Factsheet Kwartaalrapportage Q1-2011

Transcriptie

1 Deze factsheet beschrijft de ontwikkelingen binnen de CO 2 -footprint van Van Hattum & Blankevoort in Q1 van Hierin is aandacht voor (1) ontwikkelingen binnen de totale CO 2 -uitstoot, (2) de verdeling over de verschillende bedrijfsonderdelen, (3) de CO 2 -intensiteit, (4) de verschillende emissiestromen en (5) voortgang op de reductiedoelstellingen. Organisatie- en operationele grenzen De organisatorische grenzen liggen in principe gelijk met die over 2010, op één wijziging na: de ingenieursdiensten van Van Hattum en Blankevoort vallen vanaf 2011 officieel onder VID b.v., dat een volledige dochter is van Van Hattum en Blankevoort. Vooralsnog worden de energiestromen van deze diensten in hun geheel meegenomen als onderdeel van Van Hattum en Blankevoort; het personeel van VID staat op de loonlijst van en zit in het kantoor van Van Hattum en Blankevoort. In de toekomst zal de administratie zodanig worden ingericht dat de CO 2 -uitstoot van Van Hattum en Blankevoort en VID separaat kunnen worden weergegeven. Hiermee krijgen we een nauwkeuriger beeld van de CO 2 -intensiteit van werkzaamheden. Gegevensverzameling Aangezien de gegevensverzameling in voorgaande kwartalen niet altijd even soepel verliep zijn er ook in dit kwartaal stappen gezet om de gegevensverzameling verder te stroomlijnen. Het informatiestromenoverzicht met alle verantwoordelijken voor de energieverbruikgegevens bleek niet meer up-to-date te zijn. Het informatiestromenoverzicht is op basis hiervan aangepast, zodat er volgend kwartaal geen misverstanden meer ontstaan over wie welke gegevens aanlevert. In sommige gevallen bleek het niet helemaal duidelijk welke gegevens verwacht werden. Hierdoor is in een aantal gevallen tegenstrijdige of onvolledige informatie aangeleverd. Het uitzoeken van deze zaken kost tijd en draagt niet bij aan de efficiëntie van het proces. Waar nodig zijn opnieuw afspraken gemaakt, zodat het proces voor komende kwartalen naar verwachting soepeler zal verlopen. De afspraken die gemaakt zijn over de toelevering van de centrale gegevens door VolkerWesselsBusinessLease, Shell, VSM en ATP aan Primum lijken effect te hebben. Dit is soepeler verlopen. Afgezien van een paar kleine verschillen in aangeleverde overzichten, konden de meeste gegevens direct gebruikt worden. In vorige kwartaalrapportages is al vastgesteld dat de projectportefeuille (naast de seizoensinvloeden) een belangrijke oorzaak is van de fluctuaties in de CO 2 -footprint. Twee doelen die voor de komende tijd gesteld zijn is (1) het relatief maken van de CO 2 -uitstoot aan omzet, m2 en FTE en (2) het toewijzen van de CO 2 - uitstoot aan de projecten. Dit maakt het mogelijk om de voortgang op de reductiedoelstellingen beter te beoordelen. Deze kwartaalrapportage beschrijft de nulmeting van de CO 2 -intensiteit over Als gegevens van aankomende kwartalen (of met terugwerkende kracht over 2009) beschikbaar komen kan het maken van trends het inzicht verder vergroten. Nieuwe opbouw emissie-inventaris In begin 2011 is de opbouw van de emissie-inventaris herzien. Alle gegevens vanaf het eerste kwartaal 2009 staan vanaf nu in één document. Voordelen zijn dat (1) er bij maken van aanpassingen/verbeteringen maar één document gewijzigd hoeft te worden, (2) de vergelijkingsbasis van de kwartalen altijd gewaarborgd is en (3) er gebruik gemaakt kan worden van trendlijnen. Deze trendlijnen zijn in dit kwartaal voor het eerst toegepast om aanvullend inzicht te krijgen in de voortgang op de reductiedoelstellingen. Dit kan in komende kwartalen worden uitgebreid met prognoses. Pagina 1 van 7

