Social Inequalities and the Welfare State

Transcriptie

1 P Sociologie I

2 Inhoudsopgave Vak: Social Inequalities and the Welfare State 1 Vak: Moderne samenlevingen 2 Vak: Schrijf- en rekenvaardigheden 3 Vak: Methodologie van sociaal-wetenschappelijk onderzoek 5 Vak: Reuzen van de sociologie 6 Vak: Sociologie van de 21e eeuw 7 Vak: Methoden en technieken van kwalitatief onderzoek 8 Vak: Onderzoekspracticum kwantitatief (pmc) 9 Vak: Premasterthesis sociologie 10 II

3 Social Inequalities and the Welfare State Course code S_SIWS () Period Period 4 Language of tuition English Faculty Coordinator drs. B. Slijper Teaching staff prof. dr. B. Vis, drs. B. Slijper Teaching method(s) Study Group, Lecture Course objective - Students are able to distinguish and describe the relevant forms and dimensions of social inequality; - Students are able to distinguish and critically assess functionalist and conflict perspectives on social inequality; - Students have basic knowledge of the types, degree and development of social inequalities in contemporary Western societies, and the differences between societies thereof; - Students gain a solid understanding of what is a welfare state and which types, or regimes, of welfare states exist; - Students learn the most important sociological and political science explanations of why welfare state developed the way they did; - Students understand the relationship between social inequality and the welfare state and know how the latter shapes the former. Course content This course is designed to introduce students to the various issues concerning the forms, origins and structure of social inequalities in contemporary Western societies, and to analyze the intended and unintended ways in which welfare states affect these social inequalities. The course is divided into three parts: (1) In the first part, we will discuss the problem of social inequality. Why is social inequality a relevant social and social scientific problem? What are the different types and dimensions of social inequality? And what are the main explanations for the existence and persistence of social inequalities? (2) In the second part, we will address the question to what extent the ideal of equality of opportunities has been realized in contemporary Western societies. Specifically, we will examine the role of the educational system and forms of (indirect) discrimination in explaining persistent inequalities on the basis of social background, gender or ethnicity. (3) In the third part, we zoom in onto the question to what extent inequalities of outcome have been regulated by modern welfare states. Although modern welfare states were designed to moderate socio-economic inequalities and to alleviate their consequences, the effects of welfare states have been diverse. First, we will discuss what a welfare state is and why we needed it in the first place. Then, we turn to the question of how these welfare states came about, that is to say, which sociological, economic and political factors were responsible for their emergence? We will see that the welfare state does not exist but that welfare states come in different types or regimes. Which ones are that and have these changed over time? Finally, we turn to the relationship between welfare states and social inequality. To what extent does the Pagina 1 van 11

4 welfare states indeed reduce social inequalities? Do countries vary in the extent to which they do so and does this capacity change over time? Form of tuition Bi-weekly meetings of approximately 3 hours. The first part of each meeting is lecture-based; the second part takes the form of a tutorial. Active participation of students is required. Type of assessment Written examination Course reading To be announced Target group Bachelor students Political Science; Bachelor students Sociology; Bachelor students Maatschappijwetenschappen; Bachelor students CAO; Exchange students Moderne samenlevingen Vakcode S_MDS () Periode Periode 1 prof. dr. T.G. van Tilburg prof. dr. T.G. van Tilburg Hoorcollege, Werkgroep Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van moderne samenlevingen en de opkomst van de sociale wetenschappen en de sociologie daarbinnen; Kennis van de hoofdvragen van de sociologie. Studenten maken kennis met het moderniseringsproces, een van de centrale veranderings processen waar sociologen zich mee bezig houden. In de loop van de 19e eeuw is ook de sociologie ontstaan als een antwoord op de vele sociale vragen en problemen die het moderniseringsproces opriep. Deze sociologische verkenning van maatschappelijke veranderin gen is vervlochten met de behandeling van drie hoofdvragen van de sociologie, drie belangrijke problemen waarmee moderne samenlevingen worden geconfronteerd: het cohesie vraagstuk, het ongelijkheidsvraagstuk en het identiteitsvraagstuk. Deze drie hoofdvragen worden bestudeerd vanuit de centrale vraag naar sociale structuur en sociale verandering. Hoorcollege en werkcollege onderzoek en opdrachten; deeltentamen Pagina 2 van 11

5 van Hoof, J. & van Ruysseveldt, J. (2008). Sociologie en de moderne samenleving: Maatschappelijke veranderingen van de industriële omwenteling tot in de 21ste eeuw. Den Haag: Boom. 60 ISBN (deel 1 en 2, epiloog; p. 17 t/m 415, p. 513 t/m 528). Bachelorstudenten Sociologie (eerste jaar), Maatschappijwetenschappen (eerste jaar), Politicologie (tweede jaar); PreMaster Course Sociologie Schrijf- en rekenvaardigheden Vakcode S_SRV () Periode Periode 1 drs. A.J. de Vetten drs. A.J. de Vetten Hoorcollege, Werkgroep Schrijfvaardigheden: Na afloop van deze cursus heeft de student - vaardigheden ontwikkeld ter voorbereiding op het zelfstandig schrijven van onderzoeksrapporten en theses in de PMC en Masteropleiding. Rekenvaardigheden: Na afloop van deze cursus heeft de student - de noodzakelijke wiskundige bagage tot op het instapniveau van M&T2: Beschrijvende en Inferentiële Statistiek (vgl. met relevante wiskunde op VWO-niveau). Gedurende dit blok werken studenten aan het onderwerp schrijven (drie weken) en het onderwerp rekenen (drie weken). Aan het begin van de week wordt een hoorcollege gepland waarin het centrale thema van die week uiteen wordt gezet. Schrijfvaardigheden: Voor het schrijfgedeelte wordt tweewekelijks een nieuwe set opdrachten via de elektronische leeromgeving aangeboden. Studenten werken zelfstandig aan opdrachten om ervaring op te doen met verschillende aspecten van wetenschappelijk schrijven. Daarnaast geven cursisten feedback via de elektronische leeromgeving aan elkaar over geschreven teksten. Op deze wijze worden studenten blootgesteld aan goede en slechte voorbeelden van anderen en worden zij geconfronteerd met hun eigen fouten en verbeterpunten. Docent geeft feedback op de gemaakte opdrachten (soms alleen met voldoende/onvoldoende, andere keren met inhoudelijk commentaar). Daarnaast faciliteert de docent het intervisie- en feedbackproces. Rekenvaardigheden: dit vak begint direct in week 1 met een toets over drie afgebakende sets van onderwerpen, namelijk rekenkunde en algebra, functies en de elementaire basis van de statistiek. De precieze indeling wordt t.z.t. bekend gemaakt. De toets is op het aanvangsniveau van M&T2. Afhankelijk van welk onderdeel gehaald is, neemt een student verplicht Pagina 3 van 11

6 deel aan de bijbehorende week die gaat over dit specifieke onderdeel. Studenten die alles halen krijgen vrijstelling voor het rekenvaardighedendeel van dit vak. Studenten kunnen ook te horen krijgen dat alle drie de onderdelen verplicht zijn te volgen. Elke week begint met een hoorcollege, waarna studenten in eerste instantie zelfstandig werken aan opgaven uit het boek, en het maken van testjes in MyMathlab, een online leeromgeving die specifiek hoort bij stof die behandeld wordt. Gedurende de week zijn er twee werkgroepbijeenkomsten waar vragen kunnen worden gesteld en waar gezamenlijk opgaven worden gemaakt. Elke week wordt afgesloten met het maken van een online toets (waarschijnlijk in de computerzaal onder supervisie). Toetsen die niet gehaald worden kunnen op zeer korte termijn (binnen een of twee weken) worden overgemaakt. Alleen als de drie toetsen zijn gehaald kan worden deelgenomen aan Beschrijvende en Inferentiële Statistiek. Gedurende dit blok werken studenten aan het onderwerp schrijven (drie weken) en het onderwerp rekenen (drie weken). Aan het begin van de week wordt een hoorcollege gepland waarin het centrale thema van die week uiteen wordt gezet. Schrijfvaardigheden: Voor het schrijfgedeelte wordt tweewekelijks een nieuwe set opdrachten via de elektronische leeromgeving aangeboden. Studenten werken zelfstandig aan opdrachten om ervaring op te doen met verschillende aspecten van wetenschappelijk schrijven. Daarnaast geven cursisten feedback via de elektronische leeromgeving aan elkaar over geschreven teksten. Op deze wijze worden studenten blootgesteld aan goede en slechte voorbeelden van anderen en worden zij geconfronteerd met hun eigen fouten en verbeterpunten. Docent geeft feedback op de gemaakte opdrachten (soms alleen met voldoende/onvoldoende, andere keren met inhoudelijk commentaar). Daarnaast faciliteert de docent het intervisie- en feedbackproces. Rekenvaardigheden: dit vak begint direct in week 1 met een toets over drie afgebakende sets van onderwerpen, namelijk rekenkunde en algebra, functies en de elementaire basis van de statistiek. De precieze indeling wordt t.z.t. bekend gemaakt. De toets is op het aanvangsniveau van M&T2. Afhankelijk van welk onderdeel gehaald is, neemt een student verplicht deel aan de bijbehorende week die gaat over dit specifieke onderdeel. Studenten die alles halen krijgen vrijstelling voor het rekenvaardighedendeel van dit vak. Studenten kunnen ook te horen krijgen dat alle drie de onderdelen verplicht zijn te volgen. Elke week begint met een hoorcollege, waarna studenten in eerste instantie zelfstandig werken aan opgaven uit het boek, en het maken van testjes in MyMathlab, een online leeromgeving die specifiek hoort bij stof die behandeld wordt. Gedurende de week zijn er twee werkgroepbijeenkomsten waar vragen kunnen worden gesteld en waar gezamenlijk opgaven worden gemaakt. Elke week wordt afgesloten met het maken van een online toets (waarschijnlijk in de computerzaal onder supervisie). Toetsen die niet gehaald worden kunnen op zeer korte termijn (binnen een of twee weken) worden overgemaakt. Alleen als de drie toetsen zijn gehaald kan worden deelgenomen aan Beschrijvende en Inferentiële Statistiek. Hoor- en werkcolleges (aanwezigheidsplicht) en zelfstudie: MyMathlab. Diverse deeltoetsen. Alle toetsen moeten met een voldoende zijn afgerond Pagina 4 van 11

7 - Gerhard G. van de Bunt (samensteller). Descriptive and Inferential Statistics in the Social Sciences (2011). Pearson Custom Publishing. PMC CW, PMC SOC, PMC BK, PMC ORG Overige informatie - Het is absoluut noodzakelijk om Descriptive and Inferential Statistics. Bij dit boek wordt een code geleverd, die nodig is om de opdrachten en de toetsen te maken en gebruik te maken van de online leeromgeving die gebruikt zal worden tijdens de colleges. - Descriptive and Inferential Statistics is alleen te verkrijgen via de VU-boekhandel. Bij andere boekhandels is het boek niet te koop. Methodologie van sociaal-wetenschappelijk onderzoek Vakcode S_MTSWO () Periode Periode 2 dr. J.C. Muis dr. E. Grassiani, dr. J.C. Muis Hoorcollege Na afloop van deze cursus kan de student: - een onderscheid maken tussen de verschillende zienswijzen op de sociale werkelijkheid en een relatie leggen tussen deze visie en het doen van sociaalwetenschappelijk onderzoek; - een onderzoeksvraag vertalen naar een onderzoekbare vraag; - de stappen van onderzoekbare vraag naar onderzoeksontwerp en van onderzoeksontwerp via dataverzameling naar analyseontwerp maken en alle afwegingen die gemaakt dienen te worden benoemen; - een onderscheid maken tussen diverse manieren van data verzamelen en data analyseren en aangeven wanneer welke manier het best kan worden ingezet. Het vak biedt een introductie tot het sociaal-wetenschappelijk onderzoeksproces. Het vak laat enerzijds zien dat de manier waarop een onderzoeker de sociale werkelijkheid benadert vaak samengaat met de keuze voor een bepaald onderzoeksontwerp met bijbehorende methoden van dataverzameling en analysetechnieken. Er bestaat een duidelijke lijn van een onderzoekbaar sociaal probleem, via de onderzoeksvraag, het onderzoeksontwerp, de vergaring van gegevens, het analyseren van deze gegevens naar de interpretatie van de resultaten (de empirische cyclus). In dit proces bepaalt de keuze voor bijvoorbeeld een onderzoeksontwerp al deels hoe de gegevens verzameld zullen gaan worden. Het vak biedt inzicht in deze afhankelijkheid. Anderzijds biedt het vak sec een overzicht van verschillende dataverzamelingsmethoden en analysetechnieken. Tijdens het vak wordt allereerst aandacht besteed aan de vertaling van een sociaal-wetenschappelijk probleem naar een onderzoekbare Pagina 5 van 11

8 onderzoeksvraag. Wat is de rol van kennis, theorieën, paradigma s en perspectieven op de sociale werkelijkheid bij het opstellen van (verschillende typen) onderzoeksvragen (i.e. exploratief, beschrijvend en hypothesetoetsend). Met de onderzoeksvraag als uitgangspunt wordt inzicht geboden in de manieren waarop deze kan worden beantwoord, maar vooral dat er meerdere zienswijzen bestaan op hoe het probleem benaderd kan worden, met name de interpretatieve (vaak samengaand met zogenaamd kwalitatief onderzoek) en de positivistische benadering (vaak samengaand met zogenaamd kwantitatief onderzoek). Deze invalshoeken kunnen onafhankelijk van elkaar gebruikt worden, maar ze kunnen, mits goed doordacht, elkaar ook aanvullen. Zodra het onderzoeksontwerp gekozen is, is de volgende vraag hoe de gegevens die nodig zijn om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, verzameld kunnen worden. Het pallet aan methoden om gegevens te verzamelen bestaat ondermeer uit het afnemen van vragenlijsten (tegenwoordig steeds vaker online), het houden van interviews (gestructureerd, ongestructureerd, m.b.v. focusgroepen), het bestuderen van teksten en beelden, participerende observatie, het doen van experimenten, etc. Issues die een rol spelen voor, tijdens en na de datavergaring komen uitgebreid aan bod, zoals operationalisatie, betrouwbaarheid en validiteit, ordening van de gegevens, subjectiviteit, causaliteit, generalisatie, ethiek, reflexiviteit, extreme cases, etc. Zodra de afweging is gemaakt om bepaalde gegevens op een bepaalde manier te verzamelen, is de volgende vraag hoe deze gegevens geanalyseerd kunnen worden om de onderzoeksvraag zo goed mogelijk te beantwoorden. De keuze voor een analysetechniek is beperkt omdat deze deels afhangt van wijze waarop de onderzoeksvraag is opgesteld en van de data die verzameld zijn. Bij analysetechnieken kan gedacht worden aan statistische analyse, discoursanalyse, inhoudsanalyse, secundaire bronnen analyse, netwerkanalyse, etc. Op basis van de analyse worden de resultaten op een inzichtelijke wijze gepresenteerd die recht doet aan het probleem, de observatie- en analysemethode (bijv. een empirisch toetsend artikel, een etnografie). Omdat antwoorden meestal tot nieuwe vragen leiden wordt daarna de empirische cyclus opnieuw doorlopen. Hoorcolleges Schriftelijk tentamen (mc) - Gerhard G. van de Bunt & Lorraine Nencel (compilers). Social Research Methodology: Qualitative and Quantitative Approaches (2011). Pearson Custom Publishing. BSc 1, PMC CW, PMC SOC Overige informatie - Het tentamen mag na afloop van afname NIET worden meegenomen. - Het is absoluut noodzakelijk om Social Research Methodology aan te schaffen. Bij dit boek wordt een code geleverd, die nodig is om de opdrachten te maken en gebruik te maken van de online leeromgeving die gebruikt zal worden tijdens de colleges. - Social Research Methodology is alleen te verkrijgen via de VUboekhandel. Bij andere boekhandels is het boek niet te koop. Reuzen van de sociologie Pagina 6 van 11

9 Vakcode S_RS () Periode Periode 2 dr. M.J. Aartsen dr. M.J. Aartsen Hoorcollege, Werkcollege Studenten kennen de hoofdlijnen van het gedachtengoed van de belangrijkste klassieke en hedendaagse sociologen en kunnen verschillen benoemen. Ze kunnen de kennis toepassen op sociale problemen uit het leven van alledag en uitleggen hoe bepaalde ogenschijnlijk triviale zaken als Internet, snackbars en alcohol gebruik begrepen kunnen worden in het licht van de ideeen van de behandelde sociologen. In deze cursus worden de belangrijkste theorieën die sociologen horen te kennen behandeld, zoals de grote klassiekers Marx, Durkheim en Weber, maar ook Mead, Simmel, Freud en Du Bois. Via het werk van andere grootheden zoals Adorno, Parsons en Merton eindigen we met ideeën van Foucault, Giddens en Bourdieu. Bij de bespreking van de theoretici komt onder meer de stroming die ze representeren aan de orde, zoals het symbolisch interactionisme, de kritische theorie, de rationelekeuzetheorie, moderniteit en postmoderniteit. Aan de hand van oefeningen op groepsniveau gaan we aan de slag met het toepassen van die kennis op hedendaagse ontwikkelingen. Deze oefeningen helpen om het soms abstracte materiaal beter te begrijpen en toe te kunnen passen. Hoorcollege en werkcollege Tentamen (70%) en opdrachten (30%) - Calhoun, C., Gerteis, J., Moody, J., Pfaff, S. & Virk, I. (2007). Contemporary sociological theory (2nd ed.). Oxford UK: Blackwell Publishing. (200 pp selected chapters) - Kivisto, P. (2008). Illuminating Social Life: Classical and contemporary theory revisited (4th ed.). Los Angeles: Pine Forge Press. (150 pp selected chapters). Bachelorstudenten Sociologie, PMC sociologie en bachelorstudenten CAO. Sociologie van de 21e eeuw Vakcode S_S21 () Periode Periode Pagina 7 van 11

10 dr. G.C.F. Thomese dr. G.C.F. Thomese Hoorcollege, Werkgroep - Inzicht in centrale sociologische vraagstukken van eigentijdse ontwikkelde samenlevingen. - Inzicht in de theorievorming over zulke vraagstukken. - Kunnen vertalen van theoretische inzichten in een visie op toekomstige ontwikkelingen in een of meer belangrijke maatschappelijke vraagstukken. De overgang naar de 21e eeuw markeert belangrijke veranderingen in de maatschappij en in het denken over de maatschappij. Voor een deel zijn die veranderingen terug te voeren op eeuwenoude processen, zoals het moderniseringsproces. Tegelijk zien we ongekende verschijnselen, zoals de veelkoppige globalisering of de verreikende individualisering. In een intensief programma van vier weken duiken studenten in de sociologische theorievorming over en rond de 21e eeuw. Aan de hand van enkele hoofdthema s (modernisering, globalisering, individualisering) onderzoeken zij belangrijke theorieën en vraagstukken. Iedere week wordt deze theorietische kennis getoetst. Tegelijkertijd wordt in groepjes gewerkt aan toekomstscenario s, die aan het eind van de cursus worden bediscussieerd. We beginnen in de eerste week met een professionele instructie in het schrijven van zulke scenario's. Deeltoetsen (40%), participatie (20%), werkstuk (40%) Wordt nog bekend gemaakt. Bachelorstudenten sociologie en PMC sociologie Overige informatie Aanwezigheid verplicht. Studenten moeten voltijds beschikbaar zijn gedurende de vier weken van deze cursus. Methoden en technieken van kwalitatief onderzoek Vakcode S_MTKOZ () Periode Periode 4 dr. E. Grassiani dr. E. Grassiani Practicum, Hoorcollege, Werkgroep Na afloop van deze cursus kan de student - een onderscheid maken tussen de verschillende kwalitatieve dataverzameling- en analysesmethoden en deze toepassen; Pagina 8 van 11

11 - reflecteren op de rol van de onderzoeker in het onderzoeksproces; - zelfstandig data ontsluiten, coderen, interpreteren, analyseren en rapporteren van informatie uit verschillende bronnen; - methoden van discours analyse toepassen. Nadat studenten kennis hebben gemaakt met de grondslagen van kwalitatief onderzoek in Methodologie van Sociaalwetenschappelijk Onderzoek, verdiepen studenten in dit vak hun (theoretische) kennis van en doen ervaring op met kwalitatieve onderzoeksmethodologie. Vanuit het wetenschappelijk paradigma dat veelal wordt gebruikt binnen kwalitatief onderzoek wordt in dit vak bijzondere aandacht gegeven aan de vervlechting van theorie, onderzoeksdesign, dataverzameling en dataanalyse. In aanvulling doen studenten ervaring op met enkele onderzoeksvaardigheden zoals etnografische observatie en diverse soorten kwalitatieve interviews. Daarbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de relatie tussen onderzoeksvraag en onderzoeksmethode, en aan de rol van de onderzoeker in het onderzoeksproces (ethiek en reflectie). Daarnaast komen verschillende typen interpretatie en de analyse van kwalitatieve data aan bod. De nadruk zal daarbij komen te liggen op discours analyse van teksten. Aandacht zal ook worden gegeven aan schrijfstijl, de etnografische stem, het schrijven van een narratief en thick description. Tot slot wordt een instructie Atlas.ti of vergelijbaar pakket gegeven. Hoorcollege en enkele werkcolleges en/of practica. Aanwezigheidsplicht bij werkcolleges/practica. Schriftelijk tentamen (ong. 50%), presentatie (ong. 25%) en opdrachten (ong. 25%). Wordt nader bekend gemaakt. BSc2 SOC, PMC SOC Onderzoekspracticum kwantitatief (pmc) Vakcode S_OPKWpmc () Periode Periode 5 dr. D. Pavlopoulos dr. D. Pavlopoulos Werkgroep, Hoorcollege Na afloop van deze cursus kan de student: - elementaire beschrijvende statistische technieken onderscheiden en de juiste techniek toepassen gegeven de beschikbare data in SPSS; - empirisch te toetsen hypothesen opstellen; Pagina 9 van 11

12 - diverse statistische technieken om verschillen tussen groepen te testen (i.c. t-toets) en samenhangen tussen variabelen te testen (i.c. correlatie- en multivariate regressieanalyse) onderscheiden, en juiste toets toepassen gegeven de geformuleerde hypothese; - een betrouwbaarheidsanalyse uitvoeren met behulp van SPSS, de resultaten interpreteren en over rapporteren; - multivariate lineaire regressieanalyses uitvoeren met behulp van SPSS, de resultaten interpreteren en over rapporteren. Het zelf kunnen uitvoeren van statistische analyses is een belangrijke vaardigheid voor wetenschappelijke onderzoekers. Ook is kennis van statistische methoden van belang voor degenen die onderzoeksverslagen lezen. Het vak biedt allereerst een overzicht van technieken om verzamelde kwantitatieve gegevens te beschrijven. Onderwerpen die aan bod komen zijn ondermeer variantie, correlatie en regressie. Daarnaast biedt het vak een overzicht van technieken om verzamelde gegevens te analyseren en hypothesen te toetsen. Een deels zelf te ontwikkelen vraagstelling, met bijbehorende toetsbare hypothesen, wordt met behulp van beschikbare data-sets onderzocht. De vraagstelling heeft betrekking op een sociologisch thema dat past binnen de hoofdvragen naar ongelijkheid en sociale cohesie. Relevante constructen voor de beantwoording van de vraagstelling worden gemeten en beoordeeld op hun interne consistentie m.b.v. betrouwbaarheidsanalyse. De vraagstelling wordt vervolgens beantwoord door het uitvoeren van een geschikte multivariate lineaire regressieanalyse (zoals een mediatie of moderatie). De nadruk ligt in dit blok op de toetsing van hypothesen en de interpretatie van het resultaat. Alle technieken worden toegepast in SPSS. Hoorcollege en enkele practica. Aanwezigheidsplicht bij practica. Opdrachten Wordt nader bekend gemaakt. PMC SOC Premasterthesis sociologie Vakcode S_PMCTsoc () Periode Periode 5+6 Credits 12.0 dr. M.I. Broese Van Groenou dr. M.I. Broese Van Groenou, dr. M.J. Aartsen Werkgroep Pagina 10 van 11

13 De student kan zelfstandig de empirische cyclus doorlopen en rapporteren. Studenten schrijven een bachelorthesis waarin een sociologische probleemstelling wordt ontwikkeld en onderzocht met behulp van secundaire data-analyse, dat wil zeggen: gegevens die eerder (door anderen) zijn verzameld. De data worden ontsloten en geanalyseerd in samenhang met het onderzoekspracticum PMC, dat parallel aan de thesis wordt gegeven. Studenten werken in groepen en individueel hun probleemstelling uit, zoeken passende onderzoeksgegevens, analyseren hun empirisch materiaal en bespreken de uitkomsten in het licht van de probleemstelling. Werkcollege met groepsgewijze en individuele begeleiding; groepspresentatie. Thesis In overleg met docent Premasterstudenten Sociologie Overige informatie De thesis wordt geschreven in samenhang met het onderzoekspracticum PMC Pagina 11 van 11