SOORTENKENNIS PRESENTATIES O43. Toegepaste biologie O43

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SOORTENKENNIS PRESENTATIES O43. Toegepaste biologie O43"

Transcriptie

1 SOORTENKENNIS PRESENTATIES O43 Toegepaste biologie O43

2 CANADEESE POPULIER Foto vorm boom Foto blad

3 KENMERKEN CANADESE POPULIER Soortgroep Hoogte Blad Schors en takken Bloemen Vruchten Grondsoort Bomen Boom kan tot 30m hoog worden Hartvormig, spitse top, 9 tot 14 cm Glad en grijsgroen. Twijgen rond en hoekig Hangende katjes Doosvrucht met 3x1 mm groot zaad. Natte gronden Algemene beschrijving van de plant Goed bestand tegen wind. Grote waterverdampers dus worden vaak gepland in natte gebieden om ze droger te maken.

4 RATELPOPULIER Foto vorm boom Foto blad

5 KENMERKEN RATELPOPULIER Soortgroep Hoogte Blad Schors en takken Bloemen Vruchten Grondsoort Bomen 20 tot 35 meter hoog 3 tot 8 cm ronde bladeren. Getande rand. Glad en geelbruin. Ruitvormige lenticellen. Katje Behaarde doosvrucht met 3x1 mm zaad. Ontwaterde grond. Algemene beschrijving van de plant Komt van nature voor in matig koude streken binnen Europa.

6 BOSWILG Foto vorm boom Foto blad

7 KENMERKEN BOSWILG Soortgroep Hoogte Blad Schors en takken Bloemen Vruchten Grondsoort Algemene beschrijving van de plant Bomen 3 tot 9 meter Eivormig, spitse punt, golvende rand. Grijs tot zwartbruine schors met brede groeven. Katjes met behaarde schutbladen (bloemen hebben 1 honingklier) tweekleppige doosvrucht. Zaden hebben een haarkuif matig voedselrijke, vrij droge tot matig vochtige, lichte grond (zand, leem en löss). Komt voor in koude en gematigde gebieden in Europa en Azië. Ingeburgerd in een klein deel van Noord-Amerika.

8 SCHIETWILG Foto vorm boom Foto blad

9 KENMERKEN SCHIETWILG Soortgroep Hoogte Blad Schors en takken Bloemen Vruchten Grondsoort Bomen 6 tot 25 meter hoog Zilver behaard, verspreid staande bladeren gegroefd en grijs van kleur slanke, ronde katjes zijn ongeveer 5 cm lang Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (>5jr) vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. Algemene beschrijving van de plant In de bast van de wilg zit salicylzuur, een grondstof van aspirine.

10 GRAUWE ABEEL Foto vorm boom Foto blad

11 KENMERKEN GRAUWE ABEEL Soortgroep Hoogte Blad Schors en takken Bloemen Vruchten Grondsoort Algemene beschrijving van de plant Bomen 20 tot 30 meter afgerond driehoekig tot rondachtig en grof, ondiep en onregelmatig getand gladde schors is grijs of wit met donkere groeven. katjes zijn iets langer en hariger dan die van Witte abeel. De katjesschubben zijn onregelmatig getand, diep ingesneden en gewimperd. Een doosvrucht. Tweezaadlobbig Zeeduinen, bossen, struwelen Komt voor in West-, Midden- en Zuid-Europa.

12 HOOFDFOTO DOUGLASSPAR

13 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Pseudotsuga menziesii Bossen met humusrijke lemige grond Tot 40m hoog, in Noord-Amerika soms tot 100m. De schors is bij jonge bomen grijsgroen, bij oude bomen roodbruin en kurkachtig. Naalden staan dicht opeen 2-4 cm, spits en van boven glanzig. Eenslachte bloemen, mannelijke geel, vrouwelijke rood. Kegel, hangend roodbruin van 5-15 cm. Extra foto s

14 HOOFDFOTO FIJNSPAR

15 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Picea abies Bossen met vochtige oligotroof grond Kan tot 50 meter hoog worden en is eenhuizig. De schors is glad en roodachtig bruin van kleur. Met het ouder worden wordt de schors donker paarsachtig. Naalden zijn dondergroen, stijf en scherp gepunt 1 tot 2,5cm lang. Mannelijke kegels (april-mei) zijn hangend en 1,5-3 cm Vrouwelijke kegels (nov-dec) zijn hangend en cm

16 HOOFDFOTO GROVE DEN

17 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Pinus sylvestris Droge voedselarme grond, heide of bos. Kan tot 40 meter hoog worden en is eenhuizig. De afschilferende schors is roodbruin, maar onderaan donkerbruin. Naalden groeien in paren en zijn 3-7 cm lang. Onder zijn ze grijsgroen, Boven donergroen. Hangende kegels worden tot 7 cm lang Extra foto s

18 HOOFDFOTO CORSICAANSE DEN

19 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Pinus nigra Kan tot 35 meter hoog worden Grijs-roze tot donkerbruine geschuurde bast Naalden van 12 tot 18 cm lang Kleine kegeltjes met bollig schubben Extra foto s

20 HEIDEHAANTJE HOOFDFOTO Mannetje Vrouwtje

21 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Lochmaea suturalis Heide 6 mm groot en is bruinachtige van kleur. De kop is zwart en over de bovenkant van het borststuk loopt een zwarte streep. Het heeft 6 donkergekleurde poten en twee zwartrode antennen. De larven zijn geengroen. Extra foto s

22 DENNENMOORDER Bovenzijde Onderzijde

23 DENNENMOORDER (HETEROBASIDION ANNOSUM) Soortgroep Leeft op: Buisjes of plaatjes: Afmetingen: Wat breekt de paddenstoel af? Algemene informatie: Familie: Bondarzewiaceae Naaldbomen (sparren, douglassparren, lariksen en dennen). Soms ook op loofbomen. Kan ook op dood hout voorkomen. Buisjes Lengte: 5-15 cm Breedte: 3-10 cm Dikte: tot 3 cm Lignine (chemische stof in de celwand) en cellulose. Infectie vindt meestal plaats via wortels van besmette bomen die in aanraking komen met gezonde bomen. Ook kunnen de sporen makkelijk binnen dringen via de stobben van omgezaagde bomen. Voordat de paddenstoel begint te groeien, komt er eerst een streperige violette tot grijze verkleuring, later een roodverkleuring.

24 PLATTE TONDERZWAM Bovenzijde Onderzijde

25 PLATTE TONDERZWAM (GANODERMA APPLANATUM OF GANODERMA LIPSIENSE) Soortgroep Leeft op: Buisjes of plaatjes: Afmetingen: Wat breekt de paddenstoel af? Algemene informatie: Familie: Ganodermataceae Stammen, stronken en stobben van loofbomen, soms op naaldbomen. Als de boom is gestorven leeft de zwam verder als saprofyt (dus op dood hout voorkomend). Buisjes Lengte: cm Breedte: 5-30 cm Dikte: 2-10 cm Cellulose en lignine (chemische stof in de celwand). De Tepelgalvlieg (Agathomyia wankowiczi) legt haar eieren aan de onderzijde in het hymenium (fertiele gedeelte van een paddenstoel, waarin of waarop zich de voortplantingsorganen en vervolgens de sporen van de paddenstoel ontwikkelen). De larven komen door de centrale opening van de tepelvormige gal naar buiten, verpoppen zich en vliegen uit.

26 TEPELGALVLIEG (AGATHOMYIA WANKOWICZI)

27 MANNAGRAS (GLYCERIA FLUITANS)

28 MANNAGRAS (GLYCERIA FLUITANS) Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Algemene beschrijving van de plant Familie: Poaceae (grassenfamilie) Onderfamilie: Pooideae cm Grijs/gras groen, 0,5 tot 1 cm breed. Tweeslachtig, pluim Pluim is vertakt, 1,2 of 3 zijtakken, 1 tot 4 aartjes per zijtak Mei, juni, juli en augustus In het water heeft Mannagras vaak vlottende stengels met voor een deel drijvende bladeren. Graanvrucht Zonnige of soms licht beschaduwd, natte, voedselrijke tot zeer voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond en in ondiep, voedselrijk tot zeer voedselrijk, stilstaand of stromend water (allerlei grondsoorten).

29 VOORKOMEN MANNAGRAS

30 ROOD ZWENKGRAS (FESTUCA RUBRA)

31 Soortgroep Groeihoogte Blad ROOD ZWENKGRAS (FESTUCA RUBRA) Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Familie: Poaceae (Grassenfamilie) Onderfamilie: Pooideae 10 tot 100 cm De onderste bladeren zijn borstelvormig, 0,5 tot 1 mm breed en samengevouwen. De stengelbladeren zijn vlak, 1 tot 6 mm breed. Bladschede is meestal behaard en kokervormig. Tweeslachtig, bloempluim. Rechtopstaande bloempluim, 6 tot 15 centimeter lang, schuin omhoog staande takken. Aartjes zijn 0,7 tot 1 cm lang en bevatten 4 tot 6 bloemen. Deze zijn paarsrood of geelbruin. De onderste zij-as van de pluim is ongeveer half zo lang als de pluim. Mei, juni, juli augustus. Rood zwenkgras vormt brede pollen of matten. Graanvrucht. De vruchten en het vruchtbeginsel zijn kaal aan de top. Over het algemeen op alle grondsoorten. Zonnig of soms licht beschaduwd, open tot grazige plaatsen, droog tot vrij nat, matig voedselarm tot matig voedselrijk.

32 VOORKOMEN ROOD ZWENKGRAS

33 SCHADUWGRAS (POA NEMORALIS)

34 SCHADUWGRAS (POA NEMORALIS) Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Familie: Poaceae (Grassenfamilie) Onderfamilie: Pooideae 30 tot 90 cm. Dofgroen hoogstens 2,5 mm breed en naar de top geleidelijk toegespitst. Aan de voet staan ze niet waaierachtig uit. De hogere stengelbladeren staan naar alle kanten af. Tweeslachtig, bloempluim. De bloempluim bevat weinig bloemen en hangt meestal over. De pluim is 5 tot 10 cm lang. De aartjes bevatten 1 tot 6 bloemen, meestal zijn het er 2. Juni, juli, augustus en september. Vaak ligt de voet van een deel van de stengels op de grond en is vertakt. Schaduwgras vormt losse tot vrij dichte pollen Graanvrucht. Meestal licht beschaduwde plaatsen, matig droog tot vochtig, matig voedselrijk, zwak zure tot neutrale, soms kalkhoudende, losse bosgrond.

35 VOORKOMEN SCHADUWGRAS

36 PERZIKKRUID

37 KENMERKEN PERZIKKRUID 1 Soortgroep Beschrijving Afmeting: Levensduur: Bloeimaanden: Wortels: Stengels: Bladeren: Bloemen: Duizendknoop familie 20 cm 1 meter Eenjarig Juni tot oktober Tot 50 cm Opstijgend, rechtopstaande of soms liggende stengels zijn meestal vertakt. De langwerpige bladeren zijn naar de voet versmald. Ze hebben een vrij spitse top, een gegolfde rand, een korte steel en zonder klierharen. Op de bladeren zie je een grote, donkere, ongeveer halvemaanvormige vlek. Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De roze of soms witte bloemen groeien in korte, dichtbloemige, trosvormige schijnaren, die niet onderbroken worden. Ze zijn rolrond, vrij dik, breder dan 5 mm en in de vruchttijd ongeveer 2 keer zo lang als breed.

38 KENMERKEN PERZIKKRUID 2 Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De dopvruchten zijn driekantig en de zaden zijn glanzend zwart. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). Biotoop Bodem: Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op matig droge tot vochtige, voedselrijke, omgewerkte en vaak kalkarme grond (de meeste grondsoorten). Groeiplaatsen: Akkers (hakvruchtakkers), tuinen, moestuinen, langs spoorwegen, ruderale plaatsen, braakliggende grond, bermen (omgewerkte plaatsen), plantsoenen, waterkanten (droogvallende greppels en open plekken).

39 HOOFDFOTO GEWOON VARKENSGRAS

40 KENMERKEN GEWOON VARKENSGRAS 1 Soortgroep Beschrijving: Afmeting: cm. Levensduur: Bloeimaanden: Wortels: Stengels: Bladeren: Duizendknoop familie 5cm 1m Eenjarig Mei november cm De meestal liggende tot opstijgende, zelden rechtop staande stengels (niet hoger dan 40 cm) zijn dof donkergroen, vaak rood aangelopen en donker gestreept. Ze vertakken zich en vormen een mat van in een kring uitgespreide stengels (soms wel meer dan één vierkante meter). De stengels krijgen echter geen nieuwe wortels. De bladen zijn meestal niet langer dan 2 cm (zelden tot 4 cm). Ze hebben een korte bladsteel. Jonge, rechtopstaande planten hebben vrij grote, omgekeerd eironde bladen. Plat op de grond liggende matten hebben vaak kleine, langwerpige blaadjes.

41 KENMERKEN GEWOON VARKENSGRAS 2 Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande of met twee tot zes bij elkaar staande bloemen groeien in de bladoksels of naar het einde van de stengel in losse bebladerde aren. Ze zijn groen of roze met een witte rand (tot 0,4 mm). Meestal zijn er vijf bloembladen (2-3 mm). Het bloemdek is alleen aan de voet vergroeid. Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De dopvruchten zijn 2-3½ mm lang en steken niet of nauwelijks uit het vruchtdek. Ze zijn mat of weinig glanzend. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

42 KENMERKEN GEWOON VARKENSGRAS 3 Biotoop Bodem: Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op vrij droge tot vochtige, voedselrijke, vaak betreden grond (van fijn grind tot zware klei en ook op zandig of kleiig laagveen). Groeiplaatsen: Tredplaatsen, braakliggende grond, zeekusten (op vloedmerk), wegkanten, greppels, braakliggende akkers, tussen straatstenen, parkeerplaatsen, goten, afgravingen (open plaatsen), speelvelden en op wegen en voetpaden.

43 HOOFDFOTO JAPANSE DUIZENDKNOOP

44 KENMERKEN JAPANSE DUIZENDKNOOP 1 Soortgroep Beschrijving: Afmeting: Levensduur: Bloeimaanden: Wortels: Stengels: Bladeren: Bloemen: Duizendknoop familie 1 3 meter Overblijvend Augustus en September De zich vertakkende wortelstokken zijn lang en dik en vormen vele uitlopers. Soort woekert sterk. De forse, rechtopstaande stengels zijn, buisvorming, blauwgroen of vaak roodachtig en bovenaan vertakt De gesteelde, breed eirond-driehoekige bladeren zijn iets leerachtig. De bovenste bladen zijn 5-12 cm. Tweeslachtig. De smalle pluimen zijn bebladerd. Ze groeien in de bovenste bladoksel. De bloemen zijn wit. Drie op de kiel gevleugelde bloemdekslippen omgeven de twee andere. De bloeiwijze-as is begroeid met korte één- of tweecellige haren. De tuitjes in de bloeiwijze zijn vrijwel kaal en afgerond of kort toegespitst.

45 KENMERKEN JAPANSE DUIZENDKNOOP 2 Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De glanzende zaden zijn zwart. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). Biotoop Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige, voedselrijke grond (zand, leem en zavel). Groeiplaatsen: Bosranden, bossen (loofbossen, bronbossen, beekbossen, parkbossen en landgoedbossen), langs spoorwegen (spoordijken en spoorbermen), braakliggende grond, grazige dijken, waterkanten (sloten, beken, kanalen en rivieren), bermen, tuinen, ruigten (humeuze ruigten), ruderale plaatsen, afgravingen (zandgroeven) en industrieterreinen.

46 HOOFDFOTO PARNASSIA

47 KENMERKEN PARNASSIA 1 Soortgroep Beschrijving: Afmeting: Levensduur: Bloeimaanden: Wortels: Stengels: Bladeren: Bloemen: Vruchten: Parnassiafamilie 15 tot 30 cm Overblijvend Juni tot oktober Worteldiepte 10 tot 20 cm De rechtopstaande stengels zijn kantig. De bloeistengels zijn geribd. De plant vormt polletjes De lang gesteelde bladeren zijn eirond/hartvormig. Der is 1 zittend, stengelomvattend stengelblad. Tweeslachtig. De alleenstaande, 1 ½ tot 3 12 cm grote bloemen zijn wit met groenige aderen. De 5 kroonbladeren zijn eirond, de 5 vruchtbare meeldraden zijn wit en de 5 onvruchtbare meeldraden zijn geelgroen. Doosvrucht. De vrucht gaat met 4 kleppen open. Stoffijne zaden. De zaden zijn zeer kortlevend. Tweezaadlobbig.

48 KENMERKEN PARNASSIA 2 Biotoop Bodem: Zonnige, open tot grazige, vochtige tot natte, soms wat drogere, voedselarme, zwak zure tot meestal kalkrijke, onbemeste grond (zand, leem, zavel, mergel, laagveen en stenige plaatsen). Groeiplaatsen: Zeeduinen (duinvalleien, gemaaid duingrasland en langs strandvlakte), zandplaten in afgesloten zeearmen, grasland (blauwgrasland, hooiland en soms in vrij droog kalkgrasland), heide (venige of lemige plekken), moerassen (kalkmoerassen, trilvenen, kleine verlandende veenplassen en bronvenen), puinhellingen en kwelgebieden langs beken.

49 ZEVENBLAD

50 KENMERKEN ZEVENBLAD 1 Soortgroep Beschrijving: Afmeting: Levensduur: Bloeimaanden: Wortels: Stengels: Bladeren: Schermbloemen familie cm Overblijvend Juni en juli Wortelstok met ondergrondse uitlopers tot 50 cm diep De holle stengels zijn kaal tot weinig behaard. Is 3-kantig en gevuld met merg. De onderste bladeren zijn ruitvormig tot dubbel 3-tallig met langwerpige of eirond, getande slippen. De stengelbladeren zijn kleiner en staan op korte, opgeblazen stelen. De bladeren bestaan uit een 3-tallig topblaadje en twee 2- tallige zijblaadjes. (samen 7)

51 KENMERKEN ZEVENBLAD 2 Bloemen: Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemschermen zijn 2 tot 6 cm breed en bestaan uit 10 tot 20 stralen. Het omwindsel ontbreekt meestal. De bloemen zijn wit of soms roze en 2 tot 3 mm groot. De randbloemen zijn stralend. Als de bloemen nog in de knop zitten zijn ze vaak rozeachtig. Vruchten: Een splitvrucht. De vruchten zijn eivormig met smalle ribben en 3 tot 4 mm lang. De deelvruchten zijn rond. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

52 KENMERKEN ZEVENBLAD 3 Biotoop Bodem: Half beschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en soms veen). Groeiplaatsen: Bossen (beek- en rivierdalbossen en parkbossen), bosranden, heggen (voedselrijke zomen), aan de voet van beschaduwde hellingen, plantsoenen, waterkanten (beekoeverwallen en zandige slootkanten), tuinen, braakliggende grond, bermen en ruigten.

53 DE DUIZENDKNOOP FAMILIE De d u i z e n d k n o o p f a m i l i e ( P o l y g o n a c e a e ) i s e e n f a m i l i e v a n t w e e z a a d l o b b i g e p l a n t e n. H e t z i j n m e e s t a l k r u i d e n, m a a r o o k s t r u i k e n, b o m e n e n l i a n e n. D e f a m i l i e k o m t w e r e l d w i j d v o o r, m e t n a d r u k o p g e m a t i g d e s t r e k e n. D e b e k e n d s t e p r o d u c t e n z i j n b o e k w e i t e n r a b a r b e r ; a n d e r e v e r t e g e n w o o r d i g e r s z i j n b e k e n d a l s o n k r u i d e n o f a l s s i e r p l a n t. N a a s t P e r z i k k r u i d e n d e J a p a n s e d u i z e n d k n o o p z i j n e r n o g e e n a a n t a l s o o r t e n d i e t o t d e z e f a m i l i e h o r e n, n a m e l i j k : S t r a n d d r u i f ( C o c c o l o b a u v i f e r a ) B o e k w e i t ( F a g o p y r u m e s c u l e n t u m ) F r a n s e b o e k w e i t ( F a g o p y r u m t a t a r i c u m ) C h i n e s e b r u i d s s l u i e r ( F a l l o p i a b a l d s c h u a n i c a ) H e g g e n d u i z e n d k n o o p ( F a l l o p i a d u m e t o r u m ) Z w a l u w t o n g ( F a l l o p i a c o n v o l v u l u s ) V e e n w o r t e l ( P e r s i c a r i a a m p h i b i a ) A d d e r w o r t e l ( P e r s i c a r i a b i s t o r t a ) B e k l i e r d e d u i z e n d k n o o p ( P e r s i c a r i a l a p a t h i f o l i a ) K l e i n e d u i z e n d k n o o p ( P e r s i c a r i a m i n o r ) R a b a r b e r ( R h e u m r h a b a r b a r u m ) G e w o o n v a r k e n s g r a s ( P o l y g o n u m a v i c u l a r e ) W a t e r p e p e r ( P o l y g o n u m h y d r o p i p e r ) K n o l d u i z e n d k n o o p ( P o l y g o n u m v i v i p a r u m ) V e l d z u r i n g ( R u m e x a c e t o s a ) S c h a p e n z u r i n g ( R u m e x a c e t o s e l l a ) P a a r d e n z u r i n g ( R u m e x a q u a t i c u s ) K l u w e n z u r i n g ( R u m e x c o n g l o m e r a t u s ) K r u l z u r i n g ( R u m e x c r i s p u s ) W a t e r z u r i n g ( R u m e x h y d r o l a p a t h u m ) G o u d z u r i n g ( R u m e x m a r i t i m u s ) R i d d e r z u r i n g ( R u m e x o b t u s i f o l i u s ) M o e r a s z u r i n g ( R u m e x p a l u s t r i s ) B l o e d z u r i n g ( R u m e x s a n g u i n e u s ) S p a a n s e z u r i n g ( R u m e x s c u t a t u s ) G e o o r d e z u r i n g ( R u m e x t h y r s i f l o r u s ) B e r m z u r i n g ( R u m e x p r a t e n s i s )

54 BOCHTIGE SMELE Foto gehele plant detail foto

55 KENMERKEN BOCHTIGE SMELE Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Overige informatie Grassenfamilie, Poaceae (Gramineae) cm Borstelvormige bladeren Tweeslachtig aar Juni en juli. De stengels worden, op zonnige plaatsen, na de bloei rood. Graanvrucht (eenzaadlobbig) Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen, zandige grond, zwak zure tot zure grond

56 GESTREEPTE WITBOL Foto gehele plant detail foto

57 KENMERKEN GESTREEPTE WITBOL Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Overige informatie Grassenfamilie, Poaceae (Gramineae) cm. Grijsgroen lijnvormig blad tweeslachtig aar Mei t/m september Zacht behaard Graanvrucht, langlevend (>5), eenzaadlobbig Grazige tot open plaatsen met veel zonlicht matig droge tot natte grond

58 IJLE DRAVIK Foto gehele plant detail foto

59 KENMERKEN IJLE DRAVIK Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Grassenfamilie, Poaceae (Gramineae) cm Behaard 3-5 mm breed tweeslachtig aar Mei en juni. Bovenaan kaal Graanvrucht, kortlevig (<1), eenzaadlobbig Zonnige open plaatsen, Overige informatie

60 KRUIPERTJE Foto gehele plant detail foto

61 KENMERKEN KRUIPERTJE Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Overige informatie Grassenfamilie, Poaceae (Gramineae) cm. Onbehaard, einde van het blad vaak bruinig tweeslachtig aar Juni t/m september onbehaard Graanvrucht. Eenzaadlobbig Zonnige plaatsen pioniersplant

62 KWEEK Foto gehele plant detail foto

63 KENMERKEN KWEEK Soortgroep Groeihoogte Blad Bloem Bloeiwijze Bloeitijd Stengel Zaad/vrucht Standplaats Grassenfamilie, Poaceae (Gramineae) cm. Kaal tot dichtbehaard tweeslachtig Aar Juni t/m augustus Rechtopstaand. Soms raadachtig van kleur Graanvrucht. Kortlevend (<1) eenzaadlobbig Zonnige open plaatsen droge tot natte grond Overige informatie

64 GEEL NAGELKRUID

65 KENMERKEN GEELNAGELKRUID Familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Rozenfamilie Bossen, parken, waterkant, houtwallen Bladstand: rozet, verspreid Bladvorm: handvormig, oneven geveerd Bladrand: gezaagd Bloeiwijze: alleenstaande bloem Extra foto s

66 GROTE PIMPERNEL

67 KENMERKEN GROTE PIMPERNEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Familie: Rozenfamilie, Rosaceae Waterkant, grasland (matig voedselrijk) Bladstand: rozet Bladvorm: geveerd Bladrand: getand Vrucht: eenzadige dopvrucht/nootje Extra foto s

68 KLEINE PIMPERNEL

69 KENMERKEN KLEINE PIMPERNEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Familie: Rozenfamilie Zee duinen, grasland, hoge delen van uiterwaarden Kalkrijk, humusarm Bloeiwijze: aar Stengel: behaard Bladstand: verspreid Bladvorm: enkel geveerd Bladrand: gelobd Vrucht: steenvrucht Extra foto s

70 HOOFDFOTO VIJFVINGERKRUID

71 KENMERKEN VIJFVINGERKRUID Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Familie:Rozenfamilie Graslanden, bermen, dijken, Bloemkleur: geel Bloeiwijze: alleenstaande bloem Bladstand: verspreid Bladvorm: handvormig(vijftallig) Bladrand: gezaagd Zaden; dopvrucht Extra foto s

72 HOOFDFOTO MOERASSPIREA

73 KENMERKEN MOERASSPIREA Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Familie: Rozenfamilie, Rosaceae Waterkanten, moerassen, grasland(vochtige-natte bodem) Bloemkleur: wit Bloeiwijze: tuil Bladstand: verspreid Bladvorm: afgebroken geveerd Bladrand: gezaagd Vrucht: kokervrucht Extra foto s

74 GELE PLOMP (NUPHAR LUTEA)

75 Soortgroep Waterleliefamilie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken plassen, rivierarmen, rivieroevers met een waterdiepte tot maximaal zo'n 3 meter. Voedselrijk, zuurstof arm. - Gele bloem - Eliptische bladvorm Extra foto s

76 ZWARTE STERN

77 Soortgroep Sterns Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken - Intergetijdenzone, kust, moeras, plassen - 20 tot 25 cm groot. -Grootste deel donkerlei grijs, bovenste deel as grijs. - onderkant staart is wit Extra foto s

78 KOKMEEUW

79 Soortgroep Meeuwen Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Duinen kust, oevers, plassen, rivieren, strand, wad, weilanden (uitgestrekt) en zee Bovenkant lichtgrijs onderkant wit Zomer: Zwarte kop. Winter: Zwarte punt op zijkant kop.

80 ZILVERMEEUW

81 Soortgroep Meeuwen Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Duinen, graslanden, intergetijdenzone, kust, stedelijk gebied, strand, wad, zee - Gele snavel met rode vlek. - Witte kop, staart en onder lichaam. - Grijze vleugels en rug.

82 KLEINE MANTELMEEUW

83 Soortgroep Meeuwen Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Akkers, duinen, kust, stedelijk gebied, weilanden (uitgestrekt), zee -Hagelwitte kop - Donker grijze mantel met zwarte vleugelpunten. - Gele ogen. - Gele snavel met rode vlek

84 JENEVERBES

85 KENMERKEN JENEVERBES Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Cypresfamilie, Cupressaceae - Juniperus, Jeneverbes Stuifzand, heide, zeeduinen, bossen Zeskantige takken, groene naalden 1-2 cm lang Vanaf de voet vertakte stam kan breed uit groeien maar ook zuilvormig Extra foto s Naaktzadig ronde bessen 5-9mm in het 2 e jaar worden ze rijp en worden ze blauw.

86 TAXUS

87 KENMERKEN TAXUS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Taxusfamilie, Taxaceae - Taxus Bossen, struwelen, heggen, waterkanten, rotsen, steile stenige hellingen, begraafplaatsen Piramidevormige boom, vanaf de voet vertakt. Roodbruine schilferende schors. 1-1,5cm naalden, glanzend donker groen. De zaden zijn zeer giftig, het vruchtvlees niet. Extra foto s

88 HAAGWINDE

89 KENMERKEN HAAGWINDE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Windefamilie, Convolvulaceae - Convolvulus, Winde Moerassen, waterkanten, heggen, bosrand De stengels winden zich om andere planten of voorwerpen. Weinig of niet vertakt. Driehoekig-eironde bladeren pijlvormig Wortelstok Extra foto s Witte bloemen, zelden roze

90 GOUDVEIL

91 KENMERKEN GOUDVEIL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Steenbreekfamilie, Saxifragaceae - Chrysosplenium, Goudveil Bossen, waterkanten Kruipende stengels, zwak behaard, sterk vertakt. Blaadjes rondachtig, stom getand. Geel groene kleur Extra foto s

92 SMEERWORTEL

93 KENMERKEN SMEERWORTEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Ruwbladigenfamilie, Boraginaceae - Symphytum, Smeerwortel Waterkanten, bossen, bermen Penwortel Rechtopstaande stengels, borstelig behaard Onderste bladeren zijn eirond. Bovenste bladeren langwerpig Alleen onderste bladeren hebben een steeltje. Knikkende bloemen, paars of wit, klokvormig

94 EENSTIJLIGE MEIDOORN

95 BLOEM & BLAD

96 TAK

97 VRUCHT

98 EENSTIJLIGE MEIDOORN Soortgroep Tweezaadlobbigen (bloemplant) Hoofd-biotoop Struwelen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 1,80-4,50m Bloemkleur: wit Type vrucht: pitvrucht Kleur van de vrucht: rood, roze Geslachtsverdeling: tweeslachtig Extra foto s

99 VOORKOMEN EENSTIJLIGE MEIDOORN

100 SLEEDOORN

101 BLOEM & BLAD

102 TAK

103 VRUCHT

104 SLEEDOORN Soortgroep Hoofd-biotoop Tweezaadlobbigen (bloemplanten) Struwelen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 1,50-3,00 m Bloemkleur: wit Type vrucht: steenvrucht Kleur van de vrucht: blauw Geslachtsverdeling: tweeslachting Extra foto s

105 VOORKOMEN SLEEDOORN

106 ZOETE KERS

107 BLOEM & BLAD

108 STAM

109 VRUCHT

110 KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Tweezaadlobbigen (bloemplanten) Droge, voedselrijke bossen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 3,00-20,00 m Bloemkleur: wit Type vrucht: steenvrucht Kleur van de vrucht: rood, roze Geslachtsverdeling: tweeslachtig Extra foto s

111 VOORKOMEN ZOETE KERS

112 WILDE LIJSTERBES

113 BLOEM & BLAD

114 WILDE LIJSTERBES BLOEI

115 VRUCHT

116 WILDE LIJSTERBES Soortgroep Hoofd-biotoop Tweezaadlobbigen (bloemplanten) Bossen op droge, zure grond Uiterlijke kenmerken Hoogte: 3,00-9,00 m Bloemkleur: wit Type vrucht: pitvrucht Kleur van de vrucht: rood, roze Geslachtsverdeling: tweeslachting Extra foto s

117 VOORKOMEN WILDE LIJSTERBES

118 GEWONE ES

119 BLAD

120 VRUCHT

121 TAK & KNOPJES

122 GEWONE ES Soortgroep Tweezaadlobbigen (bloemplanten) Hoofd-biotoop Natte bossen Uiterlijke kenmerken Hoogte: tot 40,00 m Type vrucht: eenzadige dopvrucht of noot Geslachtsverdeling: tweeslachting Extra foto s

123 VOORKOMEN GEWONE ES

124 VERGELIJKING HOOFDFOTO Eenstijlige meidoorn sleedoorn Wilde lijsterbes Zoete kers Gewone es

125 HOOFDFOTO WEGEDOORN

126 KENMERKEN WEGEDOORN Familie Wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Wegedoornfamilie, Rhamnaceae Rhamnus cathartica Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende of leemhoudende, humeuze grond (zand, leem en mergel). Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: Dun, recht, bruin en kruisgewijs in paren Bladeren: veernervig Tegenoverstaande bladeren fijngezaagd Steenvrucht: bessen(6-8mm) eerst groen dan zwart Vaak lopen de tweejarige takken in een slanke doorn uit met aan beide kanten 2 jongere takken. Extra foto s

127 VLINDERSTRUIK

128 KENMERKEN VLINDERSTRUIK Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Helmkruidfamilie, Scrophulariaceae Buddleja davidii Zonnige, warme plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, stenige grond (ook op grof zand en fijn grind). Het meest in stedelijke gebieden. Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: hoekig en donzig Bladeren: langwerpig, groen/grijsgroen donzige onderkant veernervig Bloemen: dichte, aan de voet onderbroken, smalle, pluimvormige bloeiwijze van 20 tot 30 cm lang. Zoete geur, 1 cm lang trompetvorm Extra foto s

129 HOOFDFOTO WILDE KARDINAALSMUTS

130 KENMERKEN WILDE KARDINAALSMUTS Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kardinaalsmutsfamilie, Celastraceae Euonymus europaeus Zonnige tot matig beschaduwde plaatsen op droge, soms wat vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basische, kalkhoudende grond (leem, zand en mergel). Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: donkergroen, hoekig zijtakken kruisgewijs Bladeren: langwerpig(3-10 cm) ondiep gekarteld kort steeltje Vrucht: doosvrucht, vierkant,4 hokkig(1 zaad per hok), roze-rood Extra foto s

131 HOOFDFOTO WALNOOT(OKKERNOOT)

132 KENMERKEN WALNOOT(OKKERNOOT) Familie geslacht wetenschappenlijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Okkernootfamilie, Juglandaceae Juglans, Walnoot Juglans regia Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochthoudende, goed doorluchte, vrij voedselrijke, kalkhoudende grond. Grootte: tot 30 meter Stam: brede bolvormige kroon, stam eerst klad en later grijs met diepe groeven Takken: onderste takken groot en bochtig hoger hetzelfde maar kleiner Bladeren: 7 tot 9 deelbladeren tot 15 cm lang veernervig onderkant van de nerven behaard Vrucht: steenvrucht Extra foto s

133 HOOFDFOTO GAGEL(WILDE GAGEL)

134 KENMERKEN GAGEL(WILDE GAGEL) Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Gagelfamilie, Myricaceae Myrica gale Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselarme, zwak zure tot zure, venige grond (veen, zand en leem). Grootte: 60 cm tot 1½ meter Takken: roodbruin Bladeren: sterkgeurend, 2 tot 5 cm dof grijsgroen langwerpig veernervig Bloemen: katjes met schubben, zijn er voor de bladeren. Extra foto s

135 HOOFDFOTO WEGEDOORN

136 KENMERKEN WEGEDOORN Familie Wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Wegedoornfamilie, Rhamnaceae Rhamnus cathartica Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende of leemhoudende, humeuze grond (zand, leem en mergel). Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: Dun, recht, bruin en kruisgewijs in paren Bladeren: veernervig Tegenoverstaande bladeren fijngezaagd Steenvrucht: bessen(6-8mm) eerst groen dan zwart Vaak lopen de tweejarige takken in een slanke doorn uit met aan beide kanten 2 jongere takken. Extra foto s

137 VLINDERSTRUIK

138 KENMERKEN VLINDERSTRUIK Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Helmkruidfamilie, Scrophulariaceae Buddleja davidii Zonnige, warme plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselrijke, stenige grond (ook op grof zand en fijn grind). Het meest in stedelijke gebieden. Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: hoekig en donzig Bladeren: langwerpig, groen/grijsgroen donzige onderkant veernervig Bloemen: dichte, aan de voet onderbroken, smalle, pluimvormige bloeiwijze van 20 tot 30 cm lang. Zoete geur, 1 cm lang trompetvorm Extra foto s

139 HOOFDFOTO WILDE KARDINAALSMUTS

140 KENMERKEN WILDE KARDINAALSMUTS Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kardinaalsmutsfamilie, Celastraceae Euonymus europaeus Zonnige tot matig beschaduwde plaatsen op droge, soms wat vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basische, kalkhoudende grond (leem, zand en mergel). Grootte: 1½ tot 6 meter Takken: donkergroen, hoekig zijtakken kruisgewijs Bladeren: langwerpig(3-10 cm) ondiep gekarteld kort steeltje Vrucht: doosvrucht, vierkant,4 hokkig(1 zaad per hok), roze-rood Extra foto s

141 HOOFDFOTO WALNOOT(OKKERNOOT)

142 KENMERKEN WALNOOT(OKKERNOOT) Familie geslacht wetenschappenlijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Okkernootfamilie, Juglandaceae Juglans, Walnoot Juglans regia Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochthoudende, goed doorluchte, vrij voedselrijke, kalkhoudende grond. Grootte: tot 30 meter Stam: brede bolvormige kroon, stam eerst klad en later grijs met diepe groeven Takken: onderste takken groot en bochtig hoger hetzelfde maar kleiner Bladeren: 7 tot 9 deelbladeren tot 15 cm lang veernervig onderkant van de nerven behaard Vrucht: steenvrucht Extra foto s

143 HOOFDFOTO GAGEL(WILDE GAGEL)

144 KENMERKEN GAGEL(WILDE GAGEL) Familie wetenschappelijk Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Gagelfamilie, Myricaceae Myrica gale Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselarme, zwak zure tot zure, venige grond (veen, zand en leem). Grootte: 60 cm tot 1½ meter Takken: roodbruin Bladeren: sterkgeurend, 2 tot 5 cm dof grijsgroen langwerpig veernervig Bloemen: katjes met schubben, zijn er voor de bladeren. Extra foto s

145 EEKHOORNTJESBROOD (BOLETUS EDULIS)

146 EEKHOORNTJESBROOD VERSPREIDING

147 EEKHOORNTJESBROOD KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Basidiomycota/ Steeltjeszwammen, Boletaceae -Bos, heide en bermen -Symbiont (symbiotische relaties met sparren, beuken en eiken) -Zure bodem -Vaak een dikke, witte/lichtbruin/bruine steel. -Een bruine hoed met een diameter van cm (soms cm). Een bleke rand aan de hoed. -Sporenvormende buisjes onder de hoed. -Eetbaar (Zeer smakelijk)

148 VLIEGENZWAM (AMANITA MUSCARIA )

149 VLIEGENZWAM VERSPREIDING

150 VLIEGENZWAM KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Basidiomycota /Steeltjeszwammen, Amanitaceae -Bossen, heide en bermen -Symbiont (Symbiotische relatie met berken, soms ook jonge sparren en dennen) -Arme en zure bodem -Witte Steel met een witte ring/rok. -Rode/oranje hoed met witte stippen (velum) -Hoed tot 16 cm in diameter. -Sporenvormende plaatjes onder hoed. -Niet eetbaar, giftig.

151 PLOOIVOETSTUIFZWAM (CALVATIA EXCIPULIFORMIS)

152 PLOOIVOETSTUIFZWAM VERSPREIDING

153 PLOOIVOETSTUIFZWAM KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Basidiomycota/ Steeltjeszwammen, Agaricaceae -Loof/naaldbos, lanen, park, graslanden. -Humeus en op grof strooisel. -Veranderd voortdurend van vorm. (Vaak kegelvormig) -Stekels verdwijnen bij ouder worden. -Plooien onder de bol. -Eetbaar

154 GROTE STINKZWAM ( PHALLUS I M PUDICUS )

155 GROTE STINKZWAM V ERSPREIDING

156 GROTE STINKZWAM KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Basidiomycota/ Steelstjeszwammen, Phallaceae Loofbossen, strooisel. (soms naaldbossen, tuinen en parken) -Top bedekt met olijfgroene, kleverige sporenmassa. -Verspreid een aasgeur die vliegen aantrekt. Die voor de verspreiding van sporen zorgt. -Typisch, half in de bodem verzonken, duivelsei. -Saprofyt (leeft van dood organisch materiaal) Extra foto s

157 SOMBERE HONINGZWAM (ARMILLARIA OSTOYAE)

158 SOMBERE HONINGZWAM VERSPREIDING

159 SOMBERE HONINGZWAM KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Basidiomycota/ steeltjeszwammen, Physalacriaceae. Naald-/Loofbossen, arme en droge gronden. Levend of dood hout. -Groeit in bundels laag bij de grond of hoog in de bomen. -Jonge vruchtlichamen zijn honinggeel. -Later een schubbige hoed. -Ring onder de hoed met een zwarte rand. -Gevreesde parasiet in bosbouw, komt binnen via wortels. Extra foto s

160 Schatting: Grootste organisme op aarde jaar oud. Mycellium is 5,6 km2. SOMBERE HONINGZWAM OREGON, VS

161 GROTE CENTAURIE

162 KENMERKEN GROTE CENTAURIE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kalk hellingen en dijk hellingen grote hoofdjes met tijdens de bloei paarsrode, buisvormige composietenbloemen. Met grote trompetvormige niet-vruchtbare bloemen aan hoofdje. Ruw aanvoelend. Extra foto s

163 GEWOON KNOOPKRUID

164 KENMERKEN KNOOPKRUID Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Geleedpotige Graslanden, bermen en dijkhellingen Kenmerkend is vorm van de omwindselblaadjes die onder om het bloemhoofdje zitten. Ze beginnen aan de voet als gewone groene tamelijk smalle blaadjes en boven de versmalling gaan ze over in een donkerbruine tot zwarte schub met vele stekels. Lijkt op een spinnetje. Extra foto s

165 KORENBLOEM

166 KENMERKEN KORENBLOEM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Weilanden, wegbermen, hellingen, graslanden Lange slanke bloem. Ongeveer 60 cm hoog. Onder de bloem zit een omwindsel dat vergelijkbaar is met die van het knoopkruid. Bloemen blauw ongeveer 4 cm. Weinig blad ( smalle blad) Extra foto s

167 GROOT HOEFBLAD

168 KENMERKEN GROOT HOEFBLAD Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken composietenfamilie Langs oevers van waters Zeer grote bladeren. Lange steel tot 1 m hoog. Rozeachtige bloemen in een aar. Extra foto s

169 KLEIN HOEFBLAD

170 KENMERKEN KLEIN HOEFBLAD Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken composietenfamilie Allerlei typen bodems. Ook in ruigten. Goudgele bloemhoofdjes. De bloemknoppen zijn in de oksels van de bladeren. Ronde hartvormige bladeren. Extra foto s

171 BITTERE VELDKERS CARDAMINE AMARA Cardamine is afgeleid van Cardis(hart) Amara=bitter Een kruide wat gebruikt werd voor hartkwalen

172 BLOEM

173 BLAD

174 BITTERE VELDKERS Soortgroep Bidektzadigen Familie Kruisbloemfamilie Hoofd-biotoop Beschaduwde natte plaatsen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 15-60cm Bloemkleur: wit/lila Stengels: Kantiges stengels, kaal Type vrucht: Doosvrucht (winterknoppen onder water, bloeiende plant boven water of iets onder de grond) Geslachtsverdeling: tweeslachtig Bloeimaanden: April-juni Extra foto s

175 VOORKOMEN BITTERE VELDKERS

176 PINKSTERBLOEM CARDAMINE PRATENSIS Pratensis= in de weide groeiend

177 BLOEM

178 VRUCHT

179 PINKSTERBLOEM Soortgroep Familie Hoofd-biotoop Bedekt zadigde Kruisbleom familie Grasland Uiterlijke kenmerken Hoogte: 15-50cm Bloemkleur: Lichtpaars tot wit Type vrucht: Doosvrucht Stengels: Hol rond tot iets kantig Geslachtsverdeling: tweeslachting Bloeimaanden: april-juni Extra foto s

180 VOORKOMEN PINKSTERBLOEM

181 GEWONE BRUNEL PRUNELLA VULGARIS Prunella is afgeleid van Brunella(plant) Vulgaris = gewoon

182 BLOEM & BLAD

183 KENMERKEN GEWONE BRUNEL Soortgroep Familie Hoofd-biotoop Bedektzadigen Lipbloemenfamilie Grasland/bermen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 7-45cm Bloemkleur: Blauwpaars Type vrucht: Splitvrucht Bladeren: Langwerpig gaaf Geslachtsverdeling: tweeslachtig Bloeimaanden: Mei-september Extra foto s

184 VOORKOMEN GEWONE BRUNEL

185 WITTE ACACIA ROBINIA PSEUDOACACIA Robinia is afgeleid van de achternaam Robin van de hovenier van de Franse koning Hendrik IV Pseudoacoacia betekend valse acacia

186 BLOEM

187 STAM EN BLAD

188 WITTE ACACIA Soortgroep Familie Hoofd-biotoop Bedektzadigen Vlinderbloemfamilie Bossen Uiterlijke kenmerken Hoogte: 15-25m Bloemkleur: wit Type vrucht: Doosrucht Geslachtsverdeling: tweeslachting Bladeren: Oneven geveerd. 7 tot 25 deelblaadjes Opvallend: aan de twijgen Zitten doorns Extra foto s

189 VOORKOMEN WILDE ACACIA

190 VELDLATHYRUS LATHYRUS PRATENSIS Lathyrus = erwtensoort Pratensis = in weide groeiend

191 BLOEM

192 BLAD

193 VELDLATHYRUS Soortgroep Bedektzadigen Familie Vlinderbloemenfamilie Hoofd-biotoop Zonnige vochtige plekken Uiterlijke kenmerken Hoogte: cm Type vrucht: Doosvrucht Kleur bloem: Lichtgeel Geslachtsverdeling: tweeslachting Extra foto s

194 VOORKOMEN VELDLATHYRUS

195 VERGELIJKING Bittere veldkers Pinksterbloem Gewone Brunel Witte Acacia Veldlathyrus

196 BREDE ORCHIS

197 KENMERKEN BREDE ORCHIS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Orchideeën Moerassige graslanden en duinvalleien Het is een cm hoge, overblijvende plant. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch. De plant bloeit van eind mei tot begin juli met donkerpaarse bloemen. De onderste bloemslip die naar beneden wijst, ook wel kroonslip genoemd, heeft vaak een grote middenlob. De zijlippen wijzen omhoog. De bloeiwijze is een aar van maximaal 15 cm. Het blad is lancetvormig en drie tot vier keer zo lang als breed. Het blad kan zowel gevlekt als ongevlekt zijn.

198 BREDE WESPENORCHIS

199 KENMERKEN BREDE WESPENORCHIS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Orchideeën Bossen, grienden, duinvalleien en op beschaduwde plaatsen bij bebouwing Het is een cm hoge, overblijvende plant. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch. De plant bloeit van juli tot september met groene, lichtgele, rode bloemen. De bloeiwijze is in een tros. Het blad is eirond, langwerpig en de bladrand is gaaf. Extra foto s

200 GROTE KEVERORCHIS

201 KENMERKEN GROTE KEVERORCHIS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Orchideeën Loofbossen en grazige gronden Het is een cm hoge, overblijvende plant. De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch. De plant bloeit van begin mei tot eind juni met geelgroene bloemen. De bloeiwijze is in een tros. Het blad is eirond tot breed eirond en de bladrand is glad. Extra foto s

202 MELGANZEVOET

203 KENMERKEN MELGANZEVOET Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerachtige Pionier, akker, ruderaal en ruigte Het is een cm hoge plant. De plant bloeit van juli tot de herfst met groene, rode bloemen. De bloeiwijze is in een tros. Het blad is lancetvormig, spiesvormig en de bladrand is gaaf, grof bochtig getand. Extra foto s

204 WATERVIOLIER

205 KENMERKEN WATERVIOLIER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Sleutelbloemfamilie Sloten, plassen en beek begeleidende moerasbossen Het is een cm hoge plant. De plant bloeit van begin mei tot eind juni met witte, roze bloemen. Het blad is kamvormig, veerdelig met lijnvormige slippen en vormen samen een rozet. De soort is een indicator voor kwel Extra foto s

206 SPAANSE RUITER (CIRSIUM DISSECTUM)

207 SPAANSE RUITER (CIRSIUM DISSECTUM) Familie: composietenfamilie groeihoogte Levensduur Bloeimaanden Wortels Bloemen Vruchten Bodem Groeiplaatsen 60 tot 100 centimeter hoog Overblijvend Juni en juli Wortelstok met uitloper (groeit in groepen) Tweeslachtig Eenzadige dopvrucht of nootje Zonnige plaatsen op vochtige tot vaak vrij natte, matig voedselarme, niet bemeste, meestal zwak zure of soms kalkhoudende grond (veen, venig zand, leem en klei). Hoge grondwaterpeil Grasland (bauwgrasland, schraal hooiland en laaggelegen veenachtig grasland), bermen, zeeduinen (duinvalleien) en heide (moerassige plaatsen).

208 SPEERDISTEL (CIRSIUM VULGARE)

209 SPEERDISTEL (CIRSIUM VULGARE) Familie: composietenfamilie groeihoogte Levensduur Bloeimaanden Bloemen Vruchten Bodem 60 tot 120 centimeter hoog Tweejarig of meerjarig Juli en augustus Tweeslachtig Eenzadige dopvrucht of nootje Groeit op bijna alle bodemtypes Groeiplaatsen Zeeduinen, bossen (lichte plekken in loofbossen), kapvlakten, grasland (hooiland en weiland)i, ruige bermen, ruderale plaatsen, ruigten, waterkanten, moerassen (natte randen van ruig rietland op klei), beweide taluds van kleiige dijken en zandruggen in uiterwaarden.

210 AKKERDISTEL (CIRSIUM ARVENSE)

211 AKKERDISTEL (CIRSIUM PALUSTRE) Familie: composietenfamilie groeihoogte Levensduur Bloeimaanden Wortels Bloemen Vruchten Bodem 60 tot 150 centimeter hoog Overblijvend Juni, juli, augustus en september Verkruipende sterk vertakte wortelen tot 2 meter diep Eenslachtig, tweehuizig Eenzadige dopvrucht of nootje Groeit op bijna alle bodemtypes Groeiplaatsen Waterkanten, akkers (graanakkers), grasland, bermen, heide, ruderale plaatsen, ruigten, bossen, kapvlakten, wanden van afgravingen, opgespoten grond, drooggevallen zandplaten, ingedijkte zandplaten, op vloedmerk in brakke omgeving en zeeduinen.

212 KALE JONKER (CIRSIUM PALUSTRE)

213 KALE JONKER (CIRSIUM PALUSTRE) Familie: composietenfamilie groeihoogte Levensduur Bloeimaanden Wortels Bloemen Vruchten Bodem 60 tot 150 centimeter hoog Tweejarig of meerjarig Juni, juli, augustus en september Penwortel wordt daarna vervangen door wortelstok Tweeslachtig Eenzadige dopvrucht of nootje Groeit op bijna alle bodem types Groeiplaatsen Grasland, zeeduinen, waterkanten, moerassen, bermen, grazige ruigten, bossen (lichte plekken in loofbossen en moerasbossen), bosranden, heggen, struwelen, kapvlakten en langs spoorwegen.

214 GEWONE KLIT (ARCTIUM MINUS)

215 GEWONE KLIT (ARCTIUM MINUS) Familie: composietenfamilie groeihoogte Levensduur Bloeimaanden Wortels Bloemen Vruchten Bodem Groeiplaatsen 50 tot 250 centimeter hoog Tweejarig Juni, juli, augustus en september Penwortel Tweeslachtig Eenzadige dopvrucht of nootje Zonnige tot licht beschaduwde, vaak vrij open open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, omgewerkte grond. Bermen, ruige dijken, ruigten, bossen, struwelen, heggen, kapvlakten, zeeduinen, plantsoenen, langs spoorwegen, braakliggende grond, ruderale plaatsen, puinhopen, aan de voet van vrijstaande of vervallen muren, bij mesthopen en bij bebouwing.

216 EENBES

217 KENMERKEN EENBES Soortgroep Uiterlijke kenmerken Eenbesfamilie (Melanthiaceae) Eenbes (Paris quadrifolia) De plant wordt cm hoog en vormt een kruipende wortelstok, waaruit een rechte stengel komt met aan de top een krans van vier, soms vijf, breed elliptisch tot omgekeerd eironde, kort toegespitste, zittende bladeren. Extra info De eenbes bloeit van eind april tot juni. De bloem heeft vier brede kelkbladen en vier smalle, groene bloemkroonbladen, acht puntige meeldraden en een stamper met vier stempels. De vrucht is een dikke blauwzwarte bes. De hele plant is giftig.

218 GEWONE SALOMONSZEGEL

219 KENMERKEN GEWONE SALOMONSZEGEL Soortgroep Uiterlijke kenmerken Extra info aspergefamilie (Asparagaceae) Gewone salomonszegel (Polygonatum multiflorum) De plant wordt cm hoog en heeft tussen de bladeren een ronde stengel. De stengels hangen over. De bladeren zijn langwerpig tot elliptisch. De plant vormt een witte, op de knopen verdikte wortelstok (rizoom). De gewone salomonszegel heeft vrouwelijke en mannelijke bloemen en bloeit in mei en juni met hangende, witte bloemen, die een groen puntje hebben. De bloemkroonbuis van de vrouwelijke bloemen is mm lang en 2-4 mm breed. De mannelijke bloemen zijn 20 mm lang. De giftige, zeer zoet smakende vrucht is een zwartblauwe, berijpte bes. De vrucht is rijp vanaf half augustus tot half september.

220 ZWARTE NACHTSCHADE

221 KENMERKEN ZWARTE NACHTSCHADE Soortgroep Uiterlijke kenmerken Extra info nachtschadefamilie (Solanaceae) Zwarte nachtschade (Solanum nigrum) De witte bloempjes hebben vijf puntige, naar achteren gebogen kroonbladen. De teruggebogen kroonbladen zijn wit tot vuilwit met gele helmhokjes. Na de bloei (juni tot september) ontwikkelen zich hieraan eerst groene, later zwarte bessen. De kelkbladen omsluiten de giftige bessen niet. De zaden ontkiemen pas bij vrij warm weer in april en mei. De eironde tot driehoekige bladeren zijn golvend getand. De giftigheid van S. nigrum varieert met de variatie en deskundigen adviseren geen bessen te eten tenzij ze aantoonbaar afkomstig zijn van een eetbare vorm. Het gifgehalte kan ook beïnvloed worden door de omstandigheden waaronder de plant groeit.

222 HOOFDFOTO BITTERZOET

223 KENMERKEN BITTERZOET Soortgroep Uiterlijke kenmerken nachtschadefamilie (Solanaceae) Bitterzoet (Solanum dulcamara) De stengels zijn dun, rankend en aan de basis verhout. De plant windt zich meestal om andere planten. Hierbij kan de plant een lengte van 4 m bereiken, hoewel 1-2 m gebruikelijker is. De bloeiwijze is een enkelvoudig gevorkt bijscherm. De 1-1,5 cm grote paarsblauwe (zelden witte) bloemen bestaan uit vijf aan de voet vergroeide kroonbladen. De plant bloeit van juni tot september in trosjes of groepjes van drie tot twintig stuks. De bloemen zijn hangend, stervormig, met vijf kroonbladen en gele vergroeide meeldraden. De 1 cm grote bessen zijn eerst groen, dan geel, later rood. Ze zijn in rijpe vorm zacht, eetbaar voor vogels, maar giftig voor mensen. De vogels spelen dan ook een belangrijke rol bij de verspreiding van zaden.

224 HOOFDFOTO WILDE RESEDA

225 KENMERKEN WILDE RESEDA Soortgroep Uiterlijke kenmerken resedafamilie (Resedaceae) wilde reseda (Reseda lutea) cm hoge plant. De bladen zijn diep ingesneden. De plant is vertakt. De bloemen groeien in dichte, kegelvormige trossen. De zes kelkbladen zijn 2 mm lang. De zes geelgroene kroonbladen zijn gedeeld; de doorsnede van de bloem bedraagt 6 mm. De bloeitijd loopt van mei tot september. Extra info De plant kan op open, meestal kalkrijke gronden gevonden worden. De plant is afkomstig uit Zuid-Europa, waar hij algemeen voorkomt. In West- en Noord-Europa is de plant verwilderd, deze verwildering is zodanig dat hij in bijvoorbeeld alle Duitse deelstaten voorkomt.

226 TONGVAREN

227 BREDE STEKELVAREN

228 KENMERKEN BREDE STEKELVAREN Soortgroep Hoofd-biotoop Niervarenfamilie Bossen van arme zandgronden Uiterlijke kenmerken 0,30-1,20 meter hoog een sporenplant uit de groep varens en wolfsklauwen Ronden sporen hoopjes Veel brede schubben Donkere streep op blad schubben Relatief lange bladsteel Bladvorm: afnemend 2-3 x geveerd. Driehoekig Bladrand gezaagd Extra foto s

229 BREDE STEKELVAREN

230 ADELAARSVAREN

231 KENMERKEN ADELAARSVAREN Soortgroep Hoofd-biotoop Adelaarsfamilie bossen Uiterlijke kenmerken 1,00-2,50 meter een sporenplant uit de groep varens en wolfsklauwen afnemend 4 x geveerd Aparte vaatbundel in wortelstok die iets wegheeft van een twee koppige adelaar Sporen aan de bladrand aan de toppen van het blad Extra foto s

232 EXTRA FOTO S ADELAARSVAREN

233 MANNETJESVAREN

234 KENMERKEN MANNETJESVAREN Soortgroep Hoofd-biotoop Niervarenfamilie Zoomen, Muuren en Loofbossen Uiterlijke kenmerken Blad ovaal in vorm Stekel met dunne haar achtte witte schubben bedekt Sporen hoopjes liggen onder nier vormig kapseltje cm hoog Bladrand dubbel geveerd Karakteristieke vaatbundels Extra foto s

235 EXTRA FOTO S MANNETJESVAREN

236 WIJFJESVAREN

237 KENMERKEN WIJFJESVAREN Soortgroep Hoofd-biotoop Wijfjesvarenfamilie Muuren en Loofbossen Uiterlijke kenmerken 0,30-1,50 meter een sporenplant uit de groep varens en wolfsklauwen Blad ovaal gevormd Vatbundels als haakjes gevormd Sporen hoopjes zijn een soort streepjes Weinig schubben die volledig donker gekleurd zijn Extra foto s

238 EXTRA FOTO S WIJFJESVAREN

Soortenkennis O43. Bloemplanten

Soortenkennis O43. Bloemplanten Soortenkennis O43 Bloemplanten In deze presentatie krijg je meestal een foto te zien. Raad wat het is. Op de volgende pagina zie je de naam van de plant, met eventueel nog wat bijzondere kenmerken. Daarnaast

Nadere informatie

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid is een overblijvende plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60-120 cm lang worden. Bloeit met platte schermen, die uit

Nadere informatie

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS Milieu MO41B 2017-2018 KLEINE ZONNEDAUW (DROSERA INTERMEDIA) KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep/familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zonnedauwfamilie

Nadere informatie

Basterdwederik (Epilobium)

Basterdwederik (Epilobium) ALGEMENE SLEUTEL Basterdwederik (Epilobium) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten Bladen verspreid Gewoon wilgenroosje Bladen tegenoverstaand; stempel in kruis of knotsvormig Stempel in 4 gespleten,

Nadere informatie

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank Examenlijst onkruiden open teelten Beeldenbank Exported on 02/03/2018 1 Table of Contents 1 Table of Contents...2 Table of Contents 2 Akkerdistel 1 De akkerdistel is een overblijvende plant tot een hoogte

Nadere informatie

Boterbloem (Ranunculus)

Boterbloem (Ranunculus) Boterbloem (Ranunculus) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens ALGEMENE SLEUTEL Boterbloemen van natte, vochtige plaatsen : Grote boterbloem Blaartrekkende boterbloem Egelboterbloem Boterbloemen

Nadere informatie

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 2 G41-G31-GB1+2 Juglans regia walnoot Boom: 15-18 m hoog Kroon: breed afgeplat, open Geelbruine herfstkleur Juglans regia Groot, veervormig samengesteld blad Bruingroen

Nadere informatie

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula) Klokje (Campanula) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten ALGEMENE SLEUTEL Bloemen zittend, gegroepeerd bovenaan Kluwenklokje Bloemen met lange of korte bloemsteeltjes Blad minstens 5 x zo lang

Nadere informatie

Pinus nigra, Oostenrijkse den. Aantal: 19 stuks Maat:

Pinus nigra, Oostenrijkse den. Aantal: 19 stuks Maat: Pinus nigra, Oostenrijkse den Aantal: 19 stuks Maat: 150-200 20-25 (40) m in jeugd breed kegelvormig, later rond Schors en takken: zwartgrijs met diepe groeven, takken geelbruin stijve naalden, 2 bijeen,

Nadere informatie

Nachtschade (Solanum)

Nachtschade (Solanum) Nachtschade (Solanum) LPW-Florasleutel samengesteld door Ilse Plessers ALGEMENE SLEUTEL 4 soorten, 1 ondersoort: Solanum Bitterzoet (S. dulcamara) Driebloemige nachtschade (S. triflorum) Glansbesnachtschade

Nadere informatie

Rupsklaver (Medicago)

Rupsklaver (Medicago) Rupsklaver (Medicago) LPW-Florasleutel samengesteld door Veerle Cielen ALGEMENE SLEUTEL Bloemen groot (> 7 mm), in trossen Kroon geel Sikkelklaver Kroon paarsblauw Luzerne Kroonkleur varieert van paars

Nadere informatie

d. (insnijdingen) Hoef je niet te kennen.

d. (insnijdingen) Hoef je niet te kennen. Soortenkennis O41 In deze presentatie krijg je meestal een foto te zien. Raad wat het is. Op de volgende pagina zie je de naam van de plant, met eventueel nog wat bijzondere kenmerken. Daarnaast start

Nadere informatie

Plantekennis. Naam: Teun Laureijs. Klas: G42. Vak: Plantenkennis.

Plantekennis. Naam: Teun Laureijs. Klas: G42. Vak: Plantenkennis. Plantekennis. Naam: Teun Laureijs. Klas: G42. Vak: Plantenkennis. Inhouds opgave. Bomen: - Robinia pseudoacacia Frisa - Robinia pseudoacacia Umbraculifera - Tilia platyphyllos - Tilia tomentosa brabant

Nadere informatie

SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN

SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN Toegepaste biologie M41 2016-2017 AMERIKAANS KRENTENBOOMPJE AMELANCHIER LAMARCKII Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Een elliptisch blad van

Nadere informatie

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 3 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 3 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bladverliezende heesters Deel 3 G41-G31-GB1+2 Potentilla fruticosa struik-ganzerik fruticosa = heesterachtig Het geslacht Potentilla kent veel kruidachtige soorten (vaste planten).

Nadere informatie

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Coniferen G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Coniferen: een aparte groep! Zaadplanten Eenzaadlobbig Tweezaadlobbig Bedektzadig Naaktzadig Bomen Heesters enz Coniferen Ginkgo biloba

Nadere informatie

Dovenetel (Lamium) ALGEMENE SLEUTEL

Dovenetel (Lamium) ALGEMENE SLEUTEL Dovenetel (Lamium) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten ALGEMENE SLEUTEL Plant eenjarig, 10-30 cm hoog; bloemkroon 10-20 mm, met rechte buis + Bovenste bladen zittend, stengelomvattend, schotelvormig

Nadere informatie

Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman

Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman Nederlandse bomen herkennen een eenvoudige handleiding v0.4 J Holtman Met deze eenvoudige handleiding kun je ongeveer 25+ bekende Nederlandse bomen herkennen. Bomen herkennen is een specialisme. Deze korte

Nadere informatie

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia Een exoot PlantenWerkGroup Scousele Sonja Reps 11/10/2017 2 Beschrijving: Alsemambrosia is een éénjarige plant die pas sinds 1875 voor het eerst in ons land

Nadere informatie

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06 Biotoop: het bos BOSPLANTEN INHOUD 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam 04 2. Beuk 05 3. Eik 06 Wereldoriëntatie: natuur: bosplanten VCS-M: L-6 JP: 2003-11-25-1

Nadere informatie

Determineren van planten

Determineren van planten Determineren van planten Determineren van bloemdragende, wilde planten families geslachten soorten Bruikbaar : flora / loep / pincet of mesje r.gesquiere@telenet.be 1 Enkele belangrijke plantenfamilies

Nadere informatie

LPW-Florasleutel samengesteld door Liliane Dedroog. Vetkruid (Sedum)

LPW-Florasleutel samengesteld door Liliane Dedroog. Vetkruid (Sedum) Vetkruid (Sedum) LPW-Florasleutel samengesteld door Liliane Dedroog ALGEMENE SLEUTEL Bladen rolrond (halfrond), hoogstens 2 cm lang + kroon wit Wit vetkruid + kroon geel Bladen max. 9 mm lang, stompe top.

Nadere informatie

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

WORD EEN ECHTE bomenkenner! WORD EEN ECHTE bomenkenner! In dit boek kun je bladeren van loofbomen plakken die je vindt tijdens je wandelingen in het bos of het park. Maar voor je een echte bomenkenner kunt worden, moet je nog een

Nadere informatie

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bladverliezende heesters Deel 2 G41-G31-GB1+2 Deutzia gracilis bruidsbloem gracilis = sierlijk Slaat op de sierlijk gebogen bloemrijke twijgen Een lage struik, rijkbloeiend Deutzia

Nadere informatie

Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens

Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens ALGEMENE SLEUTEL Alle 5 meeldraden met paars behaarde helmdraden + Bloemen enkelvoudige tros, alleenstaand op lange stelen; kroon geel

Nadere informatie

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 1 G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Bomen Een boom is een stam (of meerdere) met daar bovenop een kroon met bladeren. Bol / rond ovaal piramidaal zuil kegel vormboom Acer

Nadere informatie

Tandzaad (Bidens) Veerdelig tandzaad (B. tripartita) Smal tandzaad (B. connata) 3-5 tallig met gesteelde blaadjes. 3-5 tallig, donkergroen

Tandzaad (Bidens) Veerdelig tandzaad (B. tripartita) Smal tandzaad (B. connata) 3-5 tallig met gesteelde blaadjes. 3-5 tallig, donkergroen Tandzaad (Bidens) LPW-Florasleutel samengesteld door Marc Meert ALGEMENE SLEUTEL Bidens Zwart tandzaad (B. frondosa) Riviertandzaad (B. radiata) Veerdelig tandzaad (B. tripartita) Knikkend tandzaad (B.

Nadere informatie

Van Hallstraat. Prunus avium Plena

Van Hallstraat. Prunus avium Plena Van Hallstraat Prunus avium Plena Deze middelgrote boom heeft een ronde en regelmatig vertakte dichte kroon. De boom kan een uiteindelijke hoogte bereiken van 8-12 m. De glanzende schors is bruinrood van

Nadere informatie

Wespenorchis (Epipactis)

Wespenorchis (Epipactis) Wespenorchis (Epipactis) LPW-Florasleutel samengesteld door Felix Baeten ALGEMENE SLEUTEL Onderste lip met smalle insnoering Beweeglijk eindstuk (epichiel), bloem bruin en wit Moeraswespenorchis Geen smalle

Nadere informatie

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Coniferen Deel 2 G41-G31-GB1+2 Groep 2B Naalden in bundels in een omhulsel Pinus mugo bergden Dwergvorm: Pinus mugo pumilo Boom: 8 m Kroon: breed Pinus mugo Gekromde naald Blauwgroene

Nadere informatie

Ooievaarsbek (Geranium)

Ooievaarsbek (Geranium) Ooievaarsbek (Geranium) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten ALGEMENE SLEUTEL deel 1 Kroon: nagel = plaat; kelkbladen +/- buisvormig tegen elkaar Plant 1- of 2-jarig Kelk kaal; blad glanzend,

Nadere informatie

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten.

Ratelpopulier Populus tremula. Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten. Ratelpopulier Populus tremula Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend, op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere twijgen vaak op kortloten. Witte abeel Populus alba Stam: Bochtige stam met grijze

Nadere informatie

Vergeet-mij-nietje (Myosotis)

Vergeet-mij-nietje (Myosotis) Vergeet-mij-nietje (Myosotis) LPW-Florasleutel samengesteld door Lily Gora ALGEMENE SLEUTEL Kelk met afstaande haren, onderaan met haakvormige top; droge plaatsen Zoom bloemkroon vlak, middellijn 5 mm

Nadere informatie

GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6

GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 Juncus - Russen GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 zonder bladeren met bladeren met bladeren met bladeren onderaan met bladeren ook hogerop met bladeren schijnbare zijdelings (schutblad voortzetting

Nadere informatie

Smeerwortel (Symphytum)

Smeerwortel (Symphytum) Smeerwortel (Symphytum) LPW-Florasleutel samengesteld door Georges Peters ALGEMENE SLEUTEL Planten met uitlopers; hoogte 20-60 cm; bladschijf 6-18 cm lang; cultuurplanten Kelk voor 1/3-1/4 ingesneden;

Nadere informatie

Bies. Bolboschoenus (Zeebies-Heen) Scirpoides (Kogelbies)

Bies. Bolboschoenus (Zeebies-Heen) Scirpoides (Kogelbies) Eleocharis (Waterbies) Isolepis (Vlottende-Borstelbies) Trichophorum (Veenbies) Bies Bolboschoenus (Zeebies-Heen) Scirpoides (Kogelbies) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten Scirpus (Bosbies)

Nadere informatie

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bladverliezende heesters G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Bladverliezende heesters Een heester is een plant met takken, al dan niet met een korte stam. bol Breed uitgroeiend smal

Nadere informatie

Oefenbestand Soortenkennis O41. April 2016

Oefenbestand Soortenkennis O41. April 2016 Oefenbestand Soortenkennis O41 April 2016 Leren voor soortenkennis De presentatie start met wat algemene kenmerken van planten. Je moet die kennen, maar daarnaast ook termen als: buis- en lintbloemen,

Nadere informatie

Paardenstaart (Equisetum)

Paardenstaart (Equisetum) Paardenstaart (Equisetum) LPW-Florasleutel samengesteld door Bieke Geukens ALGEMENE SLEUTEL Stengel ros of bruin Stengel na rijping groen wordend Bospaardenstaart Stengel na rijping afstervend 6 12 tanden

Nadere informatie

Ganzenvoeten? Amarentenfamilie Amaranthaceae

Ganzenvoeten? Amarentenfamilie Amaranthaceae Ganzenvoeten? Amarentenfamilie Amaranthaceae Programma Inleiding Amatanthaceae, Amarantenfamilie Soorten van de Amarantenfamilie die in de Bossenwaard voorkomen pauze Zelf een aantal soorten determineren

Nadere informatie

Les 3 (werkcollege) Determineren van planten / maken van een determinatietabel

Les 3 (werkcollege) Determineren van planten / maken van een determinatietabel Les 3 (werkcollege) Determineren van planten / maken van een determinatietabel Deze bijeenkomst Planten determineren Het maken van een determinatietabel Zie hoorcollege 2 en het huiswerk voor deze les

Nadere informatie

Cercis canadensis. rond tot afgeplat bolvormig

Cercis canadensis. rond tot afgeplat bolvormig Cercis canadensis Als hoogstamvorm gekweekt groeit C. canadensis uit tot een mooie, middelhoge solitairboom. De stam is grijs en ondiep gegroefd, op latere leeftijd kan de schors in kleine plaatjes loslaten.

Nadere informatie

Moraceae. Grote familie (48 geslachten, soorten) Broussonetia Ficus Maclura Morus

Moraceae. Grote familie (48 geslachten, soorten) Broussonetia Ficus Maclura Morus Moraceae Grote familie (48 geslachten, 1.200 soorten) Broussonetia Ficus Maclura Morus Broussonetia 8 soorten, Verspreid over Oost Azië, en Polynesië Broussonetia kazinoki Broussonetia papyrifera Broussonetia

Nadere informatie

Plantenfamilies leren herkennen

Plantenfamilies leren herkennen Plantenfamilies leren herkennen Om te leren determineren, les 1 1) Ga naar: http://www.inverde.be en druk op het slotje 2) Vul het sleutelwoord = anjer in en druk op toon pagina Opbouw van de cursus 1.

Nadere informatie

Plantenkennis. Bladhoudende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Bladhoudende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Bladhoudende heesters G41-G31-GB1+2 Bladhoudende heesters Wat is het verschil met de bladverliezende heesters? Het blad van bladhoudende heesters is vaak dikker. De huidmondjes zitten

Nadere informatie

Wolfsmelk (Euphorbia)

Wolfsmelk (Euphorbia) Wolfsmelk (Euphorbia) 1 stamperbloem met 3-delige kluisvrucht (1 zaad/vrucht); daarrond meeldraadbloemen, omringd door honingklieren ALGEMENE SLEUTEL Bladeren tegenoverstaand Plant rechtopstaand Kruisbladige

Nadere informatie

SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN

SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN Toegepaste biologie TB42 2016-2017 HFOTO HAMSTER KENMERKEN HAMSTER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken (CRICETIDAE) woelmuisachtigen Eurazië leeft op zandvlaktes,

Nadere informatie

Viburnum burkwoodii Anne Russell Nederlandse naam: sneeuwbal

Viburnum burkwoodii Anne Russell Nederlandse naam: sneeuwbal Viburnum burkwoodii Anne Russell Nederlandse naam: sneeuwbal Categorie: Halfwintergroene heester Bloeitijd: vroeg in maart en april Bloemkleur: de geurende bolvormige bloemen zijn in de knop zalmroze gekleurd.

Nadere informatie

Struweel aanplant. Struweel voor akkervogels. Voedsel (besjes), dekking en nestgelegenheid.

Struweel aanplant. Struweel voor akkervogels. Voedsel (besjes), dekking en nestgelegenheid. Struweel aanplant Struweel voor akkervogels Voedsel (besjes), dekking en nestgelegenheid. Aanplant van solitaire struikjes en (kleine) bosschages Daar waar het kan daar waar het niet in de weg staat In

Nadere informatie

1.-bladeren duidelijk naaldvormig 2. -bladeren geen naalden (vlak blad, grote-of kleine schubben, aanliggend aan twijgen, dakpansgewijze geplaatst) 49

1.-bladeren duidelijk naaldvormig 2. -bladeren geen naalden (vlak blad, grote-of kleine schubben, aanliggend aan twijgen, dakpansgewijze geplaatst) 49 Determinatiesleutel voor enkele coniferen (naar M. Van Miegroet) 1.-bladeren duidelijk naaldvormig 2 -bladeren geen naalden (vlak blad, grote-of kleine schubben, aanliggend aan twijgen, dakpansgewijze

Nadere informatie

planten Akkerhoornbloem Cerastium arvense fenofase Bloei (april-mei).

planten Akkerhoornbloem Cerastium arvense fenofase Bloei (april-mei). planten Cerastium arvense Akkerhoornbloem Bloei (april-mei). Deze plant heeft twee typen stengels. Allereerst de laagblijvende uitlopers die op elk gunstig plekje wortel schieten en ten tweede half opgerichte

Nadere informatie

In de Scheldevrijstraat maken we in het nieuwe ontwerp een onderscheid tussen de laanbomen en de pleinbomen.

In de Scheldevrijstraat maken we in het nieuwe ontwerp een onderscheid tussen de laanbomen en de pleinbomen. Scheldevrijstraat 1. Boomkeuze In de Scheldevrijstraat maken we in het nieuwe ontwerp een onderscheid tussen de laanbomen en de pleinbomen. Langs de straat tussen de parkeerplaatsen planten we de laanbomen.

Nadere informatie

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant Anatomie en Morfologie Wortel De Plantencel Bouw van de plant in zijn functionele delen Vormen waarin die delen zich kunnen voordoen Iets over (geslachtelijke) voortplanting 45 48 Plantencel Stengel Jonge

Nadere informatie

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N UNIVERSITEIT GENT Vragenlijst 104 Vakgroep Nederlandse Taalkunde DECEMBER 1998 Blandijnberg 2 9000 Gent PLANTEN 1 Dialect van :..................................................(stad,

Nadere informatie

Waterlepeltje (Ludwigia)

Waterlepeltje (Ludwigia) Waterlepeltje (Ludwigia) LPW-Florasleutel samengesteld door Veerle Cielen Ludwigia Kleine waterteunisbloem (Ludwigia peploides) Waterteunisbloem (Ludwigia grandiflora) kroonbladen 7-17 mm (12-)15-25 mm

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Bladhoudende Heesters

Bladhoudende Heesters Bladhoudende Heesters aucuba Aucuba japonica Variegata Bloem: roodachtig / blad: groen met gele vlekken. Nepal tot Japan Kornoeljeachtigen Snijbloemen Goed vertakte struik. Zacht hout. Blad is leerachtig,

Nadere informatie

Plantenkennis Bos en haagplantsoen

Plantenkennis Bos en haagplantsoen Bos en haagplantsoen Acer platanoides Noorse esdoorn Hoogte: 20 meter. Bloem: voor het blad met gele bloempjes in opstaande tuilen. Bloeitijd: mei juni. Blad: handlobbig, 9 18 cm, wijdgetande, toegespitste

Nadere informatie

5.7. Werkstuk door een scholier 1414 woorden 3 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Planten in het algemeen.

5.7. Werkstuk door een scholier 1414 woorden 3 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Planten in het algemeen. Werkstuk door een scholier 1414 woorden 3 juni 2003 5.7 475 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1 Planten in het algemeen. Planten spelen een belangrijke rol in zowel de levende als de onlevende natuur.

Nadere informatie

Handboek Boomteelt, Druk 3. Handboek Tuinplanten. Bomen & Struiken > 4,5 m

Handboek Boomteelt, Druk 3. Handboek Tuinplanten. Bomen & Struiken > 4,5 m 1 Handboek Tuinplanten Bomen & Struiken > 4,5 m 2 Titel: Handboek Tuinplanten, Bomen & Struiken > 4,5 m Nederlandse uitgever: BoekvoorPlant Copyright 2016 Cm van de Wouw Ontwerp: Cm van de Wouw Productieleiding:

Nadere informatie

Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen

Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen Niveau 2, 3 en 4 Bos en haagplantsoen Acer platanoides Noorse esdoorn Hoogte: 20 meter. Bloem: voor het blad met gele bloempjes in opstaande tuilen. Bloeitijd: mei juni. Blad: handlobbig, 9 18 cm, wijdgetande,

Nadere informatie

Presentaties Soortenkennis. Deel 2 periode 2. Yay leuk!

Presentaties Soortenkennis. Deel 2 periode 2. Yay leuk! Presentaties Soortenkennis { Deel 2 periode 2 Yay leuk! Akkerwinde. Soortengroep: Hoofdbiotoop: Winde familie. Bermen, graslanden en akkers. Uiterlijke kenmerken: Extra foto: Wit/roze trechter bloem. Kleiner

Nadere informatie

Matig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond

Matig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond Winterlinde Tilia cordata Zonnig tot licht beschaduwd Vochtig Matig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond Tillia cordata (Winterlinde) Veengrond PH>4 Matige tot slechte groei

Nadere informatie

De Groenzoom Struweelvogels

De Groenzoom Struweelvogels De Groenzoom Struweelvogels 1 Inhoudsopgave Zanglijster Struweelvogels - Zanglijster 3 - Roodborsttapuit 4 - Kneu 5 - Blauwborst 6 - Patrijs 7 - Rietzanger 8 Zanglijster - Lichte borst met pijlpuntige

Nadere informatie

Bomen in drie seizoenen

Bomen in drie seizoenen Bomen in drie seizoenen Naam van mijn boom Namen groepsgenoten WERKBLAD - BOMEN IN DRIE SEIZOENEN - 2006 (MET DANK AAN HET AMSTERDAMS NME CENTRUM) 1 Herfst 1 Determineren een 2 Boomhoogte meter hoog 3

Nadere informatie

grijze afschilferende stam, oranjebruine onderschors onopvallend, eenslachtig, eenhuizig, groen, april/mei

grijze afschilferende stam, oranjebruine onderschors onopvallend, eenslachtig, eenhuizig, groen, april/mei BOMEN GRAETHEIDELAAN Boomnaam Zelkova serrata Flekova (GREEN VASE) Nederlandse naam Hoogte Kroon Schors en takken Blad Bloemen Vruchten Toepassing Japanse zelkova 10-12 meter (max. 18 m.) breed vaasvormig

Nadere informatie

Behaag...Natuurlijkactie 2013.

Behaag...Natuurlijkactie 2013. Behaag...Natuurlijkactie 2013. Een actie van Natuurpunt, de Milieuraad en het Gemeentebestuur. Gemengde hagen en houtkanten in landelijke gebieden en privétuinen kunnen samen groene linten vormen, vaak

Nadere informatie

Cypergrassen Cyperaceae. Meestal kantig, vol, zonder knopen

Cypergrassen Cyperaceae. Meestal kantig, vol, zonder knopen Juncus - Russen Stengel Blad Juncus Cypergrassen - Russen - Cyperaceae Russen - Juncaceae Rond, vol of gekamerd (hol), met of zonder knopen Verspreid, vlak of borstelvormig Meestal kantig, vol, zonder

Nadere informatie

Acer freemanii Armstrong

Acer freemanii Armstrong 1 Acer freemanii Armstrong Naam: Esdoorn Hoogte: 9-12 meter, strak zuil- tot ovaalvormige kroonvorm : smalle straten en lanen : verdraagt verharding, zeer goed windbestendig Bodem: niet te natte grond,

Nadere informatie

Beschrijving. Rubus-bastaarden II. Lindley. Afkortingen: c = van caesius, s zz van saltuum, opgaande, de spits gebogen (f),

Beschrijving. Rubus-bastaarden II. Lindley. Afkortingen: c = van caesius, s zz van saltuum, opgaande, de spits gebogen (f), Beschrijving van inheemse intermediaire Rubus-bastaarden II DOOR W.W. Schipper (In de vereenvoudigde spelling). (Ingekomen 25 Desember 1925). RUBUS DIVERGENS fm. CONVEXA x FISSUS Lindley = RUBUS CAESIUS

Nadere informatie

Vakdag centraal niveau 4. Lijst coniferen leerjaar 1

Vakdag centraal niveau 4. Lijst coniferen leerjaar 1 Vakdag centraal niveau 4 Lijst coniferen leerjaar 1 ABIES Zilverspar boom enigszins zuilvormig rond litteken na afvallen naald kegel rechtop, uiteenvallend Abies koreana koreana = uit Korea Koreaanse zilverspar

Nadere informatie

Gentiana bavarica var. subacaulis. Centrale Alpen Oostenrijk, Zwitserland m

Gentiana bavarica var. subacaulis. Centrale Alpen Oostenrijk, Zwitserland m bavarica bavarica ssp. bavarica bavarica var. subacaulis brachyphylla brachyphylla ssp. brachyphylla brachyphylla ssp. favratii Alpen, Frankrijk,Italië, Zwitserland, Duitsland, Joegoslavië 1500 3600 m

Nadere informatie

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8

Bosopdrachten. Praktijkopdrachten groep 7/8 Bosopdrachten Praktijkopdrachten groep 7/8 Inhoud..1 Determineren.2 Het bos van binnen naar buiten.5 Klimaat en sfeer in het bos 6 1) DOE JE OREN OPEN..6 2) VOEL EN RUIK..6 3) KLIMAAT..6 Boomdikte...7

Nadere informatie

Parken en groenstroken Brede straten Tuinen

Parken en groenstroken Brede straten Tuinen BOOM NR. 1 Koelreuteria paniculata Naam: Chinese vernisboom, Blazenboom Hoogte: 5-10 meter Kroonvorm: een losse, ronde kroon, op oudere leeftijd wordt de kroon breder : een mooie parkboom, tuinen, pleinen,

Nadere informatie

Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum)

Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum) Hoornblad (Ceratophyllum) & Vederkruid (Myriophyllum) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten WATERPLANTEN De soorten van beide families hebben bladen in kransen en zijn samengesteld: bladen in

Nadere informatie

Infobrief Bomen in Maalbootstraat,

Infobrief Bomen in Maalbootstraat, Infobrief Bomen in Maalbootstraat, juni 2014 Beste bewoner Kiest u graag zelf de boom die in uw straat wordt geplant? Vul dan bijgaand formuliertje in en bezorg het ons terug vóór maandag 7 juli. Onderhoudswerken

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

1. Geheimen. 2. Zwammen

1. Geheimen. 2. Zwammen 1. Geheimen 'Geen plant en geen dier' Een paddestoel is zeker geen dier, maar een plant is het ook niet. Ze hebben geen groene bladeren om zonlicht op te vangen. Bovendien groeien paddestoelen in het donker.

Nadere informatie

Plantenkennis. Klim, slinger en leiplanten. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Klim, slinger en leiplanten. lijst 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Klim, slinger en leiplanten G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Klim, slinger en leiplanten In de volksmond wordt deze groep klimplanten genoemd. Maar de manier waarop ze tegen een

Nadere informatie

KNNV Utrecht PWG Nieuws 85 (augustus 2017)

KNNV Utrecht PWG Nieuws 85 (augustus 2017) KNNV Utrecht PWG Nieuws 85 (augustus 2017) Contactpersonen: hooilandjes Richard Janzen tel: 06-81758445 rwjanzen@hotmail.nl Amelisweerd Harry Straathof tel: 06-29357770 hgjstraathof@ziggo.nl PWG-avonden

Nadere informatie

BOMENCATALOGUS TUINEN CLAVERVELD VLISSINGEN. december 2018

BOMENCATALOGUS TUINEN CLAVERVELD VLISSINGEN. december 2018 BOMENCATALOGUS TUINEN CLAVERVELD VLISSINGEN december 2018 INTRODUCTIE Aan de noordzijde van Vlissingen wordt gewerkt aan de realisatie van de nieuwe wijk Claverveld. De gemeente Vlissingen hecht grote

Nadere informatie

Waardevolle slootkantplanten in het werkgebied van de Utrechtse Venen Een hulpmiddel bij herkenning

Waardevolle slootkantplanten in het werkgebied van de Utrechtse Venen Een hulpmiddel bij herkenning Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging Waardevolle slootkantplanten in het werkgebied van de Utrechtse Venen Een hulpmiddel bij herkenning Voorwoord Deze brochure wordt uitgegeven voor het project

Nadere informatie

Plantenkennis. Ericaceae. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Ericaceae. lijst 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Ericaceae G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Ericaceae: een aparte groep! De kroonbladeren zijn vergroeid tot een soort kelkje, bestaande uit 4 of 5 delen. Ze stellen de volgende bodemeisen:

Nadere informatie

PRESENTATIES LLN SOORTENKENNIS

PRESENTATIES LLN SOORTENKENNIS PRESENTATIES LLN SOORTENKENNIS Toegepaste biologie TB43B 2017-2018 Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii) Kenmerken Amerikaans krentenboompje Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Rozenfamilie

Nadere informatie

Sapindaceae. Grote familie (140 geslachten, soorten) Acer Aesculus Dipteronia Koelreuteria Litchi

Sapindaceae. Grote familie (140 geslachten, soorten) Acer Aesculus Dipteronia Koelreuteria Litchi Sapindaceae Grote familie (140 geslachten, 1400-2000 soorten) Acer Aesculus Dipteronia Koelreuteria Litchi Aesculus 15 soorten, Noord Amerika, Zuidoost Europa, & Oost Azië. Aesculus chinensis Aesculus

Nadere informatie

Te planten boomsoorten

Te planten boomsoorten Te planten boomsoorten Project Vervangen bomen Willemstad: Malus sylvestris, Wilde appel Hoogte: 7-9 m Kroon: rond, onregelmatig Schors en takken: kaal, grijs, twijgen bruin tot bruingrijs Blad: ovaal

Nadere informatie

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N UNIVERSITEIT GENT Vragenlijst 115 Vakgroep Nederlandse Taalkunde DECEMBER 1999 Blandijnberg 2 9000 Gent PLANTEN 5 : BOMEN EN STRUIKEN Dialect

Nadere informatie

Warkruid (Cuscuta) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten

Warkruid (Cuscuta) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten Warkruid (Cuscuta) ALGEMENE SLEUTEL Stempels lang en smal Kelk wijd klokvormig; slippen los om de kroon Kelk minder wijd; slippen tegen kroon Stijl + stempel & kroonschubben > vruchtbeginsel; schubben

Nadere informatie

Bomen in drie seizoenen

Bomen in drie seizoenen Bomen in drie seizoenen Naam van mijn boom Namen groepsgenoten WERKBLAD - BOMEN IN DRIE SEIZOENEN - WINTER, LES 2-2004 1 WERKBLAD - BOMEN IN DRIE SEIZOENEN - WINTER, LES 2-2004 2 Bomenopdracht in drie

Nadere informatie

Erfbeplantingsplan. Fressevenweg TP Bergeijk

Erfbeplantingsplan. Fressevenweg TP Bergeijk Erfbeplantingsplan Fressevenweg 7 5571 TP Bergeijk 1 Inhoudsopgave 1. Kadastrale kaart Fressevenweg 7 Blz. 3 2. Legenda Blz. 4 3. Beschrijving van de te planten bomen en heesters Blz. 5 2 Kadastrale kaart

Nadere informatie

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen.

Gallen. Er is een nieuwe druk verschenen van Het Gallenboek. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met Gallen. Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel e.o. november 2010 nummer 8 Gallen Vorig jaar is er een nieuwe druk verschenen van het Gallenboek. Dit is een boek, waarin alle Nederlandse gallen staan,

Nadere informatie

Vrouwenmantel (Alchemilla)

Vrouwenmantel (Alchemilla) Vrouwenmantel (Alchemilla) LPW-Florasleutel samengesteld door Hilde Stulens ALGEMENE SLEUTEL Planten zonder stekels, bloemen zonder kroonbladeren, maar met 4 groenachtige bloemdekbladen, bloemen in bijschermen,

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015. Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015. Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015 Beste natuurliefhebber/-ster, De dag begon mistig en op meerdere plaatsen bleef de mist de hele dag hangen. Gelukkig scheen in Beijum de zon. Doordat

Nadere informatie

Inhoud. Grassen...4-18 Herkenning onkruidgiersten in vegetatieve toestand...4-5. Dicotylen...19-57

Inhoud. Grassen...4-18 Herkenning onkruidgiersten in vegetatieve toestand...4-5. Dicotylen...19-57 Onkruidwijzer maïs Inhoud 2 Grassen...4-18 Herkenning onkruidgiersten in vegetatieve toestand...4-5 Poaceae... 6-18 Glad vingergras...6 Groene naaldaar...7 Hanenpoot...8 Harig vingergras...9 Kale gierst...10

Nadere informatie

7-stippelig lieveheersbeestje

7-stippelig lieveheersbeestje 7-stippelig lieveheersbeestje Kenmerken : 5,5-8 mm groot. Dekschilden rood met elk drie zwarte stippen en een schildstip. Halsschild zwart met trapeziumvormige of driehoekige witte voorhoeken. Biotoop:

Nadere informatie

Juglandaceae, botanische soorten, sier en hybride rassen

Juglandaceae, botanische soorten, sier en hybride rassen Juglandaceae, botanische soorten, sier en hybride rassen Juglans cathayensis Juglans ailantifolia Grimo Manchurian Juglans ailantifolia Imshu Juglans ailantifolia x J. cinerea Mitchell Buartnut Juglans

Nadere informatie

Indeling zure kersen ALS WE OVER ZURE KERSEN SPREKEN DAN

Indeling zure kersen ALS WE OVER ZURE KERSEN SPREKEN DAN Indeling zure kersen ALS WE OVER ZURE KERSEN SPREKEN DAN DENKEN WE MEEST AAN DE MOREL OF WE ZEGGEN MORELLEN, DOCH DE MOREL IS EEN RAS TERWIJL ZURE KERSEN DE VERZAMELNAAM IS VOOR ALLE ZURE KERSERASSEN.

Nadere informatie

Plantenkennis. Een en tweejarigen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Plantenkennis. Een en tweejarigen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2 Plantenkennis lijst 1 Een en tweejarigen Deel 1 G41-G31-GB1+2 Algemene informatie Eenjarigen en tweejarigen eenjarigen Doet 1 jaar over de ontwikkeling van zaad, kiemen, groeien, bloeien, zaadvormen. Wordt

Nadere informatie

De Groenzoom Planten 1

De Groenzoom Planten 1 De Groenzoom Planten 1 Inhoudsopgave Brunel prunella vulgaris Brunel (Prunella vulgaris ) 3 Cichorei ( Cichorium intybus ) 4 Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi) 5 Egelboterbloem ( Ranunculus flammula

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bladerwerkstuk

Werkstuk Biologie Bladerwerkstuk Werkstuk Biologie Bladerwerkstuk Werkstuk door S. 1142 woorden 21 mei 2016 7,6 2 keer beoordeeld Vak Biologie Tamme Kastanjeboom (Castanea sativa) Gevonden op 20 mei 2015, in gemeente Hoogezand-Sappemeer,

Nadere informatie