Monitor Videonetwerken Peiling najaar 2006 Tussentijds verslag
|
|
- Camiel Meijer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Monitor Videonetwerken Peiling najaar 2006 Tussentijds verslag J.M. Peeters A.L. Francke J.T. Bos
2 Telefoon Fax NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
3 Inhoud Voorwoord 5 Samenvatting 7 1 Inleiding Achtergronden Onderzoeksvragen Indeling van het rapport 11 2 Methoden 13 3 Omschrijving aangesloten cliënten Stand van zaken in november Welke cliënten hebben een aansluiting? Grondslag volgens het Centrum Indicatiestelling Zorg Wat zijn redenen om een aansluiting te hebben? 19 4 Geïndiceerde versus geleverde zorg AWBZ indicaties van chronisch zieke cliënten met een indicatie voor verpleging of voor persoonlijke verzorging Geïndiceerde en geleverde uren zorg bij chronisch zieke cliënten met een AWBZindicatie voor verpleging of voor persoonlijke verzorging 22 5 Instructieprogramma s 25 Literatuur 27 Bijlagen: Bijlage 1 Vragenlijst voor managers 29 Bijlage 2 Urenregistratieformulier 39 Monitor Videonetwerken, NIVEL
4 4 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
5 Voorwoord Dit rapport beschrijft een tussentijdse, beperkte peiling binnen de monitorstudie naar de invoering van videonetwerken in de thuiszorg in Nederland. Het rapport is inventariserend van aard en is bedoeld voor direct betrokken partijen en thuiszorginstellingen. De eerste peiling van de monitorstudie vond plaats in het voorjaar van 2005 onder managers van de vijf thuiszorgorganisaties waar een functionerend videonetwerk was, zorgcentralisten en cliënten. In november 2005 heeft vervolgens een tussentijdse, beperkte peiling plaats gevonden onder managers van vijf thuiszorginstellingen die in die periode een functionerend videonetwerk hadden. In november 2006 is opnieuw een tussentijdse, beperkte peiling onder managers van vijf thuiszorgorganisaties gedaan. Over deze peiling in november 2006 wordt in dit rapport verslag gedaan. Aan managers van de op dat moment functionerende videonetwerken is een beknopte vragenlijst voorgelegd. Op onderdelen worden de gegevens van de peiling vergeleken met de cijfers uit de peiling onder managers van november De samenstelling van de vragenlijst, evenals de uitvoering van de monitor, worden begeleid door een begeleidingscommissie, het zogenaamde nationale overleg, bestaande uit vertegenwoordigers van ActiZ, het project invoering videonetwerken, ZN, NPCF/LOC, Mezzo, het Ministerie van VWS, CVZ en de NZa. Wij danken de leden van de begeleidingscommissie voor hun inbreng. Daarnaast wordt regelmatig overleg gevoerd met managers van instellingen die bezig zijn met een videonetwerk binnen de eigen thuiszorgorganisatie op te zetten. Ook zij zijn nauw betrokken bij de monitor. Naar hen gaat ook onze dank uit. Utrecht, april 2007 Monitor Videonetwerken, NIVEL
6 6 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
7 Samenvatting We beschrijven de belangrijkste conclusies van het rapport aan de hand van de onderzoeksvragen. 1. Wat zijn het aantal en de kenmerken van de cliënten, aangesloten op de videonetwerken, in november 2006? In hoeverre komen deze kenmerken overeen met de peiling van november 2005? Thuiszorgorganisaties verwachtten eind 2005 dat een jaar later tussen de en cliënten aangesloten zouden zijn op een videonetwerk. In de huidige peiling blijken dit er minder te zijn dan verwacht, namelijk ruim 400 cliënten. De verwachtingen van de thuiszorgorganisaties voor 2007 zijn opnieuw positief: ze verwachten dat in november 2007 ruim cliënten aangesloten zullen zijn op het videonetwerk. Het totale aantal aangesloten cliënten is gestegen van 290 in november 2005 naar 429 in november Dat is een toename van een derde ten opzichte van In veel gevallen hebben aangesloten cliënten een AWBZ-indicatie, maar één organisatie heeft juist een relatief groot aantal aangesloten cliënten (80%) zonder AWBZ-indicatie. Wel gaat het ook bij deze thuiszorgorganisatie om thuiswonende cliënten. In november 2005 had deze thuiszorgorganisatie ook relatief veel aangesloten cliënten zonder AWBZindicatie. Zij hadden géén van de zeven AWBZ-indicaties (huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf). Bij een belangrijk deel van de cliënten die wél een AWBZ-indicatie hadden, ging het om de indicatie persoonlijke verzorging of verpleging oftewel de doelgroepen van een bekostigingsregeling van de Nederlandse Zorgautoriteit (zie paragraaf 1.1). Voor de meeste thuiszorgorganisaties zijn, net zoals dat in 2005 het geval was, de redenen voor een aansluiting op het videonetwerk het gevoel van veiligheid van de cliënten bevorderen en opname in een verpleeg- of verzorgingshuis voorkómen of uitstellen. 2. In hoeverre sluit de door de thuisorganisaties geleverde zorg aan bij de AWBZgeïndiceerde zorg? Er zijn grote verschillen tussen thuiszorgorganisaties in het aantal uren dat face-to-face en/of via screen-to-screen aan aangesloten cliënten wordt geleverd. Op basis van gegevens van enkele thuiszorginstellingen kunnen we concluderen dat er door thuiszorginstellingen minder zorg wordt geleverd dan geïndiceerd aan cliënten met een aansluiting op het videonetwerk. Monitor Videonetwerken, NIVEL
8 Het is voor een deel van de managers van de aangesloten thuiszorgorganisaties moeilijk gebleken om gegevens aan te leveren over het geïndiceerde aantal uren zorg en het geleverde aantal uren zorg aan bij het videonetwerk aangesloten cliënten. Het niet kunnen achterhalen van dergelijke gegevens lijkt deels te worden veroorzaakt doordat verantwoordelijkheden bij verschillende diensten en disciplines zijn ondergebracht. Dat is een punt van aandacht voor de toekomst, aangezien de projectgroep plannen voorbereidt voor een meting in november 2007, waarbij het aantal uren geleverde uren zorg aan cliënten die gebruik maken van een videonetwerk wordt vergeleken met het aantal geleverde uren zorg aan cliënten die géén gebruik maken van een videonetwerk. 3. Hoeveel thuiszorgorganisaties maken via het videonetwerk gebruik van instructieprogramma s of wel mantelzorgondersteuningsprogramma s en hebben ze behoefte aan meer instructieprogramma s? Het gebruik van instructieprogramma s is (nog) zeer beperkt. Slechts één thuiszorgorganisatie geeft aan momenteel gebruik te maken van een instructieprogramma. Het is niet geheel duidelijk waarom de andere zorgorganisaties geen gebruik kunnen (of willen) maken van instructieprogramma s. De thuiszorgorganisatie die al wel gebruik maakt van instructieprogramma s, geeft aan behoefte te hebben aan nog meer ondersteuning in de vorm van instructieprogramma s voor cliënten en/of mantelzorgers. 8 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
9 1 Inleiding 1.1 Achtergronden Definitie en achtergronden Videonetwerken vormen één van de relatief nieuwe soorten communicatietechnologie in de gezondheidszorg. Een videonetwerk is een beeld-audioverbinding waarmee zorgvragers met zorgverleners (en soms ook met andere personen) kunnen communiceren. In 2002 startte in Nederland de eerste thuiszorgorganisatie met een videonetwerk. De invoering van videonetwerken voor zorg-thuis biedt kansen en perspectieven op een zelfstandiger, veiliger en ook langer thuis wonen voor ouderen. Videonetwerken zullen in Nederland geleidelijk en gefaseerd worden ingevoerd. Op die wijze kan ervaring, opgedaan in de ene fase, worden gebruikt ter verbetering van het model en de invoering in een daarop volgende fase, om zodoende een verbeteringsproces in gang te zetten. Daarvoor is het noodzakelijk dat de invoering wordt gemonitord. Hier voor u ligt een tussentijds verslag van de zogenaamde Monitor Videonetwerken, uitgevoerd door het NIVEL. Bekostigingsregelingen Mede door toedoen van de begeleidingscommissie van de monitorstudie heeft de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) een drietal regelingen vastgesteld die zorg via videocommunicatie (screen-to-screen) in financieel opzicht mogelijk maken. De eerste regeling is in werking getreden op 1 januari 2005 en voorziet in bekostiging van verpleging verleend via het videonetwerk aan mensen met een AWBZ-indicatie voor verpleging (Beleidsregel (prestatie-omschrijvingen) extramurale zorg). De tweede regeling kent een experimenteel karakter en is op 1 juli 2005 in werking getreden. Hierdoor werd het niet alleen mogelijk om verpleging via screen tot screen contact te kunnen declareren. Aanvullend werd de mogelijkheid geboden ook de (screen to screen) advisering en activiteiten die liggen op het vlak van persoonlijke verzorging, ondersteunende of activerende begeleiding te declareren tegen het tarief verpleging-basis. Daarnaast is een vergoeding opgenomen voor bespaarde uren zorgverlening. Tot de regeling toegelaten thuiszorginstellingen krijgen, voor aan het videonetwerk aangesloten cliënten, boven op de reguliere zorg, vier uur verpleging-basis per maand, per aansluiting vergoed (Beleidsregel CA-15; CA-94), als compensatie voor omzetderving. Uit de evaluatie van deze beleidsregel bleek dat ook cliënten met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging veel baat hebben bij een aansluiting op een videonetwerk. Daarom heeft de NZa besloten de doelgroep van het experiment met ingang van 1 januari 2007 uit te breiden naar chronisch zieke, thuiswonende mensen met een indicatie voor verpleging en/of persoonlijke verzorging (Beleidsregel CA-123). Voor de bekostiging van de technologische voorzieningen die nodig zijn om een videonetwerk te ontwikkelen en te exploiteren, is per 1 januari 2006 de NZa-beleidsregel Monitor Videonetwerken, NIVEL
10 Zorginfrastructuur van kracht. Op grond van deze beleidsregel krijgen toegelaten thuiszorginstellingen bepaalde onderdelen van de technische infrastructuur die nodig zijn voor videonetwerken, vergoed uit de AWBZ, voor zover deze netwerken bestemd zijn voor mensen met een AWBZ-zorgindicatie. Peilingen In het voorjaar van 2005 is de eerste peiling door het NIVEL (Bos e.a., 2005) uitgevoerd waarbij managers, cliënten en medewerkers van de zorgcentrale zijn ondervraagd. Op dat moment was er bij vijf thuiszorgorganisaties een videonetwerk aanwezig met een beperkt aantal aansluitingen (in totaal bijna 200). In november 2005 heeft vervolgens een tussentijdse, beperkte peiling plaatsgevonden. De peiling was beperkt in de zin dat uitsluitend managers zijn ondervraagd aan de hand van een beknopte vragenlijst. Op dat moment (november 2005) waren er ook vijf organisaties met videonetwerken. Het doel van de tussentijdse peiling was het verkrijgen van een indruk van de huidige groep gebruikers van het videonetwerk en van het gebruik van instructieprogramma s ofwel mantelzorgondersteuningsprogramma s. In november 2006 heeft opnieuw een tussentijdse, beperkte peiling plaatsgevonden. Ook nu is een vragenlijst afgenomen bij de managers van de - op dat moment vijf - thuiszorgorganisaties met functionerende videonetwerken. Voor een deel waren dit dezelfde organisaties als in november 2005 (zie tabel 2.1). De vragenlijst uit 2006 was voor een belangrijk deel identiek aan die uit november Gezien de toen aanstaande uitbreiding van de doelgroep van de voornoemde bekostigingsregel met chronisch zieke cliënten met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging (per 1 januari 2007) zijn ook vragen gesteld over de omvang en de aard van deze groep aangesloten cliënten. 1.2 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen die in dit rapport beantwoord worden zijn: 1. Wat zijn het aantal en de kenmerken van de cliënten, aangesloten op de videonetwerken in november 2006, mede gelet op (de verruiming van) de doelgroepen van de bekostigingsregeling? In hoeverre komen deze kenmerken overeen met de peiling van november 2005? 2. In hoeverre sluit de door de thuisorganisaties geleverde zorg aan bij de AWBZgeïndiceerde zorg? 3. Hoeveel thuiszorgorganisaties maken via het videonetwerk gebruik van instructieprogramma s ofwel mantelzorgondersteuningsprogramma s en hebben ze behoefte aan meer instructieprogramma s? 10 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
11 Vraagstelling 1 werd door NZa, ActiZ en andere partijen uit de landelijke stuurgroep relevant gevonden om inzicht te krijgen in ontwikkelingen tussen eind 2005 en 2006 ten aanzien van de kenmerken van aangesloten cliënten. Vraag 2 is van belang, omdat als bijvoorbeeld zou blijken dat er minder zorg via het videonetwerk wordt geleverd dan geïndiceerd, dit mogelijk wijst op een efficiënte manier van zorgverlening (en daardoor mogelijk ook kostenverlaging) wanneer zorg wordt geleverd via een videonetwerk. Vraag 3 is vooral ingegeven door het feit dat ActiZ en bijvoorbeeld ook Mezzo (één van de partijen die participeert in de begeleidingscommissie) graag willen volgen in hoeverre het videonetwerk ook gebruikt wordt voor ondersteuning van mantelzorgers. 1.3 Indeling van het rapport In deze rapportage zal, naast de methode van het onderzoek (hoofdstuk 2) een indruk worden gegeven van de voortgang van de invoering van videonetwerken in de thuiszorg. In het daaropvolgende hoofdstuk gaan we nader in op kenmerken van aangesloten cliënten met een indicatie voor verpleging of persoonlijke verzorging (hoofdstuk 3). Ook wordt informatie verstrekt over de geïndiceerde zorg versus de door de thuiszorgorganisatie geleverde zorg (hoofdstuk 4). Eveneens wordt aandacht besteed aan de beschikbare instructieprogramma s, ook wel mantelzorgondersteuningsprogramma s genoemd, waarvan de cliënten en hun naasten via het videonetwerk van de thuiszorgorganisatie gebruik van kunnen maken (hoofdstuk 5). Monitor Videonetwerken, NIVEL
12 12 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
13 2 Methoden In november 2006 is een korte vragenlijst verstuurd aan de managers van alle deelnemende thuiszorgorganisaties met een functionerend videonetwerk in Nederland. De vragen kwamen grotendeels overeen met de vragen zoals gesteld in de peiling in november 2005 (Bos en Francke, 2006). Daarnaast is een urenregistratieformulier in Excel toegestuurd waar gegevens over zorggebruik en indicaties van aangesloten cliënten ingevuld konden worden. De vragenlijst en het urenregistratieformulier zijn in de bijlagen opgenomen. 1 2 De peiling werd uitgevoerd door het NIVEL, in nauw overleg met NZa en ActiZ. Gezien de doelgroep van de bekostigingsregelingen waren NZa en ActiZ (zie inleiding) vooral geïnteresseerd in de groepen aangesloten chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging en/of met een indicatie voor persoonlijke verzorging. In deze rapportage is aan elke betrokken thuiszorgorganisatie een nummer toegekend (ORG1 tot en met ORG10). Deze nummering komt overeen met de nummering gebruikt in de eerdere rapportages van de Monitor Videonetwerken (Bos e.a., 2005; Bos en Francke, 2006), waardoor vergelijken tussen de rapportages mogelijk wordt. Echter niet alle thuiszorgorganisaties nemen aan elke peiling deel. In tabel 2.1 is schematisch weergeven welke organisaties hebben deelgenomen aan de peiling van november 2005 en/of van november 2006, welke organisaties niet hebben deelgenomen en de reden waarom ze niet hebben deelgenomen. 1 Tot 1 oktober 2006: College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) en College Toezicht Zorgverzekeringen (CTZ). 2 Tot 1 juli 2006: Z-org en Arcares. Monitor Videonetwerken, NIVEL
14 Tabel 2.1 Thuiszorgorganisatie Deelname aan peilingen Deelname peiling november 2005 en/of november 2006 Reden geen deelname ORG1 Wel in 2005, niet in 2006 Faillissement leverancier ORG2 Wel in 2005, wel in 2006 n.v.t. ORG3 Niet in 2005, niet in 2006 Faillissement leverancier ORG4 Wel in 2005, wel in 2006 n.v.t. ORG5 Wel in 2005, wel in 2006 n.v.t. ORG6 Wel in 2005, wel in 2006 n.v.t. ORG7 Niet in 2005, niet in 2006 Gestart ná november 2005, gestopt vanwege faillissement leverancier, opnieuw opgestart, in november 2006 geen aansluitingen, maar binnenkort wel ORG8 Niet in 2005, wel in 2006 Gestart ná november 2005 ORG9 Niet in 2005, niet in 2006 Net gestart, nog geen aansluitingen, maar krijgt deze binnenkort wel ORG10 Niet in 2005, niet in 2006 Net gestart, nog geen aansluitingen maar krijgt deze binnenkort wel Kortom, alleen van de thuiszorgorganisaties ORG2, ORG4, ORG5 en ORG6 beschikken we over de gegevens van beide peilingen (november 2005 én november 2006). We hebben de thuiszorgorganisaties ORG9 en ORG10 in de tabel opgenomen, om aan te geven dat er nieuw te starten organisaties zijn met videonetwerken. In de tabellen, behalve in tabel 3.1, ontbreken om bovengenoemde redenen, de gegevens van ORG1, ORG3, ORG7, ORG9 en ORG10. Vooruitlopend hierop vermelden we dat het aantal en de kwaliteit van de aangeleverde gegevens per thuiszorginstelling uiteen oploopt, zodat het moeilijk is om algemene conclusies te trekken. Dit rapport is dan ook bedoeld als weergave van de stand van zaken van de videonetwerken in thuiszorginstellingen in november Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
15 3 Omschrijving aangesloten cliënten In dit hoofdstuk beschrijven we summier een aantal kenmerken van cliënten die zijn aangesloten op een videonetwerk in de thuiszorg 3. Bij de cliënten gaat de meeste aandacht uit naar de doelgroepen van de bekostigingsregeling die voorziet in de bekostiging van zorg verleend via het videonetwerk aan chronische zieke, thuiswonende mensen met een indicatie voor verpleging én de groep chronisch zieke, thuiswonende mensen met een indicatie voor persoonlijke verzorging. We vergelijken, voor zover mogelijk, de gegevens van de peiling van november 2005 met de cijfers van de huidige peiling in november 2006 (paragraaf 3.1). Daarna laten we zien welke cliënten een aansluiting hebben (paragaaf 3.2), wat de achterliggende aandoeningen van de cliënten zijn (paragraaf 3.3.) en de redenen waarom cliënten een aansluiting hebben (paragraaf 3.4). 3.1 Stand van zaken in november 2006 Tabel 3.1 geeft aan sinds wanneer de betreffende thuiszorgorganisatie een functionerend videonetwerk heeft. Er blijken grote verschillen te zijn tussen de thuiszorgorganisaties. Zo biedt ORG4 al sinds november 2002 zorg aan via een videonetwerk, terwijl de meeste andere thuiszorgorganisaties (veel) recenter van start zijn gegaan met een videonetwerk. Ook is het bekend dat inrichting van de pilotfase, het beschikbare budget en het technische bedrijf achter de videonetwerken van grote invloed zijn op de uiteindelijke uitrol van een videonetwerk binnen thuiszorgorganisaties. ORG2 bijvoorbeeld is om technische redenen niet toegekomen aan de een jaar eerder verwachtte 200 aansluitingen. ORG4 heeft na een pilotfase een overeenkomst kunnen sluiten met de zorgverzekeraar voor drie jaar waarin opschaling onderdeel was van die overeenkomst. 3 Een uitgebreidere beschrijving van de kenmerken van cliënten zal onderwerp zijn van een volgende peiling van de monitor. Monitor Videonetwerken, NIVEL
16 Tabel 3.1 Stand van zaken en verwachtingen ten aanzien van het aantal aansluitingen in november 2005 en november 2006 Thuiszorg- Functionerend Totaal aantal Verwachting in Totaal aantal Verwachting in organisatie videonetwerk aangesloten 2005 aantal aangesloten 2006 aantal sinds cliënten nov. aangesloten cliënten nov. aangesloten 2005 cliënten nov cliënten nov ORG1 Januari Minimaal ORG2 November Circa ORG4 November Circa ORG5 Januari 2003 Circa ORG6 September Circa ORG7 December ORG8 Januari Totaal Circa 290 Circa Afhankelijk van technische mogelijkheden en interne reorganisatie (fusie) 2 Cijfers ontleend aan interne notitie van PGGJ Stevens Voortgang lokaal inrichting videonetwerken voor zorg thuis, oktober Indien er een akkoord komt van het zorgkantoor De startdatum van het videonetwerk verschilt dus per thuiszorginstelling, evenals het aantal cliënten. Thuiszorgorganisaties (ORG1, ORG 2, ORG4, ORG5 en ORG6 5 ) verwachtten eind 2005 dat een jaar later in totaal tussen de en cliënten aangesloten zouden zijn op een videonetwerk (Bos en Francke, 2006). Deze verwachting is niet uitgekomen. In de huidige peiling van november 2006 blijkt het aantal aangesloten cliënten veel minder te zijn, namelijk 429 cliënten. Thuiszorgorganisaties zijn opnieuw positief over het toekomstige aantal aangesloten cliënten en verwachten dat er in november 2007 ruim cliënten aangesloten zijn op een videonetwerk. 3.2 Welke cliënten hebben een aansluiting? In tabel 3.2 wordt de groep aangesloten cliënten beschreven aan de hand van woonsituatie (thuiswonend of niet-thuiswonend) en zorgindicatie (cliënten met AWBZ-indicatie en 4 Dit is een reële schatting, uitgaande van het feit dat het gaat om het totale concern, dus ook om klanten van andere organisaties, die aan de peiling in november 2007 zullen deelnemen. 5 Dit zijn de organisaties die zowel in november 2005 en in november 2006 met de peiling hebben meegedaan. 16 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
17 cliënten zonder AWBZ-indicatie. Tabel 3.2 Thuiszorgorganisatie Samenstelling van de groepen aangesloten cliënten naar AWBZ indicatie en woonsituatie in november 2006 Thuiswonend Niet thuiswonend N en % N en % N en % met AWBZ-indicatie zonder AWBZ-indicatie met AWBZ-indicatie ORG2 3 (100%) ORG4 196 (98%) - 4 (2%) ORG5 41 (20%) 165 (80%) - ORG6 15 (100%) - - ORG8 5 (100%) - - Totaal De meeste thuiszorgorganisaties leveren uitsluitend zorg aan thuiswonende cliënten met een AWBZ-indicatie. Het gaat daarbij om één of meer van de AWBZ-indicaties in november 2006: huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding en behandeling 7. ORG5 bedient vooral een groot aantal cliënten zonder AWBZ-indicatie. De groep niet-thuiswonende cliënten en cliënten zonder AWBZ-indicatie laten we verder buiten beschouwing, omdat ze niet tot de doelgroep behoren. Tabel 3.3 laat zien hoeveel cliënten (tenminste) een indicatie voor verpleging hebben en hoeveel cliënten (tenminste) een indicatie voor persoonlijke verzorging hebben en hoeveel van die aangesloten cliënten een chronische ziekte hebben. Dit geeft inzicht in de mate waarin de bekostigingsregeling (zie paragraaf 1.1) past bij de praktijk. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de aard en omvang van de groep aangesloten cliënten beïnvloed kan zijn door de bekostigingsregelingen (zie paragraaf 1.1). In 2005 waren de aantallen aangesloten, thuiswonende cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging, behalve bij ORG4, nog klein. In november 2006 zijn zowel cliënten met de indicaties verpleging bij het videonetwerk aangesloten als cliënten met een indicatie voor persoonlijke verzorging (zie tabel 3.3). 6 In verpleeghuis. 7 Deze cliënten hebben geen indicatie voor verblijf. Monitor Videonetwerken, NIVEL
18 Tabel 3.3 Thuiszorgorganisatie Totaal aantal aangesloten cliënten in november 2006, naar wel/geen chronische ziekte, functie verpleging of persoonlijke verzorging Totaal aantal aangesloten cliënten Totaal aantal aangesloten thuiswonende cliënten met indicatie verpleging Aantal aangesloten thuiswonende chronisch zieke cliënten met indicatie verpleging Totaal aantal aangesloten thuiswonende cliënten met indicatie persoonlijke verzorging Aantal aangesloten thuiswonende chronisch zieke cliënten met indicatie persoonlijke verzorging ORG ORG ORG ORG ORG Totaal De groepen cliënten kunnen overlappen. Het gaat om een relatief klein aantal cliënten met een indicatie voor (tenminste) verpleging en (tenminste) persoonlijke verzorging Grondslag volgens het Centrum Indicatiestelling Zorg Om voor AWBZ-zorg in aanmerking te komen is het nodig dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een beoordeling maakt van de gezondheidstoestand van de cliënt. Hiervoor maakt zij gebruik van verschillende informatiebronnen zoals de behandelaar, de huisarts et cetera. Op basis daarvan wordt aangegeven welke grondslag (ziekte, aandoening, stoornis) het meest van toepassing is. Tabel 3.4 bestaat uit een overzicht van de grondslagen van aangesloten cliënten per thuiszorgorganisatie, zoals beoordeeld door het CIZ. Eén thuiszorgorganisatie was niet in staat de grondslagen aan te leveren (ORG4). In het urenregistratieformulier (zie bijlage 2) hebben managers per cliënt één, maximaal twee grondslagen aangegeven. Bijna alle cliënten hebben een somatische ziekte/aandoening als hoofdgrondslag. In een enkel geval komt lichamelijke handicap als hoofdgrondslag voor. Als tweede grondslag komen de grondslagen psychogeriatrische ziekte/aandoening, psychiatrische ziekte/aandoening en psychosociale problemen voor, in combinatie met een somatische ziekte/aandoening. 18 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
19 Tabel 3.4 Vóórkomen van grondslagen per thuiszorgorganisatie zoals beoordeeld door het CIZ Thuiszorgorganisatie SZ PG PA LH VH ZH PS ORG2 Komt voor Nee Komt voor Komt voor Nee Nee Komt voor ORG4 Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld ORG5 Komt voor Komt voor Komt voor Komt voor Nee Nee Komt voor ORG6 Komt voor Komt voor Nee Nee Nee Nee Nee ORG8 Komt voor Komt voor Komt voor Komt voor Nee Nee Komt voor SZ=Somatische ziekte/aandoening, PG=Psychogeriatrische ziekte/aandoening, PA=Psychiatrische aandoening, psychische stoornis, LH=Lichamelijke handicap (functiestoornis), VH=Verstandelijke handicap (functiestoornis), ZH=Zintuiglijke handicap (functiestoornis), PS= Psychosociale problemen in samenhang met bovengenoemde ziekte/aandoening/stoornis In de peiling van november 2005 is niet gevraagd naar de grondslagen van de cliënten, maar zijn wel de aandoeningen van cliënten in kaart gebracht (Bos e.a., 2005). In 2005 bleek de grootste groep cliënten te maken hebben met gezondheidsproblemen gerelateerd aan het bewegingsapparaat als gevolg van gewrichtsslijtage (artrose) van heupen of knieën en reuma of chronische gewrichtsontstekingen. Dit sluit aan bij de grondslag somatische ziekte/aandoening. 3.3 Wat zijn redenen om een aansluiting te hebben? Tevens is gevraagd naar de meest voorkomende redenen om thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging een aansluiting op het videonetwerk te geven (zie tabel 3.5). Er konden maximaal drie redenen worden aangekruist. In 2005 zijn de meest genoemde redenen het gevoel van veiligheid en de zelfstandigheid van aangesloten cliënten bevorderen. In 2006 is naast deze redenen ook nog het voorkomen of uitstellen van opname in een verpleeg- of verzorgingshuis vaak genoemd. Monitor Videonetwerken, NIVEL
20 Tabel 3.5 Redenen Meest voorkomende redenen voor het verstrekken van een aansluiting op het videonetwerk aan thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZindicatie voor verpleging of persoonlijke verzorging in november 2006 Organisatie Opname verpleeg- of verzorgingshuis voorkomen of uitstellen ORG2, ORG4, ORG5 Opname in een ziekenhuis verkorten - Zelfstandigheid van de cliënt bevorderen Gevoel van veiligheid van de cliënt bevorderen Kosten verlagen door substitutie van zorg Ondersteuning van de mantelzorger Eenzaamheid en aandacht, activering en herinnering insuline injecties ORG2, ORG6, ORG8 ORG2, ORG4, ORG5, ORG6 ORG5 ORG4, ORG6 ORG8 In de peiling van voorjaar 2005 kwam naar voren dat veiligheid/geruststelling/zekerheid, toegankelijkheid hulpverlening en sociaal contact voor cliënten als belangrijkste voordelen van aansluiting op een videonetwerk werden gezien. 20 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
21 4 Geïndiceerde versus geleverde zorg In dit hoofdstuk worden de door de managers verstrekte gegevens over de geleverde en de geïndiceerde zorg uiteengezet. Hen is gevraagd om per aangesloten chronisch zieke cliënt de volgende gegevens te verstrekken: (a) óf en welke AWBZ-indicatie de cliënt heeft; (b) wat het geïndiceerde aantal uren/minuten zorg per week is (in klassen); (c) welke zorg ( verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, persoonlijke verzorging en screen-to-screen zorg ) feitelijk is geleverd; (d) hoeveel minuten zorg per week feitelijk face-to-face zijn geleverd; (e) hoeveel minuten zorg per week screen-to-screen zijn geleverd. Op het moment van de peiling (november 2006) waren er vijf organisaties die cliënten met een aansluiting op een videonetwerk hadden. In totaal waren dit 429 cliënten, gemiddeld zijn per organisatie 86 cliënten aangesloten, variërend van drie tot ruim 200 cliënten. Van deze cliënten zal in dit hoofdstuk per thuiszorgorganisatie worden aangegeven welke zorg zij ontvangen en hoeveel zorg zij ontvangen. 4.1 AWBZ indicaties van chronisch zieke cliënten met een indicatie voor verpleging of voor persoonlijke verzorging In hoofdstuk 3 is in tabel 3.3 aangegeven hoeveel cliënten een AWBZ indicatie hebben voor verpleging (eventueel aangevuld met overige indicaties) en hoeveel cliënten een AWBZ indicatie hebben voor persoonlijke verzorging (eventueel aangevuld met overige indicaties, maar géén indicatie verpleging ). In tabel 4.1 zijn de bijkomende indicaties van aangesloten chronisch zieke cliënten met een indicatie voor verpleging of voor persoonlijke verzorging weergegeven. Monitor Videonetwerken, NIVEL
22 Tabel 4.1 Thuiszorg organisatie Bijkomende indicaties bij aangesloten, thuiswonende, chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging of persoonlijke verzorging in november 2006 Bijkomende indicaties Persoonlijke verzorging Extra Ondersteunende begeleiding Activerende begeleiding ORG2 ORG4 ORG5 ORG6 ORG8 X - - X X - X X X - X - - X Geïndiceerde en geleverde uren zorg bij chronisch zieke cliënten met een AWBZ-indicatie voor verpleging of voor persoonlijke verzorging Voor het berekenen van het aantal uren geïndiceerde zorg is het gemiddelde van de bandbreedte van de geïndiceerde klassen per cliënt per zorgsoort berekend en opgeteld. In tabellen 4.2a en 4.2b is een overzicht gegeven van het totale aantal uren zorg dat per thuiszorgorganisatie is geïndiceerd én het totale aantal uur dat feitelijk is geleverd aan cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging (a) of persoonlijke verzorging (b) in de maand november Er is door de deelnemende organisaties onderscheid gemaakt tussen het aantal uren zorg thuis en het aantal uren zorg via het videonetwerk. De volgende tabellen (4.2a en 4.2b) tonen alleen de gegevens over de geïndiceerde en geleverde zorg aan chronische zieke cliënten met een indicatie voor de functies verpleging en persoonlijke verzorging, omdat dit de doelgroepen zijn van de bekostigingsregeling die op 1 januari 2007 is uitgebreid (zie paragraaf 1.1). Tabellen 4.2a en 4.2b laten zien dat de aangeleverde gegevens niet compleet zijn en we om die reden voorzichtig moeten zijn met het trekken van conclusies. Voor de thuiszorgorganisaties die deze vraag hebben ingevuld (ORG4, ORG5 en ORG8) geldt dat ze minder uren zorg ( verpleging ) leveren dan is geïndiceerd: ongeveer een derde tot de helft van het aantal uren geïndiceerde zorg wordt geleverd. 22 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
23 Tabel 4.2a Totaal gemiddeld aantal uren geïndiceerde versus totaal aantal uren geleverde zorg aan cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging in november 2006 Thuiszorgorganisatie Aantal chron. zieke cliënten met AWBZ indicatie verpleging Totaal aantal uren Totaal aantal Totaal aantal uren 8 geïndiceerde zorg uren face-to -face screen-to-screen per week zorg thuis per zorg via het week videonetwerk per week Totaal aantal uren geleverde zorg per week ORG2 Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld Niet ingevuld ORG4 ORG5 200 Circa 150 uur ofwel 45 minuten per cliënt per week 33 Circa 85 uur ofwel 2,5 uur per cliënt per week Circa 86 uur Circa 2,5 uur Circa 88,5 uur ofwel 0,5 uur per cliënt per week Circa 25 uur Circa 3,5 uur Circa 28,5 uur ofwel 1 uur per cliënt per week ORG6 9 9 Circa 30 uur ofwel 3,5 uur per cliënt per week Niet ingevuld Circa 0,5 uur Niet ingevuld ORG8 2 Circa 7 uur ofwel 3,5 uur per cliënt per week Niet ingevuld Circa 3 uur Niet ingevuld 8 De gegevens van week 45 (6 tot en met 12 november 2006) zijn hierbij als uitgangspunt genomen. Dat geeft een goede indicatie voor de novembermaand, omdat de geleverde zorg per week nauwelijks verschilt. 9 In week 45. Het aantal cliënten met een indicatie voor Verpleging varieert (16 cliënten in week 47). Monitor Videonetwerken, NIVEL
24 Tabel 4.2b Totaal gemiddeld aantal uren geïndiceerde versus totaal aantal uren geleverde zorg aan cliënten met een AWBZ indicatie voor persoonlijke verzorging in november 2006 Thuiszorgorganisatie Aantal chronisch zieke cliënten met AWBZ indicatie persoonlijke verzorging Totaal aantal uren geïndiceerde zorg per week Totaal aantal uren face-toface zorg thuis per week Totaal aantal uren screen-toscreen zorg via het videonetwerk per week Totaal aantal uren geleverde zorg per week ORG2 ORG4 ORG5 ORG6 ORG8 3 Circa 11 uur ofwel 3,5 uur per cliënt per week 200 Circa 437 uur ofwel 2 uur per cliënt per week 50 Circa 209 uur ofwel 4 uur per cliënt per week 8 Circa 61 uur ofwel 7,5 uur per cliënt per week 5 Circa 21 uur ofwel 4 uur per cliënt per week Niet ingevuld Circa 6 uur Niet ingevuld Circa 221 uur Circa 2,5 uur Circa 223,5 uur ofwel 1 uur per cliënt per week Circa 51 uur Circa 3,5 uur Circa 54,5 uur ofwel 1 uur per cliënt per week Niet ingevuld Circa 0,5 uur Niet ingevuld Niet ingevuld Circa 3 uur Niet ingevuld Ook bij chronische zieken met de indicatie voor persoonlijke verzorging geldt, althans voor de thuiszorgorganisaties die deze vraag hebben ingevuld (ORG4, ORG5 en ORG8), dat ze minder uren zorg leveren dan is geïndiceerd. 24 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
25 5 Instructieprogramma s In deze peiling is ook aandacht besteed aan het gebruik van instructieprogramma s, ook wel mantelzorgondersteuningsprogramma s genoemd. Via het videonetwerk kunnen aangesloten cliënten en hun mantelzorger over enkele onderwerpen informatie vinden. Deze informatie wordt aangeboden door korte videofragmenten waarop duidelijk en overzichtelijk de volgorde van handelen wordt getoond, bijvoorbeeld voor het wassen van een naaste in de badkamer of in bed. Op dit moment zijn er vier verschillende instructieprogramma s: (1) persoonlijke hygiëne (2) verplaatsen (3) incontinentie en (4) eerste hulp bij spoedeisende situaties thuis. Deze instructieprogramma s zijn, met subsidie van ActiZ, gratis ter beschikking gesteld aan de thuiszorgorganisaties die een videonetwerk hebben. Vier van de vijf thuiszorgorganisaties (ORG2, ORG4, ORG5 en ORG8) geven aan (nog) geen gebruik te maken van instructieprogramma s. Eén thuiszorgorganisatie geeft daarvan de reden: deze vindt de instructieprogramma s deprimerend. Eén thuiszorgorganisatie (ORG6) maakt al wél gebruik van instructieprogramma s voor cliënten en mantelzorgers. Deze organisatie heeft géén zicht op de waardering van de cliënten en hun naasten over de instructieprogramma s. Deze thuiszorgorganisatie geeft aan behoefte te hebben aan meer instructieprogramma s via het videonetwerk 1. Zij heeft dan vooral behoefte aan instructieprogramma s voor de mentale ondersteuning van de mantelzorgers, van bijvoorbeeld dementie, CVA en aan instructieprogramma s voor cliënten over het leren omgaan met bepaalde ziektebeelden, van bijvoorbeeld dementie en CVA. 1 ORG8 geeft als antwoord op deze vraag weet niet/geen mening en de andere organisaties hebben deze vraag niet ingevuld. Monitor Videonetwerken, NIVEL
26 26 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
27 Literatuur Bos, JT, Francke AL. Tussentijds verslag experiment screen- to-screen, Interne rapportage, Utrecht: NIVEL, februari Bos, JT, de Jongh DM, Francke AL. Monitor invoering videonetwerken in de thuiszorg. Verslaglegging van de eerste peiling. Utrecht: NIVEL, Stevens PGGJ. Voortgang lokaal inrichting videonetwerken voor zorg thuis, oktober Stevens PGGJ. Kwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling, november Monitor Videonetwerken, NIVEL
28 28 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
29 Bijlage 1 NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Contactpersoon: Anneke Francke NIVEL, Antwoordnummer 4026, 3500 VB Utrecht Vragenlijst voor managers/projectleiders videonetwerken Tussentijdse Peiling, november 2006 CODE: Monitor Videonetwerken, NIVEL
30 VRAGENLIJST VOOR MANAGERS november 2006 NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. 30 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
31 Toelichting bij de vragenlijst Waar gaat deze vragenlijst over? Met deze vragenlijst wil het NIVEL, met subsidie van ActiZ en mede namens CTG/Zaio, inzicht krijgen in de groep mensen die aan zijn gesloten op een videonetwerk. Met een videonetwerk bedoelen we alle systemen die een beeld-geluidverbinding tussen de cliënt thuis en de zorgcentrale mogelijk maken. Bij elke vraag staat steeds aangegeven over welke specifieke cliëntengroep de vraag gaat. De meeste vragen gaan over thuiswonende, chronisch zieke cliënten met een AWBZindicatie voor verpleging (al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie) OF thuiswonende, chronisch zieke cliënten met een AWBZ-indicatie voor persoonlijke verzorging (al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie, maar NIET voor verpleging ). Met chronisch zieken bedoelen we in dit geval mensen die een langdurige aandoening hebben (somatisch of niet-somatisch) en waarbij de noodzaak van regelmatig contact aanwezig is. Dit zijn voorwaarden waaraan aangesloten cliënten moeten voldoen zoals gesteld in de declaratiebepaling beleidsregel experiment screen-to-screen. Overige vragen (1,2,3, 8 en 9) betreffen de gehele groep aangesloten cliënten. Terugsturen van de vragenlijst Stuurt u alstublieft de vragenlijst naar het NIVEL vóór 12 december. U kunt daarvoor gebruik maken van de bijgevoegde antwoordenvelop (t.a.v. Anneke Francke, NIVEL, Antwoordnummer 4026, 3500 VB Utrecht). Een postzegel is niet nodig. Wat gebeurt er met de resultaten? Het NIVEL gaat alle antwoorden op de vragenlijsten analyseren en de resultaten worden beschreven in een beknopt rapport dat zowel door landelijke partijen (bijv. Actiz, CTG/Zaio, VWS e.a.) als zorginstellingen kan worden gebruikt bij de verdere invoering en mogelijke uitbreiding naar andere doelgroepen van screen-to-screen zorg. Contact Heeft u vragen of opmerkingen? Neem dan contact op met het NIVEL (Anneke Francke): tel , of a.francke@nivel.nl Monitor Videonetwerken, NIVEL
32 Vragenlijst 1. Met welk technisch bedrijf werkt uw thuiszorgorganisatie samen in het kader van het aanbieden van diensten via een videonetwerk? 2. Sinds wanneer werkt uw thuiszorgorganisatie samen met dit technisch bedrijf? Sinds (mm-jjjj) 3. Wanneer is uw thuiszorgorganisatie begonnen met het aanbieden van diensten via een videonetwerk? Sinds (mm-jjjj) 4. Hoeveel adressen van cliënten zijn in totaal op 30 november 2006 op het videonetwerk van uw thuiszorginstelling aangesloten? Het totale aantal adressen met een aansluiting per 30 november 2006 bedraagt: Welke cliënten hebben op 30 november 2006 een aansluiting op het videonetwerk van uw thuiszorgorganisatie? (eventueel meerdere antwoordopties gebruiken) Er zijn uitsluitend thuiswonende cliënten met een AWBZ-indicatie aangesloten. Er zijn zowel thuiswonende cliënten met een AWBZ-indicatie als thuiswonende cliënten die GEEN AWBZ-indicatie hebben aangesloten. Ongeveer....% van alle aangesloten cliënten heeft géén AWBZ indicatie. Er zijn ook cliënten aangesloten die NIET THUIS wonen, maar in een.. Ongeveer....% van alle aangesloten cliënten woont niet thuis. 6a. Hoeveel adressen van thuiswonende cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging (al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie) zijn in totaal op 30 november 2006 op het videonetwerk van uw thuiszorginstelling aangesloten? Het aantal adressen van cliënten met een indicatie voor verpleging en een aansluiting bedraagt per 30 november 2006: Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
33 6b. Hoeveel adressen van thuiswonende cliënten met een AWBZ indicatie voor persoonlijke verzorging (maar GEEN indicatie voor verpleging!) zijn in totaal op 30 november 2006 op het videonetwerk van uw thuiszorginstelling aangesloten? Het aantal adressen van cliënten met een indicatie voor persoonlijke verzorging (en GEEN indicatie voor verpleging ) en een aansluiting bedraagt per 30 november 2006:.. 7a. Hoeveel adressen van thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging (al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie) hebben in totaal op 30 november 2006 een aansluiting op het videonetwerk van uw thuiszorginstelling? Het aantal adressen van chronisch zieke cliënten met een indicatie voor verpleging en een aansluiting bedraagt per 30 november 2006:. 7b. Hoeveel adressen van thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor persoonlijke verzorging (maar GEEN indicatie voor verpleging!) zijn in totaal op 30 november 2006 op het videonetwerk van uw thuiszorginstelling aangesloten? Het aantal adressen van chronisch zieke cliënten met een indicatie voor persoonlijke verzorging (en GEEN indicatie voor verpleging) en een aansluiting bedraagt per 30 november 2006: 8a. Bij hoeveel adressen van thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging (al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie) verwacht u over één jaar (dat wil zeggen 30 november 2007) een aansluiting op het videonetwerk te hebben gerealiseerd? Verwacht aantal adressen met een aansluiting over een jaar:. 8b. Bij hoeveel adressen van thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor persoonlijke verzorging (maar GEEN indicatie voor verpleging!) verwacht u over één jaar (dat wil zeggen 30 november 2007) een aansluiting op het videonetwerk te hebben gerealiseerd? Verwacht aantal adressen met een aansluiting over een jaar: Monitor Videonetwerken, NIVEL
34 De volgende vraag is bedoeld om een volledig beeld te krijgen van zowel de geïndiceerde als de feitelijk geleverde zorg aan thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging met een aansluiting op het videonetwerk. 9. Wij vragen u om per aangesloten thuiswonende chronisch zieke cliënt met een AWBZ indicatie voor verpleging OF voor persoonlijke verzorging, al dan niet in combinatie met een indicatie voor een andere functie, de volgende gegevens te verstrekken: (f) óf en welke AWBZ-indicatie(s) de cliënt heeft (g) welke grondslag is toegekend (somatische ziekte / aandoening; psychogeriatrische ziekte / aandoening; psychiatrische aandoening / psychische stoornis; lichamelijke handicap; verstandelijke handicap; zintuiglijke handicap of psychosociale problemen) (h) wat het geïndiceerde aantal uren/ minuten zorg per week is (in klassen) (i) welke zorg ( verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, persoonlijke verzorging en screen to screen zorg ) feitelijk is geleverd. (j) hoeveel minuten zorg per week feitelijk zijn geleverd (k) hoeveel minuten zorg per week screen-to-screen zijn geleverd Voor het beantwoorden van deze vraag is een urenregistratie formulier in Excel opgemaakt. Deze is u reeds toegezonden of zal u binnenkort worden toegezonden. Voor elke week van registratie is een apart blad aangemaakt (zie tabbladen onderaan de pagina). Wij verzoeken u de gevraagde gegevens in deze file aan te leveren. Via e- mail kunt u deze gegevens versturen naar: a.francke@nivel.nl. Mocht dit voor u problemen opleveren, dan graag even overleg met de Anneke Francke (a.francke@nivel.nl). 34 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
35 10. Wat zijn de meest voorkomende redenen dat thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging een aansluiting krijgen op het videonetwerk? (max. 3) opname in een verpleeg- of verzorgingshuis voorkomen of uitstellen opname in een ziekenhuis verkorten zelfstandigheid van de cliënt bevorderen gevoel van veiligheid van de cliënt bevorderen kosten verlagen door zorg aan huis te vervangen door zorg via het videonetwerk ondersteuning van de mantelzorger van thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging andere reden, namelijk Wat is de achterliggende aandoening van de groep thuiswonende chronisch zieke cliënten met een AWBZ indicatie voor verpleging die zijn aangesloten op het videonetwerk? (max. 3) een chronische somatische aandoening een terminale aandoening een chronische psychiatrische aandoening een psychogeriatrische aandoening (dementie) een verstandelijke handicap een lichamelijke handicap overige aandoeningen, namelijk Van welke instructieprogramma s (ook wel mantelzorgondersteuningsprogramma s genoemd) kunnen uw aangesloten cliënten en hun naasten gebruik maken? Via het videonetwerk van mijn thuiszorgorganisatie kunnen cliënten (nog) geen gebruik maken van instructieprogramma s. Het is nog niet bekend wanneer dit wel zal kunnen. ( u bent klaar met het beantwoorden van de vragenlijst) Via het videonetwerk van mijn thuiszorgorganisatie kunnen cliënten naar verwachting over bepaalde tijd gebruik gaan maken van instructieprogramma s, namelijk (noem verwacht aantal maanden). ( u bent klaar met het beantwoorden van de vragenlijst) Instructieprogramma s over algemene dagelijkse levensbehoeften (ADL) zoals hulp bij wassen Wat te doen bij incontinentieklachten Wat te doen in panieksituaties Andere instructieprogramma s namelijk,.... Monitor Videonetwerken, NIVEL
36 13a. Kunt u een cijfer van 0 tot 10 geven voor de duidelijkheid van instructieprogramma s voor aangesloten cliënten en hun mantelzorger? Nee, hierover zijn mij geen gegevens bekend Ja, namelijk; de programma s zijn NIET duidelijk de programma s zijn duidelijk b.Alleen invullen wanneer van toepassing! Vooral de volgende instructieprogramma s worden NIET duidelijk gevonden om de volgende reden:.. 14a.Kunt u een cijfer van 0 tot 10 geven voor de mate waarin instructieprogramma s door aangesloten cliënten en hun mantelzorger worden gebruikt? Nee, hierover zijn mij geen gegevens bekend Ja, namelijk; de programma s worden NIET VEEL gebruikt de programma s worden veel gebruikt b.Alleen invullen wanneer van toepassing! Vooral de volgende instructieprogramma s worden NIET veel gebruikt om de volgende reden:... 15a.Kunt u een cijfer van 0 tot 10 geven voor de mate waarin instructieprogramma s antwoord geven op vragen van cliënten en/ of mantelzorgers? Nee, hierover zijn mij geen gegevens bekend Ja, namelijk; de programma s beantwoorden NIET veel vragen de programma s beantwoorden veel vragen Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
37 15b.Alleen invullen wanneer van toepassing! Vooral de volgende instructieprogramma s roepen veel nieuwe zorginhoudelijke vragen op: Heeft uw thuiszorgorganisatie behoefte aan (nog meer) instructieprogramma s via het videonetwerk? (probeer zo specifiek mogelijk te antwoorden) Ja, aan instructieprogramma s voor de mentale ondersteuning van mantelzorgers, bijvoorbeeld... Ja, aan instructieprogramma s voor cliënten over het leren omgaan met bepaalde ziektebeelden, namelijk... Ja, aan instructieprogramma s met specifieke informatie over ziektebeelden, namelijk Ja, aan instructieprogramma s met informatie over verpleegkundige of medische handelingen, namelijk.. Ja, aan andere instructieprogramma s namelijk.. Nee Weet niet/geen mening Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst! Monitor Videonetwerken, NIVEL
38 38 Monitor Videonetwerken, NIVEL 2007
39 Client Bijlage 2 Urenregistratieformulier: week 44 tot en met week 47: 30 oktober tot en met 26 november 2006 jawat is de 'grondslag' in relatie tot AWBZ-aanspaken? 5 functie Verpleging AWBZ somatische indicatie 2 ziekte / aandoening psychogeriatrische ziekte / aandoening psychiatrische aandoening/ psychische stoornis lichamelijke handicap verstandelijke handicap Thuis 1 zintuiglijke handicap psychosociale problemen Face-to-Face zorg 4 (in minuten/ week) ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee Indicatie verplegingbasis (in klassen 3 ) verplegingextra verplegingspeciaal verpleging- AIV
40 jawat is de 'grondslag' in relatie tot AWBZ-aanspaken? 5 functie Verpleging Client Thuis 1 AWBZ somatische indicatie 2 ziekte / aandoening psychogeriatrische ziekte / aandoening psychiatrische aandoening/ psychische stoornis lichamelijke handicap verstandelijke handicap zintuiglijke handicap psychosociale problemen Face-to-Face zorg 4 (in minuten/ week) ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee Indicatie (in klassen 3 ) verplegingbasis verplegingextra verplegingspeciaal verpleging- AIV
41 Client functie Ondersteunende Begeleiding functie Activerende Begeleiding Thuis 1 AWBZ indicatie 2 Face-to-Face zorg 4 Face-to-Face zorg 4 (in minuten/ week) (in minuten/ week) Indicatie ondersteunende Indicatie (in klassen 3 ) (in klassen 3 ) ja/nee ja/nee ondersteunende behandelingbasis ondersteunende behandelingextra behandelingspeciaal activerende behandeling- basis activerende behandeling- speciaal
Tussentijds verslag experiment screen to screen
Tussentijds verslag experiment screen to screen Rapportage Januari, 2006 J.T. Bos A.L. Francke Postadres Postbus 8258, 3503 RG Utrecht Bezoekadres Oudlaan 4, 3515 GA Utrecht www.actiz.nl 1 T (030) 273
Nadere informatieZorg op afstand in de thuiszorg
Zorg op afstand in de thuiszorg Dr. J.M Peeters en dr. A.L. Francke * Zorg op afstand is een veel belovende innovatie, die in Nederland geleidelijk en gefaseerd ingevoerd wordt in de thuiszorg. Het Nederlands
Nadere informatieAchtergrondinformatie geldstromen en wetten
Achtergrondinformatie geldstromen en wetten Tot stand gekomen in het kader van het project RAAK-MKB Ontwerpen voor zorgverleners Auteurs Dr. F. Verhoeven; onderzoeker lectoraat Co-design (HU) Ing. K. Voortman-Overbeek;
Nadere informatieBudgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen
Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen Deze notitie is bedoeld om meer inzicht te geven over de budgetten en vergoedingen die op zorgboerderijen betrekking kunnen hebben als het gaat om
Nadere informatieInhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6
Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 Wat is de Wet langdurige zorg (Wlz)?... 2 Vanuit de Wlz worden de volgende zorg- en hulpvormen geregeld:... 2 Wlz aanvragen... 2 1. Aanvraag bij het CIZ... 4 2. CIZ
Nadere informatieHet Nederlandse Zorgstelsel
Het Nederlandse Zorgstelsel Een heldere blik op de regels in de gezondheidszorg Corné Adriaansen 12 september 2012 Door de bomen het bos niet meer te zien? Zorgstelsel Nederland 2012 Financieringsstromen
Nadere informatieMonitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling najaar 2007
Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling najaar 2007 Dr. J.M. Peeters Dr. A.J.E. de Veer Dr. A.L. Francke ISBN 978-90-6905-924-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax
Nadere informatieAanvraag AWBZ-zorg. 1. Uw persoonlijke gegevens. 3Uw burgerservicenummer
Waarom dit formulier? Heeft u zorg nodig? Dan kunt u een beroep doen op zorg die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) beoordeelt of
Nadere informatieFact sheet 4: Hoeveel mensen met een verstandelijke beperking wonen thuis en krijgen thuiszorg?
Fact sheet 4: Hoeveel mensen met een verstandelijke beperking wonen thuis en krijgen thuiszorg? Anneke Francke (NIVEL) In Nederland woont meer dan de helft van de mensen met een verstandelijke beperking
Nadere informatieBegeleiding AWBZ Ontwikkelingen aanspraak AWBZ-functie BG Gemeente 's-gravenhage
Begeleiding AWBZ 2009 Ontwikkelingen aanspraak AWBZ-functie BG Gemeente 's-gravenhage Eerste kwartaal 2009 Inhoudsopgave 0. Voorwoord 2 1. Inleiding 3 2. Cliënten met BG op 1 januari 4 3. Cliënten met
Nadere informatieVerpleging en verzorging (V&V)
Bijlage 1 : Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen Op verzoek van VWS zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor de AWBZ inhoudelijk aangescherpt en de algoritmen in het ZZP-registratieprogramma
Nadere informatieMonitor Zorg op afstand
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen gebruikt worden met bronvermelding. Monitor Zorg op afstand Verslaglegging van de peiling eind 2008/begin 2009 Dr. J.M. Peeters Dr. A.L. Francke
Nadere informatieAWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?
AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat? AWBZ: zorg bij ziekte, handicap of ouderdom Als u zorg wilt die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), onderzoekt het Centrum indicatiestelling
Nadere informatieHoofdstuk 1 Achtergrond
Werkinstructie: Palliatief Terminale Zorg (PTZ) Datum: 06 oktober 2006 Ingangsdatum: Per direct Hoofdstuk 1 Achtergrond Inleiding In de terminale fase van hun leven kunnen mensen met een levensbedreigende
Nadere informatieAWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?
AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat? AWBZ: zorg bij ziekte, handicap of ouderdom Als u zorg wilt die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), onderzoekt het Centrum indicatiestelling
Nadere informatieAWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?
AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat? AWBZ: zorg bij ziekte, handicap of ouderdom Als u zorg wilt die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), onderzoekt het Centrum indicatiestelling
Nadere informatieWet langdurige zorg Informatieblad Ieder(in) Juni 2014
Wet langdurige zorg Informatieblad Ieder(in) Juni 2014 Inhoud Inleiding 3 1. Wat gaat er veranderen? 4 Over de Wlz 4 Van ondersteuningsvraag tot passende zorg 6 Overgangsrecht 9 2. Standpunten van Ieder(in)
Nadere informatieRolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ
Onderzoeksrapport Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ Op 19 juni 2006 uitgebracht aan het hoofd van de afdeling Geschillen van het College voor zorgverzekeringen Uitgave College voor zorgverzekeringen
Nadere informatieWegwijzer in zorgland. Wegwijzer in zorgland
Wegwijzer in zorgland Is een en informatieve publicatie van Pagina 1 van 8 Ziekte in de familie geeft veel onrust en frustratie Soms voelt u zich als familie ongerust over de situatie rondom uw ouder(s).
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-300-578. Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c
Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Zorginfrastructuur Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning
Dementiemonitor Mantelzorg 2016 Mantelzorgers over zorgbelasting en ondersteuning Daniëlle Jansen (NIVEL) Wendy Werkman (Alzheimer Nederland) Anneke L. Francke (NIVEL) Samenvatting en aanbevelingen Het
Nadere informatieInformatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Informatie kaart Afbakening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en wijkverpleging Zorg verzekerings wet Deze informatiekaart gaat in op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen zorgverzekeraars en
Nadere informatieOnderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal
Onderzoek naar de AWBZ bestedingen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en met name het deel in relatie tot de grondslag psychosociaal Enschede, 15 november 2006 LD/06/3400/psmo ir L.E. Drouven
Nadere informatieAWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?
AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat? AWBZ: zorg bij ziekte, handicap of ouderdom Als u zorg wilt die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), onderzoekt het Centrum indicatiestelling
Nadere informatieIVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom. Wet langdurige zorg
IVVU, 18 februari 2015 Herma Oosterom Wet langdurige zorg Wet langdurige zorg Hoofdlijnen Wlz Inzet ActiZ Overgangsregeling Indicatiestelling Bekostiging Wlz uitvoerder Subsidieregelingen Overzicht verschillen
Nadere informatieU heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?
U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U wilt zorg die betaald wordt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). U kunt daar altijd een aanvraag voor doen. Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg)
Nadere informatieOvergangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014
Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014 Door de hervormingen van de langdurige zorg wordt begeleiding per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de Wet maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieCIZ. Bepaling toegang tot de Wet langdurige zorg door CIZ Informatie voor zorgaanbieders
CIZ Bepaling toegang tot de Wet langdurige zorg door CIZ Informatie voor zorgaanbieders Inhoudsopgave CIZ van AWBZ naar Wlz Wet langdurige zorg Wet langdurige zorg van aanvraag tot besluit Langdurige zorg
Nadere informatieAanvraag AWBZ-zorg. 1. Uw persoonlijke gegevens. 3rijbewijs of ander
Waarom dit formulier? Heeft u zorg nodig? Dan kunt u mogelijk aanspraak maken op AWBZ-zorg. Dat is zorg die wordt betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het Centrum indicatiestelling
Nadere informatieRapportage CQ-index VV&T interviews met bewoners Allévo Duinoord
Rapportage CQ-index VV&T interviews met bewoners Allévo Duinoord januari maart 2014 1 Normen Goede Zorg en de CQ-index VV&T 1.1 Visie In het kwaliteitsdocument 2013 1 is vastgelegd waaraan langdurige en/of
Nadere informatieFinancieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten met verpleegzorgbehoefte en bijkomende GGZ problematiek
Financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten met verpleegzorgbehoefte en bijkomende GGZ problematiek 1. Inleiding Voor u ligt de financieringsaanvraag voor de ketenoplossing m.b.t. cliënten
Nadere informatieRefaja Ziekenhuis Stadskanaal. Nazorg na ontslag uit het Refaja ziekenhuis
Nazorg na ontslag uit het Refaja ziekenhuis NAZORG NA ONTSLAG UIT HET REFAJA ZIEKENHUIS INLEIDING U ontvangt deze folder omdat u na het ontslag uit het ziekenhuis mogelijk nog hulp of zorg nodig heeft.
Nadere informatieRapportage CQ-index VV&T interviews met bewoners Allévo Borrendamme
Rapportage CQ-index VV&T interviews met bewoners Allévo januari - maart 2014 CQ-index VV&T interviews met bewoners 2014 1 Normen Goede Zorg en de CQ-index VV&T 1.1 Visie In het kwaliteitsdocument 2013
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal
Ervaringen thuiszorgcliënten St. Elisabeth Roosendaal Gemeten met de CQI index Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: september 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en werkwijze
Nadere informatieZorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015
Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal
Nadere informatieRegeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave
REGELING Gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Gelet op de artikelen 61, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit
Nadere informatieNIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg. Vragenlijst patiënten Zorg voor mensen met kanker en hun naasten
NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Vragenlijst patiënten Zorg voor mensen met kanker en hun naasten 3 Toelichting bij de vragenlijst De vragenlijst Deze vragenlijst gaat over
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond
Nadere informatieWat vinden uw cliënten van de zorg thuis?
Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.
Nadere informatieSGLVG som VP VG VV ZG aud ZG vis ZG ZZP
Overzicht pgb ZZP tarieven 2011 Tabel Per Saldo, januari 2011, overeenkomstig de beleidsregel 2011 (a) PGB AWBZ bij langdurig Verblijf van het CVZ dd 12 januari 2011 (Aan deze tabel kunnen geen rechten
Nadere informatieNiet alles verandert in de zorg
Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Haaglanden Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Nadere informatieZorg bij ontslag uit het ziekenhuis
Transferbureau Zorg bij ontslag uit het ziekenhuis Wat kunnen wij voor U betekenen Thuiszorg Huishoudelijke hulp Hulpmiddelen Tijdelijke opname verzorgingshuis Revalidatie verpleegtehuis 1 2 Transferverpleegkundige
Nadere informatieBeleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling
2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden
Nadere informatieDe zorg na uw ziekenhuisopname
De zorg na uw ziekenhuisopname Universitair Medisch Centrum Groningen U ontvangt deze folder omdat u na het ontslag uit het ziekenhuis mogelijk nog hulp of zorg nodig heeft. U heeft bijvoorbeeld behoefte
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Midden-Brabant Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Groningen (provincie) Dementiemonitor Mantelzorg 2018
Nadere informatieVragenlijst onderzoek wachtlijsten in de Wlz. In te vullen door de zorgvrager:
lijst onderzoek wachtlijsten in de Wlz Deze vragenlijst wordt afgenomen voor het onderzoek naar de wachtlijsten voor het wonen bij een zorginstelling. Volgens onze gegevens heeft u een wens voor wonen
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Bergen op Zoom, Roosendaal e.o. Dementiemonitor Mantelzorg
Nadere informatieMotieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting
Nadere informatieAanvraagformulier Persoonsgebonden Budget deel 1 verpleging en verzorging (pgb vv)
Aevitae Postbus 2705 6401 DE Heerlen Aanvraagformulier Persoonsgebonden Budget deel 1 verpleging en verzorging (pgb vv) DEEL 1: Verpleegkundige deel Dit deel vult de verpleegkundige in samen met de verzekerde
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Drenthe Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Nadere informatieAanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging
Aanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging Deel 1: verpleegkundig-deel 1. Geadresseerde Zorgverzekeraar : 2. Aanvrager Voor wie wordt dit PGB aangevraagd? Achternaam : Voorletters
Nadere informatieRapportage Impactmonitor begeleiding
Rapportage Impactmonitor begeleiding Valkenswaard, Heeze-Leende en Cranendonck Enschede, 31 januari 2012 SS/12/259/ova2 drs. Sylvia Schutte Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Aantal cliënten met begeleiding...
Nadere informatieCompensatie eigen risico is nog onbekend
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U
Nadere informatieDe zorg na uw ziekenhuisopname
De zorg na uw ziekenhuisopname Universitair Medisch Centrum Groningen U ontvangt deze folder omdat u na het ontslag uit het ziekenhuis mogelijk nog hulp of zorg nodig heeft. U heeft bijvoorbeeld behoefte
Nadere informatieBELEIDSREGEL AL/BR-0021
BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk
Nadere informatieBeleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling
2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren
Nadere informatieErvaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index
Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index April 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en
Nadere informatieProject Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo
Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo Inhoud Wat gaat er gebeuren? De huidige Begeleiding Invoering Begeleiding in de Wmo Project Invoering Begeleiding Uitkomsten oriëntatiefase Vervolg: visiefase
Nadere informatieInhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot
Onderzoek naar potentiële besparingen van innovatieve complexe wondzorg September 2014 Transform to the power of digital Inhoud Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot
Nadere informatieBELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c
Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieWet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit
Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit CiZ_A5_WLZ_WT_15-06-15_def#2.indd 1 19-06-15 10:58 Als u blijvend intensieve zorg nodig heeft, dan kan het zijn dat u in aanmerking komt voor zorg vanuit
Nadere informatie3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder
Bijlage 9 bij circulaire AWBZ/Care/11/9c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieOverzicht bekostiging van behandeling bij Wlz-cliënten in 2016
Overzicht bekostiging van behandeling bij -cliënten in 2016 Waarom dit overzicht? Naar aanleiding van de vragen die de NZa heeft gekregen over de bekostiging van behandeling bij verzekerden die zorg op
Nadere informatieKWALITATIEVE MONITOR
voeg hier een passende foto in KWALITATIEVE MONITOR EXPERIMENT PERSOONSVOLGENDE ZORG ZUID-LIMBURG BUREAU HHM RESULTATEN APRIL 2018 PRESENTATIE VRAAGVERHELDERING MEI 2018 INHOUD VANDAAG Delen bevindingen
Nadere informatieNOTITIE PALLIATIEVE TERMINALE ZORG VOOR DE REGIO S DWO EN NWN. Februari 2009. Zorgkantoor DWO/NWN
NOTITIE PALLIATIEVE TERMINALE ZORG VOOR DE REGIO S DWO EN NWN Februari 2009 Zorgkantoor DWO/NWN Inhoudsopgave Voorwoord 2 Hoofdstuk 1: Wat is palliatieve terminale zorg? 3 Hoofdstuk 2: Uitgangspunten palliatieve
Nadere informatieNULMETING KWALITATIEVE MONITOR
voeg hier een passende foto in NULMETING KWALITATIEVE MONITOR EXPERIMENT PERSOONSVOLGENDE ZORG ZUID-LIMBURG MAARTJE HANNING BUREAU HHM 5 FEBRUARI 2017 DOEL EN WERKWIJZE Staan de behoeften en voorkeuren
Nadere informatiekwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling
Project invoering videonetwerken voor zorg-thuis kwalitatieve monitorrapportage over voortgang, versnelling en opschaling November 2006 Drs Peter Stevens Projectcoördinator ActiZ 1 Samenvatting Door een
Nadere informatieOverheveling begeleiding Zuid-Holland Noord (ZHN) 14 juni 2011 A. Augustinus Manager Care
Overheveling begeleiding Zuid-Holland Noord (ZHN) 14 juni 2011 A. Augustinus Manager Care Inhoud Cijfers en statistieken over de regio ZHN Demografie Begeleiding Dagbesteding Kaders voor inkoop van extramurale
Nadere informatieAanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging (Zvw-pgb) - Deel 1
Aanvraagformulier Persoonsgebonden budget Verpleging en Verzorging (Zvw-pgb) - Deel 1 Deel 1: Verpleegkundige deel aanvraag 2018 Dit deel vult de verpleegkundige in samen met de verzekerde of een (wettelijke)
Nadere informatieDe nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015
Blz. 1 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ARNHEM gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015, b e s l u i t vast te stellen: De nadere
Nadere informatieHet indicatiebesluit
Het indicatiebesluit Zorg in natura of een budget In de brief met het indicatiebesluit staat op welke zorg u aanspraak kunt maken. Hoe u de zorg ontvangt, kan per soort zorg verschillen: zorg in natura
Nadere informatieAanvraagformulier persoonsgebonden budget IKZ/PTZ verpleging en verzorging
Aanvraagformulier persoonsgebonden budget IKZ/PTZ verpleging en verzorging DEEL 1: Verpleegkundig deel 1. Geadresseerde Zorgverzekeraar: 2. Aanvrager Voor wie vraagt u een persoonsgebonden budget (pgb)
Nadere informatieBijlage c. Zorg op afroep met leveringsvoorwaarde c en d
Liever thuis dan uit. De indicatiestelling in de awbz voor en verblijf. Edwin van Gameren, Jedid-Jah Jonker en Tessa Marx. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, juni 2006. Bijlage c Zorg op afroep
Nadere informatieHet indicatiebesluit
Het indicatiebesluit Een budget of zorg in natura In de brief met het indicatiebesluit staat op welke zorg u aanspraak kunt maken. Hoe u de zorg ontvangt, kan per soort zorg verschillen en is afhankelijk
Nadere informatie3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder
Bijlage 7 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieZZP VV. Toelichting op de tabellen Voor een toelichting op onderstaande tabellen, zie laatste pagina. PV SGLVG som VP VG VV ZG aud ZG vis ZG ZZP
Overzicht pgb ZZP tarieven Tabel opgemaakt door Per Saldo, februari, overeenkomstig de beleidsregel langdurend verblijf (LDV) van het CVZ (Aan deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend) Afkortingen
Nadere informatieDecentralisatie begeleiding Amstelland en de Meerlanden (A&M) 20 juni 2011 S. van de Loosdrecht Sr. Zorginkoper Care
Decentralisatie begeleiding Amstelland en de Meerlanden (A&M) 20 juni 2011 S. van de Loosdrecht Sr. Zorginkoper Care Inhoud Cijfers en statistieken over de regio A&M Demografie Begeleiding Dagbesteding
Nadere informatieCirculaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum 10/01 AWBZ 23 december 2010
Aan de uitvoeringsorganen Zorgverzekeringswet en/of AWBZ Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum 10/01 AWBZ 23 december 2010 Onderwerp Wijzigingen Besluit zorgaanspraken AWBZ 2011 Ingangsdatum
Nadere informatieDe prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.
Bijlage 5 bij circulaire Care/Wlz/15/14c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg
Nadere informatieIn de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.
Bijlage 2 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse
Nadere informatieZiekenhuis Verplaatste Zorg vanaf 2010
Inleiding In overleg tussen VWS, Zorg verzekeraars Nederland [ZN], Ned. Vereniging van Ziekenhuizen [NVZ], Ned. Federatie van Universitaire Medische Centra [NFU]; ACTIZ en V&VN-transferverpleegkundigen
Nadere informatieWet langdurige zorg (Wlz) 2015
Wet langdurige zorg (Wlz) 2015 Hebt u langdurige zorg nodig? CZ zorgkantoor wijst u de weg Voordat u deze brochure leest Hebt u langdurige zorg nodig? Per 1 januari 2015 is er veel veranderd. In deze brochure
Nadere informatieals omschreven in artikel 34 van het Besluit Zorgaanspraken
BELEIDSREGEL Tijdelijke regeling ADL-assistentie Ingevolge artikel 59 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Minister van VWS met brieven van 25 oktober 2011, kenmerk MC-U-3088155 en
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Oost-Veluwe - Brummen, Epe, Hattem, Heerde Dementiemonitor
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Oost-Veluwe - Apeldoorn Dementiemonitor Mantelzorg 2018
Nadere informatieCIZ. Wet langdurige zorg Bijeenkomst BTN 11 februari
CIZ Wet langdurige zorg Bijeenkomst BTN 11 februari Inhoud Wet langdurige zorg Werkwijze CIZ 2015 Wet langdurige zorg van aanvraag tot besluit Belangrijke veranderingen voor zorgaanbieders Meer informatie
Nadere informatieGeachte mevrouw Mete en heer Spoeltman,
Aan de leden van Provinciale Staten, mevrouw F. Mete en de heer H. Spoeltman Datum : 23 juni 2009 Briefnummer : 2009-37.030/25/A.6, CW Zaaknummer : 181452 Behandeld door : R.J. Vos Telefoonnummer : (050)
Nadere informatieREGELING CA/NR-100.045
Bijlage 1 bij ACON/khes/Care/AWBZ/06/23c REGELING Aanlevering en verspreiding scoregegevens zorgzwaartepakketten (ZZP's) ten behoeve van de Nederlandse Zorgautoriteit Gelet op artikel 68, eerste lid, Wet
Nadere informatieBehandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk MNAA/djon/Regulering /
Ministerie van VWS t.a.v. drs. M.J. Van Rijn, staatssecretaris postbus 20350 2500 EJ S-GRAVENHAGE Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl
Nadere informatieDe verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in
Achtergronden en motieven bij wachten op een pgb Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het ministerie van VWS drs. L. Boer drs. M. Hollander Projectnummer: B3811 Zoetermeer, 16 december 2010 De verantwoordelijkheid
Nadere informatiePsychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode
Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark
Nadere informatieVoldoet u aan de criteria dan ontvangt u hiervoor een aabod met een integraal tarief waarmee te declareren is voor de volgende doelgroepen in 2017:
Format Inschrijving Experiment Verpleging en verzorging 2017 Deel I: Algemene gegevens Zorgaanbieder: Naam Plaats Contactpersoon Telefoon E-mail KvK-nummer AGB-Code Deel II: Toelichting en voorwaarden
Nadere informatieBeleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling
2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of
Nadere informatieU heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?
U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U wilt zorg die betaald wordt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). U kunt daar altijd een aanvraag voor doen. Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg)
Nadere informatieZorgprofielen Productenboek Verzorging en Verpleging
Zorgprofielen Productenboek Verzorging en Verpleging Informatie over zorgproducten van Amerpoort voor oudere mensen met een verstandelijke beperking met het accent op verzorging en verpleging Een zorgprofiel
Nadere informatie