Ap:TWEE JAAR NEDERLAND in

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ap:TWEE JAAR NEDERLAND in"

Transcriptie

1 Ap:TWEE JAAR NEDERLAND in uruzgan: een evaluatie van wie is de noordpool? defensiewitboek frankrijk kosovo als splijtzwam

2 inhoudsopgave 3 Redactioneel Twee jaar Nederland in Uruzgan: een evaluatie 4 Twee jaar Uruzgan Een tussenbalans Raymond Knops 10 Twee jaar Afghanistan Misverstanden over een complexe missie Frank van Kappen 15 Van wie is de Noordpool? En gaat erom gevochten worden? Jaap de Wilde 22 Un allié indépendant, un partenaire libre Frankrijk herijkt veiligheids- en defensiebeleid met Witboek Arnout Molenaar 28 Kosovo verdeelt internationale gemeenschap Beleid en belangen László Marácz 33 Atlantisch Nieuwsoverzicht 38 Signalement colofon Atlantisch perspectief: Nummer: 4 / 2008 Jaargang 32 tijdschrift voor internationale betrekkingen en veiligheidspolitiek Atlantisch Perspectief is een prof. dr. Ronald Havenaar Abonnementen Advertentietarieven zijn te bevra- uitgave van de Stichting genmaj marns b.d. Kees Homan Een abonnement kost? 23,50 gen bij de redactie. Atlantische Commissie Joris Janssen Lok per jaar. Studenten en scholen Abonnementen worden automa- ingeschreven bij de Kamer van prof. dr. Ruud Janssens betalen? 18,50. Opgave schrif- tisch met een kalenderjaar verlengd Koophandel Haaglanden onder Hans van Leeuwe telijk, telefonisch of elektronisch tenzij voor 1 december schriftelijk is nummer Atlantisch dr. Marianne van Leeuwen bij het bureau van de Atlantische opgezegd. Perspectief verschijnt 8x per jaar Rik van der Linden C ommi ss i e. Anselm van der Peet Wilt u reageren op een artikel? dr. Sebastian Reyn Vormgeving Mail de redactie: atlcom@xs4all.nl Bureau & Redactie Auke Venema Arthur Meyer; M/vG ontwerpers Bezuidenhoutseweg 237A-239A 2594 AM Den Haag telefoon: fax: Internationale Adviesraad dr. Hans Binnendijk dr. Ivo Daalder Druk & Lithografie Thieme Nijmegen ISSN-nr.: Het maken van een omslagfoto. Een fotograaf in de Parwanprovincie, Afghanistan (foto: UN Photo/F. Wahezi) atlcom@xs4all.nl dr. Ann-Sofie Dahl Artikelen uit Atlantisch Perspectief internet: Marten van Heuven mogen alleen worden overgenomen prof. dr. Jan Willem Honig na schriftelijke toestemming van de Eindredacteur prof. dr. Margarita Mathiopoulos redactie. David den Dunnen prof. dr. Alexander Moens De redactie van Atlantisch dr. Henning Riecke Perspectief is het niet noodzakelij- Adviesraad Stanley Sloan kerwijs eens met de strekking van dr. Bram Boxhoorn Julianne Smith de artikelen in het tijdschrift. voorzitter Losse en voorgaande nummers Niklaas Hoekstra van Atlantisch Perspectief zijn JAAR NEDERLAND IN Ap:TWEE URUZGAN: EEN EVALUATIE VAN WIE IS DE NOORDPOOL? senior redacteur te verkrijgen bij de Atlantische DEFENSIEWITBOEK FRANKRIJK KOSOVO ALS SPLIJTZWAM Commissie.

3 Ap: 2008nr5/3 Redactioneel Onrust in de Kaukasus Ruslands hernieuwd zelfbewustzijn op buitenlands terrein openbaart zich dezer dagen met de aanwending van brute macht in Zuid-Ossetië. Het sinds 8 augustus geëscaleerde, gewelddadige conflict tussen Rusland en Georgië over de Georgische deelstaat Zuid-Ossetië illustreert het feit dat Rusland onder de toenmalige president Poetin grote veranderingen heeft doorgemaakt op buitenlands gebied. De boodschap luidt dat Rusland zo nodig en waar mogelijk verdere aantasting van zijn invloedssfeer met kracht zal tegengaan. Met het Russische optreden is naar alle waarschijnlijkheid een begin gemaakt met de onttakeling van Georgië als zelfstandige staat. Een tweede deelstaat, Abchazië, ziet zich namelijk ook al gesteund door Rusland in een poging aansluiting te zoeken bij de Russische Federatie. Het uiteindelijke Russische doel lijkt niet gericht te zijn op de verovering van Georgië; het doel lijkt eerder een neutrale status ervan te bewerkstelligen, zodat het land zijn verdere ambities om aansluiting te zoeken bij bovenal de NAVO, laat varen. De positie van de Georgische president Saakasjvili zelf is door deze gebeurtenissen in het geding geraakt. Saakasjvili, wiens populariteit in binnen- en buitenland door eigenzinnig en autoritair optreden al danig had ingeboet, zal snel bakzeil moeten halen: tegen de Russische overmacht is het Georgische leger kansloos. Hij heeft duidelijk zijn hand overspeeld met de Georgische beschieting van de hoofdstad van Zuid- Ossetië, waar ook Russische legeronderdelen gelegerd waren. Rusland eist nu officieel het vertrek van de Georgische president van het politieke toneel, die er geen geheim van maakte aansluiting te willen van zijn land bij de NAVO en de EU (opvallend detail bij zijn rede voor de nationale televisie was dat hij ter linker- en rechterzijde geflankeerd werd door twee vlaggen, een Georgische én een EU-vlag). De Georgische kansen op NAVO-lidmaatschap zijn nu echter voorgoed verkeken, ondanks dat het land tijdens de laatste NAVO-top in Boekarest het lidmaatschap op termijn als compromis tussen de Amerikaanse en enkele Europese bondgenoten wel in het vooruitzicht was gesteld. Deze dramatische gebeurtenissen in de Kaukasus volgen nauwelijks een maand nadat de Russische president Medvedev een aankondiging deed over de contouren van het toekomstige buitenlands beleid. Daarin voerde hij onder meer aan dat het huidige internationale veiligheidsstelsel aan revisie toe is. Hij stelt daarom onder meer een herstructurering van het Europese veiligheidsstelsel voor. Daartoe zou een pan-europese veiligheidsconferentie moeten plaatsvinden, die zou moeten resulteren in een wettig bindend veiligheidspact. Medvedev maakte geen geheim van zijn afkeer van verdere uitbreiding van de NAVO, de plaatsing van een raketschild in Polen en de Tsjechische Republiek, en de onafhankelijkheid van Kosovo. Hij paaide verder ook de EU, waarmee hij een strategisch partnerschap wil aangaan dat ook de energie- en high tech-sector zou moeten omvatten. Hij speelt hiermee in op de toenemende afhankelijkheid van de Europese landen van Russische energiebronnen. De opvatting dat Europa en Rusland door de gas- en olieleveranties uiteindelijk een relatie van wederzijdse afhankelijkheid zullen opbouwen, is aan Russische oren niet besteed. Elk Russisch aanbod aan het Westen tot bijvoorbeeld prijsmaximalisering van de geleverde energie, zal tot doel hebben de Russische agenda te versterken. Medvedev zegt voorts de multilaterale diplomatie een warm hart toe te dragen. Deze diplomatie wordt belichaamd door een groep van nationale staten, gekozen op basis van geografische spreiding en afkomstig uit verschillende beschavingen. De VN en de G8 zijn voorbeelden daarvan. Dát vormt de basis van de moderne democratische architectuur van de internatonale betrekkingen, volgens de Russische president. 1 Medvedev onthult zeker enige realistische uitgangspunten. Dat de wereld er na 1989 niet stabieler op is geworden, ontgaat menigeen hier nog steeds, maar de Russische president heeft wel degelijk door dat de vorming van een multipolair wereldstelsel niet per se een stabieler stelsel hoeft te zijn. Zoals valt te verwachten, is er voor de NAVO (en de OVSE) geen plaats meer in het Russische schema. In dit opzicht is er sprake van een zekere continuïteit in het Russische buitenlands beleid. Beide organisaties stonden vroeger ook al niet bovenaan het lijstje favorieten van de machthebbers in het Kremlin, al is vooral de NAVO en Artikel 5 van de Verdragsorganisatie (de bijstandbepaling) hun een doorn in het oog. Opvallend is dat de groeiende invloed van Azië afwezig is in het overzicht van potentiële risico s voor de Russische staat. De geweldige demografische druk vanuit Noord-China op het schaars bevolkte, maar rijk aan grondstoffen toebedeelde Siberië lijkt immers een groter gevaar voor de binnenlandse stabiliteit dan de uitbreiding van de NAVO. De vraag dringt zich onwillekeurig op of Rusland ook zo hard tegen Georgië zou zijn opgetreden indien Georgië tijdens de laatste NAVO-top onmiddellijk tot de NAVO was toegetreden. De vraag moge dan inmiddels hypothetisch zijn voor de Georgische positie, voor Oekraïne dat ook NAVO-lidmaatschap in het vooruitzicht is gesteld is het antwoord op de vraag echter meer dan een hypothetische exercitie. Bram Boxhoorn (afgesloten op 12 augustus 2008) 1. Ontleend aan Medvedevs rede op 15 juli voor de Russische ambassadeursconferentie in Moskou:

4 Ap: 2008nr5/4 Twee jaar Uruzgan Debat Een tussenbalans Raymond Knops Op 1 augustus 2006 begon Nederland officieel zijn missie als lead nation van de ISAF-troepenmacht in de Afghaanse provincie Uruzgan. Reeds bij aanvang was duidelijk dat deze operatie, in het onherbergzame thuisland van de Taliban, een van de meest complexe, riskante en uitdagende operaties van de Nederlandse krijgsmacht sinds Korea zou worden. De eerste termijn van twee jaar zit er inmiddels op. Het is niet zonder reden dat de Verenigde Naties, de NAVO, de Europese Unie en de Afghaanse regering Nederland gevraagd hebben om voor nog een periode van ruim twee jaar te verlengen. Er staat namelijk nogal wat op het spel. Bovendien is Nederland als een van de weinige (middelgrote) Europese landen in staat tot een operatie van deze omvang en complexiteit. Dat schept een (politieke) verantwoordelijkheid. Naar de Afghanen toe, naar onze bondgenoten en naar onze eigen Defensieorganisatie. Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan in eigen belang De uitdagingen waarvoor de internationale gemeenschap zich gesteld ziet, zijn enorm. Afghanistan is jarenlang aan zijn lot overgelaten. Nu, bijna zeven jaar later, na het inroepen van Artikel 5 van het NA- VO-verdrag, is de aanleiding om destijds in te grijpen in Afghanistan nog steeds actueel en dichterbij huis dan menigeen voor mogelijk houdt. Nog geen paar maanden geleden is het dreigingsniveau van terroristische aanslagen in Nederland verhoogd naar substantieel. De kans op aanslagen wordt dus als reëel ingeschat. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de toegenomen dreiging van terroristische groepen zoals Al-Qaeda. Vanuit Pakistan en Afghanistan geven aan Al-Qaeda gelieerde personen sturing aan netwerken in Europa. Ook kunnen zij zelf aanslagplegers zenden, zoals blijkt uit aanhoudingen in Spanje in januari Terwijl de potentiële dreiging in Nederland dus voor een deel direct uit Afghanistan komt, is de Nederlandse bevolking er opmerkelijk genoeg niet van overtuigd dat de missie in een van de onveiligste provincies aldaar de dreiging van aanslagen in Nederland zelf kleiner zal maken. 2 Hier ligt op het gebied van de communicatie naar de bevolking een uitdaging voor de regering. Wat de CDA-fractie betreft sturen we onze militairen niet alleen uit solidariteit met de Afghanen dit risicovolle gebied in, maar ook uit welbegrepen eigenbelang. De stabilisatie en wederopbouw van Afghanistan is van groot belang voor de bevolking ter plekke en de omliggende regio, maar is minstens zo belangrijk in het kader van de strijd tegen het terrorisme. Gelukkig is ons het onheil van een aanslag op eigen bodem tot dusver bespaard gebleven. Dit kan van Afghanistan zelf echter niet gezegd worden: de afgelopen jaren is sprake geweest van een toename van het aantal geweldsincidenten in het hele land. De bewegingsvrijheid van militairen, maar vooral ook van non-gouvernementele organisaties (NGO s) en internationale organisaties (IO s) is als gevolg van deze geweldontwikkeling in 2006 en 2007 afgenomen. De Taliban zijn er sinds 2001 in geslaagd zich te hergroeperen en zich als een veerkrachtige groep opstandelingen te manifesteren, aldus een recent rapport van het Pentagon aan het Amerikaanse Congres. 3 Hoewel hun commandostructuur onder druk is komen te staan vanwege de operaties van ISAF en de uitschakeling van enkele belangrijke commandanten, zijn ze in staat gebleken de strijd vol te houden. Beslissende en grootschalige confrontaties worden waar mogelijk gemeden, gevechten waar wel succes te behalen is echter niet. Het is vooral het irreguliere en asymmetrische optreden waar ze zich in toenemende mate op toeleggen, in het bijzonder met Improvised Explosive Devices (IED s) en zelfmoordaanslagen. Deze zijn in aantal fors toegenomen. 4

5 Dreiging Taliban neemt niet af Naar verwachting zullen de Taliban in staat zijn om het aantal en het tempo van hun terroristische aanvallen en aanslagen op te voeren. 5 Een proeve hiervan werd reeds gegeven in mei jongstleden, waarin het hoogste aantal veiligheidsincidenten gemeld werd sinds de val van het Talibanregime in De complexiteit en coördinatie van hun operaties neemt bovendien toe. De aanslag op de militaire parade in Kaboel in april, ten overstaan van media uit heel de wereld, gaf hier blijk van, evenals de spectaculaire aanval op de gevangenis van Kandahar, waarbij meer dan gevangenen, onder wie 300 à 400 Talibanstrijders, konden ontsnappen. Deze zorgelijke ontwikkelingen moeten overigens wel in perspectief geplaatst worden. Een groot deel van de incidenten heeft te maken met de uitbreiding van de ISAF-presentie naar geheel Afghanistan. Het aantal aanslagen met IED s en zelfmoordaanslagen neemt ook toe omdat de Taliban het in conventionele gevechten moeten afleggen. Zo werden ze dankzij het robuuste en kordate optreden van onze militairen vorig jaar juni bij Chora teruggeslagen. Het conventionele overwicht ligt nadrukkelijk bij de coalitietroepen en het Afghaanse regeringsleger. De Taliban bestrijden vooral de controle van de Afghaanse autoriteiten op het platteland, in het bijzonder in het zuiden en oosten. De gewijzigde tactieken maken hen echter lastiger te bestrijden tegenstanders. Het lijkt een soort Darwinistisch proces: de zwakke terroristen worden uitgeschakeld, de slimme overleven en worden sterker. De journalist Antonio Giustozzi heeft deze wederopstanding van de neo-taliban beschreven in zijn boek Koran, Kalashnikovs and Laptop: The Neo-Taliban Insurgency in Afghanistan. 7 Giustozzi concludeert dat het verslaan van de Taliban nu moeilijker zal zijn dan vijf jaar geleden. Hij stelt ook dat de strategie van de neo-taliban verbreed is van nationale rebellie naar wereldwijde jihad. Vandaar ook het verhoogde dreigingsniveau in Nederland én Afghanistan. De hergroepering van de Taliban heeft plaatsgevonden in de tribale grensgebieden van Pakistan, waar ze na hun verdrijving in 2001 konden neerstrijken. Deze Federally Administered Tribal Areas (FATA) vormen feitelijk een vrijhaven voor terroristische groeperingen, waar ze zich kunnen organiseren, bewapenen en versterken met nieuwe strijders. Eerdere pogingen van het Pakistaanse leger en milities om dit wetteloze gebied onder controle te brengen, hebben weinig resultaat opgeleverd. De wapenstilstand die president Moesjarraf vervolgens met de stamhoofden gesloten heeft in ruil voor terugtrekking van een groot deel van de Pakistaanse troepen zouden zij zich onthouden van verdere steun aan de Taliban bood evenmin veel soelaas. Het aantal grensoverschrijdingen van strijders is sindsdien alleen maar toegenomen. Alleen al in de maand april vonden 50 procent meer grensoverschrijdende aanvallen plaats dan een jaar eerder. 8 Inmiddels gaan 6,4 miljoen kinderen naar school, tegen vijf jaar geleden (foto: UN Photo/R. Lemoyne)

6 Ap: 2008nr5/6 Naar schatting verblijven er in de FATA zo n Pakistaanse en een paar duizend Afghaanse Taliban, zo n 500 Al-Qaedastrijders en een paar duizend radicale Oezbeken en Arabieren. 9 Volgens Amerikaanse officials sluit een toenemend aantal buitenlandse jihadstrijders zich bij hen aan. De grotere stroom richting de tribale gebieden die waargenomen wordt, kan duiden op een verschuiving van aandachtsgebied van soennitische extremisten in hun strijd tegen het Westen, namelijk van Irak naar Afghanistan. 10 In Irak heeft Al-Qaeda immers zware klappen gekregen. Nu dergelijke resultaten door het onvermogen van Pakistan om op te treden, uitblijven in de FATA, wordt de situatie aan de kilometer lange grens met Afghanistan steeds zorgelijker. Oplossing van de problematiek in deze gebieden is noodzakelijk voor de duurzame stabilisatie van Afghanistan, anders blijft het dweilen met de kraan open. Dat vereist een alomvattend plan; net zo min als in Afghanistan kan met een louter militaire oplossing volstaan worden. 11 Het gaat ook om de verbetering van de sociaal-economische omstandigheden, die mede een voedingsbodem vormen voor extremisme. Nederland kan hieraan als donor een bijdrage leveren. Daarnaast blijft druk op de Pakistaanse autoriteiten nodig. De voortdurende berichtgeving over vermeende betrokkenheid van de Pakistaanse inlichtingendienst ISI bij aanslagen in Afghanistan, 12 en de publiekelijke beschuldiging van de Afghaanse president Karzai in die richting, geven daar alle aanleiding toe. Het toont in elk geval aan hoezeer Pakistan en Afghanistan met elkaar vervlochten zijn. Ook de oplossing van de problemen aan beide zijden van de - overigens betwiste - grens vertoont raakvlakken. Daarbij moeten we ons realiseren dat wij wel de horloges hebben, maar de Taliban de tijd. Er is hen alles aan gelegen de strijd vol te houden, in de hoop dat de NAVO op termijn vertrekt. Aan potentiële rekruten hebben ze daarbij geen gebrek. Grote aantallen werkloze jongemannen de werkloosheid ligt nu op 40 procent die ontwikkeling ervaren zonder er zelf deel van uit te maken, vormen een ideale vijver om in te vissen. 13 Wat de Taliban echter niet kunnen bieden, behalve terreur, onderdrukking en de sharia, is goed bestuur, merkbare verbetering in de leefomstandigheden, duurzame ontwikkeling en economische vooruitgang voor de Afghaanse bevolking. Blijven deze evenwel in voldoende mate uit, dan zullen de Taliban voorlopig niet van het toneel verdwijnen, hoeveel strijders er ook uitgeschakeld worden. Strijd in Afghanistan vergt geïntegreerde aanpak De strijd in Afghanistan is dus niet alleen met militaire middelen te winnen, maar vergt een geïntegreerde benadering in de vorm van 3 D : diplomacy, defence en development, zowel op nationaal vlak als internationaal. Alle instrumenten zijn nodig en versterken elkaar. Zonder ontwikkeling geen veiligheid, en andersom. Met een beetje ontwikkeling kan niet volstaan worden. Net zo min als met een beetje vechten; de jarenlang door oorlogen geplaagde bevolking is immers uit overlevingsdrang geneigd voor de sterkere partij te kiezen. De fluwelen handschoen van 3 D heeft dus nadrukkelijk een ijzeren vuist van militaire macht nodig om effectief te kunnen zijn. Er staat nogal wat op het spel: niet alleen de toekomst van Afghanistan en de stabiliteit in de regio, maar ook de geloofwaardigheid van de NAVO als bondgenootschap. Tot nu toe is er veel bereikt, zeker als we ons bedenken waar Afghanistan vandaan komt. Sinds de aanvang van ISAF zijn er meer dan wederopbouw- en ontwikkelingsprojecten van de grond gekomen in het hele land. Het gemiddelde inkomen van de Afghanen is verdubbeld, toegang tot gezondheidszorg sterk verbeterd en de kindersterfte dalende. Inmiddels gaan maar liefst 6,4 miljoen jongens en meisjes naar school, tegen vijf jaar geleden. Vier miljoen vluchtelingen zijn teruggekeerd naar een land waar parlements- en presidentsverkiezingen gehouden zijn. Juist omdat er zoveel vooruitgang is, is de Taliban er alles aan gelegen om het proces te verstoren. Maar in een land dat van zo ver komt en nog zo n weg te gaan heeft (zelfs bij aanhoudende economische groei zal het Afghanistan nog 15 jaar kosten om het welvaartsniveau van Bangladesh te bereiken) is geduld een schone zaak. De stabilisatie en wederopbouw van het arme, complexe, tribale en etnisch diverse Afghanistan is soms ploegen op de rotsen van de Hindu Kush. Westerse blauwdrukken zijn vaak meer geschikt als eindstreven dan als op korte termijn in te voeren maatregel. Zoals T.E. Lawrence of Arabia ooit zei: Het is beter dat zij het redelijk proberen te doen, dan dat wij het perfect proberen te doen. Ons ontbreekt daarvoor de tijd. Zo is het ook in Uruzgan is een van Afghanistan. Niet voor niets staat Afghanisering centraal in de de meest riskante Nederlandse strategie. Nederlandse operaties Opbouw van de Afghaanse autoriteiten, sinds Korea in het bijzonder de Afghan National Army (ANA) en de Afghan National Police (ANP) vormen de beste denkbare exitstrategie. Kunnen we de bestrijding van de Taliban langzaam maar zeker Afghaniseren, voor de bestrijding van de omvangrijke drugshandel geldt dit vooralsnog niet. Toenemende drugsproductie ondermijnt duurzame opbouw Afghanistan produceert meer dan 90 procent van de opium ter wereld en is bovendien de grootste producent van marihuana. Terwijl de papaverteelt afneemt in het noorden, tiert de papaver steeds weliger in het zuiden en zuidwesten, precies daar waar de overheid zwak is en de Taliban sterk zijn. Maar liefst 78 procent van de teelt vindt

7 plaats in deze gebieden. De met de drugshandel gemoeide opbrengsten worden geschat op vier miljard dollar, een zeker voor Afghaanse begrippen gigantisch bedrag. 14 We hebben het over een probleem dat de veiligheid, stabiliteit en ontwikkeling van Afghanistan bedreigt, dat tot endemische corruptie leidt en de rebellie en het terrorisme financiert. Om nog maar te zwijgen over de schade die het aanricht in de straten van Londen, Parijs en Amsterdam. Het wordt hoog tijd dat de Afghaanse autoriteiten op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken. 15 Ze moeten zich maximaal inspannen voor hele andere recordoogsten dan van papaver namelijk van tarwe of andere gewassen waar hun bevolking mee gevoed kan worden. Dat is hard nodig: maar liefst 6,5 miljoen Afghanen zijn momenteel afhankelijk van buitenlandse voedselhulp. 16 Een bizarre situatie. Ook in Uruzgan verloopt de strijd tegen drugs moeizaam. De papaveroogst is er in vergelijking met 2005 fors gestegen. 17 Tijdens ons bezoek aan Uruzgan dit voorjaar 18 werd ons pijnlijk duidelijk dat de papaver groeide en bloeide. Het antwoord van de plaatsvervangend gouverneur op kritische vragen van onze kant over wat er nu gedaan werd om de teelt van papaver te ontmoedigen en alternatieven aan te reiken, werd beantwoord met de mededeling dat recentelijk in een sjoera besloten was op basis van vrijwilligheid te vernietigen. Dit had tot op dat moment volgens zijn zeggen geresulteerd in een vernietiging van 70 hectare (toch al slechte oogst) papaver. En dat terwijl alleen wij al tijdens ons veldbezoek honderden hectares ongemoeid gelaten papaver met eigen ogen hebben gezien. Deze opstelling zal onvermijdelijk leiden tot een blijvende handel in drugs die in het geheel niet ten goede komt aan de lokale boeren, maar alleen aan criminele milities die al dan niet geïnfiltreerd zijn in het openbaar bestuur. De mening dat indien de papaveroogst wordt aangepakt, dit de (kleine) boeren en burgers zal treffen, deel ik niet. Het is wel van groot belang dat de vruchtbare grond wordt ingezet voor voedselproductie. Gezien de stijgende prijzen op de wereldmarkt voor onder andere graan wordt dit in economisch opzicht steeds profijtelijker. De enige die met gecoördineerde aanpak van de papaverteelt getroffen wordt, is de georganiseerde misdaad, die nauw verweven is met en vaak aangestuurd wordt door Al-Qaeda. Ook voor de Afghanen moet gelden: voor niets gaat de zon op De Afghanen moet duidelijk gemaakt worden dat voor niets de zon opgaat. De NAVO-inspanningen in Afghanistan, die ook van Nederland en zijn militairen grote offers vragen, verdienen het om te kunnen rekenen op de inzet van de Afghaanse autoriteiten. Zij dienen alles te doen wat in hun macht ligt om daadwerkelijk stappen te zetten om de woekerende drugshandel een klap toe te brengen. De komende twee jaar moet dit probleem echt worden aangepakt. Gebeurt dit niet, dan zal Afghanistan, de gigantische NAVO- en NGO-inspanningen ten spijt, Canadese militairen maken gebruik van een Amerikaanse Chinookhelikopter op de luchthaven van Kandahar. Het Afghaanse leger (ANA) heeft een groot tekort aan luchttransport (foto: Canadees Ministerie van Defensie/D. Desrochers)

8 Ap: 2008nr5/8 uiteindelijk weer terugvallen in de rechteloze maatschappij die het voorheen was, waar het recht van geld en geweld weer geldt, met alle consequenties van dien voor haar inwoners. Hoewel we tijdens ons werkbezoek met eigen ogen hebben kunnen zien dat er forse stappen vooruit gezet zijn, is het niet waarschijnlijk dat het ANA na 2010 de taken van de Nederlandse task force volledig kan overnemen. Het bouwwerk van al hetgeen tot stand is gebracht, is zeker gezien de toegenomen dreiging van de Taliban fragiel. Zo heeft het ANA een schrijnend tekort aan (lucht)transport, waardoor soldaten die afkomstig zijn uit andere delen van Afghanistan na een familiebezoek (alwaar het ontvangen loon wordt afgegeven aan de familie) niet meer terug kunnen keren naar hun eigen eenheid. De druk op Nederland om nogmaals te verlengen, zal naar verwachting dan ook toenemen. Het zal nu echter aan andere landen zijn om na 4,5 jaar het estafettestokje over te nemen als lead nation in Uruzgan na augustus Burden sharing binnen de NAVO mag niet bij woorden alleen blijven. De verantwoording waarover ik in de inleiding sprak, doet zich hier gelden: verantwoording naar de Afghanen (de Afghanen moeten ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen, zoals bij de drugsbestrijding en de opbouw van het ANA), naar het bondgenootschap (nu zijn andere landen aan de beurt) en naar de Defensieorganisatie (langere inzet van de Nederlandse krijgsmacht onder deze omstandigheden is niet verantwoord). De missie vergt veel van mens en materieel. De missie heeft tot op heden aan 16 Nederlandse militairen het leven gekost en vele tientallen zijn gewond geraakt, van wie een aantal zeer ernstig. Ons past dan ook diep respect voor hen die hoge offers gebracht hebben. Krijgsmacht mag zichzelf niet opeten De missie in Uruzgan wordt bovendien uitgevoerd in een tijd waarin er sprake is van een krappe arbeidsmarkt en grote personeelstekorten bij Defensie. Dit leidt tot een nog hogere uitzenddruk. Dat mag niet tot een oplopende uitstroom leiden van personeel dat we juist moeten willen behouden. Met andere woorden: de krijgsmacht moet, zonder afbreuk te doen aan het ambitieniveau, op adem komen en recupereren. Dat geldt ook voor het materieel. De zware omstandigheden in Uruzgan leiden tot grotere slijtage, hoog munitieverbruik en operationele verliezen. De prioriteit binnen de krijgsmacht is logischerwijs gericht op het draaiende houden van de operatie in Uruzgan. Maar wel dusdanig dat eenheden in Nederland die niet voor uitzending aangewezen zijn, kampen met tekorten aan reservedelen en munitie. Schietoefeningen zijn zelfs beperkt tot pelotonsniveau. Door de extra kosten en gereedstellingsproblemen waarmee de Uruzganmissie gepaard gaat, dreigt de krijgsmacht zichzelf te moeten opeten. Een voor het CDA onaanvaardbare situatie. Immers: wie A van Afghanistan zegt, moet ook B van budget zeggen. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen in 2007 hebben wij ons dan ook succesvol ingezet voor een verhoging van het Defensiebudget met 100 miljoen euro, om zo tegemoet te komen aan dit gat in de financiering van Uruzgan. Bij het verlengingsbesluit zijn deze Van Geel-gelden doorgetrokken naar de komende 2,5 jaar. In de financiering van de 60 miljoen euro aan gereedstellingsproblemen was echter nog niet voorzien. Dit kon pas bij de Voorjaarsnota 2008 plaatsvinden. Deze reparatie achteraf is wat het CDA betreft niet voor herhaling vatbaar: voor de toekomst moet bij de besluitvorming over missies van tevoren voorzien zijn in de financiering van alle additionele kosten. Financiering van toekomstige operaties moet beter Wat Uruzgan aan het licht gebracht heeft, is dat de bestaande afspraken binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) niet toereikend zijn voor een volledige financiering van de additionele kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. Vlieguren van een helikopter kunnen wel uit de HGIS-voorziening gefinancierd worden, de reservedelen voor een infanteriegevechtsvoertuig niet. Deze curieuze situatie leidt ertoe dat Defensie afhankelijk is van Financiën voor de vraag of zij in moet teren op de eigen operationele capaciteiten om een uitzending vol te kunnen houden. Om dit dilemma te doorbreken, wordt wat het CDA betreft de wijze van financiering van Uruzgan (zoals nu achteraf gerepareerd) doorgetrokken naar alle operaties in de toekomst. Daarvoor is HGIS-plus nodig. Dit De Afghaanse is te meer belangrijk omdat de te verwachten operaties voor de autoriteiten krijgsmacht op grote moeten hun afstand van Nederland in vaak moeilijke verantwoordelijkheid omstandigheden zullen plaatsvinden en met nemen in de strijd vergelijkbare kosten gepaard kunnen gaan. Ook tegen drugs vanuit Ontwikkelingssamenwerking is meer financiering mogelijk van activiteiten op het snijvlak van veiligheid en ontwikkeling. Het CDA zal hiertoe creatief meedenken met minister Koenders. Het vorig jaar verschenen rapport Zo ver de wereld strekt van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA somde reeds een lijst van ontwikkelingsrelevante activiteiten op die door hem gefinancierd zouden kunnen worden. 19 Het CDA is trots op onze krijgsmacht. Binnen de beperkte middelen Nederland zit met zijn 1,4 procent van het BNP aan Defensieuitgaven ver onder de NAVO-norm van 2 procent worden er voortreffelijke prestaties geleverd. We kunnen niet alleen lead nation zijn in Uruzgan, maar ook van de hele ISAF-troepenmacht in het zuiden van Afghanistan. Per 1 november aanstaande zal Nederland voor de duur

9 Ap: 2008nr5/9 van een jaar met 150 militairen op het hoofdkwartier in Kandahar, onder leiding van generaal-majoor Mart de Kruif, het commando voeren over ISAF Regional Command South. Willen we dit ambitieniveau handhaven in de toekomst, dan is structurele verhoging van het Defensiebudget evenwel noodzakelijk. 20 Intussen verslechtert de veiligheidssituatie in Afghanistan. De pleidooien van Amerikaanse commandanten om er extra troepen heen te sturen, zijn niet uit de lucht gegrepen: er zijn sinds mei van dit jaar meer militairen in Afghanistan gesneuveld dan in Irak. Afghanistan dreigt inderdaad, zoals presidentskandidaat Barack Obama stelt, het centrale slagveld te vormen in de strijd tegen het terrorisme. We moeten niet zo naïef zijn te denken dat de Taliban zich iets aantrekken van de geleidelijke reductie en uiteindelijke afbouw van de Nederlandse task force in Uruzgan, of het aangekondigde vertrek van de Canadezen uit Kandahar in Integendeel: de veiligheidssituatie in Afghanistan vergt juist inzet van meer militairen. Of we nu willen of niet: the enemy has a vote. De internationale gemeenschap kan zich dus geen afzijdigheid van Afghanistan veroorloven. De NAVO blijft voorlopig onmisbaar voor het behoud en de verdere ontwikkeling van de fragiele resultaten van de wederopbouw. Maar uiteindelijk zal er maar één oplossing kunnen zijn: een civiele. Dit zal echter naar verwachting geen korte termijn endstate zijn. Drs. R.W. Knops is Defensiewoordvoerder van de CDA-Tweede Kamerfractie. Sinds 2005 is hij lid van de Tweede Kamer. Hij startte zijn loopbaan als officier bij de Koninklijke Luchtmacht. Van november 2004 tot februari 2005 diende hij als reserveofficier in Irak aspx. 2. Volgens de monitor Publieke Opinie Missie Uruzgan van het Ministerie van Defensie (juni 2008) denkt slechts 6 procent van de bevolking dat de missie de dreiging van terroristische aanslagen in Nederland kleiner maakt. 3. Report on Progress toward Security and Stability in Afghanistan, Pentagon, juni 2008, p Zo vonden er in aanslagen met IED s plaats, bijna een vervijfvoudiging in vergelijking met Pentagon, juni 2008, p Special Report of the Secretary-General Pursuant to Security Council Resolution 1806 (2008) on the UN Assistance Mission in Afghanistan, 3 juli A. Giustozzi, Koran, Kalashnikovs and Laptop: The Neo-Taliban Insurgency in Afghanistan, Columbia University Press, november In deze gedetailleerde studie wordt ingegaan op het hoe en waarom van de rekrutering van de neo-taliban, op hun organisatie, tactieken en strategie, en de counterinsurgency-strategie die de Afghaanse regering en de NAVO daartegenover stelde. 8. U.S. Attack Cripples Pakistan Alliance, International Herald Tribune, 18 juni C. Homan, Geef tribaal gebied menselijk bestaan, de Volkskrant, 24 juni Foreigners Reinforce Taliban, U.S. Says, International Herald Tribune, 10 juli Zo bepleit ook Homan in de Volkskrant, 24 juni C.I.A. Outlines Pakistan Links with Militants, The New York Times, 30 juli De Duitse demograaf G. Heinsohn heeft berekend dat het wel eens kunnen gaan om strijders per jaar. Zie Allemaal de schuld van jongens, de Volkskrant, 6 april Zie ook zijn onlangs verschenen boek Zonen grijpen de wereldmacht terrorisme demografisch verklaard, Amsterdam, Slechts een kwart hiervan gaat naar de boeren die papaver telen, de rest belandt in de zakken van rebellen, krijgsheren en drugshandelaren. 15. ISAF kan binnen het huidige mandaat hooguit de Afghaanse autoriteiten assisteren bij de bestrijding van de drugshandel. 16. Graan verovert langzaam terrein op papaver, NRC Handelsblad, 5 juni World Drug Report 2008, United Nations Office on Drugs and Crime, p Werkbezoek Vaste Kamercommissie Defensie aan Kaboel, Kandahar en Uruzgan, 28 april - 2 mei Zo ver de wereld strekt, Wetenschappelijk Instituut van het CDA, mei 2007, p Zie ook R. Knops en H. Hillen, Bezuiniging Defensie heeft grens bereikt, Nederlands Dagblad, 28 maart 2008.

10 Ap: 2008nr5/10 Twee jaar Afghanistan Debat Misverstanden over een complexe missie Frank van Kappen Onze strijd in Afghanistan: zijn we meegesleept in een Amerikaans avontuur, of nemen we deel aan een nobele en noodzakelijke missie om de internationale vrede en veiligheid te waarborgen? Is het een wederopbouwmissie of een vechtmissie? Wat is werkelijkheid en wat is waan? Er zitten zoveel verschillende kanten aan het conflict, er zijn zoveel verschillende krachten aan het werk en er bestaan zoveel hardnekkige misverstanden, dat het lastig is om in een paar pagina s een samenhangend beeld te schetsen van het constant veranderende krachtenveld, en nog lastiger om te voorspellen wat de uiteindelijke afloop van dit complexe conflict zal zijn. Complexiteit van de oorlog in Afghanistan De complexiteit wordt in de eerste plaats veroorzaakt door het feit dat het conflict in Afghanistan niet geïsoleerd kan worden bezien. Een eerste vereiste is om goed zicht te houden op de omgeving waarin het conflict zich afspeelt. Daar komt nog bij dat het juiste zicht op wat er aan de hand is in Afghanistan wordt vertroebeld door een aantal hardnekkige misverstanden. De centrale vraag is: hoe houd je het overzicht en hoe houd je de regie in handen? Over regie gesproken: wat willen we eigenlijk regisseren, en wie zijn de spelers? Afghanistan is, zoals zo vaak in de geschiedenis van dit ongelukkige land, een pion die tegelijkertijd wordt ingezet op diverse schaakborden, waar regionale en mondiale spelers ieder hun eigen partij spelen: Pakistan, India, Iran, China, de Verenigde Staten, Rusland, de Verenigde Naties, de NAVO, diverse internationale misdaadsyndicaten, de Taliban, Al-Qaeda en nog veel meer bekende en onbekende spelers. Veel van deze actoren hebben daarbij in de eerste plaats hun eigen belang voor ogen. Het belang van het Afghaanse volk is daaraan ondergeschikt. De missie Een wijdverspreid misverstand is dat de NAVO en dus ook Nederland naar Afghanistan zijn gegaan om de Afghanen te helpen. Dat is maar gedeeltelijk waar. De NAVO is in de eerste plaats naar Afghanistan gegaan om het land te stabiliseren, zodat het niet meer kan worden gebruikt als een vrijplaats voor misdaadsyndicaten en terreurbewegingen. Dat is de voornaamste reden waarom de internationale gemeenschap zich in 2001 is gaan bemoeien met Afghanistan. Niet omdat het een hulpbehoevend land was, maar omdat de terugkerende dreiging van de tandem Taliban-Al-Qaeda werd gezien als een acute en reële dreiging voor de internationale rechtsorde, en voor de vrede en veiligheid in de wereld. Een ander wijdverspreid misverstand is dat het oplossen van de crisis in Afghanistan een probleem is van de VS, en dat de NAVO en dus ook Nederland optreedt als een verlengstuk van de VS. Slechts weinig mensen realiseren zich dat het hier gaat om een operatie die door de voltallige Veiligheidsraad van de VN is gemandateerd. De VN heeft echter een beperkte militaire structuur en is niet in staat om leiding te geven aan een dergelijke operatie in het hogere deel van het geweldsspectrum. De NAVO is de enige organisatie ter wereld die dat wel

11 kan. Daarom heeft de VN de NAVO verzocht om de operatie te leiden, en de NAVO heeft die rol geaccepteerd. Nederland, als loyaal lid van zowel de VN als de NAVO, heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en levert een substantiële bijdrage aan deze collectieve inspanning. Dat is de ware reden waarom Nederland in Afghanistan actief is. De International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan is dus een door de NAVO geleide internationale strijdmacht, die optreedt namens de gehele internationale gemeenschap en waar alle lidstaten van de VN aan kunnen bijdragen. De Britse minister van Defensie Des Browne formuleerde het als volgt: In Afghanistan NATO is acting for our collective defence in its truest and noblest sense. Het is dus des te opvallender dat de niet-westerse wereld, om diverse redenen, nauwelijks een bijdrage levert aan ISAF, waardoor de perceptie wordt gevoed dat het hier gaat om een westers avontuur. Helaas is het zo dat percepties machtiger zijn dan de waarheid. De waarheid is een stuk complexer. Als ISAF niet in staat is om Afghanistan te stabiliseren, dan wordt dus niet alleen de geloofwaardigheid van de NAVO aangetast, maar ook die van de VN en daarmee van de internationale gemeenschap. Daar wordt niemand beter van. Wat is de zin van het afgeven van een mandaat als het door onmacht niet kan worden uitgevoerd? Wat voor waarde heeft de internationale rechtsorde als niemand bereid of in staat is om die te handhaven? De internationale gemeenschap Ik kan het niet laten om hier even stil te staan bij het begrip de internationale gemeenschap. Wat is dat nu precies? In het begrip ligt besloten dat de internationale gemeenschap iets gemeen zou hebben, dat er iets zou zijn dat ons bindt. Behalve het basale feit dat wij ons mens-zijn met elkaar delen, is dat zonder enige twijfel het internationale recht. Als er geen landen en organisaties meer zouden zijn die zich inspannen om het internationale recht te handhaven, dan zou dat resulteren in een nog chaotischer wereld waar uitsluitend het recht van de sterkste geldt. Daar wordt niemand beter van. Helaas wordt het begrip de internationale gemeenschap maar al te vaak misbruikt als een collectieve schaamlap om gevoelige en complexe internationale besluitvorming te maskeren. Ik heb dat in mijn functie als militair adviseur van de secretaris-generaal van de VN in New York maar al te vaak meegemaakt. Als de internationale gemeenschap faalt in Afghanistan, wordt dit mede veroorzaakt door de machinaties en tegenwerking van een groot deel van diezelfde internationale gemeenschap. Ik heb het meerdere Canadese militairen op zoek naar wapens bij Sangin, Afghanistan (foto: Canadees Ministerie van Defensie/R. Mugridge)

12 Ap: 2008nr5/12 keren zien gebeuren: Rwanda, Somalië en Bosnië zijn daarvan de meest in het oog springende voorbeelden. Vechten voor wederopbouw Los van de complexe geopolitieke omgevingsfactoren, wordt de complexiteit van het conflict in Afghanistan nog vergroot door het feit dat het ingrijpen in een fragiele of falende staat op zichzelf al een uiterst ingewikkelde en langdurige klus is. Zo langzamerhand is het voor iedereen wel duidelijk dat om een dergelijke complexe operatie tot een goed einde te brengen, een breed politiek, diplomatiek, economisch én militair instrumentarium moet worden ingezet. De vraag is wederom: hoe bewaar je het overzicht en hoe houd je de regie over een dergelijk proces? Het misverstand dat we uitsluitend naar Afghanistan gingen om de Afghanen te helpen, leidde op zijn beurt tot het misverstand dat we deel gingen nemen aan een wederopbouwmissie en niet aan een vechtmissie. Zo langzamerhand is het wel duidelijk dat deze discussie tot niets leidt. Zij omzeilt de complexiteit van het conflict in Afghanistan doordat ze wordt teruggebracht tot een moreel betoog met als strekking: vechten is slecht, opbouwen is goed. Het punt is echter dat je soms moet vechten om te kunnen opbouwen. De belangrijkste taak van militairen bij dit soort operaties is om een omgeving te scheppen die veilig genoeg is om de wederopbouwtaken uit te kunnen voeren. De echte wederopbouwtaken worden echter Het is opvallend dat niet uitgevoerd door militairen, maar door de niet-westerse een bonte stoet van non-gouvernementele wereld nauwelijks een organisaties (NGO s) en internationale organisaties (IO s). Militairen bijdrage levert aan zijn nu eenmaal niet ISAF toegerust om de echte wederopbouwtaken voor de lange termijn uit te voeren: zij hebben daar noch de kennis noch de middelen voor. Militairen kunnen wel een schooltje bouwen, maar geen onderwijssysteem opzetten. Het inzetten van alleen militairen leidt dus hoogstens tot een zeer kostbaar staakt-het-vuren, maar lost de echte problemen niet op. Behalve het weer op gang brengen van het politieke proces tussen de strijdende partijen, omvat het wederopbouwproces taken zoals het weer opstarten van de economie, het creëren van een functionerend rechtssysteem, het opbouwen van een onderwijssysteem en nog heel veel andere taken die nodig zijn om behoorlijk bestuur te garanderen. Behoorlijk bestuur is het fundament voor een bestendige vrede. Gebrek aan regie bij de comprehensive approach Deze holistische benadering wordt vaak aangeduid als de comprehensive approach. De Nederlandse variant van deze aanpak wordt aangeduid als de 3 D-benadering (diplomacy, defence en development). Deze benadering is een erkenning van de complexiteit van fragiele staten en de noodzaak van een interdisciplinaire aanpak van de wederopbouw. Het is tevens een erkenning dat de grenzen tussen militaire en civiele activiteiten en organisaties zijn vervaagd. Een van de taaiste problemen is wederom de regievoering, of beter gezegd het gebrek eraan, over het brede spectrum aan wederopbouwtaken. Het regieprobleem wordt veroorzaakt door het feit dat de politiek weliswaar directe controle heeft over de militaire inzet, maar niet over de NGO s en IO s die de echte wederopbouwtaken voor de lange termijn uitvoeren. Immers: NGO s zijn geen verantwoording verschuldigd aan de politiek en worden gefinancierd door middel van vrijwillige contributies. Zelfs VN-agentschappen zoals bijvoorbeeld UNDP, UNHCR en WFP zijn geen verantwoording verschuldigd aan de VN-Veiligheidsraad, maar uitsluitend aan hun donoren. Met andere woorden: niemand heeft de eindverantwoording voor het totale wederopbouwproces, niemand heeft het totale overzicht en niemand heeft de facto de regie in handen. brengt gevaar voor militair én missie met zich mee Deze situatie zet een destructief cyclisch proces in werking dat lastig is te doorbreken en dat kan leiden tot het falen van de interventie. Het probleem is dat indien het wederopbouwproces niet goed van de grond komt, de frustratie van de bevolking zich uit in agressie tegen de militairen. Deze zijn immers beschikbaar, herkenbaar en vertegenwoordigen in de ogen van de bevolking het gezag. Dat de militairen niet verantwoordelijk zijn voor het weer opstarten van de economie of het bouwen van een functionerend rechts- en onderwijssysteem, is een nuance die door de burgerbevolking niet wordt begrepen. De grootste fout die onder deze omstandigheden door militairen kan worden gemaakt, is dat men als reactie op de agressie de totale bevolking gaat behandelen als de vijand. Eén ding is namelijk zeker: als je dat doet, dan gaat de totale bevolking zich ook als vijand gedragen. Als dat gebeurt, verlies je de missie. Immers: het geweld neemt dan verder toe, de omgeving wordt nog onveiliger, het wederopbouwproces vertraagt verder, de agressie vanuit de bevolking neemt verder toe, de militaire verliezen stijgen, de politieke wil van de troepenleverende landen om de operatie voort te zetten verdampt de cirkel is gesloten en de operatie is mislukt. Om dit heilloze, zichzelf versterkende en destructieve proces te doorbreken, is het dus noodzakelijk dat militairen ondanks alles het contact met de bevolking blijven onderhouden. Dat kan niet door

13 Ap: 2008nr5/13 het spleetje in het luik van een pantservoertuig of vanachter een betonnen muur. In feite moeten militairen onder die omstandigheden een verhoogd operationeel risico aanvaarden om het contact met de bevolking te behouden, door niet uitsluitend onder vol pantser te opereren, maar bijv. ook te voet. De kans op verliezen neemt dan echter toe. Dit is vaak een duivels dilemma voor de commandanten te velde, die immers ook verantwoordelijk zijn voor de levens van de aan hen toevertrouwde militairen. Het is overigens maar de vraag of het accepteren van een verhoogd militair risico het tij kan keren als de civiele partners op hun beurt niet ook bereid zijn om meer risico te accepteren, en een extra inspanning te plegen om de wederopbouw van de grond te krijgen. Het is dus van cruciaal belang om vooral niet in deze zichzelf versterkende, destructieve cyclus te belanden. Het echte wederopbouwproces voor de lange termijn dat door civiele partijen wordt uitgevoerd, moet beter worden georganiseerd en geregisseerd, zodat er meer samenhang wordt gebracht in de totale wederopbouwinspanning. Dat is de grote uitdaging. In feite wordt hierdoor niet alleen de zogenaamde exitstrategie van de militaire component bepaald, maar ook het uiteindelijke succes van de missie. Wederopbouw is nu eenmaal niet mogelijk zonder veiligheid, en veiligheid is niet mogelijk zonder wederopbouw. De NAVO wordt in Afghanistan op indringende wijze met dit regieprobleem geconfronteerd. Formeel heeft de Afghaanse regering de regie in handen, maar deze is daar nauwelijks toe in staat. De NAVO is echter ook niet echt goed toegerust om dit regieprobleem op te lossen. De NAVO is nu eenmaal een politiek-militaire alliantie. Alle pogingen om de NAVO om te bouwen tot een organisatie die ook andere elementen van staatsmacht van de lidstaten kan genereren en orkestreren, zijn tot nu toe in politiek geharrewar gestrand. Deze politieke blokkade, die het bondgenootschap dwingt om zich uitsluitend te beperken tot militair optreden, is een ontkenning van het feit dat de scheidslijn tussen civiel en militair optreden is vervaagd. Dit gegeven is nu juist de essentie van de comprehensive approach. Militaire complicaties voor ISAF Militair gezien heeft de NAVO ook de nodige problemen. Er zijn te weinig troepen aanwezig om het hele land binnen een redelijke termijn veilig genoeg te maken voor wederopbouw. Afghanistan is meer dan twee keer zo groot als Duitsland, en ISAF telt nu, na veel hangen en wurgen, ongeveer militairen. Ter vergelijking: in Kosovo, dat ongeveer zo groot is als de provincie Drenthe, pompte de NAVO indertijd militairen. Hoe je het sommetje ook maakt, de minimale troepensterkte die nodig is om Afghanistan te stabiliseren bedraagt ongeveer Helaas is het zo dat de politieke wil ontbreekt om een dergelijke enorme militaire inspanning te leveren. Een ander probleem is dat veel deelnemende landen een hele reeks aan beperkingen hebben opgelegd aan de NAVO voor wat betreft de inzet van hun troepen. Sommige landen stellen bijvoorbeeld als voorwaarde dat hun troepen alleen mogen worden ingezet indien er een eerste hulppost waar noodchirurgie kan worden toegepast, binnen twee uur kan worden bereikt. Er zijn ook landen die niet willen dat hun helikopters bij nacht vliegen. Dan zijn er landen die niet willen dat hun troepen worden ingezet in het gevaarlijke zuiden waar onder meer Canada, het Verenigd Koninkrijk en Nederland het zware tilwerk moeten doen. De lijst van politieke beperkingen is eindeloos lang. Dit moet echt veranderen. Er zijn al te weinig troepen in Afghanistan, en een deel daarvan kan slechts beperkt worden ingezet. Het is een ware nachtmerrie voor de commandant van ISAF. Het moet gezegd worden: Nederland steekt echt zijn nek uit in Afghanistan. Nederland opereert in het gevaarlijke zuiden en heeft bovendien de verantwoordelijkheid op zich genomen om als leidende natie op te treden in de provincie Uruzgan. We lopen dus niet alleen moreel voorop, maar tonen ook dat we bereid zijn om vuile handen te maken. We dragen echt meer dan ons deel van de collectieve militaire, politieke en morele last. Nederland ondervindt hiervoor internationaal veel waardering, en er wordt dan ook naar ons geluisterd. Daardoor weegt echter de verantwoordelijkheid die wij op ons hebben genomen nog zwaarder. De bevolking moet ervan overtuigd worden dat de Afghaanse regering, ondersteund door ISAF, uiteindelijk de overhand zal krijgen in het conflict (foto: UN Photo/World Food Programme)

14 Ap: 2008nr5/14 Het doel van de tegenstander Het bestrijden van onconventionele tegenstanders zoals de Taliban en Al-Qaeda is al lastig genoeg. Ze hebben geen land, geen hoofdstad, geen industrie en geen infrastructuur die je kunt treffen. Bovendien hebben zij geleerd om de militaire en technologische superioriteit van de ISAF-troepen te ontwijken door zich terug te trekken in de woeste tribale gebieden net over de grens met Pakistan. Daarnaast maken zij gebruik van irreguliere strijdmethoden zoals bermbommen, zelfmoordaanslagen, sluipschutters en het gijzelen van burgers. Helaas is het zo dat de burgerbevolking in dit soort irreguliere conflicten zowel middel als doel is geworden in de strijd. Het tandem Al-Qaeda-Taliban weet maar al te goed dat ze het militair gezien niet kunnen winnen van ISAF. Hun strategische doel is dan ook niet om ISAF militair te verslaan, maar om de politieke wil van de NAVO-landen en hun bondgenoten te breken. De politieke wil om de kostbare strijd voort te zetten is namelijk het zwakke punt van de NAVO; als deze wil verdampt, dan worden de troepen vanzelf teruggetrokken. Het veroorzaken van grote aantallen burgerslachtoffers is hiertoe een onmisbaar middel. Ook terroristische aanslagen die gericht zijn tegen de burgerbevolking van de troepenleverende landen, wordt vooral door Al-Qaeda gezien als een legitiem middel om het strategische doel te bereiken. Het is goed om dit in het achterhoofd te houden; de grens tussen interne en externe veiligheid is vervaagd met alle gevolgen van dien voor ons veiligheidsbeleid. en dat van Kaboel en ISAF Ook over de vraag wat het winnen van de hearts and minds van de bevolking nu eigenlijk inhoudt, bestaat een hardnekkig misverstand. Het gaat er niet zozeer om dat de bevolking de ISAF-troepen sympathiek en nuttig vindt, maar dat de burgers het vertrouwen hebben dat ISAF uiteindelijk de bovenliggende partij in het conflict zal zijn. De Afghaanse stammen hebben namelijk eeuwenlang overleefd door bij conflicten hun lot te verbinden met de winnaar van een conflict, en zeker niet met de verliezer. Een foute inschatting betekende immers het einde van de stam. Zeker in het zuiden van Afghanistan, eigenlijk een grotendeels middeleeuwse samenleving, is dat het geval. Bovendien is het zuiden het gebied van de Pasjtoenstammen waar de Talibanbeweging haar wortels heeft. Dat wil overigens niet zeggen dat de Pasjtoen dezelfde zijn als de Taliban. Veel Pasjtoenstammen moeten eigenlijk niets van de Taliban hebben, maar ze zijn er niet zeker van of de laatste wel kunnen worden verdreven. Ze zijn er evenmin zeker van of er in de nieuwe Afghaanse staat politiek voldoende plaats is ingeruimd voor de Pasjtoen. Ze zijn er dus ook (nog) niet zeker van met welke partij zij hun lot willen verbinden. Een optie die vaak wordt genoemd, is om te vertrekken uit het onrustige en gevaarlijke zuiden en onze inspanning te concentreren op het relatief rustige en veilige noorden. Dit lost niets op; het is echt het verkeerde signaal. Immers: het noorden wordt voornamelijk bevolkt door Oezbeken en Tadzjieken, die inderdaad niets van de Taliban moeten hebben. Het waren immers de noordelijke stammen die, verenigd in de Noordelijke Alliantie en met hulp van de Verenigde Staten en andere westerse landen, de Taliban hebben verdreven en daardoor een sterke machtspositie hebben verworven in het nieuwe Afghanistan, ten koste van de Pasjtoen. Indien we het zuiden aan zijn lot zouden overlaten, wordt daarmee de angst en de frustratie van de Pasjtoen over hun positie in het nieuwe Afghanistan juist gevoed en worden ze massaal in de armen van de Taliban gedreven. De vlucht naar het noorden is echt geen optie en verergert de situatie juist. Het gaat er dus om de bevolking ervan te overtuigen dat de Afghaanse regering, ondersteund door ISAF, uiteindelijk de overhand zal krijgen in het conflict. Het gaat er tevens om de Pasjtoen ervan te overtuigen dat ze effectief kunnen participeren in het politieke systeem van het nieuwe Afghanistan. Dat is de echte betekenis van het winnen van de hearts and minds. Pas dan zullen de stammen hun lot willen verbinden aan de regering en aan ISAF. Pas dan komt het echte omslagpunt. Pas dan kan de wederopbouw, ondanks de chaotische regie, echt van de grond komen. En pas dan is er een kans op het vestigen van een onderhoudbare vrede. Conclusie Om Afghanistan te stabiliseren moet er dus nog heel wat gebeuren. Er moeten niet te veel partijen worden verloren op het complexe multidisciplinaire schaakbord van de regionale en internationale politiek; er moet een aanzienlijk grotere militaire inspanning worden geleverd dan tot nu toe het geval is; er moet meer samenhang komen in de wederopbouwinspanning; er moet een plaats worden ingeruimd voor de Pasjtoen in het politieke systeem van Afghanistan; en last but not least, de hearts and minds van de Pasjtoen moeten worden gewonnen. Om dat laatste voor elkaar te krijgen, is het noodzakelijk hen ervan te overtuigen dat ISAF de handdoek niet in de ring zal gooien en uiteindelijk de overhand zal krijgen op de Taliban en Al-Qaeda. Dat laatste lukt alleen maar als de politieke wil van de NAVO-landen om de inspanning voort te zetten, niet wordt gebroken. Of het allemaal gaat lukken? Ik hoop het van harte, want er staat veel op het spel, maar ik ben er niet helemaal gerust op. Generaal-majoor der mariniers b.d. F.E. van Kappen is Eerste Kamerlid voor de VVD. Van was hij Militair Adviseur van de VN-secretaris-generaal. Daarvoor diende hij onder meer als Commandant Zeemacht Caribisch Gebied.

15 Ap: 2008nr5/15 Van wie is de Noordpool? En gaat erom gevochten worden? Jaap de Wilde Op 2 augustus 2007 plantten de Russen een vlag op de Noordpool. De Verenigde Staten en Rusland doorkruisen het gebied al sinds jaar en dag met nucleaire onderzeeërs. Grensgeschillen tussen Canada en de VS, Canada en Denemarken, Noorwegen en Rusland, en Rusland en de VS liggen al decennia onder het poolijs bevroren. Nieuwe territoriale claims op de zeebodem zitten elkaar in het vaarwater. Ondertussen wacht een slordige 25 procent van de wereldgas- en oliereserves in het poolgebied op exploitatie. Nu het ijs sneller smelt dan zelfs klimaatpessimisten verwachtten, beloven de Noordwestpassage en de Noordelijke Zeeroute het Panamakanaal en het Suezkanaal naar de kroon te steken als cruciale waterwegen voor handelsverkeer. De Noordpool wordt hot, een nieuwe koude oorlog dient zich aan, lang ondergesneeuwde conflicten leveren ijzige sfeer in diplomatieke betrekkingen voor journalisten en koppenmakers liggen de clichébeelden rijk opgetast om deze potentiële conflicthaard onder de aandacht te brengen. Het valt echter allemaal wel mee, zoals ik hier aan de hand van het soevereiniteitsvraagstuk zal belichten. 1 Het milieu Is het cynisch dat klimaatverandering de bron is van de vooral economische interesse in het poolgebied? Het poolijs trekt zich steeds verder terug. Hongerende ijsberen die hun biotoop verliezen, onderstrepen en symboliseren de inconvenient truth die vredes-nobelprijswinnaar Al Gore de wereld in 2006 voorschotelde. Het menselijk aandeel in klimaatverandering wordt ook door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), met wie Gore de Nobelprijs moest delen, zo goed als bewezen geacht, en hoofdbron van die opwarming is vooral de CO 2 die vrijkomt bij verbranding van fossiele grondstoffen. 2 Als bonus krijgen de olie- en gasmultinationals toegang tot naar schatting een kwart van de olie- en gasreserves in de wereld. Geen wonder dat het Wereldnatuurfonds de actie Draag bij aan een witte Noordpool startte. Een actie die zich richt tegen scheepvaart, overbevissing en gas- en oliewinning in het poolgebied. 3 Wel worden nog steeds serieuze vraagtekens gezet bij het menselijk aandeel in de klimaatverandering. In Nature, Not Human Activity, Rules the Climate verdedigt het Nongovernmental International Panel on Climate Change (NIPCC) een kritische visie: het IPCC redeneert naar vooropgezette conclusies toe, en de kosten die gemaakt worden om het tij te keren, zullen de geschiedenis ingaan als de grootste verspilling van de eeuw. 4 In ieder geval komen de investeringen te laat en zal de Noordelijke IJszee de komende decennia van karakter veranderen. Dit zal niet uitsluitend negatieve gevolgen hebben; het biedt ook nieuwe mogelijkheden. Het mythische en retorische karakter van mondiale vraagstukken wordt daarmee maar weer eens bevestigd. Eén van de problemen bij het aanpakken van mondiale milieuvraagstukken is dat de gevolgen van veranderingen sterk verschillen, en dat de kosten voor vermijding al evenmin evenredig verdeeld zijn. Stijging van de zeespiegel is desastreus of zelfs fataal voor bijvoorbeeld de landen die zich verenigd hebben in de Alliance of Small Island States (AOSIS), maar in delen van Canada en Siberië zal mogelijk letterlijk een bloeiperiode aanbreken. Uiteraard blijven chaosscenario s en escalatieprocessen, waarin de ene crisis de volgende aansteekt, bestaan, maar de Noord-

16 Ap: 2008nr5/16 pooldiscussie laat zien dat een ander scenario zeker zoveel kans van slagen heeft: menig land, bedrijf en bevolkingsgroep zal proberen te profiteren van nieuwe, vooral economische mogelijkheden. Niet dat de olie- en gasvoorraden op korte termijn te winnen zijn. De Noordelijke IJszee is zo n meter diep, en met huidige technieken in gunstiger omstandigheden is winning slechts mogelijk tot op drie kilometer. Een ijsvrije poolzee zal bovendien geen mediterrane indruk maken. Grote delen van het jaar zal alles potdicht zitten, en ijsschotsen zijn het gehele jaar aanwezig, wat extra problemen voor boringen en scheepvaart oplevert. Ook de poolnacht (van 27 november tot 15 januari) zal niet verdwijnen. Ook al is klimaatverandering de motor van de nieuwe vraagstukken, het tempo van de veranderingen noopt geenszins tot acute actie. Pas in 2040, zo luidt de verwachting, zijn de zeeroutes open en bevaarbaar vanaf juni tot oktober. De economie Desalniettemin lonkt op de langere termijn een economische horizon die dollar-, euro-, kronen- en roebeltekens tovert in de ogen van regeringsfunctionarissen in aangrenzende landen en multinationale entrepreneurs wereldwijd. De reis naar die horizon berust op belangrijke ceteris paribus-verwachtingen: de milieuveranderingen moeten zich wel beperken tot smeltend poolijs, en de olie-economie moet niet instorten. Als ondanks de dreigende opeenstapeling van milieuvraagstukken de politieke en economische wereldstructuur in tact blijft, dan is een gold rush, Voor soevereiniteitszoals in de 19 de eeuw, ook hier denkbaar. aanspraken is vestiging of exploitatie Op Antarctica, de tegenpool van het Arctische noorden, nodig is dat minder makkelijk, omdat een internationaal regime van verdragen commerciële en militaire exploitatie verbiedt via het Antarctic Treaty System. Een verbod dat tot nog toe gerespecteerd en gekoesterd wordt, al geldt het milieuprotocol dat winning van delfstoffen verbiedt slechts tot Het Noordpoolgebied kent geen internationaal regime. Het behoort grotendeels tot de internationale wateren, en de bodem daaronder is vooralsnog van niemand en dus van de brutaalsten of machtigsten? 5 Het economisch potentieel is enorm. Het gas en de olie mogen moeilijk winbaar zijn, maar zolang de olie-economie standhoudt, ligt hier een fossiele levensader die bij exploitatie de politiek-economische afhankelijkheid van het Midden-Oosten en de OPEC-landen kan reduceren. Directer is nog het belang van de zeevaartroutes. De route om de noord, waar Willem Barentszoon vergeefs naar zocht in , is nu al bijna bevaarbaar voor een paar maanden per jaar dan. Een tocht van Tokio naar Londen via de Noordwestpassage is mijl korter dan via het Panamakanaal (respectievelijk en mijl). Via de Noordelijke Zeeroute is de tocht mijl korter dan via het Suezkanaal (resp en mijl). Nu is vrije doorvaart nog niet mogelijk en dus heerst er ook nog geen tariefregime. Wie zo n tarief mag instellen, brengt de soevereiniteitsvraag naar voren. Vooral de conflicten tussen Canada en de Verenigde Staten zijn hierbij in het geding. Canada spreekt sinds 2006 bijvoorbeeld niet meer van de Noordwestpassage maar van de Canadian Internal Waters. De bouw van havens en de komst van havendiensten en wellicht ook een toeristenindustrie hebben uitstraling op de hele regio, en kunnen een belangrijke inkomstenbron zijn voor de belastingheffer (vergelijk hoe de Nederlandse staat profiteert van de Rotterdamse haven en het Groningse aardgas). Maar soevereiniteitstoewijzing is ook nodig om behoorlijk bestuur van de economische activiteiten mogelijk te maken. Verantwoordelijkheid voor aanpak van milieurampen in internationale wateren is een probleem. Verkaveling van de Noordpoolbodem creëert aansprakelijkheid. Hoewel soevereiniteitsclaims vooral de aandacht trekken vanwege de conflicten die ze oproepen, schuilt in de toewijzing van die claims een belangrijke oplossing van denkbare ecologische en bestuurlijke problemen die economische exploitatie en druk zeevaartverkeer zullen veroorzaken. Militair Jane s Defence Weekly ziet de nieuwe oorlogen al voor zich, 6 maar eigenlijk is er militair niets aan de hand. Tijdens de Koude Oorlog was het strategisch belang van het poolgebied veel groter. De NAVO en het Warschaupact deelden hier een grens. De Distant Early-Warning Line (een radarnetwerk uitgestrekt over het Arctische NAVO-gebied) en de Amerikaanse luchtmachtbasis op Thule (Alaska), tegenover bases en early-warning systems in de Sovjetunie, speelden een strategisch grote rol in de wederzijdse militaire afschrikking. Nog steeds is aan beide kanten een aanzienlijke militair-nucleaire afschrikkingsmacht aanwezig. Amerikaanse en Russische onderzeeërs gebruikten en gebruiken de Noordelijke IJszee bovendien om onopgemerkt van de Atlantische naar de Stille Oceaan te varen (het Panamakanaal moeten ze boven water passeren, waardoor de vijand beter weet waar hij aan toe is). De Amerikanen zijn niet wars van militair vertoon om hun onvermijdelijke aanwezigheid in het poolgebied te onderstrepen. In 2005 boorde een nucleaire onderzeeër zich door anderhalve meter ijs omhoog. 18 uur lang bleef de USS Charlotte daar liggen, enkel om het wereldnieuws te halen en ijsberen te fotograferen.

17 Het planten van de Russische vlag op de bodem van de IJszee was een nog sterker staaltje haantjesgedrag. De expeditie naar 4,3 kilometer diepte op 2 augustus 2007 schijnt in moeilijkheidsgraad niet onder te doen voor de Amerikaanse maanlanding in De eerste bemande afdaling naar de Noordpool: een technische hoogstandje. Vooral het terugvinden van het wak waardoor de bemande capsule de diepte in ging, was een hachelijk avontuur, zo rapporteert poolonderzoeker Arthur Chilingarov. Natuurlijk heette het onderzeeërtje Mir vrede. Als goede bedoelingen benadrukt moeten worden (we moeten bewijzen dat de Noordpool van ons is, aldus Chilingarov 7 ), is de argwaan al snel gewekt. In de wereldpers herleefden herinneringen aan de Koude Oorlog. Een nieuwe ronde werd in diverse kranten voorspeld: Putin s Arctic Invasion, Arctic host to a new Cold War, Cold War at North Pole. 8 Twist tussen Canada en Denemarken Er is meer militair vertoon in de regio. Vooral Canada, sinds februari 2006 onder de conservatieve regering van Stephen Harper, klettert met militaire retoriek. Daags na de Russische actie, op 10 augustus 2007, bezocht Harper het Training Centre Arctic Forces in Resolute Bay en bekrachtigde de plannen voor de bouw van een deep-water port in Nanisivik. In de jaren daarvoor had de Canadese kustwacht al herhaaldelijk de Deense vlag verwijderd van het eiland Hans waar de Denen dan weer een nieuwe plaatsten. Hans ligt midden in het Kennedykanaal en wordt betwist door Canada en Groenland (dat onder het koninkrijk Denemarken valt). De Groenlander Hans Hendrik ontdekte het eiland in 1871, maar hij maakte deel uit van een Amerikaanse expeditie onder leiding van Charles Hall, die het eiland naar Hans vernoemde. Volgens andere bronnen was het eiland bovendien al in 1853 ontdekt. Ontdekking van land is op zich onvoldoende om soevereiniteitsaanspraken hard te maken. Daarvoor is vestiging of exploitatie nodig. Beide partijen redeneren in deze naar hun eigen gelijk toe. Via de ironische website van het Hans Liberation Front dat onafhankelijkheid opeist voor het eiland en zijn twee fictieve bewoners, Hans en Hans is de geschiedenis in detail terug te lezen: 9 de status van de vierkante kilometer eiland bleef onbeslist toen Canada en Denemarken in 1973 hun grens in de Straat van Nares vaststelden. In 1984 bezocht de Deense minister Tom Hoeyem het eiland. Naar men zegt, hees hij er de vlag en liet hij een fles cognac achter met een briefje erbij: Welkom in Denemarken. Aanleiding tot het bezoek was de aanwezigheid van het Canadese bedrijf Dome Petroleum op het eiland van , waar de Deense regering niet van wist. De vlag doorstond de elementen niet lang, en in 1988 stuurde Denemarken een patrouille om een degelijker mast te plaatsen. Dit herhaalde zich in 1995, 2002 en 2003 de vlaggen hebben het er zwaar. Gevoed door publiciteit over Hanseiland plaatste het Canadese leger op 13 juli 2005 hun eigen vlag op het eiland, en daags daarna verscheen de minister van Defensie. Denemarken protesteerde Op 1 juli 2008 brak de Amerikaanse onderzeeër USS Providence door het Noordpoolijs, 50 jaar na de eerste doortocht onder de Noordpool met een Amerikaanse onderzeeër, de USS Nautilus in 1958 (foto: U.S. Navy/J. Thompson)

18 Ap: 2008nr5/18 en stuurde in augustus 2005 een oorlogsschip naar het eiland om de eigen vlag weer te hijsen. Ondertussen kwamen de regeringen overeen het geschil vreedzaam te beslechten. en andere aangrenzende landen De grensconflicten tussen Canada en de Verenigde Staten zijn groter, omdat exploitatie van de gronden en wateren rond Alaska nu al in het verschiet ligt. De VS willen de wateren bovendien het liefste internationaal houden, omdat de vrije doorvaart van onderzeeërs dan probleemloos blijft. Voorts zijn er visserijconflicten tussen Rusland en Noorwegen rond Spitsbergen. Bij de erkenning van Spitsbergen in 1920 als Noors grondgebied, werd gesteld dat de buurlanden in de wateren rond Spitsbergen mochten vissen. In 1977 stelde Noorwegen echter een Exclusieve Economische Zone in, die door Rusland niet wordt erkend. De grens tussen beide landen in de Barentszzee wordt betwist. In juli 2008 leidde het weer eens tot een aanvaring, die nu uiteraard direct in verband gebracht werd met de bredere soevereiniteitsproblematiek. 10 Want aan de al bestaande conflicten is onenigheid toegevoegd over de exacte loop van de continentale platen waartoe Rusland, Groenland, Noorwegen en Canada behoren. Claims worden over en heen bestreden, en met de optelsom van alle onenigheid lijkt het Elzas- Lotharingen van de 21 ste eeuw op de bodem van de Noordelijke IJszee te liggen. Of toch niet? Hoe groot is de kans op escalatie? Ondanks de jongensboekachtige journalistiek hierover en ondanks de prestigeslagen die gewisseld worden, is de kans dat de betrokken landen dit militair willen gaan uitvechten klein. Oorlogskansen laten zich uiteraard niet statistisch berekenen, maar ze zijn wel kwalitatief in te schatten. De confrontaties gaan tussen vier NAVO-bondgenoten plus een land dat een speciale diplomatieke status binnen het bondgenootschap geniet. In 2002 werd de NATO-Russia Council gevormd, waarmee niet alleen een forum voor permanent overleg is ontstaan (dat gebeurt immers ook buiten deze raad om), maar waarmee een schakel is toegevoegd aan de diplomatieke escalatieladder: de mate van bereidheid tot wederzijds overleg is een goede graadmeter voor het politieke klimaat tussen de partijen. Een bondgenootschap sluit incidenten tussen zelfs de trouwste leden ervan niet uit, maar maakt escalatie wel onwaarschijnlijker. Denk bijvoorbeeld aan de Tarbotoorlog in 1995 tussen Canada en de EU, waarbij de Canadese kustwacht en marine in internationale wateren Spaanse vissers arresteerden. Spanje stuurde een patrouilleschip, en over en weer werden waarschuwingsschoten gelost. Al snel werd een diplomatieke oplossing gevonden en werd binnen de regionale North Atlantic Fisheries Organisation (NAFO) nauwere samenwerking met de EU geregeld om gezamenlijke naleving van de regels voor visvangst te kunnen bereiken. Blijkbaar is er geen gemeenschappelijke vijand nodig om dit soort conflicten via onderlinge zelfbinding beheersbaar te houden. Bovendien gaat het vooral om economische conflicten, en die zijn bij uitstek geschikt voor onderhandeling. Nationaal prestige kan nog wel in het geding zijn, maar bij de grensgeschillen gaat het niet om het scheiden of samenbrengen van mensen. Bij visserijconflicten wel, en als zelfs die al niet op 19 de -eeuwse wijze escaleren, dan is het onwaarschijnlijk dat het plaatsen van vlaggen op zeebodems en onbewoonde eilanden dat wel zullen doen. Daar komt bij dat de betrokken staten andere veiligheidszorgen in de regio delen: controle van de scheepvaart en van de industriële activiteiten, en beheersing van milieueffecten zijn slechts in multinationaal verband mogelijk. De politiek Op 28 mei 2008 kwamen de vijf belanghebbende staten op ministerieel niveau bij elkaar op Groenland om de kou uit de lucht te halen. Ze besloten hun geschillen in VN-verband aan te pakken. 11 Het zeerecht Het kader voor de onderhandelingen wordt geboden door het internationaal recht en de Verenigde Naties, in het bijzonder de in 1982 tot Het planten van de stand gekomen United Nations Convention on Russische vlag op de the Law of the Sea (UN- CLOS), het VN-Zeerechtverdrag. De grens op bodem van de IJszee zee bepalen is al van was haantjesgedrag oudsher een hachelijke zaak. In de 17 de eeuw werden de territoriale wateren vastgesteld op 3 zeemijl (5,5 km), ongeveer het bereik van aan de kustlijn opgestelde kanonnen. Soevereiniteit werd daarbinnen effectief afdwingbaar geacht. Daarbuiten waren de oceanen van niemand, en vrij voor allen. Over de bepaling van de territoriale wateren is altijd veel te doen geweest, met name in kleinere zeeën en in geval van eilanden, die het moeilijk maken de basiskustlijn vast te stellen (zo is de grens tussen Duitsland en Nederland in de Dollard ook nog steeds niet definitief vastgesteld). De oceanen bleven lange tijd natuurlijke grenzen tussen werelddelen, maar met de revoluties in transport zijn ze geleidelijk uitgegroeid tot snelwegen van de wereldeconomie. Industrialisering van de visserij en de ontwikkeling van offshore-mijnbouw versterkten slechts de wens de zeggenschap te vergroten over steeds grotere de-

19 len van de zee. In de jaren 70 kwam daar dan nog eens de zorg over milieubeheer van de global commons bij. In 1945 besloten de Verenigde Staten onder president Truman unilateraal tot uitbreiding van de jurisdictie over alle natuurlijke grondstoffen op het Amerikaanse continentale plat. Andere landen volgden het voorbeeld. In veel gevallen werden de territoriale wateren verbreed tot 12 zeemijl (22 km.). Argentinië, Chili, Peru en Ecuador verlengden hun soevereiniteitsclaim rond 1950 zelfs tot 200 zeemijl (370 km.), om zo hun visserijbelangen veilig te stellen. De behoefte aan internationale overeenstemming groeide, en van 1956 tot 1958 vond de eerste zeerechtconferentie van de VN plaats (UN Conference on the Law of the Sea, UNCLOS I). Dit resulteerde in vier verdragen, maar verschillen in territoriale aanspraken bleven bestaan. Canada riep bijvoorbeeld in 1970 een Arctische grens uit van 100 zeemijl. UNCLOS II leidde tot niets, maar in 1973 ging UNCLOS III van start, culminerend in een veel sterker zeerechtregime. Eind 1994 hadden 60 van de 160 deelnemende landen de conventie geratificeerd, en trad zij in werking. Vanaf de kustlijn geldt nu een grens voor de territoriale wateren van 12 zeemijl, gevolgd door een zogeheten aansluitende zone van eveneens 12 zeemijl. In die aansluitende zone zijn maatregelen toegestaan tegen bijvoorbeeld smokkel. Eveneens vanaf de kustlijn geldt vervolgens een Exclusieve Economische Zone (EEZ) van 200 zeemijl. Hier geldt een alleenrecht op exploitatie van grondstoffen en visgronden. Ten slotte is afgesproken staten toestemming te geven om tot op een maximum van 350 zeemijl mineralen en niet-levend materiaal te winnen op het continentaal plat waartoe hun land behoort. En dat is waar de huidige Noordpoolproblematiek om draait. De Russen komen op de Noordpool uit bij hun berekening van de loop van het Mendelejev-rif, waartoe Siberië behoort. In 2001 dienden ze bij de Commission on the Limits of the Continental Shelf, die onder UNCLOS valt, hun claim in. Denemarken claimde in 2006 bij dezelfde commissie deels hetzelfde gebied. In de Deense visie ligt de Noordpool op een uitloper van het Lomonosov-rif, dat bij Groenland boven water komt. Ook de Noren dienden in 2006 een concurrerende gebiedsclaim in, en Canada werkt hard aan zijn eigen lezing van de loop van de onderzeese gebergten. In beleefde woorden nemen de diplomaten nota van elkaars standpunten, die ze eerst aan nadere studie wensen te onderwerpen, alvorens ze eventueel te verwerpen of te accepteren. 12 De Verenigde Staten zitten daarbij in een onhandige positie, want zij hebben UNCLOS III niet geratificeerd. Ze willen dat niet om redenen die ook bij de bezwaren tegen het Internationaal Strafhof spelen. UNCLOS III voorziet in de oprichting een International Seabed Authority (ISA), waarmee een supranationaal element is toegevoegd. Een onderzoeker aan het werk in het Canadese hoge noorden (foto: Canadees Ministerie van Defensie)

20 Voorstanders hopen dat dit een eigen leven gaat leiden, in het collectieve belang van alle betrokken partijen en liefst ook dat van het milieu. Tegenstanders vrezen zo n eigen leven. Het is te gemakkelijk om dit in het geval van de VS puur toe te schrijven aan traditionele afkeer van grootmachten om zich internationaal te binden. Er is namelijk ook een terechte zorg over de checks and balances op zo n internationale autoriteit. Desalniettemin trekken de voorstanders van een internationaal regime vooralsnog aan het langste eind. De VS zien zich gedwongen het spel mee te spelen en hebben keurig binnen de termijn hun bedenkingen bij de niet-erkende Commission on the Limits of the Continental Shelf ingediend. De macht van internationale organisaties zou nog verder uitgebuit kunnen worden. Een mogelijk geschikt forum om de soevereiniteitsproblematiek vanuit gezamenlijke belangen op te lossen, is de Arctic Council. De organisatie, opgericht in 1996, kent acht lidstaten: naast de vijf hoofdrolspelers in het Poolgebied (Canada, Denemarken, Noorwegen, Rusland en de VS) zijn ook Finland, IJsland en Zweden lid. 13 Dat kan zorgen voor een neutraal tegenwicht bij bespreking van de conflicten. Bovendien zijn er zes permanente non-gouvernementele deelnemers: organisaties van indigenous communities, mensen die sinds mensenheugenis in het Poolgebied leven, maar die in de gold rush naar het zwarte goud het lot dreigen te gaan delen van native Americans en Aboriginals tijdens de goudkoorts in de 19 de eeuw. Tot dusver beperkt de agenda van de Arctic Council zich tot milieuvraagstukken en duurzame ontwikkeling, maar juist vanuit die perspectieven is enig tegenwicht mogelijk aan economische machtswellust van staten en bedrijven. De samenleving De aanspraken betreffen delen van de internationale wateren, en geschillen over de grenzen van territoriale wateren. De staatsbelangen die hierbij in het geding zijn, worden vastgesteld door de parlementen in de hoofdsteden van de betrokken landen. De ongeveer vier miljoen mensen in het poolgebied, verdeeld over tientallen volkeren, zijn in die hoofdsteden slechts matig vertegenwoordigd. Dat klimaatverandering grote invloed op hun bestaan zal hebben, spreekt voor zich. Interessant vanuit veiligheidsoptiek is dat de belangenorganisaties die zij vormen, transnationaal zijn. 14 Daarmee is een basis aanwezig om gedeelde belangen in de regio te mobiliseren, al zal dit niet meevallen. Globalisering is namelijk de andere maatschappelijke dimensie die in het geding is. Het bedrijfsleven ziet kansen, en de multinationals kennen de weg naar de politiek al langer. Gelet op het nieuwe VNdiscours over human security (te vertalen als mensveiligheid en niet, zoals vaak gebeurt, menselijke veiligheid ), kan de regionale bevolking via haar eigen organisaties hopelijk echter uit de schaduw komen en voorkómen dat een geschiedenis zich zal gaan herhalen. Hoewel het Noordpoolgebied grotendeels tot de internationale wateren behoort, maken de aangrenzende landen (vaak overlappende) aanspraken op de Noordpool. Canada is er één van (foto: Canadees Ministerie van Defensie)

21 Ap: 2008nr5/21 Conclusie De kranten maken zich vooral zorgen dat een andere geschiedenis zich zal gaan herhalen: niet die van gemarginaliseerde oorspronkelijke bewoners, maar die van de Koude Oorlog of 19 de -eeuwse imperialistische strijd om nieuw land. De Noordpoolproblematiek zelf vormt echter geen conflictstof die anno 21 ste eeuw gemakkelijk een militaire dimensie zal krijgen geen kanonneerbootpolitiek, hooguit hanige redevoeringen en wellicht wat incidenten rond conflicten over visserij en exploitatievergunningen. Pas als om andere redenen de totale relaties tussen de betrokken staten op scherp staan, kan een Noordpoolconflict een druppel teveel zijn. Ook de vraag of een internationaal regime voor het poolgebied gevormd kan worden, hangt meer af van die totale verstandhouding dan van de conflictstof zelf. Natuurlijk is het moeilijk om wetenschappelijk onomstotelijk vast te stellen waar het Lomonosov-rif ophoudt en het Mendelejev-rif begint. Maar bij goede diplomatieke betrekkingen zal men niet op een paar kilometer kijken, terwijl bij slechte betrekkingen tot op de centimeter gesoebat zal worden. Hetzelfde geldt voor de noodzakelijke internationale verdragen: hoe slechter de relaties, hoe zwaarder de komma s wegen. De soevereiniteitsvraag van wie is de Noordpool? moet dus niet met 19 de -eeuwse ogen gelezen worden. De problematiek raakt niet het hart van de natie, zoals het geval is met andere hedendaagse soevereiniteitsproblemen (denk aan het lot van voormalig Joegoslavië). Het gaat over voornamelijk economische belangen, en die zijn goed onderhandelbaar. Wel toont de problematiek aan hoe belangrijk het soevereiniteitsprincipe nog steeds is en hoe centraal het staat. Het kader van de onderhandelingen wordt gevormd door UNCLOS, en het verloop wordt door regeringen en diplomaten bepaald. De niet-soevereine lokale volkeren noch de multinationale ondernemingen zitten daar aan tafel. Hun invloed loopt via verkiezingen, wandelgangen en lobbies en daar heeft het bedrijfsleven een forse voorsprong. De kwaliteit van intergouvernementeel overleg blijft, ongeacht de huidige niveaus van globalisering, beslissend voor de toekomst van het poolgebied. UNCLOS III biedt een goed uitgangspunt voor de garantie van die kwaliteit. Zo bezien komen de soevereiniteitsaanspraken op een goed moment. Soevereiniteit impliceert naast rechten vooral plichten. Goed bestuur is pas mogelijk als er een autoriteit is die daarop is af te rekenen. In die zin is er baat bij tijdige toewijzing van zeggenschap over een zee die voorlopig nog maar nauwelijks bevaarbaar en exploiteerbaar is. 1. Methodologisch volg ik het analysekader dat ontwikkeld is in: Barry Buzan, Ole Wæver, Jaap de Wilde, Security: A New Framework for Analysis, New York: Lynne Rienner, Het IPCC gebruikt de aanduiding very likely als het meer dan 90 procent zekerheid heeft over de onderzoeksresultaten. Zie IPCC, Climate Change 2007: Synthesis Report, 2007, op: 3. Zie: 4. S. Fred Singer (Ed.), Nature, Not Human Activity, Rules the Climate: Summary for Policymakers of the Report of the Nongovernmental International Panel on Climate Change, Chicago, Il.: The Heartland Institute, Voor Harald van Reenen reden om namens de mensheid een claim te leggen op de Noordpool en daar op ludieke wijze geld aan te verdienen ( Je kunt via zijn site een North Pole Claim Certificate kopen. Juridisch komt hij niet ver met zijn opgeëiste bodembezit, maar het idee zal iedere investeerder aanspreken: wie nu zeggenschap over exploitatie van het gebied krijgt, kan zich over een halve eeuw rijk rekenen. Immers: toen de Russen in 1867 Alaska voor 7,2 miljoen dollar aan de Verenigde Staten verkochten, beseften ze niet hoe pijnlijk zij zich misrekend hadden, zowel economisch als militair-strategisch. Zonder de landverkoop waren de VS nu zelfs geen speler geweest in de race om de Noordpool. 6. Caitlin Harrington, Eyeing Up the New Arctic: Increased Military Activity in the Arctic Circle Has Brought Debate on Sovereignty and Security to a Critical Point, Jane s Defence Weekly, 16 januari Paul Reynolds, Russia Ahead in Arctic Gold Rush, 2007, op: news.bbc.co.uk/2/hi/in_depth/ stm. 8. Zie resp.: news.bbc.co.uk/2/hi/business/ stm; abcnews.go.com/international/story?id= &page=1. 9. Zie: Rusland op patrouille bij Spitsbergen (Reuters), de Volkskrant, 15 juli Kim McLaughlin, Arctic Claimants Say They Will Obey UN Rules, 28 mei 2008, op: ?feedType=RSS&feedName=scienceNews. 12. Zie: Bijvoorbeeld: de Aleut International Association is zowel in Alaska als in het Russische Kamchatka actief; de Arctic Athabaskan Council en de Gwich in Council International strekken zich uit over Alaska en Canada; en de Inuit Circumpolar Council vertegenwoordigt inwoners van Canada, Alaska, Groenland en Choekotka (Rusland). Zie resp.: www. arcticathabaskancouncil.com; inuitcircumpolar. com. Dr. J.H. de Wilde is hoogleraar internationale betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).

22 Ap: 2008nr5/22 Un allié indépendant, un partenaire libre Frankrijk herijkt veiligheids- en defensiebeleid met Witboek Arnout Molenaar Welke invloed zal het Franse Witboek op het gebied van defensie en veiligheid 1 hebben op de organisatie van de Europese veiligheid? Diplomaten en beleidsmakers stellen zich deze vraag. Enkele sleutelpassages ten aanzien van de Europese Unie en de NAVO zijn immers verbonden aan voorwaarden waarvan nog onduidelijk is in hoeverre ze kunnen worden waargemaakt. Bovendien sluimert er nog instinctieve argwaan vanwege het jarenlange Franse beleid om kort gezegd de EU en de NAVO gescheiden te houden, NAVO s rol zoveel mogelijk te beperken en vooral te ijveren voor een autonome EU-defensiestructuur. 2 De Amerikaanse politicoloog Stanley Hoffmann heeft eens opgemerkt dat het alomtegenwoordige nationale perspectief van de Fransen hun claim op Europees leiderschap in de weg staat. De huidige Franse regering lijkt zich daarvan nu rekenschap te geven. Onder president Nicolas Sarkozy zoekt Frankrijk nu aansluiting bij de Atlantische mogendheden, zonder evenwel zijn eigen geluid op te geven. De veiligheidsanalyse Enkele accenten in de veiligheidsanalyse van het Witboek, zoals beteugeling van de gevolgen van de mondialisering en de verwevenheid van interne en externe veiligheid, zijn nauw verbonden met Sarkozy s bredere politieke agenda. Kern van de redenering is echter dat de Franse krijgsmacht vijf strategische functies moet vervullen: anticipatie, preventie, afschrikking, bescherming en interventie. Frankrijk beperkt zijn defensiecapaciteit dus niet tot instrument voor crisisbeheersing, zoals in de Nederlandse context nogal eens gebeurt. De vijf functies verschaffen flexibiliteit in een wereld die volgens het Witboek weliswaar niet noodzakelijkerwijs gevaarlijker, maar wel minder stabiel en minder voorspelbaar is geworden. De analyse wijst op de humanitaire crises die onze aandacht zullen blijven trekken, en op de post-9/11-les dat we niet-statelijke geweldsactoren niet moeten onderschatten. Maar het Witboek stelt ook vast dat vooral in het Midden-Oosten en in Centraal- en Oost-Azië interstatelijke confrontaties niet uitgesloten zijn, en dat Europa op termijn onder het bereik zal komen van ballistische raketten vanuit Iran. Het suggereert bovendien dat een verslechtering ( dégradation ) van de internationale betrekkingen peut faire réémerger une menace globale, notamment militaire, sur l Europe et la France (p. 64). De kans op betrokkenheid van Frankrijk in een interstatelijk conflict moet dus nog steeds onder ogen gezien worden (p. 73). Zou deze veiligheidsinschatting een aanvullend argument zijn voor de regering-sarkozy om toenadering te zoeken tot de NAVO, de organisatie die ook voor de Fransen de ruggengraat is van de collectieve veiligheid? Belangrijk is verder dat het Witboek het strategische zwaartepunt van de wereld ziet verschuiven richting Azië. De Verenigde Staten zullen nog wel even de sterkste blijven, maar het Witboek signaleert ook toenemende financiële afhankelijkheid van Azië, en militaire problemen in Irak en Afghanistan tegenover asymmetrisch opererende vijanden die in aantal toenemen. Bovendien zal de manifestatie van Rusland en China de Amerikaanse plaats relativeren en kan zich, zodra zich een majeure crisis voordoet, een crise de confiance voordoen bij de Amerikaanse bondgenoten in het Midden-Oosten of Oost-Azië (p. 36). De westelijke mogendheden moeten zich dus gezamenlijk organiseren als ze hun rol willen blijven spelen in een wereld waarin het machtsevenwicht en de gouvernance mondiale zeker zullen evolueren (p.

23 Ap: 2008nr5/23 36). Ook deze analyse steunt dus Sarkozy s Atlantische toenadering. In zijn eigen woorden: Dans un monde qui a perdu ses repères, où la confusion tend à régner précisément parce que nous sommes engagés dans une transition vers un ordre que reste à inventer, il me paraît essentiel d affirmer, avec clarté, où nous nous situons et quelles sont les valeurs qui, pour nous, sont essentielles. 3 Defensiepolitiek Het Witboek bevat duidelijke en in Frankrijk omstreden keuzes in het nationale defensiebeleid. Het is uiteraard geen sinecure om in totaal mensen te ontslaan en tal van bases te sluiten. De Franse defensieuitgaven gaan echter niet omlaag, maar blijven in reële termen gelijk. Vanaf 2012 zal het budget zelfs met 1 procent per jaar stijgen boven de inflatiecorrectie. Het Witboek stelt in feite voor dat de Franse krijgsmacht verder moderniseert van een personeelsintensieve naar een materieelintensieve organisatie. Dus minder grondtroepen, maar beter uitgerust en meer expeditionair, en nieuwe investeringen in technologisch hoogstaande capaciteiten als satellieten, onbemande vliegtuigen en nucleaire onderzeeërs. Deze defensiehervormingen zijn nodig om de vijf strategische functies te vervullen. Enkele maatregelen, zoals op het gebied van nucleaire afschrikking en eigen inlichtingenvergaring, zijn de sleutel tot behoud van een onafhankelijke Franse politiek. Hiermee behoudt Frankrijk ook het potentieel om de EU tot een volwaardige defensieorganisatie te laten groeien, één die niet beperkt is tot vredeshandhaving in het lagere geweldsspectrum. Het Witboek biedt bijvoorbeeld aan om Europa nucleair te beschermen. Ook beperkt Frankrijk zo de groeiende kloof tussen een Amerikaanse krijgsmacht die echt potten kan breken, en Europese krijgsmachten die vooral de afwas kunnen doen. Een beter uitzendbare Franse krijgsmacht sluit, ondanks de kwantitatieve inkrimping, goed aan bij de operationele behoeftes van de EU en de NAVO. Relevant is voorts dat het Witboek voorstelt om de Franse overzeese presentie te verkleinen en te concentreren aan de west- en oostkust van Afrika, één of twee steunpunten in de Perzische Golf en één aan de Indische Oceaan. Zo heeft Sarkozy recent al een Franse basis geopend in de Verenigde Arabische Emiraten. Het is een concrete uitdrukking van de nieuwe Franse aandacht voor West-Azië, in het bijzonder het gebied tussen het Nabije Oosten, Irak, Iran, Pakistan en Afghanistan. Hier doet zich volgens het Witboek een cluster conflicten voor, die deels onderling zijn verbonden en verband houden met andere dreigingen als proliferatie en terrorisme, en waar de strategische belangen van Frankrijk en Europa in het geding zijn (p. 44). Europese defensie Net als vorige Franse regeringen ziet ook die van Sarkozy politieke en defensiesamenwerking binnen de Europese Unie als sluitstuk van het integratieproces. (Atlantisch gezinde landen beklemtonen liever het aanvullende karakter ten opzichte van de NAVO). Minister van Buiten- Het pièce de resistance van het Witboek is de Franse belofte tot terugkeer in de commandostructuur van de NAVO. De huidige buitenlandminister Bernard Kouchner op het hoofdkwartier in Brussel, 2001 (foto: NAVO)

24 van civiele en militaire capaciteiten voor crisisbeheersing. Het Witboek roept op om de Europese defensietekorten weg te werken, vooral door middel van gemeenschappelijke aanschaf en gebruik van militaire middelen, bijvoorbeeld op het gebied van tactisch en strategisch transport, bijtanken in de lucht en inlichtingenvergaring. Nieuw is dat de Franse regering nu onderstreept dat dergelijke capaciteitsversterking ook de NAVO ten goede komt. Kouchner zei bijvoorbeeld dat Europa riskeert niet langer een strategische partner te zijn voor zijn bondgenoten (lees: de VS) een argument dat meestal door het Verenigd Koninkrijk wordt gebruikt. 6 Ook minister van Defensie Morin stelde dat meer Europese Unie niet per se minder Alliantie betekent, maar juist meer troepen die door beide organisaties gebruikt zouden kunnen worden. Tegelijkertijd wilde Morin overigens wel degelijk toe naar een voorkeur voor inzet van Europese middelen, zoals het Eurocorps, voor operaties van de Europese Unie. 7 landse Zaken Kouchner heeft bekend dat Frankrijk trouw blijft aan zijn visie d une Europe politique, capable d agir pour sa propre sécurité, et contribuer à la paix et à la stabilité internationale. Wel voegde hij eraan toe dat dit meer was dan la simple poursuite d une politique traditionelle, en voortkomt uit een nieuwe analyse van de strategische omgeving. Kouchner waarschuwde bijvoorbeeld dat Europa in een wereld vol nieuwe gevaren niet de enige kon zijn die zijn eigen veiligheid verwaarloost. 4 Net als zijn voorganger(s) sprak ook president Sarkozy van de Europese Unie als één van de polen in een multipolaire wereld, zelfs l un des pôles les plus actifs, si elle en a la volonté. 5 De beoogde versterking van de EU-defensiepoot bestaat volgens het Witboek uit institutionele hervormingen onder het Verdrag van Lissabon (die ik verder buiten beschouwing laat) en versterking Volgens Morin betreuren de Amerikanen enerzijds dat Europa berust in zijn afhankelijkheid, maar zijn ze er anderzijds, dans une sorte de schizophrénie, uiteindelijk ook wel tevreden mee. Dat Europa zijn verantwoordelijkheid niet neemt, ligt volgens Morin aan de beperkingen die het zichzelf heeft opgelegd. 8 Meest cruciaal in de Franse optiek is dat de Unie thans voor operationele planning en aansturing afhankelijk is van het aanbod van een nationaal hoofdkwartier of van NAVO-middelen. Enigszins cryptisch stelt het Witboek dan ook dat verdere ontwikkeling van het EU-externe optreden vraagt om versterking van capaciteiten op dit gebied. Frankrijk wil bovendien dat de EU haar militaire operaties en civiele missies onder één strategische directie in Brussel ( une direction stratégique unique à Bruxelles ) plaatst. Wellicht is deze passage bewust vaag gehouden om ruimte te laten voor een mogelijk initiatief tijdens het Franse EU-voorzitterschap. Vernieuwing van de NAVO De belangrijkste exponent van het nieuwe Franse denken is dat versterking van de Europese defensie wordt gekoppeld aan een verklaring dat de EU en de NAVO niet langer als concurrenten, maar als complementair worden gezien. In de woorden van Kouchner: Dans un contexte de multiplication des crises, face aux défis partagés, il est plus De achterliggende doelstelling is dat Frankrijk zijn invloed wil kunnen doen gelden. De militaire parade in Parijs op 14 juli 2008 (foto: UN Photo/M. Garten)

25 Ap: 2008nr5/25 que jamais nécessaire que l Union européenne et l OTAN puissent agir ensemble pour notre sécurité commune, avec une efficacité globale renforcée. 9 Dit afscheid van president Chiracs scheidingspolitiek heeft in Brussel al een hoop ideologische kou uit de lucht genomen. Dat nota bene Frankrijk in de eerste week van zijn EU-voorzitterschap, begin juli, een seminar organiseerde over pragmatische verbetering van de EU-NAVO-relatie mag historisch genoemd worden. (Het seminar leverde overigens veel ideeën op, maar slechts enkele concrete maatregelen, aangezien de EU-NAVO-relatie nog steeds lijdt onder de patstelling tussen Turkije-Cyprus-Griekenland). 10 Belangrijk is bovendien dat Sarkozy s Frankrijk zijn ideologische verzet tegen de NAVO staakt: L opposer à l Alliance atlantique n a pas de sens, aldus Sarkozy. 11 Hij neemt hiermee duidelijk afstand van het beleid van zijn voorganger. In zijn woorden: We have to stop presenting NATO as some sort of bogeyman. 12 Dit neemt echter niet weg dat de Franse prioriteit volgens Sarkozy uiteindelijk toch de EU blijft: Regardless of NATO s importance, Europe must be able to defend itself effectively and independently. 13 Volgens het Witboek streeft Frankrijk dan ook, op basis van wederzijdse autonomie en complementariteit, naar versterking van de Europese defensiesamenwerking en vernieuwing van de NAVO. Het Witboek verwerpt bijvoorbeeld de notie dat de EU de civiele agent zou zijn van de NAVO, dat wil zeggen alleen maar civiele missies uitvoert terwijl de NAVO er voor het militaire werk zou zijn. De Unie heeft in Franse ogen een bredere doelstelling, een overkoepelende politieke missie, en zijn optreden omvat een breder spectrum, inclusief het militaire. Omgekeerd moet de NAVO zich volgens het Witboek niet inlaten met civiele crisisbeheersing of humanitaire hulp de NAVO is dus aanvullend ten opzichte van de EU, niet omgekeerd. NAVO s toegevoegde waarde ligt volgens Sarkozy s Witboek in het verbinden van Noord-Amerika en Europa een argument dat ook door de vorige Franse regering werd gebezigd, maar onderstreept daarbij ook dat behoud en ontwikkeling van de NAVO in het Franse belang is. De Top in Straatsburg en Kehl, in april 2009, moet volgens de Fransen worden benut om de NAVO te vernieuwen. De beoogde veranderingen worden onder meer gezocht in afslanking van de NAVO-commandostructuur en het hoofdkwartier een doelstelling die binnen de NAVO breed wordt gedeeld maar moeilijk van de grond komt en een lichtere vorm van defensieplanning, aangezien die volgens de Fransen nog steeds teveel uitgaat van collectieve inzet à la Koude Oorlog. Bovendien beoogt de vernieuwing, volgens het Witboek, een nieuw strategisch partnerschap tussen Europa en de Verenigde Staten. De Alliantie heeft behoefte aan een EU die haar lasten kan delen; de Unie heeft behoefte aan een NAVO die haar defensietaak volbrengt en de link bewaart tussen de VS en Europa tegenover een serie nieuwe dreigingen. Als onderdeel hiervan moeten in Franse optiek de verantwoordelijkheden tussen de Amerikanen en Europeanen beter worden verdeeld (pp ). Terugkeer in de commandostructuur Het pièce de resistance van dit Witboek betreft uiteraard de belofte tot terugkeer in de NAVO-commandostructuur het ongedaan maken van De Gaulle s meest omstreden erfenis. Het Franse publiek krijgt drie argumenten waarom dit in Frankrijks eigen belang is. Ten eerste is Frankrijk toch al in bijna alle overlegstructuren van de Alliantie vertegenwoordigd: sinds 1996 is het al teruggekeerd in het Militair Comité en participeert de minister van Defensie in vergaderingen van de Noord-Atlantische Raad. Wat betreft de laatste fora waarin Frankrijk nog niet participeert, wil Frankrijk wel terugkeren in het Defensieplanningcomité maar niet in de Nucleaire Planninggroep. Ten tweede wordt aangevoerd dat Frankrijk behoorlijk veel troepen levert voor NAVOoperaties, maar is ondervertegenwoordigd in de commandostructuur. Daardoor kan Frankrijk wat invloed betreft dus niet volledig profiteren. Ten derde en dit is het meest interessante argument is het merendeel van de NAVO-bondgenoten ook lid van de Europese Unie. Het Witboek stelt expliciet dat het moeilijk is voor Frankrijk om zijn partners te overtuigen van zijn opvatting dat de EU op het gebied van defensie en veiligheid sterker moet worden, als het zijn kritische benadering richting de NAVO zou handhaven (p. 100). Het Witboek geeft vervolgens drie formele voorwaarden voor reïntegratie behoud van zelfstandige Franse besluitvorming over de inzet van troepen, geen troepen onder NAVO-bevel in vredestijd, en nucleaire onafhankelijkheid die volledig compatibel zijn met de werkwijze van de Alliantie. Belangrijker voor Europa is dat Sarkozy en In Franse ogen is de de Franse ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken in hun pu- NAVO aanvullend ten blieke uitlatingen vooral opzichte van de EU, versterking van de EU-defensiepoot, maar niet omgekeerd ook vernieuwing van de NAVO als voorwaarden hebben gesteld. Diplomatieke durf kan de Fransen niet worden ontzegd. In ruil voor het ongedaan maken van hun vrijwillige uittreding in 1966 vragen zij concrete vooruitgang op hun beleidsdoelstellingen ten aanzien van de EU en de NAVO. Het is uiteraard in het belang van de rest van Europa en Washington dat de Franse anomalie wordt opgeheven, en het Franse streven wordt dan ook in belangrijke mate politiek gesteund. Het is echter nog onduidelijk hoeveel versterking van de Europese defensie en hoeveel vernieuwing van de NAVO nodig is om president Sarkozy definitief tot terugkeer in de commandostructuur te laten besluiten. Hierbij telt eveneens de vraag welke tegemoetkomingen Londen en Washington bereid zijn te doen. Welke stap op weg naar een meer permanente EU-bevelsstructuur zou de Fransen bevredigen

26 Ap: 2008nr5/26 op een manier dat ook Londen akkoord kan gaan? Welke herverdeling van topcommandoposten binnen de NAVO kan ook door Washington, Londen en Berlijn geslikt worden? De Franse détente richting NAVO wordt mede mogelijk gemaakt door de relatief meer ontspannen houding van de vertrekkende regering in Washington, evenals de twee Amerikaanse presidentskandidaten, tegenover een grotere internationale rol van de EU. De VS kunnen immers wel een partner gebruiken die de Amerikaanse lasten helpt delen de Franse belofte tot verhoogde inzet in Afghanistan tijdens de NAVO-top in Boekarest heeft in dit opzicht veel geholpen. Londen trapt vooralsnog op de rem, zeker nu de Conservatieven in de peilingen zo sterk staan. Toch bestaat er een verstandhouding dat Parijs geen grote defensie-initiatieven lanceert zonder voorafgaand akkoord met Londen; zoals steeds in de naoorlogse geschiedenis beseft Frankrijk dat Europese defensiesamenwerking zonder het VK weinig waard is. Het negatieve referendum in Ierland over het Verdrag van Lissabon zal nog verder als demper fungeren: Parijs zal pogingen om het Verdrag te redden niet willen ondermijnen met opzichtige defensie-initiatieven die bij de neutrale Ieren eenvoudig verkeerd uitgelegd kunnen worden. Wat steekt er achter? Het nieuwe Franse beleid is uiteraard primair een gevolg van het aantreden van de politieke Macher Sarkozy, die pragmatisme en nononsense hoog in het vaandel voert. Hij laat zich niet verleiden door Franse anti-amerikaanse gevoelens, die volgens hem alleen door Diplomatieke durf een kleine elite worden kan de Fransen niet gepropageerd. 14 Hij legt reïntegratie dus uit worden ontzegd als een kleine stap die verder niets verandert aan de Franse politieke en strategische autonomie, terwijl Frankrijk hierdoor wel beter zijn denkbeelden kan laten gelden binnen de Alliantie én de Europese Unie. Multipolarisering van de wereldpolitiek en terugkeer van een statelijke dreiging vormen op de achtergrond aanvullende argumenten. Een onuitgesproken verband zou er tevens kunnen zijn met de relatieve verschuiving van het Franse beleid richting (West-)Azië. Hoewel het Witboek het idee van een geografische werkverdeling tussen de EU en de NAVO afwijst, sprak defensieminister Morin namelijk wel degelijk van een dergelijke verdeling: A priori, l Afrique c est plutôt pour l Europe, l Asie c est plutôt pour l OTAN. 15 De binnenlandse marges zijn voor Sarkozy en zijn ministers echter niet breed. Zo verzette voormalig minister van Buitenlandse Zaken Védrine (naar verluidt destijds ook kandidaat voor die post in de regering-sarkozy; Kouchner was eigenlijk tweede keus) zich in een vroeg stadium tegen het idee dat de Franse uitzondering in de NAVO een probleem zou zijn, en suggereerde dat dit idee vooral in defensie- en industriekringen leefde. Védrine waarschuwde dat reïntegratie Frankrijk dezelfde invloed zou geven op Washington als de andere bondgenoten, namelijk geen. 16 Terwijl diehard-gaullisten vinden dat Sarkozy het erfgoed van De Gaulle verkwanselt, waarschuwen anderen juist dat hij gewoon een verklede Gaullist is andere stijl maar zelfde inhoud. Deze laatste groep wijst er bijvoorbeeld op dat net aangetreden Franse presidenten wel vaker hun termijn begonnen met toenadering tot de VS en het VK, en dat ook president Chirac heeft geprobeerd terug te keren in de NAVO-commandostructuur. 17 Chiracs pogingen in strandden omdat de Franse eis tot het leveren van de commandant van het regionale NAVO-hoofdkwartier in Napels niet door de Amerikanen werd aanvaard; toen bovendien daarna de socialisten in de regering kwamen, nam Chiracs manoeuvreerruimte drastisch af. Toch is het gevoel in Brussel momenteel dat Sarkozy zich dusdanig heeft gecommitteerd dat er in feite geen weg meer terug is. Het streven naar militaire autonomie van de EU en het voorstel tot een eventuele Franse terugkeer in de NAVO-commandostructuur zijn op zichzelf weliswaar niet nieuw, maar de politieke context in Europa en de VS is wel veranderd. Ironisch genoeg brengen de naweeën van de Irak-controverse van de twee kemphanen van toen nu nader tot elkaar wat betreft Europese veiligheid. De meeste Amerikanen lijken, gelet op hun huidige verplichtingen in Irak en Afghanistan, de EU nu eerder als partner dan als potentiële concurrent te zien. En het nieuwe Franse beleid onder Sarkozy rekent af met de failliete politiek van president Chirac zoals dat tot uitdrukking kwam in zijn verzet tegen de Amerikaans-Britse interventieplannen. Ondanks de Franse claim tot leiderschap in Europa koos de meerderheid van de Europese regeringen toen immers niet voor de Franse positie, noch wist Parijs toen Washington wezenlijk te beïnvloeden (evenmin als Londen overigens). De achterliggende strategische doelstelling is uiteindelijk dat Parijs net als Londen zijn nationale invloed wil kunnen laten gelden. 18 Zoals Morin zei: Finalement, construire une défense européenne forte, c est nous donner les moyens d avoir une influence dans le monde. 19 Ook Sarkozy zei al eens dat het zijn doel is dat Frankrijk accroit sa crédibilité, sa marge d action, sa capacité d influence. 20 In dezelfde geest onderstreepte Morin echter dat een terugkeer in de NAVO-commandostructuur niet gezien moest worden als het begin van trans-atlantische volgzaamheid; juist zijn zelfstandige en ongebonden buitenlandse politiek verschaft Frankrijk volgens Morin strategische invloed. 21 En Sarkozy zelf noemde Frankrijk tegenover het Amerikaanse congres un ami debout, un allié indépendant, un partenaire libre.

27 Ap: 2008nr5/27 Dat typisch Franse geluid noch dat alomtegenwoordige nationale perspectief zullen dus verdwijnen. Maar Sarkozy s nadruk op pragmatisme en zijn afwijzing van een aantal gaullistische dogma s vormen wel de basis voor een breed gedragen gevoel dat er weer zaken kunnen worden gedaan met Parijs. En Europa heeft Frankrijk uiteindelijk toch nodig, gelet op de kleurloze regering in Londen en het meer discrete achter de schermen -leiderschap waartoe Berlijn in staat is. Of zoals Sarkozy pochte: If France doesn t take the lead, who will? 22 Drs. A. Molenaar is Defensieraad van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie. Hij is auteur van (Dis)Organising European Security. The Iraq Controversy and Patterns in US-European Relations, dat de Atlantische Commissie in 2007 uitbracht. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel. 1. Défense et sécurité nationale. Le Livre Blanc, juni Zie voor historische achtergronden: Arnout Molenaar, (Dis) Organising European Security. The Iraq Controversy and Patterns in US-European Relations, Atlantische Commissie, Den Haag, Nicolas Sarkozy, Voeux aux corps diplomatique: allocution du Président de la République, 18 januari Bernard Kouchner, Ce n est pas l OTAN ou l Europe de la défense, c est l OTAN et l Europe de la défense, Parijs, 7 juli Sarkozy, 18 januari Kouchner, 7 juli Hervé Morin, Speech at the 44 th Munich Conference on Security Policy, 9 februari Ibidem. 9. Kouchner, 7 juli Zie: Molenaar en Hans van Santen, EU-NAVO Samenwerking: Tijd voor Transformatie, Internationale Spectator, jrg. 62 nr. 6, juni 2008, pp Sarkozy, 18 januari Interview met Nicolas Sarkozy, New York Times, 21 september New York Times, 21 september Ibidem. 15. Morin, 9 februari Hubert Védrine, Rapport pour le Président de la République sur la France et la mondialisation, september Zie bijvoorbeeld: Justin Vaïsse, Nicolas Sarkozy s Foreign Policy: Gaullist by Any Other Name, Survival, juni/juli 2008, pp Zie voor het concept van invloedsstrategieën: Molenaar, (Dis)Organising European Security. 19. Morin, 9 februari Sarkozy, 18 januari Morin, Discours à Toulouse, 11 september New York Times, 21 september Pu b l i cat i e At l a n t i s c h e Co m m i s s i e (Dis)Organising European Security The Iraq Controversy and Patterns in US-European Relations Arnout Molenaar Evenwichtig en verhelderend in een ondoorzichtige wereld Prof. dr. Maarten Brands Emeritus hoogleraar Nieuwste Geschiedenis, Universiteit van Amsterdam Voormalig wetenschappelijk directeur, Duitsland Instituut Amsterdam Deze publicatie is te bestellen door 20,- (begunstigers: 17,50) over te maken op rekeningnummer van de Atlantische Commissie, onder vermelding van naam, adres en Boek Molenaar.

28 Ap: 2008nr5/28 Kosovo verdeelt internationale gemeenschap Beleid en belangen László Marácz De onafhankelijkheid van Kosovo wordt nog altijd niet erkend door een minderheid van zeven lidstaten van de Europese Unie. Wat zijn hun drijfveren? De Kosovaarse onafhankelijkheidsverklaring De Servische provincie Kosovo verklaarde zichzelf op 17 februari van dit jaar onafhankelijk. De onafhankelijkheid werd uitgeroepen nadat het driemanschap (bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Staten) dat door de Verenigde Naties was ingesteld om te bemiddelen over de status van Kosovo, zijn opdracht teruggaf aan Ban Ki-moon, de secretaris-generaal van de VN. De internationale gemeenschap was niet in staat om een unaniem advies over de toekomstige status van de Zuid-Servische provincie te formuleren. De VS waren duidelijk vóór de onafhankelijkheid van Kosovo; Rusland wilde onder geen beding meewerken aan de erkenning ervan; en de EU, zoals wel vaker in tijden van precaire internationale conflicten en crises, was niet in staat om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid in de kwestie Kosovo te formuleren. 1 Hierdoor kwam Ban Ki-moon, die krachtens VN-Resolutie 1244 verantwoordelijk is voor de toekomstige status van Kosovo, in een lastig parket te zitten. Dit bood de Kosovo-Albanezen het uitgelezen momentum om hun lot in eigen hand te nemen. Het parlement van Kosovo besloot op 17 februari de onafhankelijkheidsverklaring, die door de Kosovaarse premier Hashim Thaçi werd uitgesproken, unaniem te steunen. Thaçi verklaarde dat Kosovo een nieuwe staat wordt, gebaseerd op het plan van de Finse VN-bemiddelaar Martti Ahtisaari. In dit zogeheten Ahtisaariplan is Kosovo een multi-etnische en democratische staat die de mensen- en minderhedenrechten respecteert. Met deze opzet wil Kosovo bijdragen aan de stabiliteit, vrede en veiligheid van de westelijke Balkan. Verdeeldheid over erkenning Inmiddels is Kosovo door 43 staten erkend en zijn vele andere staten van plan om dit te doen. 2 Binnen de EU hebben 20 van de 27 lidstaten de nieuwe staat erkend. Opvallend is dat hoewel de Grote Drie van Europa (Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië) het dit keer eens waren over de Kosovaarse onafhankelijkheid, dit ook deze keer toch weer niet tot een gemeenschappelijk EU-standpunt heeft geleid. Net zoals tijdens het uitbreken van de Joegoslaviëcrisis en de interventie in Irak, zijn er ook nu weer verschillende kampen binnen de Unie die het voeren van een gemeenschappelijk beleid onmogelijk maken. 3 Deze keer ligt er een gelegenheidscoalitie van zeven landen dwars. Het gaat om Cyprus, Griekenland, Malta, Portugal, Roemenië, Slowakije en Spanje. In deze bijdrage geef ik een analyse van de drijfveren van deze landen, die bij hun pleidooi voor handhaving van de status quo beroep doen op het respect voor het internationaal recht en de territoriale

29 Ap: 2008nr5/29 integriteit en soevereiniteit van VN-leden. Zij verzetten zich hiermee hardnekkig tegen het standpunt van de meerderheid van de Europese lidstaten, die Kosovo erkennen. Merk op dat deze landen, mogelijk onopzettelijk, functioneren als Russische Trojaanse paarden in de EU, en daarmee een goed gemotiveerd beleid van de belangrijkste staten van het Euro-Atlantische bondgenootschap voor stabilisering van de westelijke Balkan ondermijnen. De landstreek Kosovo De Albanese gemeenschap is duidelijk in de meerderheid in de multietnische landstreek Kosovo. Ruim 90 procent van de inwoners van Kosovo, dat ongeveer twee miljoen zielen telt, is etnisch Albanees; een kleine vijf procent van de bevolking is etnisch Servisch. De Servische minderheid telt zo n zielen en woont voornamelijk in het noorden van Kosovo dat grenst aan het moederland Servië. 4 De Kosovo-Serven wonen vooral in en rond de stad Mitrovica, die gemengd is en de laatste jaren regelmatig het toneel is geweest van botsingen tussen etnische Serven en Albanezen. Kosovo kende onder het communistische Joegoslavië van Tito een autonome status binnen Servië, net zoals de noordelijke landstreek Vojvodina, waar een Hongaarse minderheid woont. De beide gebieden verloren hun autonome status in 1989 onder het regime van de Servische president Slobodan Milošević. Tijdens de Miloševićjaren kregen de Kosovo-Albanezen te maken met etnische repressie, die aan het eind van de jaren 90 uitliep op gewelddadigheden en ernstige schendingen van de mensenrechten tegen burgers van de Albanese gemeenschap. Deze gewelddadigheden werden gepleegd door het Servische leger, de politie en paramilitaire troepen. De internationale gemeenschap, onder supervisie van de VN, besloot een einde te maken aan de etnische zuiveringen van de Albanezen. Zij riep daarbij de hulp in van de NAVO om met geweld de Servische strijdkrachten in Kosovo een halt toe te roepen. De Amerikaanse president Bill Clinton stemde in, en begin 1999 volgde er een 78 dagen durend luchtoffensief tegen Servische stellingen in Kosovo en Servië, voordat de Serven ermee instemden om hun legers uit Kosovo terug te trekken. Vanaf de terugtrekking van de Servische strijdkrachten kwam Kosovo onder VN-bestuur te staan, de zogeheten UNMIK-missie, die voor een groot deel met behulp van de EU werd uitgevoerd. Met het waarborgen van de rust en orde in de provincie werd de NAVO belast, die ook de verantwoordelijkheid kreeg voor de bescherming van de achtergebleven Serven, die nu ver in de minderheid geraakten. De NAVO riep voor dat doel operatie KFOR in het leven. De onafhankelijkheidsverklaring door de Kosovo-Albanezen is begrijpelijk. In de Joegoslavische federatie werden de mensenrechten van de Kosovo-Albanezen niet gegarandeerd. Verder hebben zij ook niet veel te verwachten van de huidige Servische politiek, ook al heeft de zittende, pro-europese regering onder leiding van de Democraat Boris Tadić de voormalige Bosnisch-Servische president Radovan Karadžić (die verdacht wordt van oorlogsmisdaden) aan het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag overgedragen. Zowel de Servische Democratische regering als de nationalistische oppositie van de Servische Radicale Partij, die bij de laatste verkiezingen toch nog zo n 30 procent van de stemmen in de wacht wist te slepen, zijn fel tegen een Albanees bestuur over Kosovo. Servië was de controle over Kosovo de facto al kwijt vanwege het UNMIK-bestuur over de provincie. Inmiddels zijn de bestuurlijke banen in de provincie bezet door Albanezen die actief waren in het Kosovo Bevrijdingsleger (UÇK), dat tijdens het luchtbombardement door de NAVO grondoperaties uitvoerde in Kosovo zelf. De leiding van Kosovo bereidde zich al langer voor op onafhankelijkheid en kreeg hiervoor sterke Euro-Atlantische steun. De onafhankelijkheidsverklaring van 17 februari sloot in feite een periode van onzekerheid af. Een verdeelde internationale gemeenschap De internationale gemeenschap was verdeeld over de erkenning van Kosovo. Terwijl de VS en de meeste lidstaten van de Europese Unie Een Portugees infanteriebataljon bij een commando-overdracht over het KFOR Tactische Reserve Manoeuvrebataljon (foto: KFOR/J. Salles)

30 Ap: 2008nr5/30 onvermijdelijk bleek. Separatisme heeft zo zijn eigen dynamiek. 6 vóór onafhankelijkheid waren, bleek Rusland, een traditionele bondgenoot van Servië, tegen de erkenning van de nieuwe staat. Rusland wilde met het bijeenroepen van de VN-Veiligheidsraad de erkenning van de nieuwe staat verhinderen. Moskou beschouwde de onafhankelijkheidsverklaring als eenzijdig en derhalve illegaal, en stelde zich op het standpunt van de status quo, namelijk dat de soevereiniteit en de territoriale integriteit van staten gerespecteerd dient te worden. Russische politici waarschuwden dat de erkenning van Kosovo een domino-effect zou kunnen veroorzaken bij een serie van zogeheten bevroren conflicten op het grondgebied van de voormalige Sovjetunie, zoals in het geval van pro-russische afscheidingsbewegingen in Moldavië en de Kaukasusstaten Georgië en Azerbeidzjan. Rusland kreeg in mei steun van China en India in zijn beleid om de onafhankelijkheid van Kosovo terug te draaien. 5 Het probleem met de Russische positie is echter dat Rusland inherent verbonden is met de separatistische conflicten op het grondgebied van de voormalige Sovjetunie. Russisch separatisme bijvoorbeeld in de eenzijdig geproclameerde Dnjesterrepubliek, aan de linkeroever van de rivier de Dnjester op het territorium van Moldavië, of in bepaalde gebieden die onder instigatie van Rusland aansluiting zoeken bij Rusland, zoals de Georgische deelrepubliek Zuid-Ossetië. Het Westen heeft het Servisch-Albanees conflict in Kosovo niet veroorzaakt, was a priori geen partij in het Kosovoconflict, en heeft Servië veel tijd gegeven om de conflicten in Kosovo van een humane oplossing te voorzien. Hierbij stond voorop dat de mensenrechten van de Kosovo- Albanezen gewaarborgd moesten zijn. In het Kosovo dat onderdeel was van Servië werd hier niet aan voldaan, waardoor afscheiding Ten aanzien van de westelijke Balkan en ook ten aanzien van Kosovo heeft het Westen belang bij de garantie van stabiliteit en de verdere ontwikkeling van een pluriforme democratie met een vrije markteconomie. De doctrine van stabiliteit in buurregio s geldt in het bijzonder voor de EU. De westelijke Balkan, een onrustig, etnisch gemengd gebied met zwakke staten, geldt als de achtertuin van de Unie. Er gaan stemmen op om de westelijke Balkanstaten op termijn het lidmaatschap van de Unie toe te kennen. Sommige van deze landen zijn al bijna lid, zoals Kroatië, of staan te boek als kandidaatlid, zoals Macedonië. Juist omdat er een duidelijk gemeenschappelijk Uniebelang is in het Kosovoconflict, is het des te opvallender dat het weer niet gelukt is om een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidbeleid in deze kwestie te formuleren. Dit komt de stabiliteit in de westelijke Balkan niet ten goede en maakt van de EU een kwetsbare speler op het internationaal-politieke toneel. Naast Servië en Rusland zijn zeven lidstaten van de Unie (Spanje, Griekenland, Roemenië, Slowakije, Cyprus, Portugal en Malta) tegen een onafhankelijk Kosovo. De formele argumentatie tegen de erkenning van Kosovo door deze gelegenheidscoalitie is dat eenzijdige erkenning een schending van het internationaal recht impliceert, dat het principe van territoriale integriteit en soevereiniteit van Servië geschonden wordt, en er geen nieuwe VN-resolutie over Kosovo opgesteld is. Achter deze formele argumentatie, die geen rekening houdt met de belangen van de Albanese gemeenschap, gaan echter vooral particularistische belangen schuil. De dwarsliggers Het ziet ernaar uit dat van deze groep dwarsliggers Malta snel zal overgaan tot erkenning van Kosovo. De Maltese minister van Buitenlandse Zaken Borg zal hierover binnenkort een verklaring afgeven. In deze verklaring zal Malta echter benadrukken dat Kosovo een uniek geval is dit om andere separatistische bewegingen in de regio geen steun te verlenen. Portugal wil pas overgaan tot de erkenning van Kosovo als de VN en de EU daarover consensus hebben bereikt. Hoewel Portugese politici daar geen uitspraak over hebben gedaan, ligt het voor de hand dat zij zich op dit standpunt stellen uit respect voor de territoriale integri- Dragers van het Kosovaarse paspoort zijn in Slowakije niet welkom. Een Slowaakse politiefunctionaris aan de grens met Oekraïne (foto: Europese Commissie)

31 Ap: 2008nr5/31 teit van Spanje, dat te maken heeft met Baskisch separatisme. Een eventuele afscheiding van Baskenland zou voor instabiliteit op het Iberische schiereiland kunnen zorgen. Spanje is bang voor een precedentwerking van Kosovo, die de afscheiding van Baskenland zou kunnen legitimeren, en vervolgens zou kunnen leiden tot de implosie van de Spaanse staat als andere regio s het Baskische voorbeeld volgen. Griekenland is tegen de erkenning van Kosovo vanwege trouw aan Servië, zijn traditionele bondgenoot op de Balkan. Daarnaast wil Griekenland geen precedent voor de afscheiding van de eenzijdig geproclameerde Turkse Republiek Noord-Cyprus (TRNC), het Turkse, noordelijke deel van het eiland Cyprus dat overwegend door etnische Grieken wordt bewoond. De tegenstellingen tussen de Grieks-Servische as en haar Turkse tegenspeler op de Balkan zijn verscherpt, nu Turkije (dat als enige de TRNC heeft erkend) ook Kosovo heeft erkend. Cyprus zelf erkent Kosovo niet omdat het geen precedent wil hebben voor de afscheiding van de TRNC. Slowakije en Roemenië zijn tegen een erkenning van Kosovo omdat deze landen bang zijn voor het oplaaien van separatistische tendensen onder hun Hongaarse minderheden in respectievelijk Zuid-Slowakije ( Hongaren) en de noordwestelijke Roemeense landstreek Transsylvanië (ruim 1,5 miljoen). Deze minderheden zijn in deze landen terechtgekomen vanwege het omstreden vredesverdrag van Trianon (1920), dat Hongarije na de Eerste Wereldoorlog voorschreef ruim tweederde van zijn territorium af te staan. In een eerste reactie op de Kosovaarse onafhankelijksheidverklaring zei de Slowaakse premier Robert Fico op de staatstelevisie dat deze verklaring vergelijkbaar is met het Verdrag van München, dat het Derde Rijk toestond om Sudetenland van Tsjechoslowakije te annexeren. 7 De ongenuanceerde parallel van de Slowaakse premier bevatte echter wel degelijk een vingerwijziging naar de Hongaarse minderheid in zijn land. Door het linken van de Kosovaarse onafhankelijkheidsverklaring aan het Verdrag van München, waarschuwde Fico indirect zijn Slowaakse Hongaren niet de weg van Kosovo te kiezen. De Slowaakse regering houdt namelijk de Sudetenduitsers en de Hongaren in Zuid- Slowakije nog steeds collectief verantwoordelijk voor het opblazen van de Eerste Tsjechoslowaakse Republiek. 8 De Roemeense president Basescu verklaarde in juni op een conferentie van de Konrad Adenauerstichting dat Roemenië nooit tot de erkenning van Kosovo zal overgaan, zonder overigens Kosovo in verband te brengen met de Transsylvaanse Hongaren. De Roemeense president is niet alleen bevreesd voor separatisme onder zijn Hongaren, maar wil evenmin dat Kosovo een precedent wordt voor afscheiding van de Russische Dnjesterrepubliek in Moldavië, die door Roemenië nog steeds als Roemeens grondgebied wordt gezien. 9 De Hongaarse politieke vertegenwoordiging in zowel Roemenië als Slowakije heeft de onafhankelijkheid van Kosovo toegejuicht zonder dat zij de precedentwerking ervan onderschrijft. De Hongaarse minderheden zouden vooralsnog graag het genereuze pakket van rechten willen hebben dat onder het Ahtisaariplan aan de Servische minderheid van zielen wordt toebedeeld, zoals het grondwettelijke recht om de Servische taal te gebruiken in het onderwijs en bestuur. 10 Een onbedoeld bijeffect van het Ahtisaariplan is dat niet alleen de afscheiding van Kosovo, maar ook de rechten van de Servische minderheid een precedent gaan vormen voor nationale minderheden in de regio. Westelijke Balkan ook verdeeld De staten van de westelijke Balkan, die door EU-vertegenwoordigers worden gezien als toekomstige EU-lidstaten, zijn overigens ook verdeeld over de erkenning van Kosovo. Kandidaatlid Kroatië, dat al bijna EU-lid is, heeft Kosovo erkend. Als tegenhanger van Servië heeft Kroatië geen bezwaar tegen de verzwakking van de Servische positie. Het andere EU-kandidaatlid, Macedonië, zit in een dilemma. Het land neigt naar erkenning van Kosovo als anticipatie op toekomstig EU-lidmaatschap. De Macedonische regering wordt echter geconfronteerd met toenemende druk van haar etnisch-albanese coalitiepartij, de Democratische Partij van Albanezen. De Macedonische De dwarsliggers Albanezen steunen de onafhankelijkheid van functioneren als hun volksgenoten in Kosovo, en zien nu kansen om hun claims voor Russische Trojaanse meer autonomie binnen paarden in de EU Macedonië kracht bij te zetten. De jonge staat Montenegro wil in het Kosovoconflict afzijdig blijven, en haar relaties met Servië, waarvan het is afgescheiden, niet onnodig belasten door een vroege erkenning van Kosovo. Albanië erkent de onafhankelijkheid van haar volksgenoten in Kosovo. De federale regering van Bosnië-Herzegovina is tegen de erkenning van de Kosovaarse onafhankelijkheid, mede onder druk van de Servische deelrepubliek van Bosnië, de Republika Srpska. De Bosnische Serven zijn solidair met hun volksgenoten in Servië, en willen de in hun ogen eenzijdige onafhankelijkheid van Kosovo niet erkennen. De Republika Srpska heeft wel een conditie ingebouwd: mocht de meerderheid van de VN en de EU toch overgaan tot erkenning van Kosovo,

32 Ap: 2008nr5/32 dan zal de regering van de deelrepubliek een referendum organiseren over de status van de Servische entiteit van Bosnië. Conclusie De onafhankelijkheid van Kosovo heeft wederom een bres geslagen in het westerse bondgenootschap. Net zoals in de Irakcrisis zijn de Europese Unie en de NAVO opnieuw verdeeld. In dit geval zijn de Grote Drie van de Europese Unie het wél eens over het te volgen beleid. Ondanks dat Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië Kosovo als onafhankelijke staat hebben erkend, ligt een zevental EU-landen voorlopig dwars. Hun particularistische politiek ondermijnt het algemene westerse en Europese belang om de westelijke Balkan te stabiliseren. Deze landen lijken onbedoeld de Russisch-Servische positie te steunen. Hiermee wordt nog maar weer eens onderstreept dat als het westerse bondgenootschap effectief wil opereren, het onvermijdelijk zal zijn om een aanzet te geven tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid binnen de gelederen van de EU. De Unie kan hierdoor bij internationale conflicten en crises haar verantwoordelijkheid nemen, zeker als het gaat om buurregio s waar zij een direct belang heeft bij het behoud van stabiliteit, vrede en veiligheid. Inmiddels gaat een meerderheid van de EU-lidstaten voort op de ingeslagen weg, zoals in juli bleek op de donorconferentie die voor Kosovo werd georganiseerd. De Europese Commissie stond garant voor 500 miljoen van de 1,2 miljard euro, die werd opgehaald om de sociale en economische ontwikkeling van het onafhankelijke Kosovo te steunen. Verder bleken de VS en Duitsland gulle gevers. Spanje heeft inmiddels verklaard dat het niet zal meewerken aan de EULEX-missie, die de Unie in gang heeft gezet om de politionele en juridische situatie in Kosovo te versterken. Dragers van het Kosovaarse paspoort zijn in Slowakije niet welkom. Dit land zal dit document als illegaal beschouwen, ook al zit er een Schengenvisum in dat is afgegeven door EU-bondgenoten. De hardnekkige houding van de dwarsliggers heeft dus niet alleen gezorgd voor onduidelijkheid op het internationale speelveld, maar gaat ook zorgen voor verwarring en onduidelijkheid binnen de EU zelf, waarbij EU-verplichtingen worden geboycot of EU-rechten buiten de orde worden geplaatst. Dr. L.K. Marácz is als universitair docent Oost-Europese Studies verbonden aan de opleiding Europese Studies van de Universiteit van Amsterdam (UvA). 1. Zie voor een uitgebreide bespreking van de structurele problemen betreffende het GBVB van de EU: Andrew Cottey, Security in the New Europe, New York: Pallgrave Macmillan, 2007, pp. 222 e.v.; en John McCormick, Understanding the European Union, New York: Palgrave Macmillan, 2008, pp. 189 e.v. 2. Zie voor een update de website: en.wikipedia.org/wiki/international_reaction_to_the_2008_kosovo_declaration_of_independence. 3. Zie voor een case study van de Irakcrisis: Fraser Cameron, An Introduction to European Foreign Policy, London: Routledge, 2007, pp Niels van Willigen, Kosovo: instabiel en niet soeverein, Internationale Spectator, jrg. 62 nr. 7/8, 2008, pp. 395 e.v. 5. Op 15 mei verklaarden de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland, China en India op een congres in Jekaterinburg dat zij de onafhankelijkheid van Kovoso niet erkennen. Rusland kreeg de steun van beide landen omdat deze te maken hebben met separatisme in respectievelijk Tibet en Kasjmier. 6. Zie de inleiding van Henk van Houtum in het themanummer van de Internationale Spectator over de veranderende geopolitieke realiteit van territoria en grenzen: Henk van Houtum, De dynamiek van conflicten, grenzen en identiteiten, Internationale Spectator, jrg. 62 nr. 7/8, 2008, pp Het Verdrag van München werd op 30 september 1938 gesloten, waarbij de grote mogendheden Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië toegaven aan de agressieve claim van nazi-duitsland om Tsjechisch Sudetenland te annexeren, waarmee het lot van de Eerste Tsjechoslowaakse Republiek werd bezegeld. 8. Het Slowaakse parlement heeft recentelijk de zogeheten Benesdecreten bekrachtigd. Deze decreten, die in 1944 in de Slowaakse stad Kosice zijn opgesteld door een interimregering van Tsjechoslowakije, verklaren dat de Sudetenduitse en Hongaarse minderheden collectief schuld dragen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. 9. Door het Molotov-Ribbentroppact, gesloten in 1939 tussen de Sovjetunie en nazi-duitsland, werden Roemeens Bessarabië en Noord-Boekovina aan de Sovjetunie toegewezen. Uit delen van deze gebieden kwam de latere Sovjetrepubliek en het tegenwoordige Moldavië tot stand. Roemenië heeft het Molotov-Ribbentroppact echter nooit erkend. 10. Zie voor een uitgebreide bespreking van de discriminerende en beperkende maatregelen jegens de Hongaarse minderheden in Slowakije en Roemenië: László Marácz, Etnische minderheden in Midden-Europa: van conflict naar pacificatie, Internationale Spectator, jrg. 62 nr. 7/8, 2008, pp

33 Ap: 2008nr5/33 Atlantisch Nieuwsoverzicht O O R L O G G E O R G I Ë R U S L A N D Nieuwsoverzicht op het gebied van de trans-atlantische betrekkingen, Europese veiligheid en het Nederlandse buitenlands beleid Periode 14 juni 12 augustus 2008 Samenstelling David den Dunnen Met bijdragen van René van Altvorst Bronnen Voor Atlantisch Nieuwsoverzicht wordt gebruik gemaakt van de volgende bronnen: NRC Handelsblad, de Volkskrant, International Herald Tribune, Financial Times, Jane s Defence Weekly, Eastweek, RFE/RL Balkan Report, ISN Security Watch, en websites van onder meer de VN, NAVO, het Pentagon, CNN en BBC Georgië en Rusland: oorlog om Zuid-Ossetië Op 1 en 2 augustus 2008 vonden in Zuid- Ossetië, een separatistische regio van Georgië, beschietingen plaats tussen Georgische troepen en Zuid-Ossetische opstandelingen. De incidenten escaleerden op 7 augustus, waarbij regionale media melding maakten van tientallen doden. Hierop startte Georgië een grootschalig militair grondoffensief om de zeggenschap over Zuid-Ossetië te hernemen. De regering van Rusland gaf aan dat hierbij een aantal van haar militairen in Zuid-Ossetië gedood was. Een vredesmacht van voornamelijk Russische troepen is belast met het waarborgen van de stabiliteit in Zuid-Ossetië op basis van een overeenkomst tussen Georgië, Rusland en Zuid-Ossetië uit De meeste inwoners van het gebied hebben tegenwoordig een Russisch paspoort. Op 8 augustus trokken Russische grondtroepen Zuid-Ossetië binnen, en bombardeerden Russische jagers doelen in Georgië, waaronder een militair vliegveld bij de hoofdstad Tbilisi. De Georgische president Michail Saakasjvili stelde dat Moskou een vooraf geplande invasie van Georgië uitvoerde. Hij riep vervolgens de staat van beleg uit en mobiliseerde alle reservisten. Daarnaast gaf hij aan dat Georgië per direct al zijn militairen terughaalt uit Irak. Russische grondtroepen verdreven de Georgische militairen al snel uit de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinvali. Vervolgens trokken de Russen verder Georgië in. Tbilisi stelde op 10 augustus een staakt-het-vuren voor. Moskou gaf aan dat het hier niet op zou ingaan zolang niet alle Georgische troepen uit Zuid-Ossetië teruggetrokken zouden zijn. Hierop gaf Tbilisi aan dat het zijn militairen zou terugtrekken. Russische marineschepen hadden zich inmiddels naar de Zwarte Zeekust van Georgië begeven. Daarnaast voerde Rusland het aantal grondtroepen in Abchazië, de westelijk gelegen separatistische regio van Georgië, op tot circa man. Hier vonden vervolgens zware gevechten plaats tussen Abchazische rebellen en Georgische troepen. Russische tanks begaven zich vanuit Abchazië verder Georgië in. Op 12 augustus kondigde de Russische president Dmitri Medvedev aan dat Rusland zijn gevechtshandelingen zou staken. Hij stelde dat de veiligheid van de Russische vredestroepen en de burgerbevolking [in Zuid-Ossetië] was hersteld. Volgens de Verenigde Naties is de Zuid- Ossetische hoofdstad Tschinvali grotendeels verwoest. Het totale dodental was op 12 augustus nog onbekend; de oorlog had na drie dagen echter al aan tenminste burgers en militairen aan beide zijden het leven gekost. Naar schatting burgers zijn op de vlucht geslagen. In een reactie op het conflict stelde de Amerikaanse regering dat Moskou gevaarlijk en buitenproportioneel geweld toepaste in de regio. In een verklaring op 12 augustus noemde president George W. Bush het Russische optreden op het grondgebied van Georgië en de bedreiging van zijn democratisch gekozen regering onacceptabel. Verschillende Europese landen bemiddelden in de crisis. Hoewel president Saakasjvili instemde met een door EU-voorzitter Frankrijk opgesteld vredesplan, ging Moskou vooralsnog niet akkoord. De VN- Veiligheidsraad slaagde er vanwege de Russische positie niet in een standpunt te formuleren. Balkan Karadžić gearresteerd, voorgeleid 13 jaar nadat hij werd aangeklaagd door het Joegoslaviëtribunaal (ICTY) is Radovan Karadžić in Servië gearresteerd. Dit maakten de Servische autoriteiten op 21 juli 2008 bekend. Als oud-president van de Servische Republiek in Bosnië (Republika Srpska) wordt hij onder meer verdacht van genocide. Het tribunaal verdenkt hem ervan het bevel te hebben gegeven voor de inname van de Bosni- O O R L O G G E O R G I Ë R U S L A N D Atlantisch Nieuwsoverzicht

34 Ap: 2008nr5/34 Atlantisch Nieuwsoverzicht KARADZIC OPGEPAKT EU NA IERSE sche enclave Srebrenica en de daaropvolgende etnische zuivering van de moslimbevolking. Na verhoor door het Servische Tribunaal voor Oorlogsmisdaden werd hij op 30 juli overgedragen aan het ICTY in Den Haag. Daags erna verscheen hij voor de rechters van het Joegoslaviëtribunaal. De internationale reacties waren merendeels uitgesproken positief. Eurocommissaris voor Uitbreiding, Olli Rehn, noemde de arrestatie een bewijs van de vastberadenheid waarmee de nieuwe [Servische] regering zich tot Europa wendt. Maar de Russische regering zou het Joegoslaviëtribunaal al opgeroepen hebben zijn activiteiten te beëindigen. Servië: pro-westerse regering gevormd De arrestatie van Karadžić komt minder dan drie weken nadat er in Servië een pro-westerse regeringscoalitie werd gesloten. Bijna twee maanden na de Servische parlementsverkiezingen werd er op 4 juli een akkoord gesloten tussen de socialistische partij SPS en de democratische partij DS. Drie dagen later volgde de officiële beëdiging door het parlement. Mirko Cvetković (DS) neemt de functie van minister-president over van Vojislav Koštunica, die zich altijd zeer kritisch heeft uitgelaten over toenadering tot het Westen. Beide coalitiepartners weigeren echter om de onafhankelijkheid van Kosovo te erkennen, maar hebben wel beloofd om het Stabilisatie- en Associatieakkoord (SAA) met de EU, dat op 29 april werd gesloten, te ratificeren. Toch houdt onder andere Nederland een volledige implementatie van het akkoord nog tegen, omdat ook de uitlevering van een andere Radovan Karadžić ten tijde van de oorlog in voormalig Joegoslavië, 1993 (foto: UN Photo/M. Grant) belangrijke verdachte van oorlogsmisdaden, generaal Ratko Mladić, wordt geëist. De Franse staatssecretaris van Europese integratie, Jean-Pierre Jouyet, zei in een interview op 20 juli dat Servië geen kandidaat-status in 2008 moet verwachten, ook omdat de EU eerst de interne problemen rond het Verdrag van Lissabon moet oplossen. Frankrijk bekleedt momenteel het voorzitterschap van de EU. Politieke ontwikkelingen Kosovo In de republiek Kosovo trad op 15 juni de nieuwe grondwet in werking. Hiermee zou eigenlijk ook een eind moeten komen aan de uitvoerende macht van VN-missie (UNMIK). Het bestuur over Kosovo zou worden overgenomen door de Kosovaarse regering, ondersteund door een EU-missie (EULEX) die de handhaving van de wet zou moeten waarborgen. Maar omdat Rusland Kosovo s onafhankelijkheid niet erkent en fel tegen de EULEX-missie is, gebruikt het zijn vetorecht in de VN-Veiligheidsraad om stopzetting van UNMIK te voorkómen. VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon gaf op 18 juli Lamberto Zannier, als nieuwe afgezant in Kosovo de opvolger van Joachim Rücker, toestemming om te beginnen met de reconfiguratie van UNMIK. Dit houdt in dat de VN vooralsnog aanwezig blijft in Kosovo, maar geleidelijk aan steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden overdraagt aan EULEX. Medio oktober moet deze overdracht afgerond zijn. Tot nu toe zijn echter nog maar 300 van de geplande Europese functionarissen daadwerkelijk actief in het land. De Servische meerderheid in Noord-Kosovo heeft op 28 juni een eigen parlement opgericht, dat pertinent weigert om EULEX-personeel in de regio toe te laten. Het is echter nog onduidelijk hoeveel macht en zeggenschap dit parlement in de praktijk heeft. Balkanlanden halen banden met Westen aan Op 16 juni sloot Bosnië een Stabilisatieen Associatieakkoord met de Europese Unie. Dit akkoord moet nog wel geratificeerd worden. De overeenkomst werd bijna een jaar lang tegengehouden doordat noodzakelijke binnenlandse politiehervormingen niet gerealiseerd konden worden. De EU eiste aanvankelijk dat de etnische gesegregeerde politiemachten van Bosnië en Herzegovina tot een nationale politiemacht omgevormd zouden worden. Uiteindelijk KARADZIC OPGEPAKT EU NA IERSE Atlantisch Nieuwsoverzicht

35 Ap: 2008nr5/35 Atlantisch Nieuwsoverzicht NEE SPANNINGEN AFGHANISTAN nam zij genoegen met een compromis, waarin bepaalde onderdelen van de politiemachten op nationaal niveau worden geïnstitutionaliseerd, terwijl de rest etnisch gescheiden blijft. Kroatië en Albanië ondertekenden op 9 juli het protocol voor toetreding samen met de 26 NAVO-leden. Hiermee aanvaarden zij de hun verstrekte uitnodiging tijdens de top in Boekarest. Wanneer alle NAVO-lidstaten dit protocol hebben geratificeerd en ook de nationale parlementen van Kroatië en Albanië er mee instemmen, kunnen de twee landen officieel lid worden. Naar verwachting zal dit gebeuren tijdens de komende NAVO-top in Straatsburg en Kehl in april Op 26 juni startte Montenegro met een Geïntensiveerde Dialoog met de NAVO, volgend op toezeggingen tijdens de NAVO-top in Boekarest van april dit jaar. De Montenegrijnse onderministers van Defensie en Buitenlandse Zaken boden in Brussel namens hun land een Individual Partnership Action Plan aan. Dit plan zal de basis vormen voor concrete onderhandelingen tussen Montenegro en de NAVO, en moet uiteindelijk leiden tot volwaardig NAVOlidmaatschap. Europese Unie Verdrag van Lissabon Weggestemd door Ierse bevolking Op 14 juni 2008 stemde 53 procent van de Ierse bevolking in een referendum tegen het Verdrag van Lissabon. Slechte informatievoorziening en angst over verlies van nationale soevereiniteit werden het meest genoemd als oorzaken voor dit resultaat. Met een opkomst van 55 procent lijkt het onwaarschijnlijk dat de Ierse regering ervoor zal kiezen om het referendum opnieuw te doen. Ondertussen is het zeer onwaarschijnlijk dat het Verdrag nog van kracht zal worden per 1 januari 2009, zoals oorspronkelijk was beoogd. De Europese regeringsleiders hebben besloten om Ierland tot oktober dit jaar de tijd te geven om met nieuwe voorstellen te komen. Een veelbesproken idee is een Iers opt-out protocol bij het Verdrag, voor nationaal gevoelige zaken zoals defensie. Dit zou dan betekenen dat Europese wetgeving op dit gebied niet zou gelden voor Ierland. maar geratificeerd door aantal Europese parlementen Tegelijkertijd gaat het ratificatieproces in de rest van de EU-landen door. Het Britse parlement keurde het verdrag op 18 juni goed, nadat een rechterlijke uitspraak had bepaald dat een referendum niet noodzakelijk was. Op 8 juli stemde ook de Nederlandse Eerste Kamer in met het verdrag, iets wat de Tweede Kamer al op 6 juni had gedaan. Italië volgde op 31 juli. In Zweden en Tsjechië moet het verdrag nog door het parlement goedgekeurd worden, terwijl in Duitsland en Polen alleen de handtekening van het staatshoofd nog ontbreekt. Frans voorzitterschap Van 1 juli tot 1 januari 2009 is Frankrijk voorzitter van de Europese Unie. President Nicolas Sarkozy heeft al aangegeven dat het Ierse nee geen reden is voor stilstand. Eén van Sarkozy s speerpunten is het Europese veiligheids- en defensiebeleid. Op 16 juni publiceerde zijn regering een Witboek waarin de plannen voor de Franse krijgsmacht voor de komende 15 jaar staan uitgestippeld. Daarnaast pleit het Witboek voor het versterken van de militaire rol van de EU. Frankrijk stelt voor om een Europese strategische commandostructuur te ontwikkelen. Plannen voor het bundelen van nationale capaciteiten op het gebied van bijvoorbeeld helikopters en grote transportvliegtuigen kunnen ook een gunstige invloed hebben op de slagvaardigheid van de NAVO, stelt Parijs. Een ander in het oog springend initiatief van Sarkozy is de Mediterrane Unie, een intergouvernementele organisatie die de banden tussen de EU en haar zuidelijke buren moet versterken. Op 13 juli werd in Parijs een akkoord ondertekend door 43 landen, te weten de 27 EU-leden en alle landen die grenzen aan de Middellandse Zee. Onder een jaarlijks roterend dubbel voorzitterschap, beginnend met Frankrijk en Egypte, zal de Mediterrane Unie zich vooral richten op praktische zaken als waterkwaliteit, vluchtelingenstromen en handelsbetrekkingen. Afghanistan - Pakistan Groeiende opstand De maand juli is de derde maand op rij dat er meer buitenlandse militairen zijn omgekomen in Afghanistan dan in Irak, namelijk 30 tegenover 13, volgens de Iraq Coalition Casualty Count. Op 13 juni 2008 slaagden de Taliban erin om de gevangenis van Kandahar, de grootste stad in Zuid-Afghanistan, te bestormen. Hierdoor konden bijna alle gevangenen vluchten, waaronder ruim 400 Talibanstrijders. Een onbekend aantal van hen verschuilde zich in de omliggende dorpjes, waaruit zij vier dagen later met grote verliezen werden verdreven door het Afghaanse leger (ANA), ondersteund door ISAFtroepen. Op 13 juli vielen er 41 dodelijke slachtoffers bij een zelfmoordaanslag in Deh Rawod in de provincie Uruzgan. Hierbij kwamen geen Nederlandse militairen om het leven, maar wel vijf Afghaanse politiemannen en tientallen burgers. Op dezelfde dag vielen er negen Amerikaanse slachtoffers bij een grootschalige en gecoördineerde aanval op een afgelegen basis in de provincie Koenar, die grenst aan Pakistan. NEE SPANNINGEN AFGHANISTAN Atlantisch Nieuwsoverzicht

36 Ap: 2008nr5/36 Atlantisch Nieuwsoverzicht PAKISTAN TRANS-ATLANTISCHE Ontwikkelingen ISAF Het Amerikaanse Ministerie van Defensie maakte op 8 augustus bekend dat het 20 miljard dollar zal uittrekken om het Afghaanse leger te helpen flink uit te breiden. Het plan, zoals bekrachtigd door defensieminister Gates, voorziet binnen vijf jaar een Afghaanse nationale troepenmacht van man. Daarnaast wordt het geld besteed om de militaire leiding van ISAF te herstructureren, zodat de Taliban beter bestreden kunnen worden. Het voornemen is om meer Amerikaanse troepen in Afghanistan onder het ISAFcommando te brengen, dat wordt uitgeoefend door de Amerikaanse generaal David McKiernan. Op dit moment zijn de Amerikaanse troepen actief zowel binnen ISAF als daarbuiten (Operation Enduring Freedom). Des Browne, de Britse minister van Defensie, maakte op 16 juni bekend dat Groot-Brittannië begin volgend jaar 230 extra troepen naar Kandahar en Helmand stuurt, waarmee het totaal aantal Britse soldaten in Afghanistan boven de zal uitkomen. Een dag later kwamen vier Britse militairen om door een bermbom. Hiermee kwamen de 100 e en de eerste vrouwelijke Britse soldaat om het leven. Op 4 juli maakte de Volkskrant bekend dat uit intern onderzoek van de NAVO is gebleken dat van de bevolking in alle Afghaanse provincies die in Uruzgan het minst tevreden is over de aanwezige ISAF-troepen. Ruim 60 procent vindt dat de Taliban meer invloed hebben dan de door ISAF ondersteunde centrale overheid. Spanningen rond grensstreek Pakistan De Afghaanse president Karzai verklaarde op 15 juni dat zijn troepen het recht hebben om opstandelingen die de Pakistaanse grens oversteken, te achtervolgen. De Afghaanse regering beschuldigt de Pakistaanse geheime dienst (ISI) ervan een actieve rol te spelen in het organiseren van zelfmoordaanslagen in Afghanistan. Zo verklaarde een woordvoerder van de Afghaanse geheime dienst op 27 juni dat er bewijs was voor Pakistaanse betrokkenheid bij de mislukte aanslag op president Karzai twee maanden eerder. Eenzelfde beschuldiging werd geuit na de aanslag op de Indiase ambassade in Kaboel op 7 juli, waarbij 41 mensen om het leven kwamen. De Pakistaanse regering heeft door middel van onderhandelingen met de opstandelingen in de grensstreek en door haar troepen gedeeltelijk terug te trekken, geprobeerd om het geweld te beteugelen. Volgens ISAF heeft dit juist averechts effect: de rebellen zouden zo nog makkelijker de grens met Afghanistan over kunnen steken. De Pakistaanse premier Yousouf Raza Gilani verklaarde op 8 juli tijdens een bezoek aan de Amerikaanse president Bush echter dat hij terrorisme met harde hand zal bestrijden. Op 30 juni werd reeds een Pakistaans offensief gestart in de regio rond Pesjawar, vlak bij de Afghaanse grens. Eind juni voerde ook de NAVO een groot offensief uit in de Afghaanse grensregio. Tegelijkertijd blijft Pakistan onderhandelen met lokale stammen in de grensregio die steun bieden aan de opstandelingen. Maar het vredesakkoord van 22 mei tussen de regering en lokale stammen in de Swatvallei wordt regelmatig door beide kanten geschonden. Zo werden op 29 juli meer dan 30 politiemannen ontvoerd door de opstandelingen. Trans-Atlantische defensieontwikkelingen Raketschild De regering van George W. Bush streeft ernaar om vóór de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen in november een definitief akkoord met twee bondgenoten te sluiten over de plaatsing van onderdelen van het Amerikaanse raketschild. Op 8 juli 2008 werd er een officieel akkoord getekend tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice en haar Tsjechische ambtsgenoot Karel Schwarzenberg. Hierdoor krijgt de Amerikaanse krijgsmacht toestemming om een radarbasis te bouwen in Tsjechië, die vijandelijke raketten moet detecteren en er onderscheppingsraketten heen moet kunnen sturen. Het akkoord betekent echter nog geen definitief besluit. Het Tsjechische parlement moet het akkoord nog ratificeren. De voor- en tegenstanders hebben bijna een gelijk aantal zetels in het parlement. Hierdoor kan de publieke opinie een rol gaan spelen, want circa 60 procent van de Tsjechen is tegen deelname aan het raketschild. Het tweede onderdeel van het schild, 10 afweerraketten, zou in Polen geplaatst moeten worden. Maar de onderhandelingen tussen Washington en Warschau verlopen al maandenlang stroef, zodat de Amerikanen als alternatief op 18 juni verkennende gesprekken openden met de regering van Litouwen. Polen eist namelijk omvangrijke Amerikaanse investeringen in de ontwikkeling van de Poolse defensiecapaciteiten en levering van Patriot-luchtafweerraketten. Deze zouden nodig zijn omdat de Amerikaanse basis een doelwit zou kunnen vormen voor landen als Iran, en daarmee een bedreiging voor de Poolse veiligheid. Tevens kunnen de relaties met Rusland verder verslechteren. In een reactie op het Amerikaans-Tsjechische akkoord verklaarde het Kremlin dat het zal reageren met militair-technologische middelen. Een dag later daalden de olieleveranties van Rusland aan Tsjechië plotseling met 40 procent. Een woordvoerder van het verantwoordelijke bedrijf, Transneft, verklaarde dat de PAKISTAN TRANS-ATLANTISCHE Atlantisch Nieuwsoverzicht

37 Ap: 2008nr5/37 Atlantisch Nieuwsoverzicht VEILIGHEID NOORD-KOREA verminderde olietoevoer technische en commerciële redenen had, en waarschuwde dat het nog wekenlang zou kunnen aanhouden. Tankerdeal ketst af Op 18 juni verklaarde het Government Accountability Office (GAO), de financiële waakhond van het Amerikaanse Congres, dat de aanbestedingsprocedure voor een nieuw tankervliegtuig voor de Amerikaanse luchtmacht niet volledig correct was verlopen. De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing, een van de kandidaten voor het contract ter waarde van circa 35 miljard dollar, werd daarmee in het gelijk gesteld. De U.S. Air Force had in februari dit jaar de opdracht voor de bouw van het tankervliegtuig toegekend aan een consortium van het Europese EADS en het Amerikaanse Northrop Grumman. Boeing had hiertegen bezwaar aangetekend bij het GAO. Op 9 juli maakte de Amerikaanse minister van Defensie Gates bekend dat zowel EADS/Northrop Grumman als Boeing opnieuw met een bod moeten komen. Dit zal dan op acht specifieke punten geëvalueerd worden, waarna er vóór december 2008 een definitief besluit zal worden genomen. De levering van de nieuwe tankers zal hierdoor naar verwachting vertraagd worden tot na Buitenlands, veiligheidsbeleid Verenigde Staten Oorlog in Irak Op 30 juni 2008 ondertekende de Amerikaanse president George W. Bush een wet die 162 miljard dollar (ca. 104 miljard euro) vrijmaakt voor de oorlogen in Irak en Afghanistan. De onderhandelingen met de Iraakse regering over een nieuwe Status of Forces Agreement (SOFA) voor de Amerikaanse troepen, die op 1 januari 2009 moet ingaan, bevinden zich in een vergevorderd stadium. De twee grootste discussiepunten zijn de status van private (militaire) bedrijven en een tijdspad voor de terugtrekking van de troepen. De Amerikaanse onderhandelaars weigeren om een concreet tijdschema te noemen, maar hebben wel ingestemd met een verwijzing naar een tijdshorizon. Eerste rechtszaak Guantánamo Bay In de eerste militaire rechtszaak in Guantánamo Bay is Salim Hamdan, de chauffeur van Osama Bin Laden, op 6 augustus schuldig bevonden wegens steun aan terrorisme, één van de aanklachten tegen hem. Hoewel er levenslang geëist was, werd hij veroordeeld tot 5,5 jaar gevangenisstraf. Hamdan zit sinds november 2001 in Amerikaanse detentie. Hieruit blijkt volgens waarnemers dat er geen onmiddellijke gevolgen moeten worden verwacht van de uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof van 12 juni. Daarin werd geoordeeld dat ook voor de vijandige strijders die vastzitten in Guantánamo Bay het principe van habeas corpus geldt, wat wil zeggen dat zij het grondwettelijke recht hebben om hun detentie aan te vechten bij een civiele Amerikaanse rechtbank. Benoemingen James Culbertson wordt de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Nederland. Nadat hij op 27 mei door president Bush was voorgedragen, kreeg hij precies een maand later de toestemming van de Amerikaanse Senaat. Op 10 juli werd hij ingezworen. Naar verwachting begint hij medio augustus in Den Haag. Culbertson heeft al aangegeven dat hij zich vooral zal richten op de bestrijding van anti-amerikanisme onder de Nederlandse bevolking. Op 23 juni werd Ann Dunwoody, luitenant-generaal van de Amerikaanse landmacht, als eerste Amerikaanse vrouw genomineerd voor de rang van viersterrengeneraal. Omdat de Amerikaanse wet vrouwen verbiedt om actief deel te nemen aan directe gevechtshandelingen, heeft Dunwoody een achtergrond in de logistieke tak van het leger. Haar nieuwe functie is commandant van het materieelcommando van de U.S. Army. Noord Korea: openheid over nucleaire activiteiten Noord-Korea overhandigde op 26 juni 2008 een rapport aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) met nieuwe details over de hoeveelheid plutonium die het land heeft geproduceerd. Andere zaken ontbreken echter nog, zoals de proliferatie van nucleaire technologie en hoeveel verrijkt uranium en operationele kernbommen het land heeft. Als blijk van goede wil vernietigden de Noord-Koreanen een dag later de koeltoren van het nucleaire complex in Yongbyon. Dit werd vooral als een symbolische daad beschouwd, omdat de daar aanwezige plutoniumreactor al enkele maanden gesloten is. Vier dagen na de bekendmaking van het rapport arriveerde een Amerikaans schip met ton voedselhulp in de Noord-Koreaanse havenstad Nampo. De Amerikaanse overheid had al in mei beloofd dat het ton voedsel aan het verarmde land zou leveren. Ook zegde de Amerikaanse president Bush na de bekendmaking van het rapport toe om het land te verwijderen van de Amerikaanse lijst van staatssponsors van terrorisme. Het is nog onduidelijk op welke termijn dit zal gebeuren. VEILIGHEID NOORD-KOREA Atlantisch Nieuwsoverzicht

38 Ap: 2008nr5/38 Signalement Networks of Empire The US State Department s Foreign Leader Program in the Netherlands, France, and Britain Giles Scott-Smith P.I.E. Peter Lang: Brussel, 2008 ISBN: Paperback, 514 pp., 39,90 Een van de vele beleidsinstrumenten voor het buitenlands beleid waar de Amerikaanse overheid over kan beschikken, betreft het Individual Visitor Leadership Program (IVLP), tot 1965 het Foreign Leader Program geheten. Met dit programma, van start gegaan in , werden op uitgebreide schaal buitenlandse gasten uitgenodigd voor een bezoek aan de Verenigde Staten. Het doel ervan was, in de woorden van de Amerikaanse president Truman, om een full and fair picture of American life te geven. Het programma was en is een soft power-instrument bij uitstek om een netwerk aan niet-amerikaanse opinieleiders (media, politiek, vakbonden enzovoort) op te bouwen. De verwachting of hoop was dat het via dit netwerk opgebouwde culturele kapitaal op cruciale momenten in de nationale politieke besluitvormingsprocessen een doorslaggevende rol zou kunnen spelen ten faveure van de Amerikaanse buitenlandse agenda. Dat dit bezoekersprogramma tevens een belangrijke rol vervulde in de ideologische strijd tegen het communisme spreekt voor zich. Scott-Smith beschrijft vakkundig hoe de organisatie van het bezoekersprogramma tot stand kwam, hoe het georganiseerd werd, en de uiteenlopende doelen van het Foreign Leader Program. Terzijde: ook de Sovjetunie kende een gastenprogramma. Het Amerikaanse programma werd er deels door geïnspireerd toen duidelijk werd hoeveel Europeanen naar de Sovjetunie afreisden. De aantallen bezoekers aan de VS zijn indrukwekkend: 167 Nederlanders, 512 Britten, 648 Fransen, Duitsers, 583 Italianen, 197 Belgen en 170 Denen reisden in de bovengenoemde periode af naar de VS. Ook uit vele andere landen reisden jaarlijks vele honderden bezoekers af. Uit de aantallen is niet direct af te leiden waarom de auteur juist voor de drie genoemde landen heeft gekozen. De reden is, zo vat de auteur samen, dat deze landen een speciale rol speelden in de trans-atlantische betrekkingen. Groot-Brittannië was Amerika s meest naaste bondgenoot, Frankrijk juist de meest ambivalente, zelfs bij tijd en wijle vijandige. De keuze voor Nederland wordt onder meer beargumenteerd met de Nederlandse rol van bruggenbouwer in de trans-atlantische betrekkingen. De hoofdstukken over Nederland laten zich met rode oortjes lezen. De reden daarvoor is niet zozeer dat er schokkende onthullingen worden gedaan of dat bekende namen van politici en andere publieke figuren worden genoemd. Voor alle duidelijkheid: het boek bevat deze twee elementen zeker ook, maar de grote verdienste is allereerst dat deze hoofdstukken een buitengewone effectieve combinatie van grondig archiefwerk en oral history bevatten. Daardoor ontwikkelt de auteur in de hoofdstukken over Nederland een flink tempo, dat de hoofdstukken over Frankrijk en Groot-Brittannië enigszins ontberen. Daarnaast laten de hoofdstukken over Nederland zich goed lezen als een beknopte politieke geschiedenis van ons land in de jaren 50 en 60. Scott-Smith vat kundig de achtergrond van menig Nederlandse fellow samen, en is zeer goed ingevoerd in de politieke ontwikkelingen in Nederland gedurende de twee genoemde decennia. De passages bijvoorbeeld over de belangstelling van D66 (toen nog D 66) voor het Amerikaanse politieke systeem, en de reis van voorman Van Mierlo ( he [Van Mierlo] saw everybody but Johnson ), zijn de moeite waard. Scott-Smith heeft een zeer interessante en lezenswaardige studie geschreven over het fenomeen bezoekersprogramma. Door het onderwerp in een vergelijkende internationale context te behandelen, ontstaat een scherp beeld van de geselecteerde fellows en de veranderingen die plaatsvonden bij de keuze voor nieuwe doelgroepen in de loop van de bestudeerde periode. Niet alleen combineert Scott-Smith een aantrekkelijke stijl met een grondige kennis van zaken. Hij heeft ook oog voor aantrekkelijke details, vooral afkomstig uit de vele interviews die hij heeft afgenomen. Bram Boxhoorn Signalement

39 Recent verschenen: Jaarverslag 2007 In het jaarverslag vindt u een overzicht van alle activiteiten die de Atlantische Commissie in 2007 organiseerde en van alle publicaties die dat jaar werden uitgebracht. U kunt een gratis exemplaar aanvragen bij het bureau van de Atlantische Commissie: tel.: atlcom@xs4all.nl Atlantisch perspectief T ijdschrif t voor int er nationale betrekkingen en veiligheidspolitiekap: Ik neem een jaarabonnement en ontvang acht nummers van Atlantisch Perspectief voor e 23,50. Ik word begunstiger en ontvang voor e 40,75 per jaar naast Atlantisch Perspectief alle overige publicaties gratis of tegen korting, evenals uitnodigingen voor bijeenkomsten van de Atlantische Commissie. Ik neem een studentabonnement en ontvang acht nummers van Atlantisch Perspectief voor e 18,50 per jaar. Welkomstgeschenk: bon Ik word lid van Jonge Atlantici en ontvang Atlantisch Perspectief, de overige publicaties (gratis of tegen korting), plus de uitnodigingen voor de bijeenkomsten van Jonge Atlantici en de Atlantische Commissie, voor de introductieprijs van e 20,- per jaar. Allies or Aliens? George W. Bush and the Transatlantic Crisis in Historical Perspective door Sebastian Reyn. Naam: Adres: Postcode/woonplaats: U kunt deze bon opsturen naar de Atlantische Commissie Antwoordnummer EB Den Haag (geen postzegel nodig)

40 Jaargang 32 Prijs e 4,- Atlantisch perspectief

Twee jaar Afghanistan Misverstanden over een complexe missie

Twee jaar Afghanistan Misverstanden over een complexe missie Debat Twee jaar Afghanistan Misverstanden over een complexe missie Frank van Kappen Onze strijd in Afghanistan: zijn we meegesleept in een Amerikaans avontuur, of nemen we deel aan een nobele en noodzakelijke

Nadere informatie

Twee jaar Uruzgan Een tussenbalans

Twee jaar Uruzgan Een tussenbalans Debat Twee jaar Uruzgan Een tussenbalans Raymond Knops Op 1 augustus 2006 begon Nederland officieel zijn missie als lead nation van de ISAFtroepenmacht in de Afghaanse provincie Uruzgan. Reeds bij aanvang

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

GROENLINKS. Een alternatieve strategie voor Afghanistan OPPOSITIETAFEL

GROENLINKS. Een alternatieve strategie voor Afghanistan OPPOSITIETAFEL GROENLINKS Een alternatieve strategie voor Afghanistan OPPOSITIETAFEL Tweede-Kamerfractie GroenLinks 20 november 2007 Alternatieve strategie voor Afghanistan Kernboodschap De ISAF-missie in Afghanistan

Nadere informatie

Communicatie en strategie van de Afghaanse Taliban, vanuit het perspectief van het leiderschap

Communicatie en strategie van de Afghaanse Taliban, vanuit het perspectief van het leiderschap , vanuit het perspectief van het leiderschap Auteurs: Godfried Wessels Seran de Leede Edwin Bakker Samenvatting Op 28 december 2014 is een einde gekomen aan de ISAF-missie (International Security and Assistance

Nadere informatie

Henk Kamp - Minister van Defensie 4 mei 2006

Henk Kamp - Minister van Defensie 4 mei 2006 Henk Kamp - Minister van Defensie 4 mei 2006 Dames en heren, Morgen is het 61 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd. Hoewel de bevrijding van Nederlands-Indië nog enkele maanden op zich liet wachten,

Nadere informatie

Dames en heren, Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal P van Uhm, ter gelegenheid van het symposium op 5 mei 2012 te Wageningen.

Dames en heren, Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal P van Uhm, ter gelegenheid van het symposium op 5 mei 2012 te Wageningen. Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal P van Uhm, ter gelegenheid van het symposium op 5 mei 2012 te Wageningen. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Dames en heren, Ik sta hier vandaag

Nadere informatie

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven.

van de TFU, Welkom thuis! Eindhoven. Toespraak van de minister van Defensie, E. van Middelkoop, bij de terugkeer van de laatste Task Force Uruzgan, Vliegbasis Eindhoven, 8 augustus 2010. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Commandant van

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

uitreiking van de herinneringsmedaille Vredesoperaties. Berckmoes-Duindam, Tweede Kamer.

uitreiking van de herinneringsmedaille Vredesoperaties. Berckmoes-Duindam, Tweede Kamer. Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten, generaal T.A. Middendorp, tijdens de uitreiking Herinneringsmedaille Vredesoperaties op 12 oktober 2012 te Apeldoorn. Let op. Alleen gesproken woord geldt!

Nadere informatie

Come home or go global, stupid

Come home or go global, stupid Come home or go global, stupid Een nieuwe toekomst voor de Noord Atlantische Verdragsorganisatie?! Drs. S.N. Mengelberg 1 De NAVO is een puur militaire organisatie! 2 De NAVO is niet langer de hoeksteen

Nadere informatie

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag.

Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Toespraak bij de lancering van het Defensie Cyber Commando door de Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert op 25 september 2014 te Den Haag. Let op: Alleen het gesproken woord geldt! De lancering

Nadere informatie

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten. 1 Toespraak van de komend Commandant der Strijdkrachten, generaal Middendorp, bij de aanvaarding van het commando over de Nederlandse krijgsmacht op 28 juni 2012 te Den Haag. Let op: Alleen gesproken woord

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I Opgave 2 Defensiesamenwerking in Europa Bij deze opgave horen tekst 3, figuur 1 en tekst 4. Inleiding In december 2017 is in de Europese Unie (EU) op het gebied van defensie een Permanente Gestructureerde

Nadere informatie

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur 1red18248 29-06-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, 22.50 uur MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER HET ONDERZOEK NAAR EVENTUELE VERLENGING VAN DE MISSIE IN

Nadere informatie

Stabiliteit in Afghanistan is afhankelijk van stabiliteit in Pakistan

Stabiliteit in Afghanistan is afhankelijk van stabiliteit in Pakistan COMMENTAAR juli 2007 Stabiliteit in Afghanistan is afhankelijk van stabiliteit in Pakistan door Kees Homan in: Vrede en Veiligheid, jaargang 36, 2007, nummer 2, blz 135 140 "In Afghanistan is sprake van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht.

DAGORDER. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht. DAGORDER Collega s, Minister Hennis en generaal Middendorp zijn dinsdagavond afgetreden. Twee mensen die de afgelopen jaren zo hebben gevochten voor Defensie, voor onze krijgsmacht. En nu zijn ze op deze

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon DWH/LC T 070-3485226 F 070-3485472

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict Werkstuk door T. 1373 woorden 12 december 2014 7 63 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Tussen wie gaat het conflict en wat is de kern van het conflict?

Nadere informatie

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden

De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden De NAVO is nog net zo actueel als 60 jaar geleden Maarten Haverkamp Dit jaar werd terecht uitgebreid stilgestaan bij de 60 e verjaardag van de NAVO. 60 jaar lang vormt het trans-atlantische bondgenootschap

Nadere informatie

Majesteit, De stroom van vluchtelingen is de grootste sinds de

Majesteit, De stroom van vluchtelingen is de grootste sinds de 1 Toespraak tijdens de Nieuwjaarsontvangst van Zijne Majesteit de Koning in het Koninklijk Paleis te Amsterdam op 12 januari 2015 door de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. A. Broekers-Knol Majesteit,

Nadere informatie

Speech ter gelegenheid van de ontvangst van Nederlandse ambassadeurs door de Staten-Generaal, d.d. donderdag 29 januari 2015 Anouchka van Miltenburg, Voorzitter Tweede Kamer Het gesproken woord geldt Geachte

Nadere informatie

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde.

Christen Unie: - Defensie: Het beschikbaar stellen van een veelzijdige krijgsmacht aan de internationale rechtsorde. Opdracht door Dylan 1380 woorden 30 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer PvdA: - Defensie: De PvdA zet zich internationaal in voor vrede en veiligheid; we komen op

Nadere informatie

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

3 september 2014. Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten 3 september 2014 Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

Het doet mij genoegen u allen hier te verwelkomen. Dat klinkt obligaat, maar dat is het niet. Ik zal u vertellen waarom.

Het doet mij genoegen u allen hier te verwelkomen. Dat klinkt obligaat, maar dat is het niet. Ik zal u vertellen waarom. INLEIDING VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE, EIMERT VAN MIDDELKOOP, VOOR DE STARTCONFERENTIE VERKENNINGEN, 5 MAART 2008 Zeer geachte aanwezigen, Het doet mij genoegen u allen hier te verwelkomen. Dat klinkt

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode In 1945 eindigt de Tweede Wereldoorlog (1940-1945). Duitsland wil, onder leiding van Adolf Hitler, Europa veroveren. Na vijf jaar strijd en 55 miljoen doden geeft Duitsland

Nadere informatie

Toekomst missie Uruzgan ( )

Toekomst missie Uruzgan ( ) Toekomst missie Uruzgan ( - 2010) Na de beslissing van Obama over het uitbreiden van de militaire inspanningen in Afghanistan en het terugtrekken vanaf 2011 en de oproep aan o.a. Nederland om in Afghanistan

Nadere informatie

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK. DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK STARTPUNT In beginsel art. 2 (4) HVN: geweldsverbod interstatelijke betrekkingen Uitzonderingen:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 123 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2010 Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding j1 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding Postadres: Postbus 16950, 2500 BZ Den Haag Aan: de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Oranjebuitensingel

Nadere informatie

Openingstoespraak van staatssecretaris De Vries voor de CDAbijeenkomst Ontwikkelingssamenwerking en 3D te Breda, 3 oktober 2008

Openingstoespraak van staatssecretaris De Vries voor de CDAbijeenkomst Ontwikkelingssamenwerking en 3D te Breda, 3 oktober 2008 Openingstoespraak van staatssecretaris De Vries voor de CDAbijeenkomst Ontwikkelingssamenwerking en 3D te Breda, 3 oktober 2008 Dames en heren, Goed hier te kunnen zijn. Nu bijna een jaar actief als staatssecretaris

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 15 maart 2013 Betreft EUTM Somalië. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 15 maart 2013 Betreft EUTM Somalië. Geachte voorzitter, Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Ministerie van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 28 676 NAVO Nr. 308 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITEN- LANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren,

Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren, Toespraak Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken Dames, heren, Een minister van Defensie is zich elke dag bewust van de ontwikkelingen in de wereld. Deze ontwikkelingen dwingen hem voortdurend

Nadere informatie

Bovendien stel ik vast dat democratie onder een buitenlandse bezetting geen betekenis heeft.

Bovendien stel ik vast dat democratie onder een buitenlandse bezetting geen betekenis heeft. Bovendien stel ik vast dat democratie onder een buitenlandse bezetting geen betekenis heeft. Gie Goris, Mondiaal Magazine (MO), 20 februari 2010 Malalai Joya: 'In de ware wereld leven de Afghaanse vrouwen

Nadere informatie

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

Koninklijke Hoogheid, dames en heren, Toespraak minister Eimert van Middelkoop voor de opening van het symposium Strategische samenwerking met het bedrijfsleven Sourcing, een kwestie van keuzes maken, Koninklijke Militaire Academie, Breda,

Nadere informatie

Nederlands uitgezonden personeel, Een bezoek aan een missiegebied is. grilliger dan pakweg een werkbezoek. aan een oefenende eenheid op de

Nederlands uitgezonden personeel, Een bezoek aan een missiegebied is. grilliger dan pakweg een werkbezoek. aan een oefenende eenheid op de Toespraak uitgesproken door de Minister van Defensie, E. van Middelkoop, bij gelegenheid van zijn Kerstbezoek aan Afghanistan, 24 december 2008 te Kaboel. Nederlands uitgezonden personeel, Een bezoek aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme Nr. 541 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN

Nadere informatie

Afghanistan docentenhandleiding

Afghanistan docentenhandleiding Afghanistan docentenhandleiding Docentenhandleiding Inhoud De situatie in Afghanistan wordt in het nieuws ondergesneeuwd door andere conflicten. Toch gaat daar de strijd voort. Bijna elke week zijn er

Nadere informatie

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Macht en waarden in de wereldpolitiek Rik Coolsaet Macht en waarden in de wereldpolitiek Actuele vraagstukken in de internationale politiek Editie 2006-2007 2 Inhoud Inleiding... Deel 1. De jaren 90: het transitiedecennium 1. Van illusie naar

Nadere informatie

2018D36649 LIJST VAN VRAGEN

2018D36649 LIJST VAN VRAGEN 2018D36649 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Defensie, de Minister voor Buitenlandse

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement. Sabine Lösing, Tania González Peñas namens de GUE/NGL-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0058/1. Amendement. Sabine Lösing, Tania González Peñas namens de GUE/NGL-Fractie 6.3.2019 A8-0058/1 1 Paragraaf 17 17. benadrukt voortdurende steun van de EU voor een inclusief vredes- en verzoeningsproces onder leiding van en gestuurd door Afghanistan zelf, met inbegrip van de uitvoering

Nadere informatie

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 25 maart 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 mei 2011 Graag bied

Nadere informatie

Amendementenoverzicht Voorjaarscongres CDJA 26 en 27 mei 2017 Groningen

Amendementenoverzicht Voorjaarscongres CDJA 26 en 27 mei 2017 Groningen Amendementenoverzicht Voorjaarscongres CDJA 26 en 27 mei 2017 Groningen Agendapunt Amendement(en) Indiener 11.2 Schrappen van een overweging en een uitspraak Groningen 11.2 Vervangen uitspraken, vervangen

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 28 676 NAVO Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie) Praktische-opdracht door J. 1743 woorden 12 september 2011 6,1 32 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Nadere informatie

Fiche 2: Mededeling EU-strategie Afghanistan

Fiche 2: Mededeling EU-strategie Afghanistan Fiche 2: Mededeling EU-strategie Afghanistan 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad Bouwstenen voor een EU-strategie voor Afghanistan b) Datum

Nadere informatie

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser,

Datum 5 juni 2018 Betreft Reactie op het conceptrapport Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali. Geachte heer Visser, > Retouradres 2500ES 's-gravenhage Ministerie van Defensie Plein 4 Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl Ministerie van Buitenlandse Zaken Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 2500 EB Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Politiek. Beter een goede buur. Afghanistan en China in de versnelling. Tekst: Susanne Kamerling. 40 POLITIEK China Nu 2010-4

Politiek. Beter een goede buur. Afghanistan en China in de versnelling. Tekst: Susanne Kamerling. 40 POLITIEK China Nu 2010-4 CHINA NU Politiek Tekst: Susanne Kamerling Beter een goede buur Afghanistan en China in de versnelling 40 POLITIEK China Nu 2010-4 Beter een goede buur dan een verre vriend moet Hamid Karzai, president

Nadere informatie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie 951-370 Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie nr. Lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië? Korte omschrijving werkvorm: Leerlingen moeten zich inleven in een permanent lid van de Veiligheidsraad van de VN. Ze gaan aan de slag met het vraagstuk of de

Nadere informatie

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU?

VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU? VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT: HOE ZIET DE TOEKOMST ERUIT? OPENBARE RAADPLEGING WAAR STAAN WE NU? Een van de fundamentele doelstellingen van de Europese Unie is om de burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid

Nadere informatie

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers

Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 8 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen van

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS VRAAG 10 Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de werelpolitiek mengen?

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 april 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Datum 18 oktober 2016 Betreft Beantwoording vragen over geheime beïnvloedingsoperaties door Rusland

Datum 18 oktober 2016 Betreft Beantwoording vragen over geheime beïnvloedingsoperaties door Rusland Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 18 oktober 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat. 1 Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van het bezoek van de heer Mahmoud Abbas, President van de Palestijnse Autoriteit 23 februari 2010 Excellenties, Beste

Nadere informatie

De Bilderberg Groep. Democratie? Welke Democratie?

De Bilderberg Groep. Democratie? Welke Democratie? De Bilderberg Groep. Democratie? Welke Democratie? http://www.youtube.com/watch?v=vsax6nds1ey Vorige dinsdag eindigde de Bilderberg conferentie uitgave 2014 in Denemarken in plaats van het gebruikelijke

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III.

DMO\DB\ Vragen VCD aangaande lucht-grondwaarnemingscapaciteit ISAF III. Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 20 januari 2009 Ons kenmerk Onderwerp

Nadere informatie

Eén Korea, twee landen

Eén Korea, twee landen 1 Doelgroep De lesbrief is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw vmbo, havo en vwo. Het uitwerken van de opdrachten kost de leerling ongeveer een tot anderhalf lesuur (van 50 minuten). De onderzoeksvragen

Nadere informatie

filosofie havo 2017-II

filosofie havo 2017-II Opgave 1 Internationale drugshandel 1 maximumscore 3 een uitleg dat een handelend persoon gezien kan worden als iemand die de vrijheid heeft om zijn eigen leven vorm te geven 1 een uitleg dat een hulpeloos

Nadere informatie

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS 017-018 Koude Oorlog Deze toets bestaat uit 38 vragen Voor deze SE zijn maximaal 76 punten te behalen Deze SE bestaat uit 7 aantal bladzijden 1 1 Wat wilden

Nadere informatie

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat

betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat stuk ingediend op 175 (2014-2015) Nr. 1 27 november 2014 (2014-2015) Voorstel van resolutie van de dames Tine Soens en Güler Turan betreffende de erkenning van Palestina als onafhankelijke staat verzendcode:

Nadere informatie

Oorlog en vrede. Pleidooi voor actief vredesbeleid

Oorlog en vrede. Pleidooi voor actief vredesbeleid Oorlog en vrede Pleidooi voor actief vredesbeleid Vrede is belangrijk, daar zal wel iedereen het mee eens zijn. Zonder vrede zeker minimaal gedefinieerd als de afwezigheid van oorlog is samenleven onmogelijk.

Nadere informatie

Monitor Steun en Draagvlak

Monitor Steun en Draagvlak Bezoekadres: Alexanderkazerne Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland Monitor Steun en Draagvlak Steller: Drs. A.J.V.M. Vos Februari 2008 Rapportnummer GW-08-022A

Nadere informatie

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

De NAVO in Macedonië: giving peacekeeping a bad name

De NAVO in Macedonië: giving peacekeeping a bad name Commentaar De NAVO in Macedonië: giving peacekeeping a bad name IVO H. DAALDER * Naar eigen maatstaven van de NA- VO zal het derde avontuur op de Balkan binnen zes jaar een succes blijken te zijn. Eind

Nadere informatie

Toespraak van de minister van Defensie ter gelegenheid van de besloten uitreiking van de Dapperheidonderscheidingen op 7 oktober 2009 te Breda.

Toespraak van de minister van Defensie ter gelegenheid van de besloten uitreiking van de Dapperheidonderscheidingen op 7 oktober 2009 te Breda. Toespraak van de minister van Defensie ter gelegenheid van de besloten uitreiking van de Dapperheidonderscheidingen op 7 oktober 2009 te Breda. Let op: Alleen gesproken woord geldt! Ridders Militaire Willems-Orde

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Inleiding

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Inleiding > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Oorlog in Syrië en de internationale context

Oorlog in Syrië en de internationale context Oorlog in Syrië en de internationale context Binnenlandse en internationale (geopolitieke) factoren - Historisch: koloniale en postkoloniale politiek - Autoritair regime - Socio-economische en milieufactoren

Nadere informatie

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur

Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie. Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur Straaljagers en politici; geen gelukkige combinatie Hans Heerkens Faculteit Management & Bestuur Wat gaan we doen? De opvolging van de F-16 De kandidaten De JSF Is de JSF de beste keuze? Conclusies Ik

Nadere informatie

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof.

Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht Exodus dreigt bij Internationaal Strafhof. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 16 november 2016 Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Datum 19 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden van Laar en Sjoerdsma over de strijd tegen Ebola

Datum 19 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden van Laar en Sjoerdsma over de strijd tegen Ebola Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl DSH-2014.500215 Datum 19 september 2014

Nadere informatie

Toespraak Gouverneur tijdens Phaffdag van het Regiment Limburgse Jagers op vrijdag 25 november 2011 in de Van Hornekazerne te Weert

Toespraak Gouverneur tijdens Phaffdag van het Regiment Limburgse Jagers op vrijdag 25 november 2011 in de Van Hornekazerne te Weert Toespraak Gouverneur tijdens Phaffdag van het Regiment Limburgse Jagers op vrijdag 25 november 2011 in de Van Hornekazerne te Weert Commandant, leden en veteranen van het Regiment Limburgse Jagers, Dames

Nadere informatie

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011 Introductie Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de resultaten wil het bureau het kabinet en de politiek in het algemeen informeren over zorgen en wensen

Nadere informatie

11246/16 roe/fb 1 DG C 1

11246/16 roe/fb 1 DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2016 (OR. en) 11246/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 18 juli 2016 aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 10998/16 Betreft:

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan)

Voorstel van resolutie. betreffende het onderhandelen van een cultureel samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Republiek China (Taiwan) stuk ingediend op 1536 (2011-2012) Nr. 1 21 maart 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de heren Filip Dewinter, Frank Creyelman en Christian Verougstraete en mevrouw Marijke Dillen betreffende het

Nadere informatie

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië

De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië De dreiging tegen Nederland en Europa is in de loop van 2016 toegenomen. Dominant is de terroristische dreiging die samenhangt met de strijd in Syrië en Irak. Daarnaast zag de AIVD het afgelopen jaar dreigingen

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen Er is een glijdende schaal van maatregelen geïntroduceerd, waardoor meer flexibiliteit en maatwerk mogelijk is. De maatregelen hebben betrekking op de woning,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019 Nr. 57 BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Soms denk je wel eens dat gerechtigheid in deze wereld misschien helemaal niet meer bestaat.

Soms denk je wel eens dat gerechtigheid in deze wereld misschien helemaal niet meer bestaat. Soms denk je wel eens dat gerechtigheid in deze wereld misschien helemaal niet meer bestaat. De wereld op z'n kop en het bizarre is dat iedereen het ook nog heel gewoon schijnt te vinden. Voor de zoveelste

Nadere informatie

Druk bezocht politiek café over Oekraïne referendum

Druk bezocht politiek café over Oekraïne referendum vrijdag 1 april 2016 Lees voor Druk bezocht politiek café over Oekraïne referendum door Heleen Hupkens, D666 Zeist Er moesten extra stoelen aangesleept worden. De tuinzaal van Antropia zal vol met D66

Nadere informatie

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht

De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht De visie van de ChristenUnie op de Krijgsmacht Samenvatting Vrijheid is het verdedigen waard. Onze vrijheid, en de vrijheid van onze medemens. In Nederland, Europa, het Westen, in de wereld. De krijgsmacht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00.

Tijdvak I. 31 oktober 2013 8: 30-10:00. 1 SCHOOLONDERZOEK Tijdvak I GESCHIEDENIS 31 oktober 2013 8: 30-10:00. Dit onderzoek bestaat uit 38 vragen. Bij dit onderzoek behoort een antwoordblad. Beantwoord de antwoorden uitsluitend op het antwoordblad.

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Inzetbaarheidsrapportage eerste helft 2018 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR

Nadere informatie

Een veteraan zei ooit tegen mij Als je er niet geweest bent, weet je ook niet wat het is, hoe het voelt. Hij heeft natuurlijk gelijk.

Een veteraan zei ooit tegen mij Als je er niet geweest bent, weet je ook niet wat het is, hoe het voelt. Hij heeft natuurlijk gelijk. Toespraak staatssecretaris Van der Knaap ter gelegenheid van de Opening van de veteranententoonstelling Veteranen. Ingezet in dienst van de vrede. Maandag 7 mei 2007, Stadskantoor Eindhoven. U weet ongetwijfeld

Nadere informatie

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018 Ter uwer informatie. We constateren dat de Minister niet ingaat op de essentie van de vraag, hoewel deze niet expliciet werd gesteld: Wat vindt u van het feit van de BBC-journaliste Indonesië moest verlaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 243 Uitbreiding van de NAVO en de stabiliteit in Europa Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

1 augustus 2014. Onderzoek: Sancties tegen Rusland

1 augustus 2014. Onderzoek: Sancties tegen Rusland 1 augustus 2014 Onderzoek: Sancties tegen Rusland Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Ank Bijleveld-Schouten

Ank Bijleveld-Schouten Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 30 maart 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden! Op de vlucht 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden! 2) Waar komen de vluchtelingen vandaan? Syrië Sinds in

Nadere informatie

Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld

Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld Naam KIDS FOR WARCHILD Oorlog en vrede in de wereld In meer dan dertig landen in de wereld is er oorlog. Wereldwijd zijn er dus miljoenen kinderen die een oorlog meemaken. Vraag 1. Kun je drie landen noemen

Nadere informatie