Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaal Jip en Janneke. Mei 2014

Transcriptie

1 Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaal Jip en Janneke Mei 2014

2 INHOUDSOPGAVE: Inleiding blz.3 1. Pedagogische visie blz.4 2. Pedagogische visie in de praktijk blz.5 3. Pedagogische uitgangspunten blz.6 4. Opvoedingsdoelen blz.6 5. Waarden en normen blz.7 6. Ontwikkelingsfasen van de peuter blz.7 7. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) blz.8 8. De speelruimte blz.9 9. Het werken in de groep blz Observeren en signaleren blz Ouderbeleid blz Visie op ouderbeleid 11.2 Uitgangspunten van het ouderbeleid 11.3 Wat kan de ouder van de leidster verwachten en wat verwacht de leidster van de ouder 11.4 Contactvormen tussen de ouders en de leidsters 11.5 De oudercommissie 11.6 Protocol bij relatieproblemen tussen ouders/verzorger 11.7 Klachtencommissie 12. Plaatsing en ouderbijdrage blz Tot slot blz.15 Bijlage 1: Inschrijfformulier Bijlage 2: protocol relatieproblemen tussen ouders/verzorgers Bijlage 3: Vrijwilligersbeleid Bijlage 4: Beleid over voeding 2

3 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van peuterspeelzaal Jip en Janneke. De bedoeling van het beleidsplan is, anderen in kennis te stellen hoe de peuterspeelzaal wordt geleid. Het laat aan ouders zien wat zij van de peuterspeelzaal wel, en niet kunnen verwachten. Het pedagogisch beleidsplan biedt kaders die richting geven aan het concrete handelen in de dagelijkse praktijk. Daarbij kan het niet anders zijn dan dat er altijd sprake is van een intentie; de dagelijkse praktijk vraag om aanpassing aan de specifieke situatie van een bepaald moment. Bovendien veranderen inzichten en ideeën in de loop van de tijd. Richtlijnen zullen dan na overleg aangepast moeten worden, wat kan leiden tot wijzigingen in het beleidsplan. Daarmee wordt duidelijk dat een pedagogisch beleidsplan het resultaat is van een cyclisch en dynamisch proces. Ten opzichte van 2013 zijn er een aantal zaken veranderd voor onze peuterspeelzaal. Ten eerste zullen wij een gecertificeerde VVE Locatie worden voor de gemeente Haarlemmerliede Spaarndam. Wij ontvangen hier een subsidie voor om de scholing en de materialen aan te kunnen schaffen om aan alle eisen te voldoen. Ten tweede zal onze peuterspeelzaal worden gesubsidieerd door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarndam. De gemeente vindt het belangrijk dat alle peuters vanaf twee jaar de kans moeten krijgen om zich spelenderwijs samen met leeftijdsgenootjes te kunnen voorbereiden op de basisschool. De gemeente betaalt niet alle kosten voor de peuterspeelzaal. Het deel dat overblijft, heet de ouderbijdrage. Hoe hoog de ouderbijdrage is, hangt af van uw inkomen. U kunt in de tarieventabel zien wat u gaat betalen voor de peuterspeelzaal. Verder hebben wij een beleid over voeding en een protocol relatieproblemen bij ouders/ verzorgers opgesteld. Openingstijden Maandag en Dinsdag en Woensdag Vrijdag Op onze peuterspeelzaal vangen wij kinderen op van 2 tot 4 jaar. Houders van de peuterspeelzaal zijn Mariska Struijk en Evelyn Rolink. Beide hebben een pedagogische opleiding gevolgd en al langere tijd ervaring in het werken met kinderen. U kunt ons bereiken op nr (Evelyn) en (Mariska). Wij zijn gehuisvest in de R.K.B.S. St. Franciscus, Liedeweg 79, 2065 AL Haarlemmerliede. Tel. Basisschool: speelzaaljipenjanneke@gmail.com Website:

4 1. Pedagogische visie De functie van de peuterspeelzaal De doelstelling van peuterspeelzaalwerk is: de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs (arikel2.1, lid b). Peuterspeelzaal Jip en Janneke biedt een klimaat voor de peuters waarin zij zich gerespecteerd, geborgen en veilig voelen en waarin zij respect hebben voor anderen en hun omgeving. Kinderen worden daarin ondersteund om zich in hun eigen tempo en binnen de eigen mogelijkheden te ontwikkelen, daarin rekening houdend met de groep. De peuterspeelzaal vormt een goede overgang van thuis naar de basisschool. Voor ouders is de peuterspeelzaal een laagdrempelige voorziening waar opvoedingsuitwisselingen kunnen plaatsvinden. Zij biedt de ruimte en de mogelijkheid aan kinderen om zich op allerlei terreinen te ontwikkelen. Vanuit dit standpunt kunnen de volgende kerntaken worden benoemd: Ontwikkelingsstimulering. De peuterspeelzaal heeft tot taak om de brede ontwikkeling van alle peuters te stimuleren. Dit heeft betrekking op zowel de motorische ontwikkeling, als op de sociale-, de emotionele-, de cognitieve-, de creatieve- en de taalontwikkeling. Volgen en signaleren. De peuterspeelzaal heeft tot taak ieder kind op een systematische, methodische wijze te volgen in zijn/haar ontwikkeling en welbevinden. En indien daarvoor aanleiding is, zorg te dragen voor een gerichte signalering. Vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn. Een peuterspeelzaal is een schakel in de ontwikkeling keten van kinderen en daarmee een essentiële partner in de uitvoering van lokaal jeugdbeleid. In het verlengde van bovenstaande kerntaken heeft de peuterspeelzaal ten aanzien van ouders een opdracht op het gebied van afstemming, informatie-uitwisseling en overleg; Ondersteunen waar gewenst De peuterspeelzaal bevordert het uitwisselen van ervaringen met ouders over de opvoeding van hun kinderen en het herkennen van problemen in de ontwikkeling van kinderen. Ouders worden ook gesteund door de leidsters. Dit gebeurt op de volgende wijzen: Opvoedingsondersteuning: op basis van gelijkwaardigheid over de opvoeding en ontwikkeling van de peuter praten; Signalerende taak, bijvoorbeeld ten aanzien van gezondheid, hygiëne, gedrag, de ouders zo nodig doorverwijzen naar andere instanties; Ouders even ontlasten van de voortdurende zorg voor de peuter en/of ouders leren hun kind een paar uur aan een andere volwassene toe te vertrouwen; Ouders gelegenheid bieden tot het ontmoeten van andere ouders met een kind in dezelfde leeftijd. Een kind heeft de drang om zich te ontwikkelen. Ieder kind doet dit op zijn eigen manier in zijn eigen tempo. Een veilige en uitdagende omgeving heeft een stimulerende invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Doordat de kinderen in contact komen met leeftijdgenootjes en volwassenen kan de peuter zich sociaalemotioneel ontwikkelen. Rekening houden met elkaar, samen spelen, het zijn zaken die kinderen in de speelzaal gaan leren. Basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van het kind zijn een veilige, uitdagende en prettige sfeer die aansluit bij de belevingswereld van het kind. Het accent ligt op het fijn bezig zijn en niet op prestaties. Het is belangrijk dat kinderen evenwichtige, sociale zelfstandige personen worden die een goed gevoel van eigenwaarde hebben. Het worden van een evenwichtig mens heeft te maken met het verwerven van zelfstandigheid, sociale omgang en een goed gevoel voor eigenwaarde. 4

