ELD B.V. Revisie: - Datum: - Bijlage 9: Noodplan. Veiligheidsrapport ELD B.V. Oosterhout

Transcriptie

1 ELD B.V. Revisie: - Datum: - Bijlage 9: Noodplan Veiligheidsrapport ELD B.V. Oosterhout

2 Bedrijfsnoodplan ELD (European Liquid Drumming) B.V. Oosterhout A. Molenaar

3 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 2/27 ELD B.V. Zeilmakerijweg CW Oosterhout Tel Fax Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

4 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 3/27 INHOUDSOPGAVE Doel Beheer Definities Gerelateerde documenten Soorten van geïdentificeerde Noodsituaties. Organisatorische maatregelen Verantwoording Taken en bevoegdheden Alle medewerkers Incident Controller Bedrijfshulpverleners Hoofd BHV EHBO Bedrijfsleiding Platform Manager HOYER Nederland Technische dienst Onderlinge hulpverlening Relatie met gemeentelijke rampen-en/of bestrijdingsplan Bemanning Bemanning en uitrusting Bemanning Uitrusting Locaties BHV middelen Noodplan Sleutels Brandmeldinstallatie Algemeen ontruimingssignaal Rioolafsluiter Spillkits Verzamelplaats buiten Verzamelplaats binnen Windzak Nooddouche Oogspoelflessen Verbandtrommel A Aanwezigheidsregistratie personeel Overmaatse vaten Put afdichtingmatten Tijdelijke Schuimmonitor Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

5 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 4/ Technische voorzieningen Branddetectie Blusinstallatie Bluswatervoorzieningen Bluswateropvang Productopvang bij vrijkomen van gevaarlijke stoffen Procedures Alarmering Algemeen Bereikbaarheid Instructies Instructies voor de medewerkers Instructies voor de bedrijfshulpverlening (BHV) Instructies voor de bedrijfsleiding / Incident Controller Noodstopprocedures Bijlagen Telefoonlijst intern 2. Telefoonlijst extern 3. HOYER SCS emergency reporting scheme 4. Overzicht terrein ELD bv 5. Afvulgebouw 7A 6. Afvulgebouw 7B 7. Loods 6 8. Loods 3 9. Loods 1&2 10.kantoor&dienstengebouw 11.kantoor verdieping 12.Calamiteiten instructie 13.Handleiding Co2 lage druk ELD 14.Gebruikershandleiding bluscentrale 15.Gebruikershandleiding BMC 16.alarm instructie BHV 17.Lokatie ELD 18.HOYER SCS Form Incident Debrief 19.HOYER SCS Form Emergency Log 20.HOYER SCS Form Emergency Exercise Debrief Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

6 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 5/27 1 Doel Het doel van het bedrijfsnoodplan is, om in geval van een noodsituatie, een organisatie snel en doeltreffend te laten handelen, de oorzaak geheel of gedeeltelijk op te heffen en de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Men spreekt van een noodsituatie wanneer zich een toestand voordoet die bedreigend is of kan zijn voor het leven en gezondheid van medewerkers, bezoekers, omwonenden en/of grote materiële schade kan aanrichten. Het in werking stellen van het bedrijfsnoodplan zorgt ervoor dat de organisatie vanuit een "rustsituatie" tot "actie" overgaat. Allen die een specifieke taak hebben in het bedrijfsnoodplan, handelen overeenkomstig hetgeen in het plan is aangegeven. 2 Beheer De SHEQ Manager van ELD is de Proces eigenaar van het BNP. Hij heeft tot taak het BNP actueel te houden en dient zeker te stellen dat deze in overeenstemming is met wettelijke en bedrijf regelgeving en procedures. Ten minste 1 maal per jaar zal dit BNP worden beoordeeld op actuele veranderingen. De proces eigenaar verzekerd zich ervan dat de actuele versie beheerd wordt in het HOYER etqm systeem, gecontroleerd door het Hoofd BHV en de Manager Operations en goed gekeurd door de Managing Director. Ten minste 3 maal per jaar zal dit Noodplan geoefend worden op basis van de scenario s en de oefeningen plan. De Manager Operations is verantwoordelijk voor de opzetting van de oefeningen plan in overleg met de SHEQ Manager en de Hoofd BHV. Na elke oefening moet een de briefing moeten gehouden en het formulier worden ingevuld volgens de HOYER SCS procedure "Emergency Response". Oefening resultaten moeten op het HOYER SCS formulier worden geregistreerd: "SCS Emergency Oefening Debrief". 3 Definities AED BHV BNP BUT EHBO Automatische Externe Defibrillator Bedrijfshulpverlener Bedrijfsnoodplan Business Unit Techlog Eerste Hulp Bij Ongelukken Emergency log Formulier om de opeenvolging van gebeurtenissen en de interne / externe communicatie op vast te leggen. etqm Hoofd BHV HR Incident Controller Incident debrief SDS Scenario SHEQ SCS VR electronic Quality Manual (documenten management systeem) Hoofd Bedrijfshulpverlening Human Resources De aangewezen persoon die de verantwoording heeft schade ontstaan door een incident zo klein mogelijk te houden aan personeel, milieu en de reputatie van ELD. Nabespreking van de noodmaatregelen die genomen zijn om de goede en zwakke punten te beoordelen, alsmede de mogelijkheden voor verbetering vast te stellen. Veiligheids Informatie Blad (SDS/VIB De geïdentificeerde LOC scenario s benoemd in het VR Safety, Health, Environment, Quality Supply Chain Solutions Veiligheid Rapport Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

7 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 6/27 4 Gerelateerde documenten HOYER Group process Emergency Response HOYER Group process SHEQ Performance Management HOYER SCS procedure Emergency Response ELD proces SHEQ Incidenten Registratie & Meldingen Handleiding CO 2 blusinstallatie Gebruikershandleiding bluscentrale Gebruikershandleiding brandmeldcentrale 5 Soorten van geïdentificeerde Noodsituaties. Bedreiging (Sabotage, bom melding e.d..) Brand / explosie Diefstal gevaarlijke stoffen Extreme weeromstandigheden Ongeval Ongeval in tank Gevaarlijke chemische reactie Gevaarlijke situaties gebouwen en installaties (bijv. Instortingsgevaar) Val van medewerker / chauffeur met gebruik van valbeveiliging Vrijkomen van gevaarlijke stoffen Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

8 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 7/27 6 Organisatorische maatregelen 6.1 Verantwoording De Manager Operations is aangewezen als de Incident Controller en zodanig verantwoordelijk voor de te nemen acties en maatregelen tijdens een calamiteit. In het geval dat de Manager Operations niet aanwezig of niet bereikbaar is, neemt zijn vervanger de acties. De Manager Operations vergewist zich ervan dat de vervanger bekend is met het BNP. Vervangers: 1. SHEQ Manager 2. Hoofd BHV 6.2 Taken en bevoegdheden Alle medewerkers Taken: het rechtstreeks alarmeren van externe hulpverleningsdiensten; het alarmeren van de bedrijfshulpverlener(s); het alarmeren van de bedrijfsleiding Bevoegdheden: het nemen van directe maatregelen die noodzakelijk zijn; het rechtstreeks alarmeren van arts, ambulance, brandweer en politie. De medewerkers zijn niet bevoegd aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. De medewerkers zijn ook niet bevoegd andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit Incident Controller Taken: Controleert en beheerd de acties tijdens de calamiteit Belangrijkste contactpersoon voor Hoofd BHV, externe hulpdiensten, overheden en het management Draagt zorg voor invullen van het incident log Leid de incident debriefing Bevoegdheden: De Incident Controller is bevoegd om in overleg met de hulpverleningsdiensten tijdens een calamiteit maatregel en acties te nemen die hij nodig acht, hij doet dat in overleg met eerste hulp diensten de autoriteiten. De Incident Controller is bevoegd om, in overleg met de Directie en de Platform Manager HOYER Nederland, aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval en andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit Bedrijfshulpverleners Taken: het in veiligheid brengen van in direct gevaar verkerende personen; verlenen van eerste hulp bij ongevallen; Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

9 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 8/27 beperken en bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand; opdracht verstrekken tot het stilleggen van de installaties / werkzaamheden; de ontruiming van de afdeling of het bedrijf regelen; de medewerkers laten verzamelen op een verzamelplaats; de namen van vermiste personen doorgeven aan de bedrijfsleiding(aan de hand van de aanwezigheidsregistratie); het zo nodig assisteren van externe hulpverleners bij het: sluiten van hoofdafsluiters; afschakelen van de hoofdspanning; insluiten en afdekken van vrijgekomen gevaarlijke stoffen; verwijderen van gevaarlijke stoffen; verwijderen van ontstekingsbronnen; koelen van verhitte installatie - onderdelen; afsluiten van het riool en / of afdekken van rioolputten. Bevoegdheden: De bedrijfshulpverleners zijn bevoegd advies uit te brengen en maatregelen te treffen of te doen treffen welke in het belang van de calamiteitenbestrijding noodzakelijk zijn.. De bedrijfshulpverleners zijn niet bevoegd aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. De bedrijfshulpverleners zijn ook niet bevoegd andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit Hoofd BHV Taken: zorg dragen voor de juiste uitrusting, scholing en oefening van de bedrijfshulpverleners; regelmatige controles laten uitvoeren met betrekking tot de BHV-middelen (brandblussers, oogspoel vloeistof, nooddouches e.d.); adviseren van de hulpverlening met betrekking tot de bestrijding; aanvragen van materiaal van derden; zo nodig zorg dragen voor concentratiemetingen in lucht; zo nodig zorg dragen voor water-, lucht-, bodem- en gewasbemonstering; toezien op een juiste plaatsing en gebruik van de BHV-middelen; het houden van oefeningen, ten minste 1 x per jaar in samenwerking met de brandweer. Bevoegdheden: Opdracht geven voor het ontruimingssignaal en start noodstopprocedure. De Hoofd BHV is niet bevoegd aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. De Hoofd BHV is ook niet bevoegd andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit EHBO Taken: Zorgen voor de veiligheid van eerste hulp verleners en omstanders; Verplaatsen van het slachtoffer bij gevaar, Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

10 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 9/27 Benaderen van het slachtoffer (indicatie van bewustzijn); Fixeren van het hoofd bij wervelletsels; Openen en openhouden van de lucht/ademweg; Zo nodig stabiele zijligging; Zo nodig reanimatie bij ademhalingsstilstand (=uitwendige hartmassage en beademen) met gebruik van de aanwezige AED; Stelpen van ernstige bloedingen; Handelingen bij shock; Vaststellen van het bewustzijnsniveau; Verlenen van eerste hulp bij flauwte, epilepsie, suikerziekte en beroerte; Voorkomen van afkoelen van slachtoffers; Warm houden van slachtoffers met koudeletsel. Verbinden van verschillende wonden; Bewaking van een slachtoffer; Overdragen van een slachtoffer aan deskundige hulp. Behandelen van kleine verwondingen Bevoegdheden: Het verlenen van eerste hulp bij levensbedreigende stoornissen zoals in de ademhaling, het bewustzijn en bij shock. Daarnaast kunnen ze plaatselijk letsel (wonden), warmteen koudeletsels, vergiftigingen, elektriciteitsletsels bij slachtoffers behandelen en natuurlijk deskundige hulp alarmeren of het slachtoffer doorverwijzen naar huisarts of spoedeisende eerste hulppost. De EHBO is niet bevoegd aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. De EHBO is ook niet bevoegd andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit Bedrijfsleiding Taken: waarschuwen van buren, instanties en deskundigen; informeren en ontvangen van diverse autoriteiten; informeren van de pers; informeren van het Management in de HOYER-Group zo nodig zorg dragen voor eten en drinken; onderzoeken van de oorzaak van het ongeval Bevoegdheden: Het treffen of te doen laten treffen van maatregelen welke in het belang van de calamiteitenbestrijding noodzakelijk zijn Platform Manager HOYER Nederland Taken: informeren van de pers; informeren van het Senior Management HOYER-Group Bevoegdheden: Het treffen of te doen laten treffen van maatregelen welke in het belang van de calamiteitenbestrijding noodzakelijk zijn.. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

11 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 10/ Technische dienst Taken: Waar mogelijk bijstand verlenen bij de calamiteitenbestrijding onder leiding van de Incident Controller. Bevoegdheid: Het treffen van aangewezen maatregelen welke door de Incident Controller of de bedrijfsleiding worden bepaald. De technische dienst is niet bevoegd aan derden uitspraken te doen betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. De technische dienst is ook niet bevoegd andere dan de hiervoor genoemde instanties op de hoogte te brengen van de calamiteit. 6.3 Onderlinge hulpverlening Met de buurbedrijven zijn geen afspraken gemaakt over onderlinge hulpverlening bij een gebeurtenis. 6.4 Relatie met gemeentelijke rampen-en/of bestrijdingsplan Bij gevaar voor de gezondheid, overlast en/of milieuschade buiten de inrichting wordt de gemeente gealarmeerd die zo nodig het rampen- en bestrijdingsplan in werking kunnen stellen. Zie tevens het Rampenbestrijdingsplan van ELD, opgesteld door de Veiligheidsregio. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

12 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 11/27 7 Bemanning 7.1 Bemanning en uitrusting Bemanning - 1 hoofd bedrijfshulpverlening - Ten minste 8 bedrijfshulpverleners - Ten minste 1 gediplomeerde EHBO-er Uitrusting - 2 stuks verbandtrommels A - 2 ademlucht toestellen - Ten minste 8 portofoon en 2 ATEX telefoons - Ten minste 2 Spillkits (inhoud van de spillkit is vermeld op de kit) - Diverse handbrandblussers op het terrein - AED in kantoor ruimte bij verbandtrommel - Tijdelijke schuimmonitor tbv de Veiligheidsregio MWB - Vol gelaatsmasker - Chemieoverall en laarzen - Overmaatse vaten - Riool afdichtingmatten - Calamiteiten opvang 1 m3, 2 m3 - Calamiteitenparkeerplaats in Loods 2 Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

13 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 12/27 8 Locaties BHV middelen 8.1 Noodplan Bevindt zich bij de receptie en bij de chauffeurs entree. 8.2 Sleutels De diverse sleutels bevinden zich in de uitgifte ruimte aan het bord of in het sleutelkastje. 8.3 Brand meld installatie Hoofdpaneel bevindt zich naast de entree in de chauffeursruimte, zie de bijlage kantoor&dienstengebouw De bedieningshandleiding voor de Brand meld installatie en de CO2 blusinstallatie zijn als bijlage toegevoegd. Zie hiervoor de volgende bijlagen: 1. Handleiding Co2 lage druk ELD 2...\Brandmeldcentrale\Gebruikershandleiding bluscentrale.pdf 3...\Brandmeldcentrale\Gebruikershandleiding BMC.pdf Nevenpaneel in loods. 8.4 Algemeen ontruimingssignaal Ontruimingssignaal ten behoeve van de kantoren wordt op aanwijzing van het hoofd BHV gegeven d.m.v. het indrukken van de alarmeringsknop bij de receptie. 8.5 Rioolafsluiter Schakelaar voor bediening elektrische rioolafsluiter bevind zich in de chauffeurs entree, links naast het loket in het kastje. 8.6 Spillkits Nabij acculaadruimte voor ingang van loods 6B; In loods 2, zuidzijde Naast Loods 7A, bij lijn 4, achter installatie beveiliging 8.7 Verzamelplaats buiten De verzamelplaats is afhankelijk van de aard en omvang van de calamiteit en wordt bepaald door het hoofd BHV, hij doet dit door de stand van de windvaan te controleren en de locatie van het incident vast te stellen. Als verzamelplaatsen zijn aangewezen: Verzamelplaats 1: op de parkeerplaats,rioolafsluiter, naast loods 1; Verzamelplaats 2: de parkeerplaats voor het kantoor. 8.8 Verzamelplaats binnen In de kantine op aanwijzingen van het hoofd BHV. 8.9 Windzak De windzak bevindt zich op het bordes op de opslag tanks 1-4. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

14 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 13/ Nood douche De nood douches bevinden zich aan de buitenzijde van de afvul gebouwen 7A, naast lijn 1 en bij 7B naast lijn Oog spoelflessen Zij bevinden zich in Loods 1, de achterwand naast de Tremco mixer, loods 2, de achterwand links naast de mixer, Hal B aan de wand bij de monsterkamer, in het acculaadstation direct achter de schuifdeur Verbandtrommel A Er hangt één verbandtrommel op de afdeling logistiek/expeditie aan de muur naast de deur, wand chauffeursbalie, de tweede verbandtrommel hangt in de gang, ingang operations. De verbandrommels A bevatten elk de volgende artikelen 2 wondsnelverband 6cm x 8cm 4 snelverband nr. 1 (klein) 2 snelverband nr. 2 (middel) 1 snelverband nr. 3 (groot) 16 steriele gaasjes 1/16 10 steriele gaasjes 5cm x 5cm 10 steriele gaasjes 10cm x 10cm 2 metalline compressen 8cm x 10cm 2 metalline compressen 10cm x 12cm 6 verbandklemmetjes 6 veiligheidsspelden 1 splinterpincet 1 knievormige verbandschaar (stompe punt) 2 cambric zwachtel 4m x 8cm 2 cambric zwachtel 4m x 10 cm 3 elastisch hydrofiel windsel 4m x 6cm 3 elastisch hydrofiel windsel 4m x 8cm 1 doos wondpleister 1 set wegwerphandschoenen 4 vette of synthetische watten 1 kleefpleister 5m x 2,5cm 1 mondkapje voor beademing 3 driekante doek 2 witte watten à 25 gram 1 assortiment gaaspleister met wondkussen 1 flacon desinfectant 30mL 8.13 Aanwezigheidsregistratie personeel Er zijn twee registratie borden aangebracht om zichtbaar te maken of de ELD medewerker aan- of aanwezig is. Deze hangen bij de kantoor ingangen, 1 x bij operations in de gang en 1x bij de hoofdingang tegenover de ingang van het kantoor. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

15 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 14/ Overmaats vaten Op het terrein zijn twee overmaatse berging vaten aanwezig, zij staan onder de trap naast loods 6 A 8.15 Put afdichtingmatten Er zijn vier put afdichtingmatten beschikbaar, Deze liggen onder de trap naast loods 6 A en 6B, alsmede naast Loods 6A, bij lijn 4 en bij loods 6B naast lijn Tijdelijke schuimmonitor Er is een schuimmonitor met 2 IBC s van elk 1000 ltr schuimvormend middel ter beschikking van de Veiligheidsregio geplaatst aan de noordzijde van het kantoorpand. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

16 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 15/27 9 Technische voorzieningen 9.1 Branddetectie Melders in en nabij de loods 6, de afvulgebouwen 7A en 7B en in het kantorengebouw. 9.2 Blusinstallatie In loods 6 is een CO2 blusgasinstallatie geplaatst die bestaat uit 2 delen, n.l. een elektrisch en een pneumatisch gedeelte, waarbij het elektrisch gedeelte bestaat uit de brand meldcentrale en een bluscentrale. De brand meldcentrale heeft als ingaande signalen de detectie m.b.v. detectoren en de hand blusbediening. Uitgaand zijn er diverse signalen en wordt de blussing pneumatisch aangestuurd. Een instructie voor de CO2 blusgasinstallatie is als bijlage gevoegd bij dit noodplan. 9.3 Bluswatervoorzieningen Ondergrondse brandkranen in de Zeilmakerijweg. Open water: insteekhaven op 200 meter Vaste slanghaspels in: het kantoor de kantine de werkplaats loods B de afvulgebouwen. 9.4 Bluswateropvang Als bluswater opvang kan per laadkuil 235 m3 water worden opgevangen. De riool afsluiter staat bij operationele activiteiten dicht. Buiten kantoor uren kan de brandweer deze sluiten, hetzij elektrisch, hetzij handmatig, hierdoor fungeert het gehele terrein als bluswater opvang. De capaciteit wordt geschat op ca m3 9.5 Productopvang bij vrijkomen van gevaarlijke stoffen product opvangbakken in de loodsen 1 en 2 overmaats berging vat de loods 6 samen met de laadkuilen terrein, vloeistofdicht en afsluitbaar olie- en vetafscheider (2x 12 m3 + 1x 8 m3) tankput 1 t/m 4 met een opvang van 33 m3 Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

17 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 16/27 10 Procedures 10.1 Alarmering Algemeen Bij een calamiteit kunnen zowel de bedrijfshulpverlening als de externe hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd. De brandweer wordt automatisch gealarmeerd door de actieve branddetectie. De bedrijfshulpverlening wordt binnen werktijd rechtstreeks gealarmeerd. Buiten werktijd zal de alarmering plaatsvinden door de automatische brandmelding van de BMC naar de meldkamer. Alarmering vindt tevens plaats bij het inbraakalarm en een storingsmelding. De buurbedrijven en de overige externe hulpverleningsdiensten worden door de bedrijfsleiding gealarmeerd. In geval van ontruiming wordt het personeel rechtstreeks gealarmeerd door middel van de ontruimingssignalen. Er zijn verschillende signalen waar te nemen, ten eerste zijn er de signalen van de automatische blusinstallatie. Ieder intern geluidssignaal van de sirenes is een ontruimingssignaal; De soorten signalen zijn vermeld in de Handleiding CO2 Blusinstallatie, zie bijlage: Handleiding Co2 blusinstallatie Ten tweede is er het handbediend continu, akoestisch ontruimingssignaal t.b.v. de kantoren en het terrein welke in opdracht van het hoofd BHV wordt bediend Bereikbaarheid Werktijden: op werkdagen van uur. Buiten werktijden: van uur en weekeinden van vrijdag tot maandag 7.30 uur via de alarmeringslijst (bij de alarmcentrale bekend). Toegang tot het terrein buiten de werktijden bij alarmering vind plaats in overleg met de brandweer. De Alarmcentrale neemt volgens een door de manager Operations opgesteld schema contact op met de te alarmeren medewerkers van ELD BV. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

18 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 17/27 11 Instructies 11.1 Instructies voor de medewerkers Denk altijd aan uw eigen veiligheid! BRAND Stel eventueel een handbrandmelder in werking door het verbreken van één van de handbrandmelders op de gebouwen Meld : uw naam en plaats van de brand Waarschuw de bedrijfshulpverlening Start de Noodstopprocedure, ook bij automatische alarmering Breng direct in gevaar verkerende personen in veiligheid Probeer i.o.m. het hoofd BHV de brand te blussen Volg de instructies van de BHV, dan wel die van het brandweerpersoneel op ONTRUIMING bij iedere alarmering: Schakel installaties uit Volg de instructies op van de bedrijfshulpverleners Verleen waar nodig hulp aan collega s Meld u op de aangewezen verzamelplaats ONGEVAL / Medische Noodgeval Alarmeer de bedrijfshulpverlening /EHBO-er Meld: - uw naam - plaats van het ongeval - aard van het ongeval Laat slachtoffers niet alleen Draag de bevindingen over aan de EHBO-er VRIJKOMEN VAN GEVAARLIJKE STOFFEN Alarmeer de bedrijfshulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de gevaarlijke stof is vrijgekomen - welke gevaarlijke stof is vrijgekomen. Waarschuw de collega s en draag zorg voor afbakening van de plaats van het incident Schakel alle installaties en eventuele ontstekingsbronnen uit. Voorkom het inademen van dampen (denk aan de windrichting, controleer de stand van de windzak) en contact met de huid en ogen. Beveilig de riool openingen met de rioolafdichtingsmatten. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

19 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 18/27 Bij het in aanraking komen met product: gebruik de nooddouche en/of oogdouche. Loop niet met vervuilde kleding de was- en kleedruimte in. Trek deze buiten uit en laat deze het buiten liggen GEVAARLIJKE CHEMISCHE REACTIE Signalen voor een mogelijke chemische reactie: Rook Een vreemd geluid in tank, drum of IBC Plotseling oplopen van de temperatuur of het bol staan van de drums of IBC Alarmeer de bedrijfshulpverlening en de bedrijfsleiding Verlaat de omgeving van het incident en waarschuw de collega s ONGEVAL IN TANK Alarmeer de bedrijfshulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar het incident is gebeurd Ga nooit de tank in. Er is kans op levensgevaar! VAL VAN MEDEWERKER OF CHAUFFEUR MET VALBEVEILIGING Alarmeer de bedrijfshulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Laat slachtoffers niet alleen GEVAARLIJKE SITUATIE(INSTORTINGSGEVAAR) Alarmeer de bedrijfshulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Waarschuw de collega s en beveilig de omgeving van het incident BEDREIGING(SABOTAGE e.d.) Meld ieder verdachte situatie of handelingen aan en bij objecten aan de bedrijfsleiding. Meld: - uw naam - plaats van waarneming Raak verdachte voorwerpen niet aan Waarschuw de collega s en beveilig de omgeving van het incident. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

20 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 19/ Instructies voor de bedrijfshulpverlening (BHV) Denk altijd aan uw eigen veiligheid! Informeer de bedrijfsleiding in alle gevallen BRAND Breng in direct gevaar verkerende personen in veiligheid Bestrijd de kleine brand met eigen blusmiddelen, indien niet mogelijk schaal z.s.m. op door gebruik van de alarmering procedure en laat 112 bellen Geef opdracht tot het starten van de Noodstopprocedure Regel de ontruiming van de afdelingen of het bedrijf Assisteer en adviseer de brandweer op hun verzoek, bijvoorbeeld bij het: sluiten van hoofdafsluiters; insluiten en afdekken van vrijgekomen gevaarlijke stoffen; verwijderen van gevaarlijke stoffen; verwijderen van ontstekingsbronnen; afsluiten van het riool en/of afdekken van rioolputten. Breng direct in gevaar verkerende personen in veiligheid Volg de instructies van het hoofd BHV of de Incident Controler, dan wel die van het brandweerpersoneel op Auto en stukgoed gevaarlijke stoffen: Verwijder auto uit de laadkuil Probeer de brand te blussen met een handbrandblusser of met een poederblusser 50 kg Schaal z.s.m. op en bel ONTRUIMING Bij ontruimingsalarm, instructies gegeven door hoofd BHV: Coördinatie ontruiming van het kantoorgebouw door BHV-kantoor; Coördinatie ontruiming terrein door BHV-operations o.l.v. hoofd BHV; volg ontruimprocedure hoofd BHV op. Hij zal hiervoor de terreinen in zones indelen Laat de medewerkers zich verzamelen op de verzamelplaats en laat hun namen controleren aan de hand van de aanwezigheidsregistratie de chauffeursbonnen de bezoekerslijst Geef de namen van vermiste personen z.s.m. door aan de Incident Controller Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

21 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 20/ VRIJKOMEN VAN GEVAARLIJKE STOFFEN Voorkom het inademen van dampen (denk aan de windrichting, controleer de stand van de windzak) en contact met de huid en ogen. Stel vast welke vloeistof is vrijgekomen en zorg er voor dat het betreffende veiligheidsinformatieblad (verkrijgbaar in de uitgifteruimte bij Team Leader Operations of hoofd BHV) ter beschikking komt Maak gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen(pbm s) Informatie hierover staat in hoofdstuk 6 en 8 van het SDS van de opdrachtgever. Red eventuele slachtoffers en geef opdracht de noodstop procedure op te starten; Verwijder ontstekingsbronnen zoals: open vuur draaiende motoren (vorkheftrucks, vrachtauto s); Sluit (voor zover niet dicht) het riool met de rioolafsluiter af(deze staat bij operationele activiteiten standaard dicht); Plaats lekkende verpakking op de daartoe bestemde plaatsen(lek opvang bak naast loods 6B, lijn 2, loods 2 achter de afvullijn, naast mixer, overmaats bergingsvat(onder trap loods 6A) of parkeren het voertuig in Loods 2). Pomp lekkende verpakkingen z.s.m. over in nieuwe verpakking. Neem eventueel lek- of morsvloeistof op in een absorptiemiddel (b.v. snake, pillow of grit) uit de spillkit Verzamel vrijgekomen afvalstoffen in een daartoe bestemt KCA vat. Sluit de (hoofd)afsluiters af; Schakel de installatie, mogelijke ontstekingsbronnen e.d. uit; Ventileer ruimten met gasophoping; LEKKAGE VAN EEN TANK: Zet zo mogelijk de afsluiter dicht; Pomp in overleg met de operations manager de inhoud van de tank over in een tankwagen Roep voor opschaling de hulp in van de firma Jos Hofkens-HIG; Schaal indien nodig op en laat 112 bellen voor assistentie Bij lekkage aan een tankauto of container zal Loods 2 gebruikt worden als calamiteitenparkeerplaats en opvang. De productopvang in deze loods is 44 m³ LOS SCHIETEN OF KLAPPEN VAN EEN SLANG Zet de afsluiter dicht; Start (indien nodig) de noodstop procedure; Ruim de lekvloeistof op; Schaal op en roep zo nodig de hulp in van de firma Jos Hofkens-HIG LEKKEND VAT/IBC Neem de volgende maatregelen wanneer de vrijgekomen vloeistof vluchtig is: ventileer de ruimte extra (alle deuren open) Leg het vat / IBC op zijn kant met het lek naar boven Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

22 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 21/27 Breng het lekkende vat over in een overmaats vat Haal een spillkit op Breng het lekkende vat (in het overmaatse vat) naar de afvulruimte en pomp de vloeistof over in een vat ONGEVAL Verleen eerste hulp. Wanneer het slachtoffer vervoerd moet en kan worden Neem contact op met de spoedeisende eerste hulp en laat je adviseren hoe te handelen, Vervoer het slachtoffer naar de EHBO-post van het Amphia Ziekenhuis te Breda Draag zorg voor de ondersteuning van een tweede hulpverlener Is eigen vervoer niet mogelijk: Geef opdracht de ambulancedienst via te alarmeren Zorg dat de ambulance vanaf de poort begeleid wordt naar de plaats van het ongeval Neem in afwachting van het vervoer de nodige eerste hulp maatregelen en bereid het slachtoffer voor op het vervoer. Waarschuw de bedrijfsleiding als het slachtoffer vervoerd wordt naar het ziekenhuis; deze licht familie en andere instanties in GEVAARLIJKE CHEMISCHE REAKTIE Verplaats de verpakking naar een geïsoleerde veilige omgeving(op een calamiteiten bak) Ontruim de omgeving en neem afstand Vraag het veiligheidsinformatieblad(sds) van de klant op, beoordeel hoofdstuk 10 van dit MSDS, volg de eventueel hierin genoemde instructies op Wacht de hulpverlenende instanties af en geef de situatie over ONGEVAL IN TANK Alarmeer de externe hulpverlening(112) en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Laat slachtoffers niet alleen. Toezicht houden BUITEN de tank VAL VAN MEDEWERKER OF /CHAUFFEUR MET VALBEVEILIGING Bevrijd met behulp van beschikbare middelen, heftrucks/hoogwerker/ladders de de persoon uit de valbeveiliging Meld de val bij de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Laat slachtoffers niet alleen Gevaarlijke situaties gebouwen en installaties (i. e. Instortingsgevaar) Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

23 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 22/27 Alarmeer de externe hulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Laat slachtoffers niet alleen Bedreiging (Sabotage etc.) Alarmeer de politie, eventueel de Douane en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Extreme weersomstandigheden Alarmeer de externe hulpverlening en de bedrijfsleiding Meld: - uw naam - plaats waar de incident is gebeurd Laat slachtoffers niet alleen Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

24 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 23/ Instructies voor de bedrijfsleiding / Incident Controller Draag zorg voor de invulling van het incident log ( HOYER SCS Formulier Emergency Log ) Opmerking: denk aan de rol, en telefoonnummers van de hulpdiensten, leveranciers en andere contact personen die betrokken zijn bij het incident Wijs een controle/commando ruimte aan en informeer het BHV team en overige contacten over het incident. Waarschuw de buren Waarschuw de relevante instanties en deskundigen Informeer en ontvang de diverse autoriteiten Informeer de directie en het betrokken HOYER Management (BUT, SCS, SHEQ, HR ) Laat eventueel foto s maken voor later ongeval onderzoek(denk aan de EX zonering) Verzeker zich ervan dat alle relevante feiten, verklaringen en documenten verzamelt en beheerd worden voor later onderzoek. Vul al zoveel mogelijk de van toepassing zijnde ongevallenformulieren in. Zorg, indien gewenst, voor eten en drinken Rapportage De bedrijfsleiding draagt zorg voor het onderzoek naar het incident de HOYER Group Process SHEQ Performance Management. Registratie en rapportage aan de autoriteiten vind plaats volgens ELD procedure SHEQ Incidenten Registratie & Meldingen Nazorg De bedrijfsleiding informeert naar de toestand van de getroffene(n), bezoekt de getroffene(n) en licht belangstellenden in over de bezoekregeling Incident debrief De Incident Controller draagt zorg voor een debrief meeting om te beoordelen of alle noodprocedures en acties zijn genomen volgens gelden procedures en documenten volledig zijn. Het doel van de debriefing is om een evaluatie van response en best practice te evalueren voor verbeter punten. Dit betreft zowel de interne als de externe communicatie. Alle belangrijke partijen betrokken bij het incident, als omschreven in HOYER Group Process SHEQ Performane Management moeten betrokken worden bij de deze briefing. Debrief resultaten worden geregistreerd op het HOYER SCS form Emergency Exercise Debrief Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

25 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 24/27 12 Noodstopprocedures Afvulgebouwen Installatie afzetten door bedienen noodstop Alle afsluiters sluiten, veiligheidsklep sluit automatisch (bij stroomuitval en bediening noodstop) Aarding verbreken Vrachtwagens loskoppelen en verwijderen buiten de gevaren zone De vaten op rollenbaan verwijderen Tankopslag Afsluiters dichtzetten (ook bij stroomuitval) Eventueel wagens loskoppelen van de installatie en verplaatsen buiten de gevaren zone Terrein, en loods 1 en 2 Alle wagens loskoppelen van de installatie en zo mogelijk naar de openbare weg verplaatsen - aanrij route hulpverlening niet blokkeren(terrein verlaten via de zijpoort) - wegen, poorten en putten vrijhouden. Alle werkzaamheden staken en heftrucks naar de openbare weg verplaatsen; Terrein ontruimen, wegen vrijmaken voor de hulpverlening Opslagloodsen Loods ontruimen. Alle werkzaamheden staken en heftrucks naar de openbare weg verplaatsen; Terrein ontruimen, wegen vrijmaken voor de hulpverlening. Kantoor Apparatuur afzetten. Ramen en deuren sluiten. Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

26 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 25/27 13 Bijlagen 1. Telefoonlijst intern 2. Telefoonlijst extern 3. HOYER SCS emergency reporting scheme 4. Overzicht terrein ELD bv 5. Afvulgebouw 7A 6. Afvulgebouw 7B 7. Loods 6 8. Loods 3 9. Loods 1&2 10. kantoor&dienstengebouw 11. kantoor verdieping 12. Calamiteiten instructie 13. Handleiding Co2 lage druk ELD 14. Gebruikershandleiding bluscentrale 15. Gebruikershandleiding BMC 16. alarm instructie BHV 17. Opslag Lokatie ELD 18. HOYER SCS Form Incident Debrief 19. HOYER SCS Form Emergency Log 20. HOYER SCS Form Emergency Exercise Debrief 21. Bereikbaarheidskaart OOS Bereikbaarheidskaart OOS018bbk Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

27 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 26/27 1 Telefoonlijsten 1.1 Telefoonlijst intern Functie Naam Intern Werk Mobiel Privé Hoofd BHV R.de Keizer BHV-er C. Groenenberg BHV-er J.de Keizer BHV-er A. van Dalen BHV-er D. van Dalen BHV-er D.van Pinxteren BHV-er D van Gijn BHV-er J. Arts BHV-er W.Leemans BHV-er J. Gommers BHV-er L. Molenaar BHV-er E. Soeterboek SHEQ Manager A. Molenaar Manager Operations H. Maters Managing Director U. Grätz Manager Customer Service J. ter Hoeven Sales A.Hopstaken HR/Platform Manager HNL H. de Zeeuw IT Department G. Meersman Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

28 Nummer: B 01 Procedure: Bedrijfsnoodplan Revisie: 1 Datum: Pagina: 27/ Telefoonlijst extern Ten behoeve van te nemen acties door de bedrijfsleiding Externe dienst/instantie en buren In geval van Telefoon Algemeen alarm Brand of ongeval Spoed eisende hulp(ehbo) melden via Amphia Ziekenhuis Ongeval met letsel Inspectie SZW Ernstig ongeval of grote materiële schade OMWB, handelt iov gem Oosterhout(VVH) Milieu lekkage enz Regionale Inspectie Milieuhygiëne Inspectie Leefomgeving en Transport(ILT) Waterschap Brabantse Delta (Gevaar voor) verspreiding van voor de gezondheid schadelijke stoffen Melden transport ongevallen met gevaarlijke stoffen (ADR 1.8.5) (Gevaar voor) verontreiniging oppervlaktewater Bij calamiteiten Brandweer ( in nood gevallen) Brand of assistentie Politie Politie ter assistentie Afdeling milieu gemeente Oosterhout Douane (AEO) Buurbedrijven/buren: Possehl Teuben/Martens Beton Otentic Logistics BV Taks Janus Vaten A&P ARBO Zevij Verzekeringen(Rabobank-Oosterhout) P/a Hans van Veelen HNL) Milieu/ongevallenbestrijding: Hofkens(HIG) (Gevaar voor) schade of hinder voor de omgeving Afwijkingen melden relatie met Douane-AEO zaken (Gevaar voor) schade of hinder voor de omgeving Melden van schade Hulp of materialen van derden: Meldkamers: SMC AAB Beveiligingen Externe adviseur: KWA adviseurs Bij inbraak/brand Diversen Voorkomend geval voor aanvullend advies Bedrijfsnoodplan ELD B.V.

29 Reporting in Emergency Reporting Person: - Who reports? - What happened? - How many people are injured? - Where did it happen? acts and 1 2 informs informs As per Emergency Response: - Rescue service, e.g. fire brigade, ambulance, plant security, etc. Operations Manager: - Name: Hans Maters - Phone: Mobile: If unavailable Line Manager: - Name: Ulrich Grätz - Phone: Mobile: acts and informs If unavailable As per Emergency Response: - Customer - Authority - SHEQ Manager Line Manager: - Name: Günter-Fried. Maas Ingo Wiese - Phone: Mobile: If unavailable SHEQ Manager: - Name: Michael Peltis - Phone: Mobile: A deputy has to be announced and published at the voice mail in case of absence / holiday. ELD Oosterhout Version 1 / July 2013 page 1/ 1

30 ELD Zeilmakerijweg 1 Oosterhout SVM + Monitor Monsterruimte Kantoor/ dienstengebouw (werkplaats & loods B) stikstof Loods 6 A stikstof koolzuur Loods 6 B Rederijweg weegbrug Acculaadruimte Laadkuilen Spoelcontainer Opslag leeg ongereinigde IBC s Afvulgebouw 7 A Afvulgebouw 7 B v elektrisch Technische ruimte Opslag pallets Loods 1 Loods 2 Loods 3, opslag lege nieuwe IBC s Lege vaten Zeilmakerijweg Overzicht terrein schaal 1 : AM

31 AFVULGEBOUW 7A vatenlift LIJN 9, Polycans LIJN 4, volautomaat LIJN 5, IBC s gaswasser afval en Carbon Black LIJN 1, TELENE VNB testruimte IBC s Afvulgebouw 7A schaal 1 :

32 AFVULGEBOUW 7B gaswasser Lijn 3 gaswasser pompen Lijn 6 Lijn 2 Afvulgebouw 7B schaal 1 :

33 LOODS 6 stikstof monster -ruimte 6A 6B Acculaadruimte wikkelmachine spillkit blusgas koolzuur (CO 2 ) = blokkeren blusinstallatie stikstof = handbediening blusinstallatie Loods 6 schaal 1 :

34 Locatie AM LOCATIE 3

35 LOODS 1 & 2 productopvangbak V ullen TMA Poeder mobiele pompen MIXER compressor LIJN 8, IBC s Loods 2 Loods 1 Loods 1& fvz/jg

36 KANTOOR / DIENSTENGEBOUW (gebouwen A en B) Begane grond CV Verpakken W G Lege verpakkingen en opslag ongevaarlijke stoffen CV warmtekamer Werkplaats opvangbak afvul 8 bar Bediening elektrische rioolafsluiter Kantoor / Dienstengebouw (gebouwen A en B)

37 KANTOOR /DIENSTENGEBOUW (gebouwen A en B) Verdieping CV Kantoor/Dienstengebouw-verdieping

38 BIJ CALAMITEIT: BRAND Alarmeer de brandweer met handbrandmelder of alarmnummer Meld: uw naam plaats van de brand Waarschuw de bedrijfshulpverleners en bedrijfsleiding Start de noodstop procedure Breng direct in gevaar verkerende personen in veiligheid Probeer i.o.m de BHV de brand te blussen Denk aan uw eigen veiligheid Volg instructie van de BHV, dan wel de brandweer op VRIJKOMEN GEVAARLIJKE STOF Alarmeer direct het hoofd BHV en de bedrijfsleiding Wanneer: een stof in de bodem of riolering dreigt te komen of gekomen is; een damp of gas gevaar of hinder kan veroorzaken De bedrijfsleiding alarmeert de externe hulpdiensten en instanties Meld: uw naam Plaats van ongeval Welke stof er is vrijgekomen ONGEVAL Alarmeer de bedrijfshulpverleners Meld: uw naam plaats van het ongeval aard van het ongeval Waarschuw de directie Laat slachtoffers niet alleen ONTRUIMING Schakel installaties uit en start de noodstopprocedure Volg de instructies op van de bedrijfshulpverleners Verleen waar nodig hulp aan collega s Meld u op de verzamelplaats: parkeerplaats bij kantoor of bij loods 1, de rioolafsluiter Doe geen uitspraken aan derden betreffende het ongeval zonder toestemming van de bedrijfsleiding. Stel geen andere dan de hierboven genoemde instanties op de hoogte van de calamiteit Calamiteiten instructie A. Molenaar Pagina

39

40

41

42 Gebruikershandleiding Blusmodule BLINTF voor de DCCB SEL-G08.022N-C Beschrijving Lay-out van het frontpaneel Werking van de blusmodule Signalisatie Druktoetsen Gebruik Brandalarm bluszone Storingen Technische gegevens blusmodule BLINTF... 7 Systems Division - ISO 9001 Certified Somati NV - Industrielaan Erembodegem (Aalst) Belgium. - Tel : 053/ Fax : 053/ info@somati.be HR Aalst BTW : BE PR KB Reg. nr. Aannemer : cat

43 SEL-G08.022N-C Blz 2/7 1 Beschrijving 1.1 Lay-out van het frontpaneel 1.2 Werking van de blusmodule De blusmodule BLINTF van Somati is ontwikkeld voor het sturen van een bluszone op een DCCB branddetectiecentrale. Op de module kan men alle noodzakelijke lussen aansluiten die nodig zijn voor de bewaking en de bediening van één bluszone. De blusmodule (en daarmee ook de bluszone) kan zich in de stand automatisch of in de stand manueel bevinden. Dit betekent dat men de blusprocedure automatisch en manueel of enkel manueel kan laten starten. Bij aanwezigheid van personeel in de beveiligde lokalen staat de installatie normalerwijze op manueel. Dit betekent dat er enkel een blussing kan geschieden door menselijke tussenkomst. Als er één detectielus van de bluszone in alarm komt dan zal de blusmodule in de toestand eerste alarm komen. In deze toestand zullen alle sturingen behorend tot het eerste alarmniveau in werking treden. Zo wordt onder andere de sirene met een discontinue toon geactiveerd. Als er twee detectielussen van de bluszone in alarm komen dan zal de blusmodule in de toestand tweede alarm komen. In deze toestand zullen alle sturingen behorend tot het tweede alarmniveau in werking treden. Zo zal de sirene met een continue toon geactiveerd worden. Als de blusmodule zich in de stand automatisch bevindt, zal de blusprocedure gestart worden. De rode LED SEL/MHS/

44 SEL-G08.022N-C Blz 3/7 blussing gestart zal oplichten. Gedurende de vertragingstijd zal deze LED knipperen, wanneer de vertragingstijd verlopen is dan zal de LED continu oplichten. Gedurende de vertragingstijd kan men het lokaal verlaten of de blusprocedure stoppen. Als één van de manuele blusknoppen wordt geactiveerd dan zal de centrale onmiddellijk in de toestand tweede alarm komen. De blusprocedure zal gestart worden en de sturingen behorende tot het eerste en het tweede alarm zullen geactiveerd worden. Als men de blussing mechanisch activeert dan zal de blusmodule ook in alarm komen waardoor de nodige visuele en akoestische signalen gegenereerd zullen worden. 1.3 Signalisatie (Zie lay-out van het frontpaneel) 1 EERSTE ALARM De bluszone bevindt zich in de toestand eerste alarm. Deze LED zal oplichten vanaf het moment dat er een detectie heeft plaatsgevonden voor deze bluszone of als er een blusknop is ingedrukt. Deze LED zal doven nadat de centrale is gereset en er geen detectie meer is. 2 TWEEDE ALARM De bluszone bevindt zich in de toestand tweede alarm. Deze LED zal oplichten vanaf het moment dat er een detectie optreedt op twee verschillende lussen voor deze bluszone of als er een blusknop is ingedrukt. Indien de bluszone in de stand automatisch staat dan zal de blusprocedure starten. Deze LED zal doven nadat de centrale is gereset. 3 AUTOMATISCH/MANUEEL Deze LED geeft weer of de bluszone in de stand automatisch of in de stand manueel staat. Indien de bluszone zich in de stand manueel bevindt dan kan de blusprocedure enkel door een manuele interactie worden gestart. In de stand automatisch kan de blusprocedure ook worden gestart door de branddetectoren. De stand automatisch wordt aangeduid door een groene LED, de stand manueel door een gele LED. De stand manueel wordt door de centrale aanzien als een uit-dienst-stelling. SEL/MHS/

45 SEL-G08.022N-C Blz 4/7 4 START BLUSSING Deze LED duidt aan dat de blusprocedure is gestart. Gedurende de vertragingstijd zal deze LED knipperen, wanneer de vertragingstijd verlopen is dan zal de LED continu oplichten. 5 STOP BLUSSING Zolang de LED stop blussing oplicht zal de blusprocedure, nadat deze gestart is, niet worden voltooid. Een continu oplichtende LED geeft aan dat de stopblussing op de centrale is geactiveerd. Een knipperende LED geeft aan dat de externe stop-blussing is geactiveerd. Een actieve stop-blussing wordt door de centrale aanzien als een uit-dienst-stelling. 6 BEVESTIGING BLUSSING Deze LED zal oplichten als de blussing daadwerkelijk heeft plaatsgevonden (activering drukschakelaar). De LED zal oplichten zolang de terugmelding geactiveerd is. 7 ACTIVATOR UIT-DIENST-STELLING Deze LED zal oplichten wanneer men de activator van de bluszone uit dienst heeft genomen. Zolang deze LED brandt, kan de blussing elektrisch niet worden uitgevoerd (noch automatisch, noch manueel). 8 STORING 9 LOKALISATIE TEKST Deze LED licht op als er in de bluszone een storing aanwezig is. De LED zal doven na een reset wanneer de storing is verholpen. Met behulp van een inschuiflabel kan men op een flexibele wijze elke bluszone identificeren. 1.4 Druktoetsen 10 AUTOMATISCH/MANUEEL Met behulp van deze druktoets kan men de bluszone in de stand automatisch of manueel zetten. Men dient zolang op de druktoets te drukken tot men de omschakeling visueel waarneemt via de bijbehorende LED s. SEL/MHS/

46 SEL-G08.022N-C Blz 5/7 11 START BLUSSING Drukknop om vanaf de centrale het bevel te geven om de blusprocedure te starten. De bijbehorende LED duidt aan dat de blusprocedure is gestart. Gedurende de vertragingstijd zal deze LED knipperen, wanneer de vertragingstijd verlopen is dan zal de LED continu oplichten. 12 STOP BLUSSING Met behulp van deze knop kan men de blusprocedure onderbreken waardoor de blussing niet zal doorgaan. Als men nogmaals op deze knop drukt dan gaat de blusprocedure verder. Een ingeschakelde stopblussing wordt aangeduid door de bijbehorende LED. Een ingeschakelde stop-blussing oefent geen invloed uit op de vertragingstijd van deze bluszone. Men kan de druktoetsen enkel bedienen nadat men de sleutelschakelaar in de stand toegang heeft gezet. Tevens dient men lang genoeg op de toetsen te drukken om een omschakeling van toestand te verkrijgen. Dit om verkeerde handelingen uit te sluiten. SEL/MHS/

47 SEL-G08.022N-C Blz 6/7 2 Gebruik 2.1 Brandalarm bluszone : Bluszone in stand manueel : 1. Zet het akoestisch signaal af d.m.v. de drukknop "bevestigen" of akoestische signalen uit indien de bluszone zich in de toestand van eerste alarm bevindt. 2. Lokaliseer de lus op de centrale en verifieer het alarm ter plaatse. 3. Ingeval de brand van die aard is dat er een blussing moet geschieden drukt men op één van de blusknoppen of op de knop start blussing op de module. 4. Op dit moment wordt een vooraf ingestelde vertragingstijd geïnitieerd. Het personeel heeft nu de tijd om het beveiligde lokaal te verlaten waarna de blussing zal plaatsvinden. 5. Houd dit lokaal gedurende minimaal 20 minuten gesloten en tref de nodige maatregelen volgens de instructies van de eigen veiligheidsdienst. 6. Noteer de feiten in een logboek met duidelijke vermelding van de datum en tijd. Bluszone in stand automatisch : 1. In de afwezigheid van personeel zal de blussing automatisch plaatsvinden nadat van de twee verschillende lussen tenminste één detector in alarm komt. 2. Na blussing worden dezelfde maatregelen getroffen als beschreven hierboven. 3. Gedurende de vertragingstijd kan de blusprocedure onderbroken worden door middel van de drukknop "stop blussing". Let hierbij op dat men slechts toegang heeft tot deze drukknop indien men de sleutelschakelaar in de positie toegang heeft geplaatst. 2.2 Storingen : 1. Zet het akoestisch signaal af d.m.v. de drukknop "bevestigen" of akoestische signalen uit. 2. Lokaliseer de foutaanduiding op het paneel. 3. Noteer de feiten in het logboek. 4. Verwittig dienst-na-verkoop van SOMATI ( ). SEL/MHS/

48 SEL-G08.022N-C Blz 7/7 3 Technische gegevens blusmodule BLINTF : Voeding : VDC 2A max Bewaakte ingangen (R=4k7) : 2 detectielussen 24VDC 1 lus voor blusknoppen 24VDC 1 lus voor drukschakelaars 24VDC 1 lus voor drukverlies 24VDC 1 lus voor externe stop-blussing of A/M 24VDC Bewaakte uitgangen (R=4k7) : 2 lussen voor sirenes 24VDC 1 lus voor activator 24VDC Spanningsloze contacten : 2 x Eerste alarm Max. 30VDC 1A 1 x Tweede alarm Max. 30VDC 1A 1 x Storing in bluszone Max. 30VDC 1A Spanningsdragende uitgangen (24VDC) : 1 x Eerste Max 1A 1 x Tweede alarm Max. 1A 1 x Bevestiging blussing Max. 1A SEL/MHS/

49 I n t e g r a t e d F i r e P r o t e c t i o n G R O U P ESA Gebruikershandleiding ESA SEL-G08.600N-C.docESA SEL-G08.600N-C.doc Algemeen Inleiding Het frontpaneel Signalisatie Druktoetsen Display Gebruik: Alarmen: Brandalarm Bevestiging van een brandalarm Resetten van een brandalarm Vooralarm Bevestigen van een vooralarm Resetten van een vooralarm Storings- en onderhoudsmeldingen Storing Onderhoud Bevestigen van storings- en onderhoudsmeldingen Resetten van een storings- en onderhoudsmeldingen Menustructuur Buiten dienst stellingen...14 Systems Division - ISO 9001 Certified Somati NV - Industrielaan Erembodegem (Aalst) Belgium. - Tel : 053/ Fax : 053/ info@somati.be HR Aalst BTW : BE PR KB Reg. nr. Aannemer : cat

50 SEL-G08.600N-C blz 2/15 1 Algemeen 1.1 Inleiding: Deze handleiding beschrijft de bediening van de analoge microprocessorgestuurde branddetectiecentrale ESA. Het doel van een branddetectiecentrale is het detecteren en lokaliseren van een brand in de beginfase en het alarm door te melden naar de bevoegde instantie(s) en/of de verantwoordelijke persoon. Detectoren en kablage mogen niet verplaatst nog gewijzigd worden zonder de installateur hiervan op de hoogte te brengen. In geval van een storing dient deze zo snel mogelijk verholpen te worden. Dit kan eventueel door de dienst onderhoud van Somati te verwittigen (tel. 053/ ). 1.2 Het frontpaneel: BRANDMELDPANEEL - PANNEAU DE DETECTION INCENDIE Vooralarm Préalarme Blussing Extinction Rookevacuatie Evacuation de fumée Doormelding brandalarm Transmission alarme Doormelding storing Transmission défaut Adressen niet gereset Adresses non réarmées Zones in alarm Zones en alarme Meerdere alarmen Plus. alarmes Bevestiging Confirmation Reset Réarmement Storing Défaut Systeem Système Onderhoud Maintenance Doormelding brandalarm Transmission alarme Akoestisch signaal Signal sonore Buiten dienst stellingen Mises hors service In dienst En service Test Test Vertraging Délai UIT DIENST HORS SERVICE IN DIENST EN SERVICE TEST TEST Akoestisch signaal uit Arrêt signal sonore Netspanning afwezig Défaut secteur SELECT BE/0 08/12/00

51 SEL-G08.600N-C blz 3/ Signalisatie: 1 BRAND De LED BRAND geeft aan dat de centrale een brand heeft gedetecteerd. De LED knippert wanneer het alarm nog niet is bevestigd, de LED blijft continu aan wanneer het alarm is bevestigd. De LED dooft wanneer de centrale succesvol is gereset. 2 VOORALARM 3 BLUSSING 4 ROOKEVACUATIE De LED VOORALARM geeft aan dat de centrale een brand verwacht of heeft verwacht. De LED knippert wanneer het alarm nog niet is bevestigd, de LED blijft continu aan wanneer het alarm is bevestigd. De LED dooft wanneer de centrale succesvol is gereset. De LED BLUSSING geeft aan dat de centrale een bericht heeft ontvangen dat er een blussysteem heeft gewerkt. De LED wordt uitwendig gestuurd en gaat pas uit als het blussysteem is gereset. De LED ROOKEVACUATIE geeft aan dat de centrale een bericht heeft ontvangen dat de rookevaluatie gestart is. De LED wordt uitwendig gestuurd en dooft pas als het rookevacuatiesysteem is gereset. 5 DOORMELDING BRANDALARM De LED DOORMELDING BRANDALARM geeft aan dat een alarm automatisch wordt doorgemeld naar de desbetreffende instantie. De LED licht continu op en dooft pas wanneer de centrale wordt gereset. Het hangt van de installatie af of er ook daadwerkelijk een doormelder is geplaatst. 6 DOORMELDING STORING De LED DOORMELDING STORING geeft aan dat een storing automatisch wordt doorgemeld naar de desbetreffende instantie. De LED licht continu op en dooft pas wanneer de centrale wordt gereset. Het hangt van de installatie af of er ook daadwerkelijk een doormelder is geplaatst. 7 ADRESSEN NIET GERESET 8 ZONES IN ALARM Deze LED licht op zolang er detectoren (adressen) niet volledig zijn gereset na een brandalarm of een vooralarm. Op het paneel zijn er 32 LED s voorzien die aangeven in welke zone er een brandalarm is opgetreden. Deze LED s kunnen een indicatie zijn voor de plaatsbepaling van de brand. De indeling van deze zones wordt bepaald door de configuratie van de centrale. 08/12/00

52 SEL-G08.600N-C blz 4/15 9 STORING 10 SYSTEEMSTORING 11 ONDERHOUD De LED storing geeft aan dat de centrale een storing heeft gedetecteerd in de installatie. De LED knippert wanneer de storing nog niet is bevestigd, de Led blijft continu aan wanneer de storing is bevestigd. De LED dooft wanneer de centrale succesvol is gereset. Noteer de code die wordt weergegeven op het display en contacteer de dienst onderhoud van SOMATI. Deze Led geeft aan dat er een storing is opgetreden in de software. Dit kan veroorzaakt zijn door een defect inwendig in de centrale of door een externe storing. De centrale kan nu geen brand meer detecteren daar ze in een geblokkeerde toestand terechtkomt. Noteer de code die wordt weergegeven op het display en contacteer direct de dienst onderhoud van SOMATI. De LED ONDERHOUD geeft aan dat één of meerdere toestellen een onderhoudsmelding doorgeven (bijv. een vervuilde detectormelding). De LED knippert wanneer de onderhoudsmelding nog niet is bevestigd, de LED blijft continu aan wanneer deze is bevestigd. De LED dooft wanneer de centrale succesvol is gereset. 12 DOORMELDING BRANDALARM STORING De LED DOORMELDING BRANDALARM storing zal oplichten zodra de doormelder een storing geeft op de ingang van doormeldbewaking. De LED zal doven wanneer de storing is verholpen en de centrale is gereset. 13 DOORMELDING BRANDALARM BUITEN DIENST De LED BRANDDOORMELDER uit dienst zal oplichten zodra de doormelder uit dienst wordt gezet. De LED zal doven wanneer de doormelder terug in dienst wordt gezet. 14 AKOESTISCH SIGNAAL STORING De LED AKOESTISCH SIGNAAL storing zal oplichten zodra er een storing optreedt in de kablage van het akoestisch signaal. De LED zal doven wanneer de storing is verholpen en de centrale is gereset. 15 AKOESTISCH SIGNAAL BUITEN DIENST De LED AKOESTISCH SIGNAAL buiten dienst zal oplichten zodra een akoestisch signaal (bijv. sirene) uit dienst wordt gezet. De LED zal doven wanneer deze sirene terug in dienst wordt gezet. 16 BUITEN-DIENST-STELLINGEN De LED BUITEN-DIENST-STELLINGEN geeft aan dat er ergens in de installatie een functie of toestel uit dienst is gesteld. Deze LED blijft aan zolang er buitendienst-stellingen zijn. (Voor het in en uit dienst zetten zie paragraaf 2.4) 08/12/00

53 SEL-G08.600N-C blz 5/15 17 VERTRAGING Geeft in de toestand van brandalarm aan dat de doormelding vertraagd is en dat deze vertragingstijd aan het aftellen is. 18 AKOESTISCH SIGNAAL UITGESCHAKELD Deze LED licht op indien er een brandalarm wordt bevestigd. Het akoestisch signaal wordt dan afgeschakeld. Deze LED zal terug doven nadat de centrale succesvol is gereset. 19 NETSPANNING AFWEZIG De Led NETSPANNING AFWEZIG zal oplichten als er een storing optreedt in de netspanning (230V). De centrale werkt nu op batterijen. Deze LED zal terug doven nadat de storing is verholpen en de centrale succesvol is gereset. 20 MEERDERE ALARMEN 21 TEST 22 IN DIENST Deze LED zal knipperen als er meer dan één brandalarm wordt gedetecteerd. Als alle alarmen zijn bevestigd zal de LED continu oplichten. Met behulp van de SCROLLTOETS kan men de andere brandalarmen opvragen op het display. De LED TEST geeft aan dat er via het toetsenbord een zone in test is gezet of dat er een test in uitvoering is. Deze LED blijft aan totdat er niets meer in test staat. De LED IN DIENST geeft aan dat de centrale operationeel is. 1.4 Druktoetsen: 23 BEVESTIGING 24 SCROLL 25 RESET Met de toets BEVESTIGING wordt het extern en intern akoestisch signaal afgeschakeld. Een nieuwe melding zal het akoestisch signaal opnieuw activeren. Met behulp van de SCROLL-toets kan men, indien er meerdere meldingen zijn, de verschillende meldingen op het dipslay zichtbaar maken. De RESET-toets dient om het systeem terug in de originele toestand te zetten na het optreden van een alarm of storing. Dit resetten kan alleen gebeuren nadat de alarmen of storingen zijn bevestigd. Als men de reset toets indrukt zal de centrale een akoestisch signaal geven; om te resetten dient men de reset toets zolang in te drukken tot het akoestisch signaal stopt. 08/12/00

54 SEL-G08.600N-C blz 6/15 26 SELECTEER 27 UIT DIENST Met deze toets kan men het volledige menu van de centrale doorlopen. Via dit menu kan men een aantal instellingen doen zoals tijd en datum instellen (zie paragraaf 2.4). Met een druk op de UIT DIENST-toets zet men de geselecteerde functie of het geselecteerde toestel uit dienst. 28 IN DIENST 29 TEST Met een druk op de IN DIENST-toest zet men de geselecteerde functie of het geselecteerde toestel terug in dienst. Met deze toets zet men de geselecteerde zone in test of start men de LED-test op voorwaarde dat de schakelaar van de deur gesloten is. Verder kunnen hiermee de doormelder, systeem, sturingen en bewakingen eveneens getest worden. 1.5 Display: Het alfanumeriek display bestaat uit twee lijnen van 40 karakters en kan zich volgens prioriteit in één van de volgende toestanden bevinden: 8 Brandalarm 7 Vooralarm 6 Storing en onderhoud 5 Zone test conditie 4 Menu toestand 3 Buiten dienst toestand. 2 Deur open toestand 1 Blank Het display zal zich altijd in de toestand met de hoogste prioriteit bevinden. Toestand 4 is altijd toegankelijk door op de SELECT toets te drukken (men komt dan in het menu terecht). 08/12/00

55 SEL-G08.600N-C blz 7/15 2 Gebruik: 2.1 Alarmen: Brandalarm: De centrale bevindt zich in de toestand brandalarm als er één of meerdere alarmen zijn waargenomen. Een brandalarm wordt weergegeven als volgt: - de led BRAND knippert - de led van ZONES IN ALARM knippert - het akoestisch signaal is actief - het eerste alarm wordt weergegeven op het display: BRAND Z:03 A: /001 LOKATIEBERICHT VAN DE BRANDZONE In dit voorbeeld wordt een brand weergegeven die is gedetecteerd door adres 17 van net 4 in zone 3 - de led MEERDERE ALARMEN zal knipperen indien er meerdere alarmen aanwezig zijn - de led AUTOMATISCHE DOORMELDER is aan (indien ze in dienst staat) Een brandalarm stuurt de volgende uitgangen: - de doormelder Of het alarm ook werkelijk wordt doorgemeld hangt af of de installatie hiervoor is uitgerust - het extern akoestisch signaal - speciale geconfigureerde uitgangen Indien er meerdere brandalarmen aanwezig zijn kan men deze sequentieel opvragen door op de SCROLL toets te drukken Bevestiging van een brandalarm Indien men het brandalarm heeft opgemerkt op de centrale dan wordt dit bevestigd door op de toets BEVESTIGEN te drukken. Dit heeft tot gevolg dat: - de led BRAND continu oplicht - de led ZONES IN ALARM continu oplicht - de led MEERDERE ALARMEN continu oplicht indien er meerdere alarmen aanwezig zijn - het akoestisch signaal van de centrale stopt - het extern akoestisch signaal van de centrale stopt - de led AKOESTISCH SIGNAAL UIT licht op Het extern akoestisch signaal kan nu af en aan geschakeld worden door telkens op de toets BEVESTIGING te drukken. De toestand van het extern akoestisch signaal wordt door de led AKOESTISCH SIGNAAL UIT weergegeven. 08/12/00

56 SEL-G08.600N-C blz 8/ Resetten van een brandalarm Nadat het brandalarm onderzocht is dient de centrale terug in originele toestand gebracht te worden. Dit gebeurt door de centrale te resetten. Voordat de centrale gereset kan worden dient het brandalarm bevestigd te zijn. Druk enige tijd op de RESET toets tot het akoestisch signaal stopt. Op het display zal nu het volgende verschijnen: RESET IN UITVOERING EVEN GEDULD A.U.B. Dit recetten duurt ongeveer 15 seconden. Als er geen brandmelding meer komt van de desbetreffende detector die in alarm stond dan is de resetprocedure geslaagd waardoor de centrale zich niet meer in brandalarmtoestand bevindt. Bevinden er zich nog steeds detectoren in alarm dan zal de resetprocedure falen en blijft de centrale in de brandalarm toestand. Dit wordt als volgt weergegeven: - de led ADRES NIET GERESET licht op - het display geeft het volgende weer: RESET GEFAALD DRUK OP DE RESET OF DE SCROLL TOETS Door op de RESET-toets te drukken probeert men opnieuw te resetten, door op de SCROLL toets te drukken kan men de adressen opvragen welke nog niet zijn gereset. Indien een adres na herhaalde pogingen nog steeds niet kan worden gereset dan kan men dit adres buiten dienst stellen. Via de SCROLL toets selecteert men het adres dat men wil uit dienst nemen waarna men op de UIT DIENST toets drukt. Het desbetreffende adres is nu uit dienst genomen en verwijderd uit de brandalarmlijst. Als er geen brandalarmen meer aanwezig zijn gaat de centrale automatisch uit brandalarm toestand. Waarschuwing: Het uit dienst nemen van een adres heeft tot gevolg dat deze geen brandalarm meer kan genereren! De oorzaak van het probleem dient dus zo snel mogelijk te worden achterhaald en opgelost Vooralarm: De centrale bevindt zich in de toestand vooralarm als er één of meerdere vooralarmen zijn waargenomen. Een vooralarm wordt waargenomen indien er gedurende een bepaalde tijd een hoeveelheid rook wordt waargenomen die net niet de alarmgrens bereikt. Dit betekent dat er een mogelijk brandalarm op komst is. Een vooralarm wordt weergegeven als volgt: - de led VOORALARM knippert - het akoestisch signaal is aan - het eerste vooralarm wordt weergegeven op de display: 08/12/00

57 SEL-G08.600N-C blz 9/15 VOORALARM Z:03 A: /001 LOKATIEBERICHT VAN DE BRANDZONE In dit voorbeeld wordt een vooralarm weergegeven dat is gedetecteerd door adres 17 van net 4 in zone 3 - de led MEERDERE ALARMEN zal knipperen indien er meerdere vooralarmen aanwezig zijn Een vooralarm stuurt géén uitgangen! Indien er meerdere vooralarmen aanwezig zijn kan men deze sequentieel opvragen door op de SCROLL toets te drukken Bevestigen van een vooralarm: Indien men het vooralarm heeft opgemerkt op de centrale dan wordt dit bevestigd door op de toets BEVESTIGEN te drukken. Dit heeft tot gevolg dat: - de led VOORALARM continu oplicht - de led MEERDERE ALARMEN continu oplicht indien er meerdere vooralarmen aanwezig zijn - het akoestisch signaal van de centrale zal afschakelen Resetten van een vooralarm: Nadat het vooralarm onderzocht is dient men de centrale terug in originele toestand te brengen. Dit gebeurt door de centrale te resetten. Voordat de centrale gereset kan worden dient het vooralarm bevestigd te zijn. Druk enige tijd op de RESET toets tot het akoestisch signaal stopt. Op het display zal nu het volgende verschijnen: RESET IN UITVOERING EVEN GEDULD A.U.B. Dit resetten duurt ongeveer 15 seconden. Als er geen vooralarmmelding meer komt van de desbetreffende detector die in vooralarm stond dan is de reset geslaagd waardoor de centrale zich niet meer in de toestand vooralarm bevindt. Bevinden er zich nog detectoren in vooralarm dan zal de resetprocedure falen en blijft de centrale in de vooralarm toestand. Dit wordt als volgt weergegeven: - de led ADRES NIET GERESET licht op - het display geeft het volgende weer: RESET GEFAALD DRUK OP DE RESET OF DE SCROLL TOETS 08/12/00

58 SEL-G08.600N-C blz 10/15 Door op de RESET-toets te drukken probeert men opnieuw te resetten, door op de SCROLL toets te drukken kan men de adressen opvragen welke nog niet zijn gereset. Indien een adres na herhaalde pogingen nog steeds niet kan worden gereset dan kan men dit adres buiten dienst stellen. Via de SCROLL toets selecteert men het adres dat men wil uit dienst nemen waarna men op de UIT DIENST toets drukt. Het desbetreffende adres is nu uit dienst genomen en verwijderd uit de vooralarmlijst. Als er geen vooralarmen meer aanwezig zijn gaat de centrale automatisch uit de vooralarm toestand. Waarschuwing: Het uit dienst nemen van een adres heeft tot gevolg dat deze geen brandalarm meer kan genereren! De oorzaak van het probleem dient dus zo snel mogelijk te worden achterhaald en opgelost. 2.2 Storings- en onderhoudsmeldingen: De centrale bevindt zich in de storing/onderhoud toestand als er één of meerdere storingen/onderhoud in de installatie zijn waargenomen Storing Een storing wordt weergegeven als volgt: - de led STORING knippert - de led BRANDDOORMELDER STORING licht op indien er een storing is opgetreden in de branddoormelder - de led AKOESTISCH SIGNAAL licht op indien er een storing is opgetreden in de kablage van de akoestische signalen. Als er geen brandalarmen of vooralarmen aanwezig zijn: - het intern akoestisch signaal wordt actief - de eerste storing wordt weergegeven op het display: ADR.STORING 52 Z: 03 A: /001 LOKATIEBERICHT VAN DE BRANDZONE In dit voorbeeld wordt een adres storing weergegeven op het display afkomstig van adres 17 net 4 zone 3. De codes van adresstoringen zijn: 06 = Niet gedefinieerd type. 07 = Adres verwijderd. Deze storing verdwijnt na een reset! 08 = Het type is veranderd. Deze storing verdwijnt na een reset! 09 = Een nieuw adres. Deze storing verdwijnt na een reset! 51 = Te lage analoge waarde van een detector. 52 = Een adres antwoordt niet meer. 53 = Dubbel adres: twee detectoren of twee modules staan op éénzelfde adres ingesteld. 54 = Lus open van een ingangsmodule 55 = Lus open van een uitgangsmodule 08/12/00

59 SEL-G08.600N-C blz 11/15 56 = Lus kortgesloten van een uitgangsmodule 57 = Een ingangsmodule geconfigureerd als storing is geactiveerd. 58 = Een ingangsmodule geconfigureerd als zone uit dienst stelling is meer dan 12h geactiveerd. 62 = Lus open in een conventionele sublus. De codes van voedingstoringen zijn als volgt: 1 = Batterijspanning te laag. 2 = Batterij niet aangesloten (of zekering defect). 3 = Batterijspanning te laag gedurende lange belastingstest. 4 = Storing in lader: te hoge batterijspanning 5 = Storing in lader: batterijspanning stijgt niet genoeg. 6 = De netspanning is aanwezig maar de centrale krijgt geen spanning. 7 = Batterijspanning daalt niet tijdens belastingstest: storing in het belastingtestcircuit. 8 = Laderuitgang is kortgesloten. 9 = Netspanning (230V AC) afwezig. Een storing stuurt de volgende uitgangen: - de storingsdoormelder. Of de storing ook werkelijk wordt doorgemeld hangt af of de installatie hiervoor is uitgerust. - de uitgang voor storingwaarschuwing. - speciale geconfigureerde uitgangen Indien er meerdere storingen aanwezig zijn kan men deze sequentieel opvragen door op de SCROLL toets te drukken Onderhoud Een onderhoud wordt weergegeven als volgt: - de led ONDERHOUD knippert Als er geen brandalarmen of vooralarmen aanwezig zijn: - het akoestisch signaal wordt actief - het eerste onderhoud wordt weergegeven op het display: ONDERHOUD 60 Z: 03 A: /001 LOKATIEBERICHT VAN DE BRANDZONE In dit voorbeeld wordt een onderhoud weergegeven afkomstig van adres 17 net 4 zone 3. De onderhoudscodes zijn: 00 = Een adres is geconfigureerd als any type maar de centrale vindt dit adres niet. Deze onderhoudsmelding verdwijnt na een reset! 01 = Een niet geconfigureerd adres. Deze onderhoudsmelding verdwijnt na een reset! 02 = Een adres is geconfigureerd als een gedefinieerd type maar de centrale vindt dit adres niet! 03 = Type van het geplaatst adres komt niet overeen met de configuratie. 08/12/00

60 SEL-G08.600N-C blz 12/15 04 = Een detector en een module staan op éénzelfde adres terwijl dit enkel is toegelaten als men dit heeft geconfigureerd. 60 = Vervuilde detector Bevestigen van storings- en onderhoudsmeldingen: Indien men de storings/onderhoudsmeldingen heeft opgemerkt op de centrale dan wordt dit bevestigd door op de toets BEVESTIGEN te drukken. Dit heeft tot gevolg dat: - de led STORING continu oplicht, in geval van storing. - de led ONDERHOUD continu oplicht, in geval van onderhoud. - de led BRANDDOORMELDER STORING continu oplicht, in geval van storing in de branddoormelder. - de led SIRENE STORING continu oplicht, in geval van een storing in de kablage van de sirenes. - de uitgang voor storingswaarschuwing afschakelt Resetten van een storings- en onderhoudsmeldingen: Nadat de storing/onderhoud onderzocht is moet men de centrale terug in originele toestand brengen. Dit gebeurt door de centrale te resetten. Voordat de centrale gereset kan worden dienen de meldingen bevestigd te zijn. Druk enige tijd op de RESET toets tot het akoestisch signaal stopt. Als de storings- of onderhoudsmelding niet kan worden gereset dan komt de centrale terug in de storing/onderhoud toestand. Als de storing of onderhoud niet direct kan worden verholpen dan kan men deze uit dienst stellen als de melding afkomstig is van: - bewaking van één van de netten - bewaking doormelder - bewaking sirene - bewaking blussing - bewaking voeding - bewaking aardfout - bewaking zekering Het uit dienst stellen gaat als volgt: via de SCROLL toets selecteert men het item dat men wil uit dienst nemen waarna men op de UIT DIENST toets drukt. Het desbetreffende item is nu uit dienst genomen. De centrale gaat niet automatisch uit de storing/onderhoud toestand, men moet de centrale alsnog resetten. 2.3 Menustructuur: Met behulp van de vier SELECT toetsen kan men door het menu van de centrale bladeren. Met behulp van de toets SELECT-rechts ( ) gaat men het menu binnen. Men kan nu kiezen uit de volgende onderwerpen: 08/12/00

61 SEL-G08.600N-C blz 13/15 DOORMELDER-TEST SYSTEEM TEST TIJD TOEGANGSNIVEAU PRINTINGS HISTORIEK ACTIEVE UIT DIENST STELLINGEN ACTIEVE STORINGEN ACTIEVE VOORALARMEN BEWAKING STURINGEN NETTEN/ADRES PUNTEN ZONES/ADRES PUNTEN Men komt in het menu binnen bij ZONES/ADRESPUNTEN. Met SELECT-omhoog en SELECTomlaag doorloopt men de bovenstaande keuzes. Met SELECT-rechts selecteert men die keuze. Hierna heeft men weer meerdere keuzes welke men kan selecteren op dezelfde wijze. Dit alles is weergegeven in de schematische voorstelling van het menu in appendix 1. De actieve vooralamen, storingen en onderhoudsmeldingen kunnen enkel worden opgevraagd als ze aanwezig zijn. Als het menu een object weergeeft dan kan men deze via de IN DIENST en UIT DIENST toetsen in en uit dienst nemen. Enkele voorbeelden: 1) Het uit dienst nemen van zone 5: Kies ZONES/ADRESPUNTEN via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, kies zone 5 via SELECT-omhoog/omlaag, druk nu op de UIT DIENST toets. 2) Het terug in dienst nemen van zone 5: Kies ZONES/ADRESPUNTEN via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, kies zone 5 via SELECT-omhoog/omlaag, druk nu op de IN DIENST toets. 3) Het uit dienst nemen van adres 9 op net 2: Kies NETTEN/ADRESPUNTEN via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, kies net 2 via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, kies adres 9 via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, druk nu op de UIT DIENST toest. 4) Instellen tijd en datum: Kies TIJD via SELECT-omhoog/omlaag, selecteer met SELECT-rechts, 08/12/00

62 SEL-G08.600N-C blz 14/15 Het display geeft nu de actuele tijd en datum weer: TIJD: 21: druk nu op de toets SELECT-rechts, het display geeft nu: TIJD: 21: Met behulp van SELECT-omhoog/omlaag kan men nu de uren instellen. Met de toets SELECT-rechts selecteert men op sequentieel de minuten, jaar, maand, dagen, en terug uren Door op de toets IN DIENST te drukken wordt de nieuwe tijd en datum bewaard. Door op de toets SELECT-links te drukken wordt de nieuwe tijd en datum niet bewaard. 2.4 Buiten dienst stellingen: Buiten dienst stellingen worden altijd weergegeven door de led BUITEN DIENST STELLINGEN. Verder wordt de buiten-dienst-stelling van de branddoormelder en de akoestische signalen nog eens apart weergegeven via de led DOORMELDING BRANDALARM buiten dienst en de led AKOESTISCH SIGNAAL buiten dienst. Als de deur van de centrale gesloten wordt terwijl er buiten-dienst-stellingen aanwezig zijn dan zal de centrale gedurende 5 seconden een pulserend akoestisch signaal genereren. Waarschuwing: Het uit dienst nemen van een adres heeft tot gevolg dat dit adres geen brandalarm meer kan genereren! 08/12/00

63 SEL-G08.600N-C blz 15/15 E T Menu E T E E D E De uit dienst, in dienst en test knoppen zijn enkel in dit overzicht gekleurd. Het betekent dat de overeenstemde functie op het aangegeven moment kan gebruikt worden. UIT DIENST IN DIENST D E D E TEST E E E Met de SELECT pijlen kan men door het menu kijken in de aangegeven richting SELECT Men kan het menu oproepen door op linkse of de rechtse SELECT pijl te drukken D E T D E T D E T D E T D E T D E T Het uitdienststellingsmenu is enkel zichtbaar als er actieve uit dienststellingen, storingen of vooralarmen zijn D E T D E T T D E D E D E D E D E D E D E D E D E D E 08/12/00 6

64 Openen in geval van ALARM

65 Welk soort geluidssignalen kunnen er worden gehoord: Er zijn 3 verschillende fases van sirenes bij alarmering in loods 6 en 7,: Sirenes discontinue Sirenes continue (fltslampen in werking) Pneumatische hoorn 1. De sirenes gaan discontinue. (ontruimingssignaal) loods 6&7 De deuren van alle gebouwen sluiten en de spanning valt weg. Dit betekent dat er één melder in één van de loodsen is aangesproken. (Er vindt op dit moment nog geen blussing plaats) Als er een melder is aangesproken in 7A/7B of de vlammelders, zal alleen het ontruimingssignaal (discontinue) hoorbaar zijn echter kun je niet weten welke melders er zijn aangesproken dus wees altijd alert op eventueel een ander signaal. (Zie 2) 2. De sirenes gaan continue. (brandsignaal) Dit betekent dat er een tweede melder is aangesproken in loods 6A/6B en vindt er binnen 1 minuut een blussing plaats. Blussing kan nog onderbroken worden door de knop stop blussing (Alleen als er aanwijzingen zijn dat de melding loos is) 3. Pneumatische hoorn. Dit betekent dat er binnen 30 seconden een blussing plaats gaat vinden in loods 6A/6B. Het handmatig ontruimingssignaal(contineu 30 sec)wordt bediend door de receptie, opdracht hiervoor wordt gegeven door het hoofd BHV. Welke acties worden ondernomen bij ontruimings signaal: Sirenes discontinue Dit is het ontruimingssignaal, iedereen gaat naar de verzamelplaats. Alle aanwezigen op ons terrein wordt gewezen op het alarm en meegenomen naar de verzamelplaats. Op het nevenpaneel van de BMC, in uitgifte ruimte, wordt gecontroleerd waar de melding vandaan komt. Het hoofd BHV coördineert de verdere acties die moeten worden ondernomen. En geeft opdracht aan receptioniste tot geven van het ontruimingssignaal.

66 Sirenes continue Flitslampen in werking Dit is het brandsignaal, er is in loods 6A/6B brand. Als de alarm cyclus niet wordt onderbroken door één van de blauwe knoppen stop blussing in te drukken en vast te houden zal er binnen 30 seconden een blussing plaats starten. Als je nog onderweg bent naar de verzamelplaats maak dan haast,. Pneumatische sirene De mechanische klep is geactiveerd wat betekent dat binnen 30 seconden de blussing plaatsvindt. Blussing is niet te stoppen Als je nog om wat voor reden dan ook in loods 6A/6B aanwezig bent, snel dan naar de dichtstbijzijnde nooddeur. Mocht dit om wat voor reden niet snel genoeg lukken dat zet je z.s.m. je Fenzy-vluchtmasker op en verlaat de ruimte via een vluchdeur. Bij ieder geluidssignaal: Verzamelen op de verzamelplaats!!!!!! Verzamelplaats Als je nog onderweg bent naar de verzamelplaats neem dan iedereen mee die je nog tegenkomt. BELANGRIJK Ga geen mensen zoeken of locaties ontruimen, maar kom eerst naar de verzamelplaats en meldt je bij de BHV. Voor het starten van de noodstopprocedures wordt door het hoofd BHV opdracht gegeven.

67 Instructie verzamelplaats: De volgende punten moeten gecontroleerd en uitgevoerd worden op de verzamelplaats: Controleer aan de hand van de presentielijst / presentieborden op aanwezig personeel. Controleer aan de hand van de chauffeursbonnen op aanwezige chauffeurs. Controleer aan de hand van de bezoekerslijst op aanwezige bezoekers. Als deze punten zijn gecontroleerd en iedereen is aanwezig worden de volgende stappen ondernomen: Bedrijfshulpverlening (BHV) vangt de hulpdiensten op. ( nadat op de verzamelplaats de aanwezigheidscontrole is uitgevoerd ) Bedrijfshulpverlening (BHV) assisteert en adviseert hulpdiensten. Zijn er personen vermist worden de volgende stappen ondernomen: De portofoons worden verdeeld over de bedrijfshulpverlening (BHV) aan de hand van de gekleurde plattegrond. 2 gecertificeerde personen hangen ademlucht om in de roze zone ( alleen indien er geen brand in de roze zone is, en de brandweer nog niet is gearriveerd ) en lopen naar de rode zone. De personen met een gekleurde plattegrond lopen hun zones na. Iedereen blijft op de verzamelplaats totdat het sein veilig is gegeven, of dat het nodig is om de verzamelplaats te verlaten. Op de verzamelplaats moet aanwezig zijn: Minstens 1 verbanddoos Minstens 1 portofoon Draadloze/mobiele telefoon Aanwezigheidsregistraties en behandelingsformulieren Vanaf de verzamelplaats worden vervolgens de beslissingen genomen die nodig zijn om de verschillende procedures uit te voeren.

68 Rederijweg Bijlage: Plattegrond ELD BV Kantoor/ dienstengebouw Loods 6 A koolzuur Loods 6 B stikstof Laadkuilen Spoelcontainer Afvulgebouw 7 A Afvulgebouw 7 B Opslag Ibc s elektrisch Technische ruimte Pallets Loods 1 Loods 2 Loods 3 Lege vaten 2,5 4 4 droge blusleiding loods 1/2 droge blusleiding loods 3 Zeilmakerijweg droge blusleiding tank f`vz 1 : 1000

69 Rederijweg Bijlage: Plattegrond ELD BV ELD Zeilmakerijweg 1 Oosterhout Telefoniste/receptioniste: Informeer bij de BHV om welk soort alarm het gaat. Bij ontruimingsalarm: 30 seconden de alarmschakelaar vasthouden. (Hoofd BHV geeft opdracht om alarm te gebruiken) Bel in overleg met Hoofd BHV 112 of andere instanties Informeer de directeur (intern toestel 31) Neem altijd de draadloze en een mobiele telefoon mee naar de verzamelplaats. Monsterruimte Draagt zorg voor de presentielijsten van het personeel/bezoek. Kantoor / Hal Loods 6 A Loods 6 B Acculaadruimte Spoelruimte Afvulgebouw 7 A Technische ruimte Afvulgebouw 7 B Opslag Ibc s Loods 1 Loods 2 Loods 3 Opslag Pallets Lege vaten Zeilmakerijweg

70 Rederijweg Bijlage: Plattegrond ELD BV Controleer de gebouwen aangegeven met een blauwe kleur. ELD Bijlage: Plattegrond Zeilmakerijweg ELD BV 1 Oosterhout Afvulgebouw 7A Afvulgebouw 7B Spoelruimte Technische ruimte Kantoor / Hal Loods 6 A Monsterruimte Loods 6 B Acculaadruimte Spoelruimte Afvulgebouw 7 A Afvulgebouw 7 B Technische ruimte Opslag Ibc s Loods 1 Loods 2 Loods 3 Opslag Pallets Lege vaten Zeilmakerijweg

71 Rederijweg ELD Bijlage: Plattegrond Zeilmakerijweg ELD BV 1 Oosterhout Controleer de gebouwen aangegeven met een rode kleur. Deze ruimte s alleen betreden met ademlucht!! Loods 6A / 6B Acculaadruimte Monsterruimte 1 E verdieping opslag stikstof / CO2 tank Kantoor / Hal Portofoonnummer 01 Loods 6 A Monsterruimte Loods 6 B Verzamelplaats 2 Acculaadruimte Spoelruimte Afvulgebouw 7 A Afvulgebouw 7 B Technische ruimte Opslag Ibc s Loods 1 Loods 2 Loods 3 Opslag Pallets Lege vaten Zeilmakerijweg

72 Rederijweg Controleer de gebouwen aangegeven met een roze kleur. ELD Bijlage: Plattegrond Zeilmakerijweg ELD BV 1 Oosterhout Tank opslag 1 t/m 4 Primacabin kantoorruimte Hal Kantoor / Hal Loods 6 A Monsterruimte Loods 6 B Verzamelplaats 2 Acculaadruimte Spoelruimte Afvulgebouw 7 A Afvulgebouw 7 B Technische ruimte Opslag Ibc s Loods 1 Loods 2 Loods 3 Opslag Pallets Lege vaten Zeilmakerijweg

73 Rederijweg Controleer de gebouwen aangegeven met een gele kleur. ELD Zeilmakerijweg 1 Oosterhout Loods 1 t/m 3 Bakken opslag lege vaten Romyloods Kantoor / Hal Loods 6 A Monsterruimte Loods 6 B Verzamelplaats 2 Acculaadruimte Spoelruimte Afvulgebouw 7 A Technische ruimte Afvulgebouw 7 B Opslag Ibc s Loods 1 Loods 2 Loods 3 Opslag Pallets Lege vaten Zeilmakerijweg

74 Lokaties loods 3

75 Lokaties loods 6 A DEUR 1 DEUR 2

76 IBC locaties Stelcon platen IBC 17 IBC 18 IBC 16 IBC 19 IBC 15 IBC 20 IBC 14 IBC 21 IBC 13 IBC 22 IBC 12 IBC 23 IBC 11 IBC 24 IBC 10 IBC 25 IBC 09 IBC 26 IBC 08 IBC 27 IBC 07 IBC 28 IBC 06 IBC 29 IBC 05 IBC 30 IBC 04 IBC 31 IBC 03 IBC 32 IBC 02 IBC 33 IBC 01 IBC 34

77 Lokaties Rederijweg

78 Incident Debrief On-site Emergency Distribution: Operations Manager, Platform Manager, Head of OPS SCS, SCS-SHEQ Date and time of the incident: Location and plant: Incident Controller: Duration of emergency response actions: Short description of the incident: Evaluation Emergency Call Reporting chain internal (Management, DGSA etc.) Reporting chain external (Customers, Authorities) Cooperation with internal / external parties Cooperation with Action Force Communication internal / external Press information Emergency Response Equipment IT-Systems Emergency Response actions taken Feedback by customers Feedback by Fire Brigade / Police / Authorities Emergency Response Plan and Phone Directories Emergency Response Log Comments Additional comments: Action Plan Action Responsible Deadline Status SCS Incident Debrief On-site Emergency Version 1 / July 2013 Page 1 of 1

79 Emergency Response Log Date / Time: Incident Controller: What is the situation? Personal Injuries Yes No Details: (Names, Type of Injury, Employee / 3 rd Party ) Vehicles / Tank Container involved Yes No Details: (license plate number truck / trailer, fleet number tank container ) Spills / Emission Yes No Details: (Product, volume, hazardous properties, class / UN-No.) Gefährliche chemische Reaktion Yes No Details: (Products, volumes, hazardous properties, class / UN-No. ) Fire / Explosion Yes No Details: (involved site areas /installations / equipment ) Others Yes No Details: Fire Brigade alerted Yes No Police alerted Yes No Authorities alerted Yes No Evacuation Yes No Service interruption Yes No SCS Emergency Response Log Version 1 / July 2013 Page 1 of 2

80 Contacts & Details Name Company / Function Phone Time Actions taken / informed parties / status information Description SCS Emergency Response Log Version 1 / July 2013 Page 2 of 2

81 Emergency Response Exercise Debrief Distribution: Operations Manager, Platform Manager, Head of OPS SCS, SCS-SHEQ Location: Plant: Date of exercise: Responsible: Emergency Scenario: Exercise Objectives: Collaborating internal and external parties: Participants Plant: Attach Training Record Log! Evaluation Organisation Emergency Alert Actions taken Cooperation of participants Communication during exercise Emergency Response Plan and Phone Directories Achievement of objectives Comments Action Plan Action Responsible Deadline Status SCS Emergency Response Exercise Debrief Version 1 / July 2013 Page 1 of 2

82 Picture Documentation (please insert pictures with comments in the fields) Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments Picture Comments SCS Emergency Response Exercise Debrief Version 1 / July 2013 Page 2 of 2

83 Rederijweg Zeilmakerijweg Schuimblus monitor 2000 liter SVM W G Besturing afsluiters riool Gasblusinstalatie aanwezig Acculaad ruimte 6A BMC 6B 200 MM Slagbomen BMP NU NU NU NU Brandweer koker volle en lege niet gereinigde tankwagens 7A 7B Opslag lege embalage Tankpark 1 t/m 4 Afsluiters riool 1 2 Opslag lege embalage Afvul installatie tijdelijke werkzaamheden Opslag pallets 160 MM Slagboom 200 MM Zeilmakerijweg 160 MM Aansluiting sprinkler T.B.V. loodsen Opstelplaats openwater Aansluiting sprinkler T.B.V. tankpark 1t/m4 OOS019 symbolen legenda : 200 MM OOS019 BRANDWEER Midden- en West-Brabant Cluster Amerstreek BMC BMP Rijrichting Brandweeringang Overige ingangen Sleutelkluis Trafo Brandmeldcentrale Brandmeldpaneel W G Gevaarlijke stoffen Brandkraan ondergronds Voed. droge stijgleid. Afsluiter water Afsluiter gas Schakelaar electra Afsluiter riool BEREIKBAARHEIDSKAART Zeilmakerijweg 1 E.L.D. Afdeling incidentbestrijding - MK nr. OOS

84 Bereikbaarheidskaart Brandweer Oosterhout Objectgegevens Objectnaam E.L.D. Objectfunctie Opslag gevaarlijke stoffen Adres / telefoon Zeilmakerijweg Sleutelhouder Dhr. Molenaar Dhr.Maters Dhr.de Keizer Sleutelkluis Aan het hek zie foto (zwarte pijl) Brandweer koker met voorraadlijst gevaarlijke stoffen, aan het hek, zie foto (rode pijl), sleutel zit ook in de sleutelkluis. Aantal bouwlagen Kantoor Overige - 1 Bouwconstructie Brandmeldcentrale Naamgeving Kantoor - steen Overige - staal/damwand Wordt gestuurd door 2 handmelders, 1 aan buitenkant afvul gebouw en op kantoor naast BMP. Beschrijving aanwezige personen Ma t/m vrij Ma t/m Vrij Nummer: OOS018 Lokatie in object Aantal personen Overal Aanwezige gevaarlijke stoffen Nr. Naam Opslagwijze Hoeveelheid Toestand VN.nr. GI.nr. ERIC Diverse brandbare stoffen Bijz. brandbare stoffen Diverse giftige stoffen Bijz. giftige stoffen Diverse bijtende stoffen Bijz. corrosieve stoffen Milieu gevaarlijke stoffen Bijz. brandbare stoffen Stikstof Vaten Variabel Vloeibaar Stoffen (zie stoffenlijst brandweer koker) staan opgeslagen in loods 6a-6b Vaten Variabel Vloeibaar Stoffen (zie stoffenlijst brandweer koker) staan opgeslagen in loods 6a-6b Vaten Variabel Vloeibaar Stoffen (zie stoffenlijst brandweer koker) staan opgeslagen in loods 6a-6b Vaten Variabel Vloeibaar - 9 Stoffen (zie stoffenlijst brandweer koker) staan opgeslagen in loods 6a-6b ltr Vloeibaar Tank ltr Onder druk Koolstofdioxide Tank ltr Een mix van brandbare Vloeistoffen Vloeibaar Onder druk Opslag vat ± ltr Vloeibaar Repressieve aandachtspunten Uitruk- / inzetprocedure 2 Ts n + een SB en OVD. Dit is tijdelijk I.V.M. werkzaamheden Betreden gebouw Zie tekening. Bijzondere risico s / gevaren Opslag van vaten met diverse gevaarlijke stoffen. Omgeving Let op windrichting i.v.m. aanrijroute en eventueel vrijkomende gevaarlijke stoffen. Deskundigheid Dhr. Molenaar. Overige bijzonderheden Wilhelminakanaal op 250 mtr. Gesloten riool, welke tijdens werkuren gesloten is en buiten werkuren open staat. Hoofdafsluiter riool zie tekening, beschrijving ligt bij de afsluiter. Hal 6A en 6B zijn voorzien van een gasblus installatie. Bij de afvullijnen kunnen kleine hoeveelheden vloeistoffen staan. SVM monitor wordt door de BHV op de plaats weg gezet waar de bevelvoerder of OVD hem wilt hebben. Storz koppelingen T.B.V sprinkler voor de loods 1en2 liggen op de kar van de schuim monitor. Op het terrein kunnen diverse volle en niet gereinigde trailers staan. Deze lokatie staat aan gegeven op de tekening. G:\BRW\C-DGO\Incidentbestrijding\Algemeen\Projecten\Activiteiten\Planvorming\Bereikbaarheidskaarten Oosterhout\OOS018 E.L.D\bbk ELD.doc Incidentbestrijding