DE HISTORISCHE POLDERS VAN OOSTENDE,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE HISTORISCHE POLDERS VAN OOSTENDE, 1584-1810"

Transcriptie

1 DE HISTORISCHE POLDERS VAN OOSTENDE,

2 Stadsarchief Oostende Oostendse historische publicaties 15 Oostende

3 Oostendse Historische Publicaties De historische polders van Oostende, Daniel Farasyn 3

4 4

5 Inhoud Voorwoord Inleiding De polders omstreeks s Heerwoutermans Ambacht De polders vanaf De heropbouw na Drie ingrijpende wijzigingen, Sas van Plassendale en kanaal Oostende - Plassendale De bouw van de Legaersdijk De bouw van de Blauwe sluis en de Bredensche dijk De inpoldering van het Potteriepoldertje en de Saspolder, De situatie van Oostende en de Oostendse polders, 17de eeuw In Oostende Catherineschorre Geünieerde polders van Zandvoorde Het zuidwesten van de grote polder van Bredene Rechttrekking van de Yperleet De plannen van Michel Van Langren van Geplande overstromingen en de bouw van Sas Slykens, Bedijking van de Zandvoordeschorre, De Nieuwe Inondatie van De bedijking van het Steenseschorre en de vorming van de Sint-Catherinepolder, De invloed van Napoleon, Iconografie Curriculum vitae Oostendse Historische Publicaties Colofon

6 6

7 Voorwoord In 1998 ging het stadsarchief van Oostende graag in op het aanbod van historicus Daniel Farasyn om zijn studie over de 18de-eeuwse Oostendse bloeiperiode van Oostende uit te geven. Het boek werd toen in aanwezigheid van de auteur en onder ruime belangstelling aan pers en publiek voorgesteld en werd zowel door kenners als gewone Oostendenaars bijzonder goed onthaald. Daniel Farasyn was er immers in geslaagd om door zijn jarenlange en doorgedreven onderzoek een heel ander licht te werpen op een tot dan toe minder gekende en vaak miskende periode uit de Oostendse geschiedenis. Het was een gelukkig moment voor deze erudiete, maar bescheiden man die niet graag in de schijnwerpers stond, maar zich door de grote belangstelling voor zijn werk geapprecieerd wist. Helaas overleed de auteur enkele maanden later aan een slepende ziekte. Zijn weduwe schonk enkele jaren later het kaarten- en plannenarchief en nog enkele jaren later ook de persoonlijke notities en werknota s van wijlen haar echtgenoot aan het Archief. In 2005 besloot mevrouw Farasyn om ook het manuscript over de historische polders van Oostende dat Daniel Farasyn naar aanleiding van een voordracht in 1979 had geschreven, uit te geven. Mevrouw Farasyn nam de moeilijke taak op zich om het nette, maar voor de meesten onleesbare handschrift van de auteur te transcriberen en uit te tikken op de computer. Zij bezorgde de tekst aan het Stadsarchief met de vraag om het uit te geven in de reeks Oostendse Historische Publicaties die ondertussen al 14 uitgaven telt. Alhoewel er strikt genomen enkele bezwaren konden geopperd worden om het werk niet uit te geven -zo ontbrak, allicht vanuit de doelstelling van het manuscript, een voetnotenapparaat en een bibliografie-, toch meende het Archief dat het een goede zaak zou zijn voor het historisch onderzoek over Oostende om het manuscript als dusdanig uit te geven. Het vertelt immers op een heldere en chronologische wijze het boeiende verhaal van de wisselwerking tussen de stad Oostende en het omringende polder- en zeelandschap. Het is verrassend te ontdekken hoeveel invloed het water op de ontwikkeling van Oostende heeft gehad, maar ook omgekeerd. Door haar unieke ligging aan zee blijkt de stad een heel eigen ontwikkeling te hebben doorgemaakt die op haar beurt ook weer bepalend was voor de omgeving. Deze interactie van natuurkrachten en menselijk ingrijpen van de 16de tot de 19de eeuw heeft Oostende en haar omgeving vormgegeven en is tot op vandaag zichtbaar. Alleen zijn we ons daar niet van bewust. Deze korte maar bijzonder interessante studie moet daar verandering in brengen. 7

8 We wensen mevrouw Farasyn nadrukkelijk te bedanken voor het vertrouwen dat ze jaren geleden al heeft gesteld in het Stadsarchief en voor haar beslissing om het manuscript uit te geven. Deze uitgave is een postuum eerbetoon aan één van de grootste historici die Oostende ooit heeft gekend. Namens het College de Stadssecretaris namens de Burgemeester i.o. de Schepen Johan Vandenabeele Willy Labens 8

9 1. Inleiding In deze bijdrage 1 zal worden nagegaan welke relaties hebben bestaan tussen de stad Oostende en de polders en welke invloed de stad heeft gehad in de wijzigingen die het polderlandschap heeft ondergaan. Het wordt dus een brok stadsgeschiedenis en een brok polderhistoriek. Eerst een korte schets van de geologische evolutie van deze streek, zoals zij, dankzij het bodemkundig onderzoek van Prof. Ameryckx en het historisch onderzoek van Prof. Verhulst en hun medewerkers bekend is geworden. Vóór de 2de eeuw voor Christus was poldergebied moerassige veenvlakte tussen duin- en zandstreek. Vanaf de 2de eeuw voor Christus kwamen eeuwenlange overstromingsfasen voor door het stijgen van de zeespiegel en doorbraak van de zee (= transgressie). Deze overstromingsfasen werden gevolgd door een kortere periode van daling van de zeespiegel en het terugtrekken van het water (= regressie). De eerste transgressie gebeurde van de 2de eeuw voor Christus tot de 1e eeuw na Christus. Door de doorbraak o.a. bij De Haan, kwam het gebied ten noorden van Nieuwpoort, Oudenburg, Houtave onder water en werd een kleilaag van 1 tot 2 meter dikte afgezet. In de 1ste eeuw trok de zee zich terug (Romeinse regressie) tot de 4de eeuw. Er doken nederzettingen op waarvan sporen gevonden zijn in Klemskerke, Bredene, Leffinge. Van de 4de tot de 8ste eeuw kwam de Duinkerkse transgressie die het gehele polderland overspoelde, o.m. bij duindoorbraak bij Middelkerke en ten oosten van Oostende. Kreken werden ingesneden in het kleidek, zelfs in het veen. In die kreken werd achteraf zand afgezet, daarbuiten klei. Volgens prof. Ameryckx zou de hoge zanderige rug waarop 1 Noot van de redactie Dit manuscript wordt postuum uitgegeven. Het bevat geen voetnoten noch bibliografie omdat de tekst gebruikt werd voor een lezing. Uit de notities van wijlen de auteur weten we dat hij zijn onderzoek hoofdzakelijk steunt op originele bronnen die bewaard worden in de Algemene Rijksarchieven in Brussel, Gent en Brugge en het Universiteitsarchief van Gent. Voor meer informatie, zie Stadsarchief Oostende, BE/SAO/AC040, Archivalia Daniël Farasyn 9

10 Zandvoordedorp en de baan naar Oudenburg liggen en de lagere zandstrook waarop de Kuipweg ligt een dergelijke verzande kreek zijn geweest. Rond de 8ste eeuw trok de zee zich opnieuw terug en werd de poldervlakte opnieuw gekoloniseerd. Er ontstonden centra van schapenteelt in de 9de - 10de eeuw, b.v. Testerep in 922. De eerste dorpen ontstonden, bijv. Leffinge in 988. In de eerste helft van de 11de eeuw kwam de zee voor de derde maal de duingordel doorbreken vanuit de IJzermonding. Om de overstroming te beperken werd een waterweringsdijk, de dijk van Bredene naar Oudenburg, opgeworpen. Het gebied dat de Watering van Blankenberge zou worden, werd niet meer overspoeld, het Camerlinckx en s Heerwoutermans wel. Maar het water reikte nauwelijks tot deze dijk. Een nieuwe kleilaag werd er afgezet: van enkele centimeter in de buurt van de lijn Oostende - Zandvoorde - Oudenburg tot ongeveer één meter bij Nieuwpoort. Nieuwe kreken werden uitgespoeld waarin nu Albertus, Fleuriskot, Taverniersgeleed, kreken van zware klei, lagen. De overstroming duurde ook zolang niet. Vroegere en nieuwe dorpen of nederzettingen werden vermeld: Testerep in 1065, Leffinge in 1060, Snaaskerke in 1067, Leke in 1088, Slype in 1115, Stene in Eerst werden schapen gekweekt en later vanaf de tweede helft van de 12de eeuw werd op zilte grond aan akkerbouw gedaan. Historisch gezien merken we dus een tegenstelling tussen 1. het gebied ten oosten van de oude zeedijk van de Watering van Blankenberge dat niet werd overvloeid in de 11de eeuw, dus met kleidek van één tot twee meter (Duinkerke II, 4de - 8ste eeuw) Het gebied bleef bewoond en uitgebaat vanaf de 8ste - 9de eeuw. Dit gebied was het Oudland, 2. het gebied ten westen van de oude zeedijk, `s Heerwoutermans- en Catharinapolder, werd wel overstroomd in de 11de eeuw met een kleidek van 30 tot 40 cm (Duinkerke III) en opnieuw bewoond vanaf de tweede helft van de 11de eeuw. Dit gebied was het Middelland. 10

11 kaart 1 - de dertien historische polders van Oostende 11

12 12

13 Historisch gezien zijn de gebieden die tot de zogenoemde 13 historische polders van Oostende behoren, begrensd 2 : 1. in het zuiden door het kanaal Nieuwpoort - Plassendale; 2. in het oosten door de Bredense dijk; 3. in het westen door de Steense dijk en de Schorredijk rond de Snaaskerksepolder; 4. in het noorden door duin, stad en duin. Deze 13 polders waren destijds gegroepeerd in één Ambacht : s Heerwoutermansambacht, behalve de Snaaskerksepolder die tot het Camerlinckxambacht behoorde. Sommige polders en schorren hebben in de loop der jaren verschillende benamingen gekregen: - Snaaskerkepolder: Nieuwe Inondatie, Nieuw Schorre; - Sint-Catherinepolder: Steense schorre, Oud Schorre; - Gouverneurspolder en Molendorp ten zuiden van Sas-Slykens zijn niet van naam veranderd; - Keignaertpolder: vroeger Zwaenhoeck; - Oude Zandvoordepolder: oorspronkelijk Swaenepolder, Pardopolder, later in tegenstelling met de Nieuwe Zandvoordepolder: Cleene polder; - Nieuwe Zandvoordepolder : oorspronkelijk Crocht Gloribus polder; - Gouweloze polder; - ten noorden van het kanaal Oostende - Plassendale - Brugge: Lisje Mores, Potterie, Grote polder van Bredene, Vrije polder van Bredene; - Saspolder : Swaneke saspolder, Blankenbergspolderken, Plasschendaele polderken. Bodemkundig gezien zouden er naar de opvatting van prof. Ameryckx slechts elf polders de Historische Polders van Oostende uitmaken. De Grote polder van Bredene en de Oude Zandvoorde polder rekende hij niet bij de Historische Polders omdat zij slechts gedeeltelijk en voor betrekkelijk korte tijd werden overvloeid In de verhoudingen tussen Oostende en de achterliggende polders kunnen wij grosso modo drie perioden onderscheiden : 1. vóór 1584, een periode waarin Oostende zeer weinig invloed op het polderlandschap uitoefende; 2 zie kaart 1 13

14 2. de periode , waarin Oostende landschappelijk de polders zeer sterk beinvloedde en domineerde door zijn economisch meer speciale havenfunctie alsook door zijn militaire functie als vestingstad; 3. de periode na 1810: in de 19de eeuw wordt het herstelde agrarische polderlandschap gaaf gehouden, in de 20ste eeuw en vooral na de Tweede Wereldoorlog wordt het verdrongen, weggeveegd onder de pletrol van de havenuitbreiding, stadsuitbreiding, inplanting van industrieterreinen en urbanisatie van de landelijke kernen. Wij zullen ons beperken de evolutie te schetsen van het polderlandschap tussen 1584 en 1810, zoals het onder de druk van Oostende werd omgevormd. De Historische Polders van Oostende verkregen een typisch eigen karakter dat hen onderscheidt van de overige kustpolders. 14

15 2. De polders omstreeks 1570 Als uitgangspunt nemen wij de situatie van de polders zoals Pourbus ze voor ons heeft geschetst in ongeveer s Heerwoutermans Ambacht s Heerwoutermans Ambacht dat bijna gemeten besloeg, was een volledig agrarisch gebied. Het reliëf ervan helde licht golvend naar het zuidwesten af. De hoogte ervan bedroeg er 2 tot 3 meter boven de zeespiegel, behalve in het zuidoosten. Hier kwamen twee zandige ruggen voor die wat hoger lagen: - een 250 meter brede rug waarover de weg Oudenburg - Zandvoorde loopt, bereikte bij Zandvoorde dorp de vijf meter; - een smallere rug trouw gevolgd door de Cuypweg en Zandvoorde en Plassendale. De bodem bestond er uit grijsbruine vruchtbare klei. Indien wij Pourbus mogen geloven, lagen er in dit Ambacht een vijftigtal boerderijen. Deze hofsteden lagen vooral langs de wegen, in de oostelijke helft van het gebied. De afwatering gebeurde langs geleden, die samenliepen in het groot geleed tegenaan de Steensedijk en in zee uitmondden aan het latere fort Albertus. Op de kaart van Pourbus merkt men dat een geleed van aan de Yestebrug langs de dijk van de Watering van Blankenberge tot op een 800 meter van Bredene dorp en hier naar het westen afzwenkte, om zich aan de Steenendam in twee takken te splitsen : de ene naar het Rattegat, de andere naar een Rabot waar de Gouweloze Spye ligt. Talrijke wegen doorkruisten het gebied. Van het zuiden naar de Bredeneweg die zich vanuit Zandvoorde dorp onder dezelfde naam naar Bredene splitste en twee vertakkingen had met de Bredenedijk, nl. de Cuypweg en de Bonenweg, terwijl de andere, de Keignaertweg zich op een drietal kilometer van Zandvoorde splitste in de West- en Oost-Keignaertweg. Van west naar oost liepen de zeedijk, de dijkweg die over Wilskerke naar Nieuwpoort leidde over Leffinge naar Slype, een weg van Stene naar Bredene en een weg van de Snaaskerkebrug over xxxxbrugge 4 naar de Keignaert. 3 zie kaart 2 4 onleesbaar 15

16 Ieder dorp of stad had zijn molen: Stene, Snaaskerke, Bredene, Plassendale, Zandvoorde, Oudenburg had er twee, Oostende drie. De stad Oostende lag aan de noordrand van het `s Heerwoutermansambacht en was in twee delen verdeeld door de in 1445 uitgegraven haven die aan de huidige Van Iseghemlaan lag. Ten noorden van de haven lag de Oude stad, ten zuiden de haven lag de Nieuwe stad. De haven was met de kronkelende Yperleet verbonden door het afwateringskanaal van de Overdracht van Snaaskerke tot twee spyen en dan door de nieuwe Oostendse Watergang. Het kanaal Nieuwpoort-Plassendale bestond nog niet. Samen met de havenvliet omsloot de Nieuwe Oostendse Watergang de stad. Sinds het eerste kwart van de 16de eeuw werd de haven gezuiverd door het lossen van zoetwater doorheen de Westsluis en de Oostsluis. De invloed van de stad op het gewest was dus gering en beperkte zich tot het beslaan van een kleine oppervlakte van het Ambacht tot het mobiliseren van wat polderwater om de haven te schuren. Tijdens het laatste kwart van de 16de eeuw werd op brutale manier een einde gesteld aan de relatieve rust die Oostende en `s Heerwoutermansambacht hadden gekend. 16

17 kaart 2 - Oostende en s Heerwoutermansambacht naar P. Pourbus, ca

18 18

19 3. De polders vanaf 1576 Van de politieke en religieuze spanningen die Vlaanderen van 1566 beleefde, had het Oostendse zich weinig aangetrokken. Maar na een inval van geuzenbenden in 1572 achtten de Oostendenaars het geraadzaam zich efficiënter te beschermen door het opwerpen van versterkingen. De eerste nog rudimentaire werken werden in 1576 en volgende jaren voortgezet. Aangezien Gent en Brugge de kant opgingen van de opstandelingen, volgde ook Oostende deze trend. De stad kreeg een blijvende bezetting van Nederlandse en Engelse troepen die Oostende tot een vestingstad uitbouwden. Farnese slaagde er, dankzij een diplomatieke milde houding in om de Vlaamse steden één voor één tot reconciliatie over te halen, met uitzondering van Antwerpen die na een merkwaardig beleg in 1585 in zijn handen viel en van Oostende die van overgave niet wilde horen en in 1585 de korte dijk op de oostkant naar Bredene doorstak om de Spaanse troepen op afstand te houden. Dit was het begin van een lange miserieperiode voor s Heerwoutermansambacht. Door dit gat in de oostelijke dijk stroomden tweemaal daags tonnen zeewater binnen en buiten, wat stilaan dit gat verbreedde, verdiepte en steeds meer landerijen onder water stelde. In 1586 was deze inbraak 70 meter breed en en bleef er bij laag water één meter water staan op een breedte van 20 meter. Maar buiten dit gat bleef alles droog en kon men best te voet of te paard van de ene naar de andere kant gaan. Bij hoog water moest men de overtocht per boot maken. In 1587 staken de Oostendenaars nog een zuiddijk door om de overvloeiing rond Oostende kracht bij te zetten. Exact omschrijven welke gebieden onder water liepen en wanneer dit juist gebeurde is niet mogelijk. Gegevens hieromtrent ontbreken. Sinds 1584 waren er geen dijk-, sluis- noch wegenschouwingen meer en werden in de Watering van Blankenberge, s Heerwoutermansambacht en Camerlinckx geen belastingen meer verpacht noch geïnd omdat deze streken deur de jeghenwoordige oorloghe niet beweunt nogh ghecultiveert en syn gheweest. Iedereen scheen op de vlucht, niet alleen voor het water maar ook voor de plunderingen en afpersingen die de Oostendse bezetting, samen met Vlaamse rabouwen tot diep in het land uitvoerden. 19

20 Naar mijn mening stond het grootste deel van `s Heerwoutermansambacht onder water, met uitzondering van de rug van Zandvoorde, een deel van de Cuypweg en de duinendijkranden van Bredene. Wegens het gebrek aan onderhoud kon het ook best zijn gebeurd dat de Steensedijk bij het Albertusgeleed en ten zuiden van Stene doorspoelde. Teksten spreken van overstromingen tot in Leffinge, Snaaskerke, Oudenburg, Bredene. Geleden waren kreken geworden, wegen werden kreken. De dijkdoorbraak en overstroming waren uitgevoerd uit louter militaire, defensieve redenen maar bleken algauw, nog vóór het beleg begon, een tweede voordeel voor de stad aan te bieden. Op de oostzijde had het in- en uitvallende water een lange, brede, diepe geul uitgegraven, best te bevaren met schepen die de stad konden voorzien van wapens, manschappen en proviand. Deze geul kon als havengeul worden benut. Er werden geleden gegraven voor aanvoer van kanonnen en van munitie. Er werden sperforten gebouwd: Sint-Isabella, Sint-Clara, Groten Dorst, Sint-Michiels en de forten van Bredene. Indien wij de talloze kaarten die het beleg illustreren mogen geloven, werden in de westelijke hoek rijen schansen opgeworpen en werd er zelfs een ringweg aangelegd om de westelijke kwartieren van Sint-Albert met de oostelijke kwartieren van Graaf de Bucquoy te verbinden. Dit was een dijkweg die min of meer de latere Legaertsdijk volgt. Wat er ook van zij, op 22 september 1604 gaf Oostende zich over en kwam weer onder Spaans bewind. De geuzen waren van de kust verdreven. Heer en meester op zee, kruisten zij voortdurend voor onze kust en bleven de reeds teruggekeerde of terugkerende kustbevolking schrik inboezemen voor nieuwe invasies. 20

21 4. De heropbouw na 1604 Wat te doen met de stad? Wat te doen met de omgeving? Wat de stad betrof, die nu als een doorschoten puinhoop op het uiteinde van een smalle landtong lag, omgeven door zeewater, was men het er snel over eens geworden dat de stad moet bevolkt en heropgebouwd worden, van de nodige verdedigingswerken moest worden voorzien en als haven moest fungeren aangezien de Schelde gesloten was. Een edict van Oktober 1604 dat ruime vrijheden gaf aan wie katholiek was en naar Oostende wilde komen wonen, kende wel enig succes. Naar Loontiens wist op te maken uit documenten die in de brand van het stadsarchief zijn gebleven, was het gros inwijkelingen samengesteld uit veeleer arme families die naar Oostende waren getrokken, om hun financiële schuldenlast te ontvluchten. Bij de leidinggevende groep troffen wij ontwikkelden aan maar ook velen die een aardige stuiver hadden verdiend met leveranties aan het Spaanse leger tijdens het beleg. De wederopbouw verliep traag: straten moesten geruimd worden, puin weggevoerd, grachten gedempt, schansen geëffend, huizen gebouwd, straten gelegd en geplaveid. De stad moest ook verdedigd worden. Oostende moest opnieuw een vesting worden. Het weinig of niet-betaalde garnizoen werkte hieraan mee om de karige soldij wat aan te dikken. Bolwerken, courtines en halve manen rezen weer uit de grond op. De stad moest ook verdedigd worden tegen de zee en dat was een veel lastiger karwei. Tijdens de paasdagen in 1606 hield een storm zo lelijk huis, dat men er in dagen van wanhoop aan dacht om de stad die niet te herstellen noch te onderhouden is met 1 miljoen gulden op te geven en te verlaten. Toch bleef men er. Oostende moest ook een havenstad worden. Een haven is een verkeersknooppunt tussen zee en achterland en moest over loskaaien beschikken en een gemakkelijke verbinding vormen tussen de zee en het binnenland. De westelijke haven werd volledig opgegeven en als vestingsgracht benut. De uitbouw van de haven gebeurde dus op de oostkant. In 1608 legde men een loskaai aan rechtover de Langestraat, buiten de oostpoort, ongeveer ter hoogte van het gebouw van de Jachtclub. Maar die kaai spoelde voortdurend weg onder de druk van de sterke schuurstroom die de geul in- en uitviel. Tenslotte gaf men die kaai einde 1609 op en legde men in 1610 een kleine open kom aan in het zuidoosten buiten de stad, in de hoek tussen 21

22 de geul en de Catherinekreek, de latere Stinkput (nu verdwenen). Hier konden de schepen veilig buiten de schuurstroom liggen. Veel trafiek was er tot 1609 niet want de Hollandse schepen lagen op de rede. Om de veilige in- en uitvaart van enkele visserssloepen te garanderen, gingen leden van het schepencollege van de stad aan boord van de Hollandse schepen presentwijnen offreren. Eerst na 1609 verbeterde de toestand wat. De eerste schepen die met Engels laken en met Franse wijnen in 1612 aan de nieuwe kaai kwamen liggen, kregen van stadswege een gratuyteit van 52 pp om daermede te maeken eene vlagge verwapent mette wapenen deser stede omme denzelven te encourageren op andere tijden deze haven meer te frequenteren. Het is merkwaardig dat vanaf 1609 een kleine groep nieuwe inwijkelingen zich in Oostende kwamen vestigen. Deze mensen hielden zich bezig met haven- en dijkwerken, namen de leiding ervan in handen, verzorgden overzees transport van hout en stenen en deden later pogingen om de haringvisserij te doen floreren in Oostende. Het waren Hollanders die tijdelijk, tot 1621, een belangrijke rol hebben gespeeld in de heropleving van Oostende. De haven moest ook een verzekerde verbinding hebben met de zee. Oostende lag aan een lage, vlakke, zandige kust, aan een zee met getijden van 4,50 meter en met een westoost vloedstroom. De oostgeul was uitgeschuurd, maar voor de havenmond lag een bank van hard zand. Het achterliggende schorreland lag op 2,5 tot 3 kilometer, door grillige kreken doortrokken. Bij iedere vloed kwam zeewater het schorre invloeien, beladen met zand en klei. Dit water vloeide bij ebbe uit het schorre langs de geul naar zee. Geografisch gezien oefent de zee een drievoudige werking uit. Zij vervoert, zij schuurt, maar zet ook materialen af. De bestaande kreken zijn een voorbeeld van uitschuring. Het uitschuringsproces of erosie verloopt op drieërlei wijze: de verticale erosie leidt tot het verdiepen van de kreken. In 1613 waren de Catherinekreek en de Keignaertkreek 10 tot 14 vadem (d.i. 3,9 tot 4,5 meter) diep. Op de tweede plaats is er een zijdelingse erosie. Door de verdieping kabbelen de wanden af wat samen met het kronkelen leidt tot de verbreding van de kreken. In 1613 was de Catherinekreek op zijn breedst: 35 m. In het midden van de 18de eeuw was de kreek 110 meter breed. Tenslotte heeft men nog de terugsnijdende erosie die maakt dat de kreken altijd maar langer worden, in elkaar verstrengeld raken en zelfs de voet van de dijken gaat afknagen. 22

23 De zee zet ook klei, zandsedimenten af. Dit gebeurt wanneer het water in zijn beweging wordt geremd en stilstaat bij het keren van het tij, vooral bij hoogtij op schorreland dat geleidelijk wordt opgehoogd en mettertijd alleen bij springtij onder water komt. In die jaren moest men er dus niet alleen voor zorgen dat er zo weinig mogelijk zand en slib in de geul terechtkwam, maar ook dat het kleiige afbraakmateriaal van de kreken zo ver mogelijk de zee werd ingejaagd, Om de geul op diepte te houden moest men dus defensieve werken uitvoeren om zandinval te reduceren en bijv. op het strand van Lisje Mores het Lang Hoofd bouwen om opstuiven of inspoelen van zand tegen te gaan en langs het oosterhoofd en ook een deel van het westerhoofd, rijswerken uitvoeren. Men moest vooral offensieve werken uitvoeren in de strijd tegen verzanding en dat was een passend volume water en een serie kribben om de uitvallende schuurstroom juist te oriënteren om slib en zand uit de geul en de banken voor de haven weg te ruimen. Het watervolume moest passend zijn want te veel water bracht te grote schuring, met als gevolg vernieling van de geulwerken. Te weinig volume bracht verzanding. Dit juiste watervolume kon men bereiken door 1. spoelpolders te gebruiken waarin men het water vrij in en uit liet lopen, aangevuld met de mobilisatie van polderwater, zoetwater op Oostende ter aanvulling. Dit is natuurlijke schuring. 2. spoelpolders te gebruiken afgedamd door schuursluizen waarin men zee- of zoetwater ophield om dit bij laagtij in de geul te lossen. Dit is kunstmatige schuring, Een haven moet niet alleen kaaien hebben en beschikken over een veilige verbinding met de zee, het moet ook aansluiting hebben met het achter- en binnenland Vrachtvervoer langs wegen was in die tijd nog zeer beperkt. Men gaf er de voorkeur aan dit over waterlopen, kanalen te laten gebeuren. Gent en Brugge ijverden van meet af aan om betere directe verbindingen te hebben met de kust, vooral met Oostende. De aanleg van kanalen zou ook het uitzicht en het leven van de Oostendse polders sterk beïnvloeden. Kanalen moesten van water worden voorzien dat hoog genoeg gehouden moest worden om scheepvaart toe te laten. Het laatste, maar ook meest prangende probleem dat in september 1604 werd gesteld, was de vraag wat men moest doen met de drassige schorrevlakte die regelmatig door het zeewater werd ingenomen: zou men dit inpolderen of overstroomd laten? 23

24 Onmiddellijk na de inname van de stad in 1604 had aartshertog Albrecht het inzicht het hele schorre te laten bedijken. Dit project werd zeker niet gunstig onthaald door de stad omdat men bevreesd was voor het verder bestaan van de haven. Ook de militairen -en vooral Spinola, de veroveraar van Oostende- zagen dit niet zitten en oordeelden dat het behoud van het overstromingsgebied een onmisbaar element was voor de verdediging van de vesting. Het Brugse Vrije en de Staten van Vlaanderen waren er wel voor te vinden om tot een bedijking over te gaan. Maar om dit te realiseren was er geld nodig. Op hulp van de centrale regering of Spanje moest men niet rekenen. Die hadden altijd geld te kort. De eigenaars van dit overstroomde gebied kon men moeilijk laten opdraaien voor de inpoldering van hun landen die sinds 20 jaar niets hadden opgebracht. Het geld moest dus van de generaliteyt komen. De Staten van Vlaanderen waren wel bereid om voor een deel in de financiering van de werken tussen te komen, maar er kwam geen schot in de zaak. De geweldige storm van Pasen 1606 bracht hierin een verandering. Ten eerste werden er plannen en projecten opgemaakt om over te gaan tot het stoppen van de geul etoufement de la geule. Maar het bleef bij plannenmakerij, vues de lieux, rondvaarten in het schorre. Ten tweede werd de Steense dijk, die reeds grotendeels bestond, verhoogd en versterkt. In het zuidelijk deel werd een nieuwe dijk aangelegd, dus een zijdeling jeghens s Heerwoutermans tot het afsluiten van de zee. Deze dijk liep int geschut van Camerlinckx en `s Heerwoutermans, strekkende van t fort St Albertus deur Snaeskerke tot aen de Haegebrugge, dus tot aan het huidige kanaal Plassendale - Nieuwpoort, zodat het Camerlinckx op zijn oostelijke kant volledig van overstroming gespaard zou blijven. De Steensedijk werd niet in 1608 gelegd zoals altijd werd voorgehouden, maar wel in Tezelfdertijd werd in deze dijk bij de vroegere Speerbrugge naar de Gouweloze de ontwateringssluis van Camerlinckx gelegd. Na de storm van 1606 werd ook de Bredensedijk tussen Oudenburg en de duinen over 5,7 km hersteld. Die dijk was op verscheidene plaatsen, vooral rond Plassendale, doorgevloeid. In 1607 werd de dijk over een lengte van 6,2 km verhoogd. 24

25 Een reeks stormen in 1610, die gepaard gingen met duindoorbraak en steeds maar dreigender gevaar voor dijkdoorvloeiing, verplichtten de Staten van Vlaanderen samen met de Wateringen, over te gaan tot dijkversterking en duinverzorging rond Oostende o.m. door het aanbrengen van helmgrasbeplanting. Ook zouden ze nu eens definitief de bedijking van s Heerwoutermans aanpakken naar de plannen die de dijkgraaf Van Couwerve had uitgewerkt. Die laatste wenste -om de geul af te sluiten ter hoogte van de Groenendijk- een dijk op te werpen doorheen het noordoostelijk deel van de latere Catherinepolder en die tot aan het duin van het vroegere militair hospitaal door te trekken. Een drietal schuursluizen in de dijk zouden voor de nodige geuldiepte moeten zorgen. A. W. Van Couwerve wenste tot kunstmatige schuring over te gaan. Vanwaar hij het water zou halen dat hiervoor nodig was en hoe en waar hij dat zou stockeren, is mij niet bekend 5. Eind maart 1612 werden de werken aanbesteed en ondanks het protest van Oostende in de zomer van dat jaar aangevat. Maar zo heel veel kwam er van het beverschen, het inpolderen van s Heerwoutermans niet terecht. Slechts drie dijken werden aangelegd. Op de oostkant van de geul kwamen de Groenedijk en de Dweersdijk tussen de Groene- en de Bredenedijk, wat tot de inpoldering van de Grote polder van Bredene leidde, 830 gemeten groot. Verder kwam er nog een stuk dijk op de westelijke geuloever tussen de Gouweloze- en de Catherinekreek. Tot het bouwen van de schuursluizen kwam het niet, vooral door geldtekort, twijfel aan de voorziene schuurmethode en gebrek aan interesse voor kanalenbouw. Alhoewel bedijking toch belangrijk was, werden de werken in 1615 stopgezet. In 1614 vroeg het Vrije point en zettinge op soldaten en burgers die bestialen postureren in s Heerwoutermans. Het Vrije vroeg aan de stad dat herbergen ten zuiden van de stad ook belastingen aan het Vrije zouden betalen. 5 zie kaart 3 25

26 Van de ongeveer gemeten van s Heerwoutermans waren slechts 830 gemeten aan de overstroming onttrokken gemeten bleven bedekt met water. Rond de weg Oudenburg - Zandvoorde en rond Zandvoordedorp waren er enkele nederzettingen ontstaan die geïsoleerd lagen temidden van het water. Het schorre werd niet alleen als waterreservoir voor havenschuring benut, maar ook gebruikt voor schapenteelt. Aan de randen van het schorre, vooral aan de westelijke rand, werden oude forten, waaronder het fort Isabella, het fort Sint-Clara en Lange schuur als schaapstallen ingericht. Ook aan de duinrand liepen er schapen o.m. geweid voor de stadsgouverneur. Er waren ook bezaaide oppervlakten. 26

27 kaart 3 de historische polders van Oostende,

28 28

29 5. Drie ingrijpende wijzigingen, Drie feiten zouden grote delen van het s Heerwoutermansambacht grondig wijzigen, m.n. de bouw van het Sas van Plassendale en aanleg van het kanaal van Plassendale in , de aanleg van de Legaertsdijk en de bedijking van de drie geünieerde polders van Zandvoorde en de bouw van de Blauwe sluis en de Bredensche dijk 6. Sas van Plassendale en kanaal Oostende - Plassendale In verband met de sluiting van de Schelde hadden Gent en Brugge het plan opgevat deze steden onderling met de zee te verbinden door het graven van de kanalen Gent-Brugge en Brugge-Ieperleet-Plassendale-Oostende. In 1613 begon men aan de graafwerken, die in 1624 voltooid werden. Het kanaalgedeelte Brugge - Plassendale en het sas van Plassendale waren reeds klaar in Het kanaal Oostende - Plassendale werd in uit den rauwe gegraven en doorsneed in rechte linien het schorreland. Aangezien er geen sas was in Sas Slijkens in 1619, had Spinola zich hiertegen verzet. Omdat het kanaal aan het getij onderhevig was, konden bij hoogtij kleine zeeschepen naar of van Brugge zeilen of geketst worden zonder overslag in Oostende. Dit betekende een groot verlies voor de Oostendse schippersgilde die tot 1629 met hun platte binnenlanders de Bredense kreek opvaarden tot aan de overdracht van Plassendale en daar in de Yperleet werden overgenomen. Het Sas van Plassendale leverde theoretisch althans ook schuurwater op voor de haven. Men mocht al tevreden zijn als het geloste water het kanaal zelf van aanslibbing verloste. De bouw van de Legaersdijk De belangrijkste gebeurtenis voor die periode is wel de bouw van de Legaertsdijk. Wanneer de bedijkingswerken van s Heerwoutermans in 1615 waren stilgevallen, gingen verscheidene grote gelanden zonder enig octrooi over tot particuliere dicage : Dit gebeurde vooral in de oude Zandvoordepolder die toen de Swaenepolder, ook Pardopolder genoemd werd. Wellicht door het leggen van een dijk ten noorden van de oude Cuypweg werd ook de latere Nieuwe Zandvoordepolder met een dijk afgesloten van nagenoeg de Hoge Brugge tot de Keignaertweg bij de Duivelstorre en tot de vork van de Bredenweg en de Cuypweg. 6 zie kaart 4 29

30 Ook ten noorden van deze dijken kwam er particuliere dicage voor. Deze bedijkingen moeten omstreeks 1618 aangevat geworden zijn voor de Crocht en Gloribuspolder want in 1617 werd nog gesignaliseerd dat de weg van Oudenburg naar Snaaskerke niet rijdelick en is als ligghende ghemeene metter de zee duer dat het Ambacht van s Heerwouter-mans nyet en is bedijckt. Al spoedig werden er in deze bedijkte gebieden een tiental hofsteden opgericht en werden er vanaf 1620 percelen grond verpacht en in gebruik genomen. De dijkbouw moet nogal wat rudimentair geweest zijn vooral in de latere Keignaertpolder want dijken spoelen er door, zodat heel wat gebieden er vanaf 1622 vague en ongebruyck liggen duer de seewateren en men stormschade vaststelt in december 1623 aan de zuidelijke vaartdijk waarvan de bermen pericliteren van inbrake. Het bestaan van de Oostendse vaart en stormen van 1624 (vooral die van 25 november 1624) brachten de grondeigenaars ertoe om een officiële aanvraag in te dienen om nu eens een suffisante zeedijk te mogen bouwen tussen de Gouweloze sluis en het uiteinde van de Nieuwe Riviere om aldus de twee reeds bedijkte polders, de binnenpolders en de buitenlanden ten noorden ervan die niet zijn bedijkt met een zware zeedijk tegen verdere zee-inbraak te beschermen. Deze toelating werd bij octrooi van 26 maart 1625 verleend aan de drie geünieerde polders en de vier kilometer lange Legaertsdijk werd in de zomer van 1625 opgeworpen. De Keignaert was toen aan zijn monding 75 meter breed en de kreek juist ten noorden ervan, waar de hofstede van Rougier van Quaillin stond, 57 m breed. Tenslotte helemaal in het noorden bij de Cleene kreek trof men de hofstede van Pieter Houck aan, de man die tijdelijk zijn naam zou geven aan deze hoek, nl. de Pierhoek, die later ook naar een andere familienaam tot Sas Slykens Creke van Pieter Houck zou worden omgedoopt. Een afwateringssluis werd in 1626 in de dijk dichtbij de Gouwelozespei ingeplant, wegen werden aangelegd, geleden gedolven en wat belangrijk is, de meeste binnendijken, dweersdijken, caidijken geslecht ende geplaneerd, zodat het vroegere verloop van deze dijken zeer moeilijk exact te achterhalen is. 30

31 kaart 4 de historische polders van Oostende,

32 32

33 Met het leggen van de Legaertsdijk werd er zomaar gemeten land van de Oostendse schorren ontnomen en voor agrarische uitbating gewonnen. Dit was voor de Oostendse haven een verlies van 57% aan schorreoppervlakte. Alleen Sint- Catherineschorre en de schorren van Bredene leverden nog zeewater voor de schuring van de haven met hun ongeveer gemeten. Hoe heeft men deze belangrijke inkrimping van het schorregebied kunnen toestaan? Heel zeker door het uitblijven van enige reactie van de stadsgouverneur Montero, die niet tussenkwam om de bedijkingsplannen te dwarsbomen. Hij werd trouwens voor zijn neutrale houding beloond met twee barriquen van de port, speciaal uit Duinkerke gehaald en zijn gheselinne kreeg een juweel ten geschenke. De bedijking was echter niet naar de zin van de hogere legerleiding, die het oppervlak defensiewater rond Oostende ongeschonden wenste te bewaren. Spinola eiste dat de pasgebouwde dijken werden doorbroken en al trok een delegatie groot gelanden in december 1626 en zelfs afgevaardigden van de Staten van Vlaanderen in januari 1627 naar Brussel om het behoud van de inpoldering te bepleiten, het baatte niet. Spinola gaf opdracht aan Montero om de nieuwe dijken door zijn soldaten te laten doorsteken en bij de doorsteking zelf aanwezig te zijn. De dijken werden in de grote kreken in het voorjaar 1627 afgedolven zodat de geünieerde polders deels weer onderliepen. Eerst na het vertrek van Spinola uit ons land en dankzij de betaalde tussenkomst van de Jezuïeten bij Isabella slaagden de drie geünieerde polders van Zandvoorde erin de toelating te krijgen om de gaten van de Legaertsdijk te mogen dichten op voorwaarde dat zij met omliggende wateringen zouden bijdragen in de bouw van een stenen suatiesluis i.p.v. de houten Gouweloze Spey en in het inheyen van twee hoofden aan de monding van de Oostendse geul. De bouw van de Blauwe sluis en de Bredensche dijk De bouw van de Blauwe sluis in Bredene in 1626 moet in verband worden gebracht enerzijds met het feit dat de suatiesluis in Blankenberge oud, vervallen en door stormen vernield was en dus door een andere vervangen moest worden en anderzijds met het feit dat de Watering van Blankenberge graag 300 gemeten uit het s Heerwoutermans bedijkt had gekregen. Om dit laatste erdoor te krijgen stelde zij de zaken zo voor dat zij door de verbreding en verdieping van de Noordhee en de bouw van de sluis in de Bredense dijk, het teveel aan 33

34 polderwater op Oostende concentreerde, om aldus bij te dragen tot het diep houden van de haven. Het was een uitstekend voorstel waarmee men in Brussel onmiddellijk akkoord ging, behalve op één punt, nl. de bedijking. Spinola had nogmaals zijn veto gesteld. Om de suatie van de Blauwe sluis door de verdronken landen van s Heerwoutermans te vergemakkelijken mocht de Blankenbergse Watering wel een recht geleed van 300 roeden (1,1 km ) aanleggen. De werken werden allemaal in 1626 uitgevoerd. Tijdens de doorsteking van de Legaertsdijk in 1627 kwam iemand met een tussenoplossing voor de dag om enerzijds de bedijking mogelijk te maken en anderzijds de havengeul op diepte te houden. Dit was de beroemde maar nooit in zijn ideeën en projecten gevolgde Michel Florentio Van Langren. Vanaf 1627 stelde hij voor om tussen de Pierhoek en het zuidwesten van de stad een zware zeedijk te bouwen en het merendeel van het Steense schorre tussen de Catherinekreek, de brede geul bij Stene en de Gouweloze met lichtere dijken te omsluiten en in te polderen en alleen volgende gebieden voor de schuring van de geul te gebruiken, nl. de verdronken landen ten noorden van de vaart Oostende - Plassendale en het Lisje Moresgebied en de gearceerde ring van landen rond het bedijkte Steense schorre waarin zeewater getrokken kon worden dat bij laag tij gelost werd doorheen twee schuursluizen, één in de Catherinekreek en één in de rechtgetrokken Gouwelozekreek die zijn wateren recht door de geul zou stuwen 7. Dit zou volgens Van Langren het voordeel bieden een nog groter oppervlak aan de zee te onttrekken en de verbinding te land langs de zeedijk tussen de stad en de vaartdijk, veilig te stellen. Dit zou kunnen gebeuren zonder het militair defensief potentieel van de stad te schaden, aangezien een watergordel de stad bleef beschermen en ook zonder de geuldiepte in gevaar te brengen aangezien men er ook zorg zou voor dragen de directe zandaanvoer in de geul aan de westzijde en ook aan de oostzijde op het Lisje Moresstrand te beperken door het inheien van plankenrijen. Dit project om de schuursluizen te gebruiken om tot grote inpoldering over te gaan, werd door Spinola eveneens van de hand gewezen. 7 zie kaart 5 34

35 kaart 5 - de plannen van Michel Van Langren van

36 36

37 6. De inpoldering van het Potteriepoldertje en de Saspolder, 1634 In 1634 werden opnieuw twee schorrelanden benoorden de vaartdijk ingepolderd 8. De eerste was het kleine Potteriepoldertje dat maar 64 gemeten grond telde en waarin het Hof ter Schelle werd opgetrokken tussen de Groene dijk en de monding van de kreek van Bredene. De polder reikte in 1634 nog niet tot aan de geul. De tweede gevormde polder was de Saspolder. Aanleiding tot deze inpoldering waren de voortdurende, financieel zwaar doorwegende kosten die de Watering van Blankenberge moest dragen om de dijk tussen de Blauwe sluis en Plassendale voor doorbraak te behoeden. Vooral de januaristorm in 1634, waarbij ook de duinen ten westen van de stad Oostende doorspoelden, bracht de Watering van Blankenberge ertoe het octrooi aan te vragen waartegen noch vanwege de stadsgouverneur, noch vanwege militaire ingenieurs enig verzet rees. Toelating tot bedijking van de 194 gemeten, werd op 2 juni 1634 verleend. In het Saspoldertje kwamen hoogstens vier boerderijtjes tot stand. Door de inpoldering van de Potterie- en Saspolder werden 258 gemeten op zee gewonnen wat alweer een 9% minder schorreoppervlak voor havenschuring betekende. Het schorreoppervlak was gereduceerd tot gemeten = 1/3 van het oorspronkelijk schorreland. 8 zie kaart 6 37

38 38

39 kaart 6 - de bedijking van de Potteriepolder en de Saspolder,

40 40

41 In Oostende 7. De situatie van Oostende en de Oostendse polders, 17de eeuw De twee havenhoofden die alleen de geulmond trechtervormig omsloten waren tussen 1634 en 1639 ingeheid. Het oosterhoofd sloot met een rijswerk tot het duin van Lisje Mores, om zandaanvoer van het strand in de geul tegen te gaan. De zeedijk ten westen van de stad was, na het afdelven van de duinen in 1619 en na diverse duindoorbraken, verlengd tot bij de Laatste Stuiver. De verbinding van Oostende met de randgebieden gebeurde enkel in het westen via de duinenweg en een vertakking naar de Westpoort. Naar het oosten kwam die verbinding er door middel van een ponton of veerboot over Lisje Mores naar Bredene. Catherineschorre In het Catherineschorre stonden de oude forten Sint-Isabella (Hamilton) en Sint-Clara nog aangeduid die ondertussen dienden als bergerieen (schaapstallen). In de noordwesthoek bleken er kleine dijken aangelegd en een drietal bedrijven te bestaan, o.a. de Laatste Stuiver. De resten van de Sint-Catherinekreek en een kerkhof stonden er ook nog op vermeld. Geünieerde polders van Zandvoorde Wat de drie geünieerde polders van Zandvoorde betrof, wijs ik op het bestaan van het wegennet, vooral op de kreke genaempt Den Keignaert, commende tot in de straete van Sandvoorde, wat er wel zou op wijzen dat men bij de bedijking van 1626 grondig de oudere dijk van de oude Zandvoordepolder heeft afgedolven. Dit is hier een geval van terugsnijdende erosie. Het zuidwesten van de grote polder van Bredene Ten zuidwesten van de grote polder van Bredene liep een dijk tussen de Groenedijk van 1612 en de dijk van Bredene. Hierbij moet worden opgemerkt dat op de kaart van ongeveer als datum vermeld staat. Bovendien schijnen een aantal kreken door deze dijk naar de kreek van Bredene, de latere Noord-Ede, te lopen. 41

42 Rechttrekking van de Yperleet Op de kaart onderaan rechts ten noordwesten van Oudenburg ontdekken we een nieuwe vaart van 1640, d. i. de rechttrekking van de Yperleet uitgevoerd bij het uitgraven van het kanaal Plassendale - Nieuwpoort in 1640 en Veurne - Duinkerke om Gent en Brugge met zoveel mogelijk havens langs de Vlaamse kust te verbinden. 42

43 8. De plannen van Michel Van Langren van 1650 In 1648 sloot Spanje de vrede met de Verenigde Provincies. Bij het Verdrag van Westfalen werd een toestand van meer dan een halve eeuw feitelijk bekrachtigd. De Schelde bleef voor de Spaanse Nederlanden gesloten. Toch ging de oorlog tussen Spanje en Frankrijk steeds verder. Gent en Brugge begonnen nu meer en meer belangstelling te tonen voor de Oostendse haven want Duinkerke en Nieuwpoort lagen te gevaarlijk dicht bij de sterk bedreigde Franse grens. Gent en Brugge en natuurlijk ook Oostende wensten de haventoegankelijkheid te verbeteren, die door de bedijkingen van en 1634 en de aanslibbing en verzanding in gevaar was gebracht. Dit was de gelegenheid voor Van Langren om in 1650 opnieuw met zijn schuursluizenproject voor de dag te komen en te pleiten voor de aanleg van een kanaal dwars doorheen de Sint-Catherinepolder tussen de Gouwelozespei en het zuidwesten van de stad, wat hij in 1640 al had voorgesteld als tegenhanger van het kanaal Plassendale - Nieuwpoort en een zoetwaterreservoir voor de stad die al altijd een tekort aan drinkbaar water had 9. Om de militairen gunstig te stemmen plande Van Langren de aanbouw van een vijfhoekig gebastionneerd fort of kasteel Sint-Leopold in het zuidwesten van de stad, wat terecht de weerbaarheid van de kwetsbare westflank van de stad zou verhogen. Bovendien wenste hij een verdedigingswal tussen de Catherine en Gouweloze op te werpen waarachter mettertijd een stadsuitbreiding naar het zuiden kon gebeuren. M.a.w., Van Langren pleitte voor wat 130 jaar later deels het Hazegras zou worden 10. Een tweede project van hem was om direct de wal- en grachtlijn tot aan de Gouweloze door te trekken en het voorziene fort Sint-Leopold op de linkeroever van de rechtgetrokken Gouweloze in te planten. Hij stelde ook voor om de geul en de bank voor de haven te zuiveren, gebruik te maken van de vroeger voorziene sluizen en daarenboven ook schuursluizen op te werpen aan het begin van het kanaal Oostende - Plassendale en aan de monding van de Noordhee. Hij stelde m.a.w. de bouw voor van het latere Sas- Slykens en van de Noorheesluis. 9 zie kaart 7 10 zie kaart 8 43

44 Ook herhaalde hij zijn voorstel om langs de oostelijke oever van de geul en langs de laagwaterlijn ten oosten van het oosterhoofd een lage rij houten planken in te heien om het invallen van het zand in de geul te reduceren. Hij ging niet akkoord met de plaatselijke ingenieur die voorstelde op de oostoever een echt staketsel aan te leggen van de top van het oosterhoofd tot aan de Pamelkreek, maar hij stelde wel voor een kaaidijk op de westoever te leggen waar schepen konden aanmeren. Eens te meer werden deze plannen afgewezen. Als eerste maatregel om de geulsituatie te verbeteren, beperkte men zich tot de aanleg van het oosterstaketsel in 1654 tussen de top van het hoofd en het ponton dat in 1661 tot ongeveer aan de Groenedijk werd verlengd. Daarnaast ging men over tot een strengere controle van het overvloeide schorregebied, waar men vaststelde dat tal van de schorregebruikers dwars door de kreken heen schaapsdijken en koeiedijken hadden opgeworpen om hun bestialen gemakkelijker van het ene naar het andere schorreland over te brengen. Deze dijken werden afgedolven. Pieter Hoecke die in Stene o.m. 90 gem. schorre gebruikte, kreeg in 1655 een proces omwille van estouffements par luy faits de creques et diegues en tres grand prejudice du havre de la ville d`ostende. 44

45 kaart 7 - de plannen van Michel Van Langren van

46 46

47 kaart 8 - de plannen van Michel Van Langren van

48 48

49 9. Geplande overstromingen en de bouw van Sas Slykens, Het belang van de Oostendse haven voor de Spaanse Nederlanden werd steeds duidelijker. In 1658 viel Duinkerke in Engelse handen. In 1662 verkocht Engeland Duinkerke aan de Fransen en meteen was Oostende l unique port qui reste practicable en pays de par de ca geworden. De toestand was er zeker niet rooskleurig. In 1661 reeds moesten grote schepen het hoogtij van springtij afwachten om over de bank vóór de haven, de geul te kunnen binnenlopen. De peilingen bij laagtij, uitgevoerd door kapt. ing. Boulangier in maart 1662 wezen aan hoezeer de geul aan diepte had verloren door de bedijkingen van het schorregebied. Op de bank voor de haven was maar twee tot 55 vadem water. De westervaargeul was praktisch opgestopt. In de havengeul trof men 32, soms vier vadem water aan. De Rocheplaat aan het westerhoofd had zich uitgebreid. Aanslibbingen kwamen voor in de inspringende bocht van het oosterhoofd. Het Bergeriehoofd had het ontstaan gegeven aan de vorming van twee langgerekte banken tussen de monding van de Catherinekreek en de Gouweloze. In de Gouweloze zelf waren banken ontstaan en bereikte men met moeite drie vadem water. Het gonsde van projecten en plannen om aan die rampzalige toestand te verhelpen. Van Langren dook weer op met zijn schuursluizenplannen, maar werd al even snel wandelen gestuurd. Het plan was te duur en te onzeker 11. Op een kaart werden een reeks belangrijke veranderingen die in ongeveer 15 jaar aan de Oostendse polders zullen worden aangebracht, samengevat 12 : : aanbouw van het sas van Snaaskerke; : het opnieuw doorsteken van de Zandvoordse polders, op de oude Zandvoordepolder en de Gouverneurspolder na, waarin het fort Sint-Philippe werd opgetrokken; : verbreden en verdiepen van de Oostendse vaart; : bedijking van de Vrije polder van Bredene en overbrenging van de spuisluis van de Watering van Blankenberge naar de Noordheesluis zodat alle vroegere schorren ten noorden de Oostendse vaart tot polders werden omgezet; - bouw van het Sas Slykens. 11 zie kaart 9 12 zie kaart 10 49

50 50

51 kaart 9 - de plannen van Michel Van Langren van

52 52

53 kaart 10 - de historische polders van Oostende,

54 54

55 De kaart is belangrijk omdat het de zuidelijke opslibbing van de Noordeemonding aanwijst en de poging die in 1662 werd uitgevoerd om de schuurstroom te oriënteren. Het kraainest bestond nog niet als een doorlopend hoofd maar als vier afzonderlijke paalwerksystemen. Er waren plannen om water uit het kanaal Plassendale - Nieuwpoort af te tappen langs een sluis aan de vaart om de opgeslibde Gouwelozekreek uit te kuisen. Ten slotte waren er plannen om één of meer polders op te offeren door doorbraak van hun dijken om de Oostendse haven te redden. Zo werd voorgesteld om de oostelijke kant van de Zwaenhoeck, de Nieuwe Zandvoordepolder waar de grote Keignaert ligt, bij het schorre te voegen. Anderen meenden dat dit onvoldoende was en eisten de ondervloeiing van het gehele, in 1626 en 1631 bedijkte, gebied. Nog anderen stelden voor de Steense dijk door te steken omdat het wat hoger lag dan het reeds door vroegere overstromingen opgehoogde Zandvoordse gebied. En nog anderen zagen alleen een oplossing in de doorbraak zowel van de Steensedijk als van de Legaertsdijk. De boeren en dorpelingen van rond Oostende, o.m. Stene, Leffinge, Snaaskerke en Zandvoorde konden weer met de schrik op het lijf zitten om van hun hoeven en landerijen verdreven te worden, voor het welzijn van de Generaliteijt van den Lande en de Commercie en voor het welzijn van Oostende. Alleen Bredene werd door de plannenmakers van overstromingen met rust gelaten. Plannen maken was één aspect van de zaak, geld vinden om ze uit te voeren was wat anders. Spanje had geen geld. Het Vrije kantte zich tegen de doorbraakideeën. De Staten van Vlaanderen stonden er weigerachtig tegenover. Van hogerhand procedeerde men stapsgewijze. De geul werd versmald door het leggen van enkele dwarshoofden op de westelijke kant van de geul. Men ging verder met het stoppen van bepaalde kreken en het doorsteken van schorreland om meer efficiënt schuurwater te bereiken. Men wilde zelfs alle schaapsdrift op het schorre verbieden. Men herinnerde zich opeens dat de bedijking van 1631 werd toegestaan op voorwaarde dat een stenen suatiesluis in de plaats van de houten Gouweloze spei gebouwd zou worden, wat de omliggende wateringen toevallig vergeten hadden uit te voeren. Zeer tegen hun zin in werden zij verplicht tussen de Gouweloze spei en de Nieuwpoortse vaart twee stevige zeedijken te bouwen, de houten Gouweloze spei te ruimen en aan de Nieuwpoortsevaart niet een eenvoudige schuursluis maar een stenen sas op te richten die 55

Kustlijn van de Noordzee

Kustlijn van de Noordzee International Wadden Sea School www.iwss.org 150.000 jaar geleden - 150.000 jaar geleden was het hele Noordzeebekken bedekt met een dikke ijslaag: dit was de Saale ijstijd. - Alle zeewater was in gletsjers

Nadere informatie

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Holocene ingressie van de zee Willy Wintein geograaf Inhoud Holocene ingressie van de zee en de gevolgen voor de morfologie van het landschap in de oostelijke Vlaamse kustvlakte

Nadere informatie

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean

Nadere informatie

Dorpsraad Westdorpe Adviesrapport namen toekomstige viaducten Tractaatweg (N62)

Dorpsraad Westdorpe Adviesrapport namen toekomstige viaducten Tractaatweg (N62) Dorpsraad Westdorpe Adviesrapport namen toekomstige viaducten Tractaatweg (N62) 1. 2. 3. 4. In opdracht van: Provincie Zeeland/ Tractaatweg BV Datum: Januari 2017 Advies namen toekomstige viaducten Tractaatweg

Nadere informatie

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011 Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Datum 2 mei 2011 Colofon Projectnaam Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden Auteur Willem de Bruin Datum 2 mei 2011 1. Inleiding 1.1

Nadere informatie

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land.

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. Op 6 juni 1944 is het D Day, dat wordt nog steeds gevierd want het is het begin van de bevrijding van West Europa. Eigenlijk betekent D Day de

Nadere informatie

Het Ieperleekanaal. Historisch

Het Ieperleekanaal. Historisch Het Ieperleekanaal Historisch Een goed bevaarbare waterweg betekende voor vele steden in de beschaafde middeleeuwse wereld een grote troef voor snelle, soms explosieve groei en bloei. In die tijd hoorde

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat)

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat) Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat) I. Verslaggevers: Inge Zeebroek, erfgoedonderzoeker (heden: erfgoedconsulent), OE, K. Albert II-laan 19, bus 5, 1210 Brussel, 09/276 24 53

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

DE METAMORFOSE VAN DE HAVEN VAN OOSTENDE (Deel 11).

DE METAMORFOSE VAN DE HAVEN VAN OOSTENDE (Deel 11). VERWIJZINGEN (1): Albert de Burbure de Wesembeek, 1846-1946, Mémorial, Centenaire de la Ligne Ostende- Douvres. Antwerpen, 1946. (2): Le Moniteur Belge, 10 sept. 1838. (3): Journal de Dieppe, 28 nov. 1843.

Nadere informatie

met historische gegevens. Nog meer gegevens kunt u vinden op: en dan klikken op Drenthe 3 t/m 7

met historische gegevens. Nog meer gegevens kunt u vinden op:   en dan klikken op Drenthe 3 t/m 7 Op deze en de volgende pagina s vindt u details van kaarten met het gebied Zuidoost Drenthe als uitsnede. De kaarten zijn in volgorde van ouderdom. Alleen kaarten met voldoende details zijn afgebeeld.

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Gelieve bij gebruik van (stukken uit) deze tekst, gelieve de naam van de auteur te vermelden.

Gelieve bij gebruik van (stukken uit) deze tekst, gelieve de naam van de auteur te vermelden. Ontstaan en evolutie in de Zwinstreek - Willy Wintein Nieuwe inzichten over het ontstaan en evolutie in de Zwinstreek is een in 2009 herwerkte tekst over de evolutie van het landschap in de (ruime) regio.

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

De geschiedenis van het Zwin

De geschiedenis van het Zwin De geschiedenis van het Zwin Situering (doorheen de tijd): Evolutie van het Zwin onderhevig aan cultivering door de mens. Oudheid en de bevolking voor de indijking van de Vlaamse kustvlakte De eerste fase

Nadere informatie

KORTE GESCHIEDENIS VAN HET GELDERS RIVIERENGEBIED

KORTE GESCHIEDENIS VAN HET GELDERS RIVIERENGEBIED KORTE GESCHIEDENIS VAN HET GELDERS RIVIERENGEBIED Toen de mens zich permanent vestigde in het Rivierengebied, was dat in principe alleen mogelijk op de oeverwallen en sporadisch voorkomende plaatselijke

Nadere informatie

Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem

Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem Pakhuizen Komvest 45 8000 Brugge www.raakvlak.be info@raakvlak.be Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem Brugge 2009 1 Inleiding: Het hof van Praet is vandaag gelegen

Nadere informatie

DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone),

DE CACHE MEER POLDER. De volgende attributen zul je zeker nodig hebben: - natuurlijk een GPS (al dan niet in de vorm van een smartphone), Met de cache Meer Polder beleef je het heden en verleden van de Meerpolder. Het is een prachtige tocht van ca. 9 km die je lopend of met de fiets kunt doen. Bij Zoetermeer ligt een polder die is heel bijzonder

Nadere informatie

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf Grenzeloze Schelde 25 november 2013 MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid ir. Peter DeWolf Een kunstmatig versterkte kustlijn 38 km zeedijken (meer dan de helft van de kustlijn)

Nadere informatie

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Zoekopdrachten bij Het water komt. ** Module 1 De geschiedenis van de Delta. 1 Strijd tussen land en water 2 Overstromingen door de eeuwen heen 3 Oorzaken van overstromingen: de mens zelf 4 Waterbeheer. Blz. 4 Achter de duinen had je veengronden

Nadere informatie

De D13 gaat enkel over de Vlaamse Kaai en de situatie rond de brug naar Ledeberg

De D13 gaat enkel over de Vlaamse Kaai en de situatie rond de brug naar Ledeberg De D13 gaat enkel over de Vlaamse Kaai en de situatie rond de brug naar Ledeberg Schelde Sluis aan de Brusselsepoort rond 1920 De stadsgracht was niet bevaarbaar tssn deze hier en de st- Lievenspoort.

Nadere informatie

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest Leerlingen Naam: De Boven-Schelde: varen tussen Oudenaarde en Merelbeke Klas: 9 Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Schelde 1a. Waar bevindt zich de bron van de Schelde?

Nadere informatie

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest Leerlingen Naam: De Boven-Schelde: varen tussen Bossuit en Oudenaarde Klas: 9 Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Schelde 1a. Waar bevindt zich de bron van de Schelde? Saint-Quentin

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

ADDENDUM 10. Werkput 5

ADDENDUM 10. Werkput 5 Asse-Kalkoven, / en /3 Rapporten Agilas vzw / ADDENDUM. Werkput.. Inleiding Enkele dagen na het indienen van het conceptrapport, deelden de nutsmaatschappijen mee dat de sleuven voor de aansluiting van

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

Een andere mogelijke betekenis is dat het zou gaan over een verheffing naast de Zenne

Een andere mogelijke betekenis is dat het zou gaan over een verheffing naast de Zenne Heffen: Verklaring naam Heffen: Eerste maal vermelding in 1088 Heffena = Heffe en A Wil zeggen bezinksel en water Mogelijke betekenis: modderbeek of moerasgebied Een andere mogelijke betekenis is dat het

Nadere informatie

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal Een volk in opstand, een boze koning, een dappere koningin, een onoverwinnelijke vloot en... een storm. Dit is het spannende verhaal van de Spaanse

Nadere informatie

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL Inleiding Hoorn is een van de steden waar zich de uitzonderlijke situatie voordoet dat al vanaf de late Middeleeuwen riolen zijn aangelegd.

Nadere informatie

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject De aanleg Waterdunen Waterdunen is een groot recreatienatuurproject in West Zeeuws- Vlaanderen. Het geeft de regio de kans om de leefbaarheid op de lange termijn te waarborgen. Dit gebeurt door te investeren

Nadere informatie

geheimzinnige, waterlopen. Deze deels onbekende waterwegen worden weer zichtbaar en bruikbaar voor de kleinere recreatievaart.

geheimzinnige, waterlopen. Deze deels onbekende waterwegen worden weer zichtbaar en bruikbaar voor de kleinere recreatievaart. Gouda is een typisch Hollandse stad die al leven met water Ykema T+L eeuwenlang verbonden is met het water van de Gouwe en de Hollandse IJssel. Hollandse Waterstad is de naam van een aantal ambitieuze

Nadere informatie

Van Welkom op de 250 e verjaardag van de Hazerswoudsche Droogmakerij. Vierheemkinderenweg 7 Hazerswoude

Van Welkom op de 250 e verjaardag van de Hazerswoudsche Droogmakerij. Vierheemkinderenweg 7 Hazerswoude Van Welkom op de 250 e verjaardag van de Hazerswoudsche Droogmakerij Vierheemkinderenweg 7 Hazerswoude 8 + 9 september 2012 Vanaf dit punt had u voor 1759 uitzicht op de Hazerswoudse Plas, al het ingekleurde

Nadere informatie

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG GITS TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG 31 juli 1914: ten oorlog! Op vrijdag 31 juli 1914 staat Gits in rep en roer: de algemene mobilisatie wordt afgekondigd. Alle jongemannen die in aanmerking komen voor

Nadere informatie

Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen

Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Leerlingen Naam: De Boven-Schelde: varen tussen Oudenaarde en Merelbeke Klas: 9 Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Schelde 1a. Waar bevindt zich de bron van de Schelde?

Nadere informatie

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Brugge, Sint-Salvatorskathedraal Dossiernr. 2010/067 onderzoek t.h.v. het koorgestoelte Elisabeth Van

Nadere informatie

centrum voor onderzoek waterkeringen i > \J^> «5,7 - "2- C

centrum voor onderzoek waterkeringen i > \J^> «5,7 - 2- C centrum voor onderzoek waterkeringen i > \J^> «5,7 - "2- C3 80.12 Dijkdoorbraak Tholen december 1894 S-80.056 Centrum voor Onderzoek Waterkeringen Opgesteld door F.M. Waarsenburg en P. van Dam (praktikanten)

Nadere informatie

DIE VIJF DAGEN IN MEI

DIE VIJF DAGEN IN MEI DIE VIJF DAGEN IN MEI 1940 Op initiatief van Martin Lagestee maakte Lagestee Film BV in samenwerking met acht regionale omroepen en in coproductie met NTR en VPRO vijf documentaires met als onderwerp de

Nadere informatie

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde

De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde De Schelde, een globale schets: Geomorfologie van de Schelde Jean Jacques Peters Raadgevend ingenieur - rivierenspecialist V.U. Brussel - Vakgroep Waterbouwkunde en Hydrologie Geomorfologie van de Schelde

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1 Achtergrond informatie voor docenten. D- Day betekend de eerste dag van een grote militaire operatie. In de Tweede Wereldoorlog viel dat op 6 juni 1944. Maar de inval van de Amerikanen in Afghanistan was

Nadere informatie

EEN LANDSCHAPSKUNSTWERK IN OPDRACHT VAN HET WATERSCHAP BRABANTSE DELTA WASTELAND WARLAND PAUL DE KORT

EEN LANDSCHAPSKUNSTWERK IN OPDRACHT VAN HET WATERSCHAP BRABANTSE DELTA WASTELAND WARLAND PAUL DE KORT EEN LANDSCHAPSKUNSTWERK IN OPDRACHT VAN HET WATERSCHAP BRABANTSE DELTA WASTELAND WARLAND PAUL DE KORT WETLAND Vanuit België en het Brabantse beekdallandschap vloeien de beekjes Mark en Aa of Weerijs bij

Nadere informatie

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Naam GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat Groot Brittannië Groot-Brittannië is Schotland, Engeland en Wales samen. Engeland is het grootst van Groot-Brittannië en Wales het kleinst. Engeland heeft meer dan 46

Nadere informatie

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Luc Lebbe Onderzoeksgroep Grondwatermodellering Vakgebied Geologie en Bodemkunde

Nadere informatie

De ontginning van het woeste land

De ontginning van het woeste land De ontginning van het woeste land In een tijdsbestek van 2000 jaar is het onland van het huidige Nederlandse grondgebied door mensenhanden in cultuur gebracht. De serie kaarten toont de ontginning van

Nadere informatie

Polder Halsteren Schade en herstel 1953

Polder Halsteren Schade en herstel 1953 Polder Halsteren Schade en herstel 1953 Waterschap De Polders van Halsteren Schade aan de dijken De buitendijken van dit waterschap hebben een hoogte van N.A.P. -\- 5,00 a 5,50 m, terwijl de stormvloedstand

Nadere informatie

Rampzalig dijkbestuur

Rampzalig dijkbestuur Watersnood 1717 Rampzalig dijkbestuur koste duizenden levens De Kerstvloed van 1717 was een van de grootste natuurrampen uit de geschiedenis van het land. Vooral Groningen werd zwaar getroffen. Maar hoe

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

VENSTER OP HET LANDSCHAP (3) De Zwingeul tussen Sint-Anna ter Muiden en Sluis

VENSTER OP HET LANDSCHAP (3) De Zwingeul tussen Sint-Anna ter Muiden en Sluis Tenslotte moest de aannemer aan beide zijden van het dak een goot van dobbel tijckloot en een af. oerpijp hangen die het hemelwater naar de regenbak leidde. Volgens het bestek kwam het vervoer van de bouwmaterialen

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

Diepzeehaven als Ontwerpopgave

Diepzeehaven als Ontwerpopgave Diepzeehaven als Ontwerpopgave Graafwerken gestart aan nieuw kanaal Nauwelijks nog vrachtwagens op onze wegen Verschillende ministers gaven gisteren met een symbolische spadesteek het startschot voor de

Nadere informatie

LEZEN. Terpentijd - 1500

LEZEN. Terpentijd - 1500 1 LEZEN Terpentijd - 1500 Friesland bestaat eigenlijk uit drie delen: de klei, het veen en het zand. De eerste boeren woonden op het zand (De Wouden en Gaasterland). Hun aardewerk in de vorm van trechters

Nadere informatie

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen Leerlingen Naam: De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen Klas: 9 Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen Schelde Het gebied van de Schelde en haar bijrivieren heeft een

Nadere informatie

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick 25-11-2010 Inleiding Op 25 november 2010 is op het terrein van het vroegere Fort Sint Michiel te Blerick een proefsleuf getrokken, in verband

Nadere informatie

Oostkerke ademt Mien Ruys

Oostkerke ademt Mien Ruys NIEUWSBRIEF 82 juli 2014 Beste, Je hebt via www.atelierartisjok.be ingetekend op de nieuwsbrief. De nieuwsbrief zal je wat meer wegwijs maken in diverse thema's rond planten en tuinarchitectuur. Suggesties

Nadere informatie

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN 96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn

Nadere informatie

DR WILLEM VAK DER HELM. VAN LANSCHOT, 110

DR WILLEM VAK DER HELM. VAN LANSCHOT, 110 DE EN HAAR WINDVAAN De Koepoort, afgebroken in 1864, was niet de eerste poort van die naam doch de tweede. In gaf Hertog verlof aan de stad Leiden tot het optrekken van muren en poorten rondom de stad.

Nadere informatie

De wens van de Portus a/d Reep en omwonenden in verband met de herwaardering.

De wens van de Portus a/d Reep en omwonenden in verband met de herwaardering. De wens van de Portus a/d Reep en omwonenden in verband met de herwaardering. De wens van de Portus a/d Reep en omwonenden in verband met de herwaardering. Gouvernementsgebouw vóór de overwelving van de

Nadere informatie

GEHEUGENSPOOR. Een schetsontwerp voor kunst rond het knooppunt N242/N241. van beeldend kunstenaar PAUL DE KORT in samenwerking met

GEHEUGENSPOOR. Een schetsontwerp voor kunst rond het knooppunt N242/N241. van beeldend kunstenaar PAUL DE KORT in samenwerking met www.pauldekort.nl www.parklaan.nl 2012 Niets is zo onvoorspelbaar als het geheugen. Zomaar uit het niets, lijkt het, komt een stukje van het verleden in het heden terecht. Een schetsontwerp voor kunst

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats).

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats). Het verhaal van 1588 Bodystorming Inleiding Het jaar 1588 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van de Republiek. De gebeurtenissen die eraan vooraf gaan worden als feiten voorgelezen en tussen de

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan I. Verslaggevers: *Naam, adres, contactgegevens, functie van de opstellers van het rapport en datum melding. Inge Zeebroek, erfgoedonderzoeker VIOE,

Nadere informatie

Oudenburg in het Brugse Ommeland

Oudenburg in het Brugse Ommeland Oudenburg in het Brugse Ommeland Oudenburg, nu eigenlijk een rustig plattelandsstadje op de grens tussen polder- en zandstreek in het Brugse Ommeland, behoort tot de oudste steden van ons land. De Romeinen

Nadere informatie

Grondboor en Hamer. Oldenzaal juni pag afb. De steenbank

Grondboor en Hamer. Oldenzaal juni pag afb. De steenbank Grondboor en Hamer 3 1980 pag. 99-104 7afb. Oldenzaal juni 1980 De steenbank T. de Vries In de Zuiderzee kwamen hier en daar ondiepe en tegelijk steenachtige plaatsen voor. Ze werden gemeden door schippers

Nadere informatie

Verkenning RV Rijnland van mogelijke vaarverbindingen Vlietland Rotte

Verkenning RV Rijnland van mogelijke vaarverbindingen Vlietland Rotte Bijlage 1 bij zienswijze RV Rijnland Verkenning RV Rijnland van mogelijke vaarverbindingen Vlietland Rotte 1. Historie De ontwikkeling van de vaarweg van Rotterdam via de Rotte noordwaarts en die via Delft

Nadere informatie

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Watersysteem Droge voeten en schoon water www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Droge voeten en schoon water Waterschappen zorgen ervoor dat jij en ik droge

Nadere informatie

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1 THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1 Naam: Groep: NU EN DE TOEKOMST (1941 TOT NU) DE RAMP VAN 1953 Bekijk de video Kustbescherming. 1 A. Welke natuurlijke oorzaken zorgden ervoor dat de watersnoodramp

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK A. DEVROE DECEMBER 2016 COLOFON Project Archeologienota Antwerpen, Delwaidedok Opdrachtgever SEA-TANK 700B Skaldenstraat 1 9042 Gent Opdrachtnemer

Nadere informatie

Het Masterplan Kustveiligheid

Het Masterplan Kustveiligheid Het Masterplan Kustveiligheid Symposium Natuurlijke Kustbescherming, 23/10/17 Ir. Daphné Thoon MDK-Afdeling Kust A low-lying Laaghinterland liggend achterland Meer dan 85% van de polders ligt onder +5

Nadere informatie

Piscine Mai. In een poging het lelijke effect van de grafitti te minimaliseren, heb ik deze reeks in zwart/wit bewerkt

Piscine Mai. In een poging het lelijke effect van de grafitti te minimaliseren, heb ik deze reeks in zwart/wit bewerkt Piscine Mai In de jaren 1970 vatte de Franse overheid het plan op om de zwemsport toegankelijk te maken voor alle Fransen. Het project, dat liep tot het begin van de jaren 1980, kreeg de naam 1000 piscines

Nadere informatie

1.2 MESOSCHAAL: Historische analyse van de Oostendse Oosteroever...p 41

1.2 MESOSCHAAL: Historische analyse van de Oostendse Oosteroever...p 41 DEEL 1. HISTORIEK 1.1 MACROSCHAAL: Beknopte weergave van het ontstaan en de ontwikkeling van de stad Oostende en haar haven...p 17 1.2 MESOSCHAAL: Historische analyse van de Oostendse Oosteroever...p 41

Nadere informatie

Kaart van 1755 van de Keizersen. Lievenspoort. St lievenspoort. Brusselsepoort. Oud Scheldeken. Heuvelpoort. St Pietersdorp.

Kaart van 1755 van de Keizersen. Lievenspoort. St lievenspoort. Brusselsepoort. Oud Scheldeken. Heuvelpoort. St Pietersdorp. Brusselsepoortstraat johan@sint-pietersdorp.be D7 Brusselsepoort St lievenspoort Kaart van 1755 van de Keizersen Sint- Lievenspoort Oud Scheldeken Heuvelpoort St Pietersdorp Spaans kasteel Kaart van 1799

Nadere informatie

DE LEIDSE GRACHTEN. RLERS, der stadt Leyden, Leiden 1641, blz.

DE LEIDSE GRACHTEN. RLERS, der stadt Leyden, Leiden 1641, blz. DE LEIDSE GRACHTEN Het hier voorgaande artikel van de heer FOCKEMA ANDREAE over het beloop der wateren in en rond Leiden en ook de steeds verder schrijdende demping der Leidse grachten was voor de redactie

Nadere informatie

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2 X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN MAASVLAKTE 2 X De haven van Rotterdam x werd te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom

Nadere informatie

De Mandel aan de Durme gebonden.

De Mandel aan de Durme gebonden. De Mandel aan de Durme gebonden. A. Het Oer-Durmedal in de Vlaamse Vallei te Deinze. De afwatering langs de Vlaamse Vallei is in de loop der tijden vele malen gewijzigd. Het beken- en rivierenstelsel is

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Albrecht van Oostenrijk: (Wiener Neustadt, 15 november 1559 Brussel, 13 juli 1621

Albrecht van Oostenrijk: (Wiener Neustadt, 15 november 1559 Brussel, 13 juli 1621 Albrecht en Isabella Heersers van de Nederlanden Periode: 1598 1621 Voorganger: Filips II Opvolger: Filips IV Albrecht van Oostenrijk: (Wiener Neustadt, 15 november 1559 Brussel, 13 juli 1621 Ook Albert

Nadere informatie

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Harderwijk kende oorspronkelijk zeven stadspoorten. De meest onbekende hiervan is de Peelenpoort aan het einde van de Grote Oosterwijk. Deze poort

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Aquädukt Schmidt, 2006 Bernhard WEBER 2-4 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten

Aquädukt Schmidt, 2006 Bernhard WEBER 2-4 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten Aquädukt Schmidt, 2006 Bernhard WEBER 2-4 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten "aquae ductus" = Latijns voor 'de stroming van het water' Inleiding "Huizen bouwen is niet zo moeilijk, voor water zorgen des

Nadere informatie

Rond en groen De piramiden van Ronse

Rond en groen De piramiden van Ronse Rond en groen De piramiden van Ronse /LEAD/ Volgens de Vlaamse streekauteur Omer Wattez (1857-1935) is Ronse de Parel van de Vlaamse Ardennen. Deze eretitel heeft de stad grotendeels aan zijn geaccidenteerde

Nadere informatie

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Over dit boek De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over een man die vlucht naar Europa.

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAPSINVENTARISATIE GEMEENTE BREDA IV RELICTEN VAN HET HISTORISCHE LANDSCHAP

CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAPSINVENTARISATIE GEMEENTE BREDA IV RELICTEN VAN HET HISTORISCHE LANDSCHAP CULTUURHISTORISCHE LANDSCHAPSINVENTARISATIE GEMEENTE BREDA IV RELICTEN VAN HET HISTORISCHE LANDSCHAP dr K.A.H.W. Leenders 15 oktober 2004 1. INLEIDING 203 2. RELICTSTATUS BESCHOUWD PER THEMA 204 3. ALGEMEEN

Nadere informatie

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

Archief van de. Vereniging. Van der Lek de Clerq kleuterschool. te Stavenisse

Archief van de. Vereniging. Van der Lek de Clerq kleuterschool. te Stavenisse Archief van de Vereniging Van der Lek de Clerq kleuterschool te Stavenisse 1898-1982 2 Inleiding Op 2 maart 1898 richtte Mr. Johan van der Lek de Clercq, vice-president bij de arrondissementsrechtbank

Nadere informatie

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP niveau 1: hoogste klassen basisschool KIJKEN EN METEN Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP Niveau 1: hoogste klassen basisschool Vul de

Nadere informatie

Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak. Patrick van Gils

Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak. Patrick van Gils Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak Patrick van Gils De slag bij Kadesj is één van de bekendste veldslagen uit de Egyptische geschiedenis. In zijn 5 e regeringsjaar trok Ramses

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

17 september 1944 1 juni 1975 Goederenvervoer: 1 februari 1905 2 maart 1970

17 september 1944 1 juni 1975 Goederenvervoer: 1 februari 1905 2 maart 1970 pagina 1 van 5 Halte Bergentheim Gewijzigd: e:10-07-2010 Inhoud: Gegevens halte Exploitatie Gebouwen Emplacement Spoorweghaven Personeel Gegevens plaats Links: Fabrieksaansluitingen: Turfstrooiselfabriek

Nadere informatie