5 Kernpunten om de doelstellingen vorm te geven: Het sociale aspect wordt gestimuleerd door: Het geven van het goed voorbeeld en voorbeeld gedrag Het positief benaderen Het stimuleren van samen spelen en samen delen Leren conflicten op te lossen Leren dat kinderen een keuze hebben, door te leren dat ze ook nee mogen zeggen. Leren elkaar met respect te behandelen De zelfstandigheid wordt bevordert door: Opdrachtjes te geven Te laten helpen 10 uurtje uitdelen, tasjes uitdelen, opruimen, leren zelf jas aan te doen, kortom zelfredzaamheid bij brengen te stimuleren om dingen eerst zelf te proberen en daarna pas te helpen als het niet lukt. Het gevoel voor eigenwaarde wordt positief beïnvloed door: Te laten merken dat resultaten niet het belangrijkste zijn, maar dat plezier in wat het kind doet voorop staat Een kind te stimuleren in wat het kan, eruit proberen te halen wat erin zit. Een positieve houding te hebben ten opzichte van het kind. Te complimenteren. Spelen ontwikkelen en ontmoeten De peuterspeelzaal is voor kinderen een plek waar ze spelen, ontmoeten en ontwikkelen. Door te spelen in nabijheid van en samen te zijn met andere kinderen, ontmoeten ze anderen en leren daarvan. Door ontmoeten en spelen, ontwikkelen kinderen zich. Met andere woorden, tussen kind en omgeving is er sprake van een wisselwerking. Daarom wordt op de peuterspeelzaal een omgeving gecreëerd waarin een kind zich veilig, geborgen en vertrouwd voelt. Pas dan kan een kind positieve ervaringen opdoen om van te leren. Die veilige, geborgen en vertrouwde omgeving wordt gecreëerd door: Een kind vrijheid te bieden, waardoor het eigen plek binnen de groep kan zoeken en vrij kan spelen. Het hanteren van een structuur in de ochtenden en middag, waardoor kinderen weten wat hen te wachten staat. De groep en groepsruimte een herkenbare plek te laten zijn voor de kinderen. Dit betekent dat er gewerkt wordt met een vaste groepsindeling en vaste leidsters op de groep. (Mariska en Evelyn) De kinderen zodanig te benaderen dat ze het gevoel krijgen dat ze er mogen zijn. Dit wordt tot uiting gebracht door het geven van aandacht, een positieve benadering, het geven van complimenten en hulp daar waar nodig is. Een kind te proberen te begrijpen, waarbij contact met de ouders over het kind van essentieel belang is. 2. Pedagogische visie in de praktijk Ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in een wisselwerking met de omgeving. Een kind wordt geboren met een bepaalde aanleg en eigenheid en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Voor een goede ontwikkeling van het kind is de houding van de leidster van wezenlijk belang. De houding van de leidster dient gericht te zijn op een liefdevolle en aandachtige begeleiden, ondersteunen en stimuleren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. De pedagogische relatie die de leidster met de kinderen heeft, dient naast affectief ook respectvol te zijn. De relatie met de leidster moet het kind een gevoel van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen te geven, zodat het kind de omgeving durft te gaan ontdekken en onderzoeken. De leidster luistert door te kijken waar het kind mee bezig is, wat hij wil, wat hem interesseert of waar hij vragen over heeft. Dit geeft een kind een gevoel van zelfvertrouwen en draagt bij tot een positief zelfbeeld.

6 Veiligheid Een goed kind/leidster relatie ligt aan de basis van kwalitatief goede opvang. De professionele houding van de leidster maakt een veilige band tussen haar en de peuter mogelijk. De peuter leert erop vertrouwen dat de leidster er voor hem is wanneer hij haar nodig heeft, bv. wanneer hij bang of verdrietig is. De twee kenmerken hiervan zijn: 1. De leidster is sensitief, dat wil zeggen gevoelig voor de signalen die de peuter uitzendt:. De leidster doet telkens moeite aan te voelen en te begrijpen wat de peuter wil, doet of bedoelt. 2. De leidster heeft niet alleen oog en begrip voor de uitingen van de peuter, zij reageert ook tijdig positief op de signalen van de peuter: zij is responsief. Door haar positieve reactie voelt de peuter zich gewaardeerd, begrepen en serieus genomen. Structuur en stabiliteit Een omgeving scheppen waarin de peuter zich geborgen voelt, betekent ook een duidelijke en consequente structuur bieden. Door regelmaat, ritme en stabiliteit wordt de wereld om hem heen herkenbaar en dagelijkse gebeurtenissen steeds meer voorspelbaar. Herhaling, regels en gewoonten geven de peuters houvast en zekerheid in een omgeving die aanvankelijk vreemd voor hen is. Structuur en regels geven een kind duidelijkheid over wat er gaat gebeuren en wat er van hem wordt verwacht. Op onze peuterspeelzaal is er structuur in de ruimte, structuur in het dagritme, continuïteit in de groepssamenstelling en er zijn regels en gewoonten. 3. Pedagogische uitgangspunten Peuters bevinden zich in een fase waarin het belangrijk is dat zij vaardigheden leren in de omgang met mensen, dat ze vertrouwen krijgen in zichzelf en in anderen, zich kunnen inleven in een ander en dat ze interesse naar anderen toe leren tonen. De peuterspeelzaal helpt een peuter met het uitbreiden van zijn ervaringswereld. De peuterspeelzaal hanteert daarbij de volgende pedagogische uitgangspunten: Het is van wezenlijk belang dat de peuters plezier beleven aan hun verblijf op de peuterspeelzaal. Dit betekent dat het spelen voorop moet blijven staan. Het is van belang om de peuter tijdens zijn verblijf op de peuterspeelzaal te begeleiden bij en te stimuleren in zijn ontwikkeling. De begeleiding staat dan ook voorop. De peuterspeelzaal is door middel van deskundige leiding bij uitstek een voorziening waar in een vroegtijdig stadium stoornissen in de ontwikkeling van het kind ontdekt kunnen worden, waarna samen met de ouders naar mogelijke oplossingen/hulpmiddelen kan worden gezocht. De leidsters ondersteunen en adviseren ouders waar mogelijk bij de opvoeding van hun peuters 4. Opvoedingsdoelen Peuterspeelzaal Jip en Janneke werkt volgens de volgende opvoedingsdoelen: Het bieden van een gevoel van (emotionele) veiligheid; wij volgen en gaan uit van de ontwikkeling van het kind. De kinderen leggen de basis om de verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf, de anderen en voor de omgeving. We brengen reflectie op gang waardoor kinderen steeds meer kennis krijgen over zichzelf. De gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competentie; wij richten ons op wat het kind kan en sluiten daarbij aan. Dit betekent dat wij differentiëren. Een sociaal competent kind kan zich aanpassen aan steeds nieuwe situaties. Daarom brengen wij kinderen in contact met verschillende, vaardigheden, activiteiten en thema s. De kans om zich waarden en normen, de cultuur van een samenleving eigen te maken. Een belangrijke doelstelling is om kinderen te stimuleren eigen keuzes te maken. Waarbij wij rekening houden met het unieke kind. Zo worden werkjes van het kind niet verwacht, het zou het kind kunnen remmen in zijn onbevangen bezig zijn, wel zullen wij het kind blijven uitnodigen en enthousiast proberen te maken om wel met de werkjes, of activiteiten mee te gaan doen. 6

7 5. Waarden en normen Het overbrengen van waarden en normen speelt in de opvoeding van de kinderen voortdurend een rol. Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaalde gedragingen, dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. Zo is bijvoorbeeld de norm behorende bij de waarde respect hebben voor elkaar, dat pesten, schelden en slaan niet worden toegestaan. Opvoeden met verschillen in waarden en normen Om zoveel mogelijk aan te kunnen sluiten bij de thuissituatie is goed overleg met de ouders belangrijk. Openheid en wederzijds respect staan daarin centraal. Andere ideeën over opvoeding moeten bespreekbaar zijn, zodat de leidsters en ouders kunnen leren omgaan met de verschillen en oog te hebben voor overeenkomsten. De leidster houdt rekening met culturele en individuele verschillen tussen peuters en zij sluit aan bij hun verschillende mogelijkheden, behoeften en interesses. Er is ruimte voor vrijheid en eigenheid van iedere peuter. Op de peuterspeelzaal zijn peuters uit alle culturen welkom. De leidster verdiept zich in hun culturele gebruiken en gewoonten. Regels en gewoonten Duidelijke gedragsregels over wat wel en niet mag zijn nodig om het samenzijn in een groep voor alle peuters plezierig te maken. Om fijn en veilig samen spelen mogelijk te maken, leren wij de peuters regels en gewoonten in het omgaan met elkaar. Zo wordt er niet geschreeuwd, of geslagen. Er wordt rustig gepraat tegen elkaar, conflicten worden, begeleid door de leidster, met praten opgelost. Daarnaast wordt de peuter gestimuleerd om dit later zelf toe passen. Ook het gebruik van speelgoed en de ruimte is aan regels gebonden. Peuters leren het materiaal te delen en om beurten te gebruiken. Ook wordt er geleerd om op verschillende plaatsen te spelen met de daarvoor bestemde materialen; poppen in de huishoek, auto s in de autohoek, puzzels en tekeningen aan tafel.. etc. Daarnaast wordt er geleerd dat er na het spelen opgeruimd moet worden, ben je klaar met waar je mee gespeeld hebt, ruim je het op. 6. Ontwikkelingsfasen van de peuter Er worden op de peuterspeelzaal optimale ontplooiingskansen geboden ten aanzien van de volgende ontwikkelingsaspecten; Motorische ontwikkeling: Voor kinderen is bewegen een heel belangrijk gegeven. Kinderen hebben plezier in bewegen en spelen vrijwel continu. Een goede motorische ontwikkeling levert voor het jonge kind een bijdrage aan de totale ontwikkeling. Belangrijk is dat kinderen veel buiten spelen en niet te vaak en te lang op een stoel zitten. De peuter heeft naarmate hij ouder wordt steeds meer beheersing over zijn coördinatie en krijgt meer bedrevenheid in de fijne motoriek. Tijdens de creatieve activiteiten wordt juist op die fijne motoriek een beroep gedaan. Afhankelijk van de fase waarin de peuter zit, biedt de leidster materialen aan. Ontwikkeling van de zintuigen: Verscheidenheid in het aanbod van activiteiten en materialen prikkelen het horen, zien en voelen. Ten aanzien van deze aspecten zijn zand, water, verf en klei onmisbare ontwikkelingsmaterialen. Ook buitenactiviteiten zijn voor de ontwikkeling van de zintuigen belangrijk, andere geluiden, geuren, materialen en dingen om te zien en te voelen stimuleren de kinderen in de ontwikkeling. Eenmaal per jaar komen er lammetjes en kuikentjes op school, de kinderen kunnen ze aaien en voelen dan hoe zacht ze zijn en horen de geluidjes. Ook dit stimuleert de zintuigen. Sociaal- emotionele ontwikkeling: Peuters in de leeftijd van rond de twee jaar hechten zich sterk aan enkele volwassenen. Daar voelen ze zich veilig bij. Het afscheid nemen na het brengen kan dan gedurende een periode moeilijk zijn. Het kind moet dan het vertrouwen krijgen dat de ouders hem echt weer op komen halen. Ouders en leidsters maken rondom het afscheid nemen duidelijke afspraken. Door het afscheid kort en bondig te houden kan de peuter aan het afscheid wennen en sneller over zijn verdriet heen komen.

8 De behoefte aan spelen met andere kinderen wordt groter. Dit spelen ontwikkelt zich van naast elkaar spelen naar samenspelen. In het aanbod van de leidster zal het begrip samen een belangrijke rol spelen. Door de toenemende hoeveelheid indrukken die een twee- tot vierjarige krijgt zijn angsten en nare dromen niet ongewoon, want peuters hebben een grote verbeeldingskracht. Met fantasie- en imitatiespel kunnen kinderen hun ervaringen en emoties verwerken. Hierbij kunnen verkleedkleren, poppen en andere attributen voor situatiespelletjes, goed van dienst zijn. Peuters stellen zich steeds onafhankelijker op en krijgen inzicht in oorzaak en gevolg en in verleden, heden en toekomst. Zo krijgen ze ook steeds meer inzicht in wat wel en niet mag. De gewetensvorming begint bij ongeveer drie jaar; het afkeuren van gedrag en het belonen is voor de leidster een middel om het kind te helpen in zijn ontwikkeling door duidelijk te zijn in het stellen van regels en grenzen. Grondregel is dat zoveel mogelijk wordt getracht negatief gedrag van een kind om te buigen tot acceptabel gedrag. Zo zullen wij ook meer aandacht aan positief gedrag schenken dan aan negatief gedrag. Dit doen wij door te complimenteren, en stickers te geven. Wij benoemen geregeld en heel bewust het positieve gedrag van de peuters. Taalontwikkeling: Boekjes bekijken, voorlezen, vertellen en gesprekjes voeren horen tot de dagelijkse bezigheden van de leidsters. Peuters leren zo nieuwe woorden, begrippen en zinnen formuleren. Hierbij geldt het goede voorbeeld geven aan de kinderen, duidelijk en rustig praten zodat ze het goed kunnen opslaan. Ook met bepaalde thema s herhalen we de boekjes de we voorlezen wat vaker zodat de woordenschat vergroot wordt, we stimuleren de kinderen ook vaak om zelf te vertellen wat ze zien. Zo krijgen wij een duidelijk beeld van de woordenschat van ieder kind. Ontwikkeling van leren en denken (cognitieve ontwikkeling) Voor kinderen is spelen leren. Spelsituaties en speelmaterialen bieden het kind een schat aan ervaringen die de basis zijn van al het leren in de toekomst. Op de peuterspeelzaal wordt een peuter begeleid in dit leren door een aanbod van activiteiten en materialen die passen bij zijn leeftijd. In pedagogische termen betekent dit aansluiting zoeken bij de gevoelige periode waarin een kind zit. Deze aansluiting impliceert tevens dat grenzen verlegd kunnen worden. De peuter leert door allerlei begrippen, zoals: ruimte: voor/achter/naast/in/op, kleuren, vormen: rond/vierkant, maten: groot/klein enz. Het spelenderwijs benoemen van dergelijke begrippen door de leidsters begint al in een vroeg stadium. 7. Voor- en vroegschools educatie (VVE) Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is bedoeld om het peuterspeelzaalwerk in Nederland te versterken en goede aansluiting te vinden bij het basisonderwijs. Uk en Puk Wij werken met het gecertificeerde VVE ( Vroeg en Voorschoolse Educatie) programma Uk en Puk. Dit is een totaalprogramma dat zich richt op de brede ontwikkeling van peuters. Taalontwikkeling staat daarbij voorop. Maar ook de eerste stapjes op gebied van rekenen en sociale vaardigheid komen hierbij aan bod. Spelenderwijs brengen wij de peuters vaardigheden bij die een goede basis leggen voor groep 1 van de basisschool. Om de 6 weken gaan wij aan de slag met een bepaald thema, daar zullen we materialen voor aanschaffen, boekjes over klaar leggen, soms hebben we een thematafel staan of wordt er een thema hoek ingedeeld. Met ieder thema worden er spelletjes gedaan die aansluiten bij het thema, activiteiten in de grote groep maar ook in kleine groepjes. Er zullen boekjes over worden voorgelezen en liedjes over gezongen worden, en er zal geknutseld worden. Daarnaast blijft er altijd genoeg tijd over om lekker buiten te spelen of om vrij te spelen. Ook hier blijft de regel; de peuterspeelzaal moet fijn zijn, ieder kind is uniek, en mag zelf bepalen, heeft het kind geen zin om mee te doen, dan zal dit worden gerespecteerd. Voor ieder thema krijgen de ouders een informatiebrief waarin wij vertellen welk thema zal starten en aan welke woorden wij aandacht zullen gaan geven. Voor meer informatie over Puk en Ko zie: 8

9 8. De Speelruimte De groepsruimte is ingedeeld in een aantal duidelijke hoeken: de huishoek, de auto/bouwhoek, rusthoek (hier kunnen ook boekjes gelezen worden) en de zand/watertafel. Daarnaast is het mogelijk dat wij een speciale hoek creëren tijdens een bepaald thema. In de kast staan puzzels en gelabelde bakken met allerlei speelgoed. Door de plaatjes op de bakken weten de kinderen ook waar alles opgeruimd moet worden. Speelmateriaal Op de peuterspeelzaal komen verschillende werkvormen voor om de ontwikkeling van de peuters te stimuleren. De volgende materialen zijn onder andere aanwezig: fietsen, glijbaan, klimhuis, zandbak, zandtafel, poppenhoek, keukentje met servies, poppen, kinderwagen, verkleedkleren, blokken, auto s, constructiemateriaal, leesboekjes, puzzels, mozaïek, muziekinstrumenten, klei, kleurboeken, diverse tekenmaterialen, diverse knutselmaterialen. Voor de oudere kinderen zijn er schaartjes, hamertje tik en prikmatjes. De gymzaal Er is een mooie gymzaal tegenover het lokaal,, bij slecht weer gaan wij regelmatig de gymzaal in, hier maken wij gebruik van rijdend materiaal, ballen, banken en matten. De kinderen kunnen hier vrij spelen, door de materialen op een bepaalde manier neer te zetten stimuleren wij de peuters om nieuwe dingen uit te proberen of te ontdekken. Buitenspeelruimte Er is een mooie grote, met hekken omheinde buitenspeelplaats. Hier staan een glijbaan, een grote zandbak en een klimrek. Daarnaast zijn er ballen, fietsjes, auto s, krijt en met mooi weer een waterbak met bootjes. Veiligheid In de peuterspeelzaal, maar daar buiten, is en blijft de leidster alert op alles wat de veiligheid van het kind kan bedreigen. In de groepsruimte bewaakt de leidster de veiligheid van het spelmateriaal en het meubilair. Kapot materiaal wordt gerepareerd of vervangen. Schadelijke stoffen zoals schoonmaakmiddelen staan hoog opgeborgen. Hete koffie en thee wordt in thermoskannen veilig weggezet. Scharen en prikpennen worden alleen in bijzijn van de leidster gebruikt. De leidster voorkomt dat kinderen ongemerkt alleen of van het terrein af kunnen. Negen uur als de ouders weg zijn gaat de voordeur op slot. De buitenruimte wordt regelmatig gecontroleerd, op hygiëne en veiligheid. De kinderen spelen nooit alleen buiten, er is altijd toezicht. Hygiëne van de speelruimte Wij werken met een draaiboek en een schoonmaakrooster. Zo moet na elke verschoonbeurt de commode schoongemaakt worden, de toiletten worden gedurende de ochtend meerdere keren schoongemaakt en gecontroleerd of ze schoon en fris zijn. Het speelgoed krijgt 1 keer per jaar een grote schoonmaakbeurt in samenwerking met de ouders. Daarnaast wordt het regelmatig door ons gecontroleerd en schoongemaakt. Verkleedkleren en pluche beesten worden iedere maand gewassen. De groepsruimte wordt goed geventileerd en de temperatuur en luchtvochtigheid wordt gemeten. Ieder jaar maken wij een risico inventarisatie van alle ruimten via risicomonitor. We controleren alle ruimten op veiligheid en gezondheid. Hieruit voortvloeiend maken wij een werkplan waar er aanpassingen nodig zijn en wat er verandert moet worden op de groep om deze zo veilig mogelijk te houden.

10 9. Het werken in de groep 9.1 Groepsindeling. De groepsgrootte moet zodanig zijn dat het voor kinderen in de peuterleeftijd voldoende overzichtelijk en vertrouwd is en stimuleert tot contact maken met elkaar. Ook moet de grootte zodanig zijn dat de leidsters is staat zijn alle kinderen te ondersteunen en te stimuleren bij hun spel en de contacten met andere kinderen. De peuterspeelzaal is geopend op maandag- dinsdag- woensdag- en vrijdag ochtend. De peuters komen minimaal 1 keer per week op een vaste ochtend naar de peuterspeelzaal. Vanuit pedagogisch oogpunt raden wij sterk aan om uw peuter minimaal 2 ochtenden te laten komen. De groep bestaat uit maximaal 13 kinderen per ochtend in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. 9.2 Teamsamenstelling Mariska en Evelyn werken normaliter samen op de groep, beide hebben een diploma conform de CAO welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Evelyn heeft de opleiding SPW gevolgd, Mariska de opleiding KVJV. Op de peuterspeelzaal is altijd minimaal één vaste gekwalificeerde leidster aanwezig. Bij acht of meer kinderen zijn er twee leidster aanwezig of de vaste leidster met en een invalkracht/vrijwilliger. De vaste leidsters voldoen aan de opleidingseisen, die voor het peuterspeelzaalwerk gelden. Er is altijd iemand in de school aanwezig met het diploma BHV (bedrijfshulpverlening) Daarnaast zijn wij bij Calibres geregistreerd als een erkend stage bedrijf en zullen wij stagiaires van diverse opleidingen begeleiden. Wij werken met een vrijwilligersbeleid. Dit kunt u inzien op de groep. Regelmatig zullen wij trainingen en bijscholingscursussen volgen, in 2014 zullen wij de herhalingscursus EHBO bij kinderen volgen en de training voor het invoeren van de voor en vroegschoolse educatie. Op dit moment zijn wij de trainingen voor de VVE certificering aan het volgen. In 2016 zullen wij hier onze diploma's voor halen. 9.3 Dagindeling De peuters komen tussen 8.30 en 9.00 uur binnen. Jasjes worden in de luizencape gedaan, de tasjes worden in de kast in het lokaal gelegd. Er staat koffie en thee klaar. Wij vinden het leuk als u nog even een puzzeltje of een spelletje met uw kind doet. Het kind is vrij om te kiezen waar hij/zij mee wilt spelen. In het belang van de rust in de groep is het wenselijk dat de ouders om 8.55 uur afscheid nemen. Er wordt samen met de leidster afscheid genomen. De grootste kinderen zwaaien vaak alleen, op de stoel bij het raam. Als alle ouders weg zijn gaan we beginnen met de dag, meestal mogen de kinderen eerst nog even vrij spelen. Soms worden er wat knutselwerkjes afgemaakt. Dan gaan we in de kring, alle namen worden genoemd via een aanwezigheidslijst en iedereen wordt een goedemorgen gewenst. Dan wordt er gezongen of een boekje voorgelezen. Als we met een thema bezig zijn wordt dit besproken, en erover gezongen of voorgelezen. Nadat de handjes zijn gewassen gaan we aan tafel,er gaat een schaal met fruit rond en de kinderen krijgen een bekertje diksap. Daarna mag een van de peuters een biscuittje uitdelen, dit gaat volgens een lijst zodat iedereen aan de beurt komt met uitdelen. Als alles op is gaan we naar het toilet, kinderen met luier oefenen op een potje. Na het plassen handjes wassen. Hierna gaan we meestal even de gymzaal in of buiten spelen, ondertussen worden knutselspullen of themawerkjes klaargelegd en kunnen de kinderen als ze weer in de klas komen, een werkje gaan maken of een activiteit met de juf gaan doen. Aan het eind van de ochtend komen we weer in de kring, de tasjes worden gepakt, de jasjes gaan aan, we zingen nog een liedje om afscheid te nemen en gaan dan met zijn allen naar het schoolplein waar de ouders en verzorgers staan. Om komen wij naar buiten. Op maandag is er een middag groep, de kindjes die ook s middags blijven, eten om een broodje met de juf. De middag groep start om Om kunnen de kinderen weer worden opgehaald. Bij slecht weer kunt u in de hal wachten, houdt u a.u.b. wel rekening met de rest van de school die nog hard aan het werk is. Wordt uw kind door iemand anders (oma, opa, tante ) opgehaald? Wilt u dit dan aan ons doorgeven? 10

11 9.4 Eten en drinken Wij vinden gezonde en gevarieerde voeding erg belangrijk. Tijdens het fruitmoment bieden wij de kinderen altijd vers gesneden seizoensfruit aan en zullen ook vaak 'nieuwe' dingen erbij aanbieden, zoals exotisch fruit of bijv. gedroogd fruit. In de bijlage kunt u het uitgewerkte beleid over voeding terugvinden. 9.5 kleding en meegebracht speelgoed In de wintermaanden en bij slecht weer gaan wij met de kinderen spelen in de gymzaal. Wij verzoeken u daarom gympjes of slofsokjes voor de kleintjes mee te geven en in de daarvoor bestemde bak te doen voorzien van naam. Voor kleding en meegebracht speelgoed wordt geen verantwoording aanvaard. Trekt u uw kind iets praktisch aan. Het gebeurt wel eens dat er wat verf op de kleding komt. Het is speciale schoolverf en gaat er in de was weer uit. Wel raden wij u aan het kledingstuk zo snel mogelijk te wassen en de vlek in te smeren met zeep. De kinderen mogen geen speen op de groep hebben, een knuffeltje mag wel mee. Vooral in de beginperiode geeft dit wat veiligheid. 9.6 Verjaardagen en feesten De verjaardag van onze kindjes wordt uitgebreid gevierd, met slingers en een feesthoed. Natuurlijk wordt er gezongen en is er een klein cadeautje. De traktatie mag worden rondgedeeld. Wij geven onze voorkeur aan verantwoorde traktaties. Zie bijlage over ons voedingsbeleid. Als u foto s wilt laten maken door de leidsters met uw eigen toestel is dit voor eigen verantwoording. U blijft zelf aansprakelijk voor eventuele schade. Ook andere feesten worden niet vergeten zoals Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, Moederdag en Vaderdag. 9.7 Lichamelijke verzorging en hygiëne Door de leidsters wordt gedurende de ochtend aandacht besteed aan de lichamelijke verzorging. Bijv. neusjes snuiten, plassen handjes wassen, enz. Kinderen die zindelijk aan het worden zijn krijgen speciale aandacht. Is uw kind nog niet zo lang zindelijk, dan kan er wel eens een ongelukje gebeuren, zorgt u voor een schoon setje kleding in de tas? Wanneer uw kind nog niet zindelijk is, geef dan twee luiers en schoonmaakdoekjes mee. (liever geen luierbroekjes zoals Up &Go). 9.8 Kennismaking, voorbereiding en eerste keer wennen Voordat uw kind op de peuterspeelzaal komt, mag u samen met hem of haar een half uurtje komen kijken. De leidster laat u de groep en de andere ruimtes die we gebruiken zien en vertelt over de gang van zaken. De peuter mag vanaf de eerste keer meteen een hele ochtend komen, wij kijken het de ochtend aan hoe het gaat. Merken wij dat een ochtend nog te lang is voor het kind zullen wij u bellen en afspraken maken om de ochtenden op te bouwen. Het is prettig als u uw kind voorbereidt wanneer het voor de eerste keer naar de peuterspeelzaal gaat. Vertel uw kind dat het er fijn is en wat het kan verwachten: o.a. leuk speelgoed, kinderen om mee te spelen, liedjes zingen en andere volwassenen. Vertel ook dat u weggaat, maar later weer terugkomt om hem/haar op te halen. Het is belangrijk dat u bij het vertrek duidelijk afscheid neemt. Afscheid nemen bij het brengen van het kind is soms een moeilijk moment. Moeilijk voor de ouder en voor het kind. Geregeld hebben ouders er meer moeite mee dan het kind zelf. Het is van belang dat het afscheid nemen duidelijk is en niet te lang duurt. Het uitzwaaien van de papa of mama is daarom één van de rituelen die horen bij het verblijf op de speelzaal. 9.9 Wanneer een kind ziek is of wordt. Wanneer uw kind ziek is of om andere reden niet kan komen, wilt u dit dan melden. U kunt bellen naar (Evelyn) of naar de school. Als een kind op de speelzaal ziek wordt bekijken wij dit per geval. Vervolgens kan dit voor ons aanleiding zijn om met de ouders te overleggen of het kind opgehaald kan worden. Bij zieke kinderen zullen wij altijd het GGD Handboek voor gezondheidsrisico s peuterspeelzaal raadplegen, hierin kunnen wij vinden hoe te handelen en of een kind geweerd moet worden tot het beter is Vakanties Wij volgen de vakanties van de basisschool. Wijzigingen voorbehouden. Zie aparte bijlage jaarlijks uitgereikt

12 10. observeren en signaleren De Peuterspeelzaal werkt met een observatielijst, wij observeren de kinderen 2 keer in de speelperiode dat ze bij ons zijn. De eerste keer tussen de 2 en 3 jaar, de 2 e afname zal kort voordat het kind 4 jaar wordt zijn. Deze formulieren krijgt u als ouder in te zien en kunnen daarna overgedragen worden aan de basisschool waar het kind heengaat. Door middel van de lijsten krijgen wij een goed inzicht in de ontwikkeling van het kind. De volgende aspecten komen aan bod in de lijst: sociale- en emotionele ontwikkeling; spraakontwikkeling; zelfredzaamheid; speel-/werkgedrag en de motorische ontwikkeling. Iedere peuter ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Bij de meeste peuters is dit geen reden tot bezorgdheid, maar soms kunnen er vragen opkomen over het gehoor, het gezichtsvermogen, de motoriek, taal- en spraakontwikkeling, de opvoeding of het gedrag. De leidster bespreekt haar bevindingen met de ouders. In dit gesprek is ruimte voor het uitwisselen van informatie met als uiteindelijk doel een oplossing te vinden waar iedereen zich prettig bij voelt. Tijdige signalering van een eventuele achterstand of ontwikkelingsstoornis maakt het mogelijk om advies en hulp in te schakelen waardoor de nadelige gevolgen zo beperkt mogelijk blijven. De peuterspeelzaal heeft ten aanzien van opvoedvragen een verwijzende taak en fungeert als intermediair bij het tot stand brengen van een aanbod van opvoedondersteuning. Een leidster kan gebruik maken van advies van externe deskundigen, wij werken nauw samen met de GGD Kennemerland. Na overleg met een medewerker van de GGD zouden wij doorverwezen kunnen worden naar instanties die gespecialiseerd zijn in problemen die kunnen optreden bij opgroeiende peuters, zoals een logopediste, orthopedagoog, kinderfysiotherapeut of consultatiebureau arts. Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor hun peuter. Wanneer ouders niets doen met het advies en geen verdere stappen ondernemen of toestemming geven tot, dient de leidster dit altijd te respecteren. Meldcode huiselijk geweld De peuterspeelzaal werkt met een protocol signaleren kindermishandeling. In dit protocol wordt een stappenplan omschreven hoe te handelen bij een niet pluis gevoel. Wij gebruiken de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding. 11. Ouderbeleid 11.1 Visie op ouderbeleid Ouders vormen niet de primaire doelgroep van de peuterspeelzaal. Om de peuters optimale ontwikkelingskansen te kunnen bieden, hebben wij wel een taak ten opzichte van de ouders. Niet in de laatste zin omdat ouders verantwoordelijk zijn en blijven voor hun peuter. De sluitende aanpak (het vormgeven van de doorgaande ontwikkelingslijn) zal in de eerste plaats door de ouders in de thuissituatie vormgegeven moeten worden. Informatie-uitwisseling, overleg en afstemming m.b.t. de aanpak van de individuele peuter zijn taken die de peuterspeelzaal ten opzichte van de ouders heeft. Voor veel ouders werkt deze informatie-uitwisseling als opvoedondersteuning. Daarnaast blijkt de peuterspeelzaal in toenemende mate voor ouders op het gebied van opvoeding een vraagbaakfunctie te vervullen. Door het laagdrempelige karakter leggen ouders vrij makkelijk vragen, zorgen en/of andere opvoedkwesties neer bij de leidsters van de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaal heeft ten aanzien van opvoedvragen een verwijzende taak en fungeert als intermediair bij het tot stand brengen van een aanbod van opvoedingsondersteuning. Het uitvoeren van dit aanbod moet door gespecialiseerde deskundigen gebeuren. De peuterspeelzaal draagt bij aan contacten tussen ouders onderling waarbij (opvoedings-) ervaringen kunnen worden uitgewisseld Uitgangspunten van het ouderbeleid In een goed contact tussen leidster en ouder is er wederzijds vertrouwen in elkaar, een vertrouwensband. De peuterspeelzaal hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: Doel is dat alle ouders zich thuis en welkom voelen op de groep 12

13 Ouders krijgen regelmatig informatie over hoe er met de peuters wordt omgegaan zodat zij weten waar ze aan toe zijn Ouders krijgen voldoende gelegenheid om hun wensen en hun kritiek over te brengen Ouders hebben invloed op de uitvoering Ouders met verschillende visies en gewoonten in de opvoeding voelen zich geaccepteerd en gerespecteerd Ouders kunnen advies krijgen ten aanzien van de opvoeding en verzorging 11.3 Wat kan de ouder van de leidster verwachten en wat verwacht de leidster van de ouder? Een open contact, omdat dit de basis legt voor de ontwikkeling van de peuter Betrokkenheid, wij delen de zorg en de opvoeding Respect voor de werkwijze, medewerking en erkenning van regels en grenzen die er zijn Het contact tussen de ouder en de leidster betreft altijd zaken die te maken hebben met het eigen kind. Dit betekent dat er geen informatie wordt gegeven over andere peuters De contacten tussen de ouders en de leidster kunnen o.a. als volgt vorm krijgen: Korte gesprekken tijdens het brengen en het halen Ouderavonden Tijdens informatiebijeenkomsten Op afspraak Via In overleg met de oudercommissie Tijdens een eindgesprek 11.5 De oudercommissie Naast eerder beschreven mogelijkheden om kontakten met de leidsters te hebben, is deelname aan de oudercommissie een andere mogelijkheid. De peuterspeelzaal is verplicht een oudercommissie te hebben. De oudercommissie komt een paar keer per jaar samen. Er dient een voorzitter aangewezen te worden die vergadering leidt, de OC. dient uit minimaal 3 personen te bestaan. De doelstellingen van de oudercommissie zijn: De belangen van kinderen en ouders zo goed mogelijk te behartigen De ouders te vertegenwoordigen De communicatie te bevorderen tussen de ouders en de leidster Het kwaliteitsbeleid van het werk in de peuterspeelzaal mede te optimaliseren, hiertoe heeft de oudercommissie een adviserende rol. Het ondersteunen bij extra activiteiten zoals schooluitjes speciale feestdagen Het oudercommissiereglement is in te zien op de groep. Wij zijn aangesloten bij Boink, dit is een belangenvereniging voor de ouders van kinderen die naar de peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf gaan. Leden van de oudercommissie: Edward Elferink (vader van Matthijs), Claudia Scheeres (moeder Koen) en Jasmijn van Kooten (moeder Madeleine) Protocol bij relatieproblemen tussen ouders/verzorgers Op elke vestiging zitten er wel kinderen van gescheiden ouder of ouders die gaan scheiden. Daardoor krijg je als pedagogisch medewerker wel eens te maken met de vraag of, en in hoeverre wij meewerken aan informatieverstrekking aan de niet verzorgende ouder*. Bij een verstoorde relatie tussen ouders komt het voor dat de zorgouder de eigen informatieplicht niet nakomt en zich verzet tegen informatieverstrekking door pedagogisch medewerkers aan de niet- verzorgende ouder. Om duidelijkheid te geven aan de groepsleiding over de handelwijze in voorkomende situaties wordt in dit protocol beschreven wat de positie van peuterspeelzaal Jip en Janneke in deze.

14 11.7 Klachtencommissie Voor ons staat het welzijn van het kind op de eerste plaats, wij vinden het heel belangrijk dat de peuter zich veilig en goed voelt op de peuterspeelzaal. Wij streven ernaar een zo open mogelijke relatie op te bouwen met de ouders en hopen dat op deze manier ook alles bespreekbaar blijft. Toch is het mogelijk dat een ouder niet tevreden is over een bepaalde situatie. Wij vinden het belangrijk dat de ouder ons op de hoogte stelt van deze klacht, dit biedt ons de mogelijkheid om te kijken waar wij de kwaliteit van de peuterspeelzaal kunnen verbeteren. Een klacht kan mondeling of schriftelijk worden ingediend bij Mariska of Evelyn. Samen wordt er gekeken hoe wij de klacht naar tevredenheid kunnen oplossen. Een klacht kan ook voorgelegd worden bij een lid van de oudercommissie. Wanneer bovenstaande mogelijkheden niet leiden tot een bevredigende afhandeling kan deze worden voorgelegd aan een externe klachtencommissie. Wij hebben ons aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang, SKK. 12. Plaatsing en ouderbijdrage Plaatsing Kinderen kunnen vanaf hun 2e jaar bij ons op de groep starten. Er kan telefonisch of per mail een afspraak gemaakt worden vrijblijvend bij de peuterspeelzaal te komen kijken. Een vaste leidster zal dan een rondleiding geven en de nodige formulieren meegeven. De ouder/verzorger vult een inschrijfformulier in en voegt een kopie van een recent overzicht van het gezamenlijke bruto gezinsinkomen bij. Na ontvangst van deze documenten zal de planning een opdrachtbevestiging sturen, die ondertekend moet worden. Hierna is de inschrijving definitief en is het kind geplaatst. Tarieven Onze peuterspeelzaal wordt gesubsidieerd door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarndam. De gemeente vindt het belangrijk dat alle peuters vanaf twee jaar de kans moeten krijgen om zich spelenderwijs samen met leeftijdsgenootjes te kunnen voorbereiden op de basisschool. De gemeente betaalt niet alle kosten voor de peuterspeelzaal. Het deel dat overblijft, heet de ouderbijdrage. Hoe hoog de ouderbijdrage is, hangt af van uw inkomen. U kunt in de tarieventabel zien wat u gaat betalen voor de peuterspeelzaal. VVE Peuterspeelzaal Wij zijn een een gecertificeerde VVE peuterspeelzaal, onder het kopje Uk en Puk leest u hier meer over. Voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben met taal en leren, betaalt de gemeente het derde en/of vierde dagdeel voor u. U komt hiervoor in aanmerking met een verwijzing van het consultatiebureau. De ouderbijdrage wordt berekend per de 1e of de 16e van de maand. Betaling geschiedt middels automatisch incasso in de eerste week van de maand. Overige kosten Inschrijfgeld 15,- 1 keer per jaar wordt er een bijdrage 20, - zg. juich en huilbijdrage gevraagd (voor extra activiteiten, zoals schooluitjes en feestdagen). optioneel luizenzak: 10,- Voor de zomervakantie wordt 1 maand geen ouderbijdrage in rekening gebracht. De rest van de vakanties zijn verrekend in de maandprijs. Wij hanteren een opzegtermijn van 1 maand. 14

15 Luizencapes/luizencontrole Sinds juni 2006 hebben wij een luizenbrigade. De luizenbrigade zal in de eerste week na elke vakantie alle peuters controleren op hoofdluis en neten. Mochten wij iets waarnemen dan zal de peuterleidster u persoonlijk inlichten, telefonisch en d.m.v. een briefje. Gezien het bovenstaande is het sinds juni 2006 verplicht de jassen in de luizencapes te hangen om te voorkomen dat hoofdluis zich kan verspreiden. U kunt een luizencape bij de apotheek of bij ons bestellen. De kosten hiervan bedragen ca. 10,- 13. Tot slot De hulp van ouders is heel belangrijk. Zo wordt bijvoorbeeld de klas en het speelgoed 1 x per jaar schoongemaakt door de ouders. Ook voor festiviteiten, uitstapjes en eventuele klusjes kunnen wij uw hulp goed gebruiken. Als u wilt helpen, horen wij dit graag. Mariska en Evelyn Bijlage 1: Inschrijfformulier Bijlage 2: protocol relatieproblemen tussen ouders/verzorgers Bijlage 3: Vrijwilligersbeleid Bijlage 4: Beleid over voeding

16 Inschrijfformulier Peuterspeelzaal Jip en Janneke Gegevens Kind Voornaam: Achternaam: Geboortedatum: Jongen / Meisje BSN. Nr. Hoogst afgeronde opleiding(en): * Geboortedatum: Geboorteland: BSN.nr. Overige gegevens: Algemene gegevens Straat: Postcode: Woonplaats: ' thuis: Mobiel moeder: Werk moeder: Mobiel vader: Werk vader: Gegevens ouders/verzorgers Naam moeder: BSN. nr. Hoogst afgeronde opleiding(en): * Geboortedatum: Geboorteland: Nr: Extra telefoonnr. Huisarts+' : adres: Gezinssamenstelling: Broer(s)/zus(sen): Moedertaal gesproken thuis: Andere gesproken talen thuis: Overige informatie: Allergieën/medische bijzonderheden ed. Bezoekt uw kind een kinderdagverblijf? Ja/nee Zo ja, welk kinderdagverblijf: Aantal dagdelen: * Bovenstaande gegevens vragen wij in verband met de verantwoording van subsidiegelden van de gemeente. Alle gegevens worden in onze administratie verwerkt, Waarbij wij ons uiteraard houden aan de privacy wetgeving. De gemeente krijgt anonieme gegevens over het totaal aantal ouders, dus niet terug te leiden tot een persoon. Naam vader: U wilt uw kind inschrijven voor: 16

17 Maandagochtend Dinsdagochtend Woensdagochtend Vrijdagochtend Maandagmiddag Dinsdagmiddag Maandelijkse ouderbijdrage De peuterspeelzaal wordt door de gemeente Haarlemmerliede Spaarndam gesubsidieerd. De kosten die wij nog aan u doorberekenen, is de ouderbijdrage. Om uit te kunnen rekenen welke ouderbijdrage u aan ons betaalt, hebben wij informatie over uw bruto gezinsinkomen nodig. Wij vragen u een kopie van uw laatste jaaropgave of een kopie van uw laatste 3 loonstroken mee te zenden. De ouderbijdrage wordt berekend per de 1 e of de 16 e van de maand. Betaling geschiedt middels automatisch incasso in de laatste week van de maand. Gewenste plaatsing? Toestemming Ouder/verzorger verleent wel/geen toestemming voor het maken van foto s en/of video-opnamen voor projectmatig gebruik in het kader van ons VVE programma, evenals voor plaatsing op de website van de peuterspeelzaal. Ouder/verzorger verleent wel/geen toestemming aan de peuterspeelzaal om in voorkomende gevallen resultaten inzake toetsen en de ontwikkeling van het kind voor te leggen aan en overleg te plegen met basisschool, consultatiebureau en eventuele andere jeugdinstanties. Ouder/verzorger verleent wel/geen toestemming om de toetsresultaten van het kind digitaal te verwerken in verband met de doorgaande lijn naar de basisschool. Ondertekening: Datum: Handtekening: De inschrijving gaat definitief in na ontvangst van het inschrijfgeld van 15-, te betalen op NL03INGB t.n.v. Peuterspeelzaal Jip en Janneke. Bij betaling graag de voor- en achternaam van uw kind vermelden. Onderstaande in te vullen door de peuterspeelzaal o Datum inschrijfkosten betaald: o Datum huil en juichbijdrage betaald: o Welkomstkaartje

18 Bijlage 2 Protocol relatieproblemen tussen ouders/verzorger Procedure relatieproblemen tussen ouders/verzorgers 1. Inleiding Op elke peuterspeelzaal zitten er wel kinderen van gescheiden ouder of ouders die gaan scheiden. Daardoor krijg je als pedagogisch medewerker wel eens te maken met de vraag of, en in hoeverre wij meewerken aan informatieverstrekking aan de niet verzorgende ouder*. Bij een verstoorde relatie tussen ouders komt het voor dat de zorgouder de eigen informatieplicht niet nakomt en zich verzet tegen informatieverstrekking door pedagogisch medewerkers aan de niet- verzorgende ouder. Om duidelijkheid te geven aan de groepsleiding, stagiaires en vrijwilligers over de handelwijze in voorkomende situaties wordt in dit protocol beschreven wat de positie van de peuterspeelzaal is in deze. 2. Informatierecht en informatieplicht Volgens de wet hebben beide ouders recht op dezelfde informatie van alle mensen die beroepshalve contact hebben met het kind/of kinderen. (BW1, art.377c) Jip en Janneke is daarom verplicht te rapporteren over het welzijn van het kind/of kinderen aan hun ouder(s). Deze verplichting blijft ook na de echtscheiding bestaan, met name de informatieverstrekking aan de niet-verzorgende ouder zonder ouderlijk gezag. Die verplichting geldt dus ook wanneer de ouders nooit gehuwd waren of als er geen omgangsregeling is. In het kader van deze wet heeft de peuterspeelzaal een eigen verantwoordelijkheid. Zij hoeft geen informatie te verstrekken, die ook niet aan de andere ouder wordt gegeven. Ook hoeft zij geen informatie te geven wanneer dit strijdig is met de belangen van het kind. Echter, de peuterspeelzaal zal zeer zwaar wegende argumenten moeten hebben om de ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, niet op dezelfde wijze te informeren. Deze argumenten zullen dan ook duidelijk kenbaar gemaakt moeten worden aan de ouder die om informatie vraagt. Men mag van peuterspeelzaal Jip en Janneke verwachten dat zij zich neutraal opstelt en beide ouders in gelijke mate van informatie voorziet. 3. Verzet zorgouder Soms komen ouders met verklaringen van advocaten of therapeuten die informatieverstrekking in belang van het kind ontraden. In principe moet de peuterspeelzaal deze verklaringen naast zich neerleggen. Alleen met een rechtelijke beschikking mag men afwijken van de informatieplicht. Peuterspeelzaal Jip en Janneke mag zich niet door de verzorgende ouder laten voorschrijven welke informatie al dan niet aan de andere ouder mag worden gegeven. 4. Omgangsrecht Binnen het omgangsrecht is het sinds 1995 zo geregeld dat er sprake is van recht en plicht tot omgang met het kind voor beide ouders ook al waren zij nooit gehuwd (BW1, art.377a) In gemiddeld 95% van de echtscheidingsgevallen blijft het ouderlijk gezag gezamenlijk. Vaak wordt bij aanvang van de scheiding al een omgangsregeling vastgesteld middels een voorlopige voorziening. Naar een kopie van deze regeling mag door pedagogisch medewerkers worden gevraagd wanneer er een verzoek komt van de verzorgende ouder om het kind niet mee te geven aan de niet verzorgende ouder. Wanneer er sprake zou zijn van bijv. kindermishandeling, bedreiging of intimidatie staat dit meestal genoemd in de voorlopige voorziening.