Psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versie van de Massachusetts Youth Screening Instrument-second version: een onderzoek bij jongens in

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versie van de Massachusetts Youth Screening Instrument-second version: een onderzoek bij jongens in"

Transcriptie

1 Psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versie van de Massachusetts Youth Screening Instrument-second version: een onderzoek bij jongens in justitiële jeugdinrichtingen Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam N. J. Hornby Begeleiding UvA: Drs. E. Kornelis Dr. I.B. Wissink Prof. Dr. G.J.J.M. Stams Begeleiding Curium-LUMC: Drs. P. Váhl Amsterdam, december 2011

2 Psychometric properties of the Dutch version of the Massachusetts Youth Screening Instrument-second version among incarcerated male adolescents in the Netherlands Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam N. J. Hornby Begeleiding UvA: Drs. E. Kornelis Dr. I.B. Wissink Prof. Dr. G.J.J.M. Stams Begeleiding Curium-LUMC: Drs. P. Váhl Amsterdam, december 2011

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Abstract Inleiding Methode Steekproef Procedure Instrumenten Data analyse Resultaten Normatieve informatie Onderzoek naar de schaalstructuur van de MAYSI Betrouwbaarheidsanalyse Stabiliteit van de MAYSI-2 over tijd Constructvaliditeit Percentages verhoogde scores Discussie Beperkingen van de studie en aanbevelingen voor vervolgonderzoek Literatuurlijst Bijlage Bijlage Bijlage

4 Samenvatting In deze studie zijn de psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versie van de Massachusetts Youth Screening Instrument-second version (MAYSI-2) onderzocht. Data is verzameld bij 913 jongens in twee Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI s). Methoden van onderzoek en analyse van data volgden waar mogelijk het initiële valideringsonderzoek uit de VS (Grisso et al., 2001). Verwacht werd dat de resultaten van deze studie overeen zouden komen met die van het Amerikaanse onderzoek. Dit bleek gedeeltelijk het geval. Voor de Nederlandse situatie varieerde de interne consistentie van de schalen van de MAYSI-2 van laag tot goed. De convergente validiteit bleek adequaat. Verder onderzoek naar de psychometrische eigenschappen en klinische bruikbaarheid van de MAYSI-2 voor de Nederlandse JJI populatie is aangewezen. Abstract The present study examined the psychometric properties of the Dutch version of the Massachusetts Youth Screening Instrument-second version (MAYSI-2). The sample included 913 boys within two juvenile detention facilities in the Netherlands. Research methods and data analysis replicated the procedures used in the initial MAYSI-2 validation study (Grisso et al. 2001). It was hypothesized that current study would yield similar results as found by Grisso and colleagues. This proved to be partially the case. Internal consistencies of the Dutch version of the MAYSI-2 ranged from low to good. The convergent validity was found to be adequate. Further research regarding the psychometric properties and clinical relevance of the MAYSI-2 for the population in Dutch juvenile justice facilities is needed. Keywords Massachusetts Youth Screening Instrument juvenile delinquent mental health - assessment 2

5 1. Inleiding Jaarlijks wordt een groot aantal jongeren in een justitiële jeugdinrichting (JJI) geplaatst, tussen 2005 en 2009 gemiddeld zo n 3500 (Valstar & Afman, 2010). Bij opname in een JJI beschikt de inrichting over het algemeen over weinig tot geen informatie met betrekking tot deze jongeren. (Inspectie Jeugdzorg, Inspectie van Onderwijs, Inspectie voor de Gezondheidszorg & Inspectie voor de Sanctietoepassing, 2007). Rapportage, voor zover aanwezig, is vaak pas na enkele dagen tot weken beschikbaar. Gegevens met betrekking tot stoornissen en gedrags- of emotionele problematiek zijn dan ook meestal niet voorhanden. Dit is problematisch, bij jongeren in detentie is namelijk sprake van een hoge prevalentie (zo n 70% tot 90%) van psychiatrische stoornissen en andere factoren die hun ontwikkeling belemmeren (Colins, Vermeiren, Vreugdenhil, Doreleijers & Broekaert, 2010; Vreugdenhil, Doreleijers, Vermeiren Wouters & van den Brink, 2004). Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat wanneer middelenmisbruik en gedragsstoornis worden uitgesloten zo n 40 tot 60% van de jongeren in het justitiële systeem voldoet aan de criteria voor een psychiatrische diagnose. Daarnaast beantwoordt ongeveer de helft van aan de criteria voor middelenmisbruik (Teplin, McClelland, Dulcan & Mericle, 2002). Ook is het risico op automutilatie, suïcidegedachten en suïcidepogingen hoog (Penn, Esposito, Schaeffer, Fritz & Spirito, 2003). Zeker binnen de geslotenheid van de JJI is informatie over mogelijk disfunctioneren van groot belang om de veiligheid van de jongere en andere betrokkenen te waarborgen. Bekendheid met de psychiatrische status van de jongere in detentie vermindert het risico op agressie en suïcide (Abram et al., 2007). Bovendien is kennis van het bestaan en de aard van eventuele problemen een fundamentele voorwaarde voor het indiceren van de juiste zorg. Desondanks werden jongeren tot voor kort niet systematisch onderzocht op de aanwezigheid van psychiatrische stoornissen en daarmee verwante problematiek. Het is daarom niet verwonderlijk dat de inspectierapporten van 2007 dit als een tekort aangaven (Inspectie Jeugdzorg et al. 2007). In het rapport wordt gesteld dat het bieden van de juiste zorg aan deze jongeren staat of valt met een goede voordeurpolitiek (p.52). Daarnaast wordt in het rapport het niet bestaan van een screening op acute psychiatrische problemen bij het begin van de plaatsing als bedreiging voor de veiligheid van zowel de jongeren als de medewerkers genoemd. Hoewel het inspectierapport uit 2010 verbeteringen op het gebied van veiligheid binnen de Nederlandse 3

6 JJI s constateert, blijft volgens de auteurs aandacht voor psychiatrische stoornissen bij jongeren in detentie geboden. Naast een indicatie voor problematiek die acute aandacht of ingrijpen vereist zou een eerste systematisch onderzoek aanwijzingen kunnen geven voor emotionele of gedragsmatige problematiek die nadere (psychiatrische) evaluatie behoeft. Zorg voor jongeren in JJI s zou in belangrijke mate gericht moeten zijn op een verantwoorde terugkeer in de samenleving. Hoewel delinquent gedrag over het algemeen piekt in de adolescentie en daarna afneemt, is het samengaan van delictgedrag en psychopathologie een voorspeller voor recidive en delinquentie in de volwassenheid (Moffit,1993 en Kratzer & Hogins, 1997). Uit onderzoek blijkt dat adequate, op de individuele problemen afgestemde behandeling het risico op dergelijke negatieve consequenties verkleint. Door bijvoorbeeld Cuellar, McReynolds en Wasserman (2006) en Caldwell, Skeem, Saleskin en van Rybroek (2006) werd gevonden dat gedifferentieerde, op specifieke problematiek gerichte interventies bijdragen aan succesvolle maatschappelijk reintegratie en het terugdringen van recidive. Het systematisch onderzoeken van jongeren op psychiatrische problematiek en gerelateerde risicofactoren bij binnenkomst in een JJI blijkt in de praktijk echter problematisch. De gedragsdeskundigen binnen de instellingen hebben een groot aantal taken en verantwoordelijkheden en het aantal jeugdpsychiaters verbonden aan JJI s is beperkt (Inspectie Jeugdzorg et al. 2010). Gezien deze beperking in tijd en menskracht behoort een uitgebreide klinische evaluatie van alle jongeren die worden opgenomen in een JJI niet tot de mogelijkheden. Een relatief korte screeningsprocedure, die niet noodzakelijk hoeft te worden uitgevoerd door een clinicus, ligt daarom voor de hand. In de VS wordt voor dit doel momenteel op grote schaal de Massachusetts Youth Screening Instrument-second version (MAYSI-2) ingezet. Dit screeningsinstrument is specifiek ontwikkeld en gevalideerd voor gebruik in inrichtingen voor jeugddetentie (Grisso et al., 2001). De MAYSI-2 heeft een signaleringsfunctie: de inhoud ervan is niet direct gerelateerd aan specifieke DSM-IV criteria, maar geselecteerd op basis van uit onderzoek bekende, veelvoorkomende psychische, emotionele of gedragsmatige problematiek bij delinquente populaties. Daarnaast screent het instrument voor problemen die een direct gevaar voor de veiligheid kunnen betekenen, zoals risico op suïcide en middelengebruik. 4

7 De MAYSI-2 is relatief kort, het instrument bestaat uit 52 vragen en heeft zeven schalen: Alcohol-druggebruik, Kwaad-prikkelbaar, Depressie-angst, Lichamelijke klachten, Suïcidegedachten, Denkstoornissen en Traumatische ervaringen. Onderzoek in de VS heeft de convergente, divergente en constructvaliditeit van de MAYSI-2 aangetoond, zodat gesteld kan worden dat het instrument valide aanwijzingen geeft voor de eventuele noodzaak tot interventie (Grisso et al. 2001, Grisso & Barnum 2000). Met betrekking tot de klinische bruikbaarheid van het instrument heeft onderzoek van Wasserman et al. (2004) uitgewezen dat er een adequate overeenkomst bestaat tussen bepaalde subschalen van de MAYSI-2 en klinische, op de DSM-IV gebaseerde diagnoses. Daarnaast is aangetoond dat het instrument institutionele aanpassingsproblemen van jongeren, met name incidenten met betrekking tot agressie en zelfbeschadiging, voorspelt (Butler, Loney & Kister, 2007). De ontwikkeling van de MAYSI-2 kende drie fases. De eerste fase ( ) bestond uit begripsvorming en het ontwikkelen van de items. Daarvoor werden aan de hand van wetenschappelijke literatuur over stoornissen in de adolescentie en gesprekken met personeel uit jeugdinrichtingen tien probleemgebieden vastgesteld. Deze probleemgebieden vormden het uitgangspunt voor het opstellen van eenvoudige vragen met betrekking tot gerelateerde gedragingen, gedachten of gevoelens (bijv. Heb jij je vaak boos gevoeld? ). Twaalf items werden overgenomen van de Weinberg Screening Affective Scales-short form (Weinberg & Emslie, 1988), een instrument dat screent voor depressie en potentiële suïcide bij adolescenten. De 52 geselecteerde vragen hadden een leesbaarheidcoëfficiënt overeenkomend met het leesniveau van 10 tot 11 jarigen (Grunder 1978). De eerste versie van de MAYSI had negen schalen (Alcohol-druggebruik, Kwaad-prikkelbaar, Angst, Depressie, Vechten, Lichamelijke klachten, Suïcidegedachten, Denkstoornissen en Traumatische ervaringen) waarbij indeling van de items was gebaseerd op een conceptuele, a-priori toewijzing. Omdat ook in de VS de beschikbaarheid van informatiebronnen (dossiers, ouders) kort na opname in een justitiële jeugdinrichting beperkt is, lag het zelfrapportage-format van het instrument voor de hand. Zelfrapportage geeft bovendien de mogelijkheid tot het rapporteren van gedachten en gevoelens die alleen bij de jongere zelf bekend zijn. Wat betreft de antwoordmogelijkheden is gekozen voor het ja/nee model. Het doel van de MAYSI, 5

8 identificatie van jongeren met een hoog risico op psychische of emotionele problematiek maakte een meer uitgebreid onderscheid aan de lage kant van de scores minder relevant. De tweede fase ( ) van de ontwikkeling van de MAYSI-2 bestond uit het verzamelen en analyseren van data. Dataverzameling vond plaats binnen drie verschillende settings voor jeugdige justitiabelen in Massachusetts in de VS bij 1297 jongens en meisjes in de leeftijd van 12 tot 17 jaar. Bij 73.3% van de jongeren werd de MAYSI-2 binnen 24 uur na binnenkomst afgenomen. Analyse van de data van deze eerste sample heeft geleid tot een nieuwe benadering van de schaalconstructie, waarmee de derde fase van de ontwikkeling van de MAYSI intrad. De nieuwe benaderingswijze maakte gebruik van factoranalyses als onafhankelijke methode voor bepaling van de schalen, resulterend in de MAYSI-2. De reeks factoranalyses (principale componenten analyse met varimax rotatie en Kaiser normalisatie) die werden toegepast op de dataset, wezen uit dat de clustering van een deel van de 52 items niet consistent bleek met een aantal oorspronkelijke schalen. Een oplossing in acht factoren bleek voor zowel jongens als meisjes de beste interpretatiemogelijkheden te bieden. Voor identificatie van de factoren is uitgegaan van items met een factorlading van.35 of hoger. Dit resulteerde in de definitie van zeven schalen: de schalen Alcohol-druggebruik, Lichamelijke klachten en Suïcidegedachten waren nagenoeg onveranderd. De Kwaad-prikkelbaar en Vechten schalen vormden samen de vierde schaal, namelijk Kwaad-prikkelbaar. Ook de Angst en Depressie schalen werden samengevoegd, wat resulteerde in de vijfde schaal van de MAYSI-2, namelijk Depressie-angst. De analyses van de factorladingen waarbij een onderscheid in sekse werd gemaakt, wezen uit dat in enkele gevallen de ladingen niet voor zowel jongens als meisjes voldeden aan de gestelde norm van.35. De zesde schaal, Denkstoornissen, werd voor jongens gehandhaafd, maar kon voor meisjes niet onderscheiden worden. De items die laadden op factor zeven, Traumatische ervaringen, waren voor jongens en meisjes verschillend. Dit resulteerde in een seksespecifieke toepassing van de MAYSI-2, waarbij de Denkstoornissen schaal alleen voor jongens berekend wordt en de items op de Traumatische ervaringen schaal voor jongens en meisjes verschillen. De achtste factor bestaat uit vijf items die aan geen enkele schaalscore een bijdrage leveren. Deze items zijn niet verwijderd uit de MAYSI-2, vanwege potentiële klinische bruikbaarheid en de eventuele waarde van deze items voor toekomstig onderzoek. 6

9 Onderzoek naar de betrouwbaarheid van de MAYSI-2 resulteerde in de volgende bevindingen: de interne consistenties van de schalen bleken voldoende (alfa coëfficiënten van.61 tot.86, mediaan.75) en zijn vergelijkbaar met die van andere instrumenten bedoeld om de psychische gesteldheid van adolescenten in kaart te brengen(grisso et al., 2001). Wanneer verschillende etnische groepen werden onderscheiden kwamen de alfa coëfficiënten over het algemeen overeen. Om de stabiliteit van het instrument te onderzoeken is bij 65 jongeren de vragenlijst na korte tijd (8.3 dagen voor jongens en 5.6 dagen voor meisjes) opnieuw afgenomen. De scores van de 23 jongens uit deze populatie waren op drie schalen (Lichamelijke klachten, Depressie/angst en Denkstoornissen) de tweede keer significant lager. De gemiddelde intraclass correlatie coëfficiënt van.74 suggereert echter dat stabiliteit van de MAYSI-2, gemeten over korte tijd, vergelijkbaar is met die van meer uitgebreide instrumenten die de mentale en emotionele staat van jongeren beogen te meten (Grisso & Barnum, 2000). Naast de MAYSI werden bij 749 van deze jongeren zowel de Millon Adolescent Clinical Inventory (MACI) (Millon & Davis 1993) als de Youth Self Report (YSR) (Achenbach, 1991) afgenomen. Afname van deze instrumenten vond plaats binnen een week na opname. De MACI is specifiek ontwikkeld voor adolescenten in klinische, residentiële en justitiële settings. Het instrument, dat 31 schalen heeft, is een uit 165 items bestaande zelfrapportage persoonlijkheidsvragenlijst. De MACI maakt onderscheid tussen meer blijvende persoonlijkheidstrekken (DSM-IV as II) en klinische stoornissen (as I van de DSM-IV). De YSR is een zelfrapportage vragenlijst voor jongeren tussen de 11 en 18 jaar. De vragenlijst screent voor emotionele en gedragsproblematiek. De YSR heeft 9 syndroom-schalen en 5 DSM georiënteerde schalen. Voor bepaling van de validiteit is onderzocht in hoeverre de schalen van de MAYSI-2 correleren met de parallelle schalen van de MACI en de YSR. Met uitzondering van Lichamelijke klachten correleerden de schalen van de MAYSI-2 hoger met de conceptueel parallelle schaal van de MACI en/of YSR dan met één van de andere schalen van deze instrumenten, waarbij de correlaties substantieel waren ( ). De Lichamelijke klachten schaal van de MAYSI-2 correleerde middelmatig met de Lichamelijke klachten schaal van de YSR (jongens.40, meisjes.49). Hogere correlaties van MAYSI-2 Lichamelijke Klachten werden gevonden met de schalen 7

10 Internaliserend (jongens.43, meisjes.50) en Angst/Depressie (jongens.43, meisjes.48) van de YSR. Met uitzondering van Traumatische ervaringen hebben de schalen van de MAYSI-2 caution en warning cut-off scores. Het caution cut-off niveau werd vastgesteld door te onderzoeken welke mate van verhoging op de schalen van de MAYSI-2 samenvielen met klinisch relevante scores van vergelijkbare schalen op de MACI en YSR. Het warning niveau zou jongeren moeten identificeren met bijzonder hoge scores in vergelijking tot andere jongeren in justitiële settingen. Deze cutt-off is daarom vastgesteld op het niveau van de hoogste 10% van de scores op elke schaal (Grisso & Barnum, 2000). Het doel van dit onderzoek is de MAYSI-2 voor Nederland te valideren. Een eerste obstakel daarbij is de taal; het instrument is ontwikkeld voor een Amerikaans sprekende populatie. In een studie van Widenfelt, Treffers, de Beurs, Siebeling & Koudijs (2005) worden problemen belicht rond het vertalen van instrumenten die worden gebruikt bij psychologisch onderzoek. De onderzoekers doen aanbevelingen waaraan een goede vertaling ten minste zou moeten voldoen. De vertaling zou bijvoorbeeld moeten worden uitgevoerd door een team van professionals, waarna het instrument door een native speaker in de oorspronkelijke taal wordt terugvertaald en ter goedkeuring aan de ontwikkelaar van het instrument wordt overlegd. De MAYSI-2 is conform deze aanbevelingen vertaald in het Nederlands, om zodoende de kwaliteit van de vertaling zoveel mogelijk te waarborgen. De Nederlandse versie van de MAYSI-2 is opgenomen in Bijlage 1. Naast het verschil in taal wijken de jongeren in Nederlandse JJI s af van die in de VS in culturele achtergrond en door verschillen in het rechtssysteem. In de VS bestaan per staat aanzienlijke variaties wat betreft het jeugdrecht, bijvoorbeeld op het gebied van leeftijd. Deze verschillen doen zich voor met betrekking tot de minimum leeftijd waarop een jongere wettelijk verantwoordelijk gesteld wordt voor delinquente gedragingen, de leeftijd waarop een jongere als volwassene berecht kan worden, de leeftijd waarop een jongere in aanmerking komt voor de doodstraf en de maximale leeftijd waarop een jongere volgens het jeugdstrafrecht berecht zou kunnen worden. Daarnaast kent het jeugdstrafrecht in de VS de zogenaamde status offences, gedragingen of handelingen die uitgevoerd door een volwassene niet strafbaar zijn. Hieronder vallen bijvoorbeeld spijbelen, het drinken van alcohol en het weglopen van huis (NCJJ State Juvenile 8

11 Justice Profiles, 2006). Dergelijke gedragingen of handelingen vallen in Nederland niet onder het jeugdstrafrecht, waardoor ook wat betreft de reden tot opname in een justitiële setting sprake is van een andere doelgroep. Naast bovengenoemde verschillen worden in Nederland ook andere etnische groepen onderscheiden. Door Grisso et al. (2001) wordt in overeenstemming met de meeste Amerikaanse onderzoeken naar jeugdige populaties onderscheid gemaakt tussen Kaukasisch (niet Latino), Afrikaans-Amerikaans, Latino en Aziatisch. In het onderzoek naar de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit door Laan en Blom (2010) worden conform veel Nederlandse onderzoeken naar jeugddelinquentie jongeren van autochtone, Marokkaanse, Antilliaanse, Surinaamse, Turkse en niet westerse allochtone afkomst onderscheiden. Voor eventuele toepassing van de MAYSI-2 in JJI s in Nederland is het gezien deze verschillen noodzakelijk de psychometrische kwaliteiten en klinische bruikbaarheid van de MAYSI-2 voor de Nederlandse situatie te onderzoeken. Wanneer de Nederlandse resultaten overeenstemmen met die uit de VS, zou het instrument ingezet kunnen worden als screeningsinstrument voor psychische, emotionele of gedragsmatige problematiek en aanverwante risicofactoren binnen de Nederlandse JJI s. Om de psychometrische eigenschappen van de MAYSI-2 voor de Nederlandse situatie vast te stellen, zal getracht worden de resultaten van het valideringsonderzoek van Grisso en collega s (2000, 2001) te repliceren. Uitgangspunt zijn de methodes en procedures uit het Amerikaanse onderzoek, die waar mogelijk nauw gevolgd zullen worden. Bij de analyse van de schaalgemiddelden wordt daarom onderscheid gemaakt naar etniciteit en leeftijd. De betrouwbaarheid van de MAYSI-2 wordt getoetst middels onderzoek naar de interne consistentie, een analyse van de samenhang van items met de schaal waar ze toe behoren en onderzoek van de stabiliteit van het instrument over tijd. Verder wordt de Amerikaanse factoranalyse gerepliceerd en zal een onderzoek naar de validiteit plaatsvinden. Voor toetsing van de convergente validiteit worden correlaties van de schalen van de MAYSI-2 met die van de Youth Self Report (Achenbach, 1991) geanalyseerd. Waar mogelijk en relevant worden de in dit onderzoek gevonden resultaten vergeleken met die uit het Amerikaanse onderzoek. De verwachting is dat de uitkomsten van beide onderzoeken overeen zullen stemmen. 9

12 2. Methode De validering van de MAYSI-2 maakt deel uit van een onderzoek door Curium-LUMC in samenwerking met VUmc, JJI Teylingereind en JJI Lelystad naar screening en diagnostiek in de Nederlandse JJI s (Váhl, Colins, Markus, Doreleijers & Vermeiren, 2009). Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een standaardmethodiek van screening en diagnostiek voor JJI s in Nederland. 2.1 Steekproef In totaal bedroeg het aantal uitgevoerde screenings met de MAYSI , waarvan 28 meisjes in de leeftijd van 12 tot 25 jaar. Hoewel in het valideringsonderzoek van Grisso et al. (2001) bij de analyses onderscheid is gemaakt naar sekse was dit in dit onderzoek door het lage aantal meisjes niet mogelijk. De meisjes zijn dan ook verder buiten beschouwing gelaten. Een aantal van de jongeren is tussen mei 2008 en juli 2011 herhaald opgenomen geweest in één van de participerende JJI s en dus meerdere malen gescreend met de MAYSI-2. Voor de data analyse is uitgegaan van de eerste afname van de MAYSI-2, zodat met redelijke zekerheid gesteld kon worden dat de jongere ten tijde van de screening onbekend was met het instrument. Dit resulteerde in een groep van 1023 jongens in de leeftijd van 12 tot 25 jaar (M=16.23, SD=1.67), waarvan 88% (n =913) jonger was dan 18 jaar. Voor het vaststellen van de etnische afkomst van de jongeren is de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek als uitgangspunt genomen; dit houdt in dat de etnische afkomst wordt bepaald aan de hand van het geboorteland van de jongere en zijn ouders. De grootste groep jongeren in deze steekproef was van Marokkaanse afkomst (25.4%, n =260) gevolgd door jongeren van Nederlandse afkomst (24.2%, n=247). Daarnaast waren 14.4% (n =147) van de jongeren van Surinaamse, 6.3% (n =64) van Turkse en 9.1% (n =93) van Antilliaanse afkomst. Verder was van een vrij grote groep (20.6%, n =211) de etnische achtergrond als anders geclassificeerd. Van het grootste deel van deze jongeren was het geboorteland van de jongere of zijn ouders onbekend, waardoor scheiding in een westerse en niet westerse etnische achtergrond niet mogelijk was. Verder had één jongere niets ingevuld bij de vragen naar etnische afkomst. Tabel 1 geeft de diverse etnische achtergronden uitgesplitst naar leeftijd weer. 10

13 Tabel 1 Leeftijd en etnische achtergrond bij eerste screening met de MAYSI-2 Leeftijd bij eerste screening Etnische afkomst en ouder Totaal Nederland (24.2%) Marokko (25.4%) Turkije (6.3%) Nederlandse Antillen (9.1%) Suriname (14.4%) Anders (20.6%) Totaal 123 (12%) 790 (77.3%) 109 (10.7%) 1022 Voor verdere analyses is ervoor gekozen de jongeren van 18 jaar en ouder te excluderen. De overwegingen daarvoor waren van tweeërlei aard. Ten eerste is de MAYSI-2 in Amerika gevalideerd voor jongeren tot en met 17 jaar (Grisso et al., 2001) Omdat met deze studie beoogd werd het onderzoek van Grisso en collega s te repliceren, lag exclusie van jongeren vanaf 18 voor de hand. Ten tweede bleek de groep jongeren vanaf 18 jaar in een aantal opzichten sterk af te wijken van de jongeren onder de 18. Binnen deze groep was er sprake van een groot bereik in leeftijd, namelijk van 18 tot en met 25. De jongeren vanaf 18 waren ook gemiddeld vaker opgenomen geweest in een JJI. Bij deze groep was bovendien sprake van een gemiddeld aantal eerdere opnames van 3.6, tegenover gemiddeld 0.9 eerdere opnames bij de jongeren onder de 18. Verder bestond de groep jongeren vanaf 18 voor 48% (n =53) uit jongeren met een PIJ-maatregel ( plaatsing in een jeugdinrichting ), tegenover 1% (n =10) van de jongeren onder de 18. Jongeren die een dergelijke sanctie opgelegd krijgen (één van de zwaarste in het jeugdstrafrecht, enigszins vergelijkbaar met een TBS maatregel in het volwassenenrecht) onderscheiden zich door over het algemeen zeer zware problematiek (Brand & van der Hurk, 2008). Exclusie van de jongeren vanaf 18 resulteerde in een uiteindelijke steekproef van 913 jongeren. Van deze jongeren werd 64% (n =583) de eerste keer gescreend in JJI Teylingereind en 36% (n =330) in JJI Lelystad. Het grootste deel (87.5%, n =799) van de jongeren was op strafrechtelijke titel opgenomen, de overige 12.5% (n =114) op civielrechtelijke titel. 2.2 Procedure 11

14 Vanaf mei 2008 tot juli 2011 werd de MAYSI-2 afgenomen bij alle jongeren die werden opgenomen in JJI Lelystad of JJI Teylingereind. De screening met onder andere de MAYSI-2 vond plaats binnen enkele dagen (M=3.8, range 0-67) na binnenkomst onder leiding van een testassistent op een daarvoor bestemde computer. Vooraf werd de jongeren verteld dat aan het einde van de screening de gedragsdeskundige van de jongere op de hoogte gesteld zou worden van de resultaten. De jongeren kregen de instructie dat er geen goede of foute antwoorden zijn, alleen eerlijke. Verder werd benadrukt dat de testassistent om uitleg gevraagd kon worden wanneer een vraag niet begrepen werd. Na de afname beschikte de gedragsdeskundige van de betreffende jongere vrijwel onmiddellijk over de resultaten van de screening, zodat indien nodig direct een interventie kon worden ingezet. Conform het valideringsonderzoek van Grisso et al. (2001) werd een aantal aanvullende instrumenten afgenomen zodat de convergente validiteit van de MAYSI-2 getoetst zou kunnen worden. Met de afname van deze aanvullende instrumenten is gestart in april De aanvullende afnames vonden opeenvolgend plaats bij 388 jongeren. Tijdens deze afname werd onder andere de Youth Self Report (YSR) (Achenbach, 1991) ingevuld door de jongeren. De afname vond plaats binnen enkele dagen (M=3.6) na de screening onder leiding van een daarvoor getrainde onderzoeksassistent of masterstudent. Vooraf aan de afname werd de jongere verteld dat de resultaten gerapporteerd zouden worden aan de gedragsdeskundige van de jongere. De YSR werd door de jongere ingevuld op papier of de computer en de resultaten van de afname werden volgens vast format ter beschikking gesteld van de gedragsdeskundige van de betreffende jongere. Daarnaast werd in september 2010 aangevangen met herscreening met de MAYSI-2. De procedure van deze hermeting was vergelijkbaar met die van de eerste screening en vond plaats gemiddeld 16.1 (range 7-39) dagen na de eerste screening bij 190 jongeren. 2.3 Instrumenten De Youth Self Report (YSR), een zelfrapportage vragenlijst voor jongeren van 11 tot 18 jaar, bestaat uit 112 items. Het instrument beoogt aanwijzingen te geven voor emotionele en gedragsproblemen. Normen zijn gebaseerd op een Amerikaanse steekproef uit de normale bevolking en een klinische groep. Het is een zelfrapportage instrument waarvan de items op een driepuntsschaal worden gescoord (0 = helemaal niet van toepassing, 1 = een beetje of soms van toepassing en 2 = duidelijk of vaak van toepassing). Het instrument kent smalle band 12

15 syndroomschalen: Angstig/depressief, Teruggetrokken/depressief, Lichamelijke problemen, Denkproblemen, Aandachtsproblemen, Regelbrekend gedrag, Agressief gedrag, Sociale problemen en Andere problemen. De eerste drie schalen vormen de brede band schaal Internaliseren, de schalen Regelbrekend gedrag en Agressief gedrag vormen de brede band schaal Externaliseren. Daarnaast wordt op basis van alle probleemschalen een totale probleemscore berekend. Bij onderzoek in de Verenigde Staten naar psychometrische kwaliteiten van het instrument werden acceptabele interne consistenties gevonden voor de syndroomschalen ( ) en goede interne consistenties voor de brede band schalen (.90) en de totale probleemschaal (.95) (Achenbach & Rescorla, 2001). In Nederland werden de psychometrische eigenschappen van de YSR voor zowel de normgroep (Verhulst, Van der Ende, & Koot, 1997) als jongeren in JJI s (Vreugdenhil, Van den Brink, Ferdinand, Wouters, & Doreleijers, 2006) onderzocht, wat resulteerde in iets lagere cijfers met betrekking tot de interne consistentie van de schalen. Voor de normgroep varieerden deze op de syndroomschalen van.50 (Denkproblemen) tot.83 (Agressief gedrag), voor de JJI populatie liep dit uiteen van.50 (Sociale Problemen) tot.85 (Agressief gedrag). De brede band- en totaalschalen varieerden van voor de normgroep en voor jongeren in JJI s. 2.4 Data analyse Bij de data analyse zijn de procedures beschreven door Grisso et al. (2001) nauw gevolgd. Voor de verschillende schalen zijn gemiddelden en standaarddeviaties berekend, waarbij een onderscheid is gemaakt naar etniciteit en leeftijd. Voor het toetsen van eventuele verschillen tussen de leeftijdsgroepen is gebruik gemaakt van een onafhankelijke t-test. Met een multivariate variantieanalyse (MANOVA) zijn verschillen in gemiddelden op de schalen naar etnische achtergrond geanalyseerd. Met een univariate test zijn de eventuele verschillen op significantie getoetst, waarna met een post hoc test de richting van dit verschil is geanalyseerd. Voor de factoranalyse is conform het valideringsonderzoek van Grisso et al. gebruik gemaakt van een principale componenten analyse met Kaizer normalisatie, waarbij het aantal te extraheren factoren is vastgesteld op acht. Een lading van.80 of hoger wordt over het algemeen beschouwd als een hoge waarde, vanaf.50 als een gematigde waarde en ladingen vanaf.20 wijzen op een zeer lage correlatie van het item met de factor (Howitt & Cramer, 2007). 13

16 De interne consistentie van de schalen van de MAYSI-2 is onderzocht door middel van een betrouwbaarheidsanalyse, waarbij onderscheid is gemaakt naar leeftijdsgroep en etnische achtergrond. Voor bepaling van de interne consistentie is een Cronbach s alfa berekend. Een alfa van.80 of hoger wordt als een goede interne consistentie beschouwd, een alfa van.60 is een minimale vereiste (Evers, Lucassen, Meijer & Sijtsma, 2010). Significantie van eventuele verschillen tussen leeftijds- of etnische groepen zijn getoetst middels een alfatest (Feldt,1969). Om te beoordelen in hoeverre items binnen één schaal correleren met de schaal in zijn geheel, zijn daarnaast gecorrigeerde item-totaal correlaties berekend. Gecorrigeerde item-totaal correlaties vanaf.30 worden over het algemeen als adequaat beschouwd (Nunally & Bernstein, 1994). Conform het onderzoek van Grisso et al. (2001) is met een gepaarde t-test de verschillen tussen de gemiddelde schaalscores van de eerste en de tweede meting getoetst. Resultaten van een dergelijke toets zijn een andere maat voor de betrouwbaarheid, omdat deze de stabiliteit van het instrument over de tijd weergeven. Verder is de stabiliteit van de MAYSI-2 onderzocht door het berekenen van de intraklasse correlatiecoëfficient (ICC). De ICC geeft de correlatie weer tussen de rangorde van scores op een eerste meting en een meting op een later moment in de tijd. Dit betekent dat getoetst wordt in hoeverre personen met een relatief hoge of lage score op de eerste meting tijdens de tweede meting ook relatief hoog of laag scoren. Intraklasse coëfficiënten boven de.55 worden over het algemeen acceptabel geacht en die boven de.70 goed (Grisso & Barnum, 2000). Om de constructvaliditeit van de MAYSI-2 te onderzoeken is de samenhang tussen schalen van de MAYSI-2 en de YSR berekend. Daartoe zijn Pearsons product-moment correlatiecoëffiënten berekend. Een correlatie van.10 wordt beschouwd als een zwak verband,.30 als een redelijk en.50 als een sterk verband (Cohen, 1992). Tenslotte zijn de percentages verhoogde scores op de diverse schalen van de MAYSI-2 berekend, waarbij onderscheid is gemaakt naar scores in het caution en warning gebied. Ook bij deze laatste analyse is gedifferentieerd naar leeftijd en etnische achtergrond. Waar mogelijk zijn de resultaten van bovenstaande analyses vergeleken met de door Grisso en collega s gevonden waarden. Daarbij zal in een aantal gevallen verwezen worden naar het technische rapport van Grisso en Barnum (2000), omdat in deze publicatie resultaten gedetailleerder worden gerapporteerd dan in de studie van

17 3. Resultaten 3.1 Normatieve informatie Voor alle schaalscores van de MAYSI-2 zijn gemiddelden en standaarddeviaties berekend, waarbij onderscheid is gemaakt naar etnische achtergrond en leeftijd. De resultaten daarvan worden weergegeven in Tabel 2. Tussen de jarigen en de jarigen is een significant verschil gevonden op de Kwaad-prikkelbaar, de Denkstoornissen (p <.01), de Suïcide gedachten en de Traumatische ervaringen (p <.05) schalen. In alle gevallen scoren de jongeren van hoger dan de jongeren van Grisso en Barnum (2000) rapporteren met betrekking tot de leeftijdsgroepen een significant verschil op de Alcohol-druggebruik en Traumatische ervaringen, de jongens van scoren op beide schalen lager dan de jongens van Wanneer de gemiddelden op de schalen voor de totale groep en de leeftijdsgroepen vergeleken worden met de door Grisso et al. (2001) gevonden resultaten, kan geconcludeerd worden dat de Amerikaanse jongeren over het algemeen meer problemen rapporteren dan de jongeren in Nederlandse JJI s. Naast de verschillen in gemiddelden tussen leeftijdsgroepen bleek uit een MANOVA een significant effect van etnische achtergrond op de gemiddelde scores op de schalen (F(35,4520) = 4.93, p <.0005; Wilks Lambda =. 83, η 2 =.037). Uit univariate analyses, waarbij een Bonferroni gecorrigeerde p-waarde van.007 is gehanteerd (Brace, Kemp, & Snelgar, 2009), werd duidelijk dat de etnische groepen onderling verschillen op alle schalen, met uitzondering van de Denkstoornissen schaal. Met een post hoc test is de richting van dit verschil geanalyseerd. De meest opvallende bevinding van deze analyse is dat autochtone jongeren significant hoger en jongeren van Marokkaanse afkomst significant lager scoren op alle schalen dan ten minste één andere etnische groep. Daarnaast scoren jongeren van Marokkaanse afkomst op vijf schalen lager dan ten minste twee andere etnische groepen, voor jongeren van Nederlandse afkomst geldt dit voor twee schalen. 15

18 Tabel 2 Gemiddelden en standaarddeviaties voor de MAYSI-2 schalen naar leeftijd en etnische achtergrond Leeftijd Alcoholdruggebruiprikkelbaar Kwaad- Depressie- Lichamelijke Suïcide- Denk- Traumatische angst klachten gedachten stoornissen ervaringen Totaal 1.34 (2.05) 2.16 (2.23) 1.29 (1.59) 1.76 (1.51).30 (.57).39 (.78) 1.59 (1.42) (n =123) 1.11 (1.85) 2.88 (2.34)** 1.51 (1.60) 1.98 (1.54).47 (1.00)*.62 (.97)** 1.85 (1.39)* (n =789) 1.38 (2.10) 2.04 (2.17)** 1.25 (1.56) 1.73 (1.50).27 (.85)*.35 (.74)** 1.56 (1.42)* Etnische afkomst Nederland (n =224) 2.43 (2.51) 2.93 (2.44) 1.56 (1.63) 2.01 (1.51).51 (1.12).47 (.80) 1.87 (1.45) Marokko (n =235).45 (1.24) 1.27 (1.82).79 (1.27) 1.40 (1.47).09 (.40).25 (.60) 1.23 (1.35) Turkije (n =59).92 (1.76) 2.05 (2.15) 1.29 (1.70) 1.93 (1.67).29 (.95).36 (.83) 1.39 (1.31) Suriname (n =129) 1.37 (2.04) 2.01 (2.15) 1.26 (1.56) 1.76 (1.44).28 (.95).53 (.94) 1.64 (1.37) Antillen (n =81) 1.26 (1.80) 2.48 (2.10) 1.47 (1.59) 1.61 (1.44).31 (.86).38 (.77) 1.74 (1.52) Anders (n =184) 1.32 (1.86) 2.34 (2.16) 1.55 (1.77) 1.93 (1.50).31 (.84).38 (.78) 1.72 (1.40) Significante verschillen etnische groepen * p < 0.05 (tweezijdig) ** p < 0.01 (tweezijdig) N > allen M < N, S, A N > M, S M < N, NA, A N > M N = Nederland, M = Marokko, S = Suriname, NA = Antillen, A = Anders N > M M < N, A N > M N > M M < N, S N > M M < N, A

19 Autochtone jongeren scoren significant hoger dan alle andere jongeren op Alcoholdruggebruik. Ook worden door Autochtone jongeren significant meer problemen gerapporteerd dan door jongeren met een Marokkaanse en Surinaamse achtergrond op de Kwaad-prikkelbaar schaal. Daarnaast scoren Autochtone jongeren significant hoger dan jongeren van Marokkaanse afkomst op Depressie-angst, Suicidegedachten en Traumatische ervaringen. Jongeren van Markkaanse afkomst rapporteren significant minder problemen dan jongeren van autochtone, Surinaamse of Andere etnische afkomst op de Alcohol-druggebruik schaal. Op de Kwaad-prikkelbaar schaal scoren jongeren van Marokkaanse afkomst significant lager dan jongeren van autochtone, Antilliaanse en Andere etnische achtergrond. Op Denkstoornissen rapporteren jongeren van Marokkaanse afkomst significant minder problemen dan autochtone jongeren en jongeren van Surinaamse afkomst. Tot slot zijn de gemiddelden van jongeren van Marokkaanse afkomst op zowel de Lichamelijke klachten als de Traumatische ervaringen schaal significant lager dan die van jongeren van autochtone of Andere etnische herkomst. 3.2 Onderzoek naar de schaalstructuur van de MAYSI-2 Conform het valideringsonderzoek van Grisso et al. (2001) is een principale componentenalyse op item niveau toegepast, waarbij gebruik werd gemaakt van een varimax rotatie met Kaiser normalisatie. Daarbij werd het aantal te extraheren factoren vastgesteld op 8. De resultaten van deze analyse worden weergegeven in Bijlage 2. Uit de resultaten blijkt dat de Amerikaanse factoroplossing slechts gedeeltelijk gerepliceerd kon worden met de Nederlandse data. De items die de schalen Alcohol-druggebruik, Lichamelijke klachten en Suïcidegedachten vormen lieten een oplossing zien vergelijkbaar met die van Grisso et al. (2001). Voor de items die laadden op de Alcohol-druggebruik werden ladingen gevonden van , tegenover in het Amerikaanse onderzoek. De ladingen van de items behorende bij de Lichamelijke klachten schaal varieerden van tegenover in de analyses van Grisso et al. (2000). Voor de items behorende tot de schaal Suïcidegedachten werden ladingen van gevonden, in het Amerikaanse onderzoek waren deze Van de Kwaad-prikkelbaar schaal laadden acht van de negen items op dezelfde factor, voor de Depressie-angst schaal waren dat vijf van de negen items. Van de Denkstoornissen schaal

20 laadden vier van de vijf items op dezelfde factor, bij Traumatische ervaringen was dat voor drie van de vijf items het geval. Opvallend was dat drie items die in het Amerikaanse onderzoek ongedefinieerd waren ( Ben je ooit verkracht, of heb je het gevaar gelopen verkracht te worden?, Heb je veel moeite gehad in slaap te vallen, of in slaap te blijven? en Voelde jij je te moe om plezier te hebben? ) in deze studie laadden op de Depressie-angst schaal. Verder waren er drie items die op geen enkele schaal of component een lading van.3 of hoger hadden. Dit was het geval voor item 38 (Heb je het gevoel gehad niets goed te kunnen doen?, ongedefinieerd in het Amerikaanse onderzoek), item 41(Was het moeilijk voor je een goede band te hebben met mensen buiten je familie?, in het Amerikaanse onderzoek behorend tot de Depressie-angst schaal) en item 46 (Hebben mensen veel over jou gepraat terwijl je er niet bij was?, in het Amerikaanse onderzoek behorend tot de Traumatische ervaringen schaal). 3.3 Betrouwbaarheidsanalyse Analoog het valideringsonderzoek van Grisso et al (2001) is de betrouwbaarheid van de schalen getoetst door het berekenen van Cronbach s alfa s en item-totaalcorrelaties. Daarbij is gedifferentieerd naar leeftijd en etnische achtergrond. De resultaten van de betrouwbaarheidsanalyses onderscheiden naar leeftijd zijn weergegeven in Tabel 3. Tabel 3 Cronbachs alpha s van de MAYSI-2 schalen naar leeftijd Totaal (n =913) jaar (n =123) 15-17jaar (n =790) Significante verschillen leeftijdsgroepen Alcohol-druggebruik.82* Kwaad-prikkelbaar.76* < 2 p < 0.05 Depressie-angst.65** < 2 p < 0.05 Lichamelijke klachten.61** Suïcidegedachten < 2 p < 0.05 Denkstoornissen.52** > 2 p < 0.05 Traumatische ervaringen < 2 p < 0.05 * Significant lager dan de door Grisso et al. (2001) gevonden waarde (p <.05) ** Significant lager dan de door Grisso et al. (2001) gevonden waarde (p <.01) 1 = jaar 2 = jaar 18

21 Voor de totale groep geldt dat alleen de Alcohol-druggebruik schaal de voor de klinische praktijk gewenste α van.80 of hoger heeft (Evers et al., 2010). Acceptabele betrouwbaarheden hebben de volgende schalen: Kwaad-prikkelbaar-, Depressie-angst-, Lichamelijke klachten, Suïcidegedachten en Traumatische ervaringen. Uitgesplitst naar leeftijdsgroep heeft de Suïcidegedachten schaal voor de jongeren van een goede en voor die van een acceptabele betrouwbaarheid. Van de schalen Depressie-angst, Lichamelijke klachten en Traumatische ervaringen zijn de betrouwbaarheden voor de jongeren van acceptabel, maar voor die van laag. De Denkstoornissen schaal heeft zowel voor de totale groep als uitgesplitst naar leeftijdsgroep een lage betrouwbaarheid. Verwijdering van item 25 (Denkstoornissen) item 43 (Lichamelijke klachten) zou voor de leeftijdsgroep de betrouwbaarheid van beide schalen verhogen van laag naar acceptabel (voor beide schalen.61). Voor de totale groep of de leeftijdsgroep van zou het verwijderen van deze of andere items echter geen positieve gevolgen hebben voor de betrouwbaarheid van de schalen. Wanneer de betrouwbaarheden naar leeftijdsgroep vergeleken worden kan geconcludeerd worden dat er geen significant verschil is op de Lichamelijke klachten en Alcohol-druggebruik schaal. Significant lagere alfa s (p <.05) voor de jarigen worden gevonden op de schalen Kwaad-prikkelbaar, Depressie-angst, Suïcidegedachten en Traumatische ervaringen. De alfa op de Denkstoornissen schaal is voor de jarigen significant (p <.05) hoger in vergelijking met de jarigen Met een alfatest (Feldt, 1969) zijn de alfa s van de totale groep vergeleken met die van de totale groep jongens (n =868) uit het onderzoek van Grisso et al. (2001). De in deze studie gevonden alfa s zijn significant lager op Alcohol-druggebruik, Kwaad-prikkelbaar (p <.05), Depressie-angst, Lichamelijke klachten en Denkstoornissen (p <.01). De interne consistentie van Suïcidegedachten en Traumatische ervaringen komt overeen met de door Grisso et al. (2000) gevonden waarden. Wanneer de alfa s van de MAYSI-2 schalen worden getoetst op verschillen tussen de etnische groepen kan geconcludeerd worden dat er geen verschil in betrouwbaarheid bestaat voor Traumatische ervaringen, Lichamelijke klachten en Depressie-angst (resultaten in Bijlage 3). De meest opvallende verschillen doen zich voor op de Suïcidegedachten schaal. Getoetst naar etnische achtergrond variëren deze van laag (.54 voor jongeren van Marokkaanse afkomst) tot 19

22 goed (.87 voor jongeren met een Turkse achtergrond) waarbij de alfa voor jongeren van Marokkaanse afkomst significant lager (p <.01) is dan voor alle andere etnische groepen. In Tabel 4 zijn de gecorrigeerde item-totaal correlaties opgenomen. Gecorrigeerd betekent in dit geval dat bij de berekening van de item-totaal correlatie het betreffende item niet werd meegenomen in de totaaldistributie. Voor de totale steekproef geldt dat op alle schalen het gemiddelde van de gecorrigeerde item-totaal correlaties hoger is dan de gewenste.30. Op basis van deze uitkomsten moet echter ook geconcludeerd worden dat er sprake is van een aantal problematische items die in feite niets aan de schaal bijdragen. Deze items hebben voor beide leeftijdsgroepen een gecorrigeerde item-totaal correlatie <.30. Dit is het geval voor item 25 (Denkstoornissen), item 3, 14 en 41 (Depressie-angst) en item 43 (Lichamelijke klachten). Tabel 4 Gecorrigeerde item-totaal correlaties MAYSI-2 naar leeftijd Totaal (n =913) jaar (n =123) jaar (n =790) range gemiddeld range gemiddeld range gemiddeld Alcohol-druggebruik Kwaad-prikkelbaar Depressie-angst Lichamelijke klachten Suïcidegedachten Denkstoornissen Traumatische ervaringen De door Grisso et al. (2001) gevonden gemiddelde item-totaal correlaties voor de totale steekproef wijken af voor Lichamelijke klachten (.49) en Denkstoornissen (.37). Daarnaast werden er in het Amerikaanse onderzoek geen gecorrigeerde item-totaal correlaties beneden de.33 gevonden. 3.4 Stabiliteit van de MAYSI-2 over tijd Resultaten van de toetsing van de stabiliteit van de MAYSI-2 over tijd worden weergegeven in Tabel 5. Behalve op Suïcidegedachten zijn de in dit onderzoek gevonden intraklasse correlaties acceptabel tot goed. In vergelijking met de door Grisso en Barnum (2000) gevonden resultaten wijken de intraclass correlatiecoëfficienten van de schalen Depressie-angst en Suïcidegedachten 20

23 af. De Amerikaanse onderzoekers vonden voor beide schalen een goede ICC, voor de jongens uit de Nederlanse JJI s was de ICC voor Depressie-angst acceptabel en die voor Suïcidegedachten nihil. Lichamelijke klachten en Traumatische ervaringen, waarvoor in dit onderzoek goede ICC s gevonden werd, weken af van de resultaten van Grisso en Barnum (2000), die acceptabele waarden vonden. Tabel 5 Screening en herscreening, intraclass correlatiecoëfficient en gemiddelden (n =190) ICC Screening Gemiddelden Herscreening Alcohol-druggebruik * 1.20* Kwaad-prikkelbaar ** 1.31** Depressie-angst **.60** Lichamelijke klachten ** 1.20** Suïcidegedachten.03.18**.04** Denkstoornissen.63.29**.13** Traumatische ervaringen ** 1.04** * Significantieniveau p <.05 ** Significantieniveau p <.01 De gemiddelden van de herscreening weken voor alle schalen significant naar beneden af ten opzichte van de eerste meting. In het Amerikaande onderzoek was dat alleen het geval voor Depressie-angst, Lichamelijke klachten en Denkstoornissen. 3.5 Constructvaliditeit De correlatie tussen de schalen van de MAYSI-2 en de YSR zijn weergegeven in Tabel 6. Grisso et al. (2001) leggen vooral de nadruk op correlaties tussen de volgens de onderzoekers conceptueel gelijke schalen van de MAYSI-2 en de YSR, namelijk Kwaadprikkelbaar en Agressief gedrag, Depressie-angst en Angstig/depressief, Lichamelijke klachten en Lichamelijke klachten, Denkstoornissen en Denkproblemen en Suïcidegedachten en Zelfdestructief. Wanneer de resultaten van deze studie met het Amerikaanse onderzoek vergeleken worden, zijn de in dit onderzoek gevonden correlaties tussen bovengenoemde schalen vergelijkbaar of hoger. Omdat de Nederlandse versie van de YSR geen Zelfdestructief schaal kent, is vergelijking van die waarden met de resultaten van Grisso et al.(2001) niet mogelijk. 21

24 Tabel 6 Pearsons product-moment correlaties tussen de MAYSI-2 en YSR Schalen MAYSI-2 Schalen YSR Alcoholdrugs Kwaadprikkelbaar Depressie angst Lich. klachten Suïcidegedachten Denkstoornissen Trauma ervaringen Angstig/ depressief.19**.35**.57**.42**.31**.36**..39** Teruggetrokken.20**.40**.46**.30**.26**.33**.31** Regelbrekend gedrag Sociale problemen Agressief gedrag.66**.53**.28**.25**.14**.24**.33**.31**.43**.48**.35**.21**.37**.39**.50**.63**.34**..24**.16**.28**.35** Denkproblemen.32**.42**.45**.37**.27**.46**.37** Lichamelijke klachten Aandachtsproblemen Andere problemen.09*.28**.41**.50**.21**.38**.32**.41**.51**.39**.35**.22**.33**.28**.22**.37**.29**.33**.12*.30**.27** Internaliseren.20**.41**.59**.49**.31**.43**.41** Externaliseren.62**.63**.34**.26**.16**.28**.37** * Significantieniveau 0.05 (tweezijdig) ** Significantieniveau 0.01 (tweezijdig) Dikgedrukt de correlaties >.40 Verdere bevindingen met betrekking tot de in deze studie gevonden correlaties tussen de MAYSI-2 en SDQ schalen zijn de volgende: de Alcohol-druggebruik schaal van de MAYSI-2 heeft een sterk verband met de syndroomschalen Regelbrekend gedrag en Agressief gedrag en de brede band schaal Externaliseren van de YSR. Kwaad-prikkelbaar correleerde eveneens sterk met de brede band schaal Externaliseren en daarnaast was er een sterk verband met de syndroomschalen Regelbrekend gedrag, Agressief gedrag en Aandachtsproblemen. Bij de 22

25 MAYSI-2 Depressie-angst schaal was sprake van een sterk verband met de syndroomschaal Angstig/depressief en de brede band schaal Internaliseren van de YSR. De Lichamelijke klachten schaal van de MAYSI-2 correleerde sterk met de Lichamelijke klachten syndroomschaal van de YSR. Suïcidegedachten, Denkstoornissen en Traumatische ervaringen hadden met geen enkele schaal van de YSR een sterk verband. De hoogste correlatiecoëfficiënten werden gevonden bij Suïcidegedachten en de schalen Angstig-depressief en Internaliseren (.31), bij Denkstoornissen en Denkproblemen (.46) en bij Traumatische ervaringen en Internaliseren (.37). 3.6 Percentages verhoogde scores In Tabel 7 worden de percentages verhoogde scores op de MAYSI-2 weergegeven, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen scores in het caution en in het warning gebied. Op de Traumatische ervaringen schaal bestaat dit onderscheid niet. Het rapporteren van een traumatische ervaring leidt automatisch tot een warning classificatie. Van de totale groep heeft 79.3% een verhoogde score op tenminste één van de schalen. Wanneer de schaal Traumatische ervaringen niet meegerekend wordt is dit 54.3%. Daarvan scoort 16.3% van de jongeren op tenminste één van de schalen in het warning gebied. Tabel 7 Percentages verhoogde scores naar leeftijd en etniciteit Alcohol drugs Kwaadprikkelbaar Depressie angst Lich. klachten Suïcidegedachten Denkstoornissen Trauma ervaringen Leeftijd Totaal (n =913) (n =123) (n =790) Etnische afkomst Nederland (n =224) Marokko (n =235) Turkije (n =59) Suriname (n =129) Antillen (n =81) Anders (n =184) Normaal gedrukte cijfers representeren percentage scores in het caution gebied, de dikgedrukte die in het warning gebied. 23

Psychometrische eigenschappen van de SDQ bij vier etnische groepen in justitiële jeugdinrichtingen

Psychometrische eigenschappen van de SDQ bij vier etnische groepen in justitiële jeugdinrichtingen Psychometrische eigenschappen van de SDQ bij vier etnische groepen in justitiële jeugdinrichtingen Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 September 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende

Nadere informatie

Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de

Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de 11 Samenvatting 149 Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de op de vraag of korte vragenlijsten

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Een onderzoek naar de betrouwbaarheid en de validiteit van de SDQ

Een onderzoek naar de betrouwbaarheid en de validiteit van de SDQ Een onderzoek naar de betrouwbaarheid en de validiteit van de SDQ Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam T.J. Boonekamp Begeleiding

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 september 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende problemen

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen

De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen De SDQ: invulgedrag van ouders en leerkrachten een vergelijking tussen bevolkingsgroepen Tamara van Batenburg-Eddes Cathelijne Mieloo, Dick Butte, Petra van de Looij-Jansen, Wilma Jansen GGD Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch)

CHAPTER 8. Samenvatting. (Summary in Dutch) CHAPTER 8 Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond en doel van het onderzoek Gedragsstoornissen zoals ADHD (Attention-Deficit Hyperactivity Disorder), ODD (Oppositional Defiant Disorder) en CD (Conduct

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Lucres Nauta-Jansen onderzoeker kinder- en jeugdpsychiatrie VUmc Casus Ronnie jongen van 14, goed en wel in de puberteit onzedelijke handelingen bij 5-jarig

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden

Angst en depressie. Multistage assessment. Denise Bodden Angst en depressie Multistage assessment Denise Bodden Indeling Hoe vaak komt angst en depressie voor? Onderdiagnostiek? Signalering Waar? Waneer? Wie? Hoe? Multi-stage assessment Hoe vaak komt angst en

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15

Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15 Vragenlijst Pedagogisch Klimaat voor kinderen van 8 tot 15 jaar Group Climate Instrument for Children (GCIC) 8-15 Handleiding Herzien: november 2016 Auteurs: Eefje Strijbosch (Juzt) Peer van der Helm (Hogeschool

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld De Psychische Klachten en Zorgbehoeften van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers die in Nederland Verblijven, zijn de geestelijke gezondheid en de behoeften

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

University of Groningen. Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van

University of Groningen. Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van University of Groningen Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders Voorlopige Resultaten Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld INLEIDING Stijgend aantal gedetineerde vrouwen (100%) Weinig bekend

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Ongemerkt problematisch Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Kijk, als een kind zich opzettelijk uit de auto gooit, dan is het vrij duidelijk dat er iets mis is. Dan heb

Nadere informatie

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en drugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel Samenvatting Annelies Kepper Violaine Veen Karin Monshouwer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Inleiding, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Inleiding, doel en onderzoeksvragen Binnen het Nederlandse rechtssysteem kan een drugsverslaafde, die zich in het strafrechtelijk systeem bevindt, in de richting van verslavingszorg worden

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)

Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) totaal man vrouw seksuele aantrekking alleen eigen sekse 2,0 2,6 1,4 vooral eigen sekse 0,8 0,6

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Suicidaal gedrag bij jongeren

Suicidaal gedrag bij jongeren Suicidaal gedrag bij jongeren Voorkomen RINO 15 december 2016 Ad Kerkhof Suïcide in Nederland : 1980-2015 absolute aantallen 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1982 1986 1990 1994 1998 2002

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie. Meten is weten?

Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie. Meten is weten? Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie Meten is weten? Dag van de inhoud dr. J. Witlox, specialismegroep neurocognitieve stoornissen drs. Nour Alkaduhimi, specialismegroep ouderen Ouderen migranten in

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001 Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Nadere informatie

Effectiviteit van de Wiet-Check

Effectiviteit van de Wiet-Check Improving Mental Health by Sharing Knowledge Effectiviteit van de Wiet-Check FADO 17 november 2011 Anouk de Gee Cannabis gebruik & jongeren Actueel gebruik (laatste maand) 5,3 % van 12-16 jarigen 20,7

Nadere informatie

Verdiepingssessie SCIL:

Verdiepingssessie SCIL: Studiedag Oog voor laag IQ 16-06-2017 Verdiepingssessie SCIL: Samenvatting prevalentie onderzoek in de algemene S-GGZ Korte presentatie van de SCIL Blik op de SCIL, instructie en SCIL uitslag: En nu? expertisecentrum

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Onderzoeksfiche nr. e00742.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche nr. e00742.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie ter Bogt, T., van Dorsselaer, S & W. Vollebergh (2002). HBSC. Psychische gezondheid, risicogedrag en welbevinden van Nederlandse scholieren. Trimbos-instituut, Utrecht. Taal Nederlands

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam

zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam samenwerkingsverband vu medisch centrum amsterdam Prof. Dr Th. Doreleijers, kinder-

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Etnische verschillen in vallen en valangst onder zelfstandig wonende ouderen in de grote steden

Etnische verschillen in vallen en valangst onder zelfstandig wonende ouderen in de grote steden Etnische verschillen in vallen en valangst onder zelfstandig wonende ouderen in de grote steden 4 e Landelijk Valsymposium 2 December 2016 Aantal 65-plussers en prognose (G4) 500000 400000 300000 200000

Nadere informatie

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan

Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Welke allochtonen komen er in de Jeugd-GGZ: toegankelijkheid en diagnostiek. Albert Boon & Anna de Haan Iedereen met psychiatrische problemen Filter 1 Hulpzoekenden Filter 2 Herkende problemen Filter 3

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Kinder- en jeugdpsychiatrie Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Lucres Nauta-Jansen Tom, 14 jaar 14 jaar Verdacht van plegen van ontuchtige handelingen met 6 jarig buurjongetje

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

University of Groningen. Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van

University of Groningen. Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van University of Groningen Resultaat van pleegzorgplaatsingen Oijen, Simon van IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017

Bloody Mary Op zoek naar Bloody Mary - studiedag forensische systeem therapie 6/21/2017 Bloody Mary Vrouwen als dader Mars versus Venus of een beetje van beiden Anne-Marie Slotboom Universitair hoofddocent strafrecht en criminologie, VU 1 2 o Veel stereotypen over verschillen tussen mannen

Nadere informatie

een klasse apart? Gonneke Stevens Violaine Veen Wilma Vollebergh Algemene Sociale Wetenschappen, UU

een klasse apart? Gonneke Stevens Violaine Veen Wilma Vollebergh Algemene Sociale Wetenschappen, UU Marokkaanse jeugddelinquenten: een klasse apart? Onderzoek naar jongens in preventieve hechtenis met een Marokkaanse en Nederlandse achtergrond Gonneke Stevens Violaine Veen Wilma Vollebergh Algemene Sociale

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader

Samenvatting. Tabel a Onderzoeksaantallen recidivemetingen ex-pupillen JJI uitgesplitst naar wettelijk kader Welke strafrechtelijke recidive volgt er op opnames in justitiële jeugdinrichtingen? In de justitiële jeugdinrichtingen (JJI s) vindt opvang plaats van jongeren in voorlopige hechtenis en wordt uitvoering

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

Werkinstructies voor de CQI Mammacare Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van zorg rondom het onderzoek en/of behandeling van een goedaardige of kwaadaardige borstafwijking

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in een audiologisch centrum rond te meten vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst kan

Nadere informatie

Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz

Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz mr.dr. Lieke van Domburgh Onderzoeker Vumc, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie Hoofd afdeling O&O Intermetzo prevalentie problemen: etniciteit en gender (Zwirs 2006)

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Ervaren tevredenheid over de geboorte

Ervaren tevredenheid over de geboorte Ervaren tevredenheid over de geboorte een meetinstrument voor moeders na de bevalling Introductie Inzicht krijgen in moeders ervaringen over de geboorte van haar kind kan worden gerealiseerd door gebruik

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Validering van de Jeugd Trauma Vragenlijst bij jongens van verschillende etnische groepen in een Justitiële Jeugdinrichting

Validering van de Jeugd Trauma Vragenlijst bij jongens van verschillende etnische groepen in een Justitiële Jeugdinrichting Validering van de Jeugd Trauma Vragenlijst bij jongens van verschillende etnische groepen in een Justitiële Jeugdinrichting Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie