlers, parental education Samenvatting Doel: Recent onderzoek laat zien dat het opleidingsniveau van ouders in verband staat met de taalontwikkeling van peuters. Een hoger opleidingsniveau voorspelt een betere taalontwikkeling van peuters. Naar het verschil tussen het verband van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters is nog nauwelijks onderzoek gedaan. De vraag is of het opleidingsniveau van vader of moeder een sterkere voorspeller is van de taalontwikkeling van peuters. In dit onderzoek wordt een positieve relatie verwacht tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters. Daarnaast wordt verwacht
4 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 4 dat het opleidingsniveau van moeder een sterkere voorspeller is van de taalontwikkeling van peuters dan het opleidingsniveau van vader. Methode: Woordenschatbegrip en woordenschatproductie is gemeten bij 57 peuters. Daarnaast is het opleidingsniveau van beide ouders geregistreerd. Lineaire regressie analyses zijn uitgevoerd om het verband tussen het opleidingsniveau en de taalontwikkeling te onderzoeken. Resultaten: Lineaire regressie analyses laten zien dat het opleidingsniveau van ouders een significant positieve voorspeller is van de taalontwikkeling van peuters. Het opleidingsniveau van vader hangt significant positief samen met de taalontwikkeling. Het opleidingsniveau van moeder heeft een marginaal significant positief effect. Echter de betrouwbaarheidsintervallen rond de regressiecoëfficiënten overlappen waardoor ze niet significant van elkaar verschillen. Conclusie: In lijn der verwachting blijkt het opleidingsniveau van ouders positief samen te hangen met de taalontwikkeling van peuters. Daarentegen was er in deze studie geen verschil te zien in het verband tussen het opleidingsniveau van vader enerzijds en moeder anderzijds en de taalontwikkeling van peuters. Zoekwoorden: Taalontwikkeling peuters, opleidingsniveau ouders.
5 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 5 Het Verband tussen Opleidingsniveau van Ouders en Taalontwikkeling van Peuters. Is er een verschil tussen het opleidingsniveau van vader en moeder? In de sociale wereld waarin kinderen geboren worden is taal het belangrijkste communicatiemiddel (Van Hell & Van Weerdenburg, 2007). De basis voor een goede taalontwikkeling wordt gevormd voor het derde levensjaar. Rond 18 maanden is er een piek in het aanleren van taal (Nash, Lowe, & Leah, 2013). De meeste kinderen ontwikkelen zich binnen enkele jaren tot volwaardige taalgebruikers. Er zijn echter ook kinderen bij wie de taalontwikkeling minder voorspoedig verloopt (Van Hell & Van Weerdenburg, 2007). Het verwerven van taal is het resultaat van interne mentale processen die in werking worden gebracht door de taal die kinderen horen. De aard van de interacties waarin taal tot uiting komt en de eigenschappen van de gesproken taal worden gevormd door brede sociale en culturele variabelen (Hoff & Tian, 2005). Zoals hierboven staat aangegeven, is taal een belangrijke vaardigheid. Het is van belang om te kijken naar de voorspellers van taalontwikkeling. Een van deze voorspellers is de sociaaleconomische status (SES; Hoff & Tian, 2005). SES bestaat uit het inkomen van ouders, het opleidingsniveau van ouders, het beroep van ouders en de plaats waar ouders wonen (Ardila, Rosselli, Matute, & Guajardo, 2005). Het opleidingsniveau van de ouders, een onderdeel van de SES, staat daarnaast ook in relatie tot de taalontwikkeling van kinderen (Hoff, 2003). Gebaseerd op deze relatie is de ontwikkeling van het beleid rondom de leerlinggewichtregeling. De leerlinggewichtregeling bepaalt het gewicht dat de school toekent aan leerlingen. Leerlingen met een achterstand krijgen een hoger gewicht waardoor ze bijvoorbeeld extra taallessen krijgen. Het opleidingsniveau van ouders bepaalt het gewicht dat de school toekent aan een leerling (Rijksoverheid, n.d.). Over het algemeen wordt gekeken naar het opleidingsniveau van beide ouders of de ouder die belast is met de dagelijkse verzorging (bijvoorbeeld in een eenoudergezin; Centrale Financiën Instellingen, 2006). Het is relevant om te kijken of het verband tussen de taalontwikkeling van kinderen en het opleidingsniveau van ouders verschillend is voor het opleidingsniveau van moeder of het opleidingsniveau van vader. Het zou praktisch handiger en wellicht kostenefficiënter zijn wanneer het opleidingsniveau van één van beide sterker samenhangt met de taalontwikkeling van peuters. Dit zou betekenen dat in het vervolg alleen naar bijvoorbeeld het opleidingsniveau van moeder gekeken hoeft te worden. Naar het verschil in opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters is weinig tot geen onderzoek gedaan. In dit
6 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 6 onderzoek wordt dan ook ingegaan op de vraag of er verschil is tussen het verband van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Opleidingsniveau en taalontwikkeling Onderzoeksresultaten laten zien dat de SES in relatie staat met de taalontwikkeling van kinderen (Fish & Pinkerman, 2002; Hoff-Ginsberg, 1998; Hoff & Naigles, 2002; Hoff, 2006; Hoff & Tian, 2005; Leseman & de Jong, 1998; Tamis-LeMonda, Shannon, Cabrera, & Lamb, 2004; Weizman & Snow, 2001). Een hogere SES voorspelt een grotere woordenschat bij kinderen dan een gemiddelde SES (Hoff & Tian, 2005). Een ander onderzoek laat zien dat peuters van ouders met een hoge SES beschikken over betere taalvaardigheden dan peuters van ouders met een lage SES (Hoff, 2003). De studie van Hoff (2006) beschrijft dat de thuisomgeving zou moeten voldoen aan de basisvereisten voor de taalontwikkeling van peuters. Bij de meeste kinderen is dit ook zo, echter verschillende thuisomgevingen doen dit op verschillende manieren en in verschillende mate. Dit heeft consequenties voor het verloop en de snelheid van de taalontwikkeling. Wanneer de thuisomgeving niet aan deze basisvereisten kan voldoen, zouden kinderen een taalachterstand op kunnen lopen (Hoff, 2006). Dit is te verklaren door de theorie van de Russische psycholoog Vygotsky. Vygotsky veronderstelde namelijk in zijn theorie dat de cognitieve ontwikkeling plaatsvindt binnen een sociale context. Een kind leert door middel van interactie van de kennis die volwassenen hebben. Volwassenen hebben volgens Vygotsky een begeleidende rol. Volwassenen kunnen het kind helpen de kloof te overbruggen tussen wat het kind op een bepaald moment zelf kan en waar het met hulp toe in staat is (zone van naaste ontwikkeling; Verhulst, 2005). Taal is een van de belangrijkste aspecten van de cognitieve ontwikkeling, waar Vygotsky over schreef (Stein, Malmberg, Sylva, Barnes, & Leach, 2008). Ouders met een lagere SES stimuleren hun kinderen minder dan ouders met een hogere SES wat het verband wat Vygotsky beschrijft zou kunnen verklaren (Hoff-Ginsberg, 1998). Andere studies kijken verder dan de SES en laten een verband zien tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters (Horwitz et al. 2003; Magnuson, Sexton, Davis-Kean, & Huston, 2009; Pancsofar &Vernon-Feagans, 2006; Rowe, 2008). In studie de van Rowe (2008) kwam naar voren dat het opleidingsniveau van ouders gerelateerd is aan de alledaagse communicatie tussen ouders en hun kinderen. Ouders met een hoger opleidingsniveau praten meer met hun kinderen en gebruiken een uitgebreidere woordenschat dan ouders met een lager opleidingsniveau. In de studie van Ardila et al. (2005) is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van executieve functies en de rol van het
7 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 7 opleidingsniveau van ouders bij kinderen van 5 tot 14 jaar. De scores behaald op de verbale testen, die onder andere woordvlotheid meten, blijken significant samen te hangen met het opleidingsniveau van ouders. Het opleidingsniveau wordt geassocieerd met de leefomstandigheden van kinderen thuis. Ouders die hoger onderwijs gevolgd hebben zouden een meer stimulerende omgeving aanbieden aan hun kinderen, waardoor de taalontwikkeling voorspoediger verloopt (Ardila et al., 2005). Deze resultaten zouden ook verklaard kunnen worden door bovenstaande theorie van Vygotsky. Op basis van de onderzoeksbevindingen wordt in de huidige studie een positieve relatie verwacht tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters. Verschil opleiding vader en moeder De meeste literatuur onderzoekt het effect van het opleidingsniveau van de moeder (Carneiro, Meghir, & Parey, 2012; Dollaghan et al., 1999; Hoff & Tian, 2005; Magnuson et al., 2009; Reilly et al., 2007). Het opleidingsniveau van de moeder staat in verband met de taalontwikkeling van haar kinderen. Hoe hoger het opleidingsniveau van de moeder, hoe groter de woordenschat van haar kinderen (Hof & Tian, 2005). Er is veel minder onderzoek gedaan naar het effect van het opleidingsniveau van de vader. Interessant is, kijkend naar de leerlinggewichtregeling, om te onderzoeken welke bijdrage het opleidingsniveau van vader heeft en of dat verschilt ten opzichte van het opleidingsniveau van moeder. Is de nadruk van artikelen op het opleidingsniveau van moeder en de taalontwikkeling van peuters terecht? Er is naar het verschil tussen het verband van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters nog weinig tot geen onderzoek gedaan. In het artikel van Lewis en Lamb (2003) wordt aangegeven dat vaders meer betrokken moeten worden in onderzoeken, omdat ze mogelijk een belangrijke rol zouden spelen in de ontwikkeling van hun kinderen. In de studie wordt beschreven dat relaties die kinderen aangaan in verband staan met gedrag van de vader in de opvoeding. De studie van Pancsofar en Vernon-Feagans (2006) is specifieker en kijkt naar de taalontwikkeling van kinderen. In de studie worden de verschillen bekeken tussen de taalinput van moeders en vaders, voornamelijk gedurende vrije spelmomenten met hun kinderen. In de studie is gevonden dat vaders minder taalinput hebben dan moeders, kijkend naar onder andere verbale output, diversiteit in woordgebruik en het stellen van open vragen. Moeders en vaders verschillen niet in de hoeveelheid vragen die ze stellen en in de lengte van de uitspraken. In een ander onderzoek is gekeken naar het inkomen van ouders en de communicatie met hun kinderen (Rowe, Coker, & Pan, 2004). Uit dit onderzoek komt naar voren dat in gezinnen met lage
8 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 8 inkomens de communicatie tussen vader en peuter en moeder en peuter niet verschilt in hoeveelheid, diversiteit en complexiteit van de woordenschat. Wel wordt beschreven dat vaders meer open vragen stellen aan hun peuters en hen meer vragen om verduidelijking. Dit zorgt ervoor dat de communicatie met vader moeizamer kan verlopen en dat vaders minder aansluiten bij het niveau van het taalgebruik van hun peuters. Bovenstaande studies hebben echter niet het effect van het opleidingsniveau van ouders onderzocht of hiervoor gecontroleerd. Uit eerder onderzoek komt naar voren dat moeders een grotere rol hebben in de opvoeding dan vaders (Craig, 2006; Mcbride & Mills, 1993; Sayer, Bianchia, & Robinson, 2004). Moeders brengen niet alleen meer tijd door met hun kinderen, maar dragen ook meer verantwoordelijkheden en kunnen beter multitasken dan vaders (Craig, 2006). Hierdoor is het aannemelijk dat moeders een grotere rol hebben in de ontwikkeling van hun kinderen. Kijkend naar het beschreven gedrag van vaders en moeders, waaronder de aansluiting bij het niveau van de peuter, het woordgebruik en het stellen van vragen, en de bevindingen dat moeders een grote rol hebben in de opvoeding (Craig, 2006), wordt verwacht dat het opleidingsniveau van moeder een sterkere voorspeller is van de taalontwikkeling van peuters dan het opleidingsniveau van vaders. Huidige studie Samenvattend wordt in deze studie het verschil in het verband tussen het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters onderzocht. Voorafgaand hieraan wordt de relatie tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling onderzocht, om na te gaan of de resultaten uit eerdere studies ook van toepassing zijn op deze groep respondenten. Hierbij wordt verwacht dat een hoger opleidingsniveau samenhangt met een betere taalontwikkeling. Daarnaast wordt verwacht dat de relatie tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters sterker is voor moeders dan voor vaders. Methode Participanten Voor deze studie is gebruik gemaakt van metingen onder 57 peuters en hun ouders. De peuters zijn tussen de 19 en 30 maanden oud. De steekproef bestond in eerste instantie uit 96 peuters. Binnen deze groep zijn peuters geselecteerd waarmee meestal Nederlands gesproken wordt door hun ouders. Deze selectie is gemaakt om de ruis van tweetaligheid te vermijden. Daarnaast zijn eenoudergezinnen en gezinnen die bestaan uit twee moeders verwijderd uit de
9 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 9 steekproef. Tenslotte is in de steekproef geselecteerd op de 25% hoogst en 25% laagst opgeleide ouders. Dit is gedaan om een duidelijkere variatie in het opleidingsniveau van ouders te krijgen in de steekproef. Vanwege het ontbreken van opleidingsgegevens en testscores zijn uiteindelijk 57 peuters meegenomen in de analyse, waarvan 33.3% meisjes. Van de moeders is de hoogst behaalde opleiding: 0% basisonderwijs, 8.8% vmbo, 7.0% havo, 0% vwo, 26.3% mbo, 24.6% hbo en 33.3% universiteit. Van de vaders is de hoogst behaalde opleiding: 10.5% basisonderwijs, 10.5% vmbo, 3.5% havo, 3.5% vwo, 21.1% mbo, 17.5% hbo en 33.3% universiteit. De gemiddelde leeftijd van de peuters was maanden (SD = 2.21). Procedure Het onderzoek naar de taalontwikkeling van tweejarigen is uitgevoerd in twee jeugdgezondheidszorg (JGZ) regio s in Utrecht en West-Brabant. Ouders zijn geworven via consultatiebureaus. De bureaus hebben de ouders benaderd middels een brief, waarin informatie stond over het onderzoek. Op het consultatiebureau zijn de ouders gedetailleerd geïnformeerd over het doel en de opzet van het onderzoek. Zij hebben ook actief ingestemd met de deelname. In de maanden januari, februari en maart hebben huisbezoeken plaatsgevonden, waarin de taaltest afgenomen werd bij peuters. Bij de ouders is een vragenlijst afgenomen welke inzicht geeft in het taalaanbod en over hun schatting van de woordenschat van hun kinderen. De vragenlijst werd door de ouders ingevuld wanneer de testleider de taaltest afnam bij het kind. De kinderen en ouders ontvingen als dank voor de deelname een folder, met hierin adviezen gericht op het stimuleren van de taalontwikkeling, en prentenboekje voor de kinderen. Meetinstrumenten Taalontwikkeling. Tijdens de huisbezoeken werden één taaltest en één vragenlijst afgenomen. De N-CDI (Zink & Lejaegere, 2003) is een vragenlijst aan ouders die de woordenschat van de kinderen meet. Ouders krijgen een lijst met 120 woorden waarbij zij per woord aan kunnen geven of het kind het woord begrijpt en/of het woord al kan zeggen. De test meet zowel woordenschatbegrip als woordenschatproductie. Uit de N-CDI worden twee scores verkregen, namelijk een standaardscore voor woordenschatbegrip en woordenschatproductie. De standaardscores worden omgezet in percentielscores. Voor het berekenen van de totaalscore op de N-CDI zijn de percentielscores van beide schalen gemiddeld. De Cronbach s alpha is zowel voor woordenschatbegrip (>.98) als voor woordenschatproductie (>.97) zeer hoog, ook de validiteit is duidelijk bewezen (Zink &
10 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 10 Lejaegere, 2003). Daarnaast werd bij de peuters de Peabody Picture Vocabulary Test (PPVT; Dunn, Dunn, & Schlichting, 2005) afgenomen, deze test meet de receptieve woordenschat. De PPVT bevat testplaten met op elke pagina vier afbeeldingen. De peuter kiest de juiste afbeelding bij een mondeling aangeboden woord. Uit de test wordt een standaardscore verkregen waarbij de betrouwbaarheid in de leeftijd van 2;3 2;5 ligt op.90. De begripsvaliditeit wordt als bevredigend beschreven (Dunn et al., 2005). Opleidingsniveau ouders. Het opleidingsniveau van ouders is tijdens het huisbezoek genoteerd. Ouders konden aan de hand van een 7-puntschaal, oplopend van basisonderwijs naar universiteit, aangeven wat hun hoogst behaalde opleidingsniveau is. Voor de analyse is een gemiddelde berekend voor het opleidingsniveau van vader en moeder. Met dit gemiddelde opleidingsniveau is het verband onderzocht tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters. Analyseplan Met de scores van het gemiddelde opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling is aan de hand van een lineaire regressiemodel het verband onderzocht tussen beide variabelen. Om te beoordelen of er sprake is van verschil in sterkte tussen het opleidingsniveau van vader en moeder is een multipele regressie uitgevoerd. Hiervoor is gekeken naar het verschil van de regressiecoëfficiënten van het opleidingsniveau van vader en moeder. Resultaten Kijkend naar de beschrijvende statistiek is de gemiddelde leeftijd van peuters en de verdeling van opleidingsniveau van ouders reeds beschreven in de methode. De gemiddelde score behaald op de N-CDI is (SD = 31.02). De correlaties tussen de variabelen zijn terug te vinden in tabel 1. Uit de tabel is af te leiden dat er een sterke correlatie is tussen het opleidingsniveau van moeder en vader. De correlatie tussen de N-CDI scores en het opleidingsniveau van ouders is medium. Wegens de vele (41%) missingwaardes bij de PPVT is ervoor gekozen om deze test niet mee te nemen. Opleidingsniveau ouders en taalontwikkeling peuters Voor het onderzoeken van het verband tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters is een lineaire regressie analyse uitgevoerd. Voor de resultaten zie tabel 2. In lijn der verwachting blijkt dat er een significant positief verband is tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling, F(1, 55) = 5.52, p =.022. Dit betekent
11 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 11 dat een hoger opleidingsniveau van ouders een betere taalontwikkeling van peuters voorspelt. De effectgrootte is matig. Tabel 1 Correlatie Tabel voor alle Variabelen Opleidingsniveau moeder 2. Opleidingsniveau vader.57*** 3. Opleidingsniveau ouders.85***.92*** 4. N-CDI totaal score.24.29*.30* Noot. *** p <.001, ** p <.01, * p <.05. Opleidingsniveau vader, moeder en taalontwikkeling peuters Om vast te kunnen stellen of het verband tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters verschillend is voor vader en moeder zijn twee regressie analyses uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn te zien in tabel 2. Vanwege een sterke correlatie tussen het opleidingsniveau van moeder en vader (zie tabel 1) en om de hierdoor ontstane multicollineariteit op te lossen, zijn in plaats van één multipele regressie, twee enkelvoudige regressie analyses uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat het opleidingsniveau van moeder marginaal significant samenhangt met de taalontwikkeling van peuters, F(1, 55) = 3.44, p =.069, de effectgrootte is echter zwak tot matig. Hierna is gekeken naar het opleidingsniveau van vader. Het opleidingsniveau van vader blijkt een significant positieve voorspeller voor de taalontwikkeling van peuters te zijn, F(1, 55) = 4.95, p =.030, de effectgrootte is echter zwak tot matig. In tegenstelling tot de verwachting lijkt het dat enkel het opleidingsniveau van vader in verband staat met taalontwikkeling van peuters. Echter het verband tussen het opleidingsniveau van moeder en de taalontwikkeling van peuters is wel marginaal significant (p =.069) en de betrouwbaarheidsintervallen rond de regressiecoëfficiënten overlappen. Hierdoor kan niet geconcludeerd worden of het opleidingsniveau van vader of moeder een sterkere voorspeller is van de taalontwikkeling van peuters. Voorzichtigheid is daarom geboden bij het interpreteren van de resultaten.
12 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 12 Tabel 2 Voorspellers van taalontwikkeling peuters B(SE) β R² 95% BI Model (2.46)* [0.85, 10.69] Opleidingsniveau ouders Model (2.60) [-0.39, 10.04]. Opleidingsniveau moeder Model (1.91)* [0.42, 8.08]. Opleidingsniveau vader Noot. BI = betrouwbaarheidsinterval rond de regressiecoëfficiënt. *** p <.001, ** p <.01, * p <.05. Discussie De huidige studie is gericht op het verband tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters. Hierbij is gekeken of er een verschil is tussen het verband van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Deze vraag is, kijkend naar de leerlinggewichtregeling interessant. Het opleidingsniveau van ouders bepaalt in deze regeling namelijk het gewicht dat een school toekent aan een leerling met een achterstand. Aan de hand van het opleidingsniveau van ouders wordt bepaald of een kind extra taallessen nodig heeft (Rijksoverheid, n.d.). Momenteel wordt gekeken naar het opleidingsniveau van beide ouders of de ouders die belast is met de dagelijkse verzorging (Centrale Financiën Instellingen, 2006), maar welke bijdrage heeft het opleidingsniveau van moeder en het opleidingsniveau van vader? Zoals verwacht is een positief verband gevonden tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters. Dit is in lijn met eerder onderzoek (Horwitz et al. 2003; Magnuson et al, 2009; Pancsofar &Vernon-Feagans, 2006; Rowe, 2008), waaruit blijkt dat een hoger opleidingsniveau van ouders een betere taalontwikkeling van peuters voorspelt. Het opleidingsniveau wordt geassocieerd met de leefomstandigheden van kinderen thuis. Ouders die hoger onderwijs gevolgd hebben zouden een meer stimulerende omgeving aanbieden aan hun kinderen (Ardila et al. 2005). Daarnaast praten ouders met een hoger opleidingsniveau meer met hun kinderen en gebruiken een uitgebreidere woordenschat dan ouders met een lager opleidingsniveau (Rowe, 2008). In tegenstelling tot eerder onderzoek, dat zich vooral focuste op het opleidingsniveau van moeder (Carneiro et al., 2012; Dollaghan et al., 1999; Hoff & Tian, 2005; Magnuson et
13 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 13 al., 2009; Reilly et al., 2007), is in deze studie gekeken naar het verschil in het verband tussen het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Eerder onderzoek laat zien dat vaders over het algemeen minder taalinput hebben dan moeders (Pancsofar & Vernon-Feagans, 2006). Daarnaast vervult moeder een grotere rol in de opvoeding dan vader (Craig, 2006; Mcbride & Mills, 1993; Sayer et al., 2004). In de huidige studie is echter geen verschil gevonden in het verband tussen het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Het ziet ernaar uit dat het opleidingsniveau van vader een sterkere voorspeller is, omdat het opleidingsniveau van vader significant in verband staat met de taalontwikkeling van peuters. Het opleidingsniveau van moeder is marginaal significant. Echter de betrouwbaarheidsintervallen rond de regressiecoëfficiënten overlappen waardoor het opleidingsniveau van moeder niet significant verschilt van het opleidingsniveau van vader. Er zijn verschillende verklaringen waarom de onderzoeksresultaten inconsistent zijn met eerdere onderzoeken. Allereerst is er een kleine steekproef gebruikt, waardoor de steekproef niet representatief is. Een grotere steekproef zorgt voor kleinere betrouwbaarheidsintervallen waardoor meer gevalideerde uitspraken gedaan kunnen worden. Daarnaast zaten er, wat betreft variatie in opleidingsniveau, onevenredig veel hoogopgeleiden in deze steekproef. De meerderheid van de ouders heeft als hoogst behaalde opleiding hbo of universiteit afgerond. Dit is deels opgelost door te selecteren op de 25% hoogst en de 25% laagst opgeleiden maar zelfs in de overgebleven steekproef, komt het aantal hoogopgeleiden niet overeen met het aantal hoogopgeleiden in de populatie (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014). Naast bovenstaande redenaties die aangeven waarom de huidige onderzoeksresultaten inconsistent zijn met eerder onderzoek, is het mogelijk dat er in werkelijkheid weinig tot geen verschil is tussen het verband van het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. De literatuur die voornamelijk gericht is op het opleidingsniveau van moeder en die aangeeft dat moeders een grotere rol in de opvoeding vervullen dan vaders is afkomstig uit buitenlands onderzoek. Mogelijk hebben vaders in Nederland een grotere rol in de opvoeding dan in het buitenland. Dit kan ervoor zorgen dat de verschillen niet zo groot zijn als verwacht op basis van eerder onderzoek. Een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (2009) laat zien dat vaders in Nederland meer parttime werken dan in de rest van Europa. Daarnaast komt uit literatuur naar voren dat moeders met een hoog opleidingsniveau minder vaak vinden dat zij er als moeder zouden moeten zijn voor
14 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 14 hun kind. Ze vinden hun werk vaak leuk en het moederschap alleen te beperkend (Portegijs, Cloïn, Ooms, & Eggink, 2006). Dit is een mogelijke verklaring waarom er in de huidige studie geen verschillen gevonden worden in het verband tussen het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Krachten en beperkingen Het verband tussen het opleidingsniveau van ouders en de taalontwikkeling van peuters is veelvuldig onderzocht. Echter deze studie is één van de eerste die kijkt naar het verschil tussen het opleidingsniveau van vader en moeder. Deze studie kent echter een aantal beperkingen. Ten eerste is er is alleen gebruik gemaakt van gegevens over de taalontwikkeling die ingevuld zijn door ouders. Hiervoor is gekozen omdat er veel missingwaardes voorkwamen bij de PPVT. De oudervragenlijsten (N-CDI) kunnen niet de plaats van een testinstrument innemen. Ze zijn enkel geschikt als screeningsinstrument en als aanvulling op testresultaten (Zink & Lejaegere, 2003). Mogelijk is dit voor het huidige onderzoek geen groot probleem omdat er enkel gekeken wordt hoe kinderen zich verhouden tot elkaar. Vervolgonderzoek zou echter naast vragenlijsten individuele testafnames bij kinderen mee moeten nemen. Daarnaast is in deze studie alleen gekeken naar een totaalscore voor de taalontwikkeling. In vervolgonderzoek zou gekeken kunnen worden naar zowel taalbegrip als taalproductie. Ten slotte is in dit onderzoek het taalniveau gemeten bij peuters. Kijkend naar de leerlinggewichtregeling zou een vervolgonderzoek zich kunnen richten op kinderen in de basisschoolleeftijd. Het gewicht dat aan een leerling toegekend wordt, wordt namelijk bepaald wanneer kinderen zich inschrijven op een basisschool of wanneer ze voor het eerst naar een andere basisschool gaan (Rijksoverheid, n.d.). Conclusie Samengevat kan geconcludeerd worden dat het opleidingsniveau van ouders in verband staat met de taalontwikkeling van peuters. Zoals verwacht blijkt een hoger opleidingsniveau een voorspoedigere taalontwikkeling van peuters te voorspellen. In tegenstelling tot eerdere onderzoeken blijkt er volgens de huidige studie geen verschil te zijn in het verband tussen het opleidingsniveau van vader en moeder en de taalontwikkeling van peuters. Het ziet ernaar uit dat het opleidingsniveau van vader een sterkere voorspeller is, echter de betrouwbaarheidsintervallen rond de regressiecoëfficiënten overlappen waardoor het opleidingsniveau van moeder niet significant verschilt van het opleidingsniveau van vader.
15 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 15 Referenties Ardila, A., Rosselli, M., Matute, E., & Guajardo, S. (2005). The influence of the parents educational level on the development of executive functions. Developmental Neuropsychology, 28, Carneiro, P., Meghir, C., & Parey, M. (2012). Maternal education, home environments and the development of children and adolescents. Journal of the European Economic Association, 11, doi: /j x Centraal Bureau voor de Statistiek. (2009). Nederland is Europees kampioen deeltijdwerken. Retrieved May 2, 2015, from Centrale Financiën Instellingen. (2006). Nieuwe gewichtenregeling basisonderwijs. Retrieved November 2, 2014, from Craig, L. (2006). Does father care mean fathers share? A comparison of how mothers and fathers in intact families spend time with children. Gender & Society, 20, doi: / Dollaghan, C. A., Campbell, T. F., Paradise, J. L., Feldman, H. M., Janosky, J. E., Pitcairn, D. N., & Kurs-Lasky, M. (1999). Maternal education and measures of early speech and language. Journal of Speech, Language and Hearing Research, 42, Dunn, L. M., & Dunn, L. M. (2005). Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL. Nederlandse versie door Liesbeth Schlichting. Amsterdam: Harcourt Assessment B.V. Fish, M., & Pinkerman, B. (2002). Language skills in low-ses rural Appalachian children: Normative development and individual differences, infancy to preschool. Applied Developmental Psychology, 23, Hoff, E. (2003). The specificity of environmental influence: Socioeconomic status affects early vocabulary development via maternal speech. Child Development, 74, Hoff, E. (2006). How social contexts support and shape language development. Developmental Review, 26, doi: /j.dr Hoff-Ginsberg, E. (1998). The relation of birth order and socioeconomic status to children s language experience and language development. Applied Psycholinguistics, 19, Hoff, E., & Naigles, L. (2002). How children use input to acquire a lexicon. Child
16 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 16 Development, 73, Hoff, E., & Tian, C. (2005). Socioeconomic status and cultural influences on language. Journal of Communication Disorders, 38, doi: /j.jcomdis Horwitz, S. M., Irwin, J. R., Briggs-Gowan, M. J., Bosson Heenan, J. M., Mendoze, J., & Carter, A. S. (2003). Language delay in a community cohort. Journal of American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 42, doi: /01.CHI E Leseman, P. P. M., & de Jong, P. F. (1998). Home literacy: Opportunity, instruction, cooperation and social-emotional quality predicting early reading achievement. Reading Research Quarterly, 33, Lewis, C., & Lamb, M. E. (2003). Fathers influences on children s development: the evidence from two-parent families. European Journal of Psychology of Education, 2, Magnuson, K. A., Sexton, H. R., Davis-Kean, P. E., & Huston, A. C. (2009). Increases in maternal education and young children s language skills. Merrill-Palmer Quarterly, 55, Mcbride, B. A., & Mills, G. (1993). A comparison of mother and father involvement with their preschool age children. Early Childhood Research Quarterly, 8, Nash, M., Lowe, J., & Leah, D. (2013). Supporting early language development: Spirals for babies and toddlers. New York, NY: Routledge. Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2014). Sociaaleconomische status: Wat is de huidige situatie? Retrieved May 30, 2015, from sociaaleconomische-status/wat-is-sociaaleconomische-status/#opleidingsniveau Pancsofar, N., & Vernon-Feagans, L. (2006). Mother and father language input to young children: Contributions to later language development. Journal of Applied Developmental Psychology, 27, doi: /j.appdev Portegijs, W., Cloïn, M., Ooms, I., & Eggink. (2006). Hoe het werkt met kinderen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Reilly, S., Wake, M., Bavin, E. L., Prior, M., Williams, J., Bretherton, L.,... Ukoumunne, O. C. (2007). Predicting language at 2 years of age: A prospective community study. Pediatrics, 120, doi: /peds Rijksoverheid. (n.d.). Wat is de gewichtenregeling in het basisonderwijs? Retrieved
17 OPLEIDINGSNIVEAU OUDERS EN TAALONTWIKKELING PEUTERS 17 November 1, 2014, from vraag-en-antwoord/wat-is-de-gewichtenregeling-in-het-basisonderwijs.html Rowe, M. (2008). Child-directed speech: Relation to socioeconomic status, knowledge of child development and child vocabulary skill. Journal of Child Language, 35, doi: /S Rowe, M. L., Coker, D., & Pan, B. A. (2004). A comparison of fathers and mothers talk to toddlers in low-income families. Social Development, 13, doi: /j x Sayer, L. C., Bianchi, S. M., & Robinson, J. P. (2004). Are parents investing less in children? Trends in mothers and fathers time with children. American Journal of Sociology, 110, Stein, A., Malmberg, L. E., Sylva, K., Barnes, J., & Leach, P. (2008). The influence of maternal depression, caregiving, and socioeconomic status in the post-natal year on children s language development. Child Care, Health and Development, 34, doi: /j x Tamis-LeMonda, C. S., Shannon, J. D., Cabrera, N. J., & Lamb, M. E. (2004). Fathers and mothers at play with their 2- and 3-year-olds: Contributions to language and cognitive development. Child Development, 75, Van Hell, J., & Van Weerdenburg, M. (2007). Taalontwikkeling en taalproblemen. In K. Verschueren & H. Koomen (Red.), Handboek diagnostiek in de leerlingbegeleiding (pp ). Antwerpen/Apeldoorn: Garant. Verhulst, F. C. (2005). De ontwikkeling van het kind. Assen: Gorcum b.v. Weizman, Z. O., & Snow, C. E. (2001). Lexical input as related to children s vocabulary acquisition: Effects of sophisticated exposure and support for meaning. Developmental Psychology, 37, doi: // Zink, I., & Lejaegere, M. (2003). N-CDIs: korte vormen. Leuven/ Leusden: Acco.
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?
De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve
Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie
Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression
Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:
Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children
1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Mentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping
Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs
De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen
Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally
Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review
Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende
Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw
De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
De Bijdrage van Opleiding Ouders, Beroep Ouders en Sociaal-economische Status in de. Voorspelling van het Intelligentieniveau van het Kind.
De Bijdrage van Opleiding Ouders, Beroep Ouders en Sociaal-economische Status in de Voorspelling van het Intelligentieniveau van het Kind. The Value of Parental Education, Parental Occupation and Socioeconomic
Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal
Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between
Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement
Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren
Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming
Verschillen tussen Allochtone- en Autochtone Jonge Studerende Moeders in het Ervaren van Dagelijkse Stress en het Effect ervan op de Stemming Differences between Immigrant and Native Young Student Mothers
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen
Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of
De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner
De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.
Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary
Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive
Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.
De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het
SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications
INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.
Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie
Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.
Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the
Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress
Wetenschappelijk Congres: Stichting Lezen Effecten van de VoorleesExpress Aike Broens, MSc, Erasmus Universiteit Rotterdam Prof. Dr. Roel van Steensel, Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit
MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie
MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en
Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on
BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen
Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.
Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:
Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata
De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children
De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.
De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms
Experienced Daily Stress and Stress Reactivity in Working and Non-Working Mothers. with Young Families
Experienced Daily Stress and Stress Reactivity in Working and Non-Working Mothers with Young Families Ervaren Alledaagse Stress en Stressreactiviteit bij Werkende en Niet-Werkende Moeders van Jonge Gezinnen
Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?
Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:
Betekenis van vaderschap
Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij
Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten
De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work
De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria
De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:
Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en
Verwevenheid van Temperament en Hechtingsstijl: verbanden tussen de temperamentkenmerken negatief affect, extraversie/energie en verbondenheid en de hechtingsstijl in een volwassenen populatie. Interrelationships
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties
Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35813 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hallers-Haalboom, Elizabeth Theodora Title: Mothers and fathers : parenting practices
Meerwaarde van zingen naast voorlezen voor de taalontwikkeling van eentalige en tweetalige peuters
Running head: MEERWAARDE ZINGEN TAALONTWIKKELING PEUTERS 1 Meerwaarde van zingen naast voorlezen voor de taalontwikkeling van eentalige en tweetalige peuters Eindversie Masterthesis Universiteit Utrecht
bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1
DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit
Angstige Moeder, Angstig Kind? De Modererende Invloed van Maternale Zelfwaardering en. Sociale Steun
Running head: ANGSTIGE MOEDER, ANGSTIG KIND? Angstige Moeder, Angstig Kind? De Modererende Invloed van Maternale Zelfwaardering en Sociale Steun Anxious Mother, Anxious Child? The Moderating Influence
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen
De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider
Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Berg, Heleen van den Title: From BookStart to BookSmart: about the importance
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie
1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011
Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1. Sociaal-economische Status en Gezondheid:
Running Head: IDENTIFICATIE MET SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS 1 Sociaal-economische Status en Gezondheid: Invloed van ervaren Stress en Classificering Gezondheidschadend Gedrag Socioeconomic Status and Health:
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1
Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten
Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:
Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11
Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen
REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving
De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope
The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-
en een Licht Verstandelijke Beperking Linda M. van Mourik
De Invloed van een Autoritatieve Opvoedstijl op Risicogedrag en de Mediërende Rol van de Hechtingsrelatie bij Adolescenten met een Autismespectrumstoornis en een Licht Verstandelijke Beperking The Influence
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders
Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Stemming met Modererende Invloed van Coping stijl
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Stemming met Modererende Invloed van Coping stijl The Relation between Daily Stress and Affect with Moderating Influence of Coping Style Bundervoet Véronique Eerste
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch
Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress
De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality
De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit
Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008
Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer
Het modererend effect van de moeder kind relatie op de effecten van prenatale blootstelling aan PCB s op de cognitieve ontwikkeling van het kind
Het modererend effect van de moeder kind relatie op de effecten van prenatale blootstelling aan PCB s op de cognitieve ontwikkeling van het kind The moderating effect of the mother child relation on the
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen
Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147
Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN
1 Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising
Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety
Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst
Running head: EERSTE TAAL VOORSPELLER TWEEDE TAAL TWEEJARIGEN. Niveau Eerste Taal als Voorspeller voor Niveau Tweede Taal bij Tweejarigen
Running head: EERSTE TAAL VOORSPELLER TWEEDE TAAL TWEEJARIGEN Niveau Eerste Taal als Voorspeller voor Niveau Tweede Taal bij Tweejarigen Masterthesis Universiteit Utrecht Masteropleiding Pedagogische Wetenschappen
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:
Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression
Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.
Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.
Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op