Zelfbeoordelingschecklist voor de aardappelteler (beoordelingscriteria maatregel 1) Naam bedrijf:. Datum:.. Handtekening:. ALGEMEEN.

Transcriptie

1 Zelfbeoordelingschecklist voor de aardappelteler (beoordelingscriteria aatregel 1) Naa bedrijf:. Datu:.. Handtekening:. ALGEMEEN Zelfbeoordeling Machinegebruik Traceerbaarheid Calaiteiten Loonwerk Door teler te neen aatregel 1. Jaarlijks voorafgaande aan bedrijfscontrole invullen van zelfbeoordelingschecklist (datu en ondertekening). 2. Gebruik goed onderhouden en schone achines tijdens de teelt, oogst, transport, bewaring en aflevering. Deze achines dienen geen lekkage en/of losse glasdelen te vertonen. Indien direct contact tussen achine-olie en product dan gebruik van food grade olie. 3. Het gebruik van achines welke in het teeltseizoen oogst, transport, bewaring en aflevering in aanraking zijn geweest et Genetisch Geodificeerde Organise (GGO) aardappelen is niet toegestaan. 4. Eenduidige registratie identiteit perceel (vastleggen perceelslocatie). Duidelijk aangeven welke percelen in aanerking koen voor VVA-Certificaat. 5. Identiteit partijen vastleggen bij opslag (label, plattegrond bewaarruite, code). 6. Alle voor controle van VVA-certificaat vereiste registraties van teelt en bewaring, rapporten van controles en certificaten teninste 3 jaar bewaren. 7. Partijen die niet aan VVA-Certificaat criteria voldoen, niet saenvoegen aar separaat opslaan. 8. Teler is verantwoordelijk voor, en ziet toe op verlading juiste partij. 9. Bij wisseling van perceel / partij, alle knollen verwijderen van in- /uitschuurapparatuur (transportbanden, enz.). 10. Registratie afgeleverde partijen (datu, afneer). 11. Bewaren inkoopbonnen en/of facturen pootgoed, gewasbescheringsiddelen, eststoffen en biociden. 12. Verplichte registratie, versturen registratie en elden aan afneer, brand, ongelukken of vondst (waarbij sprake kan zijn) van glas, olie, cheicaliën, quarantaine organisen, andere schadelijke vreede aterialen en/of GGO inclusief registratie van de wijze waarop corrigerende aatregel(en) zijn inclusief registratie van de wijze waarop corrigerende aatregel(en) zijn na ontvangst van een verzoek daartoe. Tevens dient bij constatering van schadelijke of ongeschikte producten de calaiteit geeld te worden bij de VWA. Zie de VWA eldwijzer op De teler is hiervoor verantwoordelijk. Op basis van uw adinistratie bent u in staat o binnen 4 uur (na ondeling contact) inforatie te verstrekken over de oorsprong van een afgeleverde (deel-) partij en over eventueel andere delen van die oorspronkelijke partij (aan wie geleverd, datu, hoeveelheid). In geval van afzet als diervoeder dient de calaiteit tevens geeld te worden bij het PDV. Voor buitenlandse telers dienen calaiteiten geeld te worden bij de lokaal bevoegde instanties. 13. Bij uitbesteding van werkzaaheden aan loonwerkers of onderaanneers dient deze (teler oet hiervan een kopie hebben). -in bezit te zijn van een certificaat (VKL/VBL), óf: -in bezit te zijn van voedselveiligheidscertificaat aardappelen (VVA) of GLOBALGAP, óf: -gecontroleerd te worden door controlerende instantie in het kader van de VVA-controle.

2 TEELT Perceel Uitgangsateriaal Beesting Gewasbeschering (incl.pootgoedbehandeling) Door teler te neen aatregel 14. Uitsluitend teelt toegestaan op niet verontreinigde percelen die afgelopen 3 jaar niet verontreinigd zijn door het opbrengen van niet officieel toegelaten stoffen. Verplichte verwijdering verontreinigingen (glasdelen, plastic enz. et nae langs openbare wegen). Bij twijfel: grondanalyse. 15. Bij aanwezigheid van doornappel (Datura straoniu) dient deze handatig verwijderd te worden van het perceel. 16. Isolatieafstand van teelt tot GGO proefvelden aardappelen is iniaal 10 eter. 17. Geen teelt toegestaan op percelen waar de laatste 4 jaar GGO aardappelen zijn vereerderd. 18. Uitsluitend gebruik officieel goedgekeurd pootgoed.per partij oet een officieel keuringscertificaat aanwezig zijn en een factuur of afleverbewijs waaree de ovang en identiteit aantoonbaar is. Dit geldt niet als de afneer zorg draagt voor goedgekeurd uitgangsateriaal en de betreffende afneer op verzoek van de Certificerende Instelling volledige inzage geeft in de adinistratie o de conforiteit van de partij pootgoed vast te kunnen stellen 19. Teelt GGO rassen niet toegestaan. 20. Beestingsadvies opvolgen o ilieubelasting te voorkoen (bij voorkeur op basis van analysecijfers). 21. Op het perceel alleen bodeverbeteraars gebruiken die voorzien zijn van een (product)certificaat of analyserapport waaree aangetoond wordt dat het product voldoet aan de Meststoffenweten de in Bijlage E van Handboek VVA opgenoen noren voor glas, steentjes en overige verontreinigingen. De toetsing van de glasnor geldt niet voor chapost. De eisen voor groen- en gft-copost zijn opgenoen in bijlage E van Handboek VVA. Voor overige organische eststoffen oet een analyserapport volgens het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (iniaal 5 jaar bewaren) en een afleveringsbewijs overlegd kunnen worden. 22. Geen gebruik rioolslib voor organische beesting. 23. Meststoffen opslaan in overeensteing et nationale en lokale wetgeving. 24. Meststoffen apart opslaan van gewasbescheringsiddelen. 25. Uitsluitend gebruik wettelijk toegestane eststoffen. 26. Gebruik goed afgestelde, schone en goedwerkende strooier. Kalibratie (controle op de goede werking, afstelling en verdeling) oet jaarlijks uitgevoerd worden waarbij de datu geregistreerd wordt (kalibratie ag zowel extern als door teler zelf uitgevoerd worden). Datu= Bijhouden actuele registratie gebruikte eststoffen (1 x per week). 28. De technisch verantwoordelijke (teler en/of teeltbegeleiders) op gebied van gewasbeschering en beesting oet zijn copetentie (et bijvoorbeeld spuitlicentie) kunnen aantonen en het gebruik van gewasbescheringsiddelen onderbouwen (et bijvoorbeeld spuitlicentie). Spuitlicentie (voor Nederland) verplicht, indien niet verplicht aanwezig aantoonbare ervaring van technisch verantwoordelijke. 29. Opslag van gewasbescheringsiddelen oet voldoen aan nationale en lokale wetgeving. 30. Gebruik goedafgestelde, schone en goedwerkende spuit. De wettelijke keuringsterijn volgen, (keuringsbewijs aanwezig). In landen zonder keuringsverplichting jaarlijks kalibreren (datu registreren). Datu= De axiale dosering en het aantal toepassingen volgens het gebruiksvoorschrift ag niet overschreden worden. 32. Uitsluitend gebruik wettelijk toegestane iddelen. Bij gebruik van gewasbescheringsiddelen die nog in de proeffase zitten is er toesteing van de afneer nodig voor het gebruik van deze iddelen. 33. In acht neen veiligheidsterijnen. 34. Bijhouden actuele registratie gebruikte gewasbescheringsiddelen (inclusief verelding oogstdatu i.v.. veiligheidsterijnen, doeltoepassing, naa toepasser en type behandeling, 1 keer per week). Jacht op wild 35. Jacht niet toegestaan indien gevaar bestaat dat hagel in product kot. Watergebruik 36. Uitsluitend gebruik beregening/ spuitwater van goede kwaliteit. In geval van twijfel analyserapport.

3

4 OOGST en/of INSCHUREN bij bewaring in eigen bewaarruite Oogst- inschuurachines en transport af perceel Door teler te neen aatregel 37. Verplichte aanwezigheid van dekzeil op kieper en inschuurapparatuur bij dreiging regen. 38. Geen productvreede bestanddelen in transportiddelen(gebruik schone kiepers, kisten, enz.). 39. Geen kapotte transport-/opslagiddelen (kisten enz.). OPSLAG en BEWARING in eigen bewaarruite Bewaarplaats Door teler te neen aatregel 40. Uitsluitend opslag in schone bewaarruite (jaarrond schone bewaarruite vrij van verontreiniging). 41. Bewaarruite dient in goede staat van onderhoud te zijn (geen kapotte planken, isolatieateriaal enz.). 42. Bewaarruite dient duidelijk afgescheiden te zijn van achineberging/werkplaats tenzij verontreiniging van wanden en vloer worden voorkoen (bijv. afdekken et plastic of zeil; bij hulpstoffen is intacte verpakking ook voldoende). 43. (Huis)dieren ogen in bewaarruite niet op het product kunnen koen/nestelen. (Hygiëne regels dienen zichtbaar opgehangen te worden op het bedrijf.) 44. Voorkoen van uitwerpselen van (huis)dieren en vogels op product, bijvoorbeeld iddels gaas voor in- en uitlaatluiken (gaas!). 45. Geen opslag in bewaarruiten /kisten waar GGO aardappelen in teeltjaar in opgeslagen hebben gelegen. 46. Opslag gewasbescheringsiddelen en opslag eststoffen nooit in bewaarruite. 47. Afval (bijv. verpakkingsateriaal, resten) en gevaarlijke stoffen dusdanig opslaan dat verontreiniging van het product wordt voorkoen Ongedierte 48. Voorkoen van ongedierte en (huis)dieren en vogels (uitwerpselen en nesten voorkoen) op product in bewaarruite door adequaat af te scheren bijv. sluit toegangen af, geen vogels boven partijen, geen huisdieren in product, door gaas voor in- en uitlaatluiken te zetten enz. Zet lokdozen voor ongedierte (op veilige plaatsen), indien nodig. Houdt bij de keuze van het ongedierte bestrijdingsiddel rekening et eventueel opgebouwde resistenties voor deze iddelen in de buurt. Voorko contact ongediertebestrijdingsiddelen et product. Kiereingsiddelen 49. Wettelijk gebruiksvoorschrift, gebruiksaanwijzing en overige instructies op etiket kiereingsiddel opvolgen. De technisch verantwoordelijke (teler en/of teeltbegeleiders) op gebied van gebruik kiereingsiddelen oet zijn copetentie (et bijvoorbeeld spuitlicentie) kunnen aantonen en het gebruik van kiereingsiddelen onderbouwen (et bijvoorbeeld spuitlicentie). Spuitlicentie (voor Nederland) verplicht, indien niet verplicht aanwezig aantoonbare ervaring van technisch verantwoordelijke. 50. Bijhouden actuele registratie gebruikte kiereingsiddelen. Kliaatbeheersing 51. Optiale kliaatbeheersing nastreven (let bij luchtbevochtigers op juiste waterteperatuur). Opwar 52. Uitsluitend gebruik juist afgestelde, goed opgestelde en goed onderhouden opwarapparatuur (niet op/boven product plaatsen). 53. Alleen gebruik aken van brandstoffen die geschikt zijn voor het drogen/opwaren van producten. Lapen boven 54. Aanwezigheid bescherplaat, breukvrije lapen of bescherkousje daar waar aardappelen worden verwerkt of bewaard. Theroeter in 55. Gebruik van kwik en/of glazen theroeter niet toegestaan. Direct daglicht 56. Geen direct daglicht in bewaarplaats boven product. Koelapparatuur 57. Goed onderhouden koelapparatuur, uitsluitend et afdekplaat boven product (STEK keuringsrapport).

5 WASSEN en SPOELEN VAN AARDAPPELEN Door teler te neen aatregel Wassen / spoelen van aardappelen voor afleveren door de teler zelf of in opdracht van de teler bij derden UITSCHUREN en/of AFLEVEREN 58. Bedrijf wat wast / spoelt is gecertificeerd volgens de NAO hygiëne code of een gelijkwaardige nor. De bron van het naspoelwater dat gebruikt wordt voor het wassen van de aardappelen is van drinkwaterkwaliteit of geschikt verklaard door bevoegde autoriteiten. Het water is geschikt verklaard door de bevoegde autoriteiten en/of tijdens de laatste 12 aanden is er wateranalyse uitgevoerd op het punt van binnenkost in de was / spoelinstallatie. 59. Bij gebruik van klei wordt verontreiniging et dioxine uitgesloten door een verklaring van de leverancier en/of een analyse rapport 60. Indien gerecirculeerd water wordt gebruikt voor een laatste spoeling van het product, is dit water gefilterd en worden de PH-waarde, de concentratie en ate van blootstelling van desinfecterende iddelen regelatig gecontroleerd 61. Het laboratoriu dat de wateranalyses uitvoert van het water dat gebruikt wordt voor het wassen / spoelen van de aardappelen geaccrediteerd volgens de ISO of volgens een vergelijkbare Nationale nor, of is dit laboratoriu iddels docuentatie aantoonbaar bezig deze accreditatie te behalen 62. Partijen oeten aantoonbaar traceerbaar gehouden worden tijdens het wassen / spoelen Vreede bestanddelen 58. Voldoende capaciteit inzetten o vreede bestanddelen / groene knollen uit te lezen bij aflevering. Veiligheidsterijnen 59. Strikt in acht neen veiligheidsterijnen (wachttijden) bij gebruik gewasbescheringsiddelen. Transport 60. Bij vervoer in eigen beheer: transportiddelen reinigen na vervoer van: a. diervoedergrondstoffen: vegen; b. grond/stenen: reinigen et water (hoge druk); c. kunstest: reinigen et water; d. verpakte producten: vegen; e. droge stapelbare pluivee- en paardenest: na reinigen en desinfectie; f. Natte est: reiniging, desinfectie en na externe controle door een ISO geaccrediteerde inspectie-instelling. 61. Bij transport door derden in opdracht van teler: Transporteur is in bezit van GMP B4.1 transport certificaat en kan aantoonbaar aan de eisen voldoen (kopie certificaat).