WERKING EN MENGBAARHEID VAN VLOEIBARE N- EN P-MESTSTOFFEN IN BLADANDIJVIE

Transcriptie

1 WERKING EN MENGBAARHEID VAN VLOEIBARE N- EN P-MESTSTOFFEN IN BLADANDIJVIE Proefcode: OL10 ANBM02 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@proefcentrum-kruishoutem.be Door: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg Kruishoutem Tel (0) Fax (0) pcg@proefcentrum-kruishoutem.be Proefverantwoordelijke: Robrecht Winnepeninckx en Anneleen Volckaert Studieverantwoordelijke: Nico Vergote Directeur: Bruno Gobin Datum: 28/01/2011 Studieverantwoordelijke Ing. N. Vergote Directeur Dr. B. Gobin Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6, B-9770 Kruishoutem T: +32 (0) F: +32 (0) BTW: RPR: info@proefcentrum-kruishoutem.be Bank: LBK IBAN: BE BIC: BCGECHGG

2 Abstract Op het PCG werd in 2008 een proef opgezet in andijvie met ammoniumpolyfosfaat als startmeststof, enkele wortelstimulerende middelen en specifieke bladvoedingen. Ammoniumpolyfosfaat gaf toen uitstekende resultaten. Daarom werden startfosfaten in 2009 breder getest: er werd een proef opgezet om de ideale toepassingstechniek te weten te komen en er werd een proef opgezet om diverse soorten startfosfaten met elkaar te vergelijken. In 2010 werd er opnieuw een proef aangelegd met startfosfaten. Het doel van deze proef was enerzijds de mengbaarheid van de vloeibare P-meststoffen en N-meststoffen testen en anderzijds de werking (met specifieke toedieningswijze) van deze gemengde meststoffen nagaan. De mengbaarheid werd getest omdat door startfosfaten te mengen met de N-meststof, een werkgang kan uitgespaard worden. Zo kan een de gemengde injectie een alternatief bieden voor de huidige gangbare bemestingsstrategie waarbij ammoniumnitraat breedwerpig en ammoniumpolyfosfaat via een puntbehandeling wordt toegediend. Verschillende soorten vloeibare startfosfaten (ammoniumpolyfosfaat en Novatec Solub ) werden gecombineerd met diverse enkelvoudige N-meststoffen (ammoniumnitraat, Urean en Novatec Solub ). Er werden ook enkele NP(K)-meststoffen in de test opgenomen (N-xt Fertilizer en DCM Uni-Mix A). Qua mengbaarheid kan enkel geconcludeerd worden dat Novatec Solub en Urean niet mengbaar zijn. Het oplossen van Novatec Solub in water lukt wel maar bij het mengen met Urean treedt er kristallisatie op. Het is niet mogelijk te zeggen of andere concentraties mengbaar zijn en daarom is het onzeker of het mengen in praktijk wel haalbaar is. Er dient daarnaast vermeld te worden dat het, omwille van de lage oplosbaarheid van Novatec Solub meststoffen in water, moeilijk is om een grote dosis N toe te voegen via injectie: er moet te snel bijgetankt worden. Het effect van de P-meststof op de kropmassa, wanneer eenzelfde N-meststof wordt toegediend, is niet significant maar er blijkt toch een verschil in opbrengst. Bij eenzelfde N-bemesting haalt het object met Novatec Solub als P-bemesting de hoogste opbrengst (zie tabel). Het effect van de N-meststof op de kropmassa, wanneer eenzelfde P-meststof wordt toegediend is eveneens niet significant maar opnieuw blijkt er een verschil in opbrengst. Bij eenzelfde P-bemesting halen de objecten die ammoniumnitraat als N-bemesting kregen een hogere opbrengst dan deze die Urean kregen. Deze die Novatec Solub kregen, halen de laagste opbrengst (zie tabel). Let wel, ammoniumnitraat is een vaste meststof, de fosforbemesting werd daarom in puntbehandeling toegepast en niet geïnjecteerd zoals bij de objecten met Urean en Novatec Solub Tabel: Kropmassa (in kg/100 stuks) per P-meststof en N-meststof ammoniumnitraat Urean Novatec Solub ammoniumpolyfosfaat Novatec Solub punt injectie injectie punt injectie injectie De opbrengst van de objecten 11 en 12 ( ammoniumpolyfosfaat + ammoniumnitraat en Novatec Solub ammoniumnitraat ) scoren dus het hoogst. Dat kan te wijten zijn aan de ammoniumnitraat bemesting, maar dat kan ook te wijten zijn aan de toedieningsmethode van de startfosfor. In 2009 werd een proef opgezet om de ideale toepassingstechniek van startfosfaten te weten te komen. De puntsgewijze toepassing scoorde toen significant het beste. In de huidige proef kregen enkel de objecten 11, 12 en 13 een punttoepassing, de andere objecten kregen hun startfosfor via injectie toegediend. De objecten die hun voeding kregen via injectie halen qua significantieniveau eenzelfde opbrengst. Opmerkelijk is dat ook object 13, dat enkel APP kreeg via puntbemesting en geen stikstof, deze opbrengst haalt. Qua gewaskwaliteit werden geen grote verschillen vastgesteld. De groeiwijze van het object met Novatec Solub en Novatec Solub werd significant minder goed beoordeeld, de geel blad aantasting bij Page 2 of 16

3 het object met enkel APP was significant hoger (maar waarschijnlijk heeft dit te maken met de slijtage van het blad) en de smetaantasting van deze twee objecten was significant hoger. Page 3 of 16

4 Inhoudstabel 1 Inleiding Materiaal en methoden Objecten Proefdesign Draaiboek Proefveld / infrastructuur Behandelingsmethode Beoordelingsmethode Statistische analyse Resultaten en bespreking Resultaten Validiteit van de resultaten Bespreking Besluit Verklaring van de kwaliteitsverantwoordelijke Vertrouwelijkheid van dit document Samenwerking Page 4 of 16

5 1 Inleiding Op het PCG werd in 2008 een proef opgezet in andijvie met ammoniumpolyfosfaat als startmeststof, enkele wortelstimulerende middelen en specifieke bladvoedingen. Ammoniumpolyfosfaat gaf toen uitstekende resultaten. Daarom werden startfosfaten in 2009 breder getest: er werd een proef opgezet om de ideale toepassingstechniek te weten te komen en er werd een proef opgezet om diverse soorten startfosfaten met elkaar te vergelijken. In 2010 werd er opnieuw een proef aangelegd met startfosfaten. Het doel van deze proef was enerzijds de mengbaarheid van de vloeibare P-meststoffen en N-meststoffen testen en anderzijds de werking (met specifieke toedieningswijze) van deze gemengde meststoffen nagaan. De mengbaarheid werd getest omdat door startfosfaten te mengen met de N-meststof, een werkgang kan uitgespaard worden. Zo kan een de gemengde injectie een alternatief bieden voor de huidige gangbare bemestingsstrategie waarbij ammoniumnitraat breedwerpig en ammoniumpolyfosfaat via een puntbehandeling wordt toegediend. Verschillende soorten vloeibare startfosfaten (ammoniumpolyfosfaat en Novatec Solub ) werden gecombineerd met diverse enkelvoudige N-meststoffen (ammoniumnitraat, Urean en Novatec Solub ). Er werden ook enkele NP(K)-meststoffen in de test opgenomen (N-xt Fertilizer en DCM Uni-Mix A). Op volgende vragen werd getracht een antwoord te vinden: - Wat is het effect van de P-meststof wanneer eenzelfde N-meststof wordt toegediend? (object 11 t.o.v. 12; object 14 t.o.v. 16; object 15 t.o.v. 17) - Wat is het effect N-meststof (met specifieke toedieningswijze) wanneer eenzelfde P-meststof wordt toegediend? (object 11 t.o.v. 14 en 15; object 12 t.o.v. 16 en 17) - Wat is het effect van de toepassingstechniek: punttoepassing vs. injectie? 2 Materiaal en methoden 2.1 Objecten Tabel: Objecten Object Meststof Samenstelling Toestand Techniek N aanvullen tot N toegediend P toegediend Tijdstip 11 Ammoniumpolyfosfaat Vloeibaar Punt B + Ammoniumnitraat Vast Breedwerpig A 12 Novatec Solub Vast (oplossing) Punt B +Ammoniumnitraat Vast Breedwerpig A 13 Ammoniumpolyfosfaat Vloeibaar Punt B 14 Ammoniumpolyfosfaat Vloeibaar Injectie C +Urean Vloeibaar Injectie C 15 Ammoniumpolyfosfaat Vloeibaar Injectie C +Novatec Solub Vast (oplossing) Injectie C 16 Novatec Solub Vast (oplossing) Injectie C +Urean Vloeibaar Injectie C 17 Novatec Solub Vast (oplossing) Injectie C +Novatec Solub Vast (oplossing) Injectie C 18 N-xt Fertilizer Vloeibaar Injectie C + N-xt FertiVital Vloeibaar Injectie C 19 DCM Uni-Mix A Vast Breedwerpig A Ammoniumpolyfosfaat (of APP) bevat ammoniumzouten van ortho-, pyro-, en metafosforzuur (in verhoudingen die afhangen van de fabricagemethode), vandaar de naam ammoniumpolyfosfaat. APP moet als voordeel hebben dat het fosfaat uit de meststof zelf en andere sporenelementen in de bodem beter in oplossing worden gehouden. APP komt voor als vloeibare meststof en heeft een dichtheid van 1.4 kg/l. Page 5 of 16

6 Novatec Solub bevat ammoniumstikstof, fosfaat (P 2 O 5 ) en de nitrificatieremmer DMPP (3,4- dimethylpyrazolfosfaat) dat de omzetting van ammonium tot nitraat vertraagt. Nitraat wordt zo op een gelijkmatige manier vrijgesteld, waardoor er minder kans moet zijn op uitspoeling en verbranding. Novatec Solub bevat enkel ammoniumstikstof. Beide meststoffen zijn wateroplosbaar. Urean bevat 3 stikstofvormen: 15% ureum, 7% nitraat en 8% ammonium. In de bodem moet ureum omgezet worden tot nitraat, met ammonium als tussenstap, vooraleer het door de plant kan opgenomen worden. De omzetting van ureum gebeurt door nitrificerende micro-organismen. Nitraat wordt zo op een gelijkmatige manier vrijgesteld, waardoor er minder kans moet zijn op uitspoeling en verbranding. Urean komt voor als vloeibare meststof en heeft een dichtheid van 1.3 kg/l. N-xt FertiVital is een meststof die aangereikt is met Bacillus subtilis. Onderzoek toonde reeds aan dat deze goedaardige bacterie de plant weerbaarder maakt tegen biotische stress. N-xt Fertilizer is een meststof die enkel uit ammoniumstikstof bestaat. Zowel N-xt FertiVital als N-xt Fertilizer zijn vloeibare meststoffen. DCM Uni-Mix A is een samengestelde NPK-meststof waarin snelwerkende minerale meststoffen gecombineerd worden met traagwerkende organische. Er is 3% nitraatstikstof aanwezig, 1% ammoniumstikstof, 1.5% ureumstikstof en 4% organisch gebonden stikstof. Het is een micro-granulaat ( Minigran ) wat zorgt voor een homogenere verdeling. 2.2 Proefdesign Proefdesign Gerandomiseerde blokkenproef Aantal parallellen 3 Aantal objecten 9 Plotoppervlakte (m²) 13 Aantal planten/plot 57 Lengte plot (m) 7.5 Breedte plot (m) Draaiboek 17/03/2010 Zaai 14/04/2010 Staalname 21/04/2010 Proefbehandeling A 21/04/2010 Plant 21/04/2010 Proefbehandeling B 27/04/2010 Proefbehandeling C 28/05/2010 Gewasbeoordeling 03/06/2010 Gewasbeoordeling 04/06/2010 Staalname 15/06/2010 Gewasbeoordeling 16/06/2010 Oogst + beoordeling 24/06/2010 Staalname 2.4 Proefveld / infrastructuur Gemeente Kruishoutem Land België Locatie proef PCG F Voorgaande teelt Snijrogge Teeltsysteem Gewenten Zaaispecificaties 4 cm perspot Plantspecificaties 40 cm x 40.5 cm (drie rijen) Page 6 of 16

7 Tabel: Bodemanalyse BDB Datum Staalname diepte (cm) Grondsoort phkcl %C P K Mg Ca Na mg/100 g droge grond 01/03/ Zand Tabel: Bodemanalyse PCG Datum Staalname diepte NO3 - -N NH4 + -N (cm) kg/ha kg/ha 14/04/2010 (parallel 1) /04/2010 (parallel 1) /04/2010 (parallel 2) /04/2010 (parallel 2) /04/2010 (parallel 3) /04/2010 (parallel 3) Tabel: Bemesting Datum Hoeveelheid Samenstelling meststof (%) Meststof kg/ha N P2O5 K2O MgO 20/04/ Patentkali /06/ Epso Microtop Tabel: Algemene gewasbescherming Datum Product Dosis per hectare l of kg Actieve stof 21/04/2010 Bonalan 8 l benfluralin 21/04/2010 CIPC 1.5 l chloorprofam 21/04/2010 Legurame 3.5 l carbeetamide 06/05/2010 Switch 0.6 kg cyprodinil + fludioxonil 21/05/2010 Signum 1.5 kg boscalid + pyraclostrobin 21/05/2010 Plenum 0.4 kg pymetrozin 28/05/2010 Baythroid 0.5 l cyfluthrin 28/05/2010 Rovral SC 1.5 l iprodione 07/06/2010 Pirimor 0.4 kg pirimicarb Page 7 of 16

8 2.5 Behandelingsmethode Breedwerpig: De behandeling met ammoniumnitraat en DCM Uni-Mix A gebeurden breedwerpig, met de hand werd de afgewogen dosis voor het planten (= Proefbehandeling A) homogeen verdeeld over het proefveld. Punt: De puntbehandelingen met ammoniumpolyfosfaat in object 11 en 13 en Novatec Solub in object 12 gebeurden handmatig, bij de voet van elke plant werd 100 ml oplossing (1 ml APP of 1 g Novatec Solub ) afgegeven. De toediening gebeurde net na het planten (= Proefbehandeling B). Injectie: De vloeibare meststoffen ammoniumpolyfosfaat, Urean, Novatec Solub en , N-xt Fertilizer en N-xt FertiVital werden in object geïnjecteerd met een slangenpomp. De twee meststoffen (P en N) werden hiervoor gemengd. De injectie gebeurde 1 week na het planten (= Proefbehandling C) omdat het gewas al diende ingeworteld te zijn. 2.6 Beoordelingsmethode Gewasbeoordeling: Voor oogst gebeurden er twee gewasbeoordelingen (op 28/05/2010 en op 03/06/2010): gewasvolume, gewaskleur en geel blad kregen een score tussen 1 en 9. Bij oogst werd ook een gewasbeoordeling uitgevoerd (op 15/06/2010): uniformiteit, groeiwijze, smet en kleur broek werden ditmaal ook beoordeeld. Productiebeoordeling: Op 16/06/2010 werd de kropmassa in kg per 100 stuks bepaald. 2.7 Statistische analyse Eerst en vooral werd getest of de varianties van verschillende groepen van een variabele homogeen waren of niet, dit gebeurde met de Levene test. De nulhypothese stelt dat de varianties homogeen zijn. De variabelen werden verder onderworpen aan een ANOVA test. Er werden significante verschillen vastgesteld (p<0.05), de nulhypothese werd verworpen: de gemiddelden zijn niet gelijk. In de resultatentabel duiden verschillende letters op een significant verschil. Sommige variabelen voldeden niet aan de homogeniteitsvoorwaarden, zelfs niet na transformatie, en werden verder niet-parametrisch behandeld. Met een Kruskal-Wallis test werd gecontroleerd of er verschillen aanwezig waren, met de Mann Whitney U test werd geprobeerd paarsgewijze verschillen te achterhalen. Page 8 of 16

9 3 Resultaten en bespreking 3.1 Resultaten Tabel: Gewasbeoordeling 28/05/2010 en 03/06/2010 Object Gewasvolume Gewaskleur Geel blad Gewasvolume Geel blad 28/05/ /06/ : APP + AN 7.0 ab ab : NS + AN 7.3 a a : APP 6.7 abc a : APP + Urean 4.7 c cd : APP + NS 5.7 abc d : NS + Urean 5.0 bc bcd : NS + NS 5.3 abc cd : N-xt Fertilizer 5.0 bc d : DCM Uni-Mix A 5.3 abc abc 6.3 Gemiddelde p-waarde Statistische methode Anova Anova Anova Anova Anova 1= weinig bleek veel weinig veel 9= veel donker weinig veel weinig Tabel: Gewasbeoordeling 15/06/2010 en oogstbeoordeling 16/06/2010 Object Uniformiteit Groeiwijze Gewaskleur Gewasvolume Smet Geel blad Kleur broek Kropmassa 11: APP + AN a a 7.0 ab 7.0 a ab 12: NS + AN a ab 7.3 ab 7.8 a a 13: APP ab bcd 6.3 b 5.3 b c 14: APP + Urean ab cd 7.3 ab 6.7 ab c 15: APP + NS ab d 7.0 ab 6.7 ab c 16: NS + Urean ab cd 6.7 ab 6.7 ab bc 17: NS + NS b cd 6.3 b 6.3 ab c 18: N-xt Fertilizer ab bcd 7.3 ab 7.5 a c 19: DCM Uni-Mix A ab abc 8.0 a 7.8 a c Gemiddelde p-waarde Statistische methode Anova Anova Anova Anova Anova Anova Anova Anova 1= heterogeen vlak bleek weinig veel veel bleek kg / 100 9= uniform opgericht donker veel geen weinig groen stuks Page 9 of 16

10 Tabel: Stikstofresidu 04/06/2010 in kg/ha Object NO3 - -N NH4 + -N NO3 - -N NH4 + -N NO3 - -N NH4 + -N 0-30 cm cm 0-60 cm 11: APP + AN 113 a 5 65 a : NS + AN 112 a 6 66 a : APP 39 b 5 42 ab : APP + Urean 100 a 7 37 b : APP + NS 83 a ab : NS + Urean 93 a ab : NS + NS 91 a ab : N-xt Fertilizer 99 a ab : DCM Uni-Mix A 94 a 6 50 ab Gemiddelde p-waarde Statistische methode Anova Kruskal-Wallis Anova Anova Kruskal-Wallis Kruskal-Wallis Tabel: Stikstofresidu 24/06/2010 in kg/ha Object NO3 - -N NH4 + -N NO3 - -N NH4 + -N NO3 - -N NH4 + -N 0-30 cm cm 0-60 cm 11: APP + AN 19 ab : NS + AN 17 ab : APP 6 b : APP + Urean 24 a : APP + NS 20 ab : NS + Urean 29 a : NS + NS 22 a : N-xt Fertilizer 21 ab : DCM Uni-Mix A 14 ab Gemiddelde p-waarde Statistische methode Anova: log(x) Anova Anova Anova Anova Anova Page 10 of 16

11 Object 11: ammoniumpolyfosfaat + ammoniumnitraat Foto op 04/06/2010 Object 12: Novatec Solub ammoniumnitraat Page 11 of 16

12 Object 13: ammoniumpolyfosfaat Object 14: ammoniumpolyfosfaat + Urean Object 15: ammoniumpolyfosfaat + Novatec Solub Object 16: Novatec Solub Urean Object 17: Novatec Solub Novatec Solub Page 12 of 16

13 Object 18: N-xt Fertilizer + N-xt FertiVital Object 19: DCM Uni-Mix A 3.2 Validiteit van de resultaten De groei was goed dit teeltseizoen. De weersomstandigheden waren goed en opdat de groei optimaal zou verlopen werd verschillende keren beregend. 3.3 Bespreking Object 11: ammoniumpolyfosfaat (punt) + ammoniumnitraat (breedwerpig) De groeiwijze was zeer goed en ook het gewasvolume werd telkens zeer goed beoordeeld. Bij de oogst was de kropmassa iets lager dan de massa van object 12 (Novatec Solub i.p.v. APP). Object 11 en 12 haalden de hoogste opbrengst. Object 12: Novatec Solub (punt) + ammoniumnitraat (breedwerpig) De groeiwijze was zeer goed en ook het gewasvolume werd telkens zeer goed beoordeeld. Op het eind van de teelt was de kropmassa van dit object het hoogst. Object 13: ammoniumpolyfosfaat (punt) Dit object kreeg enkel APP en geen verdere stikstofbemesting. Het gewasvolume werd voor de oogst goed beoordeeld, bij de oogst scoorde het volume minder goed. De opbrengst was gemiddeld en enkel significant kleiner dan die van object 11 en 12. In de 0-30 cm laag was er op 04/06/2010 en 24/06/2010 significant minder NO 3 -N aanwezig wat logisch is aangezien er geen stikstofbijbemesting gebeurde. Smet en geel blad scoorden significant minder goed. Het opbrengstresultaat is heel opmerkelijk aangezien dit object enkel minerale stikstof kreeg via de ammoniumpolyfosfaatbemesting. Statistisch gezien haalden slechts 2 objecten een hogere kropmassa. Object 14: ammoniumpolyfosfaat + Urean (injectie) Per hectare diende 83 liter APP en 147 liter Urean te worden toegevoegd. Het mengen ging goed, er trad geen kristallisatie op. Het gewasvolume werd bij de eerste beoordeling significant het minst goed beoordeeld, maar beende naar het einde toe wat bij. De opbrengst was gemiddeld en enkel significant kleiner dan die van object 11 en 12. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de objecten Page 13 of 16

14 Object 15: ammoniumpolyfosfaat + Novatec Solub (injectie) Er kan volgens de productfiche maximum 30 kg Novatec Solub opgelost worden in 100 liter water. Het percentage N in oplossing is daardoor laag, in praktijkomstandigheden is het moeilijk om een grote dosis N toe te voegen via injectie: er moet te snel bijgetankt worden. Per hectare diende 83 liter APP en 1086 liter opgeloste Novatec Solub te worden toegevoegd. Het mengen ging goed, er trad geen kristallisatie op. Het gewasvolume werd naar het eind van de teelt toe minder goed beoordeeld. Cijfermatig was de opbrengst het laagst (115 kg/100 stuks), statistisch was de opbrengst enkel kleiner dan die van object 11 en 12. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de andere objecten. Novatec Solub bevat enkel ammoniumstikstof, de teruggevonden hoeveelheid NH 4 -N was op 04/06/2010 iets hoger dan wat bv. teruggevonden werd in de objecten met ammoniumnitraat bemesting. Object 16: Novatec Solub Urean (injectie) Er werd 40 kg Novatec Solub opgelost in 100 liter water (volgens de productfiche is het maximum 50 kg NS per 100 liter water). Per hectare diende 253 liter opgeloste Novatec Solub en 147 liter Urean te worden toegevoegd. Het mengen ging niet goed, er trad kristallisatie op. Novatec Solub en Urean zijn aldus niet mengbaar. De injectie werd uitgevoerd na een uiterst tijdrovende menging. Dit object kwam op de 3 de plaats qua opbrengst (129 kg/100 stuks) en was enkel significant kleiner dan die van object 12. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de objecten Object 17: Novatec Solub Novatec Solub (injectie) De twee Novatec Solub meststoffen werden gemengd en opgelost in water. Er trad geen kristallisatie op. De groeiwijze van dit object werd significant minder goed beoordeeld. Ook de smetaantasting was significant hoger. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de andere objecten. Novatec Solub bevat enkel ammoniumstikstof, de teruggevonden hoeveelheid NH 4 -N was op 04/06/2010 iets hoger dan wat bv. teruggevonden werd in de objecten met ammoniumnitraat bemesting. Object 18: N-xt Fertilizer + N-xt FertiVital (injectie) Per hectare werd 383 liter N-xt Fertilizer toegediend, hierdoor werden 69 eenheden en 54 eenheden P aangeleverd. N-xt FertiVital werd in een dosis van 10 liter/ha toegediend, de aangeleverde hoeveelheid N en P zijn verwaarloosbaar. N-xt Fertilizer en N-xt FertiVital waren perfect oplosbaar. Het gewasvolume werd bij de eerste beoordeling minder goed beoordeeld, maar beende naar het einde toe wat bij. De opbrengst was gemiddeld en enkel significant kleiner dan die van object 11 en 12. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de andere objecten. N-xt Fertilizer bevat enkel ammoniumstikstof, de teruggevonden hoeveelheid NH 4 -N was op 04/06/2010 iets hoger dan wat bv. teruggevonden werd in de objecten met ammoniumnitraat bemesting maar het verschil was niet groot en ook niet significant. Object 19: DCM Uni-Mix A (breedwerpig) De smetaantasting was significant het laagst en de uniformiteit scoorde hoog. Voor de rest kreeg dit object gelijkaardige scores als de objecten Page 14 of 16

15 4 Besluit Het doel van deze proef was enerzijds de mengbaarheid van de vloeibare P-meststoffen en N-meststoffen testen en anderzijds de werking (met specifieke toedieningswijze) van deze gemengde meststoffen nagaan. De mengbaarheid werd getest omdat door startfosfaten te mengen met de N-meststof, een werkgang kan uitgespaard worden. Zo kan een de gemengde injectie een alternatief bieden voor de huidige gangbare bemestingsstrategie waarbij ammoniumnitraat breedwerpig wordt toegediend en ammoniumpolyfosfaat via een puntbehandeling wordt toegediend. - Qua mengbaarheid kan enkel geconcludeerd worden dat Novatec Solub en Urean niet mengbaar zijn. Het oplossen van Novatec Solub in water lukt wel maar bij het mengen met Urean treedt er kristallisatie op. Het is niet mogelijk te zeggen of andere concentraties mengbaar zijn en daarom is het onzeker of het mengen in praktijk wel haalbaar is. Er dient daarnaast vermeld te worden dat het, omwille van de lage oplosbaarheid van Novatec Solub meststoffen in water, moeilijk is om een grote dosis N toe te voegen via injectie: er moet te snel bijgetankt worden. - Het effect van de P-meststof op de kropmassa, wanneer eenzelfde N-meststof wordt toegediend, is niet significant maar er blijkt toch een verschil in opbrengst. Bij eenzelfde N-bemesting haalt het object met Novatec Solub als P-bemesting de hoogste opbrengst (zie tabel). - Het effect van de N-meststof op de kropmassa, wanneer eenzelfde P-meststof wordt toegediend is eveneens niet significant maar opnieuw blijkt er een verschil in opbrengst. Bij eenzelfde P-bemesting halen de objecten die ammoniumnitraat als N-bemesting kregen een hogere opbrengst dan deze die Urean kregen. Deze die Novatec Solub kregen, halen de laagste opbrengst (zie tabel). Let wel, ammoniumnitraat is een vaste meststof, de fosforbemesting werd daarom in puntbehandeling toegepast en niet geïnjecteerd zoals bij de objecten met Urean en Novatec Solub Tabel: Kropmassa (in kg/100 stuks) per P-meststof en N-meststof Ammoniumnitraat Urean Novatec Solub ammoniumpolyfosfaat Novatec Solub punt injectie injectie punt injectie injectie De opbrengst van de objecten 11 en 12 ( ammoniumpolyfosfaat + ammoniumnitraat en Novatec Solub ammoniumnitraat ) scoren dus het hoogst. Dat kan te wijten zijn aan de ammoniumnitraat bemesting, maar dat kan ook te wijten zijn aan de toedieningsmethode van de startfosfor. In 2009 werd een proef opgezet om de ideale toepassingstechniek van startfosfaten te weten te komen. De puntsgewijze toepassing scoorde toen significant het beste. In de huidige proef kregen enkel de objecten 11, 12 en 13 een punttoepassing, de andere objecten kregen hun startfosfor via injectie toegediend. De objecten die hun voeding kregen via injectie halen qua significantieniveau eenzelfde opbrengst. Opmerkelijk is dat ook object 13, dat enkel APP kreeg via puntbemesting en geen stikstof, deze opbrengst haalt. Qua gewaskwaliteit werden geen grote verschillen vastgesteld. De groeiwijze van het object met Novatec Solub en Novatec Solub werd significant minder goed beoordeeld, de geel blad aantasting bij het object met enkel APP was significant hoger (maar waarschijnlijk heeft dit te maken met de slijtage van het blad) en de smetaantasting van deze twee objecten was significant hoger. 5 Verklaring van de kwaliteitsverantwoordelijke De kwaliteitsverantwoordelijke verklaart dat het onderzoek werd uitgevoerd volgens de kwaliteitsborgingspunten vastgelegd in het intern kwaliteitssysteem van het PCG. Page 15 of 16

16 6 Vertrouwelijkheid van dit document Dit document is niet-vertrouwelijk. Het PCG is niet verantwoordelijk voor foute adviezen ten gevolge van de verspreiding van dit document. 7 Samenwerking Deze proef lag aan in het kader van het project Jardin de l Europe (JADE II). Dit project wordt uitgevoerd in het kader van Interreg IV programma France-Wallonie-Vlaanderen, met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, de Conseil Régional Nord Pas-de-Calais, Viniflhor en de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Page 16 of 16