Auteur(s): H. Faber Titel: Efficiënte besturing van vrijheidsgraden Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur(s): H. Faber Titel: Efficiënte besturing van vrijheidsgraden Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:"

Transcriptie

1 Auteur(s): H. Faber Titel: Efficiënte besturing van vrijheidsgraden Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 EFFICIËNTE BESTURING VAN VRIJHEIDSGRADEN Herre Faber, Bewegingstechnoloog, Den Haag Herre Faber Inleiding ewegen is een enorm complex gebeuren. Het menselijk lichaam heeft meer dan 120 gewrichten. B Bij elkaar laten deze ongeveer 200 vrijheidsgraden toe. Met een vrijheidsgraad wordt hier bedoeld: een onafhankelijke rotatiemogelijkheid in een gewricht. De elleboog bijvoorbeeld heeft twee vrijheidsgraden. Er kan namelijk bewogen worden om twee assen: de as voor extensie en de as voor pro-/ (of een willekeurige kombinatie van deze twee). Vrijheidsgraden worden bestuurd door spieren. In dit tijdschrift is regelmatig gepubliceerd over het "sturen van gewrichten". Dit heeft niets te maken met het "besturen van vrijheidsgraden". Bij de sturing van gewrichten wordt gekeken naar de punten van de gewrichtskop en de gewrichtskom die achtereenvolgens met elkaar in kontakt komen en welke passieve bindweefselstrukturen verantwoordelijk zijn voor deze sturing. Bij het besturen van vrijheidsgraden wordt gekeken welke spieren de juiste rotatierichting en gewrichtsmomenten kunnen geven voor een bepaalde beweging. Een rotatie kan zowel links- als rechtsom plaatsvinden. Omdat spieren alleen kunnen trekken en niet duwen, is voor beide rotatierichtingen een spier nodig. Met 200 vrijheidsgraden lijkt het dan ook redelijk te veronderstellen dat het menselijk lichaam 400 spieren bezit. In werkelijkheid zien we dat dit aantal ongeveer twee keer zo groot is. Het lijkt er op dat de natuur redundante (=overbodige) spieren heeft aangelegd. Dit is in extreme mate te zien bij het heupgewricht. Dit gewricht bezit drie vrijheidsgraden, zodat zes spieren in principe voldoende zijn om het te besturen. De heup wordt echter overspannen door 21 spieren, een beetje overdreven dus... Dit (te) grote aantal spieren wordt in de biomechanica als een probleem gezien en men heeft het in de engelse literatuur ook wel het "indeterminacy problem" genoemd. "Ongedetermineerd" omdat een bepaalde beweging uitgevoerd kan worden door een oneindig aantal kombinaties van spierkrachten. De elleboog kan bijvoorbeeld gebogen worden door alleen de m. brachialis aan te spannen. Het is echter ook mogelijk om de m. biceps brachii samen met de m. pronator teres aan te spannen. Nog een andere mogelijkheid is het aanspannen van de m. brachioradialis in kombinatie met een pro- of supinator, al naar gelang de pro/stand van de onderarm. In alle gevallen kan exakt dezelfde beweging uitgevoerd worden. Het ligt niet op voorhand vast welke kombinatie van spierkrachten gebruikt moet worden: het zenuwstelsel kan in principe kiezen. Overigens is het juist zo opvallend dat de aansturing van spieren door het zenuwstelsel bij een bepaalde beweging zeer stereotiep gebeurt. Dit is vooral het geval na veelvuldig oefenen van een beweging. Het zenuwstelsel heeft dan de meest optimale aansturing geleerd. De vraag wat ons lichaam met zoveel "overbodige" spieren aan moet werd in 1967 gesteld door Bernstein (1,3) en is nog steeds aktueel. Een gedeeltelijke verklaring voor dit probleem is in 1989 gegeven door de Amsterdamse biomechanicus G.J. van Ingen Schenau (2). In een situatie met twee scharniergewrichten, bijvoorbeeld als de elleboog en de schouder in één vlak bewegen, zijn vier mono-artikulaire spieren nodig om alle mogelijke bewegingskombinaties te besturen. Als de beweging echter ook efficiënt bestuurd moet worden zijn er ook nog twee bi-artikulaire spieren nodig. Dit betekent dat er zes spieren nodig zijn voor twee vrijheidsgraden en geen vier! Deze theorie verklaart echter niet het grote aantal mono-articulaire spieren rond bijvoorbeeld de heup of de schouder. Door middel van een uitbreiding op de theorie van van Ingen Schenau zal in dit artikel een poging worden gedaan ook de funktie van de rest van de "overbodige" mono-artikulaire spieren te verklaren.

