Oorspronkelijke stukken Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen bof, mazelen en rodehond*

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oorspronkelijke stukken Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen bof, mazelen en rodehond*"

Transcriptie

1 Oorspronkelijke stukken Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen bof, mazelen en rodehond* s.van den hof, h.e.de melker, g.a.m.berbers, r.de haas, m.t.a.beaumont en m.a.e.conyn-van spaendonck Meestal verloopt ziekte na een infectie met het bof-, mazelen- of rodehondvirus onschuldig, maar in sommige gevallen doen zich (ernstige) complicaties voor. Vaccinatie tegen bof, mazelen en rodehond (rubella) is ingevoerd om deze complicaties te voorkomen. In 1974 werd selectieve rubellavaccinatie voor 11-jarige meisjes opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma en in 1976 is mazelenvaccinatie voor alle kinderen van 14 maanden toegevoegd aan het programma. Sinds 1987 worden kinderen van 14 maanden en 9 jaar ingeënt met het gecombineerde bof-, mazelen-, en rubellavaccin, dat levend verzwakte virussen bevat. De incidenties van deze drie ziekten en van de bijbehorende complicaties zijn sterk gedaald sinds invoering van vaccinatie. 12 Evaluatie van het vaccinatieprogramma blijft toch van belang doordat de epidemiologische dynamiek van infectieziekten verandert door vaccinatie. Als gevolg van verminderde circulatie van de ziekteverwekkers, is het mogelijk dat zowel natuurlijke als vaccin-geïnduceerde immuniteit minder goed wordt onderhouden. In Nederland wordt vaccinatie afgewezen op religieuze gronden door een deel van de bevindelijk gereformeerden; dezen zijn geografisch en sociaal geclusterd. De groepsimmuniteit in deze deels ongevaccineerde groeperingen kan te laag worden om epidemieën te voorkomen. Om inzicht te krijgen in de immuniteit van de Nederlandse bevolking is in 1995/ 96 een serumbank opgezet van een steekproef van de algemene Nederlandse bevolking. Daarnaast werden sera verzameld uit gemeenten met een lage vaccinatiegraad, waar relatief veel mensen wonen die behoren tot een bevindelijk gereformeerde groepering. In dit artikel vatten wij de resultaten wat betreft de immuniteit tegen bof, mazelen en rodehond samen. In het artikel van De Melker et al. wordt over difterie, tetanus en poliomyelitis gerapporteerd. 3 *Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Vaccine (1999;18:931-40) met als titel Sero-epidemiology of measles antibodies in the Netherlands, a cross-sectional study in a national sample and in communities with low vaccine coverage en in Epidemiology & Infection (1999;123: ) met als titel Prevalence of antibodies against rubella virus in the Netherlands 9 years after changing from selective to mass vaccination. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven. Centrum voor Infectieziekten Epidemiologie: mw.drs.s.van den Hof en mw.dr.h.e.de Melker, epidemiologen; R.de Haas, mw.m.t.a.beaumont en mw.dr.m.a.e.conyn-van Spaendonck, arts-epidemiologen. Laboratorium voor Veldonderzoek Vaccins: dr.g.a.m.berbers, biochemicus. Correspondentieadres: mw.drs.s.van den Hof. Zie ook het artikel op bl samenvatting Doel. Bepalen van immuniteit tegen bof, mazelen en rodehond in de Nederlandse bevolking en onder bevindelijk gereformeerden, die veelal vaccinatie afwijzen. Opzet. Transversaal onderzoek. Methoden. Uit het bevolkingsregister van 40 gemeenten, die proportioneel naar populatiegrootte waren geselecteerd, werd in 1995/ 96 een naar leeftijd gestratificeerde steekproef (0-79 jaar) van 380 personen getrokken. Op dezelfde wijze werden personen geselecteerd uit 8 gemeenten met een lage vaccinatiegraad om toegang te hebben tot bevindelijk gereformeerden. Deelnemers werd gevraagd bloed te geven en een vragenlijst in te vullen. Sera werden onderzocht met een ELISA op antistoffen tegen bof (landelijke steekproef: n = 8298; bevindelijk gereformeerden: n = 254), mazelen (n = 8303 en n = 254) en rodehond (n = 8295 en n = 254). Resultaten. De prevalentie van antistoffen tegen bof, mazelen en rodehond (BMR) in de landelijke steekproef was respectievelijk 95,2, 95,7 en 95,6%. De seroprevalentie in de gevaccineerde leeftijdsgroepen was iets lager dan in de ongevaccineerde leeftijdsgroepen. Een afname in prevalentie van antistoffen van 2,0-5,4% was zichtbaar tussen de tijdstippen dat de 1e en de 2e BMR-vaccinatie wordt aangeboden (14 maanden en 9 jaar). De totale seroprevalentie onder de bevindelijk gereformeerden was 2,6% tot 4,2% lager dan in de landelijke steekproef, wat toe te schrijven was aan de lage prevalentie onder de 1-4-jarigen van deze groep (36,2, 38,8 en 54,5%). Conclusie. De immuniteit in de algemene Nederlandse bevolking was ruim voldoende om bof- en rubella-epidemieën te voorkomen. Voor mazelen was de immuniteit hiervoor in de gevaccineerde leeftijdsgroepen theoretisch net te laag (< 95%). Uit de recente epidemie onder bevindelijk gereformeerde kinderen bleek echter het tegendeel; er was nauwelijks verspreiding naar de algemene bevolking. methoden Studiepopulatie. De opzet van het project is elders in detail beschreven. 4 Samengevat werd een steekproef getrokken van 8 gemeenten naar inwonertal uit elk van 5 geografische regio s met ongeveer gelijk aantal inwoners. Binnen elk van deze 40 gemeenten werd tussen oktober 1995 en december 1996 uit het bevolkingsregister een naar leeftijd gestratificeerde (0, 1-4, 5-9,..., jaar) steekproef getrokken van 380 personen. De eerste 2 leeftijdsgroepen waren oververtegenwoordigd in de steekproef in verband met de verwachte lagere respons. 5 Elk individu werd gevraagd om een vragenlijst in te vullen, om een bloedmonster af te staan en om vaccinatiebewijzen mee te nemen. Op overeenkomstige wijze Ned Tijdschr Geneeskd februari;145(6) 273

2 werd onderzoek verricht in 8 gemeenten die gekozen waren om hun lage vaccinatiegraad. 6 Hiermee bereikten wij meer individuen die vaccinatie afwijzen op religieuze gronden. De respons was 55% in de landelijke steekproef en 52% in de steekproef uit de gemeenten met lage vaccinatiegraad. Gegevens over leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, soort herinnering (per telefoon, post of anders), nationaliteit, regio en urbanisatiegraad van de gemeente waren bekend voor alle deelnemers en nietdeelnemers. 7 Het effect van deze variabelen op de seroprevalentie van bof, mazelen en rodehond was in beide steekproeven minder dan 2 standaardfouten en werd daarom genegeerd. De mening over noodzaak van vaccinatie was voor slechts een deel van de niet-deelnemers bekend. Wij kunnen daarom niet uitsluiten dat de prevalentieschattingen enigszins een overschatting inhouden door een hogere respons onder gevaccineerde individuen. 7 Antistofmeting. De verzamelde sera werden tot gebruik opgeslagen bij 86 C. De sera werden getest op bof-, mazelen- en rubellaspecifieke IgG-antistoffen door middel van indirecte ELISA s, zoals ook beschreven in de oorspronkelijke publicaties. 8 Volgens internationale standaarden werden als criteria voor beschermende titers tegen bof, mazelen en rodehond respectievelijk 40, 0,2 en 10,0 IU/ml gehanteerd Het was mogelijk 8298, 8303 en 8295 van de 8384 verzamelde sera uit de landelijke steekproef te testen op antistoffen tegen respectievelijk het bof-, mazelen- en rubellavirus. Voor 254 van de 255 bevindelijk gereformeerde deelnemers uit gemeenten met een lage vaccinatiegraad was voldoende serum voor onderzoek op antistoffen aanwezig. Data-analyse. Bij de schatting van de seroprevalentie werd gecorrigeerd voor de leeftijdgestratificeerde steekproeftrekking door het aandeel van leeftijdsgroepen binnen een gemeente te wegen. Om het landelijk gemiddelde te schatten, werd de seroprevalentie gemiddeld over de 40 gemeenten. Voor de gemeenten met lage vaccinatiegraad werd het gemiddelde gewogen naar het inwonertal van de 8 gemeenten. Seroprevalentie is gestratificeerd weergegeven naar de leeftijdsstrata volgens de steekproeftrekking en naar het aantal vaccinaties volgens het Rijksvaccinatieschema. resultaten De landelijke leeftijdspecifieke seroprevalenties voor antistoffen tegen bof, mazelen en rubella staan weergegeven in figuur 1. De totale seroprevalentie was voor zowel bof, mazelen als rubella tussen de 95% en 96% in de landelijke steekproef. De seroprevalentie was 2,6-4,2% lager onder de bevindelijk gereformeerde personen (tabel 1). Dit verschil is toe te schrijven aan de lagere prevalentie onder de bevindelijk gereformeerde kinderen, vooral voor de 1-4-jarigen (figuur 2). De seroprevalentie onder de (grotendeels) gevaccineerde leeftijdsgroepen was iets lager dan die onder (grotendeels) natuurlijk geïnfecteerde leeftijdsgroepen; dit verschil was vooral duidelijk bij mazelen (zie figuur 1). Invloed van vaccinatie op prevalentie van antistoffen. De seroprevalentie voor bof, mazelen en rubella voor seroprevalentie (in %) leeftijd (in jaren) figuur 1. Leeftijdspecifieke seroprevalentie tegen bof ( ), mazelen ( ) en rubella ( ) in de landelijke steekproef, in 1995/ en 3-jarigen, die allemaal in aanmerking waren gekomen voor de eerste BMR-vaccinatie was respectievelijk 93,9, 97,8 en 98,3% en was 90,2, 92,4 en 96,3% op de leeftijd voordat de 2e BMR-vaccinatie wordt aangeboden (data niet getoond). Voor bof en rubella was de prevalentie in leeftijdsgroepen die 2 vaccinaties aangeboden hadden gekregen (10-12 jaar) hoger dan die onder 2-7- jarigen die 1 vaccinatie aangeboden hadden gekregen (tabel 2). Voor mazelen was de prevalentie in de leeftijdsgroep die 2 vaccinaties hadden aangeboden gekregen (10-18 jaar) echter lager dan die bij 2-7-jarigen. De prevalentie onder de jarigen, die 1 mazelenvaccinatie aangeboden hadden gekregen, was nog lager. Voor bof en rubella hadden alleen jarigen 2 vaccinaties aangeboden gekregen. De verstreken tijd na de 2e vaccinatie was te kort om een uitspraak te kunnen doen over een eventuele afname van de seroprevalentie. Bij de jarigen die 2 mazelenvaccinhoudende entingen aangeboden hadden gekregen, was er geen verschil in de hoogte van seroprevalentie binnen deze leeftijdsgroep, zoals bij de 2-7-jarigen werd waargenomen. Geslacht. Voor bof en mazelen was er geen verschil in seroprevalentie naar geslacht. De ongevaccineerde jarige mannen hadden een statistisch significant lagere prevalentie van rubella-antistoffen (93,3% versus 98,4%, zie tabel 2) dan de vrouwen, die voor 1 vaccinatie in aanmerking kwamen. In de cohorten waarvan zowel de mannen als de vrouwen (door de latere invoering) ongevaccineerd waren, lag de prevalentie van antistof- tabel 1. Seroprevalentie (in %) met 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%-BI) in een landelijke steekproef en onder bevindelijk gereformeerde personen uit gemeenten met een lage vaccinatiegraad (0-79 jaar), 1995/ 96 landelijke steekproef bevindelijk gereformeerden aantal prevalentie in % aantal prevalentie in % personen (95%-BI) personen (95%-BI) bof ,2 (94,5-95,7) ,5 (90,8-94,3) mazelen ,7 (95,3-96,2) ,1 (88,7-97,4) rubella ,6 (96,1-96,9) ,4 (85,6-97,2) 274 Ned Tijdschr Geneeskd februari;145(6)

3 fen tegen rubella statistisch significant hoger voor mannen (99,7 versus 98,3% voor jarigen). Bevindelijk gereformeerden. De prevalentie van antistoffen onder de 1-4-jarige bevindelijk gereformeerden voor bof, mazelen en rubella (36,2, 38,8 en 54,5%; zie figuur 2) was statistisch significant lager dan die onder leeftijdgenoten uit de landelijke steekproef (81,8, 83,1 en 87,2%, zie figuur 1). Er was statistisch geen verschil in de gemiddelde seroprevalentie van 5-9-jarigen voor zowel bof, mazelen als rodehond, hoewel de geschatte prevalentie van rubella-antistoffen 30,8% lager lag. Dit is te verklaren door het kleine aantal 5-9-jarige deelnemende bevindelijk gereformeerden (n = 16). In de leeftijdsgroepen vanaf 10 jaar was de prevalentie consistent iets hoger dan in de landelijke steekproef. beschouwing Hoewel wij niet uit kunnen sluiten dat de seroprevalentie iets overschat is door een hogere respons onder gevaccineerde personen, was dit effect waarschijnlijk klein en verstoorde het niet de interpretatie van onze resultaten. 7 De geschatte immuniteit tegen bof, mazelen en rodehond in de algemene Nederlandse bevolking was zowel in de ongevaccineerde als gevaccineerde leeftijdsgroepen erg hoog (95%). Een antistoftiter onder de internationaal als beschermende titer beschouwde waarde hoeft op individueel niveau niet te betekenen dat er geen bescherming is tegen infectie; in werkelijkheid bestaat er een spreiding rond dit afkappunt en kan cellulaire immuniteit een rol spelen naast de hier gemeten humorale immuniteit. 8 Effecten van vaccinatie op circulatie. Volgens de literatuur neemt de seroprevalentie van mazelenantistoffen na vaccinatie af in populaties waarin geen mazelencirculatie is, terwijl deze afname niet of nauwelijks zichtbaar is in endemische gebieden. 12 Bij longitudinale interpretatie van onze gegevens, waarbij wij dus aannemen dat een afname met leeftijd een afname in de tijd betekent, observeerden wij een afname voor zowel bof, mazelen als rubella in seroprevalentie na de eerste vaccinatie. Dit impliceert dat er weinig circulatie is van wild bof-, mazelen- en rubellavirus in de algemene bevolking. Wij zagen geen afname in prevalentie van mazelenantistoftiters binnen de jarige leeftijdsgroep. Deze groep is echter mogelijk niet homogeen wat betreft blootstelling aan wild virus gedurende de kindertijd: de ouderen hebben meer kans gehad op natuurlijke blootstelling. De seroprevalentie onder de en de jarigen was lager dan die onder de 2-7-jarigen (zie tabel 2). Dit is waarschijnlijk te verklaren door de lagere vaccinatiegraad in de eerste jaren dat mazelenvaccinatie is ingevoerd. De iets lagere prevalentie van ongevaccineerde jarige mannen ten opzichte van de gevaccineerde vrouwen is te verklaren door het feit dat mannen alleen antistoffen konden verkrijgen via infectie terwijl vrouwen antistoffen konden verkrijgen via infectie en/of vaccinatie; vrouwen hadden dus een grotere kans om immuniteit te verwerven. In tegenstelling tot in de landelijke steekproef, vonden wij aanwijzingen voor circulatie van bof en mazelen seroprevalentie (in %) leeftijd (in jaren) figuur 2. Leeftijdspecifieke seroprevalentie tegen bof ( ), mazelen ( ) en rubella ( ) onder bevindelijk gereformeerde personen uit gemeenten met een lage vaccinatiegraad, in 1995/ 96. binnen de bevindelijk gereformeerde groep. Onder de voor vaccinatie in aanmerking komende leeftijdsgroepen vanaf 10 jaar zagen wij hogere prevalenties voor bof en mazelen dan in de landelijke steekproef, wat duidt op immuniteit door natuurlijke infectie. Bij rubella waren deze verschillen minder duidelijk. Dit is mogelijk te verklaren door de tijdelijke uitvoering van selectieve vaccinatie van meisjes. De jongste leeftijdsgroepen (onder 5 jaar voor bof en mazelen, onder 10 jaar voor rodehond) hadden een lage seroprevalentie, doordat zij (nog) niet natuurlijk geïnfecteerd waren. Groepsimmuniteit. De in dit onderzoek geschatte seroprevalentie in de met name eenmaal gevaccineerde leeftijdsgroepen was voor alle drie de ziekten lager dan in de ongevaccineerde leeftijdsgroepen. Echter, voor bof en rubella was de groepsimmuniteit, ook in de gevaccineerde leeftijdsgroepen, ruim boven de benodigde grens om epidemieën te voorkomen: 85-90% en 82-87%. 13 Wel zal een groot deel van de bevindelijk gereformeerde kinderen de volwassen leeftijd bereiken mogelijk zonder immuniteit tegen bof en rubella. Bij virusintroductie in deze groeperingen in de toekomst zal het aantal baby s met congenitaal rubellasyndroom tabel 2. Leeftijdspecifieke seroprevalentie (in %) met 95%-betrouwbaarheidsinterval in een landelijke steekproef naar aantal vaccinaties volgens het schema van het Rijksvaccinatieprogramma, 1995/ 96 leeftijd aantal bof mazelen rubella in jaren vaccinaties* ,8 (89,9-93,8) 94,8 (93,1-96,6) 95,4 (93,8-97,1) ,8 (93,0-98,7) 99,1 (98,1-100,0) ,6 (93,7-97,6) 98,9 (98,0-99,7) ,7 (88,4-95,0) ,0 (77,6-88,5) ,4 (97,0-99,8) 0 93,3 (91,0-95,6) *Aantal vaccinaties volgens het schema van het Rijksvaccinatieprogramma. Dit geldt voor vrouwen. Dit geldt voor mannen. Ned Tijdschr Geneeskd februari;145(6) 275

4 hierdoor kunnen toenemen. Dit fenomeen is al waargenomen in Amerika onder de Amish, die vaccinatie weigerden, en in Griekenland, waar de vaccinatiegraad < 50% is voor rubella. Voor mazelen lag het percentage vatbaren onder 1-4- jarigen en jarigen in de algemene Nederlandse bevolking boven de door de WHO gestelde norm (5%) om voldoende groepsimmuniteit en hiermee eliminatie te kunnen bereiken, 16 terwijl dit percentage onder de 1-4- jarige bevindelijk gereformeerden nog hoger lag. Sinds er in juni 1999 een mazelenepidemie uitbrak onder bevindelijk gereformeerden, is er echter nauwelijks verspreiding geweest naar de algemene bevolking. 17 Dit duidt op voldoende groepsimmuniteit voor mazelen in de algemene bevolking, in tegenstelling tot in de bevindelijk gereformeerde groep. De prevalentie van antistoffen in leeftijdsgroepen die in aanmerking zijn gekomen voor BMR-vaccinatie was lager voor bof dan voor mazelen en rubella. Overeenkomstig de literatuur blijkt dat de immunogeniteit van de bofcomponent het laagst is. 18 De werkelijke prevalentie van bofantistoffen in de algemene bevolking zal waarschijnlijk iets lager liggen dan de 95,2% die wij vonden: doordat het bofvirus veel homologie vertoont met andere paramyxovirussen, zoals para-influenzavirussen, is het mogelijk dat met de indirecte bof-elisa kruisreagerende antistoffen worden gemeten. Samenvattend kunnen wij zeggen dat het Rijksvaccinatieprogramma goede immuniteit tegen bof, mazelen en rodehond induceert. De oudere, niet-gevaccineerde leeftijdsgroepen hebben een goede immuniteit verkregen door natuurlijke infecties. Doordat de meeste artsen tegenwoordig nauwelijks nog patiënten zien met bof, mazelen en rodehond, is het moeilijk een accurate diagnose te stellen op klinische gronden alleen. Om goed inzicht te krijgen in de incidentie van deze ziekten, is laboratoriumbevestiging belangrijk. Om de ontwikkeling van de (groeps)immuniteit in Nederland met een steeds groter aandeel gevaccineerden goed te kunnen volgen, is het ten zeerste aan te raden om over 5 tot 10 jaar een soortgelijk serosurveillanceonderzoek te herhalen en dat voornamelijk te richten op de persistentie van antistoffen in gevaccineerde cohorten. Uitgebreidere gegevens over het onderzoek naar de immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen bof is te lezen in het RIVM-rapport nr De GGD s, het projectteam en mw.p.h.van der Kraak en mw.a.schakelaar, analisten, leverden een bijdrage aan de uitvoering van het project. abstract Evaluation of the National Immunisation Programme in the Netherlands: immunity to measles, mumps and rubella in the population Objective. To assess the immunity to measles, mumps and rubella in the Dutch population and among orthodox reformed individuals who mostly refuse vaccination. Design. Cross-sectional study. Methods. A sample of 40 municipalities was drawn proportional to their size, in 1995/ 96. In addition, 8 municipalities with low vaccine coverage were chosen to have access to orthodox reformed individuals. In each municipality an age-stratified sample was drawn of 380 persons (0-79 years). Participants were asked to give a blood sample and to fill out a questionnaire. Sera were tested with an ELISA for antibodies against measles (national sample: n = 8303; orthodox reformed individuals: n = 254), mumps (n = 8298 and n = 254), and rubella (n = 8295 and n = 254). Results. In the nationwide sample the prevalences of antibodies to measles, mumps and rubella (MMR) were 95.7, 95.2, and 95.6%. The seroprevalence was somewhat lower in the vaccinated age groups than in the unvaccinated age groups. For measles, mumps and rubella a decline in prevalence of antibodies of % was visible between the ages when MMR vaccination is offered (14 months and 9 years). The overall seroprevalence for mumps, measles and rubella in the orthodox reformed was 2.6% to 4.2% lower than in the national sample; this could be ascribed to a low prevalence in the young orthodox reformed, especially in the 1-4-year-olds (36.2, 38.8 and 54.5%). Conclusion. The immunity in the general Dutch population was amply sufficient to prevent epidemics of mumps and rubella. Regarding measles, the immunity in de vaccinated age groups was theoretically too low (< 95%). However, the recent epidemic among orthodox reformed children showed the contrary; there was hardly any spread to the general population. literatuur 1 Hof S van den, Conyn-van Spaendonck MAE, Melker HE de, Geubbels ELPE, Suijkerbuijk AWM, Talsma E, et al. The effects of vaccination, the incidence of the target diseases. RIVM-rapport nr Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; Hirasing RA, Schaapveld K. Vaccinatie tegen bof succesvol. Ned Tijdschr Geneeskd 1993;137: Melker HE de, Hof S van den, Berbers GAM, Conyn-van Spaendonck MAE. Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen difterie, tetanus en poliomyelitis. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145: Melker HE de, Conyn-van Spaendonck MAE. Immunosurveillance and the evaluation of national immunization programmes: a population-based approach. Epidemiol Infect 1998;121: Wit MAS de, Melker HE de, Geubbels ELPE, Heisterkamp SH, Conyn-van Spaendonck MAE. Non-respons in een populatie-onderzoek naar immuunstatus. Tijdschr Soc Gezondheidszorg 1996;74: Vaccinatietoestand Nederland. Per 1 januari Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Den Haag: Inspectie voor de Gezondheidszorg; Melker HE de, Nagelkerke NJD, Conyn-van Spaendonck MAE. Non-participation in a population-based seroprevalence study of vaccine-preventable diseases. Epidemiol Infect 2000;124: Harmsen T, Jongerius MC, Zwan CW van der, Plantinga AD, Kraaijeveld CA, Berbers GAM. Comparison of a neutralization enzyme immunoassay and an enzyme-linked immunosorbent assay for evaluation of immune status of children vaccinated for mumps. J Clin Microbiol 1992;30: Lévy-Bruhl D, Pebody R, Veldhuijzen I, Valenciano M, Osborne K. ESEN: a comparison of vaccination programmes. III. Measles, mumps and rubella. Eurosurveillance 1998;3: Chen RT, Markowitz LE, Albrecht P, Stewart JA, Mofenson LM, Preblud SR, et al. Measles antibody: reevaluation of protective titers. J Infect Dis 1990;162: Skendzel LP. Rubella immunity. Defining the level of protective antibody. Am J Clin Pathol 1996;106: King jr JC, Lichenstein R, Feigelman S, Luna C, Permutt TJ, Patel J. Measles, mumps, and rubella antibodies in vaccinated Baltimore children. Am J Dis Child 1993;147: Anderson RM, May RM. Infectious diseases of humans, dynamics and control. Oxford: Oxford University Press; p Ned Tijdschr Geneeskd februari;145(6)

5 14 Robinson J, Lemay M, Vaudry WL. Congenital rubella after anticipated maternal immunity: two cases and a review of the literature. Pediatr Infect Dis J 1994;13: Panagiotopoulos T, Antoniadou I, Valassi-Adam E. Increase in congenital rubella occurrence after immunisaton in Greece: retrospective survey and systematic review. BMJ 1999;319: World Health Organization. Strategic plan for the elimination of measles in the European region. CMDS /10. Kopenhagen: WHO Regional Office for Europe; Centers for Disease Control. Measles epidemic in the Netherlands among persons refusing vaccination: magnitude and severity of disease. MMWR Morb Mortal Wkly Rep 2000;49: Christenson B, Böttiger M. Changes of the immunological patterns against measles, mumps and rubella. A vaccination programme studied 3 to 7 years after the introduction of a two-dose schedule. Vaccine 1991;9: Aanvaard op 12 juli 2000 Bijwerkingen van geneesmiddelen Risico van convulsies bij gebruik van bupropion als hulpmiddel bij het stoppen met roken a.l.kwan, a.p.meiners, a.c.van grootheest en j.f.f.lekkerkerker Bupropion, een selectieve norepinefrine- en dopamineheropnameremmer, werd in december 1999 in Nederland geregistreerd voor de indicatie hulpmiddel bij het stoppen met roken. 1 Het is het eerste middel voor deze indicatie dat geen nicotine bevat. In de Verenigde Staten is bupropion sinds 1985 geregistreerd als antidepressivum en sinds 1997 als hulpmiddel bij het stoppen met roken. Convulsies bij bupropiongebruik. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat het gebruik van bupropion samengaat met het optreden van convulsies. 2 Meestal zijn de convulsies gegeneraliseerde tonisch-klonische epileptische aanvallen. Aangenomen kan worden dat er een verband is tussen het risico van convulsies en de hoogte van de bloedspiegel. 3-6 Voor de indicatie hulpmiddel bij het stoppen met roken is een preparaat met vertraagde afgifte ontwikkeld met het doel een lagere maximale bloedspiegel te bereiken. meldingen van convulsies uit nederland Het aantal gemelde convulsies in verband met bupropion is in Nederland niet hoger dan de achtergrondincidentie in de VS. 7 Ook blijft de incidentie van meldingen lager dan vermeld in de productinformatie. Toch is het opvallend dat in de korte tijd dat dit middel op de markt is, in Nederland 7 gevallen zijn gemeld. Hiervan betroffen 4 gevallen beschrijvingen van gegeneraliseerde tonisch-klonische epileptische aanvallen ( grand mal -insulten) bij patiënten die geen andere medicatie gebruikten en die niet bekend waren wegens epilepsie. Het is denkbaar dat bupropion in analogie met de nicotinekauwgum per abuis als kauwtablet is gebruikt met als College ter beoordeling van geneesmiddelen, Postbus 16229, 2500 BE Den Haag. Mw.A.L.Kwan, arts; A.P.Meiners en dr.j.f.f.lekkerkerker, internisten. Stichting Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen (LAREB). A.C.van Grootheest, huisarts. Correspondentieadres: mw.a.l.kwan (al.kwan@cbg-meb.nl). samenvatting Bupropion is een nieuw hulpmiddel bij het stoppen met roken. Sinds het middel vanaf december 1999 in Nederland verkrijgbaar is, zijn 7 meldingen gedaan van (mogelijke) convulsies. Bij 3 meldingen bestond er een contra-indicatie (epilepsie in de voorgeschiedenis). Bij de 4 overige meldingen waren er gegeneraliseerde tonisch-klonische epileptische aanvallen ( grand mal ) bij patiënten die geen epilepsie in de voorgeschiedenis hadden en geen andere medicatie gebruikten. Gezien de ernst van deze, al langer bekende, bijwerking van dit geneesmiddel dient men opmerkzaam te zijn op patiënten bij wie het risico op deze bijwerking verhoogd is. Tevens dient men de patiënt erop te wijzen dat bupropion als tablet met vertraagde afgifte in zijn geheel moet worden doorgeslikt en derhalve niet vergelijkbaar is met nicotinekauwgum. gevolg te hoge initiële bloedspiegels. Hier is echter in geen van de gevallen specifiek naar gevraagd. In de overige 3 gevallen had bupropion volgens de productinformatie (IB-tekst) niet voorgeschreven mogen worden. Twee vrouwen van 40 en 44 jaar oud hadden eerder epilepsie gehad, maar gebruikten geen medicatie meer. Eén van hen bleek een arachnoïdale cyste te hebben. Bij haar ontwikkelde zich een status epilepticus. Bij beide vrouwen werd het gebruik van bupropion gestaakt en hierna traden geen convulsies meer op. De 3e patiënt, een 56-jarige man met bekende epilepsie, gebruikte naast bupropion carbamazepine, fluoxetine, oxazepam, budesonide en formoterol. Hij had het gevoel dat hij een insult zou krijgen, 2 uur na inname van zijn eerste tablet. Het gebruik van bupropion werd gestaakt en de patiënt had verder geen klachten meer. beschouwing Bij nieuwe middelen worden altijd wat vaker mogelijke bijwerkingen gemeld, zelfs als deze al opgenomen zijn in de productinformatie. Uit de meldingen van convulsies bij bupropion komt echter naar voren dat in een aantal gevallen onvoldoende rekening is gehouden met waar- Ned Tijdschr Geneeskd februari;145(6) 277

Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging

Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging Voor kinderen met een hoog risico op blootstelling aan mazelen weegt het positieve aspect

Nadere informatie

Toepassing van modellen bij de bestrijding van infectieziekten. Jacco Wallinga

Toepassing van modellen bij de bestrijding van infectieziekten. Jacco Wallinga Toepassing van modellen bij de bestrijding van infectieziekten Jacco Wallinga 1 Model in de medische wetenschappen De muis als diermodel 2 Model in de epidemiologie Een logistisch regressie model 3 Model

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2013) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2016) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2017) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste lucht-wegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Mazelenepidemie in Nederland,

Mazelenepidemie in Nederland, Oorspronkelijke stukken Mazelenepidemie in Nederland, 1999-2000 s.van den hof, j.h.t.c.van den kerkhof, p.b.g.ten ham, r.s.van binnendijk, m.a.e.conyn-van spaendonck en j.e.van steenbergen Rijksinstituut

Nadere informatie

Mazelen epidemie 2013 Bedreiging voor de volksgezondheid of kans voor de wetenschap?

Mazelen epidemie 2013 Bedreiging voor de volksgezondheid of kans voor de wetenschap? Mazelen epidemie 2013 Bedreiging voor de volksgezondheid of kans voor de wetenschap? Susan Hahné RIVM-Centrum Infectieziektebestrijding 1 23 april 2014 Vast Prik Dag (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2014) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2015) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma Als je kind 9 jaar oud is, heeft het voor een aantal infectieziekten al bescherming opgebouwd. Vaccinaties tegen hib-ziekten, kinkhoest en

Nadere informatie

Samenvatting: De gegevens uit de jeugdgezondheidszorgdossiers van

Samenvatting: De gegevens uit de jeugdgezondheidszorgdossiers van a r t i k e l Vaccinatiegedrag in gezinnen met op reformatorische scholen in de regio Zuid-Holland Zuid J.J.M.F. Wagemakers (1), W.A. Karst (1), A. van Heukelum (3) en J.H.T.C. van den Kerkhof (1) (1)

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond.

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond. Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond. (2080910270) 1 Wat is uw reactie op het bericht dat de gepromoveerde arts P. uit

Nadere informatie

Modelleren van de transmissiedynamiek van waterpokken en gordelroos

Modelleren van de transmissiedynamiek van waterpokken en gordelroos Modelleren van de transmissiedynamiek van waterpokken en gordelroos Michiel van Boven Sandra Waaijenborg Jacco Wallinga Alies van Lier 1 Hope-Simpson s reactivatie hypothese The peculiar age distribution

Nadere informatie

1. Rijksvaccinatieprogramma

1. Rijksvaccinatieprogramma 1. Rijksvaccinatieprogramma + Het Rijksvaccinatieprogramma door de jaren heen A"eelding 1: Rijksvaccina3eprogramma door de jaren heen en haar effecten + Vaccinaties per leeftijd A"eelding 2: Rijksvaccina3eprogramma

Nadere informatie

Duiding Vaccinatiegraad

Duiding Vaccinatiegraad Duiding Vaccinatiegraad Gelderland-Midden Trendgegevens verslagjaren 2006-2018 27 september 2018 -Bestuurlijk Overleg Publieke Gezondheid Gelderland Midden 27-09-2018 1 Aanleiding: Verandering verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Eerste Vasteprik-dag Bilthoven, 26 april 2010 Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP Resultaat van RVP Hoge vaccinatiegraad Veel ziekte en sterfte

Nadere informatie

Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen difterie, tetanus en poliomyelitis*

Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen difterie, tetanus en poliomyelitis* Oorspronkelijke stukken Evaluatie van het Rijksvaccinatieprogramma: immuniteit van de Nederlandse bevolking tegen difterie, tetanus en poliomyelitis* h.e.de melker, s.van den hof, g.a.m.berbers en m.a.e.conyn-van

Nadere informatie

Het Rijksvaccinatieprogramma, vrijwillig maar niet vrijblijvend

Het Rijksvaccinatieprogramma, vrijwillig maar niet vrijblijvend Het Rijksvaccinatieprogramma, vrijwillig maar niet vrijblijvend Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP Nijmegen, 14 september 2012 Symposium bij de promotie van Helma Ruijs Vaccinatie acceptatie

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm je kind tegen infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma Bescherm je kind tegen ernstige infectieziekten Bijna alle kinderen in Nederland worden gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom

Nadere informatie

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins Het centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins (IIV) is het kenniscentrum op het gebied van immunologie en vaccinologie. IIV adviseert de overheid

Nadere informatie

Wijziging Rijksvaccinatieprogramma. Vervroegde vaccinatie

Wijziging Rijksvaccinatieprogramma. Vervroegde vaccinatie Wijziging Rijksvaccinatieprogramma Vervroegde vaccinatie Wijziging Rijksvaccinatieprogramma Vervroegde vaccinatie Nr 1999/09, Den Haag, 1 juli 1999 Deze publicatie kan als volgt worden aangehaald: Gezondheidsraad.

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33) Bron gegevens: Osiris/CIb LCI/CIb IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

RIVM rapport 000016001/2002

RIVM rapport 000016001/2002 RIVM rapport 000016001/2002 Prospectief Vaccinatie Onderzoek Antistofrespons bij kinderen in het Rijksvaccinatie programma, beschrijvend longitudinaal onderzoek. Eindrapportage AB Lafeber, HC Rümke, RJF

Nadere informatie

Titel: De vaccinatiestatus van kinderen van kermisexploitanten

Titel: De vaccinatiestatus van kinderen van kermisexploitanten Titel: De vaccinatiestatus van kinderen van kermisexploitanten Auteurs: Mw. Drs. W.L.M. Ruijs, arts infectieziektebestrijding GGD Rivierenland Tiel Mw. Dr. J.L.A. Hautvast, arts voor Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

Het is een goed moment om na te denken over de toekomst van het RVP

Het is een goed moment om na te denken over de toekomst van het RVP Samenvatting Het is een goed moment om na te denken over de toekomst van het RVP Sinds 1957 worden Nederlandse kinderen gevaccineerd tegen infectieziekten. Dat gebeurt in het kader van het zogenoemde Rijksvaccinatieprogramma

Nadere informatie

Bescherm je kind tegen infectieziekten

Bescherm je kind tegen infectieziekten Bescherm je kind tegen infectieziekten Bijna 95% van alle kinderen in Nederland is gevaccineerd tegen infectieziekten. Door betere hygiëne, een betere gezondheidszorg én door vaccinaties komt sterfte door

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27158 31 augustus 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 augustus 2015, houdende regels

Nadere informatie

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch

Nadere informatie

Het Rijksvaccinatie Programma

Het Rijksvaccinatie Programma Het Rijksvaccinatie Programma Hoe ziet het er uit? Wat zijn de problemen? Hoe pakt de Rijksoverheid die aan? Wat zijn de doelstellingen van het huidige programma? Wat is er nodig voor de toekomst? Nicoline

Nadere informatie

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Het Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten (EPI) bewaakt en analyseert de staat van infectieziekten voor de publieke gezondheid.

Nadere informatie

"Old Friends Revisited" Bof in Studentensteden. MINC 14 oktober 2010. Henriëtte ter Waarbeek, arts-coördinator infectieziektebestrijding

Old Friends Revisited Bof in Studentensteden. MINC 14 oktober 2010. Henriëtte ter Waarbeek, arts-coördinator infectieziektebestrijding "Old Friends Revisited" Bof in Studentensteden MINC 14 oktober 2010 Henriëtte ter Waarbeek, arts-coördinator infectieziektebestrijding Bron: J Whelan, R van Binnendijk, K Greenland, et al. Ongoing mumps

Nadere informatie

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waar tegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, Irmgard

Nadere informatie

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Verslagjaar 2014. RIVM rapport 150202003/2014 E.A. van Lier et al.

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Verslagjaar 2014. RIVM rapport 150202003/2014 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Verslagjaar 2014 Nederland RIVM rapport 150202003/2014 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2014 RIVM Rapport 150202003/2014

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2011. Rapport 210021014/2011 E.A. van Lier et al.

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2011. Rapport 210021014/2011 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2011 Rapport 210021014/2011 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2011 RIVM Rapport 210021014/2011

Nadere informatie

Geven zwangeren voldoende bescherming door

Geven zwangeren voldoende bescherming door Geven zwangeren voldoende bescherming door aan hun baby s? Inleiding maternele antistoffen - placenta (IgG) en borstvoeding (IgA) - eerste bescherming - hoeveelheid beïnvloed door verschillende factoren

Nadere informatie

Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg

Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg Dit advies (maart 2019) is een update van het advies dat ten tijde van de mazelenuitbraak in 2014 is opgesteld. Gezondheidszorgmedewerkers zijn met betrekking

Nadere informatie

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar RIVM rapport /2013 E.A. van Lier et al. Dit is een uitgave van:

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar RIVM rapport /2013 E.A. van Lier et al. Dit is een uitgave van: Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2013 RIVM rapport 150202001/2013 E.A. van Lier et al. Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720

Nadere informatie

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Hepatitis A Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Pierre Van Damme, MD, PhD Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin & Infectieziekten Instituut Referentiecentrum WGO, Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2012

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2012 Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2012 RIVM rapport 201001001/2012 E.A. van Lier P.J. Oomen H. Giesbers I.H. Drijfhout P.A.A.M. de Hoogh H.E. de Melker Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over mazelen

Veelgestelde vragen over mazelen Veelgestelde vragen over mazelen Inhoud Wat is er aan de hand? Over de ziekte mazelen Vragen voor ouders met kinderen Vragen voor volwassenen Vragen voor werknemers in gezondheidszorg Vaccin tegen mazelen

Nadere informatie

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 2013 (week 32)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 2013 (week 32) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 213 (week 32) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard

Nadere informatie

Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie

Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie Uitnodiging voor deelname aan KIM-studie Geachte ouder(s) / verzorger(s), Met deze folder willen wij uw kind vragen deel te nemen aan een onderzoek naar de afweer tegen kinkhoest door vaccinatie op de

Nadere informatie

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) 9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Hoe om te gaan met afnemende infectierisico's voor reizigers? Welk bewijs is er nodig om richtlijnen aan te passen?

Hoe om te gaan met afnemende infectierisico's voor reizigers? Welk bewijs is er nodig om richtlijnen aan te passen? Hoe om te gaan met afnemende infectierisico's voor reizigers? Welk bewijs is er nodig om richtlijnen aan te passen? Dr. Gerard Sonder, arts M&G, epidemioloog Hoofd bureau LCR Hoofd vaccinatiebureau GGD

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2015. RIVM rapport 2015-0067 E.A. van Lier et al.

Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2015. RIVM rapport 2015-0067 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2015 RIVM rapport 2015-0067 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2015 RIVM Rapport 2015-0067

Nadere informatie

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( )

1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) ( ) 1 Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, (NIVEL) (1978-2016) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden

Nadere informatie

Vaccinatiebereidheid. Monitoring van determinanten. Hester de Melker Vaste Prikdag 26 april 2011

Vaccinatiebereidheid. Monitoring van determinanten. Hester de Melker Vaste Prikdag 26 april 2011 Vaccinatiebereidheid Monitoring van determinanten Hester de Melker Vaste Prikdag 26 april 2011 1 Vaste prikdag 26 april 2011 Presentatie 1. Vaccinatie-opkomst van oudsher 2. Enkele recente resultaten t.a.v.

Nadere informatie

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51)

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

Exanthemen diagnostiek & surveillance

Exanthemen diagnostiek & surveillance Exanthemen diagnostiek & surveillance Jeroen Kerkhof Onderzoeksmedewerker IDS/VIR Mazelen (MV) Rodehond/rubella (RV) Vijfde ziekte (B19V) Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Rijksvaccinatieprogramma De pijlers van het RVP borgen veiligheid en effectiviteit

Rijksvaccinatieprogramma De pijlers van het RVP borgen veiligheid en effectiviteit Rijksvaccinatieprogramma De pijlers van het RVP borgen veiligheid en effectiviteit M.A.E. Conyn-van Spaendonck, M. van Blankers-Zanders, T. van Dijk Sinds de start in 1957 is het Rijksvaccinatieprogramma

Nadere informatie

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Focus 2016-2017 wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Nationale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 894 Preventiebeleid voor de volksgezondheid Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

RIVM rapport /2006. Vaccinatietoestand Nederland per 1 januari 2005

RIVM rapport /2006. Vaccinatietoestand Nederland per 1 januari 2005 RIVM rapport 210021005/2006 Vaccinatietoestand Nederland per 1 januari 2005 F. Abbink, P.J. Oomen 1, S.L.N. Zwakhals, H.E. de Melker, A. Ambler-Huiskes 2 1 Landelijke Vereniging van Entadministraties 2

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma Rond de vierde verjaardag krijgt je kind zijn of haar vijfde inenting tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP). Het Rijksvaccinatieprogramma

Nadere informatie

Vaccinaties voor peuters van 14 maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor peuters van 14 maanden. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor peuters van 14 maanden Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties

Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties Epidemiologische surveillance van invasieve meningokokkeninfecties - 7 Auteurs: Nele Boon and Tine Grammens, Wesley Mattheus², Chloé Wyndham-Thomas Revisie: Paloma Carrillo, Romain Mahieu, Sophie Quoilin,

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 15 jan 2014 (week 3) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa Schurink-van t Klooster,

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel, Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

LCI-richtlijn Kinkhoest

LCI-richtlijn Kinkhoest LCI-richtlijn Kinkhoest Diagnostiek (met medewerking van de NVMM) Microbiologische diagnostiek Directe diagnostiek Voor detectie van infectie met B.pertussis is PCR van nasofaryngeaal materiaal aanzienlijk

Nadere informatie

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )

Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( ) Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Rapport 210021010/2009

Rapport 210021010/2009 Rapport 210021010/2009 E.A. van Lier et al. Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar 2009 RIVM-rapport 210021010/2009 Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland Verslagjaar

Nadere informatie

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen bijgewerkt op: 28 maart 2019 Inhoud Samenvatting Populatie Actuele

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013)

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2013) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Hoge vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland*

Hoge vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland* Hoge vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland* E. Alies van Lier, Petra J. Oomen, M.W.M. (Wytze) Oostenbrug, S.L.N. (Laurens) Zwakhals, Ingrid H. Drijfhout, Pieter A.A.M. de Hoogh

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 29 jan 2014 (week 5) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 159 Het humaan papillomavirus (HPV) is één van de meest voorkomende seksueel overdraagbare ziekteverwekkers wereldwijd. Ongeveer 80% van de bevolking zal eens in zijn leven een HPV infectie oplopen en

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Patiënteninformatie. Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Patiënteninformatie Vaccinaties bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa Inhoud Inleiding... 3 Moet ik mij laten vaccineren?... 3 NIET LEVENDE VACCINS (mogen altijd toegediend worden)... 4 Influenza

Nadere informatie

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse

Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse Inputparameters voor de kosteneffectiviteitanalyse Nr. 2018/05A, Den Haag 28 februari 2018 Achtergronddocument bij: Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05, Den Haag 28 februari 2018 Inputparameters

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Surveillance in 2015

NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Surveillance in 2015 NIVEL Zorgregistraties eerste lijn Surveillance in 2015 De surveillance van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn wordt gerealiseerd op basis van een geautomatiseerde verzameling van routinematig vastgelegde

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 1 jan 2014 (week 1) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,

Nadere informatie

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen bijgewerkt op: 10 april 2019 Inhoud Samenvatting Populatie Actuele

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juli 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juli 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Advies Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg

Advies Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg Advies Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg Dit advies is onder hoge tijdsdruk tot stand gekomen en zal gedurende de mazelenuitbraak, indien nodig, aangepast worden. Samenvatting Gezondheidszorgmedewerkers

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )

Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( ) Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2016) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt

Nadere informatie

Vaccinaties nu en in de toekomst

Vaccinaties nu en in de toekomst Vaccinaties nu en in de toekomst Gezondheidsconferentie Vaccinaties tijdens de Europese Vaccinatieweek. Mechelen, 21 april 2012 1 Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP Vaccinaties, succesvolle

Nadere informatie

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen

Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen Nivel Zorgregistraties eerste lijn - Surveillance wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen bijgewerkt op: 28 februari 2019 Inhoud Samenvatting Populatie Actuele

Nadere informatie