Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

Transcriptie

1 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente Mei 2009

2

3 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente Mei 2009

4 Colofon Datum mei 2009 Productie Provincie Overijssel Inlichtingen bij Secretariaat Omgevingsvisie, , H. Stoffer (Eenheid RWB), , G. Valkeman (Eenheid LNL), , Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax provincie.overijssel.nl

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Leeswijzer Procedure 5 2 Wijzigingen i.v.m. de aanpassing aan de Omgevingsvisie Overijssel Inleiding Wijzigingen Toelichting 9 3. Overige wijzigingen Inleiding Wijzigingen Toelichting 12 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 3

6 4 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In de Omgevingsvisie Overijssel is nieuw provinciaal beleid opgenomen voor: 1. de vestiging van nieuwe agrarische bouwpercelen; 2. de uitbreiding van agrarische bouwpercelen. Dit beleid is van toepassing in geheel Overijssel inclusief het reconstructiegebied Salland-Twente. Op grond van de Reconstructiewet bevat een reconstructieplan het ruimtelijk beleid voor de intensieve veehouderij voor een reconstructiegebied. Om het beleid van de Ontwerp Omgevingsvisie dat betrekking heeft op de intensieve veehouderij van toepassing te laten zijn in het reconstructiegebied Salland-Twente dient dit beleid daarom ook te worden opgenomen in het Reconstructieplan Salland-Twente. Met voorliggende Partiële herziening passen wij het Reconstructieplan Salland Twente zoals door Provinciale Staten is vastgesteld op 15 september 2004 (besluit PS/2007/738) en herzien op 13 december 2006 (besluit PS/2006/825) en 14 november 2007 (besluit PS/2007/742) - aan aan de Omgevingsvisie Overijssel. De aanpassingen betreffen het beleid voor de vestiging en uitbreiding van agrarische bouwpercelen van intensieve veehouderijen. Daarnaast benutten wij deze partiële herziening om enkele beleidsteksten uit het reconstructieplan te verduidelijken. In de afgelopen jaren is namelijk in de praktijk gebleken dat enkele begrippen en tekstpassages aanleiding kunnen zijn voor discussie over de precieze betekenis ervan. 1.2 Leeswijzer De voorliggende Partiële herziening is als volgt opgebouwd: 1. hoofdstuk 2 bevat de wijzigingen van het reconstructieplan voor wat betreft de vestiging en uitbreiding van bouwpercelen voor intensieve veehouderijen in verband met de aanpassing aan de Omgevingsvisie Overijssel; 2. hoofdstuk 3 bevat de overige wijzigingen. 1.3 Procedure Voor deze partiële herziening is de volgende procedure gevolgd: 1. Gedeputeerde Staten hebben de ontwerp partiële herziening vastgesteld op 24 maart 2009; 2. Gedeputeerde Staten hebben de Provinciale Commissie voor het Landelijk Gebied/Reconstructiecommissie en de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving om advies gevraagd met brieven van 24 maart 2009; 3. Gedeputeerde Staten hebben de ontwerp partiële herziening ter inzage gelegd voor een periode van zes weken van 31 maart 2009 tot en met 11 mei 2009; 4. Gedeputeerde Staten hebben de partiële herziening definitief vastgesteld op 18 mei 2009, met verwerking van de zienswijzen en eventuele aanpassing van de herziening door deze zienswijzen, en ter besluitvorming aan Provinciale Staten aangeboden met PS-voorstel nr. PS/2009/407; 5. Provinciale Staten hebben de partiële herziening vastgesteld op dd/mm/jj; 6. Gedeputeerde Staten hebben de partiële herziening voor goedkeuring aan het Rijk voorgelegd op dd/mm/jj. Deze partiële herziening gaat in op de dag dat de Minister goedkeuring heeft gegeven en nadat deze gepubliceerd is. Na publicatie ligt het besluit 6 weken ter visie en is er mogelijkheid van beroep bij de Raad van State. Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 5

8 6 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

9 2 Wijzigingen i.v.m. de aanpassing aan de Omgevingsvisie Overijssel 2.1 Inleiding In paragraaf 2.2 presenteren wij de wijzigingen van het Reconstructieplan Salland-Twente. In paragraaf 2.3 geven wij de toelichting op deze wijzigingen. 2.2 Wijzigingen Paragraaf 5.6.1: landbouwontwikkelingsgebieden De tekst van het Reconstructieplan Salland-Twente bladzijde 110 van paragraaf Landbouwontwikkelingsgebieden vanaf het kopje ontwikkeling intensieve veehouderij tot aan het kopje andere functies vervalt en wordt vervangen door de hierna volgende vervangende tekst. De tekst op bladzijde 112 onder het kopje Omvang van de bouwblokken vervalt. De vervangende tekst is: Ontwikkeling intensieve veehouderij De ontwikkeling van een duurzame intensieve veehouderij staat in deze zone voorop. De hervestiging van bedrijven die van elders verplaatst moeten worden vindt bij voorkeur hier plaats. In deze zone zijn er mogelijkheden voor de vestiging van intensieve veehouderijen op bestaande agrarische bouwpercelen, op niet agrarische bouwpercelen en opnieuw te vestigen agrarische bouwpercelen. In deze gebieden is er de mogelijkheid voor de clustering van bedrijven (zie paragraaf 4.2.1). Voor de vestiging van een nieuw intensief veehouderijbedrijf zijn landbouwontwikkelingsgebieden zoekgebieden. Voor ieder initiatief voor vestiging is een beleidsafweging noodzakelijk en zullen de vereiste wettelijke procedures moeten worden gevolgd. Dat geldt overigens ook voor verzoeken om uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen. Naast de ruimtelijke ordeningsprocedures (bestemmingsplanherziening, bouwvergunning, plan-mer) kunnen dat bijvoorbeeld zijn een milieueffectrapportage, een watertoets, een milieuvergunningstoets en de IPPC-toets. Met het toepassen van deze regelgeving worden ook de gevolgen voor de volksgezondheid in de afwegingen betrokken.het Rijk en met name de ministeries van VWS, LNV en VROM- zijn verantwoordelijk voor het beleid voor de volksgezondheid in relatie tot de intensieve veehouderij. Indien noodzakelijk geacht, zal het Rijk aanvullend beleid op dit gebied ontwikkelen en inzetten. Indien nodig zal het reconstructieplan hierop aangepast worden. De wettelijke regels van inspraak, bezwaar en beroep worden bij ieder initiatief gewaarborgd alvorens een besluit tot medewerking rechtskracht krijgt en met de realisering kan worden begonnen. Bij de afweging wordt rekening gehouden met de aanwezige functies. Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 7

10 Vestiging van nieuwe bouwpercelen voor intensieve veehouderijen De vestiging van nieuwe agrarische bouwpercelen is alleen mogelijk als: 1. een ondernemer zijn intensieve veehouderij verplaatst voor het realiseren van publieke belangen; 2. een ondernemer op de huidige locatie geen ontwikkelingsmogelijkheden meer heeft en zijn intensieve veehouderij verplaatst naar een locatie waar wel ontwikkelingsmogelijkheden zijn. De te verplaatsen intensieve veehouderij dient een volwaardig bedrijf te zijn. Aan de vestiging van een nieuwe agrarisch bouwperceel voor de intensieve veehouderij is de voorwaarde verbonden dat op de uitplaatsinglocatie(s) in de provincie Overijssel het (de) agrarische bouwperceel (bouwpercelen) voor de intensieve veehouderij planologisch en juridisch wordt (worden) opgeheven. Deze voorwaarde noemen wij saldering. Het opheffen van een bouwperceel kan ook de resultante zijn van een meerhoeksruil. In degelijke gevallen kan bij een verplaatsing van een intensieve veehouderij een ander bedrijf de uitplaatsingslocatie overnemen op voorwaarde dat op zijn uitplaatsingslocatie in Overijssel wel een agrarisch bouwperceel voor een intensieve veehouderij wordt opgeheven. In een aantal gevallen kan van de voorwaarde van salderen worden afgeweken. Deze zijn: 1. Bij de verplaatsing van een intensieve veehouderijtak van een gemengd bedrijf indien op de uitplaatsingslocatie een landbouwbedrijf niet zijnde een intensieve veehouderij - wordt voortgezet. In dergelijke gevallen dient de bestemming van de uitplaatsingslocatie zodanig aangepast te worden, dat op de locatie geen intensieve veehouderij meer kan plaats vinden. 2. Bij de ontwikkeling van clusters van intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden. In het Reconstructieplan Salland-Twente is de ontwikkeling van projectlocaties voor het clusteren van intensieve veehouderijen opgenomen als een kansrijke ontwikkelingsrichting voor de versterking van de economische positie en de verduurzaming van de sector. Deze projectmatige aanpak van de ontwikkeling van dergelijke locaties biedt goede mogelijkheden voor de realisering van een goede ruimtelijke kwaliteit. In principe is de voorwaarde van salderen ook bij clusteren van toepassing. Echter, de vestiging op dergelijke projectlocaties is niet alleen aantrekkelijk voor ondernemers die bedrijf willen verplaatsen, maar ook voor ondernemers een bedrijf willen starten of die hun bedrijf willen uitbreiden met een tweede vestiging. Om de vestiging van deze laatste groepen ondernemers op projectlocaties mogelijk te maken, kan bij de ontwikkeling van dergelijke projectlocaties afgeweken worden van het principe van salderen. 3. Bij lopende initiatieven. Met deze Partiële herziening wordt het Reconstructieplan aangepast aan de Omgevingsvisie. Lopende initiatieven waarvoor voor het besluit tot het ter inzage leggen van de Ontwerp Omgevingsvisie genomen op 18 december 2008 de aanvragen voor de bouwvergunning ingediend zijn, kunnen zonder de voorwaarde van saldering afgerond worden. Aspecten die van belang zijn bij de vestiging van nieuwe bouwpercelen voor intensieve veehouderijen zijn: 1. eerst dient nagegaan te worden of (her)benutting van bestaande bouwpercelen in het LOG (Landbouw Ontwikkelingsgebied) in redelijkheid niet mogelijk is ( zuinig ruimtegebruik ); 2. op de vestigingsplaats dient voldoende milieugebruiksruimte te zijn met het oog op de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling. In principe worden binnen een afstand van 500 meter van woonkernen en aaneengesloten lintbebouwing geen nieuwe agrarische bouwpercelen gevestigd. Hiervan kan worden afgeweken indien wordt aangetoond dat op basis van de geldende wettelijke regelgeving de vestiging van intensieve veehouderijen op een geringere afstand geen ongewenste gevolgen heeft voor de direct omwonenden; 3. de mate van ontsluiting en de staat van de weginfrastructuur en de mogelijkheden deze redelijkerwijs te verbeteren; 4. bij nieuwvestiging dient te worden aangetoond dat het eventuele verlies aan ecologisch en landschappelijk kapitaal in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit. Hiervoor vormen gebiedskenmerken en de ambities voor het behouden en versterken van deze gebiedskenmerken, zoals opgenomen in het Ontwerp Omgevingsvisie Overijssel (bijlage Catalogus Gebiedskenmerken ), de uitgangspunten. Uitbreiding van bouwpercelen van intensieve veehouderijen In landbouwontwikkelingsgebieden bieden wij ruimere mogelijkheden voor de uitbreiding van bouwpercelen van intensieve veehouderij dan elders in reconstructiegebied. Grootschalige uitbreidingen zijn alleen mogelijk indien er is aangetoond dat het verlies aan ecologisch en 8 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

11 landschappelijk kapitaal in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving. Bouwpercelen voor intensieve veehouderijen in het landbouwontwikkelingsgebied worden in bestemmingsplannen bij voorkeur opgenomen uitgaande van de daadwerkelijke grootte en met een wijzigingsbevoegdheid voor Burgemeester en wethouders voor vergroting tot maximaal 3 ha. Een groter bouwperceel is ook mogelijk, maar dit staat ter beoordeling van de gemeente en vergt een bestemmingsplanherziening. Deze werkwijze biedt de mogelijkheid om bij aanvragen voor uitbreiding concrete afspraken te maken met initiatiefnemers over investeringen voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Provinciale Omgevingsverordening Het beleid voor de vestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden is in lijn met en verankerd in de Provinciale Omgevingsverordening (hoofdstuk 2, Sturen op Ruimtelijke Kwaliteit en Duurzaamheid). (Einde vervangende tekst) Wijzigingen in paragraaf 5.6.2: verwevingsgebieden De tekst op pagina 115 (over de beleidsuitgangspunten voor sterlocaties) onder punt b wordt vervangen door de hieronder staande tekst: b. Op sterlocaties bieden wij ruimere mogelijkheden voor de uitbreiding van bouwpercelen van intensieve veehouderij dan elders in het verwevingsgebied. Grootschalige uitbreidingen zijn mogelijk indien er is aangetoond dat het verlies aan ecologisch en landschappelijk kapitaal in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving. Hiervoor vormen gebiedskenmerken en de ambities voor het behouden en versterken van deze gebiedskenmerken, zoals opgenomen in de ontwerp Omgevingsvisie Overijssel (bijlage Catalogus Gebiedskenmerken), de uitgangspunten. Het beleid voor de uitbreiding van intensieve veehouderijen op sterlocaties is in lijn met en verankerd in de ontwerp provinciale Omgevingsverordening (hoofdstuk 2, Sturen op Ruimtelijke Kwaliteit en Duurzaamheid). (Einde vervangende tekst). 2.3 Toelichting Met bovenstaande wijzigingen is het beleid voor de vestiging en uitbreiding van agrarische bouwpercelen van het Reconstructieplan Salland-Twente aangepast aan de Omgevingsvisie Overijssel. Voor een nadere toelichting op de inhoudelijke wijzigingen wordt verwezen naar de relevante passages uit de Omgevingsvisie. Deze zijn: Voor het beleid voor de nieuwvestiging van agrarische bouwpercelen: paragraaf voor het beleid voor de uitbreiding van agrarische bouwpercelen: hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4, de inleiding en paragraaf Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 9

12 10 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

13 3. Overige wijzigingen 3.1 Inleiding In de praktijk is bij toepassing van het reconstructieplan in ruimtelijke plannen van gemeenten gebleken dat de redactie van het plan op sommige onderdelen verduidelijking behoeft. Enkele begrippen en tekstpassages hebben aanleiding gegeven voor discussie over de precieze betekenis ervan. Die onderdelen zijn hieronder in paragraaf 3.2 aangegeven. Het betreft wijzigingen van de tekst van het reconstructieplan in de vorm van verduidelijkingen of toelichtingen. In paragraaf 3.3. lichten wij de wijzigingen toe. 3.2 Wijzigingen Paragraaf 5.6.2: verwevingsgebieden Op pagina 113 wordt de eerste alinea onder de kop beleid vervangen door de tekst hieronder. Beleid Nieuwvestiging van intensieve veehouderij is uitgesloten. In het verwevingsgebied liggen veel bestaande agrarische bedrijven die een intensieve veehouderijtak kunnen ontwikkelen. Om de concentratiegedachte gestalte te geven en vanwege de aanwezigheid van andere belangen, willen wij terughoudend omgaan met de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderijen in dit gebied. Bestaande bedrijven met intensieve veehouderij (uitgezonderd toekomstige sterlocaties) dienen echter wel hervestigings- en uitbreidingsmogelijkheden te houden. Op bedrijven waar nu nog geen intensieve veehouderij is, kan geen intensieve veehouderijbedrijf of -tak ontwikkeld worden. De gemeenten krijgen een belangrijke rol bij uitbreidings- of hervestigingsverzoeken. Zij kunnen met de betrokken ondernemers bezien of er alternatieven zijn voor een uitbreiding of hervestiging op een andere, meer geschikte, locatie. Het bouwperceel van intensieve veehouderijen in het verwevingsgebied zal maximaal 1,5 ha groot mogen zijn. Aan een intensief veehouderijbedrijf kan, gelet op de doelstellingen van het reconstructieplan, een bouwperceel ook groter dan 1,5 ha toegekend worden in het geval van de start of de uitbreiding van de niet-intensieve tak van een gemengd of de niet agrarische tak, waaronder ook verstaan bioenergieinstallaties van een verbreed bedrijf. Voorwaarde is dat in het bestemmingsplan een regeling is opgenomen, die voorkomt dat het bouwperceeldeel dat bestemd is voor productieruimte voor intensieve veehouderij de 1,5 ha kan overschrijden. Het bouwperceel bestemd voor de niet intensieve tak en voor de verbreding (waaronder bio-energieinstallaties) dient specifiek aangeduid te worden. Verder willen wij maatregelen inzetten om intensieve veehouderijen (waaronder die op gemengde bedrijven) te stimuleren om te stoppen met de intensieve veehouderijtak. Wij vragen de gemeenten een actief intrekkingsbeleid te voeren voor niet meer in gebruik zijnde milieuvergunningen in verwevingsgebieden, onder andere door het voortzetten van haar reguliere handhavingsbeleid. (Einde vervangende tekst). Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 11

14 In lijn met voorgaande wordt tabel 6 op pagina 108 in de kolom verwevingsgebied bij wijzigen omvang bouwblok een noot 8 toegevoegd met de volgende tekst: Aan een intensief veehouderijbedrijf kan, gelet op de doelstellingen van het reconstructieplan, een bouwperceel ook groter dan 1,5 ha toegekend worden in het geval van de start of de uitbreiding van de niet-intensieve tak van een gemengd of de niet agrarische tak, waaronder ook verstaan bioenergie installaties van een verbreed bedrijf. Voorwaarde is dat in het bestemmingsplan een regeling is opgenomen, die voorkomt dat het bouwperceeldeel dat bestemd is voor productieruimte voor intensieve veehouderij de 1,5 ha kan overschrijden. Het bouwperceel bestemd voor de nietintensieve tak en voor de verbreding (waaronder bio-energieinstallaties) dient specifiek aangeduid te worden. (Einde toegevoegde tekst) Paragraaf 5.6.4: extensiveringsgebieden De wijziging betreft de definitie van het begrip íntensieve veehouderij. Op pagina 118, paragraaf in het tweede tekstblokje beleid, wordt na (vergunde) veestapel de volgende tekst toegevoegd: Het is niet toegestaan om voor het op een intensieve wijze houden van dieren bestaande productieruimte uit te breiden of nieuwe productieruimte op te richten, ook als de bedrijfsvloeroppervlakte daarvoor in totaal minder is dan 250 m 2. (Einde toegevoegde tekst). 3.3 Toelichting De tekstwijzigingen worden hieronder toegelicht. 1. Toelichting op de tekstwijziging met betrekking tot het onderdeel Geen ruimte voor de ontwikkeling van intensieve veehouderij op de bedrijven waar nu nog geen intensieve veehouderijbedrijf of tak aanwezig is Op grond van het reconstructiebeleid wordt in het verwevingsgebied ontwikkelingsruimte geboden aan intensieve veehouderij op locaties waar nu al intensieve veehouderij aanwezig is. Het blijkt dat de huidige beleidstekst en de huidige definities van de begrippen hervestiging en nieuwvestiging kunnen leiden tot ongewenste ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij op bestaande niet-intensieve landbouwbedrijven. Uit de huidige tekst zou kunnen worden opgemaakt dat het is toegestaan om op een bestaand bouwperceel (ook als er nog geen sprake is van intensieve veehouderij) in het verwevingsgebied een intensieve veehouderijtak of -bedrijf te starten. Er is immers geen sprake van hervestiging of nieuwvestiging die in algemene zin volgens het reconstructieplan in verwevingsgebied is uitgesloten. Het is evident dat dit nooit de bedoeling is geweest, omdat daarmee in belangrijke mate de ruimtelijke sturing van de ontwikkeling van de intensieve veehouderij in het reconstructiegebied vervalt. Het is altijd de bedoeling geweest dat in verwevingsgebieden alleen de bestaande bedrijven met meer dan 250 m 2 staloppervlak voor intensieve veehouderij verder kunnen ontwikkelen en eventueel kunnen dienen als hervestigingslocatie. Voor de niet-intensieve veehouderijbedrijven is die ontwikkeling niet mogelijk. Om deze redenen is de zin Op bedrijven waar nu nog geen intensieve veehouderij is, kan geen intensieve veehouderijtak ontwikkeld worden expliciet aan de beleidstekst toegevoegd. 2. Toelichting op de tekstwijziging met betrekking tot de omvang van de bouwblokken van de intensieve veehouderijtak op gemengde en verbrede bedrijven De Raad van State heeft op 5 december 2007 het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten op een bestemmingsplan van de gemeente Hof van Twente vernietigd. De Raad van State heeft zelf in de zaak voorzien door goedkeuring aan het plan te onthouden. Het bestemmingsplan maakte de 12 Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente

15 bouw van een mestvergistingsinstallatie mogelijk en voorzag in een vergroting van het agrarisch bouwperceel. Het bouwblokdeel was voorzien van een specifieke aanduiding voor de vergistingsfunctie, de vergroting leidde niet tot een toename van de productieruimte voor intensieve veehouderij. Als reden voor de vernietiging zag de Raad van State het feit dat het reconstructieplan geen onderscheid maakt in de functies intensieve veehouderij en andere functies zoals een vergistingsinstallatie. De Raad van State oordeelde dat een uitbreiding van het bouwblok naar 2 ha ten behoeve van een vergistingsinstallatie strijdig is met de geoorloofde grootte van 1,5 ha voor een agrarisch bouwblok, volgens het reconstructieplan. De specifieke aanduiding van het deel van het bouwblok voor de vergistingsfunctie werd door de Raad van State niet geaccepteerd. Uitbreiding van een bouwblok zou, ook voor verbreding van het intensieve bedrijf, uitsluitend mogelijk zijn wanneer de locatie als zogenaamde sterlocatie was aangewezen, hetgeen niet het geval was. Een aanwijzing als sterlocatie intensieve veehouderij lag ook niet voor de hand omdat de uitbreiding van het bedrijf niet gericht is op uitbreiding van de productiemogelijkheden voor intensieve veehouderij. Hier is niet naar de geest van het reconstructieplan, maar strikt naar de letter gekeken (geen expliciete functiescheiding). De bij toegevoegde tekstpassage dient voor een eenduidige uitleg. Ons beleid ten aanzien van mestvergisting is ook in de Omgevingsvisie geformuleerd. Gelet op de doelstellingen van het reconstructieplan zijn bouwblokbegrenzingen opgenomen voor de intensieve veehouderij. Het is niet de bedoeling om deze grenzen te hanteren bij gemengde en verbrede bedrijven (bijvoorbeeld mestvergisting), als verzekerd is dat de vergroting van het bouwblok niet benut kan worden als productieruimte voor intensieve veehouderij. Gelet op de uitspraak van de Raad van State dient het reconstructieplan op dit punt verduidelijkt te worden, om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen. Uiteraard dient de toelaatbaarheid van de verbreding of de bedrijfstak te worden beoordeeld op grond van geldende regelgeving en gelden de uitgangspunten van ruimtelijke kwaliteit. 3. Toelichting op de tekstwijziging met betrekking tot de definitie van íntensieve veehouderij De definitie zoals opgenomen op pagina 106 van het reconstructieplan is bedoeld om aan te geven wanneer een bedrijf als intensieve veehouderij wordt aangemerkt, namelijk vanaf 250 m 2 bedrijfsvloeroppervlak. Dit om in een bestemmingsplan de bestaande rechten in extensiveringsgebied vast te leggen en voor verwevingsgebied om de ontwikkelingsmogelijkheden op een betreffend bouwblok te markeren. Daarmee is, gelet op het beleid voor extensiveringsgebied, dat is gericht op het onmogelijk maken van uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van de intensieve veehouderij, niet beoogd om aan alle agrarische bedrijven in extensiveringsgebied ruimte te bieden voor het op intensieve wijze houden van dieren tot een bedrijfsvloeroppervlak van 250 m 2. In de praktijk is gebleken dat toepassing van de geldende definitie bij beoordeling van bouw- en milieuaanvragen toch tot een toename van op intensieve wijze gehouden dieren in extensiveringsgebied kan leiden. Om dat te voorkomen is in paragraaf een verduidelijkende tekst toegevoegd. Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente 13