3 De bi-artikulaire spier De theorie over het nut van bi-artikulaire spieren wordt door van Ingen Schenau gepresenteerd door middel van een persoon die aan een tafel zit (figuur 1). Op de tafel staat een gewicht dat met de rechterhand naar links geduwd moet worden. Bij deze beweging moet er in de elleboog een strekking optreden terwijl de schouder naar binnen draait. Figuur 1. Bovenaanzicht van een persoon aan een tafel. Het gewicht moet naar links verplaatst worden door middel van een kracht (F). De reaktiekracht van het gewicht op de hand (F r ) is even groot, maar tegengesteld gericht. De te leveren momenten rond de elleboog en de schouder zijn respektievelijk flekterend (M e ) en naar binnen draaiend (M s ). De kracht F die de hand uitoefent op het gewicht is naar links gericht. Dit betekent dat het gewicht een even grote kracht F r uitoefent op de hand naar rechts (aktie = -reaktie). De kracht F r levert over de elleboog een strekkend moment. Ter kompensatie zal een buiger van de elleboog (bijv. de m. brachialis) moeten worden aangespannen. Over de schouder levert kracht F r een naar buiten draaiend moment. Er zal dus een spier aangespannen moeten worden die een naar binnen draaiend moment over de schouder levert (bijv. de m. pectoralis maior). Over de schouder is de beweging naar binnen draaiend gericht terwijl het te leveren moment ook naar binnen draaiend gericht is. Over de elleboog ontstaat echter een konflikt tussen de richting van het te leveren moment en de bewegingsrichting. Het moment moet flekterend zijn terwijl de beweging extenderend is. De enige manier om het gewicht nu naar links te duwen is het excentrisch laten kontraheren van de m. brachialis. Dit kan wel, maar is energetisch gezien erg inefficiënt. Het excentrisch laten kontraheren van de m. brachialis gaat namelijk niet zomaar. Iets of iemand moet deze spier oprekken, wat energie kost. In plaats van dat de m. brachialis zelf energie levert die bijdraagt aan de beweging, slokt hij juist energie op. In dit geval moet de m. pectoralis maior niet alleen de energie leveren voor het verplaatsen van het gewicht, maar ook de energie voor het uitrekken van de m. brachialis. De evolutie heeft dit probleem onderkend en er een briljante oplossing voor bedacht in de vorm van de bi-artikulaire spier. In het bovenstaande voorbeeld wordt de beweging veel efficiënter uitgevoerd als niet de mono-artikulaire m. brachialis, maar het caput breve van de m. biceps brachii wordt aangespannen (figuur 2). Figuur 2. In plaats van de m. brachialis wordt het caput breve van de m. biceps brachii aangespannen. Deze kontraheert isometrisch tijdens de beweging en verspilt zo minder energie. Deze spier levert het vereiste buigende moment over de elleboog, maar maakt geen excentrische kontraktie. Hij verlengt weliswaar over de elleboog, maar verkort over de schouder. Het netto effekt is dat er niet of nauwelijks verlenging optreedt van de m. biceps brachii. Met andere woorden: door het aanspannen van de bi-artikulaire m. biceps brachii treedt er geen excentrische kontraktie op en dus ook minder energieverlies. We zien dus dat er behalve mono-artikulaire spieren ook bi-artikulaire spieren

4 nodig zijn om de twee vrijheidsgraden in het voorgaande voorbeeld efficiënt te besturen. Bij het bestuderen van de werking van spieren is het hier beschreven principe een krachtig hulpmiddel. Ons lichaam zal bij het uitvoeren van bewegingen altijd zoveel mogelijk het optreden van excentrische kontrakties vermijden. Dit geldt uiteraard niet bij het afremmen van bewegingen, zoals het neerkomen na een sprong. In dat geval werkt het precies andersom. Het is dan noodzakelijk dat spieren excentrisch kontraheren en moeten juist concentrische kontrakties zoveel mogelijk vermeden worden. In het voorbeeld met het te verplaatsen gewicht worden de bewegingen en momenten van de schouder en de elleboog via de m. biceps brachii aan elkaar gekoppeld. De bewegingen van en de momenten rond deze gewrichten vinden beide plaats in het transversale vlak om een longitudinale as. Het is echter ook mogelijk dat er een koppeling plaatsvindt tussen twee gewrichten die niet in hetzelfde vlak bewegen. De m. tensor fascia latae bijvoorbeeld koppelt de abduktie van de heup aan de flexie van de knie. De abduktie van de heup vindt plaats in het frontale vlak en de flexie van de knie in het sagittale vlak. De heup en de knie bevinden zich op een zekere afstand van elkaar. Nu wordt bij wijze van gedachtenexperiment deze afstand steeds kleiner gemaakt, waarbij de m. tensor fascia latae mee krimpt. Dit gaat door totdat de assen van de beide gewrichten net zo ver van elkaar af liggen als de assen van een zadelgewricht. Funkioneel gezien is er op deze wijze sprake van één gewricht met twee vrijheidsgraden, waarbij de bi-articulaire m. tensor fascia latae plotseling een monoartikulaire spier is geworden die bewegingen om de beide assen aan elkaar koppelt. Meerdere vrijheidsgraden binnen één gewricht In het voorgaande gedachtenexperiment werd duidelijk dat er geen principieel verschil bestaat tussen een bi-artikulaire spier die twee gewrichten aan elkaar koppelt en een mono-artikulaire spier die twee vrijheidsgraden binnen één gewricht aan elkaar koppelt. Er kunnen zich dan ook dezelfde soort konfliktsituaties voordoen. Als voorbeeld dient hier de elleboog. De ene vrijheidsgraad is het buigen en strekken, de andere vrijheidsgraad is het pro- en supineren. Ook hierbij kunnen zich konflikten tussen moment en beweging voordoen die inefficiënt bewegen veroorzaken. Een voorbeeld hiervan zien we in figuur 3. Figuur 3. Frontaal aanzicht. Vanuit de beginpositie wordt de rechter elleboog geflekteerd en gesupineerd. De te leveren momenten rond de elleboog zijn flekterend (M f ) en pronerend (M p ). Voor wat betreft de beweging treedt een konflikt op tussen de richting van de beweging en het te leveren moment. De arm hangt in de beginpositie langs het lichaam. Er wordt een gewicht in de hand gehouden. Het gewicht is aan de radiale zijde zwaarder dan aan de ulnaire zijde. Stel dat de proefpersoon ervoor kiest de arm rustig te flekteren en tegelijkertijd te supineren. De zwaartekracht op het gewicht en de onderarm zorgt voor een extenderend moment rond de elleboog. Door de ongelijke massaverdeling van het gewicht heerst er tevens een supinerend moment rond de elleboog. De momenten die de proefpersoon met spieren rond zijn elleboog moet leveren zijn tegengesteld gericht: flekterend en pronerend. De proefpersoon heeft in dit voorbeeld alleen de beschikking over een pure flexor (de m. brachialis) en een pure pronator (de m. pronator quadratus). De flexie levert geen probleem op, beweging en moment zijn gelijk gericht. De m. brachialis spant aan. De levert wel een probleem op. De bewegingsrichting is. Om het supinerende moment van het gewicht op de onderarm te kompenseren moet de m. pronator quadratus aangespannen worden. Nu zijn de

