Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2016:2890, (Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2016:2890, (Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.)"

Transcriptie

1 commentaar op Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2016:2890, (Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.) datum auteur G.W. van der Voet Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2016:2890, (Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.) De definitie van het begrip instelling in de zin van de Wmcz: grammaticaal, wetshistorisch of teleologisch uitleggen? 1. Inleiding Op vrijdag 16 december 2016 boog de Hoge Raad zich voor de tweede keer sinds de inwerkingtreding op 1 juni 1996 over de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). De eerste keer was op 6 april 2001 in de zaak De Drie Vennen (ECLI:NL:HR:2001:AB0903). De Hoge Raad boog zich toen over de vraag of een zorgaanbieder een cliëntenraad terzijde mag stellen die hij niet langer representatief acht voor zijn cliënten en in de plaats daarvan een nieuwe cliëntenraad mag instellen. In deze nieuwe zaak moest de Hoge Raad zich een oordeel vormen over een andere fundamentele kwestie, te weten op welk niveau de cliëntenra(a)d(en) binnen de zorgorganisatie dient(/dienen) te worden ingesteld. Daarnaast kwam ook nog het overigens niet onbelangrijke onderwerp van de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand aan de orde, maar dat aspect zal in het kader van het korte bestek van deze annotatie verder buiten beschouwing blijven. 2. Feiten In de onderhavige zaak had een grote zorginstelling in de regio Zuidoost-Brabant die zorg verleent aan kinderen en volwassenen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, Stichting Lunet Zorg (hierna: Lunet Zorg), haar organisatiestructuur gewijzigd. Van regionaal georganiseerde zorg vond een kanteling plaats naar clustergewijs georganiseerde zorg (zoals ambulante zorg, dagbesteding of senioren). De clusters worden aangestuurd door een clustermanager. Onder de clusters vallen zelfsturende teams. Vanuit de gedachte dat medezeggenschap de zeggenschap moet volgen wil deze op een efficiënte wijze kunnen worden uitgeoefend, heeft Lunet Zorg aansluitend tevens de medezeggenschapsstructuur gewijzigd. De lokale en regionale cliëntenraden worden in de nieuwe structuur daarom niet meer gesitueerd per (geografische) locatie, maar per divisie/cluster (waarbij de doelgroep van de zorg bepalend is). Naast de centrale cliëntenraden, is er door de wijziging nog slechts sprake van zogenoemde clusterraden. De zorgaanbieder heeft de lokale cliëntenraden niet bij deze wijziging betrokken. Een tweetal van hen De Biezenrijt c.s. (hierna: de lokale cliëntenraden) komt tegen deze gang van zaken in het geweer. Zij claimen nog altijd cliëntenraden te zijn in de zin van de Wmcz. Zij wijzen daarbij op artikel 2 lid 1 Wmcz, dat de zorgaanbieder verplicht om voor elke (zorg)instelling die hij in stand houdt een cliëntenraad in te stellen (en ingesteld te houden). Op grond van deze bepaling verzoeken de lokale cliëntenraden de Kantonrechter Eindhoven, Lunet Zorg te veroordelen tot naleving van de wet, meer in het bijzonder haar te verplichten hen alsnog actief en direct te betrekken bij de medezeggenschap binnen de zorgorganisatie waaronder maar niet uitsluitend de voorgenomen invoering van een geheel nieuwe medezeggenschapsstructuur. 3. Het begrip instelling in de zin van de Wmcz Om deze vordering van de lokale cliëntenraden te kunnen beoordelen is het van belang om kennis te nemen van de definities van het begrip instelling in artikel 1 lid 1 onderdeel b Wmcz. Deze luiden als volgt: 1. een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen; 2. elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin gezondheidszorg wordt verleend en dat wordt gefinancierd: a. door het Zorginstituut Nederland op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg; b. door Onze Minister op grond van Kaderwet VWS-subsidies; 3. elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin verslavingszorg wordt verleend en dat wordt gefinancierd door Onze Minister, een gemeente of een provincie; Bij een zorgvuldige bestudering van deze definities valt op, dat deze deels uitgaan van een formele benadering en deels van een materiële benadering van het begrip instelling. Onder 1 is gekozen voor een formele benadering: een instelling is de organisatie (of dat onderdeel van de organisatie) die (of dat) een toelating heeft op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTz). Onder 2 en 3 is gekozen voor een materiële benadering: er moet sprake zijn van een in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin de in dat onderdeel nader genoemde zorg wordt verleend. De toenmalige minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) verwees daarbij in de memorie van toelichting naar de betekenis van het begrip onderneming als bedoeld in artikel 1 lid

2 Sport (hierna: de minister) verwees daarbij in de memorie van toelichting naar de betekenis van het begrip onderneming als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel c WOR en de daarop gebaseerde jurisprudentie (Kamerstukken II 1992/93, 23041, 3, p. 23). Dit verschil in benadering kan in de praktijk leiden tot verschillende uitkomsten, zo bleek onder meer uit de evaluatie van de Wmcz in 2000 (zie J. de Savornin Lohman e.a., Evaluatie Kwaliteitswet zorginstellingen, Den Haag: ZorgOnderzoek Nederland 2001). Zo kan de formele benadering er in sommige gevallen toe leiden dat de cliëntenraad op een (veel) hoger niveau moet worden ingesteld, dan wanneer de materiële definitie van toepassing zou zijn geweest. Vanwege dit verschil in uitkomst en omdat de materiële definitie meer aansluit bij de gedachte die aan de Wmcz ten grondslag ligt om medezeggenschap zo laag mogelijk binnen de organisatie en zo dicht mogelijk bij de leefvloer te laten plaatsvinden hadden de minister en de staatssecretaris in een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 15 april 2002 toegezegd nog slechts de materiële definitie als uitgangspunt te hanteren (Kamerstukken II 2001/02, 27807, 15, p. 4 (toezegging 15)). Deze toezegging leidde tot een aanpassing in het daarop volgende wetsvoorstel tot wijziging van de Wmzc (Kamerstukken II 2006/07, 30946, 1-2), welke wijziging als volgt werd toegelicht: ( ) dat het organisatorisch verband dat bij de WTZi een toelating krijgt niet per se op hetzelfde niveau hoeft te liggen als het niveau waarvoor de wetgever destijds een cliëntenraad wenselijk achtte, namelijk het niveau waar daadwerkelijk zorg wordt verleend. Hierdoor sluit artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 1 Wmcz niet meer aan bij de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever dat er niet kan worden volstaan met één cliëntenraad voor alle onder de zorgaanbieder ressorterende tehuizen of inrichtingen (Kamerstukken II 2006/07, 30946, 3, p. 2). Dit wetsvoorstel is echter nooit ingevoerd, waardoor het verschil in benadering tot op heden in de wet is blijven bestaan en uiteindelijk aanleiding gaf tot het onderhavige geschil. 4. Oordeel Kantonrechter Eindhoven De Kantonrechter Eindhoven ging op 1 augustus 2014 bij de beoordeling van het geschil uit van de letterlijke tekst van de in artikel 1 lid 1 onderdeel b Wmcz opgenomen definitie(s) en overwoog dat de locaties waarvoor de lokale cliëntenraden waren ingesteld, geen instelling waren in de zin van de Wmcz (zaaknr EJ VERZ 14/450). Volgens de kantonrechter waren zij namelijk geen instelling in de zin van de WTZi, zoals vereist onder 1. De WTZi definieert een instelling als een organisatorisch verband dat een toelating heeft als bedoeld in artikel 5 WTZi. Vast stond dat de stichting geen afzonderlijke toelatingen op grond van de WTZi voor de verschillende dagverblijven en woonhuizen (meer) had, maar (slechts) één WTZi-toelating voor de stichting als geheel. Daarmee was volgens de kantonrechter alleen de stichting (als geheel) nog aan te merken als een instelling in de zin van artikel 1 lid 1 aanhef en onderdeel b onder 1 Wmcz. Qua wijze van financiering voldeden de locaties voorts evenmin aan de definities opgenomen onder 2 en 3. Daaruit volgde volgens de kantonrechter dat Lunet Zorg de lokale cliëntenraden niet als zelfstandige cliëntenraden hoefde te erkennen (r.o ). Lunet Zorg had, door de lokale cliëntenraden geen rechtstreekse medezeggenschap te verlenen onder andere wat betreft de voorgenomen vernieuwing van de medezeggenschapsstructuur volgens de kantonrechter ook niet gehandeld in strijd met artikel 2 Wmcz (r.o. 8.1 e.v.). 5. Oordeel Hof s-hertogenbosch In hoger beroep koos het Hof s-hertogenbosch op 26 maart 2015 voor de materiële benadering uit artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 Wmcz en kwam zodoende tot een ander oordeel (ECLI:NL:GHSHE:2015:1116; AR Updates ; GZR Updates ). Op basis van de parlementaire geschiedenis gaf het hof daarbij een ruime uitleg aan de daarin opgenomen tekst ( ) dat wordt gefinancierd door het Zorginstituut Nederland op grond van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg ( ). Deze zinsnede diende volgens het hof niet zo te worden opgevat dat artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 Wmcz beperkt bleef tot geoormerkte instellingen dan wel instellingen ten aanzien waarvan zeer specifieke financieringsstromen gelden. In plaats daarvan diende de zinsnede te worden opgevat als de eis dat sprake is van financiering in algemene zin, dus ook in de gevallen waarbij het Zorginstituut Nederland optreedt als uitvoerder respectievelijk beheerder. Daarbij wees het hof op de bedoeling van de wetgever ten tijde van de invoering van de Wmcz, dat de medezeggenschap bij alle collectief gefinancierde zorginstellingen zo laag mogelijk binnen de organisatie zou worden vormgegeven. Deze uitleg had in de onderhavige zaak tot gevolg dat tevens moest worden bekeken of de locaties die de lokale cliëntenraden in deze zaak vertegenwoordigden, voldeden aan de materiële eis dat sprake is van een in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin gezondheidszorg wordt verleend. Deze uitleg is op zich niet nieuw. Zo werd die eerder ook al gehanteerd door de Kantonrechter Rotterdam op 14 juli 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BR3322) en door de Landelijke Geschillencommissie LPR- GGz Nederland op 10 januari 2001 (uitspraaknr. C2057; deze geschillencommissie fuseerde met ingang van 2007 met twee andere landelijke vertrouwenscommissies tot de huidige Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)). Opvallend is vervolgens het gemak waarmee het hof vervolgens lijkt aan te nemen dat de zelfsturende teams in de nieuwe zorgorganisaties aan deze materiële definitie voldoen. Letterlijk zegt het hof hierover: Uit de door de Lunet Zorg verstrekte informatie bleek dat in de nieuwe organisatiestructuur aangaande de diverse locaties sprake zou zijn van zelfsturende teams, waarbij tevens coaches begeleiding geven. Het hof vermocht niet in te zien waarom deze zelfsturende teams niet zouden kunnen worden aangemerkt als een in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband. Deze aanname wordt verder niet door het hof gemotiveerd, terwijl het toch maar zeer de vraag is of zelfsturende teams wel een organisatorisch verband kunnen vormen als bedoeld in de definitie (welke definitie zoals gezegd aansluit bij de definitie van het begrip onderneming in art. 1 lid 1 onderdeel c WOR). Daarvoor is namelijk onder meer vereist dat de werknemers in een functionele en hiërarchische relatie staan tot de leiding van de instelling (c.q. onderneming; zie Ktr. Utrecht 10 oktober 1984, NJ 1985/558) en dat is bij zelfsturende teams nu juist niet het geval (kenmerkend voor zelfsturende teams is immers dat de doelen, de werkwijze, de bijdrage van de afzonderlijke teamleden en de coördinatie van taken door de

3 teamleden zelf in gezamenlijkheid worden bepaald c.q. vastgesteld). Deze aanname had in cassatie dus tot een motiveringsgebrek kunnen leiden, ware het niet dat Lunet Zorg in feitelijke instantie in het geheel geen verweer op dit punt heeft gevoerd (zie de conclusie van de A-G bij o.w. 4.20; ECLI:NL:PHR:2016:918). Anders dan de Kantonrechter Rotterdam in de zaak van 14 juli 2011 (ECLI:NL:RBROT:2011:BR3322) besteedde het hof voorts nauwelijks aandacht aan de uitwerking die deze uitleg van artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 Wmcz zou hebben op de werkbaarheid van de medezeggenschap bij Lunet Zorg. Op de uitspraak kwam dan ook kritiek (zie o.a. de annotatie bij dit arrest van K.D. Meersma in GJ 2015/100). 6. Oordeel Hoge Raad In cassatie voert Lunet Zorg ten slotte aan dat zij heeft voldaan aan haar verplichtingen uit artikel 2 lid 1 Wmcz jo. artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 1 Wmcz, door het instellen van een cliëntenraad aan de top van haar organisatie. Het cassatiemiddel richt zich dan ook tegen het oordeel van het hof dat artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 Wmcz meebrengt dat Lunet Zorg niet kon volstaan met een cliëntenraad op het centrale niveau. De Hoge Raad stelt in cassatie vast dat de letterlijke wettekst van artikel 1 lid 1 onderdeel b Wmcz Lunet Zorg inderdaad niet verplicht tot het organiseren van medezeggenschap op het niveau waarop daadwerkelijk zorg wordt verleend. De Hoge Raad stelt tevens vast dat dit niet in overeenstemming is met de bedoeling van de wetgever bij de totstandkoming van de Wmcz en signaleert daarmee een spanning tussen de wettekst en de daarbij behorende toelichting. De Hoge Raad overweegt vervolgens dat in zijn algemeenheid niet kan worden gezegd dat in een zodanig geval aan hetzij de wettekst, hetzij de bedoeling die de wetgever daarmee had, doorslaggevend gewicht moet worden toegekend. Omdat de bedoeling van de wetgever ten aanzien van het organisatorisch niveau waarop de medezeggenschap van cliënten dan wel precies moet plaatsvinden, volgens de Hoge Raad echter nog onvoldoende duidelijk is, komt in het onderhavige geval volgens de Hoge Raad meer gewicht toe aan de bewoordingen en de opzet van de wet. Daarbij speelt in het bijzonder een rol, de in dit geding mede aan de orde gestelde vraag of een (grote) instelling als Lunet Zorg zou moeten worden verplicht tot het instellen van een cliëntenraad op het niveau van de (zeer kleine) zelfsturende teams. Gewezen zij in dit verband op het feit dat zich met name in de jaren negentig van de vorige eeuw een fusiegolf heeft voorgedaan in de zorg, waardoor zeer grote zorgorganisaties zijn ontstaan. Tegelijkertijd zag (en ziet) men een tendens waarbij zorg vanuit (zeer) kleine eenheden aan de cliënt wordt aangeboden. Hierdoor rees eerder al de vraag of het thans nog steeds de bedoeling van de wetgever is dat bij iedere zorglocatie een cliëntenraad wordt ingesteld (zie Ktr. Middelburg 28 april 1998, TvGR 1998, p. 365 e.v.). De Hoge Raad wijst erop dat dit onderwerp al geruime tijd de aandacht van de wetgever heeft en dat het mede om die reden de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat om te onderzoeken op welk niveau de cliëntenraden naar huidige maatschappelijke opvattingen zouden moeten worden ingesteld. 7. Conclusie A-G In dat verband zij tevens gewezen op de conclusie van A-G De Bock van 9 september 2016 in de onderhavige zaak (ECLI:NL:PHR:2016:918). De A-G wijst in zijn conclusie namelijk eveneens op het in de praktijk en in de literatuur gesignaleerde probleem dat zorgaanbieders door de materiële benadering genoodzaakt kunnen worden een veelheid van cliëntenraden in stand te houden. Zo overweegt de A-G onder meer: Of dit tot een onwerkbare situatie leidt voor Lunet Zorg omdat zij bij een zeer groot aantal cliëntenraden advies moet inwinnen en de mogelijkheid bestaat dat tegenstrijdige adviezen worden uitgebracht, is door haar verder niet toegelicht. Dat het niet echt praktisch is om meer dan honderd cliëntenraden te hebben, lijkt echter aannemelijk (o.w. 4.13). Voorts wijst de A-G erop dat in 2010 het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz) bij de Tweede Kamer is ingediend, dat onder meer het eerder genoemde wijzigingsvoorstel van de Wmcz verving en had moeten leiden tot intrekking van de Wmcz (Kamerstukken II 2009/10, 32402, 2). In dat wetsvoorstel was het instellingsbegrip opvallend genoeg verdwenen. De zorgaanbieder hoefde in beginsel voorts slechts één cliëntenraad voor zijn hele zorgorganisatie in te stellen en niet voor alle zorginstellingen afzonderlijk (art. 33 lid 1 jo. lid 2 onderdeel a Wcz). Slechts indien de zorg door de zorgaanbieder zo was georganiseerd dat sprake was van meerdere te onderscheiden onderdelen, moest de zorgaanbieder voor zover dat redelijkerwijs aangewezen was te achten eveneens cliëntenraden instellen bij elk van die onderdelen (art. 33 lid 3 Wcz). Bij de derde nota van wijziging van het wetsvoorstel was onder andere deze bepaling zonder duidelijke motivering echter weer uit het voorstel geschrapt (Kamerstukken II 2012/13, 32402, 12, p. 19). Wat daar ook van zij, de minister heeft in dit wetsvoorstel dus in ieder geval nog vrij kort geleden overwogen de bottom-upbenadering bij de vormgeving van de medezeggenschap van cliënten van zorginstellingen te verlaten. (Met de bottomupbenadering wordt het uitgangspunt bedoeld dat de medezeggenschap zo dicht mogelijk bij de leefvloer dus zo laag mogelijk in de organisatie moet worden vormgegeven, waarna de lokale cliëntenraden er eventueel voor kunnen kiezen een deel van hun bevoegdheden over te dragen aan groepscliëntenraden en/of een centrale cliëntenraad.) De A-G wijst er tot slot op dat de Wcz onder de naam Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) uiteindelijk wel is ingevoerd, maar zonder het onderdeel medezeggenschap (Wet van 7 oktober 2015, Stb. 2015/407). De wet is grotendeels in werking getreden per 1 januari 2016 (Stb. 2015/525). De A-G merkt in dat kader op dat momenteel wordt gewerkt aan een herziening van de Wmcz, die een aantal gesignaleerde knelpunten moet verhelpen, maar dat het op dat moment nog niet tot een wetsvoorstel was gekomen. Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat de Hoge Raad ervoor heeft gekozen de uitkomst van dit wetgevingsproces af te wachten.

4 Overigens werd het wetsvoorstel kort na het verschijnen van de conclusie van de A-G (namelijk in september 2016) door de minister van VWS ter consultatie gepubliceerd (waarover hierna meer). 8. Is de bottom-upbenadering door de wetgever verlaten? 8.1. Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz) De A-G wees terecht op een mogelijk voortschrijdend inzicht bij de wetgever wat betreft het niveau waarop de cliëntenraden nu precies moeten worden ingesteld. Daar waar artikel 2 lid 1 Wmcz de zorgaanbieder verplicht tot het instellen van een cliëntenraad bij iedere instelling die hij in stand houdt hoe klein deze ook is bevatte de Wcz een ondergrens: de medezeggenschapsregeling was slechts van toepassing op zorgaanbieders die door meer dan tien personen zorg doet verlenen (art. 31 Wcz). Reden voor het invoeren van deze ondergrens is gelegen in de efficiëntie van de medezeggenschapsregeling: in organisaties waarin een zeer beperkt aantal mensen zorg verleent, zijn de lijnen kort en kunnen de wensen van cliënten gemakkelijk via informeel overleg door de zorgaanbieder worden vernomen (Kamerstukken II 2009/10, 32402, 3, p. 135). Een cliëntenraad is dan dus overbodig. Eenzelfde soort reden ligt al ruim een halve eeuw (mede) ten grondslag aan de drempel voor het instellen van een ondernemingsraad: de ondernemer hoeft pas een ondernemingsraad in te stellen als er binnen zijn onderneming vijftig personen of meer werkzaam zijn (art. 2 lid 1 WOR). Een lichtere vorm van medezeggenschap door middel van een personeelsvertegenwoordiging (pvt), of personeelsvergadering (pv) geldt als er binnen de onderneming in de regel ten minste tien maar minder dan vijftig werknemers werkzaam zijn (art. 35b en 35c WOR). (Zie over de geschiedenis en de ratio van deze instellingsgrens: S.S.M. Peters, Getalscriteria in de Wet op de ondernemingsraden (I), SMA 1998, p. 414 e.v. en S.S.M. Peters, Getalscriteria in de Wet op de ondernemingsraden (II), SMA 1999, p. 68 e.v.) Met het oog op de uitvoerbaarheid van de Wmcz zou de invoering van een ondergrens mijns inziens in ieder geval als een verbetering te beschouwen zijn. Een tweede opvallende wijziging in de Wcz was zoals terecht door de A-G opgemerkt dat de zorgaanbieder in beginsel slechts één cliëntenraad voor zijn hele zorgorganisatie zou hoeven in te stellen en dus niet langer voor alle zorginstellingen afzonderlijk (art. 33 lid 1 jo. lid 2 onderdeel a Wcz). Slechts indien de zorgaanbieder de zorg zodanig zou hebben georganiseerd dat daarbij sprake zou zijn van meerdere te onderscheiden onderdelen én dat in redelijkheid aangewezen zou zijn te achten, dienden naast of in de plaats van de in lid 2 genoemde (centrale) cliëntenraad decentrale cliëntenraden voor deze onderdelen te worden ingesteld (art. 33 lid 3 Wcz). Volgens de memorie van toelichting diende daarbij te worden gedacht aan de situatie waarin de zorgaanbieder bijvoorbeeld werkzaam is op meerdere locaties en/of er te onderscheiden groepen van cliënten zijn, met mogelijk niet geheel gelijklopende belangen. De zorgaanbieder diende dan in het door hem op te stellen medezeggenschapsreglement de taken en de verdeling van de bevoegdheden over de onderscheiden cliëntenraden te regelen (art. 33 lid 3 onderdeel c Wcz). Deze aanpassing was volgens de minister ingegeven met het oog op de zeer uiteenlopende situaties in de zorg. Daardoor was het volgens de minister niet goed doenlijk op wetsniveau precies te bepalen in welke gevallen er naast of in plaats van de (centrale) cliëntenraad nog andere cliëntenraden moesten worden ingesteld, of hoe de taak- en bevoegdheidsverdeling tussen die raden dan moet zijn (Kamerstukken II 2009/10, 32402, 3, p. 136). De medezeggenschapsregeling in de Wcz vormde als zodanig een breuk met de aan de Wmcz ten grondslag liggende gedachte dat medezeggenschapstructuur bottom-up moet worden vormgegeven, waarbij de lokale cliëntenraden bepalen of zij willen meewerken aan de instelling van groepscliëntenraden en/of een centrale cliëntenraad of niet (Kamerstukken II 1992/93, 23041, 3, p. 25) Huidig wetsontwerp In het nieuwe ontwerpwetsvoorstel dat in september 2016 ter internetconsulatie is voorgelegd aan het zorgveld wordt echter opnieuw gekozen voor een materiële benadering van het begrip instelling. Zo definieert artikel 1 lid 1 onderdeel b van het wetsontwerp het begrip instelling als elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband dat zorg verleent. Zorg wordt in artikel 1 lid 1 onderdeel c vervolgens gedefinieerd als: 1 zorg die wordt gefinancierd ingevolge de Wet langdurige zorg; 2 zorg of een dienst die wordt gefinancierd ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1 van de Zorgverzekeringswet, of 3 zorg die wordt gesubsidieerd op grond van de Kaderwet VWS-subsidies; Artikel 3 lid 1 van het wetsontwerp bevat voorts dezelfde ondergrens die ook reeds voorkwam in de Wcz: de zorgaanbieder moet in de regel door meer dan tien personen zorg doen verlenen, wil er een verplichting bestaan tot het instellen van een cliëntenraad. In de situatie dat de zorgaanbieder meerdere instellingen in stand houdt, verplicht artikel 3 lid 4 tot het instellen van een cliëntenraad voor elk van die instellingen, tenzij dit in redelijkheid voor die instellingen niet aangewezen is te achten. Hier wordt de rechter (dan wel de vertrouwenscommissie) dus de mogelijkheid geboden om te kijken naar de wijze waarop deze verplichting in een aan hem voorgelegde concrete situatie uitpakt en of dat wel redelijkerwijs uitvoerbaar is voor de zorgaanbieder. In de WOR wordt deze mogelijkheid ook aan de rechter geboden, zij het dan door middel van een positief geformuleerd criterium. Zo verplicht artikel 3 lid 1 WOR de ondernemer die twee of meer ondernemingen in stand houdt waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn, om voor alle of voor een aantal van die ondernemingen tezamen een gemeenschappelijke ondernemingsraad in te stellen in plaats van voor iedere onderneming een afzonderlijke ondernemingsraad indien dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van deze wet in de betrokken ondernemingen. Ondanks hun verschillende formulering kunnen beide criteria mijns inziens tot hetzelfde resultaat leiden en de uitvoerbaarheid van de betreffende wet bevorderen.

5 In artikel 3 lid 2 en 3 van het wetsontwerp wordt de zorgaanbieder bovendien verplicht een medezeggenschapsregeling op te stellen. Deze medezeggenschapsregeling kan er blijkens artikel 3 lid 5 in voorzien dat er een centrale cliëntenraad wordt ingesteld. Blijkens artikel 3 lid 6 dient in het medezeggenschapsreglement dan tevens te worden geregeld hoe de taak- en bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende medezeggenschapsorganen er precies uitziet. Hoewel de cliëntenraad op grond van artikel 8 lid 1 van het wetsontwerp weliswaar in beginsel een instemmingsrecht heeft inzake dit medezeggenschapsreglement, kan de zorgaanbieder vervangende toestemming vragen aan de commissie van vertrouwenslieden als (a) de beslissing van de cliëntenraad om geen instemming te geven onredelijk is, of (b) het voorgenomen besluit van de zorgaanbieder gevergd wordt om zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen (art. 8 lid 5). Het initiatief wat betreft de vormgeving van de medezeggenschapsstructuur ligt dus bij de zorgaanbieder wat als een top-downbenadering gekwalificeerd zou kunnen worden, maar het uitgangspunt is hier net als bij de Wmcz opnieuw dat de zorgaanbieder er in beginsel samen met zijn cliëntenra(a)d(en) moet zien uit te komen, zodat ten aanzien van dit onderwerp evenwichtige, tweezijdige zelfregulering tot stand komt. Lukt dit niet, dan is er anders dan in de Wmcz in dit ontwerp echter nog een (marginale) redelijkheidstoets door een geschilbeslechtende instantie mogelijk om situaties van onuitvoerbare regelgeving te voorkomen. Daartoe had overigens ook aansluiting kunnen worden gezocht bij het systeem in artikel 33 WOR, waarin staat dat de ondernemer die twee of meer ondernemingsraden heeft ingesteld voor de door hem in stand gehouden ondernemingen tevens een centrale ondernemingsraad instelt en voor een aantal van hen daarnaast eventueel ook nog één of meer groepsondernemingsraden, indien dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van deze wet ten aanzien van deze ondernemingen. Voordeel voor de lokale cliëntenraden in de keuze die is gemaakt in het huidige wetsontwerp, is dat het in beginsel de zorgaanbieder is die de stap naar de geschilbeslechtende instantie zal moeten zetten als hij met zijn cliëntenraden van mening mocht verschillen over de noodzaak tot het instellen van groepscliëntenraden en/of een centrale cliëntenraad, daar waar de lokale ondernemingsraden zich op grond van artikel 33 WOR actief tot de rechter zullen moeten wenden om de instelling van een in hun ogen niet noodzakelijke centrale of groepsondernemingsraad tegen te houden en daar doorgaans toch een zekere drempel toe zullen ervaren. Voordeel van het in artikel 33 WOR gehanteerde criterium ten aanzien van de vraag wanneer mag worden overgegaan tot de instelling van één of meer overkoepelende medezeggenschapsorganen, is daarentegen dat dit criterium iets soepeler lijkt dan het in het wetsontwerp gehanteerde criterium. Omdat de minister met het huidige wetsontwerp desondanks evenzeer ook een goede toepassing daarvan zal beogen, zou de toepassing van beide criteria naar mijn mening desondanks tot hetzelfde resultaat moeten leiden. 9. Hoe nu verder? Tegen de achtergrond van de in paragraaf 8 beschreven, verschillende pogingen tot wijziging van de Wmcz, is het begrijpelijk dat de Hoge Raad de wetgever niet in de wielen heeft willen rijden en zich daarom heeft beperkt tot een grammaticale uitleg van artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 Wmcz. Dat de minister in het huidige wetsontwerp weer heeft gekozen voor een bottom-upmodel, wil namelijk niet zeggen dat dit wetsontwerp ook wet zal worden (bovendien betreft het dit keer een gematigd bottom-upmodel). Om te beginnen zal eerst de uitslag van de Tweede- Kamerverkiezingen moeten worden afgewacht. Medezeggenschap van cliënten van zorginstellingen is namelijk een onderwerp waarover de opvattingen politiek gezien nogal verdeeld zijn. Om die reden deed de Wmcz er maar liefst twintig jaar over om tot stand te komen en in werking te treden (twee voorafgaande wetsvoorstellen sneuvelden in de jaren tachtig van de vorige eeuw). Het resultaat was een politiek compromis dat voor haar inwerkingtreding al aanleiding gaf tot veel vragen en kritiek (zie o.a. G.W. van der Voet, De kwaliteit van de WMCZ als medezeggenschapswet, Den Haag: BJu 2005 (dissertatie)). Op dit moment is de minister voorts al weer ruim tien jaar voornemens de Wmcz te wijzigen en zijn alweer twee wetsvoorstellen daartoe gesneuveld. Het is dus zeer de vraag of en wanneer het huidige wetsontwerp de eindstreep gaat halen. Ondertussen heeft in ieder geval een deel van het zorgveld nog steeds te maken met de materiële benadering van het begrip instelling, omdat zij wel vallen onder de definities uit artikel 1 lid 1 onderdeel b onder 2 en 3 Wmcz. In het belang van de uitvoerbaarheid en een effectieve toepassing van de Wmcz lijkt het zaak voor rechters om deze definities met enige soepelheid toe te passen en daarbij rekening te houden met de wijze waarop de toepassing daarvan binnen de betreffende zorgorganisatie zal uitpakken en of dit redelijkerwijs van de zorgaanbieder gevergd kan worden (zoals onder meer werd gedaan door de Kantonrechter Rotterdam 14 juli 2011, ECLI:NL:RBROT:2011:BR3322). Eén ding is namelijk wel duidelijk geworden dat komt althans structureel bij ieder wijzigingsvoorstel terug en dat is dat de wetgever met de Wmcz geen onuitvoerbare en/of ineffectieve wetgeving heeft beoogd.

Geachte Kamerlid, Datum : 4 september 2018 Ons kenmerk : /BoZ Betreft : Wet medezeggenschap cliënten Zorginstellingen 2018

Geachte Kamerlid, Datum : 4 september 2018 Ons kenmerk : /BoZ Betreft : Wet medezeggenschap cliënten Zorginstellingen 2018 Aan de leden van de vaste commissie voor VWS in de Tweede Kamer der Staten-Generaal ter attentie van mevrouw H. Post, griffier per email: cie.vws@tweedekamer.nl Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 9696 3506

Nadere informatie

Betreft: Inbreng schriftelijke vragen 14 februari Wmcz 2018

Betreft: Inbreng schriftelijke vragen 14 februari Wmcz 2018 Tweede Kamer der Staten Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20018 2500 EA Den Haag Utrecht, 12 februari 2018 Betreft: Inbreng schriftelijke vragen

Nadere informatie

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten Uitkomst van overleg De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ overwegende dat zij gehoor hebben gegeven aan het verzoek

Nadere informatie

Casus 13 Kom op voor je recht

Casus 13 Kom op voor je recht Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal

Nadere informatie

De nieuwe WMCZ Presentatie Jaap Zwitser 1 november 2016

De nieuwe WMCZ Presentatie Jaap Zwitser 1 november 2016 De nieuwe WMCZ Presentatie Jaap Zwitser 1 november 2016 Inhoud presentatie Stand van zaken nieuwe wetgeving Wat is er nieuw Onduidelijkheden of minpunten Hoe verder Stand van zaken nieuwe wetgeving WMCZ

Nadere informatie

Hieronder een korte samenvatting van de Wmcz 2018 en een aantal opmerkingen gekeken naar de zorg voor mensen met een beperking.

Hieronder een korte samenvatting van de Wmcz 2018 en een aantal opmerkingen gekeken naar de zorg voor mensen met een beperking. Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) gaat veranderen, er is al een voorstel gemaakt voor een nieuwe wettekst in 2016. Op die tekst

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-01 Datum : 29 maart 2007 Partijen : , vertegenwoordigd door de heer NN (bestuurder / algemeen directeur), hierna aangeduid

Nadere informatie

Aanpassing Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen.

Aanpassing Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen. Aanpassing Wet medezeggenschap clienten zorginstellingen. Waar staan we nu? Nienke Zwennes Goof Buijs Marga Steemers Bouwstenen voor de wijziging De huidige Wmcz De voorstellen op terrein van medezeggenschap

Nadere informatie

Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)

Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) 34858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt

Nadere informatie

nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen

nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen Ambtelijk ontwerp voor internetconsultatie, september 2016 nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen Voorstel van wet Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 402 Wet cliëntenrechten zorg Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) gaat veranderen, er is al een voorstel gemaakt voor een nieuwe wettekst in 2016. Op die tekst

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie Kenmerk

Besluit tot goedkeuring concentratie Kenmerk Besluit tot goedkeuring concentratie In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante

Nadere informatie

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland 1 Geanonimiseerde versie Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -

Nadere informatie

Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)?

Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)? Workshop: Wat zegt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz)? Theorie en praktijk van medezeggenschap cliënten José Broers adviseur en expert medezeggenschap 10 december 2018 LOC-visie Waarde-volle

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

AS ontzorgd Actualiteiten in de zorg. Jolande Janssen & Steven Jellinghaus Soest 17 november 2015

AS ontzorgd Actualiteiten in de zorg. Jolande Janssen & Steven Jellinghaus Soest 17 november 2015 AS ontzorgd Actualiteiten in de zorg Jolande Janssen & Steven Jellinghaus Soest 17 november 2015 Programma Medezeggenschapstructuur - Zelfsturende teams - Resultaat verantwoordelijke eenheden WWZ in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 946 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen met het oog op versterking van de positie van de cliëntenraden Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband

Nadere informatie

.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.

.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken. Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 30-10-2012) Wet van 29 februari 1996, houdende regels ter bevordering van de medezeggenschap van de cliënten van uit collectieve middelen gefinancierde zorgaanbieders op het terrein

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005

No.W /III 's-gravenhage, 2 december 2005 ................................................................................... No.W05.05.0449/III 's-gravenhage, 2 december 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 oktober 2005, no.05.003859, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie

Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg. Betreft: Dental Clinics Nederland B.V. Maatschap Sillekens/Sillekens-Wijdeveld

Nadere informatie

Memo. De Wkkgz nader toegelicht. Voor wie is de Wkkgz? 1 LSR

Memo. De Wkkgz nader toegelicht. Voor wie is de Wkkgz? 1 LSR Memo Van: LSR Onderwerp: Aanbod LSR klachtwet Wkkgz Datum: 5 januari 2017 Op 1 januari 2016 is de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) ingegaan. De Wkkgz is een kaderwet die ruimte biedt

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie

Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg. Betreft: Holding Apotheek Grave B.V. BENU Apotheek Dubbeldam

Nadere informatie

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk 112895/188247

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk 112895/188247 Besluit zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Holland Venture Ondernemers Fonds II B.V. RDW Holding B.V. Melding 1. Op 11 januari 2015 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

De wettelijke regeling van de pvt

De wettelijke regeling van de pvt 3 De wettelijke regeling van de pvt De wettelijke regels over rechten, verplichtingen, faciliteiten en bevoegdheden van de pvt in de WOR zijn ingewikkeld. Dat komt omdat in de WOR alleen de taken en bevoegdheden

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie

Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg. Betreft: Brocacef Groep N.V. Apotheek De Esch Rotterdam

Nadere informatie

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016

Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016 Wet tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Reactie van LOC Zeggenschap in zorg 12 november 2016 In dit document vindt u de reactie van LOC Zeggenschap in zorg op het wetsontwerp

Nadere informatie

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /166770

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /166770 Besluit zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Brocacef Groep N.V. - Mediq Apotheken Nederland B.V, Mediq Pharma Logistics B.V. en Distrimed B.V. Melding 1. Op 27 januari 2015 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-02 Datum : 24 juni 2009 Partijen : (de zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de secretaris van de raad van bestuur, de heer (naam),

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 07-06 Datum : 13 november 2007 Partijen : de cliëntenraad , vertegenwoordigd door zijn voorzitter, ,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van PM 2018 tot wijziging van het Besluit servicekosten in verband met de verduidelijking van de doorberekening van kosten voor het leveren van warmte als servicekosten Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures 1. Schoolbestuur heeft een geschil met ouders rond toelating en verwijdering. 2. Schoolbestuur of ouder heeft geschil met samenwerkingsverband over toelaatbaarheid

Nadere informatie

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo Scoren met medezeggenschap 18 mei 2017 Joost van Mierlo De spelregels Onderwerpen: - inrichting medezeggenschap - artikel 24 WOR - artikel 25 WOR: - informatie en wezenlijke invloed - gefaseerde besluitvorming

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011. Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011. Rapportnummer: 2011/346 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011 Rapportnummer: 2011/346 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst/Toeslagen volhardt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

>> Vindt u het wetvoorstel effectief om de gestelde doelen te bereiken? Indien niet, heeft u suggesties voor verbetering? En zo ja, welke?

>> Vindt u het wetvoorstel effectief om de gestelde doelen te bereiken? Indien niet, heeft u suggesties voor verbetering? En zo ja, welke? Internetconsultatie: Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) Eerste reactie LOC Zeggenschap in zorg Dit document is een eerste reactie van LOC Zeggenschap in zorg op de voorliggende Wmcz.

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen. 1. Inleiding 1.1 Algemene inleiding Probleemstelling Opzet 3 1.

Inhoudsopgave. Voorwoord. Lijst van gebruikte afkortingen. 1. Inleiding 1.1 Algemene inleiding Probleemstelling Opzet 3 1. Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van gebruikte afkortingen V XIII 1. Inleiding 1.1 Algemene inleiding 1 1.2 Probleemstelling 2 1.3 Opzet 3 1.4 Afbakening 4 2. De totstandkoming en inhoud van de WMCZ 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011 Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 11-005 Datum : 2 november 2011 Partijen : De Cliëntenvertegenwoordigersraad X, verder ook te noemen verzoeker, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-03 Datum : 22 juli 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de raad van bestuur, mevrouw (naam), hierna aangeduid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

1. Het doel van dit reglement is een praktische uitwerking te geven van de bepalingen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

1. Het doel van dit reglement is een praktische uitwerking te geven van de bepalingen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Klachtenreglement Allerzorg Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder: Allerzorg; b. directie: de directie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9630 22 februari 2019 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 februari 2019, kenmerk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 826 Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de gelijkstelling van stadsregio s met een provincie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Utrecht, 9 februari 2018 Betreft: Inbreng verslag Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

Utrecht, 9 februari 2018 Betreft: Inbreng verslag Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 Vaste Commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20018 2500 EA Den Haag Utrecht, 9 februari 2018 Betreft: Inbreng verslag Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 Geachte leden, Op woensdag

Nadere informatie

Jaarbericht Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Jaarbericht Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Jaarbericht 2008-2009 Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders.

Nadere informatie

Landelijke Geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Landelijke Geschillencommissie LPR - GGZ Nederland Landelijke Geschillencommissie LPR - GGZ Nederland Zitting d.d.: 9 januari 2003 Samenstelling geschillencommissie: Secretariaat geschillencommissie: prof. dr. J. E. M. Akveld, voorzitter dhr. P. Manni,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Vragenlijst Gehandicaptenzorg Wet cliëntenrechten zorg

Vragenlijst Gehandicaptenzorg Wet cliëntenrechten zorg Vragenlijst Gehandicaptenzorg Wet cliëntenrechten zorg There are 44 questions in this survey Algemeen Bent u een lokale, regionale/cluster of centrale cliëntenraad? Lokale cliëntenraad Regionale of cluster

Nadere informatie

LCV m.m. een zelfde criterium als bij artikel 3 lid 1 onder i WMCZ. Met het sluiten c.q. niet meer toegankelijk zijn van de kapel c.q. de recreatieruimte hebben cliënten niet meer de mogelijkheid gebruik

Nadere informatie

Kennedy Van der Laan. Geachte heer, mevrouw,

Kennedy Van der Laan. Geachte heer, mevrouw, Memo Kennedy Van der Laan aan Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen van Chris Nekeman en Inge de Laat inzake NVZ / advies WOR datum 29 september 2014 referentie 15123/CNE/cza/ 1340988/0.6 Geachte heer,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 268 Wet van 8 juni 2016 tot wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Klachtreglement Wkkgz

Klachtreglement Wkkgz Klachtreglement Wkkgz Inleiding Zorgvragers dienen niet snel een klacht in. Als een zorgvrager de stap zet om een klacht in te dienen, is het daarom des te belangrijker om daar zorgvuldig mee omgaan. Een

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Datum : 9 juli 2012 Ons kenmerk : /BoZ Betreft : wetswijzigingen WMG, WCZ en andere wetten. Geachte leden van de vaste commissie voor VWS,

Datum : 9 juli 2012 Ons kenmerk : /BoZ Betreft : wetswijzigingen WMG, WCZ en andere wetten. Geachte leden van de vaste commissie voor VWS, Aan de leden van de vaste commissie voor VWS in de Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer drs. A.J.M. Teunissen, griffier Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 9696

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van De Goudse Scholengemeenschap te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G530 Datum: 7 juni 1995 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van "De Goudse Scholengemeenschap" te Gouda, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1583 15 januari 2018 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Advies Rolnummer: LPL. 137 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen

Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen Wetsvoorstel Wkkgz, klachten en geschillen Studiemiddag 13 mei 2014 Mr. M. (Menno) Mostert Opbouw 1. Vooraf 2. Het wetsvoorstel; klachten 3. Het wetsvoorstel; geschillen 4. Het wetsvoorstel; geheimhouding

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie ADVIES Rolnummer: RP98.038 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 858 Nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen

Nadere informatie

Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz. Jasper Boele directeur LSR

Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz. Jasper Boele directeur LSR Medezeggenschap nieuwe stijl / herziening Wmcz Jasper Boele directeur LSR Opbouw lezing Blok1. Ontwikkelingen in de Medezeggenschap Blok 2. Toelichting op de herziene Wmcz Blok 3. Medezeggenschap nieuwe

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan.

Dit advies, gedateerd 3 april 2015, nr. W /l, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/877024(6633) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven.

In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven. In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven. Doel De Wilde Haan. Aantal leden : Behartigen van de belangen van de cliënten van Stichting Buurderij

Nadere informatie

Bij besluit van 16 oktober 2007 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) dit verzoek afgewezen

Bij besluit van 16 oktober 2007 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) dit verzoek afgewezen LJN: BJ3428, Raad van State, 200805745/1/H2 Datum uitspraak: 22-07-2009 Datum publicatie: 23-07-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij brief van 5 september

Nadere informatie

Klachtenregeling. Schematisch overzicht klachtenregeling Zorgaanbieder:

Klachtenregeling. Schematisch overzicht klachtenregeling Zorgaanbieder: Klachtenregeling Klachtenregeling Hezenberg, hierna: de Zorgaanbieder, heeft deze Klachtregeling getroffen ter uitvoering van de verplichtingen van de Wet Kwaliteit Klachten Geschillen in de Zorg. De regeling

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door C te B, tegen OWM DSW Zorgverzekeraar te Schiedam Zaak : EU/EER, België, ambulancevervoer, vergoeding incassokosten Zaaknummer : 201800904

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Klachtenregeling GGMD

Klachtenregeling GGMD Klachtenregeling GGMD Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding en doelstelling... 2 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 2 Hoofdstuk 2 Klachtopvang... 3 Artikel 2 Bij wie kan een cliënt terecht als hij ontevreden is?...

Nadere informatie

8. Beleid ten aanzien van kapsalon; wijziging tarieven kapsalon; artikel 3 lid 1 onder l WMCZ. Vervangend instemming LCV artikel 4 WMCZ.

8. Beleid ten aanzien van kapsalon; wijziging tarieven kapsalon; artikel 3 lid 1 onder l WMCZ. Vervangend instemming LCV artikel 4 WMCZ. Een advies van de cliëntenraad wordt geacht in beginsel alleen betrekking te hebben op het (de) onderwerp(en) die nadrukkelijk in de adviesaanvraag staat (staan) vermeld. De Wet op de Ondernemingsraden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 767 Regels in verband met de uitbreiding van het toezicht op nieuwe zorgaanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Reglement klachtencommissie

Reglement klachtencommissie Reglement klachtencommissie Soort: Regeling Datum: 4 oktober 2012 Kenmerk Decos: D-KC-00002/INT-1201301 Pagina s: 7 Auteur(s): Klachtencommissie cliënten Versie: 2 Gebruik: Extern Status: Definitief Rubriek:

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie

Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg. Betreft: Equipe Zorgbedrijven TopCo B.V. Handtherapie

Nadere informatie

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ambtelijk ontwerp voor internetconsultatie

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ambtelijk ontwerp voor internetconsultatie Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen ambtelijk ontwerp voor internetconsultatie Analyse, kanttekeningen en aanbevelingen 1. Medezeggenschap van cliënten binnen de zorgsector 2. Doelstellingen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

belang van de ondernemingsraad. Om die reden geeft de kantonrechter voor dit deelbesluit wel vervangende toestemming.

belang van de ondernemingsraad. Om die reden geeft de kantonrechter voor dit deelbesluit wel vervangende toestemming. Roken in de pauze Sinds 1 januari 2004 is in de Tabakswet geregeld dat werknemers recht hebben op een rookvrije werkplek. Je zou zeggen dat dit inmiddels overal goed is geregeld. Maar recent verschenen

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C en D, beide te E Zaak : Geneeskundige zorg, besnijdenis, hoogte vergoeding Zaaknummer : 2013.00354 Zittingsdatum : 4 december 2013 2013.00354,

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers.

Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en Bureau Beckers. Samenwerkingsovereenkomst cliëntenraad en B. Inleiding In de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) wordt genoemd dat er tussen de cliëntenraad en B een samenwerkingsovereenkomst moet zijn.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 945 Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet Wet

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Nieuwsbrief Zorg 10 december 2015 De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Inleiding Het Gerechtshof van Den Bosch heeft in het arrest van 12 mei 2015 bij wijze

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 980 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met het verbeteren van toezicht, opsporing, naleving

Nadere informatie

In de oude wet heeft de cliëntenraad het recht om ongevraagd advies te geven aan de zorgaanbieder.

In de oude wet heeft de cliëntenraad het recht om ongevraagd advies te geven aan de zorgaanbieder. Vragenlijst Curatieve zorg There are 28 questions in this survey Vragenlijst Curatieve zorg Rechten/bevoegdheden van cliëntenraden Vraag 1. Initiatiefrecht In de oude wet heeft de cliëntenraad het recht

Nadere informatie

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling; Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. zorgaanbieder : de stichting [naam organisatie] b. raad van bestuur : de

Nadere informatie