Cariës Welke strategie past wie?
|
|
- Clara Lotte Bos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 K.L. Weerheijm, F.W.A. Frankenmolen Cariës Welke strategie past wie? De behandeling van cariës kan vanuit meer invalshoeken worden bekeken dan alleen vanuit de restauratieve invalshoek. Op een in 2008 gehouden congres kwamen verschillende visies op de behandeling van cariës bij jonge kinderen uitgebreid aan de orde. Dit artikel doet verslag van de voordrachten over de (on)mogelijkheden van de preventieve benadering, de voorwaarden voor restauratieve zorg en de voetangels en klemmen bij de behandeling. Bij alle gekozen strategieën blijkt dat een flinke medewerking van (de ouders van) de patiënt is vereist, of nu wordt gekozen voor louter preventie, louter restauratie of een mix van beide. Ook werd duidelijk dat de Nederlandse benadering van het kindergebit ruimte biedt voor verbeteringen, bijvoorbeeld met uitbreiding van de mondzorg voor de jongste groep. Weerheijm KL, Frankenmolen FWA. Cariës. Welke strategie past wie? Ned Tijdschr Tandheelkd 2009; 116: Inleiding Nog steeds krijgt een groot deel van de wereldpopulatie cariës (Petersen et al, 2005). Als de situatie wordt toegespitst op Nederland dan heeft 56% van de 5-jarigen een met cariëslaesies aangetaste tijdelijke dentitie. Het gemiddeld aantal aangetaste gebitsvlakken bij de 5-jarigen met cariës fluctueerde de afgelopen 15 jaar tussen 3 en 5. Op deze leeftijd wordt een verzorgingsgraad (percentage adequaat gerestaureerde gebitsvlakken van alle te restaureren of reeds gerestaureerde gebitsvlakken) gevonden van 17% (in 1987 en 1993 was dat 26%), terwijl de prevalentie van fistels (1,6%) 2,5 keer zo groot is als bij 11-jarigen en 16 keer zo groot als bij volwassen patiënten (Poorterman en Schuller, 2006). Na het verschijnen van het rapport Signalement Mondzorg 2007 kregen bovenstaande cijfers ruimschoots aandacht in de media (Den Dekker en Abbink, 2007). De reactie van de beroepsgroep werd echter niet altijd genuanceerd weergegeven, waardoor het beeld dreigde te ontstaan dat cariës in deze leeftijdsgroep in Nederland min of meer als vast gegeven moet worden geaccepteerd en dat het behandelen van de tijdelijke dentitie op 5-jarige leeftijd niet meer volgens de huidige stand van de wetenschap zou zijn. Alle reden voor een overzicht van de stand van zaken. Op 7 maart 2008 werd het probleem van cariës bij jonge kinderen onder de loep genomen tijdens het congres Cariës. Welke strategie past wie?, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde en de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten. Deskundigen gaven hier hun op onderzoek gebaseerde visie op het proces van preventie, omgang en behandeling. In de inleiding betoogde moderator prof. dr. R.C.W. Burgersdijk dat er ongeacht de strategie die een behandelaar kiest 2 voorwaarden zijn waaraan niet kan worden getornd: > Als er cariësactiviteit waarneembaar is, dan zal naast de informatie daarover aan de ouders ook de preventie meer aandacht vereisen. > Het is niet acceptabel dat kinderen abcessen of fistels in de mond hebben. Vier voordrachten van internationaal gerenommeerde sprekers op het congres worden hierna verkort weergeven en voorzien van een aanvullend commentaar door de auteurs van dit artikel (tab. 1). De vijfde voordracht van prof. dr. Bearn had niet direct een relatie met het dilemma wel of niet restauratief behandelen van de tijdelijke dentitie en is derhalve buiten beschouwing gelaten. De Nexø-benadering: intensieve, niet-operatieve preventie In Denemarken wordt de mondzorg voor kinderen tot 18 jaar georganiseerd en betaald door de gemeenschap. Binnen dit systeem wordt cariës bij de deelnemers nauwkeurig gevolgd. De cijfers die zijn verzameld, geven aan dat niet de incidentie van cariës is afgenomen, maar wel de ernst van de laesies. Dit komt doordat fluoride de progressie van het cariësproces remt en dat leidt tot minder caviteiten. Fluoride heeft echter weinig invloed op de initiatie van cariës, hetgeen resulteert in een nog altijd grote hoeveelheid wittevlekcariës (Groeneveld, 1985). Onderzoek laat zien dat het preventieprogramma dat in Nexø werd toegepast, betere resultaten gaf dan programma s in andere delen van Denemarken (Ekstrand et al, 2003). Uitgangspunt voor het programma is de dynamiek 417
2 van het cariësproces. Mechanische plaqueverwijdering en vroegtijdige cariësdiagnostiek spelen de belangrijkste rol in het programma. Het belang hiervan werd aangetoond door Carvalho et al (1992), die het effect onderzochten van de occlusale reiniging van doorbrekende eerste blijvende molaren. Deze erupterende molaren zijn door de partiële eruptie en het occlusale patroon met putten en fissuren gevoelig voor plaque-accumulatie en voor het ontstaan van cariës. De gunstige onderzoeksresultaten waren aanleiding om de nadruk op het belang van plaqueverwijdering uit te breiden naar andere leeftijdsgroepen. Op deze manier ontstond een individueel, niet-operatief cariësinterventieprogramma met extra aandacht in de periode van doorbraak van de tijdelijke molaren en de blijvende molaren bij kinderen tot 18 jaar. De preventie wordt daarbij gezien als een behandeling om progressie van cariës te voorkomen. Het doel is het in stand houden van een gaaf gebit met zo min mogelijk glazuurverzegelingen en zo weinig mogelijke kosten. Het programma gaat uit van individuele vroegdiagnostiek en risico-inschatting en heeft 3 pijlers: 1. voorlichting aan ouders en oudere kinderen over het cariësproces; 2. intensieve training van tandenpoetsen, aanvankelijk door de ouder en later ook door het kind en de adolescent en 3. vroegtijdige professionele, niet-invasieve interventie met fluoride. Het advies is 2 maal daags tandenpoetsen (voor het ontbijt en voor het slapen gaan) met een fluoridetandpasta. De tandpasta wordt gezien als een medicijn en de tandarts is verantwoordelijk voor het voorschrijven van de geschikte hoeveelheid en concentratie. Hierbij wordt ook voor jonge kinderen tandpasta voorgeschreven met een hoge concentratie fluoride (1.100 ppm). Bij actieve laesies of bij een Tabel 1. Overzicht