Domein natuur: levende natuur, ecosystemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Domein natuur: levende natuur, ecosystemen"

Transcriptie

1 Domein natuur: levende natuur, ecosystemen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 02 De leerlingen herkennen en benoemen ten minste twee verschillende biotopen uit hun omgeving. x x 03 De leerlingen kunnen van een bepaalde biotoop enkele typische organismen aangeven die erin thuishoren. x x 06 De leerlingen leggen een duidelijk verband tussen de omgeving en het al dan niet voorkomen van organismen. x x 07a De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan omgevingsinvloeden. x 07b De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan bescherming tegen de vijand. x 07c De leerlingen geven bij dieren kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan hun voeding. x 08 De leerlingen geven bij planten kenmerken aan waaruit hun aangepastheid blijkt aan omgeving. x 09 De leerlingen weten dat organismen hun energie halen uit voedsel om te kunnen functioneren. z 10 De leerlingen stellen vast dat alle voedselketens starten bij planten. x x 11 De leerlingen weten dat micro-organismen belangrijk zijn in de voedselkringloop. x x 12 De leerlingen illustreren dat organismen in een bepaalde biotoop afhankelijk zijn van elkaar. x x 13 De leerlingen weten dat een voedselketen wordt bepaald door de relatie die bestaat tussen organismen in een biotoop. x x 14 De leerlingen stellen een voedselkringloop samen. x 15a De leerlingen illustreren de wet van eten en gegeten worden aan de hand van een voedselketen. x 15b De leerlingen illustreren de wet van eten en gegeten worden aan de hand van een voedselpiramide. x 16 De leerlingen illustreren de wet van eten en gegeven worden aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. 18 De leerlingen tonen aan dat de invloed van de mens op de aanwezigheid van organismen positief of negatief kan zijn. x x 19 De leerlingen illustreren dat er organismen met uitsterven bedreigd zijn. x x Q 20 De leerlingen geven mogelijke oorzaken van de bedreiging van bepaalde organismen aan. x Q 21 *De leerlingen zijn bereid om een bijdrage te leveren aan het in stand houden van bedreigde plant- en diersoorten in hun omgeving. x x Q

2 Domein natuur: levende natuur, organismen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 08b De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van levende wezens gelijkenissen en verschillen ontdekken, een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden deze op basis van minstens één criterium. 09 De leerlingen benoemen en beschrijven de voornaamste delen van een plant. x 10 De leerlingen kennen de functie van de voornaamste delen van een plant. x 17 De leerlingen verwoorden op een eenvoudige wijze de functie van de zintuigen. z 18 De leerlingen verwoorden op een eenvoudige wijze de functie van het skelet. z 20 De leerlingen verwoorden op een eenvoudige wijze de functie van de hersenen en zenuwen. f 21 De leerlingen zien in dat organen, zintuigen, spieren, zenuwen, hersenen en skelet als 1 samenhangend geheel funct. f 23 De leerlingen verwoorden fysische verschillen tussen leeftijdsgenoten. p 24 De leerlingen kunnen lichamelijke veranderingen die ze bij zichzelf en leeftijdsgenoten waarnemen, herkennen als normale aspecten in hun ontwikkeling. 25 De leerlingen zien in verband met groei en ontwikkeling in dat organismen vanaf het begin zich ontwikkelen en uiteindelijk (af)sterven. x x 26 De leerlingen illustreren in verband met voortplanting van mensen en dieren, dat een levend wezen steeds voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort. 28 De leerlingen illustreren dat de geboorte van mens en dier wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling in een ei. x x p x x p x x p 29 De leerlingen kunnen enkele eenvoudige ontwikkelingscycli opstellen en bespreken. x x p 30 De leerlingen onderscheiden verschillende manieren waarop organismen zich voortplanten. x x p

3 Domein natuur: niet-levende natuur, natuurkundige verschijnselen Fa Fl G M N Pe Pl Pr T V Ex 01b De leerlingen ervaren van courante materialen uit hun omgeving of ze al dan niet warmte geleiden/isoleren. x 01c De leerlingen ervaren van courante materialen uit hun omgeving of ze al dan niet elektriciteit geleiden/isoleren. x 01d De leerlingen ervaren van courante materialen uit hun omgeving of ze al dan niet geluid geleiden/isoleren. x 02 De leerlingen tonen van courante materialen uit hun omgeving enkele eigenschappen aan. x 05 De leerlingen ordenen aan de hand van minstens één criterium (vb. veerkracht, drijfvermogen, hardheid ) veelvoorkomende grondstoffen en materialen. 07 De leerlingen kennen enkele voorbeelden van veranderingen aan materialen die het gevolg zijn van inwerking van andere stoffen (bv. Mengen, oplossen, corrosie ). 08 De leerlingen kennen enkele voorbeelden van veranderingen aan materialen die het gevolg zijn van inwerking van organismen (bv. Rotting, gisting, ). 09 De leerlingen kennen enkele voorbeelden van veranderingen aan materialen die het gevolg zijn van invloed van kracht (bv. Vervormen, breken, fossilisatie..). 10 De leerlingen kennen enkele effecten van de inwerking van warmte (bv. Koken, smelten, stollen, verdampen, condenseren, uitzetten, krimpen, ontbranden ). 11 De leerlingen hebben inzicht in de kringloop van het water. f 13b De leerlingen kennen verschillende energiebronnen zoals hout, aardolie, aardgas, steenkool e 13c De leerlingen kennen verschillende energiebronnen zoals atoomkernen. e 14 De leerlingen weten dat de mens energiebronnen gebruikt om energie op te wekken. e 15b De leerlingen geven van voorzieningen en voorwerpen uit hun omgeving aan welke energiebron verantwoordelijk is voor verwarming. 15c De leerlingen geven van voorzieningen en voorwerpen uit hun omgeving aan welke energiebron verantwoordelijk is voor verlichting. e l 16 De leerlingen ontdekken de principes van tandwielen, katrollen en hefbomen. n 17 De leerlingen ontdekken de principes van communicerende vaten, magnetisme, elektriciteit en lenzen. n e x x x x x

4 Domein natuur: niet-levende natuur, de ruimte Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 02 De leerlingen tonen hoe de aarde om de eigen as draait en verklaren het ritme van dag- en nacht. l 03 De leerlingen weten dat de aarde in ongeveer één jaar om de zon draait. l 04 De leerlingen weten dat de maan in ongeveer één maand rond de aarde draait. l 05 De leerlingen tonen hoe de aarde, de zon en de maan ten opzichte van elkaar bewegen en verklaren verschijnsel van de seizoenen. l 06 De leerlingen herkennen en verklaren in visuele voorstelling de zons- en maanverduistering l Domein natuur: niet-levende natuur, weer Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 04 De leerlingen passen hun gedrag en hun kledij aan verschillende weersomstandigheden aan. w 05 De leerlingen zien in dat weersomstandigheden invloed kunnen hebben op de gemoedstoestand van zichzelf en anderen. w 06 De leerlingen weten dat het weer bepaald wordt door: temperatuur, neerslag, windrichting, windsnelheid en bewolking. w 07 De leerlingen lezen de temperatuur van de thermometer af, noteren en interpreteren ze. w 08 De leerlingen vergelijken de hoeveelheden neerslag over verschillende periodes aan de hand van zelfgemaakte meetinstrumenten. w 09 De leerlingen lezen de waarden van de pluviometer juist af, noteren en interpreteren ze. w 10 De leerlingen bepalen de juiste windrichting met een windwijzer en een windroos. w 11 De leerlingen schatten de windkracht in aan de hand van een vergelijkingstabel. w 12 De leerlingen lezen de waarden van een barometer juist af, noteren en interpreteren ze. w 13 De leerlingen kunnen de weerselementen op een bepaald moment en over een beperkte periode, meten, vergelijken en die weersituatie beschrijven. 14 De leerlingen verklaren het begrip klimaat als resultaat van weerwaarnemingen over langere perioden. w 15 De leerlingen beschrijven en benoemen verschillende kenmerken van ons klimaattype. w 16 De leerlingen stellen vast en verwoorden dat er verschillende klimaattypes bestaan door vergelijking van weergegevens uit verschillende streken. 17 De leerlingen beschrijven kenmerken van verschillende klimaattypes en benoemen de types. w 18 De leerlingen weten dat het klimaat het landschap mee bepaalt. w 19 De leerlingen weten dat menselijke activiteiten het klimaat beïnvloeden. e 20 De leerlingen zien in dat de mens verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van het klimaat. e 21 De leerlingen kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. w w w

5 Domein natuur: gezondheid, algemene doelen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 03 De leerlingen kunnen gezonde en ongezonde levensgewoonten in verband brengen met wat ze weten over het functioneren van het eigen lichaam. 04 De leerlingen weten dat bepaalde ziektes kunnen worden voorkomen. z f 05 De leerlingen weten dat bepaalde ziekteverschijnselen en handicaps niet altijd kunnen worden vermeden. z Domein natuur: beweging Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 17 De leerlingen weten dat voldoende gevarieerd bewegen bevorderlijk is voor een goede gezondheid. z 18 De leerlingen leren de grenzen van hun eigen lichaam herkennen. z 19 De leerlingen herkennen bij zichzelf de fysische gevolgen van inspanning en rust. z 20 De leerlingen zien in dat voldoende rust noodzakelijk is. z Domein natuur: gezondheid, welbevinden Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 22 De leerlingen respecteren beperkingen en mogelijkheden van anderen A Domein natuur: gezondheid, hygiëne en veiligheid Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 24 *De leerlingen nemen goede gewoonten aan inzake dagelijkse hygiëne. z f 25 De leerlingen herkennen en verwoorden onveilig gedrag van zichzelf en van anderen. z f 26 De leerlingen beseffen dat het nemen van voorzorgen de kans op ziekten en ongevallen vermindert. z f Domein natuur: gezondheid, risicogedrag Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 27 De leerlingen kennen mogelijke gevolgen van het overmatig eten en drinken van suikerhoudende en vetrijke voedingsmiddelen. f 28 De leerlingen hebben inzicht in de oorzaken en gevolgen van te weinig nachtrust. f 29 De leerlingen weten dat sommige producten verslavend zijn en/of ernstige gezondheidsrisico s kunnen inhouden. f 30 De leerlingen weten dat sterk geluid gehoorschade kan veroorzaken. z Domein natuur: milieu Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 12 De leerlingen zien een aantal voordelen van recyclage in. f 13 De leerlingen kennen enkele vormen van milieuvriendelijke energieproductie. e 14 De leerlingen kennen maatregelen die de overheid neemt om milieubewust gedrag te bevorderen. e f 15 De leerlingen geven voorbeelden van schadelijke gevolgen water-, grond-, en luchtverontreiniging, geluidsoverlast en lichtvervuiling. e 16 De leerlingen kunnen bij een milieuprobleem in hun omgeving, het probleem en mogelijke oorzaken ervan beschrijven. Q 17 De leerlingen illustreren dat milieuproblemen in hun omgeving het gevolg kunnen zijn van tegengestelde belangen. f f

6 Domein natuur: gezondheid: hulp inroepen/bieden Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 32 De leerlingen herkennen concrete situaties als onveilig, gevaarlijk en ongezond. R 34 *De leerlingen vragen raad aan een volwassene wanneer ze een product niet kennen. R 35 De leerlingen weten waar en bij wie ze moeten zijn om kleine kwetsuren te laten verzorgen. R 36 De leerlingen verwittigen in geval van ongeval een volwassene. R 37 De leerlingen verwittigen in geval van ongeval de hulpdiensten. R 38 De leerlingen kennen het alarmsignaal m.b.t. evacuatie en reageren daar gepast op. R 39 De leerlingen weten dat brandwonden onder stromend water moeten gekoeld worden. R Domein natuur: milieu Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 01 *De leerlingen dragen zorg voor hun eigen omgeving. S 02 *De leerlingen tonen een houding van zorg en respect voor de natuur. S 04 De leerlingen beseffen dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu. S 06 De leerlingen beperken hun afval of trachten afval te voorkomen. S 07 De leerlingen herkennen een aantal afvalfracties en benoemen ze correct. S 08 De leerlingen herkennen pictogrammen en afkortingen met betrekking tot het sorteren van afval op school. S 09 De leerlingen sorteren hun afval op een correcte wijze. S 10 *De leerlingen zijn bereid hun afval op een correcte wijze te sorteren. S 11 *De leerlingen zijn bereid zorgvuldig om te gaan met energie, papier, voedsel en water. S

7 Domein natuur: algemene vaardigheden Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 06 De leerlingen noteren hun waarnemingen op systematische wijze. Nk 07 De leerlingen geven voorbeelden van duidelijke overeenkomsten en verschillen in het dieren- en plantenrijk. Nk 08 De leerlingen kunnen op hun niveau (evt. met behulp van een volwassene), eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur en het milieu. 09 De leerlingen kunnen onder begeleiding een natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. 10 De leerlingen kunnen een natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. Nk Domein natuur: gezondheid, voeding Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 06 De leerlingen maken een onderscheid tussen een tussendoortje en een gevarieerde maaltijd. f 07 De leerlingen maken een onderscheid tussen gezonde en ongezonde voeding. f 08 De leerlingen weten dat voldoende gevarieerde voeding noodzakelijk is voor een goede gezondheid. f 09 De leerlingen kennen gevolgen van eenzijdige voeding. f 10 De leerlingen herkennen en zijn zich bewust van eigen voedingsgewoonten. f 13 De leerlingen weten dat bepaalde planten, dieren en producten allergische reacties kunnen uitlokken bij sommige mensen. z 14 De leerlingen weten dat sommige organismen en producten giftig of gevaarlijk zijn. z 15 De leerlingen weten dat bepaalde planten de gezondheid kunnen bevorderen. z 16 De leerlingen begrijpen de belangrijkste informatie van het etiket van een voedingsmiddel. Kf Nk Nk

8 Domein tijd: plannen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 23 De leerlingen kunnen een eenvoudig visueel voorgesteld plan ontleden en stapsgewijs uitvoeren. x x x x x x x x x 24 De leerlingen kunnen handelingen binnen een activiteit chronologisch ordenen en verwoorden. x x 26 De leerlingen kunnen tijdsaanduidingen op uitnodigingen en openings- en sluitingstijden correct interpreteren & functioneel aanwenden. x 30 De leerlingen kunnen een uitstap plannen met het openbaar vervoer. x Domein tijd: historische tijd Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 02 De leerlingen kunnen uit de eigen afstamming en uit stambomen gegevens afleiden tot meerdere generaties terug. i 03 De leerlingen kunnen een stamboom reconstrueren tot twee generaties terug. i 04 De leerlingen kunnen de invloed van de geschiedenis op een actuele toestand illustreren. x x w Pb 05 De leerlingen kunnen verschillen in tijdgebruik tussen vroeger en nu en hier en elders illustreren. Tx w 06 De leerlingen kunnen jaartallen in de huidige en de voorbije eeuw situeren en op de eeuwband aanduiden. Tx x w x 07 De leerlingen kunnen jaartallen in de juiste eeuw situeren en op de eeuwenband aanduiden. Tx x w x 08 De leerlingen kunnen historische elementen, gebeurtenissen en figuren situeren in de juiste historische periode. Tx x w x 09 De leerlingen kunnen nomadische, agrarische, industriële leefwijzen in verleden herkennen en waar ze nu nog voorkomen. T w n 10 De leerlingen kunnen de grote historische periodes aanduiden en benoemen. Tx x w x 11 De leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, het heden en de toekomst, hier en elders. Tx x w x Pb Domein tijd: algemene vaardigheden Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 03 De leerlingen kunnen de ontwikkelingsfasen van dieren, planten waarnemen en beschrijven, tot 5 fasen en meer. x x x 04 De leerlingen kunnen uit historische informatie feit en mening herkennen. x x 05 De leerlingen kunnen het onderscheid tussen een historisch feit en een mening voer dat feit verwoorden. x x 06 De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen i.v.m. tijd raadplegen. x x x 07 De leerlingen kunnen op hun niveau informatiebronnen i.v.m. historische tijd raadplegen. x x w x 08 De leerlingen kennen of achterhalen de kenmerken van bronnenmateriaal. x x w x

9 Domein ruimte: oriëntatie binnen de tastbare realiteit Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 08 De leerlingen kunnen een afgelegde weg later terug beschrijven. B Domein ruimte: ruimtelijke oriëntatie binnen de driedimensionale verkleinde ruimte van de maquette Fa Fl G M N Pe Pl T V 09 De leerlingen kunnen op een maquette aanduiden waar personen en voorwerpen zich bevinden. k 10 De leerlingen kunnen op een maquette verwoorden waar personen en voorwerpen zich bevinden. k 11 De leerlingen kunnen op een maquette voorwerpen plaatsen zoals in de realiteit. k 12 De leerlingen kunnen een maquette opbouwen met zin voor ruimtelijke verhoudingen binnen de maquette. k 13 De leerlingen kunnen op een maquette een in werkelijkheid gevolgde weg aanduiden. k Domein ruimte: gebruik van pictogrammen en symbolen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 17 De leerlingen kunnen pictogrammen toepassen in een niet-vertrouwde omgeving. B Domein ruimte: ruimtelijke oriëntatie van plattegrond naar kaart Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 20 De leerlingen kunnen een plattegrond maken van een klasmaquette. k 21 De leerlingen kunnen op een maquette of plattegrond de kortste weg tussen twee punten tonen. k 23 De leerlingen kunnen bij een maquette/plattegrond een legende opstellen en raadplegen. k 24 De leerlingen kunnen de overeenkomsten tussen luchtfoto en kaart verwoorden. w Domein ruimte: ruimtelijke oriëntatie kaartvaardigheid Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 25 De leerlingen kunnen op een plattegrond van de eigen gemeente of stad de bekende plaatsen terugvinden. B 26 De leerlingen kunnen op een plattegrond van de eigen gemeente of stad een weg tussen twee plaatsen beschrijven en aanduiden. B 27 De leerlingen kunnen op een plan van de buurt/stad de kortste weg tussen twee punten aanwijzen/tekenen. B 28 De leerlingen kunnen op een stratenplan lokaliseren waar ze wonen. B 29 De leerlingen kunnen op een kaart actuele gebeurtenissen in eigen land lokaliseren. x 30 De leerlingen kunnen op een passende kaart plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken, lokaliseren. x 31 De leerlingen kunnen op een wegenkaart van België een reisweg tussen twee plaatsen opstellen. x Ruimtebeleving: eigen omgeving Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 02 De leerlingen kunnen suggesties geven voor het inrichten van de eigen omgeving. k 03 De leerlingen kunnen in een concrete situatie oplossingen vinden voor een ruimtelijk probleem. k 04 De leerlingen kunnen een gepast transportmiddel kiezen voor een te overbruggen afstand. x 05 De leerlingen kunnen aan de hand van een concreet voorbeeld het verschil tussen beleefde en absolute afstand illustreren. B

10 Domein ruimte: oriëntatie via zon, windstreken, kompas Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 33 De leerlingen kunnen het noorden, oosten, zuiden en westen aanwijzen aan de hand van de zonnestand. x 34 De leerlingen kunnen begrippen noorden, oosten, zuiden en westen gebruiken om te oriënteren. x 35 De leerlingen kunnen een windroos met aanduiding van de hoofd- en tussenwindstreken maken. x 36 De leerlingen kunnen op een kaart een windroos functioneel gebruiken. x 37 De leerlingen kunnen de windstreken op een kompas aflezen. x 38 De leerlingen kunnen een kompas hanteren om de windstreken te bepalen. x 39 De leerlingen kunnen bij een oriëntatie de windstreken bepalen aan de hand van de zonnestand of een kompas. x 40 De leerlingen kunnen kaarten oriënteren met behulp van een kompas tijdens uitstappen. B Domein ruimte: oriëntatie schaalbegrip Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 41 De leerlingen kunnen de werkelijke afstand tussen twee plaatsen berekenen, als de schaal gegeven is. x 42 De leerlingen kunnen aan de hand van een kaart van Vlaanderen en België de afstand tussen twee plaatsen berekenen. x 43 De leerlingen kunnen door meten vergelijken achterhalen op welke schaal een maquette, een plattegrond of een kaart gemaakt is. x 44 De leerlingen kunnen een geschikte schaal kiezen voor het maken van een maquette, een plattegrond, een kaart. x Domein ruimte: oriëntatie legende Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 45 De leerlingen kunnen een legende opstellen voor een zelfgemaakte kaart. x x 46 De leerlingen kunnen de meest gebruikte tekens i.v.m. legende gebruiken. x x x x x x Domein ruimte: oriëntatie globe/wereldkaarten Fa Fl G M N Pe Pl T V 47 De leerlingen kunnen de begrippen land, continent/werelddeel in de juiste context gebruiken. x x x x x 48 De leerlingen kunnen in praktische toepassingssituaties op een gepaste kaart en op de globe de evenaar, de polen, de continenten/werelddelen en de oceanen opzoeken en aanwijzen. x x x x x x Domein ruimte: oriëntatie een voorstelling van een kaart hebben Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 49 De leerlingen kunnen de begrippen wijk, gehucht, dorp, gemeente, deelgemeente, fusiegemeente en stad, provincie en land in de juiste context gebruiken. x x x x 50 De leerlingen kunnen aangeven in welke provincie hun woonplaats ligt. x 51 De leerlingen kunnen de provincies van België en hun hoofdplaatsen benoemen en aanwijzen op een kaart. x 52 De leerlingen kunnen de gemeenschappen aanwijzen en benoemen. x 53 De leerlingen kunnen zich de kaart van Vlaanderen en van België voorstellen, zodat ze in praktische toepassingssituaties vlot de gemeenschappen, de provincies en de provinciehoofdplaatsen kunnen aanwijzen. 54 De leerlingen kunnen verwoorden en aanwijzen dat België in Europa ligt. x Eu 55 De leerlingen kunnen zich de kaart van Europa voorstellen, zodat ze de landen op een kaart kunnen opzoeken en aanwijzen. x x x x x Eu 56 De leerlingen kunnen de landen van de Europese Unie opzoeken en aanwijzen op een kaart van Europa. x x x x x Eu x

11 Domein techniek: techniek begrijpen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 04 De leerlingen zeggen van technische realisaties uit hun omgeving uit welke materialen of grondstoffen ze gemaakt zijn. n Vw 06 De leerlingen ontdekken al explorerend, experimenterend op welke natuurkundige verschijnselen een technische realisatie gebaseerd is. n Vw 07 De leerlingen illustreren hoe technische realisaties onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of op kennis over natuurkundige verschijnselen. n Vw Domein techniek: techniek begrijpen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 09 De leerlingen tonen aan dat verschillende onderdelen van een eenvoudige technische realisatie in relatie staan tot elkaar, in functie van een vooropgesteld doel. 10 De leerlingen onderzoeken specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische realisaties door middel van hanteren, monteren of demonteren. 11 De leerlingen geven van een technische realisatie waarmee ze vaak omgaan aan welke onderdelen of mechanismen in verschillende technische realisaties gebruikt worden. (bv. Wieltjes, tandwieltjes, riemen, veertjes ) n Vw n Vw n Vw 13 De leerlingen zien in dat elk onderdeel van een eenvoudige technische realisatie een specifieke functie heeft. n Vw 14 De leerlingen onderzoeken hoe het komt dat een door hen gebruikte technische realisatie niet of slecht functioneert. n Vw 15 De leerlingen kennen de onderhoudsvoorschriften van eenvoudige technische realisaties waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn. w Vw 16 De leerlingen illustreren dat sommige technische realisaties moeten worden onderhouden. n Vw 17 De leerlingen begrijpen dat technische realisaties tegemoet komen aan menselijke behoeften. n Vw 18 De leerlingen zien in dat voor de ontwikkeling en het gebruik van technische realisaties keuzes worden gemaakt. n Vw 19 De leerlingen weten dat natuurkundige verschijnselen en eigenschappen van materialen de keuzes bij het ontwerpen van een technische realisatie mee bepalen. n Vw 20 De leerlingen illustreren dat technische realisaties een eigen geschiedenis hebben. n Vw 21 De leerlingen illustreren dat technische realisaties evolueren en verbeteren. n Vw 22 De leerlingen herkennen in concrete ervaringen de stappen van het technisch proces (probleemstelling, ontwerpen, maken, in gebruik nemen, evalueren). 23 De leerlingen herkennen technische realisaties, het technisch proces, hulpmiddelen en/of keuzes binnen verschillende toepassingsgebieden van techniek. n Vw n Vw Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: vrije tijd Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex De leerlingen kunnen vertellen wat ze onder vrije tijd verstaan en wat ze in hun vrije tijd doen. Pb De leerlingen kunnen een ruim aanbod aan actieve en passieve vrijetijdsbesteding van elkaar onderscheiden door ze onder begeleiding te onderzoeken, te beoordelen en bij te sturen. De leerlingen kunnen zelfstandig hun vrijetijdsbesteding onderzoeken, beoordelen en bijsturen. Pb Pb

12 Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: reclame Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 26 De leerlingen kunnen reclame herkennen als informatiebron om de verkoop te stimuleren en weten dat het ons soms aanzet tot het kopen van dingen die we niet steeds nodig hebben. r Pb 27 De leerlingen kunnen verwoorden dat reclame in het straatbeeld en in de media een vaste plaats verworven heeft. r Pb 28 De leerlingen kunnen aantonen dat hun gedrag door de reclame en de media beïnvloed wordt. r Pb 29 De leerlingen kunnen aangeven dat reclamemakers middelen gebruiken om producten aantrekkelijk voor te stellen. r Pb 30 De leerlingen kunnen verwoorden dat reclame onder bepaalde vormen en voor bepaalde producten verboden is. r 31 De leerlingen kunnen inzien dat een aantal evenementen zonder reclame niet kunnen plaatsvinden. r 32 De leerlingen kunnen vertellen dat er organisaties bestaan die het belang van consumenten verdedigen. r 33 De leerlingen kunnen reclameboodschappen analyseren en kritisch beoordelen. r Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: groepen en culturen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 4 De lln. kunnen er in hun omgang met leeftijdsgenoten op discrete wijze rekening mee houden dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf. (Gezin en familie) 5 De lln. kunnen vaststellen dat sommige mensen een andere levensstijl hebben dan zijzelf en hierop respectvol reageren. A 6 De lln. kunnen vertellen dat ze in een maatschappij leven met mensen van andere nationaliteiten, volkeren of rassen. A 7 De lln. kunnen onderkennen dat we allen versch. gebr. hebben en dat die dikwijls worden bepaald door de eigen cultuur. A 8 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen andere waarden en normen bezitten. A 9 De leerlingen kunnen bespreken dat racisme vaak gebaseerd is op onbekendheid en vrees voor het onbekende. A 10 De lln. kunnen racisme in eigen denken en handelen vermijden en brengen respect op voor het leven van mensen met andere culturen. A 11 De lln. kunnen illustreren dat arbeidsmigratie en het probleem van vluchtelingen een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van de multiculturele samenleving. 12 De leerlingen kunnen verwoorden dat samenwerken en taken verdelen nodig zijn en positieve gevolgen heeft. A 13 De leerlingen kunnen inzien dat het uitoefenen van beroepen en vrijetijdsbesteding samenhangen met cultuurpatronen. A 14 De lln. kunnen illustreren dat mensen het nodig hebben om in groep samen te leven en zo een samenhorigheidsgevoel ontwikkelen. A 15 De leerlingen kunnen vormen van afwijzing of waardering op het anders-zijn van mensen herkennen. A 16 De leerlingen kunnen aangeven dat ze niet akkoord gaan met afwijzende reacties op het anders-zijn van mensen. A 17 De leerlingen kunnen op prijs stellen dat het anders-zijn van mensen gewaardeerd wordt. A 18 De lln. kunnen inzien dat sommige mensen vanwege hun handicap het moeilijk hebben om te participeren aan het dagelijkse leven. A 19 De lln. kunnen voorbeelden geven van mogelijkh. die in onze samenleving bestaan voor de zorg en opvang van bejaarden en mensen met een handicap. 20 De lln. kunnen in hun contact met mensen met een handicap attent reageren en kunnen rek. houden met de noden en verwachtingen van deze mensen. A A f A A

13 Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: arbeid en beroepen Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 01 De leerlingen kunnen beroepen en bezigheden van bekende volwassenen op een eenvoudige wijze beschrijven. x x Pb 05 De leerlingen kunnen aangeven dat er gevaarlijke en ongezonde beroepen bestaan. x x Pb 06 De leerlingen kunnen aantonen dat sommige beroepen meer inspanningen (geestelijke/lichamelijke) vergen. x x Pb 07 De leerlingen kunnen illustreren hoe door technologische ontwikkelingen en veranderde behoeften de arbeidsmarkt en situatie verandert. x x Pb 08 De leerlingen kunnen illustreren dat gelijkaardig werk niet overal, noch voor iedereen, op dezelfde wijze verloond wordt. x x Pb 09 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend gewaardeerd worden. x x Pb 10 De leerlingen kunnen illustreren dat verschillende vormen van arbeid verschillend toegankelijk zijn voor mannen en vrouwen. x x Pb 11 De leerlingen kunnen respect tonen voor verschillende vormen van arbeid. x x Pb Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: geld Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 15 De leerlingen kunnen een bankkaart, een overschrijving, online bankieren als betaalmiddel herkennen. Pb 16 De leerlingen kunnen verwoorden dat ze in bepaalde situaties iets kunnen verwerven door nu te lenen en later terug te betalen met intrest. 17 De leerlingen kunnen met een zelfgekozen voorbeeld illustreren hoe de prijs van een product tot stand komt, rekening houdend met: winst, vraag/aanbod en de productiekosten. Pb x Pb Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: diensten Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 18 De leerlingen kunnen belangrijke diensten in een stad/gemeente (politie, brandweer ) benoemen. Pb 19 De leerlingen kunnen aangeven dat er in een stad/gemeente plaatsen zijn waar diensten verstrekt worden en waar ze informatie kunnen krijgen. 20 De leerlingen kunnen aangeven dat er collectieve voorzieningen zijn waarvoor de overheid geheel of gedeeltelijk zorgt (wegennet, openbaar vervoer, onderwijs ) 21 De leerlingen kunnen duiden dat gemeentelijke diensten en collectieve voorzieningen met belastingsgelden en sociale bijdragen betaald worden. 22 De leerlingen kunnen met een zelfgekozen voorbeeld het nut en het belang aangeven van een collectieve voorziening, waarvoor de overheid geheel of gedeeltelijk zorg draagt. Domein maatschappij: sociaal-economische verschijnselen: rijk en arm Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 23 De leerlingen kunnen vaststellen dat de rijkdom ongelijk verdeeld is. x x L Pb 24 De leerlingen kunnen vertellen dat ons land tot de rijkste landen in de wereld behoort. x L Pb 25 De leerlingen kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is. x L Pb Pb Pb Pb Pb

14 Domein maatschappij: politieke en juridische verschijnselen: regels en afspraken Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 1 De leerlingen kunnen aangeven dat het overtreden van afspraken stoort. D 3 De leerlingen kunnen het naleven van regels die ze hebben afgesproken, bewaken. D 4 De leerlingen kunnen afspraken vastleggen, evalueren en bijsturen. D 5 De leerlingen kunnen met voorbeelden aangeven dat mensen die samenleven regels en afspraken maken. D 6 De leerlingen kunnen aangeven dat er mensen zijn die waken over regels en afspraken in de maatschappij. D Domein maatschappij: politieke en juridische verschijnselen: conflicthantering Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 7 De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen een geweldloze en gewelddadige oplossing van een conflict. f D 8 De leerlingen kunnen in concrete situaties een standpunt innemen tegenover de oplossing van een conflict. f D Domein maatschappij: politieke en juridische verschijnselen: rechten en plichten Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 9 De leerlingen kunnen inzien dat ze rechten en plichten hebben. f D 10 De leerlingen kunnen inzien dat rechten en plichten niet overal dezelfde zijn. f D 11 De leerlingen kunnen illustreren dat rechten en plichten vaak complementair zijn. f D 12 De leerlingen kunnen een voor hen aangepaste versie van de fundamentele Rechten van de Mens begrijpen. f D 13 De leerlingen kunnen het belang van de Rechten van de Mens aantonen en illustreren met voorbeelden. f D 14 De leerlingen kunnen het belang van het verdrag inzake de Rechten van het Kind aantonen en illustreren met voorbeelden. f D 15 De lln. kunnen met voorbeelden illustreren dat in onze wereld niet altijd en overal de Rechten van de Mens en het Kind gerespecteerd worden. Domein maatschappij: politieke en juridische verschijnselen: staathuishouding Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 16 De leerlingen kunnen aantonen dat ons land verdeeld is in gemeenten, provincies en gemeenschappen en Vlaanderen herkennen als één van de gemeenschappen. 17 De leerlingen kunnen aantonen dat er tussen het bestuur van Vlaanderen en dat van België een taakverdeling is en illustreren dit aan de hand van voorbeelden. 18 De leerlingen kunnen illustreren dat er in het bestuur van ons land een taakverdeling is tussen het gemeentelijk bestuur, het provinciaal bestuur, de Vlaamse regering en de Federale regering. 19 De leerlingen kunnen de werking en de bevoegdheden van een gemeenteraad, een provinciebestuur, de Vlaamse regering en de federale regering in grote lijnen toelichten. 20 De leerlingen kunnen de erkende symbolen van de Vlaamse gemeenschap herkennen en benoemen: feestdag, wapen, vlag, volkslied en memoriaal. 21 De leerlingen kunnen een aantal taken en bevoegdheden van een burgemeester, een provinciegouverneur, een minister en de koning omschrijven. 22 De leerlingen kunnen op een voor hen bevattelijke wijze uitleggen dat de verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen. 23 De leerlingen kunnen het principe van de scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke) beschrijven. Tp Tp Tp Tp Tp Tp Tp Tp f D Ex Ex Ex Ex

15 Domein maatschappij: politieke en juridische verschijnselen: internationale samenwerking Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 24 De leerlingen kunnen België als deel van de Europese Unie benoemen en weten dat elk een eigen bestuur heeft waar beslissingen genomen worden. 25 De leerlingen kunnen illustreren op welke wijze de gemeenschappen en de landen van de Europese Unie ernaar streven om samen te werken. 26 De leerlingen kunnen illustreren op welke wijze de internationale organisaties er naar streven om het welzijn en/of de vrede in de wereld te bevorderen. Domein mens: sociale cognitie: inzicht verwerven in sociale (probleem)situaties Fa Fl G M N Pe Pl T V Ex 18 De leerlingen kunnen een sociale probleemsituatie herkennen en begrijpen D 19 De leerlingen begrijpen dat samenwerken soms noodzakelijk kan zijn. D 20 De leerlingen beseffen dat regels en afspraken context gebonden zijn. D 21 De leerlingen kunnen in concrete situaties aangeven dat er verschillende manieren zijn van omgaan met elkaar. D 22 De leerlingen begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken voor het samenleven in groep. D 23 De leerlingen kunnen aangeven dat verbale en non verbale uitdrukkingen verschillende bedoelingen en effecten kunnen hebben. 24 De leerlingen weten dat het eigen gedrag gevolgen heeft voor zichzelf en voor de andere(n). D 25 De leerlingen weten dat rechten en plichten complementair zijn. D 26 De leerlingen kunnen in concrete situaties aangeven dat er wederzijdse beïnvloeding is in het omgaan met elkaar. D Eu Eu Eu D Ex Ex

16 Domein verkeer: gezondheid, algemene doelen Vf vkw O W F 03 De leerlingen kunnen hun verkeersgedrag aanpassen aan de risico s die het verkeer in uiteenlopende situaties in houdt. x x x x 10 De leerlingen kunnen als voetganger een T-kruispunt correct oversteken. x x x x 11 De leerlingen kunnen als voetganger een kruispunt zonder voorzieningen correct oversteken. x x x x 13 De leerlingen kunnen hun verkeersgedrag aanpassen aan de verkeersregels voor voetgangers. x x x x 14 De leerlingen kunnen als voetganger indien nodig correct oversteken tussen geparkeerde auto s. x x 15 De leerlingen kunnen als voetganger indien nodig correct oversteken nabij een bocht. x x 16 De leerlingen kunnen als voetganger indien nodig correct oversteken nabij een helling. x x 17 De leerlingen kunnen langs de veiligste weg naar school komen. x x 18 De leerlingen kunnen de schoolomgeving in beeld brengen: knelpunten, oplossingen en adequaat verkeersgedrag. x 19 De leerlingen kunnen gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren, in beeld brengen en bespreken. x 20 De leerlingen kunnen in de schoolomgeving en onder toezicht een omloop voor voetgangers op een veilige wijze afleggen. x x 21 De leerlingen kunnen een veilige fietsuitrusting beschrijven en deze op hun eigen en andermans fiets controleren. x 22 De leerlingen kunnen de verkeersregels voor fietsers in uiteenlopende situaties omschrijven. x x 23 De leerlingen kunnen zich als fietser zelfstandig en veilig verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Ze passen daarbij de verkeersregels op correcte wijze toe. 25 De leerlingen kunnen voldoende fietsbehendigheid aan de dag leggen om zich zelfstandig langs een vertrouwde route te verplaatsen. x x 26 De leerlingen kunnen als fietser op een correcte wijze rechts afslaan. x x 27 De leerlingen kunnen als fietser op een correcte wijze links afslaan. x x 28 De leerlingen kunnen op een correcte wijze een andere fietser inhalen. x x 29 De leerlingen kunnen op een correcte wijze om een hindernis heenrijden. x x 30 De leerlingen kunnen in de schoolomgeving en onder toezicht een omloop voor fietsers op een veilige wijze afleggen. x 31 De leerlingen kunnen alternatieven voor het groeiend autoverbruik bedenken, vergelijken en in de eigen omgeving toepassen. x x x 32 De leerlingen kunnen een eenvoudige verplaatsing met het openbaar vervoer uitstippelen en uitvoeren. x x x

17 Legende: Fa = fauna Fl = flora G = gebeurtenis M = mens N = natuurverschijnsel Pe = persoon Pl = plaats Pr = proefjes T = techniek V = verhaal Ex = extra (zoals fiches...) Andere: Wp = weekpakket In de kolommen zelf T = tijdsband Pb = praatrondeboek Nk = natuurkoffer Kf = kookfiche R = red een leven (curus externe) Tf = tekenfiche z = ziek en gezond Q = quiz A = anders zijn f = filmverhalen p = puberteit Tp = topo (wp) Eu = oefeningen site Europa, quizzen (wp) = kinderrechten, site (wp) In de kolommen zelf r = reclame e = energie l = licht n = natuurkunde en techniek w = het weer Vw = voorwerp van de week B = Brugge k = onze klas L = Logo's Goede Doelen Vf = verkeersfiche vwk = verkeersweek W = wandeling bib, zwemmen, toneel... O = interactieve Octopussite (wp) D = het ding (afsprakenronde) S = schoolniveau

1. Wereldoriëntatie - Natuur

1. Wereldoriëntatie - Natuur 1. Wereldoriëntatie - Natuur Algemene vaardigheden 1.1 kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren; 1.2 kunnen, onder begeleiding, minstens één

Nadere informatie

Domein mens: gezondheid welbevinden 21 De leerlingen herkennen en benoemen het gevoel van behagen en onbehagen. x

Domein mens: gezondheid welbevinden 21 De leerlingen herkennen en benoemen het gevoel van behagen en onbehagen. x Praatrondeboek, week A ma di wo do vr s f o m n a d m j j Domein mens: sociale cognitie: bewust zijn van jezelf: weten wat je voelt, denkt en doet (zelfkennis) 01 De leerlingen kunnen eigen gevoelens herkennen

Nadere informatie

I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6

I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6 I = Richtsnoer WO II NATUUR Leerlijn 1 ALGEMENE VAARDIGHEDEN: 6 1 Herkennen en benoemen op basis van gevoel, kleur, smaak 6 1 2 Explorerende en experimenterende aanpak 6 2/3 3 Gericht waarnemen en er uitdrukking

Nadere informatie

WERKPLAN WERELDORIËNTATIE

WERKPLAN WERELDORIËNTATIE WERKPLAN WERELDORIËNTATIE INHOUDSTAFEL I. Richtsnoer Zie leerplan II. Natuur a. Algemene vaardigheden b. Levende natuur ecosystemen i. Aangepastheid aan de omgeving ii. Eten en gegeten worden iii. Invloed

Nadere informatie

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 1 Boer in Beeld Deze onderstaande ontwikkelingsdoelen gelden voor alle thema s. De meer specifieke ontwikkelingsdoelen per thema vind je onder de naam van het thema. Algemene ontwikkelingsdoelen. 2 Varkens

Nadere informatie

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8 Boer in Beeld Deze onderstaande ontwikkelingsdoelen gelden voor alle thema s. De meer specifieke ontwikkelingsdoelen per thema vind je onder de naam van het thema. Algemene ontwikkelingsdoelen. 2 Varkens

Nadere informatie

Korte inhoud van de thema s

Korte inhoud van de thema s Korte inhoud van de thema s 1. Sporen uit het verleden In dit thema stappen de leerlingen in een teletijdmachine en flitsen ze door tijd en ruimte naar verschillende historische periodes. In die periodes

Nadere informatie

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. Kennis en Inzicht 1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millenium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend

Nadere informatie

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Eindtermen Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Op de volgende bladzijden hebben we ook enkele

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Eindtermen Wonen en leven in India

Eindtermen Wonen en leven in India Eindtermen Wonen en leven in India Leergebiedgebonden eindtermen Wereldoriëntatie Natuur ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waanemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze

Nadere informatie

Onderwerp: Eindtoetsen 6de leerjaar (OVSG-toetsen) woensdag 22 mei 2018

Onderwerp: Eindtoetsen 6de leerjaar (OVSG-toetsen) woensdag 22 mei 2018 Aan de ouders van het zesde leerjaar Stedelijke Basisschool Spoele Spoele 40, 9160 Lokeren directie.basisschoolspoele@lokeren.be karin.gyssens@lokeren.be 09 348 26 51 www.stedelijkbasisonderwijslokeren.be

Nadere informatie

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

De Oude Kaasmakerij. Algemeen Lesbrief De Oude Kaasmakerij Algemeen Deze lesbrief is opgemaakt voor het lager onderwijs. Voor leerlingen uit eerste, tweede en derde graad van het basisonderwijs werd een specifieke rondleiding uitgewerkt

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 3de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Schuilt er een onderzoeker in jou? Schuilt er een onderzoeker in jou? Bijlage: Lesdoelen en leerplandoelen INHOUD 1 Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten... 3 1.1 Lesdoelen... 3 1.2 Leerplandoelen... 3 1.2.1 Leerplan wereldoriëntatie

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 2de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de volgende opdracht. De leerlingen proberen de onderlijnde woorden op hun werkblad in te vullen als invuloefening.

Nadere informatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie & Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie E HO DIT T RK AL E W ITA? G I D IER H CA mens & maatschappij specifieke visie van leerlijn naar methodiek van methodiek naar leerlijn

Nadere informatie

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. Wereldoriëntatie ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. NATUUR ET 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 3de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de opdracht om een griezelhuis in te richten. Hun taak is om te bepalen welke dieren er in het huis aanwezig zullen

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels We gebruiken op school voor het 4 de, 5 de en 6 de leerjaar de handleiding CONTACTSLEUTELS van uitgeverij De Sleutel. Kenmerken van Contactsleutels: Elk leerjaar beschikt

Nadere informatie

Dienst Curriculum en vorming Jan Tilley 1

Dienst Curriculum en vorming Jan Tilley 1 Lijst van afkortingen bij de ontwikkelstappen tijd: C = cyclisch / L = lineair / O = ordenen / S = situeren / = begrippen / K = kalenders / e = belangstelling / P = periodiseren / E = evolutie / OWti2

Nadere informatie

eindtermen basisonderwijs

eindtermen basisonderwijs STAM op schoolmaat eindtermen basisonderwijs inhoudstafel 1. inleiding...3 2. leergebied overschrijdende eindtermen...3 2.1. ICT...3 2.2. sociale vaardigheden...3 3. eindtermen leergebieden...4 3.1. muzische

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar 5 e Leerjaar 6 e Leerjaar EINDTERMENTABEL OVERZICHT Flos en Bros werkboekjes Tandenmuzeum De mondgazt Dagboek v/e tandenborstel Gezonde start in de mond - Suiker Verzin een supersmoes Tanden de wereld

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 2de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 2de graad Kai-Mook Vertelmoment en klasgesprek De olifant Bekijk de afbeelding van een Aziatische olifant. Geef de opdracht: Bedenk een woord dat bij de

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek 1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1

Nadere informatie

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat

Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat Eindtermen lager onderwijs die van toepassing zijn tijdens Op stap voor het klimaat LEERGEBIEDEN Lichamelijke opvoeding 1.Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties Zelfredzaamheid in kindgerichte

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z Handleiding en leerdoelen 2de graad Bekijk met de leerlingen de afbeelding bovenaan op het werkblad. Laat hen hierop reageren. Waarover gaat het? Je vertelt de leerlingen dat

Nadere informatie

6 Mens en techniek ICT 1ste graad

6 Mens en techniek ICT 1ste graad Materialen 6.1 Kinderen zien in dat courante producten gemaakt zijn uit welbepaalde materialen en/of grondstoffen. OD2.1 ET2.1 vervoeren van bananen link met tandwielen van de fiets maken van een ribbelmachine

Nadere informatie

Lichamelijke opvoeding

Lichamelijke opvoeding Lichamelijke opvoeding 1.19 kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen. 1.20bis passen de afgesproken spelregels toe en aanvaarden de sancties bij overtredingen. 3.1 zijn

Nadere informatie

Parallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets. Walter Dons Pedagogisch adviseur

Parallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets. Walter Dons Pedagogisch adviseur Parallellen tussen de peilingtoetsen en de OVSG-toets Walter Dons Pedagogisch adviseur inhoud De OVSG-toets -Wat? Waarom? Hoe? -Voor wie? -Evolutie in onze toets Parallellen met de peilingstoetsen OVSG-toets

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 1ste graad Inzicht krijgen in de levenswijze van olifanten Met voorbeelden aantonen dat olifanten aangepast zijn aan hun leefomgeving Het houden en verzorgen

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 1ste graad pijpenragers elastiek kurkenstop/plasticine/ lijm Neem de elastiek en knip een stuk van 25 cm. Neem de plasticine, klei of kurk als lichaam

Nadere informatie

Schematisch. Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs. Eindtermen basisonderwijs

Schematisch. Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs. Eindtermen basisonderwijs Technologie Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Schematisch OD Ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs ET Eindtermen basisonderwijs 2.1 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 De kleuters: KERNCOMPONENTEN VAN TECHNIEK - kunnen

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT GEKOPPELD AAN DE EINDTERMEN 3 DE GRAAD BASISONDERWIJS Voor het bepalen van de doelstellingen hebben we ons gebaseerd op de eindtermen basisonderwijs. De volgende doelstellingen

Nadere informatie

WO - Mens en Maatschappij - jongste kleuters! PBD GO! 1/1. nr werkveld cluster doel niveau

WO - Mens en Maatschappij - jongste kleuters! PBD GO! 1/1. nr werkveld cluster doel niveau WO - Mens en Maatschappij - jongste kleuters! PBD GO! 1/1 31101 anderen Zelfbewustzijn en weerbaarheid Voor zichzelf opkomen door signalen te geven die voor anderen begrijpelijk en aanvaardbaar zijn. 31107

Nadere informatie

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan OVSG Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze.

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze. Leerplandoelen OVSG Wereldoriëntatie Natuur WO-NAT-01.04 De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT-01.06 De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze. WO-NAT-07.05

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden Kernen 1. Burgerschap 36: hoofdzak de Nederlandse

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Eindtermen en leerdoelen WO

Eindtermen en leerdoelen WO Eindtermen en leerdoelen WO 1. Eindtermen In functie van gezondheidsopvoeding beoogt het project te werken aan verscheidene eindtermen: Eindtermen wereldoriëntatie (geldig vanaf 01/09/2010) Wereldoriëntatie

Nadere informatie

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Teambuilders, Kajak & Kano, Laser battle Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en maatschappij: ik en mezelf ik en de ander ik en

Nadere informatie

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Kids Adventure: - Kids-moeras, blote voetenpad, estafettes, kano s, lage tarzans, speleobox Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 3 e graad basisonderwijs Leervak: WO Technologie - Maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens + Werkboek: Helpertje (CN0618) + Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje en Junior Helper (CN0617) + Doelgroep: 10 tot 12 jaar + Duur: 16 uur + praktijktest

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp:

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

Geschiedenis/erfgoed

Geschiedenis/erfgoed Geschiedenis/erfgoed Kerndoel: Oriëntatie op jezelf en de wereld Tijd Kerndoel 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z Handleiding en leerdoelen 3de graad Bekijk met de leerlingen de afbeelding bovenaan op het werkblad. Laat hen hierop reageren. Waarover gaat het? Je vertelt de leerlingen dat

Nadere informatie

Leerervaringen ruimte van onder- en bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw. Ruimteaspect Middenbouw. Ruimteaspect Bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw

Leerervaringen ruimte van onder- en bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw. Ruimteaspect Middenbouw. Ruimteaspect Bovenbouw. Ruimteaspect Onderbouw Leerervaringen ruimte van onder- en bovenbouw 1. 1. ontwikkeling ruimtebesef * waarnemen en beschrijven vertrouwde plekken * spelen, wandelen, dansen in diverse ruimtes * reflecteren op ruimtes: veilig,

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 1ste graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3 VELDWERK LANDSCHAP DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het

Nadere informatie

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be

Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs. Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Waarnemingen.be als educatieve tool in het onderwijs Stephan Boulez en alle admins van waarnemingen.be Doel? Eindtermen Kleuteronderwijs 1.2 1.3 1.4 1.5 tonen een explorerende en experimenterende aanpak

Nadere informatie

GENTMOMENTEN. lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009

GENTMOMENTEN. lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009 GENTMOMENTEN lessenreeks n.a.v. de stadsklassen 21 tot 23 april 2009 Overzicht van de verschillende Gentmomenten. 1. Pointillisme in de drie hoofdkleuren op zwartwitfoto s van Gent 2. Wat zegt Gent ons

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen Infofiche Helpertje 1. Praktische gegevens Werkboek: Helpertje (CN0618) Handleiding: Eerstehulpcursussen Helpertje-Junior Helper (CN0617) Doelgroep: 10 tot 12 jaar Duur: 16 uur + praktijktest Lesgever:

Nadere informatie

Voorbereiding en planning van een thema

Voorbereiding en planning van een thema Voorbereiding en planning van een thema Thema: Bouw / groep(en): Periode: Doelstellingen: Kernbegrippen relatie kerndoelen en vakken: Wat is de inbreng van kinderen? (Wat zijn de interesses van leerlingen

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z Handleiding en leerdoelen 1ste graad Bekijk met de leerlingen de afbeelding bovenaan op het werkblad. Laat hen hierop reageren. Waarover gaat het? Je vertelt de leerlingen

Nadere informatie

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde Eekhoutcentrum Vliebergh NASCHOLING AARDRIJKSKUNDE Wegwijzers voor Aardrijkskunde Geologie: - Opbouw en structuur van de aarde - Platentektoniek - Geologische geschiedenis Kulak 21/11/15 13h30-16h30 KUL

Nadere informatie

ROVERS EN HUN PROOIEN

ROVERS EN HUN PROOIEN ROVERS EN HUN PROOIEN Handleiding en leerdoelen 3de graad Je vertelt de leerlingen dat ze binnenkort op uitstap gaan naar ZOO Planckendael. Wie werkt er allemaal in de zoo? (dierenverzorger, dierenarts,

Nadere informatie

EINDTERMEN STEINERPEDAGOGIE (Vlaanderen-België)

EINDTERMEN STEINERPEDAGOGIE (Vlaanderen-België) 1 EINDTERMEN STEINERPEDAGOGIE (Vlaanderen-België) WO 61: Aardrijkskunde. Ruimtelijke aspecten. De kinderen kunnen uitgaande van de bewegingen en de stand van de zon bij benadering de windrichtingen bepalen

Nadere informatie

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn Leerlijn Waar halen ze de ENERGIE vandaan? Inleiding De lesmethode van Solarkids heeft een doorgaande leerlijn voor het basisonderwijs. De leerlijn is gebaseerd op de kerndoelen die zijn opgelegd door

Nadere informatie

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken

Nadere informatie

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad Opdrachten voor de 3 de graad Wil je met je klas meer leren over vissen?

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de Lesvoorbereiding: Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier

Nadere informatie

Vroeger kan ik nu zien

Vroeger kan ik nu zien Thema 7 Vroeger kan ik nu zien Oriëntatie op thema 7 Verkenning van het thema Doelen 1 De kinderen zijn bereid om aan de hand van een fotoreeks hun ouders of grootouders te bevragen over het dagelijkse

Nadere informatie

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Willy Sleurs Afdeling Kwalificaties & Curriculum AHOVOKS, Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Eindtermen bepaald door de overheid Leergebied-/vakgebonden

Nadere informatie

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover

Nadere informatie

Doelen relationele vorming

Doelen relationele vorming Doelen relationele vorming RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf RV 1.1. Ontdekken dat ieder uniek is. RV 1.2. Zich bewust worden van hun eigen kwetsbaarheid en ermee kunnen omgaan. RV 1.3. Eigen

Nadere informatie

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

Studiedag Duurzame Ontwikkeling Studiedag Duurzame Ontwikkeling Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken, taken te verdelen en werk te plannen, maar leer de mensen

Nadere informatie

2.3 Leerplandoelstellingen: ontwikkelingsdoelen

2.3 Leerplandoelstellingen: ontwikkelingsdoelen kennen en uitvoeren, het juiste en doelgerichte gebruik van bepaalde materialen en voorwerpen. Het kind ontwikkelt het denken: het begrip voor de logische opeenvolging van concrete handelingen en de kennis

Nadere informatie

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Bee-Bot

Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Bee-Bot Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Bee-Bot OD nr Uitgeschreven OD Toelichting toepassing Bee-Bot Mens en maatschappij 3.9 kennen en begrijpen omgangsvormen, leefregels en afspraken die van belang zijn voor

Nadere informatie

Werken aan meer kwaliteit in onderwijs

Werken aan meer kwaliteit in onderwijs Werken aan meer kwaliteit in onderwijs Donderdag 20 maart 2014 Vlaams Parlement Commissie Onderwijs Peter Van Hove 1. Onze school - Basisschool Atheneum Denderleeuw (GO!-onderwijs) - Hoofdschool en wijkschool

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, ) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector

Nadere informatie

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

BIOTOOPSTUDIE HET BOS BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

ROVERS EN HUN PROOIEN

ROVERS EN HUN PROOIEN ROVERS EN HUN PROOIEN Handleiding en leerdoelen 2de graad Je vertelt de leerlingen dat ze binnenkort op uitstap gaan naar ZOO Planckendael. Hier zie je Esther. Esther werkt nog maar pas in de zoo van Planckendael.

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

Verkenning van het thema

Verkenning van het thema Thema 7 Onder dak Oriëntatie op thema 7 Verkenning van het thema Doelen 1 De kinderen kunnen samen met een partner enkele meerkeuzevragen in verband met het thema beantwoorden. 2 De kinderen kennen de

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen de eindtermen mens en maatschappij - Historische tijd: de leerlingen 3.7 kennen de grote periodes uit de

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer.

Dit is veilig! Ruimte. Dit kun je straks. 1 Het verkeer. Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE Dit is veilig! Dit kun je straks Je weet hoe een voetganger zich gedraagt in het verkeer. 1 Het verkeer Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 1 - leerwerkboek

Nadere informatie

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 Soorten gezinnen 1. Thema: Diversiteit 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst 3. Doelgroep Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 4. Duur: 50 min. 5. Doelen Eindtermen Wereldoriëntatie:

Nadere informatie

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Aansluiting op het actuele curriculum (2014) Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

NAC. Houthalen-Helchteren. Bijlage voor leraren

NAC. Houthalen-Helchteren. Bijlage voor leraren NAC Houthalen-Helchteren Bijlage voor leraren INLEIDING Dit educatieve pakket kadert in de bouw van het nieuw administratief centrum (NAC) in de gemeente Houthalen-Helchteren. Het pakket is zowel bruikbaar

Nadere informatie

Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.

Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. Reflectiekaart 3.2.1.5. Onder begeleiding minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese. Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en

Nadere informatie

Jeelo staat voor Je eigen leeromgeving.

Jeelo staat voor Je eigen leeromgeving. In deze informatiebrochure kunt u meer lezen over Jeelo. Wilt u naast de inhoud van deze brochure meer weten over Jeelo dan kunt u kijken op de website van Jeelo via www.jeelo.nl. Jeelo staat voor Je eigen

Nadere informatie