Jaarverslag 2015 vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften

Transcriptie

1 Jaarverslag 2015 vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften

2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 1.1 DOEL 1.2 JURIDISCH KADER 1.3 SAMENSTELLING COMMISSIE 2. BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN 2.1 PROCEDURE BEZWAARSCHRIFTEN 2.2 BESLISTERMIJNEN 2.3 MOGELIJKHEDEN VOOR (PRE)MEDIATION / INFORMELE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN 3. BEZWAARSCHRIFTEN VANUIT HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE: INFORMELE BEHANDELING 3.2 BEZWAARSCHRIFTEN PER CATEGORIE 3.3 ADVIEZEN COMMISSIE 3.4 BEHANDELINGSTERMIJNEN 3.5 VERZOEK OM VOORLOPIGE VOORZIENING 3.6 RECHTSTREEKS BEROEP 3.7 BEROEP TEGEN BESLISSING OP BEZWAARSCHRIFTEN 4. CONCLUSIES, KANTTEKENINGEN EN AANBEVELINGEN BIJLAGE 1 OVERZICHT BEZWAARSCHRIFTEN BIJLAGE 2 OVERZICHT BEHANDELINGSTERMIJNEN Pagina 2

3 1. Inleiding 1.1 Doel Voor u ligt het jaarverslag van de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften van de gemeente Dalfsen, waarin de commissie verslag uitbrengt over haar werkzaamheden in het jaar Juridisch kader In de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is vastgelegd dat belanghebbenden besluiten kunnen voorleggen aan de (bestuurs)rechter (artikel 8:1 Awb). Voordat men bij de rechter komt, zal vaak eerst bezwaar gemaakt moeten worden (artikel 7:1 Awb). Dit geldt niet voor besluiten waartegen volgens de wet rechtstreeks beroep openstaat. Bezwaarschriften worden ingediend bij het bestuursorgaan dat ook het primaire besluit heeft genomen. Dit kan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Dalfsen zijn. Ditzelfde bestuursorgaan zal ook de beslissing op het bezwaarschrift nemen. De beslissing op het bezwaarschrift is een volledige heroverweging van het primaire besluit. Tussen het primaire besluit en de beslissing op een bezwaarschrift liggen de werkzaamheden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften. Voor de samenstelling, zittingsduur en werkwijze van de commissie heeft de gemeenteraad de Verordening commissie bezwaarschriften vastgesteld. De meest recente versie hiervan, waarbij ook het uitbrengen van een jaarverslag in de verordening is vastgelegd, is op 9 juni 2010 in werking getreden. Op 18 februari 2014 is een eerste wijziging van deze verordening vastgesteld. De commissie is, als orgaan krachtens publiekrecht ingesteld en met bevoegdheden bekleed, een zelfstandig bestuursorgaan. De commissie heeft tot taak om, ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften, advies uit te brengen over de ingediende bezwaarschriften tegen besluiten van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Dalfsen. De commissie is niet bevoegd om te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen, leges of de Wet waardering onroerende zaken of over personeelsaangelegenheden (artikel 2 lid 2 Verordening commissie bezwaarschriften). De commissie voor de behandeling van bezwaarschriften van de gemeente Dalfsen is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb. In de gemeente Dalfsen is gekozen voor een volledig onafhankelijke commissie, in die zin dat zowel de voorzitter als de leden geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van één van de gemeentelijke bestuursorganen. De commissie wordt ambtelijk ondersteund door het secretariaat. Het secretariaat van de commissie (is sinds 1 januari 2015) ondergebracht bij de stafeenheid Control & Resultaat, maar functioneert voor de werkzaamheden van de commissie onafhankelijk van het gemeentebestuur. 1.3 Samenstelling commissie De gemeente Dalfsen heeft sinds haar herindeling in 2001 een onafhankelijke commissie die adviseert over ingediende bezwaarschriften. Ook de voormalige gemeenten Nieuwleusen en Dalfsen werkten al met een onafhankelijke adviescommissie. Nadat eind 2009 voor de commissieleden de maximale zittingsduur (twee termijnen van vier jaar) was bereikt, is de commissie in 2010 met een volledig nieuwe bemensing begonnen. Per 1 januari 2014 is een aantal leden herbenoemd en is een nieuw lid toegetreden. De huidige leden van de commissie zijn (her)benoemd per 1 januari 2014 voor een periode van vier jaar. De samenstelling van de commissie is sinds deze datum: - mevrouw mr. W.M.L. Lont-Janzing (voorzitter) - mevrouw mr. J.J. van Gaalen-Rens - mevrouw mr. W.L.A. Kappen - de heer H.J. van der Woude - de heer A.H. Rijkens De hoorzittingen van de commissie worden gehouden door de voorzitter en twee van de leden. Eventuele vervanging van de voorzitter gebeurt door één van de leden. Als secretaris van de commissie waren in 2015 werkzaam, mevrouw mr. C. Blokzijl en de heer W. de Vries. Pagina 3

4 2. Behandeling bezwaarschriften 2.1 Procedure bezwaarschriften Bezwaarschriften die worden ontvangen en waarvoor de commissie bevoegd is, komen bij het secretariaat van de commissie terecht. Het secretariaat controleert de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift en bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift aan de indiener. Een bezwaarschrift moet aan bepaalde eisen voldoen om ontvankelijk te zijn (artikel 6:5 Awb). Het moet worden ondertekend en moet tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar bevatten. Hiernaast moet de indiener van het bezwaarschrift belanghebbende zijn bij het bestreden besluit (artikel 8:1 j artikel 7:1 Awb). Afgelopen jaar is voor het indienen van een bezwaarschrift de digitale weg opengesteld (door middel van het beschikbaar stellen van een webformulier), maar hiervan is tot op heden nog geen gebruik gemaakt. Als dit mogelijk is, wordt in de ontvangstbevestiging alvast de datum van een eventueel te houden hoorzitting aangegeven. Als het bezwaarschrift (nog) niet voldoet aan de wettelijke eisen (artikel 6:5 Awb) wordt de indiener bij de ontvangstbevestiging, gedurende een bepaalde termijn (afhankelijk van de datum van de volgende hoorzitting), in de gelegenheid gesteld het bezwaarschrift aan te vullen of toe te lichten. Het secretariaat brengt de betreffende vakeenheid 1 en eventuele derdebelanghebbenden (bijvoorbeeld een vergunninghouder) van de ontvangst van het bezwaarschrift op de hoogte en verzoekt de vakeenheid om de op de zaak betrekking hebbende stukken. Bij een groot aantal bezwaarschriften zal in deze fase van de procedure de mogelijkheid worden geboden om, voorafgaande aan de eventuele behandeling door de commissie, over de ingediende bezwaren en het bestreden besluit met alle betrokkenen in gesprek te komen. Voor meer informatie hierover zie onder 2.3 en 3.1. Als de zaak op een hoorzitting zal worden behandeld worden de stukken uit het zaakdossier, samen met de uitnodiging voor de zitting, uiterlijk veertien dagen hiervoor aan het bestuursorgaan, de indiener van het bezwaarschrift en eventuele derde-belanghebbenden toegezonden. Nadere stukken kunnen tot tien dagen voor de zitting worden ingediend (artikel 7:4 lid 1 Awb). Tijdens de hoorzitting worden de verschillende belanghebbenden en (de vertegenwoordiger(s)) van het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. De (agenda van de) hoorzitting wordt samengevat in de KernPUNTEN bekendgemaakt. De hoorzittingen zijn in beginsel openbaar, tenzij de commissie besluit om achter gesloten deuren te horen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij zaken die de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden (kunnen) raken. Ook belanghebbenden kunnen om een besloten hoorzitting verzoeken. Van de hoorzitting werd in het verleden een schriftelijk verslag gemaakt. De gemeenteraad heeft op 18 februari 2014 een wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften vastgesteld, waardoor voortaan geluidsopnamen van de hoorzittingen van de commissie worden gemaakt en een schriftelijk verslag alleen nog wordt opgemaakt in uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld als er beroep wordt ingesteld tegen de beslissing op het bezwaarschrift. Na afloop van de hoorzittingen vindt, achter gesloten deuren, de beraadslaging plaats. De commissie brengt aan het bestuursorgaan advies uit over het bezwaarschrift. De commissie stuurt aan de indiener van het bezwaarschrift en de eventuele derde-belanghebbenden een afschrift van dit advies. Het bestuursorgaan neemt, op basis van het advies van de commissie, een beslissing op het ingediende bezwaarschrift. Het advies van de commissie is niet bindend. Het bestuursorgaan kan van dit advies afwijken, mits de afwijkingen worden gemotiveerd (artikel 7:13 lid 7 Awb). Tegen de beslissing op een bezwaarschrift kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, team Bestuursrecht. De commissie wordt door het secretariaat op de hoogte gehouden van de door het bestuursorgaan genomen beslissingen op de bezwaarschriften en eventueel hiertegen ingestelde beroepsprocedures. 1 Een vakeenheid is de behandelende afdeling van het bestuursorgaan van de gemeente. Pagina 4

5 2.2 Beslistermijnen Voor de afhandeling van een bezwaarschrift geldt, omdat hiervoor een adviescommissie is ingesteld, een beslistermijn van twaalf weken, gerekend vanaf de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken. Deze termijn wordt van rechtswege opgeschort, gedurende de termijn dat een indiener in de gelegenheid wordt gesteld om een verzuim in het bezwaarschrift te herstellen, tot het moment dat het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. De beslistermijn kan, zonder instemming van de belanghebbenden, voor ten hoogste zes weken worden verdaagd. Verder uitstel is, onder andere, mogelijk als alle belanghebbenden hiermee instemmen of als de indiener van het bezwaarschrift hiermee instemt en andere belanghebbenden door dit uitstel niet in hun belangen kunnen worden geschaad (artikel 7:10 Awb). Het bestuursorgaan is primair verantwoordelijk voor het naleven van de beslistermijnen. De behandelingstermijn bij de commissie telt hierbij echter wel mee. Het halen van de beslistermijn is hiermee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan en de commissie. Vanaf 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking getreden. Deze wet betreft een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en houdt in dat als niet tijdig wordt besloten een indiener van een bezwaarschrift een ingebrekestelling aan het bestuursorgaan kan sturen, waarna het bestuursorgaan binnen veertien dagen een beslissing op het bezwaarschrift moet nemen, teneinde het verbeuren van een dwangsom te voorkomen. Ook kan in dat geval bij de bestuursrechter op korte termijn een besluit (eveneens onder het opleggen van een dwangsom aan het bestuursorgaan) worden afgedwongen. Voor zover de commissie bekend, heeft zich dit in Dalfsen bij bezwaarschriften nog niet voorgedaan. 2.3 Mogelijkheden voor (pre)mediation / informele behandeling van bezwaarschriften In het jaarverslag van 2010 heeft de commissie de aanbeveling gedaan om beleid te formuleren met betrekking tot het aanbieden van mediation als vorm van geschil- en conflictoplossing. In 2011 hebben twee stagiaires als onderdeel van hun afstudeeronderzoek een startnotitie met handvatten voor (pre)mediation voor de gemeente Dalfsen geschreven. Nadat in 2012 een begin is gemaakt met een informele behandeling van bezwaarschriften, is dit in 2013 en 2014 verder uitgebreid. In 2013 heeft een aantal medewerkers van de gemeente een training mediationvaardigheden gevolgd, om voor het voeren van deze gesprekken beter toegerust te worden. In 2014 heeft (in regionaal verband) een verdiepingstraining plaatsgevonden voor enkele medewerkers die vaak als gespreksleider optreden. In 2016 zal waarschijnlijk weer een opfris- /verdiepingstraining worden gehouden. De ervaringen met deze gesprekken zijn positief. De gemeenteraad heeft deze werkwijze op 18 februari 2014 geformaliseerd door een wijziging ter zake in de Verordening commissie bezwaarschriften vast te leggen. Deze informele behandeling houdt in dat in veel gevallen de mogelijkheid wordt geboden om over de ingediende bezwaren en het onderliggende besluit met alle betrokkenen in gesprek te komen. Het doel van deze gesprekken is om te kijken of er op deze informele manier een voor alle betrokkenen bevredigende oplossing kan worden bereikt. Deze gesprekken kunnen alleen plaatsvinden als alle betrokkenen (en dus ook het betrokken bestuursorgaan) hiermee instemmen. De praktijk wijst uit dat deze gesprekken voorzien in een behoefte en dat soms resultaten worden bereikt die binnen de formele bezwaarschriftenprocedure niet altijd mogelijk waren geweest. Deze gesprekken worden meestal geïnitieerd vanuit het secretariaat van de commissie, van waaruit ook een gespreksleider wordt gefaciliteerd. Als de gesprekken niet (kunnen) plaatsvinden of niet tot een oplossing leiden, wordt de zaak alsnog behandeld tijdens een hoorzitting van de commissie. Soms blijken er tijdens deze hoorzitting nog mogelijkheden te zijn om partijen dichter bij elkaar te brengen. De commissie zal dan tijdens de hoorzitting alsnog bekijken of een alternatieve oplossing mogelijk is en stimuleren om partijen met elkaar in gesprek te brengen. In sommige gevallen kan deze werkwijze meebrengen dat de bezwaarschriftenprocedure, als alle belanghebbenden hiermee instemmen, tijdelijk wordt opgeschort. Pagina 5

6 3. Bezwaarschriften 2015 Bezwaarschriften 2014 Vanuit 2014 stonden er begin 2015 nog vier bezwaarschriften open. Twee hiervan zijn in 2015 alsnog ingetrokken. De behandeling van één bezwaarschrift was in 2014 op verzoek van de indieners voorlopig aangehouden en is, eveneens op verzoek van de indieners, in de loop van 2015 (nogmaals) voor onbepaalde tijd opgeschort. Over een ander bezwaarschrift hebben gesprekken plaatsgevonden, maar deze hebben niet tot een oplossing geleid. Het bezwaarschrift is alsnog door de commissie behandeld en uiteindelijk door het college ongegrond verklaard. Bezwaarschriften 2015 In het kalenderjaar 2015 zijn in totaal 45 bezwaarschriften ingediend, waarvan er 40 waren gericht tegen een besluit van een bestuursorgaan. Het betrof in één geval een besluit van de burgemeester en in alle overige gevallen besluiten van het college van burgemeester en wethouders. Vijf bezwaarschriften waren niet gericht tegen een besluit. Over drie hiervan (allen afkomstig van dezelfde persoon), heeft de commissie een advies uitgebracht. De andere twee bezwaarschriften zijn, in overleg met de indieners hiervan, ter verdere behandeling doorgezonden naar het college van burgemeester en wethouders. Ten opzichte van 2014 is het aantal bezwaarschriften licht gedaald (van 48 naar 45). Hier is niet een directe verklaring voor te geven. Het valt op dat met name het aantal bezwaarschriften tegen (omgevings)vergunningen, handhavingsprocedures permanente bewoning en handhavingsprocedures Participatiewet is gedaald, terwijl het aantal bezwaarschriften tegen overige handhavingsprocedures fors is gestegen. Vanaf 1 januari 2015 zijn er door de decentralisaties in het Sociaal Domein een groot aantal extra beslissingsbevoegdheden onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders komen te vallen. In 2015 zijn in dit kader zes bezwaarschriften (allemaal op het terrein van jeugdhulp) ingediend. Eén bezwaarschrift was gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit en is in overleg met de indiener ter afhandeling doorgestuurd naar het college. Vier bezwaarschriften zijn gedurende de behandeling ingetrokken, omdat alsnog geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren tegemoet is gekomen. Het laatste bezwaarschrift is weliswaar nog niet formeel ingetrokken, maar de behandeling bij de commissie ligt al langere tijd stil, omdat ter zake vanuit de vakeenheid overleg met de indiener plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. De commissie heeft van de zijde van het college vernomen dat het bestreden besluit inmiddels is aangepast in de lijn van het ingediende bezwaarschrift, maar heeft nog geen definitieve intrekking van het bezwaarschrift ontvangen. Hieronder een overzicht van de door de commissie behandelde bezwaarschriften van de afgelopen jaren. Tevens wordt hierin aangegeven welke bezwaarschriften met een informele behandeling tot een oplossing zijn gekomen (zie onder 3.1) aantal bezwaarschriften aantal bestreden besluiten aantal bezwaarschriften opgelost met informele behandeling Grafiek 1: aantallen ingediende bezwaarschriften per jaar Pagina 6

7 3.1 Vanuit het secretariaat van de commissie: informele behandeling In 2015 hebben over 24 bezwaarschriften, voorafgaande aan eventuele behandeling door de commissie, gesprekken tussen alle betrokkenen plaatsgevonden. Deze gesprekken hebben in 16 gevallen geleid tot intrekking van het bezwaarschrift. In 12 van deze gevallen is het bestreden besluit ingetrokken of gewijzigd, waarna het bezwaarschrift is ingetrokken. In 6 gevallen vindt nog overleg plaats over (de voorwaarden voor) het al dan niet intrekken van het bezwaarschrift. In 3 van deze gevallen is het bestreden besluit ingetrokken of zodanig gewijzigd dat de verwachting mag zijn dat de bezwaren alsnog zullen worden ingetrokken. Vanuit het secretariaat van de commissie is de verwachting dan ook dat het aantal bezwaarschriften uit 2015 dat met de informele behandeling wordt opgelost, nog iets hoger zal uitkomen dan de aantallen uit voorgaande jaren (in 2013 en 2014 respectievelijk 15 en 12 stuks). In 2 gevallen hebben deze gesprekken niet tot een oplossing geleid en zijn de bezwaarschriften alsnog voorgelegd aan de commissie. In een aantal gevallen is/wordt, vooruitlopend op de behandeling door de commissie, vanuit de vakeenheid zelf het initiatief genomen om met de indieners van het bezwaarschrift en eventuele andere belanghebbenden in gesprek te gaan over de ingediende bezwaren. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar daarbij stelt (het secretariaat van) de commissie het wel op prijs om actief op de hoogte te worden gehouden van actuele ontwikkelingen in een bepaalde zaak of procedure. Hoewel een bestuursorgaan formeel alleen wettelijk verplicht is om een beroepsorgaan, zoals de bestuursrechter (zie artikel 6:19, eerste en derde lid Awb 2 ) te informeren over het intrekken of wijzigen van een besluit, hangende een rechtsbeschermingsprocedure, verwacht (het secretariaat van) de commissie toch wel, dat ook zij actief op de hoogte wordt gehouden van actuele ontwikkelingen rondom lopende bezwaarprocedures. Afgelopen jaar gebeurde dat soms onvoldoende. Door het houden van deze gesprekken komen soms de behandelingstermijnen iets meer onder druk te staan, maar dit heeft in de praktijk nog niet tot problemen geleid. In veel gevallen stemmen de indieners van de bezwaarschriften in met het opschorten van de beslistermijnen, zolang deze gesprekken lopen. De commissie geeft in haar brieven ter zake ook aan, dat belanghebbenden op ieder gewenst moment kunnen aangeven dat zij de formele behandeling van het bezwaarschrift weer opgepakt willen hebben. 3.2 Bezwaarschriften per categorie De ingediende bezwaarschriften hadden betrekking op de volgende categorieën van besluiten. (De tussen haakjes geplaatste getallen zijn de gegevens uit het jaarverslag over 2014): Aantal Aantal bezwaarschriften besluiten Omgevingsvergunning bouwen (Wabo bouw) 5 (11) 4 (8) Omgevingsvergunning kappen (Wabo kap) - (1) - (1) Omgevingsvergunning gebruik (Wabo gebr.) - (1) - (1) Participatiewet (PW) (voorheen Wet werk en bijstand 3 (1) 3 (1) Handhaving Participatiewet (hh PW) 1 (8) 1 (8) Handhaving permanente bewoning (hh pbew.) 3 (8) 3 (8) Handhaving overig (hh) 10 (2) 10 (2) Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) - (1) - (1) Algemene plaatselijke verordening (Apv) - (1) - (1) Wet openbaarheid van bestuur (Wob) 3 (2) 3 (2) Regeling Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) 1 (1) 1 (1) 2 Artikel 6:19 Algemene wet bestuursrecht: 1. Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. 2. Het eerste lid geldt ook indien het bezwaar is gemaakt of het beroep is ingesteld nadat het bestuursorgaan het bestreden besluit heeft ingetrokken, gewijzigd of vervangen. 3. Het bestuursorgaan doet onverwijld mededeling van het nieuwe besluit aan het orgaan waarbij het beroep aanhangig is. 4/5/6. Pagina 7

8 Subsidieverstrekking (Subsidie) 2 (3) 2 (3) Planschade (planschade) 1 (1) 1 (1) Huisnummering - (1) - (1) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 4 (1) 4 (1) Jeugdhulp 6 (-) 6 (-) Gebiedsverbod 1 (-) 1 (-) Verkeerswetgeving (Verkeer) - (1) - (1) Niet gericht tegen een besluit 5 (2) n.v.t. Totaal 45 (44) 39 (41) In 2015 hield de commissie 7 keer een hoorzitting. Over 20 van de ingediende bezwaarschriften bracht de commissie een advies uit. Eén van deze adviezen had nog betrekking op een bezwaarschrift uit De advisering over een aantal bezwaarschriften die in 2015 zijn ingediend staat nog open. Voor een volledig overzicht van de ingediende bezwaarschriften wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit jaarverslag. 3.3 Adviezen commissie De commissie heeft als volgt geadviseerd over de bezwaarschriften: Gegrond 3 bezwaarschriften tegen 3 besluiten Deels gegrond, overig ongegrond 1 bezwaarschrift tegen 1 besluit Ongegrond 11 bezwaarschriften tegen 10 besluiten Niet ontvankelijk 5 bezwaarschriften tegen 5 besluiten Totaal 20 bezwaarschriften tegen 19 besluiten De verschillende bestuursorganen hebben in alle gevallen, op één na, het advies van de commissie overgenomen en ten grondslag gelegd aan de beslissingen op de bezwaarschriften. In de situatie waarin van het advies van de commissie is afgeweken, is er nadat de commissie haar advies had uitgebracht, informatie naar boven gekomen die voor het college van burgemeester en wethouders aanleiding vormde om van het advies van de commissie af te wijken. 3.4 Behandelingstermijnen De gemiddelde behandelingstermijn bij de commissie was 44,8 dagen. Dit is ongeveer 6,4 weken (was 8 weken in 2014). Dit is de termijn vanaf het einde van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tot het moment dat de commissie een advies heeft uitgebracht, inclusief de tijd die gebruikt is voor de gesprekken in het kader van de informele behandeling. De behandelingstermijn bij de commissie is, vergeleken met 2014, behoorlijk afgenomen van 56,2 naar 44,8 dagen. De gemiddelde totale beslistermijn van het bestuursorgaan was 62,6 dagen. Dit is 8,9 weken (was 11 weken in 2014), gerekend vanaf het einde van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tot het moment dat een beslissing op het bezwaarschrift is genomen. Hiermee is de gemiddelde beslistermijn, vergeleken met 2014, behoorlijk afgenomen van 76,7 naar 62,6 dagen en valt deze ruim binnen de wettelijke primaire beslistermijn van 12 weken. In 9 gevallen kon niet binnen een termijn van twaalf weken een beslissing op het bezwaarschrift worden genomen. In 2 van deze gevallen is de beslistermijn tijdig verdaagd en kon de beslissing binnen de verdaagde beslistermijn worden genomen. In de overige gevallen werd de beslistermijn driemaal met 1 dag, eenmaal met 7 dagen, eenmaal met 9 dagen en tweemaal met 10 dagen overschreden. Dit betekent dat in geen enkel geval de overschrijding meer dan veertien dagen betrof, waardoor eventueel een risico in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zou zijn gelopen. Omdat het halen van de beslistermijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van het betreffende bestuursorgaan en de commissie, zal door de commissie (of het secretariaat) aan het tijdig verdagen van de beslistermijn blijvend aandacht gegeven worden. Een actueel bestand van alle lopende bezwaarschriften, waarin ook de beslistermijnen staan opgenomen, is voor de medewerkers beschikbaar via het Intranet van de gemeente Dalfsen. Pagina 8

9 3.5 Verzoek om voorlopige voorziening In 2015 is tijdens de bezwaarschriftenprocedure in twee gevallen een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Beide verzoeken zijn door de Voorzieningenrechter op respectievelijk 16 en 23 december 2015 toegewezen. Beide besluiten zijn geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaarschrift. Beide bestreden besluiten zijn inmiddels ingetrokken. Nadat overeenstemming over de proceskosten is bereikt, is één van deze bezwaarschriften inmiddels ingetrokken. Het andere bezwaarschrift is nog niet formeel ingetrokken. 3.6 Rechtstreeks beroep In bepaalde gevallen is het mogelijk om het bestuursorgaan te verzoeken de verplichte bezwaarschriftprocedure over te slaan en rechtstreeks beroep bij de rechtbank in te dienen. Dit is alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk, bijvoorbeeld als er al een uitputtende uitwisseling van argumenten heeft plaatsgevonden in het voortraject (artikel 7:1a Awb). Hiernaast is rechtstreeks beroep ook mogelijk als het wordt ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit. In 2015 is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. 3.7 Beroep tegen beslissing op bezwaarschriften Voor zover de commissie op dit moment bekend, is in 2015 geen beroep aangetekend tegen de beslissing op een bezwaarschrift waarover door de commissie eerder een advies was uitgebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat voor één beslissing op een bezwaarschriften uit 2015 de beroepstermijn nog niet is verstreken en dat in de loop van 2016 (naar verwachting) in ieder geval nog op 2 bezwaarschriften een beslissing moet worden genomen. Hiernaast liepen er nog vier beroepsprocedures tegen beslissingen op bezwaarschriften uit Hiervan zijn er twee ongegrond verklaard. De eerste ging om een planschadebesluit en de tweede had betrekking op een verleende omgevingsvergunning. Een ander beroepschrift uit 2014 is gegrond verklaard. Het ging in dit geval om een procedure in het kader van een Wob-verzoek. Volgens het college ging het om een zogenaamd oneigenlijk Wobverzoek. Hoewel de Rechtbank ook vraagtekens plaatste bij de motieven van het verzoek, ging het de rechtbank te ver om te oordelen dat sprake was van misbruik van recht: 3.2 De rechtbank is van oordeel dat, hoewel vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de achterliggende motieven voor het zoals uit de onderliggende stukken blijkt- grote aantal Wobverzoeken dat namens eiseres is ingediend bij een groot aantal gemeenten, het te ver gaat om op grond van de door verweerder aangevoerde feiten en omstandigheden in dit geval te oordelen dat sprake is van misbruik van recht. Daarom beoordeelt de rechtbank het beroep inhoudelijk. De rechtbank was vervolgens van oordeel dat bepaalde informatie niet direct bij het bestreden besluit was verstrekt, maar pas na het nemen van het besluit, terwijl het primaire verzoek hier wel op zag. Het beroep werd gegrond verklaard. Het laatste beroepschrift uit 2014, ook ingediend in het kader van een Wob-verzoek, is niet ontvankelijk verklaard, omdat de rechtbank de indiener gedurende een bepaalde termijn in de gelegenheid had gesteld om het pro forma beroepschrift te voorzien van de gronden van het beroep. Appellant heeft van deze gelegenheid niet tijdig gebruik gemaakt. Pagina 9

10 4. Conclusies, kanttekeningen en aanbevelingen - Uit de gegevens kan worden geconcludeerd dat de commissie als volgt over de bezwaarschriften heeft geadviseerd (tussen haakjes de percentages van vorig jaar): o Gegrond (3 van 20) 15 % (3,44 %) o Deels gegrond, voor het overige ongegrond (1 van 20) 5 % (6,89 %) o Ongegrond (11 van 20) 55 % (31,03 %) o Niet ontvankelijk (5 van 20) 25 % (41,38 %) o Ongegrond onder verbetering van de motivering 0 % (13,79 %) o Deels niet ontvankelijk, voor het overige ongegrond 0 % (3,44 %) - In 2015 is tot op heden tegen geen enkele beslissing op een bezwaarschrift beroep ingesteld. Hoewel nog niet voor alle beslissingen de beroepstermijn is verstreken (of is aangevangen) concludeert de commissie dat de wettelijk beoogde zeefwerking van de bezwaarschriftprocedure werkt. Ook kan hieruit (voorzichtig) geconcludeerd worden dat de kwaliteit van de beslissingen op bezwaarschriften volgens reclamanten blijkbaar hoog ligt en er sprake is van procedurele rechtvaardigheid (partijen ervaren de procedure als zorgvuldig en voelen zich in voldoende mate gehoord). - De commissie heeft de indruk dat de hoorzittingen laagdrempelig zijn en dat reclamanten zich goed gehoord voelen tijdens de hoorzittingen. Bij ongeveer 24 % van de bezwaarschriften (11 van de 45 bezwaarschriften) liet reclamant zich vertegenwoordigen door een professioneel deskundige (rechtshulpverlener of anderszins deskundige). In de andere gevallen behartigden reclamanten hun belangen zelf (soms met behulp van familie/vrienden). - De commissie concludeert dat de beslistermijnen nog niet in alle gevallen worden gehaald, maar wel steeds vaker tijdig worden verdaagd. De commissie constateert dat in 2015, met in geen enkel geval een overschrijding van meer dan 14 dagen, geen risico is gelopen in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Door het aftasten van de mogelijkheden voor een informele behandeling en het houden van gesprekken in dat kader, komen de beslistermijnen soms iets meer onder druk te staan. De commissie constateert dat het hierdoor soms iets langer duurt voordat een bezwaarschrift op een hoorzitting wordt behandeld, maar dat dit in de praktijk nog niet tot problemen heeft geleid. - De gemiddelde behandelingstermijn bij de commissie is, vergeleken met 2014, behoorlijk afgenomen met bijna 12 dagen. De gemiddelde behandelingstermijn van het college is afgenomen met iets meer dan 2 dagen. Hiermee is de totale beslistermijn afgenomen met 14,1 dagen (van 76,6 naar 62,6 dagen) en valt deze binnen de wettelijke primaire beslistermijn van twaalf weken. - De commissie vindt dat het aantal bezwaarschriften in de gemeente Dalfsen relatief gezien laag ligt, vergeleken met gemeenten van soortgelijke omvang. - De commissie is tevreden over de wijze waarop namens het bestuursorgaan verweer wordt gevoerd. De laatste jaren wordt bij meerdere bezwaarschriften gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vóór de hoorzitting een verweerschrift in te dienen. De commissie vindt dat deze werkwijze, vooral bij de meer complexe zaken, de kwaliteit tijdens de hoorzitting ten goede komt en stelt het op prijs als dit in de toekomst wordt doorgezet. - Het doet de commissie goed om te constateren dat de gesprekken met bezwaarmakers en belanghebbenden over ingediende bezwaarschriften tot resultaten leidt. De commissie constateert dat in 24 gevallen gesprekken zijn gevoerd en dat dit in ieder geval al in 16 gevallen tot een oplossing heeft geleid en het bezwaarschrift niet meer door de commissie hoefde te worden behandeld. De commissie beveelt aan om hiermee door te gaan. Wel vraagt de commissie extra aandacht om (het secretariaat van) de commissie actief op de hoogte te houden van de stand van zaken in het geval van bezwaarprocedures waarin de vakeenheid zelf initiatief heeft genomen om met de reclamanten te overleggen. In 2015 gebeurde dat soms onvoldoende. Met vriendelijke groet, De vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, de voorzitter, mr. W.M.L. Lont-Janzing de secretaris, W. de Vries Pagina 10

11 Bijlage 1 Overzicht bezwaarschriften Ontvangst Advies Besluit Nr. categorie bezw.schrift commissie bestuursorgaan Opmerkingen 27. hh pbew nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 28. hh pbew nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 39. hh op verzoek aangehouden 47. Wabo (bouw) (o) (cf) termijn opgeschort i.o. 1. Planschade * (o) (cf) 2. hh nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 3. hh gesprek/overleg gaande 4. Wabo (kap) niet gericht tegen een besluit: bezwaarschrift doorgestuurd i.o. 5. Wabo (bouw) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 6. GPK (o) (cf) 7. Wob (no) (cf) 8. Wob (no) (cf) 9. WWB nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 10. Jeugdhulp niet gericht tegen een besluit: bezwaarschrift doorgestuurd i.o. 11. hh nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 12. subsidie (o) (cf) 13. PW nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken als een klacht aangemerkt 14. hh pbew (o) (cf) 15. hh pbew (o) (cf) 16. hh pbew (o) (cf) 17. subsidie nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 18. Jeugdhulp bezwaarschrift ingetrokken 19. Jeugdhulp bezwaarschrift ingetrokken 20. Wabo (bouw) (o) (cf) 21. Wabo (bouw) (o) (cf) 22. hh * (no) (cf) niet gericht tegen besluit 23. Wob (dg-oo) (cf) 24. hh * (o) (cf) 25. Jeugdhulp bezwaarschrift ingetrokken 26. Jeugdhulp bezwaarschrift ingetrokken 27. Wabo (bouw) bezwaarschrift ingetrokken 28. hh (g) (cf) 29. hh besluit ingetrokken. 30. hh * (no) (cf) 31. Bomenlijst niet gericht tegen een besluit: bezwaarschrift doorgestuurd i.o. 32. Wmo (HH) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 33. hh * (no) (cf) 34. hh zie 2014 nr gebiedsontz bezwaarschrift ingetrokken 36. Wmo (HH) besluit gewijzigd 37. Jeugdhulp besluit gewijzigd 38. PW (g) (o) 39. Wmo (HH) bezwaarschrift ingetrokken 40. hh * (g) (cf) 41. PW bezwaarschrift ingetrokken 42. hh besluit ingetrokken 43. Wabo (bouw) * (o) (cf) 44. hh Wmo (HH) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken * datum indiening nadere gronden (of herstel vormverzuim) (no) niet ontvankelijk (g) gegrond (cf) = conform advies (o) ongegrond (dg-oo) deels gegrond, voor het overige ongegrond (i.o.) in overleg met de indiener(s) (Dit overzicht is bijgewerkt t/m 18 april 2016) Pagina 11

12 Bijlage 2 Overzicht behandelingstermijnen In Grafiek 2 worden de behandelingstermijnen van de verschillende fasen in de procedure aangegeven, vanaf het moment dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is geëindigd. In het overzicht zijn alleen de bezwaarschriften verwerkt, waarover door de commissie een inhoudelijk advies is uitgebracht. Grafiek 2: behandelingstermijnen van de verschillende fasen in de procedure bezwaarschrift 43 bezwaarschrift 40 bezwaarschrift 38 bezwaarschrift 33 bezwaarschrift 30 bezwaarschrift 28 bezwaarschrift 24 bezwaarschrift 23 bezwaarschrift 22 bezwaarschrift 21 bezwaarschrift 20 bezwaarschrift 16 bezwaarschrift 15 bezwaarschrift 14 bezwaarschrift 12 bezwaarschrift 8 bezwaarschrift 7 bezwaarschrift 6 bezwaarschrift 1 bezwaarschrift 47 termijn vanaf einde bezwaartermijn tot hoorzitting (in dagen) termijn van hoorzitting tot advies van de commissie (in dagen) termijn van advies van de commissie tot beslissing op bezwaar van het bestuursorgaan (in dagen) Pagina 12