van sprekers en voordrachten. Dr. J. Christiansen Nexø Public Dental Health Service, Denemarken Dr. D. Manton University Melbourne, Australië Prof. dr. M. Tickle University of Manchester, Engeland Prof. dr. M. Duggal Leeds Dental Institute, Engeland Prof. dr. D. Bearn Universiy of Dundee, Engeland 1. Nexø, early diagnosis for an appropriate preventive and restorative approach 2. Dental caries, supporting the chemistry inside the enamel 3. The evidence base for (not) filling primary molar teeth 4. Restorative dentistry: children deserve better than what they get 5. The consequences of early and late extractions ontsteking van een interdentale papil (een aanwijzing voor plaqueaccumulatie en cariësactiviteit) wordt naast instructie over tandenpoetsen ook instructie gegeven over het gebruik van flosdraad. Tijdens de controlebezoeken worden vroege, actieve cariëslaesies behandeld met een 2% natriumfluoride-oplossing. Als er tijdens een controlebezoek actieve, occlusale cariëslaesies zijn die progressie vertonen, wordt een fissuurverzegeling aangebracht. Factoren die van invloed zijn op de individuele controletermijn (1-14 maanden) zijn cariësprogressie, coöperatie van ouder en kind en aanwezigheid van doorbrekende molaren. Het eerste kindcontact vindt plaats op de leeftijd van 8 maanden. Door deze aanpak komt zuigflescariës in Nexø niet meer voor en heeft 54% van de 18-jarigen een DMF-S van 0 (Ekstrand en Christiansen, 2005). Commentaar op de Nexø-benadering De Nexø-benadering bevestigt opnieuw dat preventie een belangrijke pijler is bij de behandeling van cariës. Het wordt duidelijk gedefinieerd als het voorkómen van caviteiten of het stabiliseren van beginnende laesies. Als deze interventie echter niet het gewenste effect heeft, dan moet een tandarts tijdig restauratief interveniëren. Dit laatste wordt al dan niet bewust buiten de discussie gehouden en daarmee wordt de suggestie gewekt dat het advies zich uitstrekt tot het niet behandelen van (actieve) proximale dentinelaesies in molaren bij jonge kinderen. Deze strategie, die veel wordt toegepast, wordt echter niet door onderzoeksresultaten ondersteund. De preventieve benadering is vooral gericht op gebitsreiniging en verstoring van de accumulatie van plaque. Dat is echter het meest effectief op goed toegankelijke gladde gebitsvlakken. Voor het occlusale vlak vereist het aanvullende instructie en inspanning van de ouders. De contactvlakken van tijdelijke molaren zijn moeilijk bereikbaar voor de tandenborstel en fluoride. Om approximale cariës te voorkomen bij cariësrisicokinderen zal ook dagelijks door de ouders moeten worden geflost. Ook hier wordt dus de medewerking van ouders gevraagd, maar niet alle ouders zullen dat kunnen opbrengen. Glazuur van de tijdelijke dentitie is gevoeliger voor demineralisatie dan glazuur van de blijvende gebitselementen (Sønju et al, 1997). Hiermee moet zeker bij jonge kinderen rekening worden gehouden. De resultaten in Nexø worden mede bepaald door het tandenpoetsen van alle kinderen met een hoge concentratie fluoridetandpasta. De concentratie bedraagt ppm bij doorbraak van de tijdelijke molaren en ppm vanaf approximaal contact tussen de tijdelijke molaren. In een overzicht van wetenschappelijke onderzoeken naar de effectiviteit van fluoride in tandpasta kwam men tot de conclusie dat meer onderzoek nodig is om de effectiviteit van peutertandpasta (500 ppm) te kunnen vergelijken met die van een tandpasta voor volwassenen ( ppm) (Ammari et al, 2003). Het is onduidelijk of de gunstige resultaten van de Nexø-benadering niet alleen aan de verhoogde preventieve inzet moet worden 418
3 Weerheijm en Frankenmolen: Cariës. Welke strategie past wie? toegeschreven, maar ook aan de fluorideconcentratie in de tandpasta. Op dit moment geeft het Nederlandse fluoridebasisadvies de vrijheid om volwassentandpasta aan cariësrisicokinderen te adviseren, maar is er geen sprake van een breed uitgedragen advies. Het is niet bekend of in Nederland bij peuters en kleuters met een groot cariësrisico een vergelijkbare medewerking van de ouders kan worden bereikt als in Nexø. Onderzoek heeft aangetoond dat bij vroege interventie vooral mondgezondheidswinst werd geboekt voor de blijvende dentitie (Ekstrand et al, 2000). Het probleem is dat in dit onderzoek pas op 3-jarige leeftijd met de interventie werd begonnen, waardoor de de winst voor de tijdelijke dentitie veel geringer werd. Vooralsnog wordt cariësrisico voor de jongste groep gedefinieerd conform de definitie van vroege kindercariës (Early Childhood Caries, ECC), het aanwezig zijn van elk teken van cariës op gebitsoppervlakken bij kinderen van 0 tot 3 jaar en dit impliceert dat al op zeer jonge leeftijd een preventief intens contact tussen kind en tandarts noodzakelijk is (Ismail, 1998). Met een voorlichtende ondersteuning van ouder en kind, gericht op de preventie van cariës op jonge leeftijd, eventueel met een aangepast fluorideadvies, kan mogelijk ook in Nederland voor de tijdelijke dentitie mondgezondheidswinst worden geboekt. Voorwaarde is wel dat het eerste contact met een mondzorgverlener beduidend eerder plaatsvindt dan op dit moment gebruikelijk is. Het uitgangspunt op 2-jarige leeftijd naar de tandarts moet daarvoor worden verlaten (vervroegd). De groep kinderen met een vergroot risico mist anders de boot. Als men juist deze groep kinderen wil bereiken, vereist dat een fundamenteel andere manier van beschikbaarheid van de mondzorg dan op dit moment in Nederland gebruikelijk is. De mondzorg zal breder moeten worden opgezet en wellicht meer buiten de tandartsenpraktijk moeten plaatsvinden. Enerzijds combineert de Nexø-benadering een aantal goede aspecten die in Nederland snel zouden moeten worden ingevoerd, anderzijds gaat de benadering gemakkelijk voorbij aan ouder-kindkoppels met een te geringe motivatie. De Manton-benadering: een nieuw preventief hulpmiddel In westerse samenlevingen komt cariës vooral voor bij bepaalde groepen, waarbij ras, opleiding en gezinsinkomen belangrijke relaties vertonen met de hoeveelheid cariës (Armfield, 2007). De kennis over de mondgezondheid onder deze groepen kan worden verhoogd, maar duidelijk is al wel dat voorlichting en instructie niet het gewenste effect hebben op de groep kinderen met een groot cariësrisico en hun ouders. De tandarts dient daarom verder te kijken naar de mineralen in de mondholte. Ten opzichte van hydroxyapatiet is speeksel oververzadigd aan calcium en fosfaat, waardoor het een belangrijke rol speelt in het bevorderen van remineralisatie en de preventie van demineralisatie van het glazuur. Het glazuur van tijdelijke gebitselementen is minder gemineraliseerd en heeft een kleinere zuurresistentie. Cariës heeft hierdoor een hogere progressiesnelheid in het glazuur van de tijdelijke dentitie dan in het glazuur van de blijvende dentitie (Sønju et al, 1997). Dit beperkt de mogelijkheden van preventieve interventies. Glazuurcariës heeft een gelaagde opbouw: de oppervlaktelaag, het centrum van het cariësproces en het grensvlak aan het gezonde glazuur. Door inbouw van fluoriden via tandpasta demineraliseert de oppervlaktelaag minder gemakkelijk. De- en remineralisatie komen in een mond afwisselend voor. De langetermijneffecten van deze cyclus worden bepaald door de hoeveelheid plaque, het moment en de frequentie van suikergebruik, het fluoridegebruik, de speekselsecretiesnelheid en -kwaliteit, de kwaliteit van het glazuur en de immunologische afweer. Cariës is dus het resultaat van een wisselwerking tussen omgevings-, gedrags- en genetische factoren. Als er te veel factoren richting demineralisatie wijzen, is er sprake van een cariësrisicopatiënt. Overwogen moet worden of het verhogen van de fluorideconcentratie in peutertandpasta in Nederland wenselijk zou zijn. De remineralisatie van wittevlekcariës voltrekt zich in een aantal fasen. Fluoride was de afgelopen 60 jaar hét middel om remineralisatie te bevorderen. Fluoride geeft echter slechts een geringe reductie van het ontstaan/het ontwikkelen van cariës. In de strijd tegen cariës blijft fluoride belangrijk, maar het is mogelijk niet afdoende bij kinderen met een groot cariësrisico. De effectiviteit van fluoride kan bij grote zuuraanvallen onvoldoende zijn om mineraalverlies te voorkomen (Yamazaki et al, 2007). Daarom is gezocht naar andere middelen in de strijd tegen cariës. Oraal beschikbare calcium en fosfaat hebben de potentie om bij de aanwezigheid van fluoride demineralisatie te verminderen en remineralisatie te versterken. Casein phosphopeptide-amorphous calcium phosphate nanocomplexes (CPP-ACP, Recaldent ) is een dergelijke bron van calcium en fosfaat. In klinische onderzoeken bij mens en dier had deze stof een positieve invloed op remineralisatie en preventie van demineralisatie. Onderzoek onder kinderen van 12 jaar, waarbij CPP-ACP in de vorm van kauwgom 3 maal daags gedurende 24 maanden werd aangeboden, liet een afname zien van de cariësprogressie en een toename van de remineralisatie (Morgan et al, 2008). Als CCP-ACP gelijktijdig met fluoride (CPP-ACFP) wordt aangeboden, is de remineralisatie groter dan van alleen CCP- ACP (Cochrane et al, 2008). CPP-ACP bevordert volgens Manton de afname van de cariësactiviteit op 3 manieren: 1. door remming van de demineralisatie; 2. door bevordering 419
4 van de remineralisatie en, 3. door verhoging van de zuurresistentie van het geremineraliseerde glazuur. Het daadwerkelijke effect is echter wel afhankelijk van de medewerking van de patiënt bij thuisgebruik van CPP-ACP. Commentaar op de Manton-benadering Ondanks de bijdrage van fluoride aan de daling van de cariësprevalentie is het effect bij groepen met een groot cariësrisico niet voldoende. De oorzaak zou kunnen zijn dat te veel factoren, bijvoorbeeld gedragsfactoren als slecht tandenpoetsen en veel snoepen, intact blijven waardoor het evenwicht tussen de- en remineralisatie negatief wordt beïnvloed. Gebruik van CPP-ACP naast fluoride door deze groepen zou mogelijk een extra cariësreductie kunnen opleveren. Op dit moment ontbreken onderzoeksresultaten over applicatie van dit middel bij de doelgroep. Omdat kauwgom in Australië voor jonge kinderen niet acceptabel is, blijkt uit navraag bij Manton dat hij in zijn praktijk Tooth Mousse als volgt adviseert: een hoeveelheid ter grootte van een erwt moet s avonds na het tandenpoetsen met de vinger op alle gebitsoppervlakken worden aangebracht, na 5 minuten mag de overmaat worden uitgespuugd, terwijl vervolgens het restant gedurende de nacht aanwezig blijft in de mond. De eerste resultaten lijken positief. Ook voor doorbrekende kaasmolaren zou CPP-ACP volgens Manton een waardevolle aanvulling in de behandeling kunnen betekenen door verminderde sensitiviteit en posteruptief glazuurverlies. In Nederland is CPP-ACP voor tandartsen verkrijgbaar als GC Tooth Mousse. Het voorschrijven van CPP-ACP aan kinderen van de doelgroep is lastig omdat het middel voor de consument niet vrij, maar alleen op recept verkrijgbaar is. Een ander kwetsbaar punt bij het dagelijks thuis appliceren van CPP-ACP blijft de afhankelijkheid van medewerking van de patiënt, hetzelfde zwakke punt als bij de Nexø-variant. De Tickle-benadering: voor- en nadelen van een restauratieve behandeling De Engelse en Nederlandse cijfers van cariësprevalentie en de verzorgingsgraad met betrekking tot 5-jarigen zijn vergelijkbaar. In beide landen wordt de mondzorg voornamelijk verricht door tandartsen-algemeen practici. Onderzoek onder Engelse tandartsen liet een variatie zien tussen tandartsen in aantal en soort behandelingen. Dit komt voor een deel door het verschil in opvatting over de mondzorg voor kinderen (Milsom et al, 2003). Ook de sociaaleconomische status bleek invloed te hebben op het soort behandeling van kinderen: hoe lager deze status, des te vaker werd gekozen voor extractie (Tickle et al, 2002). Er zijn onvoldoende resultaten van gerandomiseerde klinische onderzoeken voorhanden ter ondersteuning van de behandeling van kinderen. Vanwege het tijdelijke karakter van het kindergebit zijn volgens Tickle levensduuronderzoeken minder relevant. De mondzorg door Engelse tandartsen voldoet niet Preventie (met alle beschikbare middelen) moet de belangrijkste pijler zijn voor kinderen die cariësvrij binnenkomen. aan de huidige richtlijn van de British Society of Paediatric Dentistry (BSPD) en is óf vergelijkbaar met de atraumatische restauratieve techniek (ART) of carieuze gebitselementen worden helemaal niet behandeld. Recent is onderzocht of niet of gelimiteerd behandelen beter is voor kinderen dan het volgen van de uitgebreide behandelrichtlijn van de BSPD. Retrospectief onderzoek toonde geen verschil tussen kinderen met gerestaureerde en niet-gerestaureerde gebitselementen en het aantal kinderen met pijn of extracties ten gevolge van pijn of sepsis (Milsom et al, 2002). Resultaten uit onderzoek in 2 praktijken waar carieuze tijdelijke gebitselementen niet restauratief werden behandeld, geven aan dat 84% van de carieuze, onbehandelde gebitselementen wisselden zonder pijnklachten (Levine et al, 2002). Omdat tandartsen-algemeen practici slechts een deel van de carieuze gebitselementen behandelen, zijn de resultaten lastig te interpreteren. De redenen om het ene carieuze gebitselement wel en het andere niet te behandelen, kunnen variëren en hoeven niet consequent te zijn. Weinig tandartsen laten alle tijdelijke gebitselementen onbehandeld. Kinderen met en zonder cariës zijn 2 verschillende populaties. Door Tickle worden kinderen met cariës beschouwd als doomed ones. Voor beide groepen claimt hij een andere benadering. Bij kinderen met cariës of met een groot cariësrisico hebben preventieve maatregelen te weinig effect (Tickle et al, 2008). Prospectieve praktijkgerichte gerandomiseerde klinische onderzoeken zijn nodig om uit te zoeken welke de beste benadering is: meer preventie of meer restaureren. Het kostenaspect in relatie tot het tijdelijke karakter van de gebitselementen mag daarbij niet uit het oog worden verloren. Commentaar op de Tickle-benadering De opmerking van Tickle over de beperkte relevantie van levensduuronderzoeken moet worden gerelativeerd. Deze uitspraak geldt namelijk voor een kind van 9 jaar, maar niet voor 3- of 5-jarigen. Gave gebitten, maar ook duurzaam gerestaureerde tijdelijke gebitselementen, dragen op die jonge leeftijd wel degelijk bij aan de levenskwaliteit van het kind (Low et al, 1999). Zoals Tickle terecht aangeeft, hebben de huidige retrospectieve onderzoeken hun beperkingen, zeker als daarbij het ongemak van het kind wordt gemeten. Ouders hebben vaak moeite om kiespijn bij kinderen te onderkennen, laat staan dat ze al onthouden of het kind het afgelopen jaar kiespijn heeft gehad (Versloot et al, 2006). Ten aanzien van de waarde van dit soort onderzoeken moet dus een flink 420
5 Weerheijm en Frankenmolen: Cariës. Welke strategie past wie? Afb. 1. Noodzaak voor bitewing-opnamen van een kind van vierenhalf jaar. Bij inspectie in de mond was alleen de caviteit in gebitselement 84 zichtbaar. De bitewing-opnamen leidden tot de volgende behandelingen: restauraties (gebitselementen 55, 64, 65, 74, 75 en 85), extracties (gebitselementen 54 en 84) en intellectual decision not to restore (IDNTR) (gebitselementen 73 en 83). a. bitewing-opname rechts. b. bitewing-opname links. voorbehoud worden gemaakt. Het is goed dat Tickle pleit voor prospectief onderzoek. Recente onderzoeken legden de relatie tussen cariës en kiespijn ondubbelzinnig vast (Versloot et al, 2006; Tickle et al, 2008). In zijn gedachtegang gaat Tickle echter voorbij aan de kwaliteit van de restauraties zoals die worden vervaardigd door tandartsenalgemeen practici. Een belangrijke reden voor goede mondzorg voor een kind is de levenskwaliteit. Het risico op pijn of infectie neemt toe als: 1. de cariës zich op jonge leeftijd (3 jaar) ontwikkelt, 2. meerdere gebitsvlakken door cariës zijn aangetast, 3. een caviteit zich in een molaar in de onderkaak bevindt (Levine et al, 2002). Een tandarts die niet vroegtijdig diagnosticeert en geen individueel zorgplan maakt (inclusief preventie), maar zich laat leiden door het optreden van pijnklachten of de omvang van de laesie, zal veelal te laat tot behandelen overgaan. Deze behandelstrategie is niet in het belang van het kind. Een onderzoek onder ongeveer Schotse 5-jarigen liet zien dat het aantal kinderen met ontstekingen in de mond (4,8%) toenam bij de aanwezigheid van onbehandelde cariës en dat dit probleem kan worden verminderd als er meer cariës wordt behandeld (Pine et al, 2006). Op grond van deze onderzoeken kan slechts worden geconcludeerd dat vroegtijdig behandelen van kinderen, zowel preventief als curatief, noodzakelijk is. De Duggal-benadering: basisprincipes van duurzaam restaureren In Engeland laat de kwaliteit van de mondzorg voor kinderen op preventief en curatief gebied te wensen over. Tandartsen kunnen kiezen tussen niet behandelen en het alternatief van volledig restaureren en behouden van de tijdelijke dentitie met als doel een beter welbevinden van het kind en uiteindelijk minder kosten voor de verzekering. Onbehandelde cariës leidde tot een hoge comorbiditeit, waaronder pijn en fistels (Shepherd et al, 1999; Poorterman en Schuller, 2006). Voor het kindergebit gelden echter evenzeer de basisprincipes van de restauratieve tandheelkunde. Hieraan wordt door tandartsen-algemeen practici bij het kindergebit veelal niet voldaan. Ondanks dat van ARTbehandelingen bekend is dat de resultaten bij approximale caviteiten matig zijn, hanteren veel tandartsen-algemeen practici toch deze behandelvorm (Van Gemert-Schriks et al, 2007). Kinderen verdienen een kwalitatief betere (restauratieve) zorg dan op dit moment regel is in veel praktijken. Tandartsen onderschatten de omvang van de laesies (Duggal et al, 2002). Bij klinisch waarneembare approximale caviteiten loopt de cariës veelal door tot in de pulpa. Als men op zo n moment een restauratie vervaardigt zonder de kwaliteit van de pulpa in de behandeling te betrekken, neemt de kans op mislukking toe. Tandartsen moeten dus beter worden getraind in de diagnostiek van de pulpa. Het tijdig vervaardigen van bitewing-opnamen kan hierbij een hulpmiddel zijn. Veelal vervaardigen tandartsen-algemeen practici geen bitewing-opnamen bij 5-jarigen, waardoor approximale laesies te laat worden ontdekt (afb. 1a en 1b) (Heijdra en Veerkamp, 2007). De omvang van een pulpaontsteking wordt door het ontbreken van klinische kenmerken vaak onderschat. Wat de indirecte pulpaoverkapping betreft, zijn op dit moment nauwelijks goede onderzoeksresultaten voorhanden over deze leeftijdscategorieën. In de wel beschikbare onderzoeken is gebruikgemaakt van dezelfde gegevens, terwijl er geen verschil is gemaakt tussen approximale en occlusale laesies (Farooq et al, 2000; Vij et al, 2004). Goed onderzoek op dit gebied is dus geboden. De terughoudendheid van tandartsen om jonge kinderen te behandelen, is te wijten aan het feit dat mogelijk meer tandartsen bang zijn voor kinderen dan andersom. De klinische beslissing over welke behandeling moet worden uitgevoerd, wordt mede bepaald door het cariësrisico van een kind. Bij een groot cariësrisico zal men zeker niet kiezen voor een indirecte pulpaoverkapping en eerder besluiten tot een radicalere behandeling zoals extractie of een pulpotomie. Als wordt besloten tot een pulpotomie heeft een ijzersulfaatpulpotomie de voorkeur (Huth et al, 2005). Kwalitatief verantwoorde restauraties dragen evenzeer bij aan de levenskwaliteit van een kind als een adequate preventie en een grondig behandelconcept. Tandartsen moeten niet bang zijn voor radicaal ingrijpen wanneer het cariësrisico, het cariësproces en/of de conditie van de pulpa hiertoe aanleiding geven. Commentaar op de Duggal-benadering Voorbeelden van restauratieve zorg bij kinderen creëren snel het idee van overbehandeling. Alleen bij de zekerheid van een goed eindresultaat dient tot een restauratieve behandeling te worden overgegaan. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat cariës in de tijdelijke dentitie erg snel kan uitbreiden. Met een tijdige functionele restau- 421
6 ratie kan dan veel mondgezondheidswinst worden behaald. Voor frontelementen wordt in Nederland, gezien de korte tijd tot de wisseling van de dentitie, veelal een meer preventieve insteek gehanteerd dan een uitgebreide op esthetiek gebaseerde restauratie in de vorm van opbouw met composietkroontjes. Het inschatten van de mogelijke schade van de pulpa is iets om rekening mee te houden, zowel in het front als in de molaarstreek. Veelal is dit de reden van het mislukken van restauraties bij klinisch zichtbare laesies. Recente onderzoeken geven aan dat voor een pulpotomie mineral trioxide aggregate (MTA) het materiaal van eerste keuze is (Steffen en Van Waes, 2009). Overwegingen 1. Met vroegdiagnostiek en gerichte preventie is mondgezondheidswinst te behalen voor het kindergebit. Het is wenselijk het eerste zorgcontact te vervroegen naar 0-jarigen. 2. De effecten van alle genoemde (preventieve, restauratieve) maatregelen vallen of staan met de medewerking van ouders of verzorgers. Als de samenleving neigt naar een grotere eigen verantwoordelijkheid van de patiënt zullen kinderen van ouders met een beperkte betrokkenheid bij de mondgezondheid van hun kinderen de dupe zijn. 3. Samen met fluoride zou CPP-ACP, zoals in GC Tooth Mousse, een hulpmiddel kunnen zijn bij de preventie van cariës bij kinderen met een groot cariësrisico. Onderzoek is hier geboden. 4. De tijdelijke dentitie verdient, evenals de blijvende dentitie, een zorgplan met visie. Het aanbrengen van restauraties op geleide van klachten is niet in het belang van het kind en leidt tot evenveel pijnklachten als nietbehandelen. 5. Hoe jonger de leeftijd waarop cariës optreedt, hoe groter de kans dat een onbehandeld gebitselement nog voor de wisseling klachten geeft. 6. Het gebruik van röntgenopnamen voorkomt dat dentinelaesies in de tijdelijke molaren te laat worden ontdekt. Literatuur > Alaluusua S, Keejola-Kujala E, Nystrom M, Evahlati M, Gronroos L. Caries in the primary teeth and salivary Streptococcus mutans and lactobacillus levels as indicator of caries in permanent teeth. Pediatr Dent 1987; 9: > Ammari AB, Bloch-Zupan A, Ashley PF. Systematic review of studies comparing the anti-caries efficacy of children s toothpaste containing 600 ppm of fluoride or less with high fluoride toothpaste of ppm or above. Caries Res 2003; 37: > Armfield JM. Socioeconomic inequalities in child oral health: a comparison of discrete and composite area-based measures. J Public Health Dent 2007; 67: > Carvalho JC, Thylstrup A, Ekstrand KR. Results after 3 years of non-operative occlusal caries treatment of erupting permanent first molars. Community Dent Oral Epidemiol 1992; 20: > Cochrane NJ, Saranathan S, Cai F, Cross KJ, Reynolds EC. Enamel subsurface lesion remineralisation with casein phosphopeptide stabilised solutions of calcium, phosphate and fluoride. Caries Res 2008; 42: > Dekker J den, Abbink EJAA. Signalement Mondzorg. Diemen: College voor Zorgverzekeringen, > Duggal MS, Nooh A, High A. Response of primary pulp to inflammation: a review of the Leeds studies and challenges for the future. Eur J Paediatr Dent 2002; 3: > Ekstrand KR, Kuzmina IN, Kuzmina E, Christiansen MEC. Two and a half-year outcome of caries-preventive programs offered to groups of chidren in the Solntsevsky district of Mosow. Caries Res 2000; 34: > Ekstrand KR, Christiansen MEC, Qvist V. Influence of different variables on the inter-municipality variation in caries experience in Danish adolescents. Caries Res 2003; 37: > Ekstrand KR, Christiansen MEC. Outcomes of a non-operative caries treatment programme for children and adolescents. Caries Res 2005; 39: > Farooq NS, Coll JA, Kuwabara A, Shelton P. Success rates of formocresol pulpotomy and indirect pulp therapy in the treatment of deep dentinal caries in primary teeth. Paediatr Dent 2000; 22: > Gemert-Schriks MCM van, Amerongen WE van, Cate JM ten, Aardman LHA. Three-year survival of single- and two-surface ART restorations in a high-caries child population. Clin Oral Invest 2007; 11: > Groeneveld A. Longitudinal study of prevalence of enamel lesions in a fluoridated and non-fluoridated area. Community Dent Oral Epidemiol 1985; 13: > Huth KC, Paschos E, Hajek-al-Kathar N, Hollweck R, Crispin A, Hickel R, Folwaczny M. Effectiveness of 4 pulpotomy techniques--randomized controlled trial. J Dent Res 2005; 84: > Heijdra J, Veerkamp JSJ. Diagnostic and restorative behaviours in Dutch dentists pediatric dental care. Eur Arch Paediatr Dent 2007; 9: > Ismail AI. Prevention of early childhood caries. Community Dent Oral Epidemiol 1998; 26: > Levine RS, Pitts NB, Nugent ZJ. The fate of 1,587 unrestored carious deciduous teeth: a retrospective general dental practice based study from northern England. Br Dent J 2002; 193: > Low W, Tan S, Schwartz S. The effect of severe caries on the quality of life in young children. Pediatr Dent 1999; 21: > Milsom KM, Tickle M, Blinkorn AS. Dental pain and dental treatment of young children attending the general dental service. Br Dent J 2002; 192: > Milsom KM, Tickle M, King D. Does the dental profession know how to care for the primary dentition? Br Dent J 2003; 195: > Morgan MV, Adams GG, Bailey DL, Tsao CE, Fischman SL, Reynolds EC. The anticariogenic effect of sugar-free gum containing CPP-ACP nanocomplexes on approximal caries determined using digital bitewing radiograhy. Caries Res 2008; 42: > Petersen PE, Bourgeois D, Ogawa H, Estupinan-Day S, Ndyaie C. The global burden of oral diseases and risks to oral health. Bull World Health Organ 2005; 83:
7 Weerheijm en Frankenmolen: Cariës. Welke strategie past wie? > Pine CM, Harris RV, Burnside G, Merrett MCW. An investigation of the relationship between untreated decayed teeth and dental sepsis in 5-year-old children. Br Dent J 2006; 200: > Poorterman JHG, Schuller AA. Tandheelkundige verzorging jeugdige ziekenfondsverzekerden (TJZ). Een onderzoek naar veranderingen in mondgezondheid en preventief tandheelkundig gedrag. Eind meting Amsterdam/Leiden: Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam/TNO Kwaliteit van Leven, > Shepherd M, Nadanovsky P, Sheiham A. The prevalence and impact of dental pain in 8-year old school children in Harrow, England. Br Dent J 1999; 187: > Sønju Clasen AB, Ogaard B, Duschner H, Ruben J, Arends J, Sönju T. Caries development in fluoridated and non-fluoridated deciduous and permanent enamel in situ examined by microradiograph and confocal laser scanning microscopy. Adv Dent Res 1997; 11: > Steffen R, Waes H van. Understanding mineral trioxide aggregate/ Portland-cement: A review of literature and background factors. Europ Arch Paed Dent 2009; 10: > Tickle M, Milsom K, Blinkhorn A. Inequalities in the dental treatment provided to children: an example from the UK. Community Dent Oral Epidemiol 2002; 30: > Tickle M, Milson KM, Blinkhorn AS. The occurrence of dental pain and extractions over a three year period in a cohort of children aged 3-6 years. J Public Health Dent 2008; 68: > Vanobbergen J, Martens L, Lesaffre E, Bogaerts K, Declerck D. The value of a baseline caries risk assessment model in the primary dentition for the prediction of caries incidence in the permanent dentition. Caries Res 2001; 35: > Versloot J, Veerkamp JSJ, Hoogstraten J. Dental discomfort questionnaire: assessment of dental discomfort and/or pain in very young children. Community Dent Oral Epidemol 2006; 34: > Vij R, Coll JA, Shelton P, Farooq NS. Caries control and other variables associated with success of primary molar vital pulp therapy. Pediatr Dent 2004; 26: > Yamazaki H, Litman A, Margolis HC. Effect of fluoride on artificial caries lesion progression and repair in human enamel: regulation of mineral deposition and dissolution under in vivo-like conditions. Arch Oral Biol 2007; 52: Summary Dental caries. Which strategy suits whom? The treatment of dental caries can be approached from more perspectives than just restoration. At a recent congress of the Dutch Society of Paediatric Dentistry and the Dutch Society for Dental health of the Disabled, various visions for the treatment of caries in young children were extensively discussed. This article is a report on congress papers concerning the (im)possibility of preventive approaches, the prerequisites for restorative care and the complications and obstacles in treatment. In the case of all selected strategies, it appears that the strong cooperative support of (the parents of) the patient is necessary, whether it is preventive or only restorative or a combination of the two. It also became clear that the Dutch approach to the deciduous dentition leaves room for structural improvement, for example by an expansion of dental health care for the youngest group. Bron K.L. Weerheijm, F.W.A. Frankenmolen Uit een praktijk voor Kindertandheelkunde in Amsterdam Datum van acceptatie: 24 oktober 2008 Adres: dr. K.L. Weerheijm, Milletstraat 28, 1077 ZE Amsterdam weerkamp@xs4all.nl Verantwoording Dit artikel is een verslag van en commentaar op 4 voordrachten die werden gehouden op het congres van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde en de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten op 7 maart
Diagnostisch en restauratief gedrag van Nederlandse tandartsen in de kindertandheelkunde
J.S.C. Heijdra, J.S.J. Veerkamp Diagnostisch en restauratief gedrag van Nederlandse tandartsen in de Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de aanpak van Nederlandse tandartsen bij de behandeling
Trends in mondgezondheid Cariësprevalentie en frequentie van controlebezoek aan de tandarts
A.A. Schuller, J.H.G. Poorterman Trends in mondgezondheid Cariësprevalentie en frequentie van controlebezoek aan de tandarts In 2003 werd voor de zesde maal het project Tandheelkundige verzorging Jeugdige
De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren
A.A. Schuller, J.J.M. Bruers, B.A.F.M. van Dam, J.H.G. Poorterman, V.A.M. Gerardu, G.J. Truin De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 1 Patiëntgebonden factoren In 2007 vond een onderzoek plaats
De niet-restauratieve cariësbehandeling
Modern cariësmanagement in restauratief perspectief De niet-restauratieve cariësbehandeling Samenvatting In de tandheelkundige literatuur wordt steeds meer geschreven over non-invasieve strategieën als
Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon
Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety
tot Biodentine TM en dit zowel naar de eigenschappen toe, de definitieve zesjaarsmolaren.
Prof dr Luc Martens Dr Rita Cauwels Afdeling Kindertandheelkunde - UZGent Biodentine TM deel 7 Pulpotomie op zesjaarsmolaren Het voorbije jaar werden meerdere bijdragen geleverd met betrekking tot Biodentine
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Prevalentie van tandcariës en tanderosie bij Haagse schoolkinderen in de periode
G.J. Truin, J.E. Frencken, J. Mulder, A.J. Kootwijk, E. de Jong Prevalentie van tandcariës en tanderosie bij Haagse schoolkinderen in de periode 1996-2005 In 2005 vond opnieuw een tandheelkundig klinisch
Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden
Rapport Fluorideapplicaties bij jeugdige verzekerden Op 22 november 2011 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Publicatienummer Uitgave College voor zorgverzekeringen Postbus
Cariësmanagement. Thema: Kindertandheelkunde en cariës. Inleiding. Biofilm: de sleutel in cariësetiologie
M.C.M. van Gemert-Schriks, J.P. van Amerongen Cariësmanagement kennistoets q-keurmerk redactie ntvt Binnen de tandheelkunde lijkt een duidelijke verschuiving zichtbaar van invasieve naar non-invasieve
Uitgangspunten van mondzorg voor kinderen
J.S.J. Veerkamp, W.E. van Amerongen, N.G. Blanksma, J.B. Krikken, P.C. Lansen, Th.J.M. Merkus, F.J. Olderaan, J.W.F. Parree, G. Stel Uitgangspunten van mondzorg voor kinderen In dit artikel worden de uitgangspunten
Vroegdiagnostiek van cariës
A.J.P. van Strijp Vroegdiagnostiek van cariës kennistoets q-keurmerk redactie ntvt Een vroegtijdige detectie van carieuze laesies stelt een mondzorgverlener in staat in te spelen op het verloop van de
Tandheelkundige verzorging Jeugdige Ziekenfondsverzekerden 3
Oorspronkelijke bijdragen Kalsbeek e.a.: TJZ 3 Tandheelkundige verzorging Jeugdige Ziekenfondsverzekerden 3 H. Kalsbeek 1 J.H.G. Poorterman M.A.J. Eijkman G.H. Verrips 1 Tandartsbezoek en mondhygiënisch
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?
Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie
De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support
1. Toekomst van de mondzorg 2. Taakherschikking 3. Loopbaan mogelijkheden Veranderende zorgvraag zorgaanbod Tooth decay is the number one chronic illness for children, more prevalent than asthma. (Nash,
Identificatie van cariësrisicopatiënten
Oorspronkelijke bijdragen Van Palenstein Helderman e.a.: Cariësrisicopatiënten Identificatie van cariësrisicopatiënten W.H. van Palenstein Helderman 1 M.A. van t Hof C. van Loveren 3 Een nieuw predictiemodel
Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD
1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational
Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek
Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 2 Tandartsfactoren
Oorspronkelijke bijdragen J.J.M. Bruers, B.A.F.M. van Dam, A.A. Schuller, G.J. Truin De restauratieve verzorgingsgraad bij de jeugd 2 Tandartsfactoren Als onderdeel van een breder onderzoek naar de restauratieve
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten
Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents
Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia
Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.
Vragenlijsten kwaliteit van leven
Click for the English version Vragenlijsten kwaliteit van leven TNO heeft een aantal vragenlijsten ontwikkeld om de gezondheidsrelateerde kwaliteit van leven te meten van kinderen, jongeren en jong-volwassenen.
LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE. Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose
LECTORAAT ZORG & INNOVATIE IN PSYCHIATRIE Risicofactoren, leefstijl en de mondzorg bij jong volwassenen na vroege psychose Symposium onderzoeksresultaten 2017 Sonja Kuipers, MSc MSW RN PhD-Student Zonder
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing
Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1
(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological
Een omslag in cariësbehandeling bij kinderen: Gewoon Gaaf
W.H. van Palenstein Helderman, R.J.M. Gruythuysen, J.J.M. Bruers, A.J.P. van Strijp, C. van Loveren Een omslag in cariësbehandeling bij kinderen: Gewoon Gaaf Dit is een position paper over Gewoon Gaaf,
Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen
Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic
Biodentine TM. deel 4. Pulpotomie in carieuze vitale melkmolaren. Waarom pulpotomie? Inleiding
Prof dr Luc Martens Tandarts Sivaprakash Rajasekharan Dr Rita Cauwels Afdeling Kindertandheelkunde - UZGent Biodentine TM deel 4 Pulpotomie in carieuze vitale melkmolaren Bij de tandheelkundige zorg voor
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme
Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:
Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.
Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.
MONDHYGIËNISTEN. Antonius Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen
MONDHYGIËNISTEN 1. Cursus Sealen Eén hele dag en een halve dag Kosten: 495,=, inclusief lunch en materialen Doelgroep: Tandartsassistenten en mondhygiënisten Data: Voorjaar 2009 Lokatie: Docenten: Inhoud:
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven
Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form
Het effect van de klachtkans op een behandelbeslissing. Een exploratief onderzoek onder vierdejaarsstudenten tandheelkunde
A.M.F.P. Verweij, M.W. van der Wel, P.A. Mileman, J. den Dekker, W.B. van den Hout Het effect van de klachtkans op een behandelbeslissing Een exploratief onderzoek onder vierdejaarsstudenten tandheelkunde
Atraumatic Restorative Treatment (ART)
Frencken: De ART-aanpak J.E. Frencken Atraumatic Restorative Treatment (ART) Een bijzondere weefselbesparende en patiëntvriendelijke aanpak Samenvatting Trefwoorden: Atraumatic Restorative Treatment (ART)
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?
Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla
Some issues in applied statistics in clinical restorative dental research Tobi, H.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Some issues in applied statistics in clinical restorative dental research Tobi, H. Link to publication Citation for published version (APA): Tobi, H. (1999). Some
De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review
Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende
Individuele preventie voor een gaaf gebit. Voor kinderen van 0-18 jaar
Individuele preventie voor een gaaf gebit Voor kinderen van 0-18 jaar Vanaf eerste tand Individuele cariëspreventie Samenspel ouder, kind en mondzorgverlener Beloning: een gaaf gebit Individuele Preventie
PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie
De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine
Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50
De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and
Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Stand wetenschap en praktijk fluorideapplicatie in het melkgebit
Onderwerp: Fluorideapplicatie in het melkgebit Samenvatting: Het CVZ heeft literatuuronderzoek gedaan naar de vraag of professionele fluorideapplicatie bij kinderen die nog geen blijvende gebitselementen
INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Mondzorgbijpersonenmet eenbeperking: eensituatieschets
Gezondin de mond Mondzorgbijpersonenmet eenbeperking: eensituatieschets PROFDOMINIQUEDECLERCK BevolkingsstudiesMondgezondheid, Departement Mondgezondheidswetenschappen, KU Leuven Kindertandheelkunde &
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering
De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent
Wordt het kindergebit slechter?
2 epidemiologisch bulletin, 2007, jaargang 42, nummer 2 Trends in de prevalentie van tandcariës, tanderosie en gebitsverzorging bij de Haagse jeugd in de periode 1996-2005 1 Wordt het kindergebit slechter?
1. Uitstroom mondzorg achttien- tot tweeëntwintigjarigen
Samenvatting In 1995 is de aanspraak op tandheelkundige hulp voor volwassen verzekerden beperkt. De beperking van de aanspraak op tandheelkundige hulp is doorgevoerd om daarmee de gewenste financiële verantwoordelijkheid
Effectiviteit van een interventie ter bevordering van de mondgezondheid bij jonge kinderen
Effectiviteit van een interventie ter bevordering van de mondgezondheid bij jonge kinderen Manama JGZ Gezondheidspromotie in de jeugdgezondheidszorg Sigrid Van den Branden Karel Hoppenbrouwers 24-10-2014
De meerwaarde van instellingen voor jeugdtandverzorging
Bijzonder onderwerp H. Kalsbeek De meerwaarde van instellingen voor jeugdtandverzorging In 1972 werden de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar het langetermijneffect van jeugdtandverzorging,
Toekomst van de mondzorg Toekomst van de Mondzorgkunde Utrecht
Lustrum 4 oktober 2013 Dr. Katarina Jerković - Ćosić Toekomst van de mondzorg Toekomst van de Mondzorgkunde Utrecht Oral health is an essential component of good health and good health is a fundamental
Nexø aan de Noordzee NOCTP en de rol van de Nederlandse mondhygiënist
Nexø aan de Noordzee NOCTP en de rol van de Nederlandse mondhygiënist Erik Vermaire, tandarts-onderzoeker Lustrumsymposium Mondzorgkunde Hogeschool Utrecht, 4 oktober 2013 Achtergrond - RCT uitgevoerd
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Child dental fear and quality of life Klaassen, M.A. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Child dental fear and quality of life Klaassen, M.A. Link to publication Citation for published version (APA): Klaassen, M. A. (2010). Child dental fear and quality
Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en
Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers
Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie
De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited
Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit
Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Gebitstoestand en mondgezondheid van basisschoolkinderen
Oorspronkelijke bijdragen C osić e.a.: Gebitstoestand en mondgezondheid K. Ćosić 1,2 C.A. Bos 3 C.H.M. van Jaarsveld 1 C.P. van der Schans 2 Gebitstoestand en mondgezondheid van basisschoolkinderen Samenvatting
Effect of dental caries and treatment strategies on oral and general health in children van Gemert-Schriks, M.C.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Effect of dental caries and treatment strategies on oral and general health in children van Gemert-Schriks, M.C.M. Link to publication Citation for published version
Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie
1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Summary 124
Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities
Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation
Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit
1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan
Jeugdmondzorg: De restauratieve verzorgingsgraad
TNO-rapport KvL/P&Z 2007.102 Jeugdmondzorg: De restauratieve verzorgingsgraad Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T 071 518 18 18 F 071 518 19 10 info-zorg@tno.nl
De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen
Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar
Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6
Mondhygiënist onmisbaar voor verantwoorde mondzorg
M.S.E. van der Sanden-Stoelinga, J. la Rivière-Ilsen, P.T. Calkoen Mondhygiënist onmisbaar voor verantwoorde mondzorg In 1968 ging in Nederland de eerste opleiding van mondhygiënisten van start. Er werd
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN ehealth bij hartrevalidatie: meer deelnemers, minder terugval, beter eindresultaat? KNMG ehealth congres Donderdag 28 juni 2018 Evoluon
Samenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.
De waardebepaling van nieuwe producten en services in de zorg Het beantwoorden van de vraag of nieuwe producten en services in de zorg daadwerkelijk meerwaarde brengen is niet gemakkelijk. Er is een levendige
Infectie bij een implantaat
Infectie bij een implantaat Patiënteninformatie 1. Wat is het? U heeft een implantaat gekregen. Sommige mensen krijgen een ontsteking in de mond rondom dit implantaat. De oorzaken en gevolgen worden in
Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten
Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten de aanzet tot langdurig monitoren Suze Steemers, MSc Codarts Rotterdam/Erasmus MC 30-09-2017 aanleiding zware fysieke/mentale eisen relatief weinig studies
Is valpreventie kosteneffectief?
Is valpreventie kosteneffectief? Prof. Dr. Lieven Annemans Ghent University, Brussels University Lieven.annemans@ugent.be Lieven.annemans@vub.ac.be Maart 2014 1 Reactie van de overheden op de crisis Jaarlijkse
Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Mondzorg Tanden poetsen
Mondzorg Tanden poetsen Oral care Brushing teeth Gezonde tanden en kiezen zijn heel belangrijk voor je gezondheid. Gezonde tanden en kiezen heb je nodig om eten goed te kauwen en makkelijk door te slikken.
Trends in de prevalentie van cariës bij de 6- en 12-jarige jeugd in Nederland
G.J. Truin, A.A. Schuller, J.H.G. Poorterman, J. Mulder t Trends in de prevalentie van cariës bij de 6- en 12-jarige jeugd in Nederland 511 Om te achterhalen hoe de cariësprevalentie bij de Nederlandse
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Suïcide(poging) Inleiding. Methode. Resultaten. Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)( )
Suïcide(poging) Rubriekhouder: Mevrouw dr. G.A. Donker, (NIVEL)(1978-2017) Inleiding In overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg wordt dit onderwerp sinds 1978 in de peilstations onderzocht. Ook
Gewoon Gaaf. Individuele preventie voor een gaaf gebit
Gewoon Gaaf Individuele preventie voor een gaaf gebit Wil jij ook een gaaf gebit voor je kind? En dat je kind met een gezonde mond opgroeit? De Gewoon Gaaf-methode voor kinderen van 0-18 jaar bij je tandarts
UvA-DARE (Digital Academic Repository) VR as innovation in dental education de Boer, I.R. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) VR as innovation in dental education de Boer, I.R. Link to publication Citation for published version (APA): de Boer, I. R. (2017). VR as innovation in dental education:
Adherence aan HWO en meer bewegen
Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.
Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedra
139 Samenvatting Tussen januari 2002 en december 2005 is er een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de kosten-effectiviteit van gezins cognitieve gedragstherapie en individuele of kind cognitieve gedragstherapie
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders
Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN
Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden
CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende
Prevention of Gingival Trauma. Oral Hygiene Devices and Oral Piercings. N.L. Hoenderdos
Prevention of Gingival Trauma. Oral Hygiene Devices and Oral Piercings. N.L. Hoenderdos Prevention of gingival trauma - oral hygiene devices and oral piercings - ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging
Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education
Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Inger Anneberg, anthropologist, post doc, Aarhus University, Department of Animal Science Jesper Lassen, sociologist, professor, University
2007 Verslag gebitsonderzoek onder basisschoolleerlingen groep 2 en groep 7 in de gemeente Noordoostpolder
007 Verslag gebitsonderzoek onder basisschoolleerlingen groep en groep 7 in de gemeente Noordoostpolder Inleiding Tussen 199 en 005 is er onderzoek gedaan naar de gebitssituatie van basisschoolleerlingen
Knobbelvervangende composietrestauraties bij endodontisch behandelde elementen
Knobbelvervangende composietrestauraties bij endodontisch behandelde elementen Willem Fennis and Cees Kreulen Keywords Composiet Esthetiek Knobbelvervangende restauratie Natriumperboraat Vezelversterking
Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.
Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on
Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige
Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric