PTO Uitgangspunten Programma van toetsing onderbouw Philips van Horne Scholengemeenschap

Transcriptie

1 PTO Uitgangspunten Programma van toetsing onderbouw Philips van Horne Scholengemeenschap

2 2/7

3 Inhoudsopgave Regeling toetsing mavo1, mavo2, havo1, havo2 en havo Algemene bepalingen 4 2. Proefwerken 4 3. Cijfergeving 4 4. Onregelmatigheden 4 5. Vervangingsregeling 5 6. Afwezigheid tijdens toetsen en proefwerken 6 7. Overgangsregeling 6 8. Bijzondere bepalingen 7 3/7

4 Regeling toetsing mavo1, mavo2, havo1, havo2 en havo3 1. Algemene bepalingen 1.1. Het leerjaar is ingedeeld in 5 periodes In de reguliere lesweken van een periode mogen er per klas maximaal 2 toetsen per dag en maximaal 6 toetsen per week gegeven worden Toetsen en proefwerken zijn binnen 10 werkdagen nagekeken Voor alle toetsen en proefwerken geldt dat ze binnen 10 werkdagen besproken worden en er inzage in het beoordelingsmodel gegeven wordt De resultaten worden ingevoerd in Magister De toetsen en proefwerken worden gedurende het schooljaar bewaard door de docenten Aan het einde van een periode levert elk vak een cijfer dat het gewogen gemiddelde is van alle cijfers in die periode. Dit wordt genoemd: het periodecijfer Elk periodecijfer heeft het gewicht Op het rapport van de leerling staan per vak de periodecijfers en het gemiddelde van de tot dan toe behaalde periodecijfers op één decimaal nauwkeurig Behalve bij klas 1 kent elk leerjaar 6 periodecijfers, te weten de gewogen gemiddelde cijfers van elk van de 5 periodes én als zesde cijfer het gemiddelde van alle periodecijfers van het leerjaar daarvoor. 2. Proefwerken 2.1. Proefwerken vinden plaats in de geplande afsluitende weken in de jaarplanning Proefwerken duren maximaal 50 minuten. Voor leerlingen met extra tijd is dit maximaal 60 minuten. 3. Cijfergeving 3.1. De overhoringen, toetsen en proefwerken worden gewaardeerd met een cijfer op 1 decimaal nauwkeurig Overzicht van de structuur per klas: Op het rapport aan het einde van het schooljaar staat per vak in Klas 1 (zie 1.7): periodecijfer 1 periodecijfer 2 periodecijfer 3 periodecijfer 4 periodecijfer 5 Eindgemiddelde klas 1 Op het rapport aan het einde van het schooljaar staat per vak in Klas 2 (zie 1.7): Eindgemiddelde klas 1 periodecijfer 1 periodecijfer 2 periodecijfer 3 periodecijfer 4 periodecijfer 5 Eindgemiddelde klas 2 4/7

5 Op het rapport aan het einde van het schooljaar staat per vak in Havo 3 (zie 1.7): Eindgemiddelde klas 2 periodecijfer 1 periodecijfer 2 periodecijfer 3 periodecijfer 4 periodecijfer 5 Eindgemiddelde havo 3 Op tussentijdse rapporten in een schooljaar staan de tot dan toe bekende periodecijfers en eindgemiddelden. 3.3 Het eindgemiddelde van mavo 2 en havo 3 zal voor de betreffende vakken meegenomen worden als eerste cijfer naar mavo 3 cq havo Onregelmatigheden 4.1. Indien een leerling zich tijdens een toetsing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de teamleider maatregelen nemen Indien de toezichthouder vermoedt dat een leerling zich schuldig maakt aan enige onregelmatigheid, stelt hij de leerling hiervan onmiddellijk in kennis Als het mogelijk is, wordt de leerling in staat gesteld het werk af te maken. In het geval van schriftelijk werk, krijgt de leerling een nieuw antwoordblad. De toezichthouder tekent de onregelmatigheid op het oorspronkelijke antwoordblad aan en neemt dit in beslag De toezichthouder stelt de teamleider in kennis van de geconstateerde onregelmatigheid De teamleider stelt een onderzoek in, waarbij de betrokkenen gehoord worden. De leerling kan zich laten bijstaan door een door hem aan te wijzen meerderjarige Na het onderzoek kan de teamleider beslissen over te gaan tot de volgende maatregelen: Het toekennen van het cijfer 1,0 voor de toets; Het cijfer voor de gemaakte toets blijft gelden als resultaat; Het opleggen van een nieuwe toets in door de teamleider aan te wijzen onderdelen. 5. Vervangingsregeling 5.1. Per leerjaar mag de leerling bij elk vak één periodecijfer vervangen door het gemiddelde van de periodecijfers t/m periode De vervangingsregeling wordt in periode 5 op de meest gunstige wijze voor de leerling toegepast Voorwaarden: Mist een leerling bij hetzelfde vak twee maal het proefwerk in de afsluitende week, dan vervalt de vervangingsregeling Een leerling die vanwege een onregelmatigheid of onwettig verzuim voor een proefwerk of voor een toets die in een periodecijfer verrekend wordt, een disciplinair cijfer 1,0 heeft gekregen, mag dit periodecijfer niet vervangen. 5/7

6 6. Afwezigheid tijdens toetsen en proefwerken 6.1. Afwezigheid tijdens een proefwerk (in een afsluitende week) Een leerling die één of meer proefwerken mist dient deze in te halen op de vastgestelde inhaaldatum Een leerling die tijdens een proefwerk ziek wordt, meldt zich bij de mavobalie (voor de mavoleerlingen) of havobalie (voor de havoleerlingen) af, voordat hij naar huis gaat Het missen van een proefwerk en/of het ziek worden tijdens een proefwerk dient door de ouders/verzorgers binnen 48 uur telefonisch of schriftelijk gemeld/bevestigd te worden bij de betreffende balie. De geldigheid van de afwezigheid en dus het recht op het inhalen van de gemiste toets, is ter beoordeling aan de teamleider. Bij onwettig verzuim wordt er een disciplinaire 1,0 toegekend Afwezigheid tijdens een toets in een periode Een leerling die één of meer toetsen mist en binnen 48 uur telefonisch of schriftelijk afwezig gemeld/bevestigd is door de ouders/verzorgers, dient deze toets(en) zo spoedig mogelijk in te halen. Hiervoor maakt de leerling direct nadat hij weer terug is op school een afspraak met de vakdocent wanneer de toets ingehaald moet worden. Het initiatief ligt bij de leerling. De leerling die hierbij in gebreke blijft kan een disciplinaire 1,0 krijgen voor de gemiste toets Ook hier wordt de geldigheid van de reden van afwezigheid beoordeeld door de teamleider (zie ) Bij onwettig verzuim wordt er een disciplinaire 1,0 toegekend. 7. Overgangsregeling 7.1. Algemeen Op rapportlijsten en in magister staan cijfers op één decimaal nauwkeurig vermeld Op het rapport van de leerling komen voor elk vak de periodecijfers en het gemiddelde van de tot dan toe behaalde periodecijfers op één decimaal nauwkeurig Het afgeronde cijfer 5 (van 4,50 t/m 5,49) geldt als een onvoldoende. Het afgeronde cijfer 4 (van 3,50 t/m 4,49) geldt als twee onvoldoendes. Het afgeronde cijfer 3 of lager ( t/m 3,49) geldt als drie onvoldoendes De docentenvergadering beslist of een leerling alsnog bevorderd wordt, doubleert of naar een ander schooltype verwezen wordt. Deze beslissing is bindend en wordt aan de ouders medegedeeld Bevorderingscriteria Overgang van leerjaar 1 naar leerjaar Bevordering mavo 1 naar mavo 2 1 onvoldoende voor Nederlands of wiskunde Bevordering havo 1 naar havo 2 1 onvoldoende voor Nederlands, Engels of wiskunde Bevordering mavo 1 naar havo 2 6/7

7 Bevordering havo 1 naar atheneum Overgang van leerjaar 2 naar leerjaar Bevordering mavo 2 naar mavo 3 1 onvoldoende voor Nederlands of wiskunde Bevordering havo 2 naar havo 3 1 onvoldoende voor Nederlands, Engels of wiskunde Bevordering mavo 2 naar havo Bevordering havo 2 naar atheneum Overgang van leerjaar havo 3 naar leerjaar havo Bevordering havo 3 naar havo 4 1 onvoldoende voor Nederlands, Engels of wiskunde. 8. Bijzondere bepalingen 8.1. Iedere leerling, bij minderjarigheid zijn/haar ouder(s), voogd(en) of verzorger(s), wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van deze regeling In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de teamleider van de betreffende afdeling. 7/7