2 Ontwikkelingen binnen de totale CO 2 -uitstoot Figuur 1: CO 2-uitstoot Van Hattum & Blankevoort en per bedrijfsonderdeel per kwartaal in ton Tijdens de migratie naar de nieuwe emissie-inventaris opbouw is gebleken dat de CO 2 -uitstoot van 2009 niet uitkomt op 4856 ton, maar op 4919 ton. De totale CO 2 -uitstoot in 2010 komt uit op 5246 ton, 6,6% hoger dan in De grafiek laat duidelijk de seizoensfluctuaties zien. Hierdoor ligt de stijging van de CO 2 -uitstoot door VSF in Q1 van 2010 in lijn met de verwachting. De stijging van de totale CO 2 -uitstoot door Van Hattum & Blankevoort buiten de seizoensinvloeden om wordt veroorzaakt door de stijging binnen het bedrijfsonderdeel VHB. Figuur 2: CO 2-uitstoot in ton per bedrijfsonderdeel van eerste kwartalen Door alleen de eerste kwartalen van te vergelijken ontstaat een beeld van de ontwikkeling in de CO 2 - footprint zonder de seizoensinvloeden. Ook deze grafiek laat duidelijk zien dat voornamelijk de CO 2 -uitstoot van VHB flink hoger is in 11 in vergelijking met de voorgaande twee jaren. De CO 2 -uitstoot van VSF daalt in 11 weer na de initiële stijging van 09 naar 10. Pagina 2 van 7

3 De belangrijkste ontwikkeling binnen de totale CO 2 -footprint van Van Hattum & Blankevoort is de stijging in het eerste kwartaal van 2011, aangezien dit maar in beperkte mate te maken heeft met seizoensinvloeden. Hiernaast is de daling van VSF in Q1 11 ten opzichte van het voorgaande jaar opvallend. In de beschrijving van de emissiestromen en de reductiedoelstellingen in de volgende alinea s wordt hier verder op ingegaan. CO 2 -intensiteit bedrijfsonderdelen In deze kwartaalrapportage is een eerste stap gezet in het relatief maken van de CO 2 -uitstoot aan bedrijfsspecifieke kenmerken, zoals omzet, m2 en FTE. Hierdoor ontstaan gegevens over de CO 2 -intensiteit van de verschillende bedrijfsonderdelen. De invloed die de lopende projecten hebben op de absolute hoogte van de CO 2 -uitstoot wordt hierdoor vermeden bij het analyseren van de reductiedoelstellingen. Dit kwartaal wordt de nulmeting van de CO 2 -intensiteit vastgesteld over Als omzet, m2 en FTE gegevens in komende kwartalen (of met terugwerkende kracht over 2009) beschikbaar komen kan gestart worden met het maken van trends. Op termijn kunnen de reductiedoelstellingen mogelijk ook uitgedrukt worden in CO 2 - intensiteit in plaats van in absolute getallen. Figuur 3: CO 2 -intensiteit van bedrijfsonderdelen over 2010 (ton CO 2 ) Figuur 4: CO 2 -intensiteit van bedrijfsonderdelen over Q (ton CO 2 ) Pagina 3 van 7

4 Voor 2010 waren er geen gegevens van VID aanwezig. Er is geen onderscheid gemaakt tussen VHB en VID, omdat het vergelijkingsmateriaal tussen 2010 en Q anders weg is. Ook is de CO2-uitstoot van VHB en VID niet los verzameld. Hierdoor komt het CO2/medewerker getal altijd op hetzelfde uit. Dat heeft in een vergelijking geen toegevoegde waarde. CO 2 /medewerker in Q is vermenigvuldigd met 4 om een vergelijking met geheel 2010 mogelijk te maken. Het getal in figuur 4 voor CO2/medewerker betekent dus: de hoeveelheid CO 2 /medewerker per jaar als de overige kwartalen dezelfde hoeveelheid CO 2 -uitstoot en medewerkers kennen. Bij de interpretatie zijn de seizoenen belangrijk. De seizoensinvloeden worden over/onderschat, omdat er vermenigvuldigd wordt met 4. Emissiestromen Figuur 5: Emissiestromen CO 2-uitstoot Van Hattum & Blankevoort (links Q1 11 rechts totaal 2010) De grafiek links laat de verdeling van de CO 2 -uitstoot over de emissiestromen zien voor Q1 van Deze wordt vergeleken met de verdeling in De volgende zaken vallen op: De CO 2 -emissie door verwarming is in Q1 11 hoger dan het gemiddelde in 2010 vanwege het seizoen. De CO 2 -emissie van elektriciteit is duidelijk lager dan het gemiddelde in 2009 vanwege de toegepaste reductiemaatregelen op elektriciteit. De CO 2 -emissie van de gasolie gebruikt tijdens projecten is flink hoger in Q1 11 dan gemiddeld in De toename van de CO 2 -uitstoot van Van Hattum & Blankevoort heeft mogelijk te maken met een toename in projectwerkzaamheden. De CO 2 -emissie van business car travel is procentueel duidelijk lager in Q1 11 dan in 10. Dit heeft niet te maken met een daling, maar met de grotere relatieve stijging van andere emissiestromen. De voornaamste ontwikkelingen bevinden zich binnen de grootste emissiestromen. In de volgende alinea wordt hier meer aandacht aan besteedt door in detail te kijken naar de trends binnen deze emissiestromen. Pagina 4 van 7

5 Voortgang reductiedoelstellingen Van Hattum & Blankevoort heeft reductiedoelstellingen geformuleerd voor het elektriciteitsverbruik en business car travel. In 2015 moet de CO 2 -uitstoot van het wagenpark met 8% dalen ten opzichte van Door het toepassen van groene stroom, zuinger ICT-apparatuur en zuinigere verlichting zal de CO 2 -uitstoot door het elektriciteitsverbruik met 3% moeten dalen in 2015 ten opzichte van Onderstaande grafieken laten de ontwikkelingen zien binnen deze twee emissiestromen. Het gasolieverbruik binnen projecten wordt meegenomen, aangezien een toename in projectactiviteiten ook indirect invloed uitoefent op de andere emissiestromen. Figuur 6: Trends binnen de CO 2-uitstoot van de drie grootste emissiestromen in ton In bovenstaande grafiek zijn lineaire trendlijnen toegevoegd om een beter inzicht te krijgen in de voortgang op de reductiedoelstellingen. Voor elektriciteit laat de trendlijn een duidelijke daling zien van de CO 2 -uitstoot. Dit heeft voornamelijk te maken met het toepassen van groene elektriciteit. De grafiek laat verder zien dat het gebruik van gasolie en de CO 2 -uitstoot van business car travel, oftewel het wagenpark, blijft stijgen. Dit heeft naar verwachting te maken hebben met toenemende projectactiviteiten. Om het inzicht verder te vergroten worden in onderstaande grafieken de uitstoot van elektriciteit, het wagenpark en het gasolieverbruik uitgesplitst per bedrijfsonderdeel. Pagina 5 van 7

6 Figuur 7: CO 2-uitstoot door elektriciteitsverbruik van bedrijfsonderdelen Het elektriciteitsverbruik van voornamelijk VHB blijft dalen, ook in Q1 van De daling in 2010 was voornamelijk te danken aan de (gedeeltelijke) overstap naar groene stroom. De tijdelijke stijging na Q2 10 kwam door de verbouwingswerkzaamheden binnen het hoofdkantoor en de tijdelijke huur van kantoorruimte. In Q1 van 2011 zijn de eerste resultaten te zien van de aangebrachte verlichtingsmaatregelen, waardoor het elektriciteitsverbruik weer is gaan dalen. Het elektriciteitsverbruik van VSF fluctueert flink. Het toegenomen elektriciteitsverbruik in Q1 van 2011 heeft te maken met de extra projectwerkzaamheden in de werkplaats. Doordat het elektriciteitsverbruik (nog) niet specifiek aan de projecten toegewezen wordt is er maar beperkt inzicht in de behaalde reductie op het elektriciteitsverbruik. Figuur 8: CO 2-uitstoot door business car travel (wagenpark) in ton De CO 2 -uitstoot door het wagenpark stijgt voornamelijk binnen VHB en licht binnen VSF. In onderstaande grafiek is een vergelijkbare trend te zien binnen het gasolieverbruik binnen projecten. Het toenemen van de projectactiviteiten van voornamelijk VHB lijkt invloed te hebben op het stijgen van de CO 2 -uitstoot door het wagenpark. Pagina 6 van 7

7 Figuur 9: CO 2-uitstoot door gasolieverbruik binnen projecten in ton Conclusie en prognose De CO 2 -uitstoot van Van Hattum & Blankevoort is in Q1 van 2011 gestegen. Dit heeft maar beperkt te maken met de seizoensinvloeden en ligt voor een groot gedeelte aan het toegenomen gasoliegebruik binnen projecten. De verwachting is dat de CO 2 -uitstoot in Q2 en Q3 zal dalen vanwege het wegvallen van het gasverbruik voor de verwarming van de locaties. Van Hattum & Blankevoort is goed opweg om de doelstelling voor het elektriciteitsverbruik te gaan halen. Hierbij is voornamelijk de inkoop van groene stroom binnen VHB doorslaggevend. De groene stroom wordt geleverd door Electrabel binnen het raamcontract met VolkerWessels. Het is op dit moment niet duidelijk of de ingekochte groene stroom voldoet aan de aangescherpte eisen die vanaf 1 juli 2011 binnen de CO 2 - prestatieladder gaan gelden. Er is contact geweest met PCH Facilitymanagement en deze willen binnenkort nieuwe afspraken met Electrabel om aan de aangescherpte eisen te kunnen (blijven) voldoen. Als de stijging van de CO 2 -uitstoot door het wagenpark verder doorzet zal het lastig worden om de doelstelling van 8% reductie te gaan halen. Het toenemen van de projectactiviteiten van voornamelijk VHB heeft hier invloed op. De stijging door de projectactiviteiten is niet gecompenseerd door efficiënter gebruik binnen het wagenpark. Het introduceren van Het Nieuwe Rijden is uitgesteld tot de centrale aanpak van VolkerWessels duidelijk is. Een andere reden voor het stijgen van de CO 2 -uitstoot is de nieuwe projectaanpak, waarbij projectmedewerkers zoveel mogelijk op projectlocatie werken. Dit bevordert de communicatie en kwaliteit van het werk, maar zorgt wel voor meer CO 2 -uitstoot. Ook deze kwartaalrapportage maakt duidelijk dat de fluctuaties in projecten een grote invloed hebben op het fluctueren van de CO 2 -uitstoot van Van Hattum & Blankevoort. Om deze reden is ten eerste een nulmeting uitgevoerd over de CO 2 -intensiteit van de bedrijfsonderdelen over 2010 door de CO 2 -uitstoot uit te drukken per medewerker en per mln omzet. In komende kwartalen wordt de CO 2 -intensiteit gebruikt om meer inzicht te krijgen in de voortgang op de reductiedoelstellingen. Naast het gebruiken van de CO 2 -intensiteit worden komend kwartaal stappen ondernomen om het energiegebruik (en de CO 2 -uitstoot) beter aan projecten toe te schrijven. Dit draagt niet alleen bij aan een beter inzicht in de voortgang op de reductiedoelstellingen, maar is een eerste stap richting het actief sturen op de CO 2 -uitstoot binnen projecten. Pagina 7 van 7