5 beweging en het te leveren moment niet gelijk gericht. De beweging is supinerend, maar het te leveren moment is pronerend. Dit betekent dat de m. pronator quadratus excentrisch moet kontraheren. Net als bij het voorbeeld met het gewicht op de tafel kan de beweging zo wel uitgevoerd worden, maar treedt er door de excentrische kontraktie energieverlies op. Merk op dat het eerste voorbeeld (het verschuiven van het gewicht over de tafel) en het tweede voorbeeld (het optillen van het ongelijk verdeelde gewicht) volledig analoog zijn. De m. brachialis gedraagt zich in het tweede voorbeeld als de m. pectoralis maior in het eerste voorbeeld. De m. pronator quadratus gedraagt zich in het tweede voorbeeld als de m. brachialis in het eerste voorbeeld. Er bestaat een manier om dit probleem te voorkomen. Als we de beschikking hebben over een spier die zowel als flexie geeft (de m. pronator teres) treedt er geen of weinig verlenging op van deze spier tijdens een gekombineerde beweging, terwijl het pronerende moment wel geleverd kan worden. Door de beweging wordt de m. pronator teres langer, maar de flexiekomponent van de beweging zorgt juist voor een verkorting. Het netto effekt is dat de spier ongeveer even lang blijft en er veel minder energie verloren gaat in een excentrische kontraktie. Het is energetisch gezien dus beter om de m. brachialis en de m. pronator teres de genoemde taak te laten verrichten dan een kombinatie van de m. brachialis en de m. pronator quadratus. Er zijn meerdere voorbeelden te verzinnen die tot konfliktsituaties leiden. Bijvoorbeeld als de beweging moet zijn en het te leveren moment flecterend en supinerend. In dat geval zou een flexor/supinator uitkomst bieden. Op deze manier blijkt dat behalve vier spieren voor de "zuivere bewegingen" rondom de descriptief anatomische assen nog vier spieren nodig zijn om efficiënt te bewegen in konfliktsituaties. Er is sprake van twee vrijheidsgraden. Het aantal extra spieren kan dan bepaald worden op 2 Df (2 verheven tot de macht Df, waarbij Df staat voor het aantal vrijheidsgraden), dus 22 = 4. Alle mogelijke situaties waarbij konflikten kunnen optreden staan opgesomd in tabel 1, waaruit blijkt dat er inderdaad vier extra spieren nodig zijn om efficiënt te kunnen bewegen. Beweging Moment Spier flexor/ pronator extensor/ supinator flexor/ supinator extensor/ pronator extensor/ pronator flexor/ supinator extensor/ supinator flexor/ pronator Tabel 1. Alle acht mogelijke situaties waarin zich bij de onderarm een konflikt kan voordoen. Iedere spier komt twee keer in de tabel voor. Het blijkt dat er vier extra spieren nodig zijn om efficiënt te bewegen. De extensor/pronator, de flexor/supinator en de extensor/supinator bestaan rond de elleboog niet. Een mogelijke reden is dat de konfliktsituaties waarbij deze spieren een oplossing zouden kunnen bieden in de praktijk niet voorkomen. Drie vrijheidsgraden binnen één gewricht Het glenohumerale gewricht is een gewricht met drie vrijheidsgraden. Er zijn zes spieren nodig voor de bewegingen rond de descriptief anatomische assen. Echter, rond een gewricht met drie

6 vrijheidsgraden kunnen ook konflikten optreden en zelfs nog meer dan rond een gewricht met twee vrijheidsgraden. Een voorbeeld: vanuit de anatomische positie wordt de arm bewogen om een scheve as. Deze as wijst van ventraal/mediaal naar dorsaal/lateraal. De kombinatiebeweging anteabduktie wordt uitgevoerd rond deze as, waarbij de anteflexiekomponent groter is dan de abduktiekomponent (figuur 4).

7 Op de hand wordt een kracht uitgeoefend die wijst naar dorsaal en lateraal. De dorsale komponent van de kracht levert een retroflekterend moment en de laterale komponent levert een abducerend moment rond de schouder. Met spieren rond de schouder moeten tegengestelde momenten geleverd worden. Er moeten een anteflexor en een adduktor aangespannen worden. Figuur 4. Er wordt bewogen om een scheve as richting anteflexie en abduktie. De hand krijgt door deze beweging een snelheid in de richting van V r. Deze is te ontbinden in een komponent als gevolg van de abduktie (V l ) en en komponent als gevolg van de anteflexie (V v ). De uitwendige kracht (F r ) op de hand is gericht naar lateraal (F l ) en dorsaal (F d ). Echter, de opdracht was het uitvoeren van een anteabduktiebeweging. De anteflexor wordt dus netjes korter, maar de adduktor wordt bij deze beweging langer, moet excentrisch kontraheren en verspilt daarmee energie. De oplossing is het aanspannen van een spier die zo rond het schoudergewricht is gespannen dat hij een anteflekterend en een adducerend moment levert. Door de abduktiekomponent van de beweging wordt deze spier langer, maar door de anteflexiekomponent wordt dit gekompenseerd, zodat het netto effekt geen excentrische, maar een isometrische kontraktie is. Het pars clavicularis van de m. pectoralis maior voldoet aan deze eis. Behalve deze spier is er ook nog een pure anteflexor nodig om de juiste grootte van het anteflekterende moment te waarborgen. Voor een gewricht met twee vrijheidsgraden zijn er, zoals hierboven duidelijk werd, behalve de vier spieren rondom de anatomische assen nog vier nodig voor de konfliktsituaties. Bij een gewricht met drie vrijheidsgraden bedraagt dat extra aantal acht (2 3 ). Hiermee komt het maximale aantal mono-articulaire spieren rond een gewricht met drie vrijheidsgraden op 6+8 = 14. Bij een beschouwing van de anatomie van de heup en de schouder blijkt dat het aantal mono-articulaire spieren inderdaad onder deze grens blijft. Diskussie Spieren worden vaak onderverdeeld in groepen (4) : agonisten, synergisten, antagonisten, neutraliserende spieren en fixerende spieren. Agonisten of "prime movers" zijn in deze onderverdeling spieren die in eerste instantie de beweging uitvoeren; synergisten of "secondary movers" kontraheren pas wanneer de beweging met kracht geschiedt. Dit idee is binnen de medische wereld wijd verbreid. Gelukkig zijn er ook mensen die daar andere ideeën op na houden. Zo is in Rozendal (5) het volgende citaat te vinden: "Zelden zullen immers twee spieren in hetzelfde vlak en in dezelfde richting kracht uitoefenen. Maar als men alle spieren spieren die tegelijk werkend een bepaalde beweging ten gevolge hebben, omdat uit hun werking toch maar één bepaalde resultante kan worden geconstrueerd, daarom de naam synergisten geven wil, dan kan men bijna alle spieren die in een bepaald gewricht werken wel synergisten noemen". Na een aantal keer lezen van de laatste zin wordt duidelijk dat Rozendal bedoelt dat in feite alle spieren synergisten van elkaar kunnen zijn. Het concept van de agonisten en synergisten is daarom niet erg sterk en vertroebelt het denken over spierfunkties. Met name de eis dat spieren excentrische kontrakties zoveel mogelijk moeten vermijden laat zien dat er geen "hulpspieren" bestaan. Alle spieren zijn even belangrijk en nuttig bij het efficiënt besturen van vrijheidsgraden.

8 Uit de voorgaande bewegingsanalyses blijkt dat spieraktiviteit niet alleen maar afhankelijk is van de hoekstandsveranderingen in de gewrichten. Er moet ook rekening worden gehouden met de benodigde momenten. Deze twee samen, de hoekstandsveranderingen en de momenten, bepalen welke spieren zullen aanspannen en in welke verhouding zij dat doen. In dit verband wil ik wijzen op een veel voorkomende misvatting omtrent de "biceps curls". Dit is een populaire spierversterkende oefening. Daarbij wordt met een dumbell (een los gewicht) een flexie met gelijktijdige gemaakt in de elleboog. Dit is dezelfde beweging als in figuur 3, waarbij het gewicht niet ongelijk verdeeld is, maar aan beide kanten even zwaar. Omdat de m. biceps brachii flexie en geeft wordt vaak gedacht dat deze zeer aktief is bij deze oefening. Daarbij vergeet men echter te kijken naar de benodigde momenten. Het gewicht is rondom de pro/-as precies gebalanceerd. Het is immers aan beide kanten even zwaar. Er is dus helemaal geen moment nodig. Indien de m. biceps brachii aanspant zullen pronatoren aan moeten spannen om het ongewenste supinerende effekt van de m. biceps brachii te kompenseren. Deze spannen daarbij excentrisch aan, zodat energieverlies optreedt. Het lijkt daarom ook handiger om de m. brachialis aan te spannen. Om de beweging te maken hoeft slechts een zeer klein supinerend moment geleverd te worden in verband met het overwinnen van het traagheidsmoment van het gewicht. Hierbij kan de m. biceps brachii wel dienst doen, maar zoals gezegd zijn de traagheidsmomenten verwaarloosbaar klein. Als het op te tillen gewicht zeer zwaar is zal de m. brachialis het niet meer in zijn eentje kunnen bolwerken. In dat geval zal de m. biceps brachii wel ingeschakeld worden. Echter de prijs die hiervoor betaald moet worden is een lagere efficiëntie. Als specifiek de m. biceps brachii getraind moet worden (maar waarom zou iemand dat eigenlijk willen), dan moet de massaverdeling van het gewicht zodanig zijn dat het aan de ulnaire zijde zwaarder is dan aan de radiale zijde. Oftewel, de massaverdeling moet omgekeerd zijn aan de massaverdeling in figuur 3. De "biceps curl" zoals deze momenteel in de praktijk wordt uitgevoerd voldoet niet aan deze eis en is dus geen specifieke bicepsoefening. Spiertesten worden veelvuldig gebruikt in het fysiotherapeutisch onderzoek om (gedeeltelijke) uitval van spieren te bepalen. Omdat het menselijk lichaam een aantal "redundante" spieren bezit zal gedeeltelijke uitval niet altijd makkelijk te konstateren zijn. Indien de m. biceps brachii afscheurt zal in eerste instantie de flexie van de elleboog met aanzienlijk minder kracht uitgevoerd kunnen worden dan voorheen. Echter door hypertrofie van de overgebleven flexoren kan dit binnen korte tijd gekompenseerd worden. Als de patiënt op dat moment getest wordt kan de konklusie luiden dat de spierkracht in orde is en er dus niets aan de hand is. Op zich is dit een korrekte konklusie. Het probleem is echter dat in konfliktsituaties tussen beweging en moment, zoals hiervoor beschreven, de biceps geen oplossing meer kan bieden. De patiënt is gedwongen excentrische kontrakties te gebruiken om bepaalde bewegingen uit te voeren. Dit heeft tot gevolg dat zijn spieren sneller vermoeid raken. Welke spieren? Niet de spieren die excentrisch moeten kontraheren, maar juist de spieren die de energie moeten leveren om de excentrisch kontraherende spieren uit te rekken. In het voorbeeld van figuur 1 en 2 zal bij uitval van de m. biceps brachii de m. pectoralis maior sneller vermoeid raken en niet de mono-artikulaire flexoren van de elleboog. In het voorbeeld van figuur 3 zal bij uitval van de m. pronator teres de m. brachialis sneller vermoeid raken dan voorheen. Of dit goed of slecht is en of dit gebruikt of juist vermeden moet worden is een heel andere vraag. Het is in ieder geval verstandig om in het achterhoofd te houden bij een eventuele vorm van oefentherapie. LITERATUUR 1. Bernstein, N.A. The coordination and regulation of movements. London: Pergamon Press, Ingen Schenau, G.J. van. From rotation to translation: constraints on multi-joint movements and the unique action of bi-articular muscles. Human Movement Science 8, , Ingen Schenau, G.J. van, Soest, A.J. van, Gabreëls, F.J.M., Horstink, M.W.I.M. The control of multi-joint movements relies on detailed internal representations. Human Movement Science 14, , 1995.

9 4. Lohman, A.H.M. Vorm en beweging, zesde druk, Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht, Rozendal, R.H., Huijing, P.A.J.B.M., Heerkens, Y.F., Woittiez, R.D. Inleiding in de kinesiologie van de mens, vijfde druk, Educaboek, Culemborg, 1990.

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 6 (pp ) Auteur(s): G. J. van Ingen Schenau Titel: Reaktie op: Efficiënte besturing van vrijheidsgraden. Bewegen is meer dan efficiënt. Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 327-334

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,9e jrg 1991, no.4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,9e jrg 1991, no.4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, E. KOESK Titel: Spierfunkties bij de rolstoelpropulsie Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-246 246 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 302-312 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, H. Faber Titel: Poly-articulaire spieren: stabilisatie van vingers en schouder Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-205 Deze online

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 235-267 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier: 1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Titel: Faber H, Lagerberg A Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 329-353 Deze online uitgave

Nadere informatie

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede. Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn

Nadere informatie

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht Oefenvragen les 7 2) Hoe is een ware rib (costavera) met de wervelkolom verbonden?

Nadere informatie

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Leseman, S.G.J.M., Faber, H. Titel: McConnell: oude wijn Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 135-145 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp ) Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd. Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 1 (pp. 7 21)

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 1 (pp. 7 21) Auteur(s): Titel: H. Oonk Funktionele aanpassingsmechanismen rond het sacro-iliacale gewricht tijdens zwangerschap Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-21 Dit artikel is

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Gebruikershandleidingen

Gebruikershandleidingen Gebruikershandleidingen Kinderfitnessapparatuur Hoist KL-serie Februari 2009 Door: Martha Schild, Marlijn van Hartingsveld, Sandra Klous. Instructies voor de instructeurs 2410 seated leg press M. quadriceps

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 9e jrg 1991, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber, J. Elkhuizen Titel: Verzamelde reakties: Spierfunkties bij de rolstoelpropulsie Jaargang: 9 Jaartal:1991 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 357-368 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

! Fig. 1: hoekstandsverandering grote teengewricht (10, 11)

! Fig. 1: hoekstandsverandering grote teengewricht (10, 11) 1. Oefeningen. We komen dan tot de volgende lenigmakende oefeningen, die specifiek zijn voor het hardlopen. Het zijn oefeningen die de mobiliteit in de gewrichten van de grote teen, voet, enkel, knie,

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot

DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN. Wietske Wind Thom van der Sloot DE SCHOUDER van BINNEN naar BUITEN Wietske Wind Thom van der Sloot WIE ZIJN WIJ WIETSKE WIND DOCENTE CIOS HEERENVEEN OPLEIDER SPORTMASSAGE/VERZORGING 1997 SPORTMASSEUR SINDS 1995 THOM vd SLOOT Ex DOCENT

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant.

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant. Oefeningen Sterke en geoefende buikspieren zijn belangrijk. Omdat ongetrainde en slappe buik- en rugspieren kunnen zorgen voor een slechte houding en rugklachten. Bouw het oefenen van de buikspieren langzaam

Nadere informatie

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Schouder subluxatie bij de hemiplegische patiënt Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-81 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp ) Auteur(s): A.Lagerberg, C.Riezebos, E.Koes, F.Krijgsman Titel: Beperkte elleboog-extensie en schouderklachten Jaargang: 1992 Jaartal: 10 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 77-104 Deze online uitgave

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp ) Auteur(s): Herre Faber Titel: Over de functie van het parallelle bindweefsel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-327 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Bouw van een skeletspier

Bouw van een skeletspier Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische

Nadere informatie

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te

Nadere informatie

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012 Luxaties van schouder elleboog en vingers Compagnonscursus 2012 De schouder - Epidemiologie Meest gedisloceerde gewricht: NL 2000/jaar op SEH 45% van alle luxaties betreffen schouder 44% in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg 1998, no.2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg 1998, no.2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Krachttraining op fitnessapparatuur Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 75-95 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING Beste Respiro klant U heeft ervoor gekozen om fit en actief te blijven tijdens de zomersluiting d.m.v. het krachttrainingsschema dat u thuis gaat uitvoeren. Het doel van dit schema is om uw kracht tijdens

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 163-174 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Plekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik.

Plekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik. Oefeningen fase 1 In de eerste fase ga je aan de slag om de spieren te activeren. Dit betekent dat je heel selectief 1 spier aanspant voor 5-10 seconden. Het is geen krachtwedstrijd, het is activeren.

Nadere informatie

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent

Krachttraining. Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij. Naam Klas Docent Krachttraining Een krachttrainingsschema voor Bewegen, sport en maatschappij Naam Klas Docent Inhoudsopgave Inleiding... 3 Musculus biceps brachii... 4 Informatie... 4 Oefening... 4 Musculus pectoralis

Nadere informatie

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Train your Core Stability with energy lab

Train your Core Stability with energy lab Aandachtspunten bij stabiliteitstraining Om effectief de houdingsspieren in de romp te trainen wordt wordt er op krachtuithouding gewerkt. Dit betekent dat er nooit met zware gewichten en korte herhalingen

Nadere informatie

Het Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps.

Het Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps. Het Steindler-effect bij het obstetrisch plexus brachialis letsel : Elleboog flexie ondanks paralytische m.biceps. S.M.Hofstede-Buitenhuis*,.M.J.A.Malessy, W.Pondaag, M.S.van Wijlen-Hempel, K. de Boer,

Nadere informatie

De Werkgroep Humane Bewegingsfunctionaliteit (HBF)

De Werkgroep Humane Bewegingsfunctionaliteit (HBF) 1 De Werkgroep Humane Bewegingsfunctionaliteit (HBF) De Knie, 25 maart 2010 Bewegingen van het bovenbeen en van de tibia bij een afzetbeweging. Copyright: C.G. de Graaf Het gaat er niet om of het onderbeen

Nadere informatie

Buikspieroefeningen (basis)

Buikspieroefeningen (basis) Buikspieroefeningen (basis) Crunch Stap 1: Ga plat op de grond liggen met de knieën gebogen. Vouw je handen achter het hoofd, achter de oren (sla de handen dus NIET achter je hoofd in elkaar). Stap 2:

Nadere informatie

Kracht en stabilisatie

Kracht en stabilisatie Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en

Nadere informatie

Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie

Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl/ Frozen shoulder

Nadere informatie

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea

1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, E. Koes Titel: Schokdemping bij hardlopen en springen Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-86

Auteur(s): H. Faber, E. Koes Titel: Schokdemping bij hardlopen en springen Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-86 Auteur(s): H. Faber, E. Koes Titel: Schokdemping bij hardlopen en springen Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-86 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 5 (pp ) Auteur(s): Meer v d P, Lagerberg A, Faber H. Titel: Spierversterken bij instabiliteit: Zinvol? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 246-266 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Core stability. Plank 2. Plank 1. Navel intrekken, rug recht. Navel intrekken, heupen recht. Plank 4. Plank 3. Navel intrekken, rug recht

Core stability. Plank 2. Plank 1. Navel intrekken, rug recht. Navel intrekken, heupen recht. Plank 4. Plank 3. Navel intrekken, rug recht Plank 1 Plank 2 Navel intrekken, rug recht Navel intrekken, heupen recht Plank 3 Plank 4 Navel intrekken, heupen en schouders recht Navel intrekken, rug recht Plank 5a Plank 5b Navel intrekken, rug recht,

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met

Nadere informatie

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd? Examen anatomie januari 2009 1. Wat kan gesteld worden van slow twitch spiervezels? A. Ze hebben een groot agonistisch vermogen. B. Ze hebben een groot anaeroob vermogen. C. Ze hebben een groot aeroob

Nadere informatie

Sportprogramma voor stomadragers

Sportprogramma voor stomadragers Patiënteninformatie Sportprogramma voor stomadragers Sporten om te herstellen en fit te blijven U bent geopereerd en er is bij u een stoma aangelegd. Wij begrijpen dat dit een hele verandering voor u is.

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie