Trimestriële aanpassingen 2014/2

Transcriptie

1 Trimestriële aanpassingen 2014/2 datum:

2 Inhoud 1 PREGIONALISERING VERMINDERINGEN Context Bijkomende controles betreffende vestigingseenheid Kruiscontrole werknemerskengetallen en verminderingscodes Administratieve instructies Verduidelijking. De berekening van de doelgroepvermindering Verduidelijking. DmfAPPL identificatienummer van de lokale eenheid STAGIAIRS MET OOG OP VASTE BENOEMING Context Oude socialezekerheidsregeling van op proef benoemden Nieuwe socialezekerheidsregeling van op proef benoemden vanaf 1 april Inwerkingtreding Werkwijze Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) Tabellen Administratieve instructies Verduidelijking. De jaarlijkse vakantie Nieuwigheden. De stagiairs met het oog op een vaste benoeming Verduidelijking. Het ontslag van statutaire personeelsleden Nieuwigheden. DmfAPPL - het werknemerskengetal GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) Werkwijze Tabellen VLAAMS INTERSECTORAAL AKKOORD Context Situering Wat is een VIA-dienst? Verdeling middelen Procedure Vragen over VIA? Impact op tweede pensioenpijler lokale contractanten Werkwijze /32

3 4.2.2 Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) Bijzondere bijdrage op stortingen van werkgevers voor de vorming van een buitenwettelijk pensioen Controles Administratieve instructies Tabel van bijdragevoeten NACE-CODES Bijlage 31: NACE-codes VALIDATIE VAN WIJZIGENDE AANGIFTE BIJ SIGNIFICANTE DALING VAN BIJDRAGEN BIJDRAGE GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST Bijdrage voor niet-aangesloten werkgevers OVERIGE ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES Verduidelijking. Contact met de RSZPPO en Nieuwigheden. De vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector en Nieuwigheden. De kunstenaars en de vrijwilligers-kunstenaars OVERIGE AANPASSINGEN VAN TABELLEN Doelgroepvermindering herstructurering werknemers minder dan 45 jaar bij indienstneming Dubbel vakantiegeld (privéstelsel) van bijzondere categorieën BIJLAGEN Bijlage 1: tabellen stagiairs met oog op vaste benoeming Tabel van basisbedragen Tabel van bijdragevoeten Tabel van bijdrageverminderingen Bijlage 2: tabellen gesubsidieerde contractuelen Tabel van basisbedragen Tabel van bijdragevoeten Tabel van verminderingspercentages /32

4 1 PREGIONALISERING VERMINDERINGEN - Geen retroactief effect Context Vanaf het derde kwartaal 2014 zal het doelgroepenbeleid ingevolge de zesde staatshervorming worden geregionaliseerd. Ter voorbereiding van deze regionalisering, worden vanaf het eerste of het tweede kwartaal van 2014 een aantal aanpassingen uitgevoerd. De meerderheid van deze aanpassingen zijn reeds geïmplementeerd in het eerste kwartaal 2014: conversie naar doelgroepverminderingen, nieuwe controles, etc. In het tweede kwartaal 2014 zullen de resterende aanpassingen worden uitgevoerd. 1.2 Bijkomende controles betreffende vestigingseenheid De volgende controles zullen worden uitgevoerd: Vanaf het tweede kwartaal 2014 zal een niet-procentuele anomalie ( , onverenigbaar met werkgever) worden gesignaleerd als de vestigingseenheid niet bestaat in de Kruispuntbank van Ondernemingen voor de werkgever in kwestie. Deze anomalie wordt blokkerend vanaf het derde kwartaal Vanaf het tweede kwartaal 2014 zal een niet-procentuele anomalie ( , onverenigbaar met aangegeven periode) worden gesignaleerd als de vestigingseenheid bestaat in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) voor de werkgever in kwestie, maar niet voor de periode in kwestie. De geldigheidsperiode van de vestigingseenheid in de KBO 1 moet minstens één dag overlappen met de periode van de tewerkstellingslijn in de DmfAPPL. 2 3 Vanaf het tweede kwartaal 2014 zal een niet-procentuele anomalie ( , gegevens KBO te verifiëren) worden gesignaleerd als het bevoegde gewest niet kan worden bepaald op basis van het adres van de vestigingseenheid in de KBO. Ter herinnering: de ernst van een aantal bestaande anomalieën zal vanaf het derde kwartaal 2014 wijzigen van niet-procentueel naar blokkerend. Bijvoorbeeld het ontbreken van de vestigingseenheid (anomalie ) is een niet-procentuele anomalie in het tweede kwartaal 2014, maar zal een blokkerende anomalie worden in het derde kwartaal Een vestigingseenheden wordt in de KBO gedefinieerd met een begin- en einddatum van geldigheid. 2 Een fictief voorbeeld ter verduidelijking: - de vestigingseenheid is geregistreerd in de KBO met een geldigheidsperiode vanaf t.e.m tewerkstellingslijn A vermeldt deze vestigingseenheid en bestrijkt een periode vanaf t.e.m OK - tewerkstellingslijn B vermeldt deze vestigingseenheid en bestrijkt een periode vanaf t.e.m OK - tewerkstellingslijn C vermeldt deze vestigingseenheid en bestrijkt een periode vanaf t.e.m OK - tewerkstellingslijn D vermeldt deze vestigingseenheid en bestrijkt een periode vanaf t.e.m anomalie! 3 In geval van verbrekingsvergoeding moet een geldige vestigingseenheid bestaan in de KBO voor minstens één dag van het kwartaal waarin de verbrekingsvergoeding wordt aangegeven. 4/32

5 Hieronder vindt u een tabel waarin de evolutie van controles betreffende de vestigingseenheid worden samengevat. De controles ingevoerd in het tweede kwartaal 2014 zijn aangeduid in vet. Omschrijving anomalie Code anomalie Ernst 2014/1 Ernst 2014/2 Ernst 2014/3 Niet aanwezig NP NP B Niet numeriek B B B Ongeldig B B B Ongeldig controlenummer B B B Onverenigbaar met NP NP aangegeven periode Niet van toepassing NP NP NP Fout op kardinaliteit B B B Fout op volgorde B B B Foutieve lengte B B B Niet toegelaten B B B Onverenigbaar met NP B werkgever Gegevens KBO te verifiëren NP NP 1.3 Kruiscontrole werknemerskengetallen en verminderingscodes In het eerste kwartaal 2014 is de volgende kruiscontroles tussen de verminderingscode en het werknemerskengetal ingevoerd: Als de verminderingscode 4001 niet is aangegeven in het blok vermindering van de tewerkstellingslijn van een werknemerslijn met werknemerskengetal 114 of 214, dan wordt de fout (tewerkstellingslijn - verminderingscode niet aanwezig of onverenigbaar) gesignaleerd. Idem voor verminderingscode 4100 en werknemerskengetal 102 of 202. Idem voor verminderingscode 4300 en werknemerskengetal 741. Idem voor verminderingscode 4400 en werknemerskengetal 761. Idem voor verminderingscode 4500 en werknemerskengetal 121 of 221. De ernst van de anomalie (tewerkstellingslijn verminderingscode niet aanwezig of onverenigbaar) wordt gewijzigd van investigation naar niet-procentueel op vraag van de verzenders vanaf het tweede kwartaal 2014 met retroactiviteit tot het eerste kwartaal Administratieve instructies Verduidelijking. De berekening van de doelgroepvermindering. Het basisbedrag van de doelgroepvermindering (= G7 of G13) wordt niet gecorrigeerd op basis van de prestatiebreuk µ en de vaste multiplicatorfactor beta voor de kunstenaars, de vervangers in het kader van de (vrijwillige) vierdagenweek, de werknemers tewerkgesteld op basis van artikel 60, 7 van de OCMW-wet en de gesubsidieerde contractuelen. 5/32

6 Verduidelijking. DmfAPPL identificatienummer van de lokale eenheid. Het bestuur is verantwoordelijk voor het vervullen van de formaliteiten voor het toekennen van een vestigingseenheidsnummer in de KBO en het koppelen van de werknemer aan de juiste vestigingseenheid in de DmfAPPL. 2 STAGIAIRS MET OOG OP VASTE BENOEMING - Geen retroactief effect Context Naar aanleiding van de wet van en het KB van zullen alle stagiairs met oog op vaste benoeming worden beschouwd als statutair tijdens hun stage Oude socialezekerheidsregeling van op proef benoemden De op proef benoemde personeelsleden van de gemeenten, de instellingen ondergeschikt aan de gemeenten (o.a. OCMW s, OCMW -verenigingen, autonome gemeentebedrijven) en de verenigingen van gemeenten werden op het vlak van de sociale zekerheid gelijkgesteld met de contractuele werknemers. Zij waren onder andere onderworpen aan (de bijdragen voor) de volgende regelingen welke geen toepassing vinden op vastbenoemde personeelsleden: de sector uitkeringen van de verplichte verzekering inzake ziekte en invaliditeit; de regeling voor rust- en overlevingspensioenen voor werknemers; de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid voor werknemers. Op grond van deze socialezekerheidsregeling genoten de op proef benoemden van voormelde plaatselijke besturen bij ziekte van uitkeringen ten laste van het ziekenfonds. Alhoewel de op proef benoemden onderworpen waren aan de pensioenregeling van de werknemers, werd de proefperiode in aanmerking genomen voor het overheidspensioen indien deze gevolgd werd door een benoeming in vast verband. De op proef benoemden van de andere bij de RSZPPO aangesloten besturen (o.a. provinciale besturen en lokale politiezones) worden op het vlak van de sociale zekerheid in de regel gelijkgesteld met de vastbenoemde personeelsleden DECEMBER Wet tot wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de Sociale Zekerheid voor werknemers JANUARI Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 6/32

7 2.1.2 Nieuwe socialezekerheidsregeling van op proef benoemden vanaf 1 april 2014 De op proef benoemden van alle bij de RSZPPO aangesloten overheidsdiensten vallen vanaf 1 april 2014 onder dezelfde socialezekerheidsregeling als de vastbenoemde personeelsleden. a) Verschuldigde socialezekerheidsbijdragen De op proef benoemden van de plaatselijke besturen op wie voorheen de socialezekerheidsregeling van de contractuele werknemers toepasselijk was (zie supra punt 1), zijn vanaf 1 april 2014 niet meer onderworpen aan (de bijdragen voor) de volgende regelingen: de sector uitkeringen van de verplichte verzekering inzake ziekte en invaliditeit; de regeling voor rust- en overlevingspensioenen voor werknemers; de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid voor werknemers. Evenwel valt het op proef benoemde personeelslid, dat tijdens de proefperiode of op het einde ervan wegens ongeschiktheid afgedankt wordt, ook na 1 april 2014 nog steeds onder de socialezekerheidsregeling van de contractuele werknemers, doch enkel voor de duur van de opzeggingstermijn indien dergelijke termijn wordt toegepast op grond van de rechtspositieregeling van het bestuur. De ontslagregeling van de statutaire personeelsleden, zoals bepaald in de artikelen 7 tot 13 van de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, is desgevallend van toepassing op het op proef benoemde personeelslid dat afgedankt wordt. Alsdan zijn de bijdragen voor de sector uitkeringen van de verplichte verzekering inzake ziekte en invaliditeit en voor de sector werkloosheid verschuldigd. b) Regeling bij ziekte en moederschapsbescherming Tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte geniet het op proef benoemde personeelslid vanaf 1 april 2014 van een bezoldigd ziekteverlof volgens het stelsel van ziektekrediet. Hetzelfde geldt voor het statutair personeelslid op proef met bevallingsrust. Dat wil zeggen dat het op 1 april 2014 arbeidsongeschikte op proef benoemde personeelslid vanaf die dag geen recht meer heeft op uitkeringen ten laste van het ziekenfonds en dat het van het bestuur een salaris ontvangt voor de resterende ziekteperiode. Ook een personeelslid op proef dat met bevallingsrust is en daarvoor een uitkering genoot, ontvangt vanaf 1 april 2014 voor de resterende periode van het bevallingsverlof het gebruikelijke salaris ten laste van het bestuur. c) Pensioenregeling De op proef benoemde is tijdens de proefperiode onderworpen aan de pensioenregeling van de vastbenoemden. Op zijn wedde zijn bijdragen verschuldigd tot financiering van de pensioenregeling van de openbare sector waarbij het bestuur aangesloten is voor zijn vastbenoemde personeelsleden. Als uw bestuur aangesloten is bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, worden de voor de op proef benoemde personeelsleden betaalde pensioenbijdragen in aanmerking genomen voor de berekening van de eventueel verschuldigde responsabiliseringsbijdrage. 7/32

8 d) Vakantieregeling De gelijkstelling op het vlak van sociale zekerheid van de op proef benoemden met de vastbenoemden wijzigt hun vakantieregeling niet. Op grond van artikel 17 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen hebben de plaatselijke besturen, voor de personeelsleden die niet vast benoemd zijn en die geen gesubsidieerde contractueel zijn, de keuze tussen de vakantieregeling openbare sector en de vakantieregeling privésector. Het komt aan elk bestuur toe om de toepasselijke vakantieregeling van de op proef benoemde personeelsleden te bepalen Inwerkingtreding De nieuwe socialezekerheidsregeling voor de op proef benoemden treedt in werking op 1 april Zij is zowel van toepassing op de personeelsleden die reeds vóór 1 april 2014 hun stage hebben aangevat als op de personeelsleden die op 1 april 2014 of een latere datum de stage aanvatten. Vanaf het tweede kwartaal 2014, zullen de werknemerskengetallen 109 en 209 worden afgeschaft. Alle stagiairs zullen worden aangegeven met het reeds bestaande statutaire werknemerskengetal 609 (stagiairs met vakantieregeling publieke sector) of het nieuwe statutaire werknemerskengetal 608 (stagiairs met vakantieregeling privésector). 2.2 Werkwijze In de DmfAPPL wordt met ingang van het tweede kwartaal 2014 een nieuw werknemerkengetal 608 gecreëerd met als omschrijving Stagiairs met het oog op een vaste benoeming vakantieregeling privésector. Naargelang de toepasselijke vakantieregeling moeten de op proef benoemde personeelsleden in de DmfAPPL vanaf het 2e kwartaal 2014 aangegeven worden met: het werknemerskengetal 608 als de vakantieregeling privésector van toepassing is; het werknemerskengetal 609 als een vakantieregeling openbare sector van toepassing is. De werknemerskengetallen 109 (handarbeiders) en 209 (hoofdarbeiders) voor de op proef benoemden die onder de socialezekerheidsregeling van de contractuelen vallen, worden vanaf het tweede kwartaal van 2014 afgeschaft. De op proef benoemde personeelsleden, die tijdens de proefperiode of op het einde ervan wegens ongeschiktheid afgedankt worden, moeten in de DmfAPPL tijdens de duur van de opzeggingstermijn die in voorkomend geval wordt toegepast worden aangegeven met het werknemerskengetal 101 (handarbeiders) of 201 (hoofdarbeiders). 2.3 Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) De werknemerskengetallen 109 en 209 zullen worden afgeschaft vanaf het tweede kwartaal /32

9 Code Omschrijving PPO 109 Stagiairs met het oog op een vaste benoeming - socialezekerheids regeling contractuelen - handarbeiders 209 Stagiairs met het oog op een vaste benoeming - socialezekerheids regeling contractuelen - hoofdarbeiders Het werknemerskengetal bijdrage 608 zal worden gecreëerd vanaf het tweede kwartaal Dit werknemerskengetal betreft de stagiairs met oog op een vaste benoeming die ressorteren onder de vakantieregeling van de privésector. Code PPO Omschrijving 608 stagiairs met het oog op een vaste benoeming vakantieregeling privésector Code RSZ Code RSZ Aanwezigheidscode Werknemerstype Begindatum geldigheid Einddatum geldigheid /07/ /03/ /07/ /03/2014 Aanwezigheids code Werknemerstype Begindatum geldigheid Einddatum geldigheid /04/ /01/9999 De omschrijving van het bestaande werknemerskengetal bijdrage 609 zal worden aangepast vanaf het tweede kwartaal In de omschrijving wordt een verwijzing naar de publieke vakantieregeling toegevoegd, teneinde het werknemerskengetal 609 te onderscheiden van het nieuwe werknemerskengetal 608. Code Omschrijving PPO 609 stagiairs met het oog op een vaste benoeming socialezekerheidsregeling vastbenoemden Omschrijving stagiairs met het oog op een vaste benoeming vakantieregeling openbare sector 2.4 Tabellen Teneinde de leesbaarheid van de tekst te vergroten, zijn de aanpassingen van de tabellen opgenomen in bijlage /32

10 2.5 Administratieve instructies Verduidelijking. De jaarlijkse vakantie. Een plaatselijk bestuur kan op de stagiairs met het oog op een vaste benoeming de vakantieregeling publiek stelsel of de vakantieregeling privéstelsel toepassen Nieuwigheden. De stagiairs met het oog op een vaste benoeming. Een stagiair met het oog op een vaste benoeming wordt vanaf voor de sociale zekerheid gelijkgesteld met een vastbenoemd personeelslid. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of tijdens de bevallingsrust geniet de stagiair een bezoldigd ziekteverlof volgens het stelsel van het ziektekrediet. Wettelijke basis: koninklijk besluit van tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (B.S ) Verduidelijking. Het ontslag van statutaire personeelsleden. De ontslagregeling voor de vastbenoemden is van toepassing op de stagiairs met het oog op een vaste benoeming Nieuwigheden. DmfAPPL - het werknemerskengetal. Voor de stagiairs met het oog op een vaste benoeming die voor de sociale zekerheid gelijkgesteld worden met vastbenoemden en op wie de vakantieregeling van de privésector van toepassing is, wordt het werknemerskengetal 608 ingevoerd vanaf het tweede kwartaal van De werknemerskengetallen 109 en 209 voor de stagiairs op wie de socialezekerheidsregeling van de contractanten van toepassing was, worden geschrapt vanaf het tweede kwartaal van GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN - Geen retroactief effect Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) Zes werknemerskengetallen m.b.t. de gesubsidieerde contractuelen worden verwijderd vanaf het tweede kwartaal 2014 in bijlage 28. Code Omschrijving PPO 111 Handarbeidersgeco's - CONTINGENT Code Aanwezigheids- Werknemers- Begindatum Einddatum RSZ code type geldigheid geldigheid /01/ /03/ /32

11 Code Omschrijving PPO 112 Handarbeidersgeco's - PROJECTEN 113 Handarbeidersgeco's - openbare besturen 211 Hoofdarbeidersgeco's - CONTINGENT 212 Hoofdarbeidersgeco's - PROJECTEN 213 Hoofdarbeidersgeco's - openbare besturen Code RSZ Aanwezigheidscode Werknemerstype Begindatum geldigheid Einddatum geldigheid /01/ /03/ /01/ /03/ /01/ /03/ /01/ /03/ /01/ /03/2014 Deze werknemerskengetallen worden vervangen door de werknemerskengetallen 114 en 214, geïntroduceerd in het eerste kwartaal Code Omschrijving PPO 114 Handarbeidersgesubsidieerde contractuelen 214 Hoofdarbeidersgesubsidieerde contractuelen Code RSZ Aanwezigheidscode Werknemerstype Begindatum geldigheid Einddatum geldigheid /01/ /01/ /01/ /01/ Werkwijze Vanaf het tweede kwartaal 2014 zullen alle gesubsidieerde contractuelen worden aangegeven met de werknemerskengetallen 114 en 214. De nieuwe berekeningswijze worden toegepast: er wordt een normale basisbijdrage van ongeveer 42% berekend. De verminderingscode 4001 moet worden aangegeven teneinde deze basisbijdrage te verminderen. Ter herinnering: gedurende het eerste kwartaal 2014 was het toegelaten om gebruik te maken van de oude werknemerskengetallen en berekenwijze. De geco s mochten worden aangegeven met een van de oude werknemerskengetallen (111, 112, 113, 211, 212, 213). In dat geval werd de reeds bestaande berekeningswijze worden toegepast: er wordt een verminderde basisbijdrage van ongeveer 19% berekend en er moest geen gebruik worden gemaakt van een verminderingscode. De tweeledige werkwijze is toegepast gedurende slechts één kwartaal, namelijk het eerste kwartaal 2014, en werd toegepast om een vlotte overgang van de oude naar de nieuwe werkwijze te 11/32

12 garanderen. Vanaf het tweede kwartaal zal uitsluitend de werkwijze met de werknemerskengetallen 114 en 214 zijn toegelaten. 3.3 Tabellen Teneinde de leesbaarheid van de tekst te vergroten, zijn de aanpassingen van de tabellen opgenomen in bijlage 2. 4 VLAAMS INTERSECTORAAL AKKOORD - Retroactief effect tot 2014/1-4.1 Context Hieronder vindt u een korte toelichting van de maatregel VIA4 koopkracht door Gemeenschappelijke Sociale Dienst Lokale Besturen in Vlaanderen (GSD-V) Situering Op 31 mei 2013 werd het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de socialprofit en nonprofitsector in de lokale besturen gesloten (VIA 4). Dit akkoord is van toepassing op de door Vlaanderen gesubsidieerde sectoren, zoals de thuiszorgdiensten, de diensten kinderopvang, de instellingen voor personen met een handicap, de instellingen bijzondere jeugdzorg en de vrijetijdsdiensten. Het akkoord kwam er in navolging van een VIA 4 voor de private socialprofit en non-profitsector. Het akkoord kwam tot stand na lange onderhandelingen tussen de sociale partners, m.n. de drie representatieve vakorganisaties (ACOD, ACV-OD en VSOA), de Vlaamse regering en de VVSG. De Vlaamse regering maakte middelen vrij, op voorwaarde dat de sociale partners tot een akkoord kwamen over de besteding ervan. Vlaanderen bepaalde het kader waarbinnen de onderhandelaars moesten blijven: de middelen moesten gaan naar bestemmingen die de Vlaamse regering vooraf had vastgelegd, m.n. managementondersteuning, kwaliteit en koopkracht (met een budget per maatregel); de middelen moesten ten goede komen van het personeel van de door Vlaanderen gesubsidieerde sectoren (alle sectoren of een gemotiveerde keuze voor bepaalde sectoren); de concrete maatregelen die de sociale partners voorstelden, werden afgetoetst aan door de Vlaamse regering vooraf bepaalde criteria. Het akkoord van 31 mei 2013 bevat drie grote luiken: 1. Tweede pensioenpijler VIA 3 2. Managementondersteuning en kwaliteit 3. Koopkracht Deze toelichting focust zich op de maatregelen koopkracht. De Vlaamse overheid heeft i.k.v. VIA4 12,6 mio. euro vrijgemaakt om de koopkracht van het personeel in de VIA-diensten te verhogen. 12/32

13 Concreet mogen besturen deze middelen gebruiken om de maaltijdcheques en/of de tweede pensioenpijler van personeelsleden in de VIA-diensten te verhogen Wat is een VIA-dienst? VIA-diensten omvatten, i.k.v. dit akkoord, de door Vlaanderen erkende en gesubsidieerde social profit en non-profit diensten in de publieke sector. Deze diensten werden geselecteerd naar analogie met de private sector. Concreet gaat het om: diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg, diensten logistieke hulp, lokale dienstencentra, diensten/instellingen bijzondere jeugdzorg, diensten/instellingen voor personen met een handicap, centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, opvoedingswinkels, buitenschoolse opvang kinderdagverblijven, kinderdagverblijven, diensten voor onthaalouders, initiatieven voor buitenschoolse opvang, peutertuinen, gemandateerde voorzieningen kinderopvang, lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang, consultatiebureaus, sociale verhuurkantoren, integratiediensten, culturele erfgoedcellen en musea, cultuurdiensten (bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra), jeugddiensten en sportdiensten. Essentiële voorwaarde is dat ze deel uitmaken van een lokaal bestuur of een samenwerkingsverband van lokale besturen! Verdeling middelen De verdeling van de middelen gebeurt op basis van het aantal door de Vlaamse overheid gesubsidieerde voltijdse equivalenten op 1 januari 2010, in de hogervermelde diensten, en dit op basis van cijfers van de bevoegde Vlaamse administraties. De reden dat voor deze verdeling gekozen werd is dat dit de meest actuele cijfers waren waarover de onderhandelaars beschikten. In tegenstelling tot de private sector, waar de VIA-diensten (meestal) als aparte en duidelijk omschreven entiteiten functioneren, maken zij binnen de publieke sector deel uit van een groter geheel (bv. gemeente of OCMW), waardoor hun gegevens gefragmenteerd worden bijgehouden bij de verschillende Vlaamse agentschappen. Hierdoor komen de cijfers op drie punten niet overeen met de effectieve situatie: 1. Het personeelsbestand kan geëvolueerd zijn sinds 1/1/ De niet-gesubsidieerde medewerkers worden hier niet in meegeteld. Dit speelt voornamelijk bij de OCMW s, omdat voor de welzijnssectoren naar de effectieve subsidiëring gekeken is (waarbij sommige functies maar voor 50% gesubsidieerd worden en er personeel in overtal kan zijn) waar in de vrijetijdsdiensten elke VTE voor 100% is meegeteld. 3. Een bestuur kan een VIA-dienst afgeschaft of opgericht hebben sinds 1/1/2010 Omdat het tot nu toe niet mogelijk is exact te weten om hoeveel medewerkers het gaat, werd het opmaken en actueel houden van een personeelsoverzicht van de VIA-diensten in de publieke sector als opdracht voor GSD-V in het akkoord ingeschreven. De GSD-V zal onder andere de NACE-codes aangegeven in de DmfAPPL gebruiken om de sector in kaart te brengen. 13/32

14 Het is de bedoeling dat toekomstige middelen (ofwel volgende jaren VIA4 ofwel VIA5) o.b.v. de nieuwe gegevens verdeeld worden. Deze gegevens worden ook gebruikt voor de onderhandelingen VIA5, dat allicht van zal lopen Procedure De coördinatie van VIA4 werd aan GSD-V toegewezen, omdat de sociale partners expliciet vroegen dat de coördinatie door een paritair gecontroleerde organisatie zou gebeuren. Elk bestuur heeft op basis van z n aantal VTE in de VIA-diensten een bedrag ter beschikking gekregen dat het mag gebruiken voor de verhoging van de tweede pensioenpijler of de maaltijdcheques voor alle personeelsleden binnen zijn VIA-diensten die ervoor in aanmerking komen. Besturen die in aanmerking komen hebben een brief en begeleidende nota ontvangen. Oorspronkelijk mochten besturen aanvragen indienen tot 31/12/2013, maar aangezien dit niet haalbaar bleek werd de termijn aangepast. In overleg met de Vlaamse overheid mogen besturen nu aanvragen doen tot 31/12/2014 voor de middelen VIA en Besturen overleggen hierover met de vakbonden (en leggen dit vast in een protocol). Daarna bezorgen ze een aanvraagformulier aan GSD-V, samen met het protocol en een raadsbeslissing die de verhoging van de koopkracht goedkeurt. Op basis hiervan krijgt het bestuur een subsidie. Deze subsidie bedraagt de meerprijs voor de koopkrachtverhoging tot aan het vooraf meegedeelde maximum. Het is de bedoeling dat de meerkost voor het bestuur nihil is (voor de VIA-diensten). Extra kosten zoals de bijzondere werkgeversbijdrage mogen dus mee in rekening gebracht worden. Een voorbeeld: bestuur X (maximale VIA4-toelage: euro) wenst de 2e pensioenpijler voor zijn VIA-personeel met 1% te verhogen; dit kost, incl. bijzondere werkgeversbijdrage euro. Aangezien het bestuur maximaal op beroep kan doen, wordt de meerkost volledig gedragen door VIA4. Een verhoging met 2% zou het bestuur euro kosten, wat betekent dat het de meerkost van euro zelf zou moeten betalen. Een verhoging van maaltijdcheques en/of tweede pensioenpijler mag beperkt blijven tot het personeel van de VIA-diensten. Je mag een onderscheid maken op basis van het criterium dat hij of zij behoort tot een bepaald dienst, i.c. de VIA-diensten. Wat bv. niet mag, is binnen een bepaalde dienst aan sommige medewerkers een verhoging geven en aan andere niet. Het is wel essentieel dat lokale besturen dit in concreto op een correcte, objectief verantwoordbare manier toepassen. Dat wil zeggen dat het bestuur de verhoging moet toepassen op alle medewerkers in alle VIAdiensten van het bestuur Vragen over VIA? Koen Geeraerts, VIA-coördinator T 02/ Paviljoenstraat 9, 030 Brussel via@gsd-v.be 14/32

15 4.2 Impact op tweede pensioenpijler lokale contractanten Blijkens het nieuwe VIA-akkoord zal (een gedeelte van) het VIA-budget aangewend kunnen worden om het percentage van de huidige tweede pensioenpijlertoelage te verhogen voor de contractuele personeelsleden van de lokale besturen die in de Vlaamse welzijnssectoren tewerkgesteld zijn. Als gevolg hiervan zullen in de schoot van eenzelfde Vlaams lokaal bestuur twee gelijktijdige bijdragepercentages toegepast worden: een hoger percentage voor de contractuelen in de welzijnssectoren en een lager percentage voor de andere contractuelen van hetzelfde bestuur Werkwijze Bij werkgevers aangesloten bij de tweede pensioenpijler lokale contractanten zullen er twee bijdragen ter financiering van het aanvullende pensioenstelsel worden geïnd voor het personeel dat een tweede pensioenpijlerbonus ontvangt: een basisbijdrage, een bijkomende bonusbijdrage bovenop de basisbijdrage. De basisbijdrage wordt reeds geïnd. Deze bijdrage aangegeven met werknemerskengetal bijdrage 842 of wordt automatisch berekend voor alle werknemers die behoren tot het toepassingsgebied van de tweede pensioenpijler 7. De bijkomende bonusbijdrage zal worden geïnd vanaf het tweede kwartaal 2014 met retroactief effect tot het eerste kwartaal Deze bijdrage aangegeven met het nieuwe werknemerskengetal bijdrage 844 (zie verder) zal niet automatisch worden berekend. De bonus kan immers worden uitbetaald in de vorm van een forfaitair bedrag of in de vorm van een percentage van de loonmassa. De berekening van het bedrag van de bonusbijdrage moet worden uitgevoerd door de verzender. Een dergelijke berekening door de verzender gebeurt reeds voor de reeds bestaande bijzondere bijdrage bestemd voor de financiering van de sociale zekerheid (werknemerskengetal bijdrage 856). Bijkomende bijdrage Werknemerskengetal bijdragen 844 Type bijdrage 0 Berekeningsbasis bijdrage Blanco of 0 Bijdrage te berekenen door de verzender Bijlage 28: werknemerskengetallen (bijdragen) Het werknemerskengetal bijdragen 844 wordt geïntroduceerd in het tweede kwartaal 2014 met retroactief effect tot het eerste kwartaal Het werknemerskengetal bijdrage 843 betreft aanvullende pensioenregimes op maat van een aantal grote besturen. 7 Met uitzondering van de tewerkstellingslijnen waarbij de waarde 1 (vrijstelling) wordt vermeld in de zone vrijstelling aanvullend pensioenregeling. 15/32

16 Code Omschrijving PPO 844 Bijdrage aanvullend pensioenstelsel contractanten - bonus Code Aanwezig- Werknemerstype Begindatum Einddatum RSZ heidscode geldigheid geldigheid /01/ /01/ Bijzondere bijdrage op stortingen van werkgevers voor de vorming van een buitenwettelijk pensioen De bonus bijdrage aangegeven met werknemerskengetal bijdrage 844 wordt opgenomen in de berekeningsbasis van de volgende bijdragen bijzondere bijdrage op stortingen van werkgevers voor de vorming van een buitenwettelijk pensioen; stortingen in kader van een ondernemingsplan (werknemerskengetal bijdrage 865); de bijzondere aanvullende bijdrage op stortingen van werkgevers voor de vorming van een buitenwettelijk pensioen die een vastgesteld bedrag overschrijden (werknemerskengetal 867) Controles Het werknemerskengetal bijdrage 844 mag enkel worden gebruikt door de werkgevers aangesloten bij het tweede pensioenpijlerregime lokale contractanten (werknemerskengetal bijdrage 842 en 843). Als het werknemerskengetal bijdrage 844 wordt aangegeven door een niet aangesloten werkgever, dan zal de niet-procentuele anomalie (werknemerskengetal bijdrage - onverenigbaarheid werkgever - 2e pensioenpijler) worden gesignaleerd. Het bijdrageblok zal automatisch worden verwijderd. Als er een berekeningsbasis wordt aangegeven en deze berekeningsbasis is verschillend van 0 (zero), dan wordt de niet-procentuele anomalie (berekeningsbasis van bijdrage zone niet van toepassing) gesignaleerd. De aangegeven berekeningsbasis zal automatisch worden vervangen door de waarde 0 (zero). Als de waarde 1 (vrijstelling) wordt in gevuld in de zone vrijstelling aanvullende pensioenregeling en er wordt een bijdrage aangegeven met werknemerskengetal bijdrage 844, dan zal het bijdrageblok worden verwijderd door middel van een systeemcorrectie Administratieve instructies Nieuwigheden. De bijdrage voor de tweede pensioenpijler van contractuele personeelsleden. Voor de contractanten, tewerkgesteld in de Vlaamse welzijnssectoren, kan het bestuur de ter beschikking gestelde middelen van het budget van de VIA 4-akkoorden aanwenden voor het versterken van de tweede pensioenpijler. Basis: Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de socialprofit en non-profitsector in de lokale besturen (= VIA 4) Nieuwigheden. DmfAPPL - het werknemerskengetal bijdragen. Het werknemerskengetal bijdrage 844 wordt vanaf het eerste kwartaal van 2014 ingevoerd voor de bonusbijdrage tweede pensioenpijler contractanten die in het kader van de VIA 4-akkoorden toegekend wordt aan het personeel van de Vlaamse Welzijnssectoren. 16/32

17 4.2.6 Tabel van bijdragevoeten Vanaf het tweede kwartaal van 2014 worden de volgende combinaties met het nieuwe werknemerskengetal 608 (met retroactiviteit tot het eerste kwartaal 2014) aangemaakt: Werkgeverscategorikengetal Werknemers- Type Bijdragepercentage Patronaal Persoonlijk bijdragen bijdragen ,00% 100,00% 0,00% ,00% 100,00% 0,00% ,00% 100,00% 0,00% ,00% 100,00% 0,00% 5 NACE-CODES 5.1 Bijlage 31: NACE-codes De code is een geldige DmfAPPL-code. Code Omschrijving Code RSZPPO Verhuur en exploitatie van terreinen Sociale Maribel RSZPPO Geldig vanaf kwartaal Geldig tot kwartaal Begindatum geldigheid Einddatum geldigheid YES NO 2008/1 9999/4 01/01/ /12/ VALIDATIE VAN WIJZIGENDE AANGIFTE BIJ SIGNIFICANTE DALING VAN BIJDRAGEN - Retroactief effect tot 2005/1 - Momenteel moeten wijzigende aangiften die aanleiding geven tot een bijdragedaling van minstens euro per natuurlijke persoon worden gevalideerd door de RSZPPO. Vanaf het tweede kwartaal 2014 wordt dit drempelbedrag verlaagd tot minstens euro per natuurlijk persoon. 17/32

18 7 BIJDRAGE GEMEENSCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST - Geen retroactief effect Bijdrage voor niet-aangesloten werkgevers Als de bijdrage voor de Gemeenschappelijke Sociale Dienst (werknemerskengetal bijdrage 845, 846 of 847) wordt aangegeven in de aangifte van een werkgever die niet is aangesloten bij de Gemeenschappelijke Sociale Dienst, dan wordt de anomalie (werknemerskengetal bijdrage onverenigbaar met sociale dienst) gesignaleerd. Deze anomalie wordt gecorrigeerd door een automatische verwijdering van de betrokken bijdrage. Deze fout was tot op heden een interne anomalie en werd bijgevolg niet vermeld in de notificatie. Het resultaat van de systeemcorrectie werd wel vermeld in de notificatie van wijziging (DMNO). Deze werkwijze is problematisch voor een aantal sociale secretariaten. Om deze reden wordt de anomalie een externe anomalie vermeld in de notificatie vanaf het tweede kwartaal De fout zal nog steeds automatisch worden gecorrigeerd. Het resultaat van deze systeemcorrectie zal nog steeds worden gecommuniceerd in de notificatie van wijziging. 8 OVERIGE ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES Verduidelijking. Contact met de RSZPPO. De dienst sociale zekerheid hanteert in zijn contact met de provinciale en plaatselijke besturen het SPOC-principe (= Single Point of Contact). De dossierbeheerder is het enige aanspreekpunt voor alle inkomende en uitgaande vragen van de RSZPPO met het bestuur en Nieuwigheden. De vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector. Het stelsel van de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector is van toepassing op de personeelsleden van de lokale politiezones vanaf Wettelijke basis: koninklijk besluit van betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie (B.S ) 18/32

19 en Nieuwigheden. De kunstenaars en de vrijwilligerskunstenaars. De programmawet (I) van versterkte het sociaal statuut van de kunstenaars. Een uitvoeringsbesluit vult de bevoegdheid van de Commissie Kunstenaars bij het toekennen van het visum kunstenaars (aan de kunstenaar die geniet van het sociaal statuut) en de kunstenaarskaart (aan de kunstenaar-vrijwilliger) in. Wettelijke basis: Koninklijk Besluit van tot aanvulling van het sociaal statuut der kunstenaars en tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van een visum kunstenaars en van de kunstenaarskaart (B.S ) 9 OVERIGE AANPASSINGEN VAN TABELLEN 9.1 Doelgroepvermindering herstructurering werknemers minder dan 45 jaar bij indienstneming Vanaf het derde kwartaal van 2013 worden (retroactief) de volgende combinaties voor de verminderingscode 3601 aangemaakt in de tabel van verminderingspercentages WG 981 / VERM 3601 / WN / percentage 29,52% / vermind. percentage 29,52%; WG 982 / VERM 3601 / WN / percentage 29,12% / vermind. percentage 29,12%; WG 981 / VERM 3601 / WN / percentage 22,19% / vermind. percentage 22,19%; WG 982 / VERM 3601 / WN / percentage 22,19% / vermind. percentage 22,19%. 9.2 Dubbel vakantiegeld (privéstelsel) van bijzondere categorieën De volgende combinatie wordt vanaf (retroactief) geschrapt voor de bijzondere bijdrage op het dubbel vakantiegeld (privéstelsel) van de bijzondere categorieën (WN 7XX); WG 958 / WNB 870 / Type bijdagen 0 / totaal 13,07% / patronaal 00,0% / persoonlijk 13,07% 19/32

20 10 BIJLAGEN 10.1 Bijlage 1: tabellen stagiairs met oog op vaste benoeming Tabel van basisbedragen Werknemerskengetallen 109 en 209 Voor de stagiairs met het oog op een vaste benoeming worden de hierna volgende combinaties vanaf het tweede kwartaal 2014 (niet retroactief) geschrapt: WG 951 WN 109 LC x x-83x x WNB 109 WG 951 WN 109 LC x x-83x WNB 845 WG 951 WN 109 LC x x-83x x WNB 846 WG 951 WN 109 LC x x-83x WNB 847 WG 951 WN 109 LC x x-83x x WNB 855 WG 951 WN 109 LC WNB 870 WG 951 WN 109 LC 140 WNB 898 WG 951 WN 109 LC WNB 899 WG 951 WN 109 LC 780 WNB 861 WG 951 WN 109 LC 791 WNB 889 WG 951 WN 109 LC 792 WNB 864 WG 951 WN 109 LC 793 WNB 865 WG 951 WN 209 LC x x-83x x WNB 209 WG 951 WN 209 LC x x-83x WNB 845 WG 951 WN 209 LC x x-83x x WNB 846 WG 951 WN 209 LC x x-83x WNB 847 WG 951 WN 209 LC x x-83x x WNB 855 WG 951 WN 209 LC WNB 870 WG 951 WN 209 LC 140 WNB 898 WG 951 WN 209 LC WNB 899 WG 951 WN 209 LC 780 WNB 861 WG 951 WN 209 LC 791 WNB 889 WG 951 WN 209 LC 792 WNB /32

21 WG 951 WN 209 LC 793 WNB 865 WG 952 WN 109 LC x x-83x x WNB 109 WG 952 WN 109 LC x x-83x WNB 845 WG 952 WN 109 LC x x-83x x WNB 846 WG 952 WN 109 LC x x-83x WNB 847 WG 952 WN 109 LC WNB 870 WG 952 WN 109 LC 140 WNB 898 WG 952 WN 109 LC WNB 899 WG 952 WN 109 LC 780 WNB 861 WG 952 WN 109 LC 791 WNB 889 WG 952 WN 109 LC 792 WNB 864 WG 952 WN 109 LC 793 WNB 865 WG 952 WN 209 LC x x-83x x WNB 209 WG 952 WN 209 LC x x-83x WNB 845 WG 952 WN 209 LC x x-83x x WNB 846 WG 952 WN 209 LC x x-83x WNB 847 WG 952 WN 209 LC WNB 870 WG 952 WN 209 LC 140 WNB 898 WG 952 WN 209 LC WNB 899 WG 952 WN 209 LC 780 WNB 861 WG 952 WN 209 LC 791 WNB 889 WG 952 WN 209 LC 792 WNB 864 WG 952 WN 209 LC 793 WNB 865 WG 981/ WN 109 / LC X X-83X / WNB WG 981/ WN 109 / LC 140 / WNB WG 981/ WN 109 / LC / WNB 899 WG 981/ WN 109 / LC / WNB 870 WG 981/ WN 109 / LC 780 / WNB 861 WG 981/ WN 109 / LC 791 / WNB 889 WG 981/ WN 109 / LC 792 / WNB 864 WG 981/ WN 109 / LC 793 / WNB /32

22 WG 981/ WN 209 / LC X X-83X / WNB WG 981/ WN 209 / LC 140 / WNB WG 981/ WN 209 / LC / WNB 899 WG 981/ WN 209 / LC / WNB 870 WG 981/ WN 209 / LC 780 / WNB 861 WG 981/ WN 209 / LC 791 / WNB 889 WG 981/ WN 209 / LC 792 / WNB 864 WG 981/ WN 209 / LC 793 / WNB 865 WG 982/ WN 109 / LC X X-83X / WNB WG 982/ WN 109 / LC 140 / WNB WG 982/ WN 109 / LC / WNB 899 WG 982/ WN 109 / LC / WNB 870 WG 982/ WN 109 / LC 780 / WNB 861 WG 982/ WN 109 / LC 791 / WNB 889 WG 982/ WN 109 / LC 792 / WNB 864 WG 982/ WN 109 / LC 793 / WNB 865 WG 982/ WN 209 / LC X X-83X / WNB WG 982/ WN 209 / LC 140 / WNB WG 982/ WN 209 / LC / WNB 899 WG 982/ WN 209 / LC / WNB 870 WG 982/ WN 209 / LC 780 / WNB 861 WG 982/ WN 209 / LC 791 / WNB 889 WG 982/ WN 209 / LC 792 / WNB 864 WG 982/ WN 209 / LC 793 / WNB 865 Werknemerskengetal 608 De hierna volgende combinaties worden vanaf het tweede kwartaal 2014 met het nieuwe werknemerskengetal 608 (niet retroactief) ingevoerd: WG 971 WN 608 LC x x-83x WNB 608 WG 971 WN 608 LC x x-83x WNB 845 WG 971 WN 608 LC x x-83x WNB 847 WG 971 WN 608 LC x x-83x WNB 855 WG 971 WN 608 LC X WNB 301 WG 971 WN 608 LC WNB /32

23 WG 971 WN 608 LC 140 WNB 898 WG 971 WN 608 LC x-43x x WNB 899 WG 971 WN 608 LC 780 WNB 861 WG 971 WN 608 LC 791 WNB 889 WG 971 WN 608 LC 792 WNB 864 WG 971 WN 608 LC 793 WNB 865 WG 972 WN 608 LC x x-83x WNB 608 WG 972 WN 608 LC x x-83x WNB 845 WG 972 WN 608 LC x x-83x WNB 847 WG 972 WN 608 LC x x-83x WNB 855 WG 972 WN 608 LC x WNB 302 WG 972 WN 608 LC WNB 870 WG 972 WN 608 LC 140 WNB 898 WG 972 WN 608 LC x-43x x WNB 899 WG 972 WN 608 LC 780 WNB 861 WG 972 WN 608 LC 791 WNB 889 WG 972 WN 608 LC 792 WNB 864 WG 972 WN 608 LC 793 WNB 865 WG 974 WN 608 LC x x-83x WNB 608 WG 974 WN 608 LC x x-83x WNB 845 WG 974 WN 608 LC x x-83x WNB 847 WG 974 WN 608 LC x x-83x WNB 855 WG 974 WN 608 LC x WNB 304 WG 974 WN 608 LC WNB 870 WG 974 WN 608 LC 140 WNB 898 WG 974 WN 608 LC x-43x x WNB 899 WG 974 WN 608 LC 780 WNB 861 WG 974 WN 608 LC 791 WNB 889 WG 974 WN 608 LC 792 WNB 864 WG 974 WN 608 LC 793 WNB 865 WG 975 WN 608 LC x x-83x WNB /32

24 WG 975 WN 608 LC x x-83x WNB 845 WG 975 WN 608 LC x x-83x WNB 847 WG 975 WN 608 LC x x-83x WNB 855 WG 975 WN 608 LC WNB 870 WG 975 WN 608 LC 140 WNB 898 WG 975 WN 608 LC x-43x x WNB 899 WG 975 WN 608 LC 780 WNB 861 WG 975 WN 608 LC 791 WNB 889 WG 975 WN 608 LC 792 WNB 864 WG 975 WN 608 LC 793 WNB 865 WG 976 WN 608 LC x x-83x WNB 608 WG 976 WN 608 LC x x-83x WNB 845 WG 976 WN 608 LC x x-83x WNB 847 WG 976 WN 608 LC x x-83x WNB 855 WG 976 WN 608 LC x WNB 306 WG 976 WN 608 LC WNB 870 WG 976 WN 608 LC 140 WNB 898 WG 976 WN 608 LC x-43x x WNB 899 WG 976 WN 608 LC 780 WNB 861 WG 976 WN 608 LC 791 WNB 889 WG 976 WN 608 LC 792 WNB 864 WG 976 WN 608 LC 793 WNB Tabel van bijdragevoeten Werknemerskengetallen 109 en 209 De volgende combinaties worden vanaf het tweede kwartaal 2014 (niet retroactief) geschrapt voor de stagiairs: WG 951 / WNB / Type bijdagen 0 / totaal 42,33% / patronaal 29,26% / persoonlijk 13,07% WG 952 / WNB / Type bijdagen 0 / totaal 41,93% / patronaal 28,86% / persoonlijk 13,07% WG 981 / WNB / Type bijdagen 0 / totaal 42,67% / patronaal 29,60% / persoonlijk 13,07% WG 982 / WNB / Type bijdagen 0 / totaal 42,27% / patronaal 29,20% / persoonlijk 13,07% 24/32

25 Werknemerskengetal 608 De volgende combinaties worden vanaf het tweede kwartaal 2014 met het nieuwe werknemerskengetal 608 (niet retroactief) aangemaakt: WG 971 / WNB 608 / Type bijdagen 0 / Totaal 19,42% / patronaal 15,87% / persoonlijk 3,55% WG 972 / WNB 608 / Type bijdagen 0 / Totaal 19,42% / patronaal 15,87% / persoonlijk 3,55% WG 974 / WNB 608 / Type bijdagen 0 / Totaal 19,42% / patronaal 15,87% / persoonlijk 3,55% WG 975 / WNB 608 / Type bijdagen 0 / Totaal 19,42% / patronaal 15,87% / persoonlijk 3,55% WG 976 / WNB 608 / Type bijdagen 0 / Totaal 19,42% / patronaal 15,87% / persoonlijk 3,55%. WG 971 / WNB 855 / Type bijdagen 0 / Totaal 1,69% / patronaal 1,69% / persoonlijk 0,00% WG 972 / WNB 855 / Type bijdagen 0 / Totaal 1,69% / patronaal 1,69% / persoonlijk 0,00% WG 974 / WNB 855 / Type bijdagen 0 / Totaal 1,69% / patronaal 1,69% / persoonlijk 0,00% WG 975 / WNB 855 / Type bijdagen 0 / Totaal 1,69% / patronaal 1,69% / persoonlijk 0,00% WG 976 / WNB 855 / Type bijdagen 0 / Totaal 1,69% / patronaal 1,69% / persoonlijk 0,00% Tabel van bijdrageverminderingen Werknemerskengetallen 109 en 209 Vanaf het tweede kwartaal van 2014 worden de volgende combinaties (niet retroactief) geschrapt: WG / VERM 0001 / WN / 13,07 % / 13,07 % WG / VERM 0601 / WN / 13,07 % / 13,07 % WG 951 / VERM 3601 / WN / percentage 29,20% / vermind. percentage 29,20% WG 951 / VERM 3611 / WN / percentage 29,20% / vermind. percentage 29,20% WG 951 / VERM 3800 / WN / percentage 29,20% / vermind. percentage 29,20% WG 952 / VERM 3601 / WN / percentage 28,80% / vermind. percentage 28,80%; WG 952 / VERM 3611 / WN / percentage 28,80% / vermind. percentage 28,80%; WG 952 / VERM 3800 / WN / percentage 28,80% / vermind. percentage 28,80%; WG / VERM 0001 / WN / 13,07 % / 13,07 % WG / VERM 0601 / WN / 13,07 % / 13,07 % WG 981 / VERM 3611 / WN / 29,52% / 29,52% WG 982 / VERM 3611 / WN / 29,12% / 29,12% WG 981 / VERM 3800 / WN / 29,52% / 29,52% WG 982 / VERM 3800 / WN / 29,12% / 29,12% Werknemerskengetal 608 Vanaf het tweede kwartaal van 2014 worden de volgende combinaties met het nieuwe werknemerskengetal 608 (niet retroactief) aangemaakt: WG / VERM 3601 / WN 608 / percentage 15,81% / vermind. percentage 15,81%; WG / VERM 3611 / WN 608 / percentage 15,81% / vermind. percentage 15,81%; WG / VERM 3800 / WN 608 / percentage 15,81% / vermind. percentage 15,81%. 25/32