DE BEHANDELING VAN CHRONISCHE LUCHTWEGPROBLEMEN BIJ HET PAARD
|
|
- Christiana Jansen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar DE BEHANDELING VAN CHRONISCHE LUCHTWEGPROBLEMEN BIJ HET PAARD door Judith ADRIAENSENS Promotoren: Prof. dr. Patrick De Backer Prof. dr. Piet Deprez Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Judith Adriaensens
2
3 Universiteit Gent, haar medewerkers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar medewerkers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.
4 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar DE BEHANDELING VAN CHRONISCHE LUCHTWEGPROBLEMEN BIJ HET PAARD door Judith ADRIAENSENS Promotoren: Prof. dr. Patrick De Backer Prof. dr. Piet Deprez Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Judith Adriaensens
5 VOORWOORD Graag wil ik mijn promotor Prof. dr. Patrick De Backer en copromotor Prof. dr. Piet Deprez van harte bedanken voor het advies en het begeleiden van mijn literatuurstudie in het kader van de Masterproef. Met hun opbouwende kritiek, duidelijke aanwijzingen en talloze verbeteringen hebben ze mij ongelooflijk geholpen bij het schrijven van deze literatuurstudie. Verder wil ik graag dierenarts Katrien Dedecker en alle dierenartsen van dierenkliniek De Brem bedanken. Al meer dan 10 jaar kan ik mijn liefde voor diergeneeskunde met hen delen en staan ze paraat om mijn talloze vragen te beantwoorden en advies te geven. Dankzij hen is mijn enthousiasme voor diergeneeskunde nog meer gegroeid en blijf ik gemotiveerd tijdens mijn studies. Tenslotte wil ik mijn papa en oudste zus bedanken, zonder hen was het voor mij niet mogelijk geweest om diergeneeskunde te studeren. Dank jullie wel voor jullie eeuwige steun.
6 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting en trefwoorden... 1 Inleiding... 2 Literatuurstudie De pathogenese van chronische luchtwegaandoeningen Recurrent Airway Obstruction (RAO) Summer Pasture Associated Obstructive Pulmonary Disease (SPAOPD) Chronische ontsteking van de diepere luchtwegen - Inflammatory airway disease (IAD) Chronische interstitiële pneumonie De behandeling van chronische luchtwegaandoeningen Algemeen Anti-inflammatoire therapie Bronchodilatoren Immunostimulantia Toediening van inhalatiemedicatie Andere behandelingen Bespreking Referentielijst... 24
7 SAMENVATTING EN TREFWOORDEN Een succesvolle behandeling van chronische niet-infectieuze inflammatoire luchtwegaandoeningen bestaat uit verschillende aspecten. Het controleren van de omgevingsfactoren is veruit het belangrijkste onderdeel in de behandeling. Hierbij wordt getracht om zoveel mogelijk van de oorzakelijke factoren te vermijden. Verder kan de behandeling bestaan uit een combinatie van glucocorticosteroïden om het ontstekingsproces te stoppen en bronchodilatoren die de bronchoconstrictie verminderen. Glucocorticosteroïden kunnen systemisch worden toegediend onder de vorm van dexamethasone of prednisolone. Corticosteroïden zoals fluticasone proprionaat en beclomethasone diproprionaat kunnen per inhalatie worden toegediend waardoor de kans op systemische bijwerkingen sterk verkleint. Er zijn 2 verschillende groepen van bronchodilatoren die bij het paard gebruikt kunnen worden. De β 2 - adrenerge agonisten zoals clenbuterol, salbutamol en salmeterol veroorzaken een snelle bronchodilatatie na toediening. Ze kunnen systemisch of per inhalatie worden toegediend. Een andere groep van bronchodilatoren zijn de anticholinerge bronchodilatoren zoals ipratropium bromide die via inhalatie worden toegediend. Aanvullend op deze behandelingen kunnen immunostimulantia zoals interferon-α en Propionibacterium acnes toegediend worden. Ze zorgen voor een verminderde pulmonaire inflammatie en kunnen voordelig zijn bij de behandeling van voornamelijk jonge paarden met luchtwegproblemen. Mastcel stabilisatoren kunnen worden gebruikt als onderhoudstherapie bij paarden met chronische luchtwegproblemen in perioden van klinische remissie. Ze inhiberen de vrijstelling van verschillende ontstekingscellen en verhinderen de mastcel degranulatie. Tenslotte kunnen paarden met chronische inflammatoire luchtwegproblemen gesupplementeerd worden met antioxidanten in de voeding. Antioxidanten kunnen de oxidatieve schade ter hoogte van de longen verminderen waardoor de inflammatoire processen gemoduleerd kunnen worden. Sleutelwoorden: Recurrent Airway Obstruction - Corticosteroïden - Fluticasone proprionaat - β 2 -agonisten - Ipratropium bromide 1
8 INLEIDING Chronische luchtwegaandoeningen vormen al decennia lang een probleem in de paardenwereld. In 333 v.chr. beschreef Arisotoles al een ziekte bij paarden die hij "hart-pijn" noemde. Naar alle waarschijnlijkheid is dit dezelfde ziekte die nu onder de naam recurrent airway obstruction bekend is (Lekeux et al., 1996). In deze literatuurstudie wordt dieper ingegaan op de behandeling van chronische niet-infectieuze luchtwegaandoeningen bij paarden, met name recurrent airway obstruction, summer pasture associated obstructive pulmonary disease en inflammatory airway disease. Deze aandoeningen veroorzaken een inflammatie van de luchtwegen in combinatie met verschillende gradaties van luchtwegobstructie, accumulatie van mucus en veranderingen van de luchtwegwand. Hierdoor ontstaan klinische symptomen die zich voornamelijk uiten als een chronische hoest, kortademigheid en verminderde sportprestaties. Eerst wordt de pathogenese van de verschillende luchtwegaandoeningen kort besproken. Hierin worden de verschillende aspecten van de aandoeningen weergegeven waarop de behandelingen gebaseerd zijn. Daarna wordt een kort overzicht gegeven van hoe de omgeving van het paard kan worden aangepast zodat de oorzakelijke allergenen en omgevingscontaminanten zoveel mogelijk kunnen worden vermeden. Verder worden de medicamenteuze behandelingen besproken die bij de verschillende aandoeningen van toepassing zijn. Deze worden ingedeeld volgens de verschillende klassen van geneesmiddelen, eerst komen de anti-inflammatoire geneesmiddelen aan bod met als belangrijkste vertegenwoordiger de corticosteroïden. Daarna worden de twee klassen van bronchodilatoren besproken, de β 2 -adrenerge agonisten en de anticholinerge bronchodilatoren. Ook de immunostimulantia worden kort aangehaald. Tenslotte wordt er dieper ingegaan op het gebruik van geneesmiddelen voor inhalatie en worden nog enkele minder belangrijke behandelingen besproken. 2
9 LITERATUURSTUDIE 1. DE PATHOGENESE VAN CHRONISCHE LUCHTWEGAANDOENINGEN 1.1. Recurrent Airway Obstruction (RAO) Recurrent Airway Obstruction (RAO) is een aandoening die wereldwijd voorkomt, de prevalentie is het hoogst bij opgestalde paarden. De aandoening komt voornamelijk voor bij paarden van middelbare leeftijd, er is geen rasdispositie maar in bepaalde families lijkt RAO meer voor te komen wat een genetische achtergrond doet vermoeden. RAO ontstaat door een overgevoeligheidsreactie tegenover organisch stof, schimmelsporen, mijten, endotoxines of anorganische componenten die terug te vinden zijn in hooi en stro van mindere kwaliteit en in de omgevingslucht. De meest voorkomende schimmels in hooi en stro zijn Aspergillus fumigatus, Micropolyspora faeni (of Faenia rectivirgula) en Thermoactinomyces vulgaris. Tabel 1. Inadembare stofdeeltjes per liter en concentraties van levensvatbare sporen (in colony forming units per 42,45 L lucht) van Aspergillus fumigatus, Faenia rectivirgula en Thermoactinomyces vulgaris in verschillende types van strooisel en voeding (waarde ± standaarddeviatie) (Vandenput et al, 1997). Inadembare stofdeeltjes A. fumigatus (Cfu/42,45 L F. rectivirgula (Cfu/42,45 L T. vulgaris (Cfu/42,45 per liter lucht lucht) lucht) lucht) Goede kwaliteit hooi ± ± ± ± 51 Kuilgras 78% D.S ± ± ± ± 30 Kuilgras ±50%D.S ± ± ± 9 49 ± 36 Luzerne pellets 951 ± ± ± 2 18 ± 8 Hout schavelingen ± ± ± ± 59 Goede kwaliteit stro ± ± ± ± 17 Vlasstro ± ± ± 9 60 ± 13 Geplette granen ± ± ± ± 45 Volle granen ± ± 64 5 ± 2 43 ± 5 Krachtvoer met melasse ± ± ± ± 78 L Als gevolg van deze overgevoeligheid ontstaan periodes van reversiebele obstructie van de kleine luchtwegen, veroorzaakt door contractie van de gladde spieren en ophoping van mucus en neutrofielen. Deze reactie ontstaat waarschijnlijk door een gecombineerd effect van verschillende types immuunresponsen. Over welke mechanismen exact verantwoordelijk zijn voor deze 3
10 overgevoeligheidsreactie is men het nog niet eens. Zowel type 1 (IgE-gemedieerde degranulatie van de mastcellen), type 3 (vorming van immuuncomplexen met activatie van het complementsysteem en aantrekking van onder andere neutrofielen) als type 4 (activatie T-helpercellen door vrijzetting van cytokines met secundair een influx van neutrofielen) zouden een rol spelen in de pathogenese. De symptomen van paarden met RAO zijn onder andere een chronische hoest, mucopurulente neusuitvloei, verhoogde ademhalingsinspanning en afwijkende longgeluiden op auscultatie. De paarden hebben meestal geen koorts en de ademhalingsfrequentie kan normaal zijn of verhoogd. In vergevorderde gevallen ontstaat inspanningsintolerantie en kan gewichtsverlies optreden. De diagnose kan gesteld worden aan de hand van de anamnese, de klinische symptomen en verder onderzoek. In het klinisch onderzoek zijn longauscultatie en het testen van de trachea/larynxreflexen belangrijk. Verder onderzoek kan bestaan uit endoscopie, broncho-alveolaire lavage (BAL), radiografie van de longen, longfunctietesten en bloedgasanalyse (Reed et al., 2004) Summer Pasture Associated Obstructive Pulmonary Disease (SPAOPD) Summer Pasture Associated Obstructive Pulmonary Disease (SPAOPD) is een weinig voorkomende aandoening bij paarden die gelijkaardig is aan RAO. In tegenstelling tot ROA komt SPAOPD voor bij paarden die op de weide staan en geen contact hebben met hooi of stro. SPAOPD kent ook seizoenale verschillen, de paarden worden meestal aangetast tussen de lente en de vroege herfst en zijn in klinische remissie tijdens de wintermaanden. Sommige paarden vertonen de symptomen gedurende het hele jaar maar de ergheid van de symptomen kan variëren van jaar tot jaar. Oudere dieren en pony's lijken meer gevoelig om SPAOPD te ontwikkelen. De oorzaak van SPAOPD is nog niet gekend. De pathogenese is gelijkaardig aan die van RAO, waarschijnlijk ligt een overgevoeligheid aan ingeademde pollen of schimmels aan de basis van de pathogenese. Als gevolg van deze overgevoeligheid ontstaat een inflammatoire bronchiolitis met hypersecretie van mucus en neutrofielen accumulatie in het lumen van de luchtwegen. Longfibrose kan ontstaan bij sommige paarden en is vaak geassocieerd met een minder goede prognose. Het belangrijkste symptoom van SPOAPD is een expiratoire dyspnee die zeer ernstig kan zijn. De paarden hebben een verlengde inspiratie, een abominale ademhaling en ademen met constant gedilateerde neusgaten. Sommige paarden ontwikkelen een chronische hoest of neusvloei en wanneer de dyspnee heel erg is, kunnen cyanose en vermagering ontstaan (McGorum B.C. en Dixon P.M. (1999)). 4
11 1.3. Chronische ontsteking van de diepere luchtwegen - Inflammatory airway disease (IAD) Inflammatory Airway Disease (IAD) is een aandoening waarbij er grote hoeveelheden muceus of mucopurulent exsudaat opgestapeld worden in de nasofarynx, trachea en tracheale bifurcatie. Sommige paarden met IAD ontwikkelen een hoest en een mucopurulente neusuitvloei maar de belangrijkste klacht is een verminderd prestatievermogen. IAD komt voornamelijk voor bij jonge racepaarden in training. De prevalentie varieert van 20 tot 65%, deze grote variatie is mogelijks te verklaren door de verschillende methoden voor diagnose. De beste manier om IAD te diagnosticeren is aan de hand van endoscopie tijdens inspanning. Wanneer de endoscopie in rust uitgevoerd wordt, kan IAD gemist worden. IAD zou mogelijks een invloed kunnen hebben op het ontstaan van RAO op latere leeftijd. Over de oorzaak van IAD is nog veel onduidelijkheid, er zijn al verschillende theorieën naar voren gebracht die de reactie van de longen kunnen verklaren. Een van de mogelijkheden is dat inhalatie van stof, schimmels, fijnstof of omgevingspolluenten zoals H 2 N, NH 3, ozon, SO 2, NO 2 en CO een ontstekingsreactie kunnen veroorzaken. Verder zou een lage persistentie van bacteriële of virale infecties een oorzaak kunnen zijn. Ook een autologe reactie op bloed na longbloeden door inspanning zou de ontstekingsreactie kunnen uitlokken. Bacteriën lijken een grote rol te spelen in de pathogenese. Een onderzoek van Chapman et al. (2000) toont aan dat wanneer de ontstekingscore stijgt (gebaseerd op de hoeveelheid mucus en neutrofielen in de BAL), het percentage aan positieve bacteriële culturen ook stijgt. De meest voorkomende micro-organismen zijn Streptococcus zooepidemicus, Streptococcus pneumoniae, Actinobacillus equuli, Pasteurella spp. en Mycoplasma spp.. Diagnose van IAD kan gebeuren door endoscopie tijdens inspanning. Om andere oorzaken van prestatievermindering uit te sluiten zijn een bloedonderzoek, onderzoeken van het bewegingsstelsel en het hart aangewezen. Om andere infectieuze luchtwegaandoeningen uit te sluiten kan een tracheaal aspiraat of BAL onderzocht worden (Reed et al., 2004) Chronische interstitiële pneumonie Chronische interstitiële pneumonie is een aandoening die gekenmerkt wordt door een chronische inflammatoire reactie die zich voornamelijk bevindt ter hoogte van de alveolaire wanden en de interstitiële weefsels van de long. Er ontstaat een verlies van functionele alveoli en schade aan de alveolaire wanden. Chronische interstitiële pneumonie ontstaat als gevolg van een reactie tegen toxische of infectieuze agentia of tegen allergenen. Een pneumonie veroorzaakt door toxische agentia kan ontstaan na opname van planten als Ageratina adenophora, pyrrolizidine alkaloiden of Perilla ketonen. Tal van virale infecties zoals Influenza, EHV1, EHV4 en EVA kunnen een interstitiële 5
12 pneumonie veroorzaken. Ook silicose en zuurstof therapie zouden een mogelijke oorzaak kunnen zijn en soms is de oorzaak niet gekend. Bij chronische interstitiële pneumonie ontstaat schade aan het longepitheel of aan de endotheelcellen waardoor coagulatienecrose van de alveoli optreedt. Dit leidt tot een acute exsudatieve ontsteking van de longen met oedeem, uittreden van rode bloedcellen en vochtophoping in de alveoli als gevolg. Daarna ontstaat er een proliferative fase waarin de type II pneumocyten de beschadigde type I pneumocyten vervangen. De interlobulaire septa verwijden door de proliferatie van fibroblasten en infiltratie van neutrofielen en macrofagen. De symptomen van chronische interstitiële pneumonie zijn afhankelijk van de fase van de ontsteking. In de acute fase kunnen de paarden ernstige tachypnee ontwikkelen waardoor er hypoxemie ontstaat. Koorts is mogelijk in deze fase. In de chronische fase zijn de symptomen zeer gelijkaardig aan de symptomen bij paarden met RAO. De paarden hebben een verhoogde ademfrequentie, een duidelijke verhoogde ademhalingsinspanning, hoest en neusuitvloei. Inspanningsintolerantie, vermageren en anorexie kunnen voorkomen. Soms zijn er helemaal geen klinische symptomen aanwezig. De diagnose van chronische interstitiële pneumonie gebeurt aan de hand van de anamnese en klinische symptomen. Verder kunnen radiografieën en echografie van de longen, isolatie van het oorzakelijk agentia en een longbiopsie de diagnose bevestigen. Het bloedonderzoek is normaal zijn of er kan een leukocytose en hyperfibrinogenemie aanwezig zijn. Vaak wordt de definitieve diagnose pas postmortem gesteld. Op autopsie zijn diffuse pulmonaire fibrose, hypertrofie van de alveolaire septa en littekenvorming op de interlobulaire septa en pleura te zien. Soms kunnen er multifocale granulomen waargenomen worden (Reed et al., 2004). 2. DE BEHANDELING VAN CHRONISCHE LUCHTWEGAANDOENINGEN 2.1. Algemeen In de behandeling van paarden met chronische luchtwegproblemen is het controleren van de omgevingsfactoren van cruciaal belang. Voornamelijk in de behandeling van RAO, maar ook bij de andere luchtwegaandoeningen kunnen stof, schimmels en sporen uit de omgeving zorgen voor een toename van de ergheid van de symptomen. Bij een groot deel van de paarden gediagnosticeerd met ROA zijn de symptomen van bronchoconstrictie reversiebel wanneer de blootstelling aan antigenen wordt vermeden. Om de blootstelling aan antigenen significant te doen dalen, moet de onmiddellijke omgeving van het paard zo veel mogelijk stof-, schimmel-, en sporevrij gehouden worden. Omdat deze allergenen voornamelijk terug te vinden zijn in hooi, is de ideale huisvesting voor deze paarden buiten op een weide. Helaas is het voor veel paardeneigenaars vaak niet mogelijk om hun paard het hele jaar door buiten te huisvesten. Daardoor is ook omgevingscontrole in de stal van groot belang. Door de stalbedding te vervangen door houtschavelingen of goede kwaliteit stro en voordrooghooi te 6
13 voederen in plaats van droog hooi, zal de omgeving heel wat minder allergenen bevatten (Vandenput et al., 1998; Jackson et al. 2000). Bij paarden met SPOAPD worden de symptomen voornamelijk gezien als paarden op de weide staan. Voornamelijk in de lente en wanneer warm en droog weer wordt voorspeld, worden klinische symptomen zichtbaar of ernstiger. In de behandeling van paarden met SPAOPD is het dus belangrijk om te vermijden dat paarden in deze weersomstandigheden buiten worden gehuisvest. Deze paarden worden dus beter op stal gehouden totdat de weersomstandigheden veranderen en de paarden geen symptomen meer vertonen (Hudson, 1999; McGorum en Dixon, 1999) Anti-inflammatoire therapie Het belangrijkste onderdeel van de behandeling van niet-infectieuze luchtwegproblemen is gericht op het verminderen van de ontstekingsreactie. Voornamelijk de therapie op lange termijn van nietinfectieuze ademhalingsproblemen berust op dagelijkse of intermitterende toediening van antiinflammatoire geneesmiddelen in combinatie met het verbeteren van de omgevingsfactoren Glucocorticosteroïden Glucocorticosteroïden zijn belangrijke anti-inflammatoire geneesmiddelen in de behandeling van lokale en systemische inflammatoire ziekten. Voornamelijk in de behandeling van chronische nietinfectieuze longaandoeningen spelen corticosteroïden een cruciale rol. Corticosteroïden kunnen zowel lokaal als systemisch worden toegediend. Als onderhoudstherapie en als preventieve maatregel bij de behandeling van paarden met RAO worden ze voornamelijk via inhalatie toegediend, daardoor kunnen ze hun effect rechtstreeks in de longen uitoefenen en zal het risico op bijwerkingen kleiner zijn in vergelijking met systemisch toegediende corticosteroïden (Gehlen et al., 2008). Fluticasone proprionaat Fluticasone proprionaat behoort tot de groep van glucocorticosteroïden die geschikt zijn voor aërogene toediening. Het is een humaan geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten met astma of COPD. Ook in de behandeling bij paarden wordt fluticasone gebruikt, het veroorzaakt een daling van de concentratie aan neutrofielen in de longen, verbetert de longfunctieparameters en vermindert de overgevoeligheid tegenover histamine bij paarden met RAO (Rush, 2002). Fluticasone een van de meest gebruikte, potente maar ook dure inhalatiesteroïden voor de behandeling van RAO, SPOAPD en IAD (Muñoz en Franco, 2014). 7
14 Fluticasone heeft een lage orale biologische beschikbaarheid (<2%) en het firstpass effect van de lever is groot (99%), verder is het een lipofiel geneesmiddel waardoor intracellulaire concentraties lang ter plaatse blijven op de plaats van toediening. Dit heeft als gevolg dat wanneer aërogeen toegediend, slechts een kleine fractie van het geneesmiddel wordt opgenomen in de bloedbaan waardoor de kans op systemische bijwerkingen sterk verkleint (Rush, 2002). In de humane geneeskunde is fluticasone geregistreerd als een inhalatiepoeder, een dosis-aerosol en een neusspray. Een studie van Laan et al. (2004) toont aan dat de biologische beschikbaarheid van fluticasone bij paarden zeer laag is wanneer het intranasaal wordt toegediend. Bij aërogene toediening van het geneesmiddel ontstond er een duidelijke daling van de ochtend cortisol concentratie in vergelijking met de normaalwaarden en met paarden behandeld met een placebo. Dit geeft aan dat fluticasone een vrij goede aërogene biologische beschikbaarheid heeft waardoor een systemische activiteit wordt gezien. Over de meest effectieve dosis van fluticasone is men het in de literatuur nog niet eens. Volgens Robinson et al. (2009) geeft een dosis van 6 mg, 2 x daags, een significante daling van het serum cortisol gehalte en is deze dosis geschikt als preventie van acute episodes van RAO en AID. Volgens andere bronnen zou een dosis van 2 à 3 mg, 2 x daags, reeds voldoende zijn (Rush, 2002; Laan et al., 2004 ). De dosis kan indien nodig aangepast worden tot de dosis die nodig is om de paarden asymptomatisch te houden (Dauvillier et al., 2011). Uit een studie van Laan et al. (2004) blijkt dat het serum cortisol gehalte pas een significante daling vertoonde vanaf 72 u na aërogene toediening van fluticasone. Na een wash-out periode van gemiddeld 27 dagen bereikte de serum cortisol gehaltes opnieuw dezelfde waarde als voor het begin van de behandeling. Dit heeft als klinisch gevolg dat fluticasone niet geschikt is voor de behandeling van acute episodes van inflammatie. Het geneesmiddel wordt aangeraden om te gebruiken in de preventie van acute perioden van het verergeren van de symptomen van RAO en IAD. Fluticasone is dus een geneesmiddel dat geschikt is als onderhoudsmedicatie voor paarden gediagnosticeerd met RAO of IAD (Robinson et al., 2009). Fluticasone is een humaan geneesmiddel dat niet geregistreerd is voor paarden. Fluticasone kan aldus gebruikt worden, via het cascadesysteem bij paarden die niet bestemd zijn voor humane consumptie. Het gebruik van fluticasone is niet toegelaten voor paarden in competitie. Het wordt gecategoriseerd onder de "gecontroleerde" geneesmiddelen, deze geneesmiddelen worden door de Fédération Equestre Internationale (FEI) erkend als stoffen met therapeutische diergeneeskundige voordelen maar zijn tijdens FEI evenementen niet toegestaan vanwege het potentieel tot misbruik ervan (FEI, 2015). Een onderzoek van Dauvillier et al. (2011) toont aan dat langdurige toediening (11 maanden) van fluticasone aan een therapeutische dosis geen significante negatief effect heeft op de immuniteit. Zowel de aangeboren als adaptieve immuunparameters werden niet verstoord door de langdurige behandeling. Bijwerkingen zoals hoefbevangenheid, die gezien kunnen worden bij de toediening van systemische corticosteroïden zoals dexamethasone werden niet gedetecteerd bij het gebruik van fluticasone (Robinson et al., 2009). 8
15 Beclomethasone dipropionaat Beclomethasone dipropionaat is een humaan inhalatiecorticosteroïd dat eveneens gebruikt kan worden voor de behandeling van chronische niet-infectieuze luchtwegaandoeningen bij het paard. In de longen wordt beclomethasone dipropionaat gemetaboliseerd tot de veel actievere molecule beclomethasone monopropionaat. Net zoals andere inhalatiecorticosteroïden vermindert beclomethasone, aan een dosis van µg, 2 x daags, de pulmonaire inflammatie, verbetert het de longfunctieparameters en de ventilatie bij paarden met een chronische ontsteking van de luchtwegen. Het effect van beclomethasone treedt pas op vanaf 24 h na toediening waardoor het niet geschikt is als therapie voor acute episoden van bronchoconstrictie of inflammatie. Beclomethasone heeft wel een verlengde werking, pas vanaf 3-7 dagen na het beëindigen van de behandeling daalt de farmacologische werking waarbij de klinische symptomen terug kunnen verschijnen (Ammann et al., 1998; Couëtil et al., 2006). Beclomethasone wordt traag geabsorbeerd door het spijsverteringsstelsel en door het eerst passage effect van de lever geïnactiveerd. Bij een toediening van lage dosissen (< 500 µg per 12 h) is de kans op het ontstaan van systemische bijwerkingen zeer klein omdat er slechts zeer lage concentraties van het geneesmiddel in de systemische circulatie komen (Ammann et al., 1998). Het toedienen van hoge dosissen beclomethasone (> 1000 µg, 2x daags) via inhalatie veroorzaakt een onderdrukking van de cortisolproductie van % ten opzichte van de basiswaarden vanaf 24 h na initiële toediening en van % na een behandeling van 7 dagen. Na het beëindigen van de behandeling, normaliseren de cortisolwaarden na 2 dagen. De bijnier respons op ACTH wordt niet beïnvloed (Rush, 2002). Een behandeling met beclomethasone is niet toegelaten voor paarden in competitie. Het wordt gecategoriseerd onder de "gecontroleerde" geneesmiddelen (FEI, 2015). Prednisolone Per orale toediening van prednisolone wordt vaak gebruikt in de behandeling van chronische nietinfectieuze luchtwegproblemen bij het paard. Het gebruik ervan is relatief goedkoop, het is gemakkelijk toe te dienen en het is een relatief veiling geneesmiddel met een laag risico op het ontwikkelen van laminitis. Sinds 2014 is prednisolone voor oraal gebruik geregistreerd voor paarden in België voor de behandeling van RAO onder de productnaam Equisolon. Over de efficiëntie van prednisolone is in de literatuur weinig gepubliceerd. De orale beschikbaarheid van prednisolone is goed en in tegenstelling met prednisone (een pro-drug van prednisolone) is geen omzetting nodig naar de actieve metabolieten door de lever. Volgens de European Medicines Agency (EMA) (2014) zorgt Equisolon voor een significante verbetering van de symptomen van ROA en zou het ook de hoeveelheid mucus en immuuncellen verlagen. Hierbij moet wel de opmerking gemaakt worden dat in de studie waar de EMA naar verwijst (zonder bronvermelding overigens), naast de behandeling met prednisolone ook de blootstelling aan organisch stof verminderd werd en de ventilatie in de stallen waar de paarden verbleven verbeterde. Een studie van Couroucé-Malblanc et al. (2008) toont echter aan dat orale 9
16 toediening van prednisolone geen effect op aantal neutrofielen, macrofagen, lymfocyten en mastcellen in de BAL. De meest voorkomende bijwerkingen van Equisolon (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 paarden) zijn onderdrukking van de productie van cortisol (een natuurlijk corticosteroïd dat belangrijk is bij de reactie van het lichaam op stress) en een stijging van de concentratie triglyceriden in het bloed. De aanbevolen dosis van prednisolone is 1 mg per kg per dag, voor een periode van maximaal 10 dagen. Prednisolone mag niet toegediend worden aan paarden waarvan de melk bestemd is voor humane consumptie. Voor vlees en organen is er een wachttijd van 10 dagen vastgelegd. Prednisolone is door de FEI (2015) geclassificeerd als een "gecontroleerd" geneesmiddel, het gebruik van ervan is verboden bij paarden die deelnemen aan wedstrijden. Dexamethasone Ook dexamethasone is een systemische corticosteroïd dat gebruikt kan worden in de behandeling van chronische niet-infectieuze luchtwegaandoeningen. Dexamethasone kan per oraal (0.1 mg/kg per dag) toegediend worden, of intraveneus of intramusculair onder de vorm van dexamethasone 21- isonicotinaat (0.04 mg/kg, elke 3 dagen). In een studie van Robinson et al. (2002) wordt aangetoond dat bij de toediening van dexamethasone de longfuncties 3 dagen na initiële toediening sterk verbeterd zijn, de waarden zijn even goed of zelfs beter dan wanneer de paarden in klinische remissie zijn. Orale toediening van dexamethasone heeft echter geen effect het aantal lymfocyten, neutrofielen, macrofagen en mastcellen ter hoogte van de longen (Couroucé-Malblanc et al., 2008). Zeker in gevallen van acute ademnood is een intraveneuze toediening van dexamethasone superieur aan een behandeling met aërogeen toegediende corticosteroïden vanwege de verminderde depositie van aërogene geneesmiddelen bij ademnood. Een intraveneuze injectie heeft ook een veel sneller resultaat wat in acute gevallen bepalend kan zijn voor de overlevingskansen van het paard (Rush, 2002). Een studie van Abraham et al. (2002) toont aan dat dexamethasone de desensitisatie (downregulatie) van de lymfocyte β2-adrenoreceptoren, geïnduceerd door clenbuterol kan omkeren en voorkomen. Een combinatietherapie van clenbuterol en dexamethasone kan dus voordelig zijn bij de behandeling van paarden met RAO en SPAOPD. De toediening van dexamethasone veroorzaakt wel een suppressie van de endogene cortisolproductie die aanhoudt tot 3 dagen na het beëindigen van de therapie. Daarom is het aangewezen om een zo laag mogelijke dosis toe te dienen waarbij het gewenste effect wordt bereikt. Ook wanneer de behandeling gestopt kan worden, is het aangeraden om de dosis gradueel af te bouwen over een aantal dagen tot weken voordat de behandeling volledig wordt gestopt (Rush, 2002). Dexamethasone is geregistreerd voor de behandeling van acute of chronische immunologische of inflammatoire aandoeningen bij het paard onder de productnaam Rapidexon. Het product kan zowel intraveneus als intramusculair toegediend worden. Voor vlees is er een wachttijd opgelegd van 11 10
17 dagen (BCFI, 2015). De toediening van dexamethasone voorafgaand aan wedstrijden is niet toegelaten. Het wordt door de FEI (2015) geclassificeerd als een "gecontroleerd" geneesmiddel Mastcel stabilisatoren Mastcel stabilisatoren inhiberen de mastcel degranulatie en verhinderen de vrijstelling van ontstekingscellen zoals histamine, leukotriënen en cytokines. Het werkingsmechanisme is nog niet volledig opgehelderd maar zowel in vitro als in vivo wordt een stabilisatie van de mastcellen waargenomen. De twee mastcel stabilisatoren die bij het paard gebruikt worden, zijn natrium chromoglycaat en nedocromilnatrium. Hoewel ze structureel sterk van elkaar verschillen, hebben ze toch een zeer gelijkaardige werking. Naast de algemene werking van mastcel stabilisatoren kan nedocromilnatrium ook nog de vrijstelling van andere ontstekingsmediatoren zoals macrofagen, eosinofielen en neutrofielen verhinderen en kan het de vagaal-gemedieerde bronchoconstrictie blokkeren. In de behandeling van RAO en IAD kunnen mastcel stabilisatoren gebruikt worden als onderhoudstherapie tijdens perioden van klinische remissie. Voor acute episodes van luchtwegen obstructie en inflammatie, zijn deze geneesmiddelen niet geschikt omdat ze geen bronchodilatorisch effect veroorzaken. Ze zijn geen volwaardig alternatief voor de therapie met andere anti-inflammatoire geneesmiddelen zoals de corticosteroïden maar kunnen wel gebruikt worden als combinatietherapie met (inhalatie)corticosteroïden. De verneveling van natrium chromoglycaat (80-200mg) zorgt voor een uitgestelde bronchoconstrictie en verbetert de klinische symptomen van RAO en IAD (Thomson en McPherson, 1981; Thomson en McPherson, 1983; Rush, 2002) Bronchodilatoren β 2 -adrenerge agonisten β 2 -adrenerge agonisten werken in op de β 2 -receptoren ter hoogte van de gladde spieren in de longen. Wanneer de receptoren geactiveerd worden, stimuleren ze de adenylaat cyclase enzymes waardoor de productie van camp opgevoerd wordt wat leidt tot de inactivatie van het myosine kinase enzyme. Dit leidt tot relaxatie van de gladde spieren in de luchtwegen wat resulteert in bronchodilatatie. β 2 -agonisten worden vaak gebruikt in de behandeling van chronische luchtwegproblemen. Ze worden gebruikt omdat ze een relaxatie van de gladde spieren van de luchtwegen veroorzaken in patiënten met acute bronchiale spasmen. Ze kunnen lokaal of systemisch worden toegediend. Bij systemische toediening is gemiddeld een 10 keer hogere dosis nodig dan bij lokale bronchodilatoren om eenzelfde 11
18 niveau van bronchodilatatie te veroorzaken. Dit leidt tot het frequenter voorkomen van bijwerkingen bij systemische toediening zoals tachycardie, zweten, excitatie, spiertremoren en beven (Rush, 2002). Wanneer β 2 -agonisten te vaak gebruikt worden of wanneer ze gebruikt worden als monotherapie bij de behandeling van RAO of IAD, wordt vaak een daling gezien van de farmacologische werking. Daarbij wordt een verhoogde gevoeligheid voor allergenen, verhoogde infiltratie van eosinofielen in de longen en een progressieve verslechtering van de longfunctieparameters waargenomen. Deze tolerantie tegenover β 2 -agonisten zou ontstaan als gevolg van een down-regulatie of desensitisatie van β 2 -receptoren door fosforylatie, internalisatie of destructie van de β 2 -receptoren. Omdat β 2 - agonisten geen of slechts een zeer lage anti-inflammatoire werking hebben, is het gebruik als monotherapie moeilijk te verantwoorden bij aandoeningen die gekenmerkt zijn door bijkomende chronische inflammatoire processen (Rush, 2002). Clenbuterol Clenbuterol is de enige β 2 -adrenerge agonist die in België geregistreerd is voor de behandeling van obstructieve, met bronchospasmen gepaard gaande, ademhalingsproblemen bij paarden. Ook bij respiratoire allergieën kan clenbuterol worden aangewend. Clenbuterol is een partiële β 2 -adrenerge agonist (remt de signaaltransductie slechts gedeeltelijk) waardoor de maximale klinische efficaciteit lager is in vergelijking met deze van volle β 2 -agonisten zoals salbutamol (Törneke et al., 1998). Zowel bij de behandeling van infectieuze als niet-infectieuze respiratoire ziekten wordt clenbuterol gebruikt als primaire of ondersteunende therapie. De aangewezen dosis is 0,8 tot 3,2 µg/kg, 2x daags voor een periode van 5 tot 10 dagen maar de dosis kan aangepast worden naargelang het gewenst effect en individuele gevoeligheid. Clenbuterol vermindert luchtwegen obstructie en heeft daarnaast ook een lichte anti-inflammatoire en mucolytische werking (Harkins et al., 2000). Clenbuterol is beschikbaar als siroop of granulaat of kan intraveneus worden toegediend. Op verantwoordelijkheid van de dierenarts kan clenbuterol aërogeen toegediend worden (Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCIF, 2015). De per orale toediening wordt in praktijkomstandigheden het meest gebruikt. Na orale absorptie komt clenbuterol in de systemische circulatie waardoor de kans op bijwerkingen groter is in vergelijking met aërogene toediening van β 2 - agonisten die enkel lokaal een effect veroorzaken (Kearns en McKeever, 2009). Clenbuterol is niet geschikt als lange termijn therapie, vanaf een behandeling van meer dan 21 dagen ontstaat tachyfylaxie wat leidt tot een verhoogde luchtwegen reactiviteit. Bij een langdurige clenbuterol therapie ziet men ook dat het bronchodilatorisch effect sterk vermindert (Read et al, 2012). Langdurige toediening van therapeutische doseringen met β 2 -agonisten kunnen een toxische werking op het hart hebben. Bij chronisch gebruik van clenbuterol kunnen myocardhypertrofie en verhoogde bloedserumconcentraties van de cardiale isoenzymes, als gevolg van myocardcelschade optreden. De myocardhypertrofie leidt tot een toegenomen slagvolume en cardiale output wat zorgt voor 12
19 toename van de metabolische behoeften waardoor de recuperatie na arbeid verslechtert (Wijnberg et al., 2011). Andere bijwerkingen die beschreven zijn na chronische toediening, zijn een verminderd uithoudingsvermogen als gevolg van een verminderde aerobe capaciteit, herverdeling van lichaamsvetten en mogelijks een negatief effect op de botgroei, het immuunstelsel en het voortplantingsstelsel. Op korte termijn kunnen bijwerkingen zoals zweten, hypotensie, tachycardie en tremor ontstaan (Kearns en McKeever, 2009). Corticosteroïden, lokale anesthetica, vasodilatoren en andere stoffen met een remmende werking op het hart kunnen de hypotensie van clenbuterol nog versterken. Indien de cardiale bijwerkingen zeer ernstig zijn, kunnen β 1 -blokkers gebruikt worden als antidoot (BCIF, 2015). Clenbuterol is zowel geregistreerd voor voedselproducerende als niet-voedselproducerende paarden, voor vlees moet een wachttijd van 28 dagen worden aangehouden. Clenbuterol mag niet toegediend worden aan paarden waarvan de melk gebruikt wordt voor menselijke consumptie. Omdat clenbuterol ook een tocolytisch effect heeft, is het aangeraden om de behandeling te stoppen een aantal dagen voor de verwachte partusdatum. Clenbuterol kan ook interfereren met de stimulerende werking van oxytocine en prostaglandine F2α (BCFI, 2015). Clenbuterol is door de FEI (2015) geclassificeerd als een "gecontroleerd" geneesmiddel omdat clenbuterol de sportprestaties van een paard kan beïnvloeden voornamelijk als het paard lijdt aan bronchospasmen. Clenbuterol geeft verder een stimulatie van het centrale zenuwstelsel en de hartwerking. Het gebruik van ervan is dus verboden bij paarden die deelnemen aan officiële wedstrijden en wanneer clenbuterol wordt aangetoond bij wedstrijdpaarden, kan dit leiden tot ernstige sancties (Harkins et al., 2000). Hierbij is het aanbevolen om pas vanaf 20 tot 30 dagen na de laatste toediening van clenbuterol terug deel te nemen aan competities (Kearns en McKeever, 2009). Salbutamol Salbutamol is een potente kortwerkende β 2 -adrenerge receptor agonist en wordt vooral gebruikt bij de mens. Salbutamol is een humaan geneesmiddel dat in België niet geregistreerd is voor paarden. Via het cascade systeem kan salbutamol wel gebruikt worden voor de behandeling van bronchoconstrictie bij paarden maar toediening aan voedselproducerende paarden is niet toegelaten. Het is een zeer potente bronchodilatator die de pulmonaire parameters met 70% verbetert bij paarden met een episode van acute bronchoconstrictie (Wieder et al., 2014). Ten opzichte van clenbuterol is salbutamol potenter in vivo en even krachtig voor de relaxatie van tracheale spierstroken in vitro. De affiniteit van clenbuterol voor de β 2 -adrenerge receptoren is wel hoger dan die voor salbutamol maar de intrinsieke efficaciteit van clenbuterol is lager (Törneke et al., 1998). Bij paarden wordt salbutamol voornamelijk gebruikt voor de behandeling van acute bronchoconstrictie omdat bronchodilatatie reeds optreedt 5 min na de initiële aërogene toediening. Salbutamol kan als verneveling, dosis-aerosol of inhalatiepoeder toegediend worden. De aanbevolen dosis bij het paard via een inhalator is 500 tot 1000 mg per toediening met een interval van 4 tot 6 h. Omdat salbutamol 13
20 een eerder korte werkingsduur heeft (1 tot 3 h), is dit geen geschikt geneesmiddel om te gebruiken als onderhoudsmedicatie. Door de lokale toediening zijn er minimale systemische effecten en is het veilig voor gebruik bij paarden (Duvivier et al., 1999; Bertin et al., 2011). Net als bij andere β 2 -agonisten ontstaan ook bij de toediening van een therapeutische dosis van salbutamol verschillende bijwerkingen. Symptomen zoals spiertremoren, excitatie, zweten, tachycardie en beven, kunnen voorkomen in een korte periode na toediening. Wanneer salbutamol frequent wordt toegediend, kan hyperreactiviteit van de luchtwegen ontstaan. Er ontstaat een tolerantie tegenover het bronchodilatorisch effect van salbutamol en de luchtwegen worden bijna twee keer zo gevoelig aan allergenen (Bhagat et al., 1996). Bij langdurige toediening kunnen myocardhypertrofie en multifocale myocardnecrose van het linker ventrikel ontstaan (Wijnberg et al., 2011). Salbutamol is door de FEI (2015) geclassificeerd als een "gecontroleerd" geneesmiddel. Het gebruik van ervan is verboden bij paarden die deelnemen aan wedstrijden. Salmeterol Salmeterol is een potente, langwerkende β 2 -adrenerge bronchodilatator die chemisch analoog is aan salbutamol. De receptor bindingplaats is structureel gelijkaardig aan die van salbutamol maar salmeterol heeft een verlengde zijketen waardoor ook een binding kan worden aangegaan met een aparte bindingsplaats naast de β 2 -receptor. Hierdoor kan salmeterol herhaaldelijk binden aan de β 2 - receptor zonder het contact met de receptor te verliezen. Dit zorgt ervoor dat de werkingsduur van salmeterol verlengd wordt. Daarnaast heeft salmeterol een hogere vetoplosbaarheid, affiniteit, selectiviteit en farmacodynamische werking dan salbuterol. Naast de bronchodilatorische werking, worden voor salmeterol ook anti-inflammatoire effecten gemeld zoals inhibitie van leukotriënen en histamine vrijstelling uit mastcellen en een vermindering van de eosinofiele activiteit (Rush, 2002). Salmeterol veroorzaakt bronchodilatatie vanaf ongeveer 15 min na toediening. Daardoor is salmeterol minder geschikt voor de behandeling van een acute episode van bronchoconstrictie. De maximale respons op salmeterol wordt gezien na 30 tot 60 min na toediening via verneveling. Bij de aanbevolen dosis van 210 µg, aërogeen toegediend via een inhalatiepoeder of als dosis-aerosol, wordt een verbetering van de longparameters gezien met 60%. De werkingsduur van salmeterol bij paarden is gemiddeld 6 tot 8 h, deze lange werkingsduur in combinatie met de krachtige werking maakt salmeterol een geschikt geneesmiddel voor onderhoudsmedicatie op lange termijn bij paarden met lichte tot matige chronische bronchoconstrictie zoals wordt gezien bij RAO (Henrikson en Rush, 2001). Ook bij het gebruik van salmeterol kunnen er bijwerkingen ontstaat maar door hun hoge selectiviteit is de frequentie ervan lager dan bij andere β 2 -agonisten zoals clenbuterol en salbutamol. De meest voorkomende bijwerkingen zijn nervositeit, tachycardie en zweten (Rush, 2002). Salmeterol is een humaan geneesmiddel dat niet geregistreerd is voor de behandeling van paarden in België. Via het cascadesysteem kan salmeterol gebruikt worden bij niet-voedselproducerende 14
21 paarden. Het gebruik bij paarden voorafgaand aan wedstrijden wordt door het FEI (2015) beschouwd als doping omdat salmeterol bronchodilatatie veroorzaakt en het centrale zenuwstelsel en hartwerking stimuleert. Daardoor kan de toediening van salmeterol net voor de start van een wedstrijd vermoedelijk de prestaties van het paard positief beïnvloeden. Er wordt gemeld dat bij training van renpaarden, salmeterol routinematig wordt gebruikt om de ademhaling te bevorderen (Lehner et al, 2004) Anticholinerge bronchodilatoren Ipratropium bromide Ipratropium bromide is een anticholinergisch humaan geneesmiddel, het is een chemisch afgeleide van atropine. Net als atropine, is een ipratropium bromide een niet-selectieve muscarine antagonist. Het blokkeert de muscarine (M 3 ) receptor, waardoor een stijging van de intracellulaire concentratie van Ca ++ en de daaraan verbonden bronchoconstrictie voorkomen wordt. Omdat er bij gezonde paarden geen bronchoconstrictie aanwezig is, heeft ipratropium bromide dus geen effect op de ademhalingsparameters bij gezonde paarden (Duvivier et al. 1997b; Rush, 2002). In de humane geneeskunde wordt ipratropium bromide routinematig gebruikt als bronchodilatator bij bronchoconstrictie als gevolg van astma of COPD bij mensen (Duvivier et al., 1997b). Ook bij paarden met bronchoconstrictie kan ipratropium bromide gebruikt worden. Uit een studie van Duvivier et al. (1997b) blijkt dat inhalatie van ipratropium bromide bij paarden een significante daling van de totale pulmonaire weerstand en een stijging van de dynamische compliantie (een maat voor de capaciteit tot uitrekking en uitzetting van de longen) van de longen teweeg brengt bij paarden met bronchoconstrictie. De dynamische compliantie is een reflectie van de functie van de perifere luchtwegen, terwijl de pulmonaire weerstand eerder beïnvloed wordt door de grote, centrale luchtwegen. Het effect op de pulmonaire weerstand is echter veel groter, dit is te verklaren doordat het bronchodilatorisch effect van ipratropium bromide meer uitgesproken is op de grotere, meer centrale luchtwegen. Door ipratropium bromide te combineren met een β 2 -agonist, die voornamelijk inwerkt op de kleinere, perifere luchtwegen kan de behandeling nog beter worden. Verder heeft ipratropium bromide een hoestremmend effect en beschermt het de longen tegen bronchoconstrictieve stimuli. Dit geneesmiddel kan dus ook als preventieve behandeling ingezet worden (Bayly et al., 2002; Rush, 2002). Ipratropium bromide kan bij paarden worden toegediend via poederinhalatie ( µg per paard), via dosis-aerosol ( µg/500 kg) of via verneveling (2-3 µg/kg) (Duvivier et al., 1997b). Het geneesmiddel wordt slechts in zeer beperkte mate geabsorbeerd door het ademhalingsstelsel (6%) en het spijsverteringsstelsel (2%) als gevolg van zijn quaternaire ammonium structuur. Dit heeft als voordeel dat er geen systemische bijwerkingen ontstaan bij de inhalatie van de aanbevolen dosis ipratropium bromide. Na toediening ontstaat een duidelijke bronchodilatatie na min. en de bronchodilatatie houdt ongeveer 4-6 h aan (Rush, 2002). 15
22 Paarden behandeld met ipratropium bromide worden niet toegelaten tijdens competitie, dit geneesmiddel wordt gecategoriseerd onder de "gecontroleerde" geneesmiddelen (FEI, 2015) Immunostimulantia Interferon- α Interferon-α (IFN-α) is een endogeen cytokine met een antivirale, immuunmodulerende en antiproliferatieve activiteit. IFN-α verhoogt de niet-specifieke immuniteit door het verbeteren van de fagocytose activiteit van de macrofagen en de cytotoxiciteit van de natural killer cells en lymfokine geactiveerde killer cells. IFN-α vermindert het exsudaat aanwezig in het ademhalingsstelsel en vermindert het totaal aantal aanwezige cellen in de BAL zodat het profiel verandert naar een nietinflammatoir cytologisch profiel. Hierdoor vermindert het de pulmonaire inflammatie bij paarden met verminderde sportprestaties en een verhoogd aantal neutrofielen in de BAL (Moore et al., 1997; Rush, 2002). In een studie van Moore et al. (1996) werd het natuurlijke humane IFN-α gebruikt. Bij orale toediening van een lage dosis ( IU) IFN-α werd een sterke verbetering gezien van de ademhalingsparameters bij paarden met IAD. Opvallend is dat de biologische effecten van IFN-α na orale toediening hun effect niet uitoefenen door dat ze geabsorbeerd worden in de dunne darmen. IFN-α is een peptide dat na orale opname gedegradeerd door verteringsenzymen en kan dus niet gedetecteerd worden in de systemische circulatie na orale toediening. Het effect van IFN-α zou louter toe te schrijven zijn aan de lokale activatie van natuurlijke verdedigingssystemen in het orofaryngealegeassocieerde lymfeweefsel. Toediening van IFN-α heeft echter geen effect bij paarden met een luchtwegontsteking rijk aan mastcellen en eosinofiele granulocyten. Het heeft dus ook geen gunstig effect bij de behandeling van acute, ernstige virale luchtweginfecties bij paarden (Smith et al., 1999; Rush, 2002). Na lange toediening van IFN-α zou een ongevoeligheid kunnen optreden aan de behandeling doordat er anti-interferon antilichamen gevormd worden of omdat er een down-regulatie van de receptoren ontstaat. Deze productie van neutraliserende antilichamen is gelijkaardig aan het behandelingsfalen bij humane kanker. In kalveren werd ook reeds een vergelijkbare vorming van antilichamen tegen IFNα aangetoond. 16
23 Propionibacterium acnes Geïnactiveerd Propionibacterium acnes is in de humane geneeskunde een veel gebruikt immuunstimulerend geneesmiddel voor de behandeling van chronische luchtwegaandoeningen. P. acnes wordt opgenomen door macrofagen in de lever en milt wanneer het intraveneus wordt toegediend. Bij gezonde paarden ontstaat een verhoging van het aantal CD4 + lymfocyten, interferon gamma, interleukine-2 en NK-lysine na toediening. Verder heeft het ook een positief effect op de lymfokine-geactiveerde afdoding, natural killer cells en fagocyterende activiteit van macrofagen. Het totaal aantal witte bloedcellen, neutrofielen en serum fibrinogeen concentraties worden echter niet beïnvloed. Het aantal cellen gedetecteerd in de BAL is sterk gereduceerd na toediening van P. acnes, dit is voornamelijk te wijten aan een daling van het aantal lymfocyten. Dit kan duiden op een migratie van longlymfocyten naar de aangrenzende lymfoïde weefsels of op genezing van een subklinische infectie. Geïnactiveerd P. acnes werd gecommercialiseerd door Neogen Europe Ltd onder de naam EqStim maar is in België niet commercieel beschikbaar. De toediening (3 injecties met 2-3 dagen interval) gebeurt bij voorkeur intraveneus en wordt dan goed verdragen door paarden. Occasioneel worden koorts, anorexie en lethargie gezien na toediening. Hoge koorts kan voorkomen wanneer men intramusculair injecteert. De immuunstimulatie wordt gedetecteerd tot 4 à 5 dagen na toediening. P. acnes wordt eerder aangeraden voor een chronische exsudatieve luchtwegaandoening die niet reageert op conventionele anti-infectieuze therapie. Ook als profylactische therapie bij stressvolle situaties zoals spenen of langdurig transport wordt dit geneesmiddel aangeraden Toediening van inhalatiemedicatie Voor de aërogene toediening van geneesmiddelen bestaan verschillende methodes en toestellen. De toediening kan gebeuren door vloeibare geneesmiddelen te vernevelen of door inhalatie van geneesmiddelen met behulp van metered-dose inhalers (MDIs) of dry powder inhalers (DPIs). Bij alle systemen is het belangrijk dat een druppel of partikelgrootte tussen 1 en 5 µm gegenereerd wordt om een efficiënte afzetting van het geneesmiddel tot diep in de longen te bekomen (Duviver et al., 1999; Le Brun et al., 2000). De verneveling van geneesmiddelen kan gebeuren door het gebruik van 2 soorten vernevelaars. De jet vernevelaar gebruikt een compressor ( 4-6 bar) waarbij een luchtstroom wordt gecreëerd die door een kleine diameter boven de vloeistof wordt geperst, hierdoor ontstaat er een onderdruk boven de vloeistof waardoor vloeistofdruppels meegezogen worden in de luchtstroom. Er ontstaat een aerosol, een mengsel van vloeistofdruppels in een gas. In de humane geneeskunde worden jet vernevelaars vaak gebruikt omdat ze goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen zijn. Voor paarden is deze vernevelaar 17
Samenvatting SAMENVATTING
SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid
2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease
Roken is verreweg de belangrijkste risicofactor. Andere risicofactoren zijn: beroepen of hobby s met regelmatige blootstelling aan kleine deeltjes (fijnstof ) en (zelden) een familiair voorkomend enzymtekort
Nederlandse samenvatting
147 Nederlands samenvatting Wat is COPD? Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een ziekte waarbij er een blijvende vernauwing van de luchtwegen in de long optreedt, die voornamelijk veroorzaakt
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Allergisch astma Allergisch astma is een veel voorkomende ziekte waarbij mensen benauwd worden wanneer ze de stof inademen waar ze allergisch voor zijn geworden. Daarnaast
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Zie rubriek 6.1 voor de volledige lijst van hulpstoffen.
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Dilaterol 25 microgram/ml siroop voor paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam bestandsdeel: Clenbuterolhydrochloride
Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen
Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Wat is astma? Patiënten met astma hebben het regelmatig benauwd. Kenmerkend voor de ziekte is dat de benauwdheid gepaard gaat met een piepende ademhaling, hoesten
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat is astma? Astma is een aandoening die wordt gekenmerkt door vernauwing van de luchtwegen (oftewel bronchoconstrictie) na inademing van verschillende
Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden
Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een Infectieuze tracheobronchitis is de medische term die een groep van besmettelijke, respiratoire (luchtweg) aandoeningen
4.4 Speciale waarschuwing voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is Geen
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Dilaterol 25 microgram/ml siroop voor paarden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzaam bestandsdeel: Clenbuterolhydrochloride
Samenvatting. Nederlandse samenvatting
Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,
Paarden- en mensen-astma: meer overeenkomsten dan verschillen. Cornélie M. Westermann 13 September 2018
Paarden- en mensen-astma: meer overeenkomsten dan verschillen Cornélie M. Westermann 13 September 2018 Introductie Wie ben ik? Inhoud Introductie algemeen Introductie paardenastma Overeenkomsten en verschillen
BIJSLUITER. Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens
BIJSLUITER Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK
NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende
Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek
Chapter 11 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Kanker is na hart en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 70.000 mensen kanker vastgesteld
Chapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen
Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Respiratoir syncytieel virus Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veroorzaker van luchtweginfectiesvan de mens. Het komt bij de mens met name in het winterseizoen voor.
Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens
Longziekten en respiratoire revalidatie Prof Dr W. Janssens Definitie Respiratoire revalidatie is gericht op patienten met chronische longaandoeningen met klachten en gereduceerde activiteiten van het
Nederlandse Samenvatting
9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,
BIJSLUITER 3. GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) EN OVERIGE BESTANDDD(E)L(EN)
Planipart BIJSLUITER 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het
Immuunreactie tegen virussen
Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en
Central role of Rho-kinase in the pathophysiology of allergic asthma
Central role of Rho-kinase in the pathophysiology of allergic asthma Proefschrift Dedmer Schaafsma, promotiedatum 2 februari 2007 Uitgebreide samenvatting Allergisch astma is een chronisch inflammatoire
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45885 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kersten, K. Title: Pulling the strings on anti-cancer immunity Issue Date: 2017-02-07
BIJLAGE I. Blz. 1 van 5
BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET DIERGENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEG(EN), HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Blz. 1 van 5 Lidstaat
Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Introductie Chronisch obstructief longlijden (COPD) en astma zijn veel voorkomende longziekten, waarvan de incidentie de afgelopen decennia sterk is toegenomen. Het is voorspeld
Nederlandse Samenva ing
Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de meest voorkomende vormen van chronische ontstekingen van het maag-darm-kanaal. In het engels wordt deze groep
bij patiënten met een ernstige, actieve vorm van de ziekte die nog niet eerder met methotrexaat zijn behandeld;
EMA/502328/2014 EMEA/H/C/000955 EPAR-samenvatting voor het publiek tocilizumab Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over de aanpak
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Per 500 ml: 95,0 g calciumgluconaat 22,5 g calciumgluceptaat
Casusschetsen astma/copd
Casusschetsen astma/copd 7 augustus 2000 Casusschets 1 Mevr. N, is een 26 jarige adipeuze Surinaamse vrouw die sinds 1994 in Nederland woonachtig is. Sinds haar komst naar Nederland heeft zij in wisselende
Nederlandse samenvatting Hexachloorbenzeen
Hexachloorbenzeen Hexachloorbenzeen (HCB; C 6 Cl 6 ) is een organochloorverbinding (Figuur 1) die in het verleden werd gebruikt als bestrijdingsmiddel tegen schimmels. Mede door de schadelijke effecten
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Chapter 8 Niertransplantatie is de optimale therapie voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Niertransplantatie kan echter leiden tot zowel acute als chronische complicaties
Familiaire Mediterrane Koorts
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld
Geneesmiddelentherapie
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Geneesmiddelentherapie Versie 2016 13. Biologische geneesmiddelen Er zijn de laatste jaren nieuwe perspectieven geïntroduceerd met stoffen biologische
Samenvatting proefschrift Dirk-Jan Slebos
Samenvatting proefschrift Dirk-Jan Slebos Pathophysiology and airway inflammation in Bronchiolitis Obliterans after lung transplantation Promotie 12 november 2003 Rijksuniversiteit Groningen Promotor:
Wat is COPD? 1 van
Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.
BIJSLUITER. EQUIOXX 8.2 mg/g orale pasta voor paarden
BIJSLUITER EQUIOXX 8.2 mg/g orale pasta voor paarden 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE Houder van de vergunning
HERZIENE AANBEVELINGEN VAN GINA VOOR ASTMA, EN VAN GOLD VOOR COPD
HERZIENE AANBEVELINGEN VAN GINA VOOR ASTMA, EN VAN GOLD VOOR COPD In november 2006 verschenen de herziene aanbevelingen van GINA (Global Initiative for Asthma) voor astma, en van GOLD (Global Initiative
Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis
Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23854 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Marel, Sander van der Title: Gene and cell therapy based treatment strategies
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
Aanbevelingen Neem de volledige medische voorgeschiedenis van de patiënt in overweging, inclusief enig eerder of gelijktijdig gebruikte biological BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Er is geen ervaring
Samenvatting. Chapter 8
Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het
Sublinguale immunotherapie. Handboek voor de patiënt
Sublinguale immunotherapie Handboek voor de patiënt Inleiding De behandeling van allergische ademhalingsziekten (rinitis, astma) is gebaseerd op de controle van de omgeving, het vermijden van allergenen,
Hoofdstuk 8. Samenvatting en conclusies
Hoofdstuk 8 Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Al vele decennia vormen opioïden de gouden standaard in behandeling van acute en chronische pijn, ondanks de grote hoeveelheid bijwerkingen
Opname en ontslag bij COPD
Opname en ontslag bij COPD Inleiding U bent opgenomen op de afdeling Longziekten met COPD-gerelateerde klachten. In deze brochure krijgt u informatie over de aandoening maar ook over de behandeling tijdens
Chapter 7. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 118 Lipopolysaccharide (LPS), ook wel endotoxine genaamd, is een antigeen die een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling en/of verergering van verschillende
Nederlandse samenvatting
Inleiding Reuma is een verzamelnaam voor een groot aantal ernstige aandoeningen van het bewegingsapparaat, waarbij gewrichtsklachten een belangrijke rol spelen. Reumatoïde artritis (RA) is een vorm van
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 131 Astma, chronische bronchitis en longemfyseem (de laatste twee worden samen ook wel COPD genoemd) zijn longaandoeningen die veelvuldig voorkomen. De aandoeningen worden gekarakteriseerd
Samenvatting 149. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting 149 Samenvatting Constitutioneel eczeem is een chronische ontstekingsziekte van de huid gekenmerkt door rode, schilferende en bovenal jeukende huidafwijkingen. Onder de microscoop
01 - Informatie over de behandeling van allergieën
01 - Informatie over de behandeling van allergieën Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke
ederlandse samenvatting
ederlandse samenvatting In hoofdstuk 1 wordt algemene achtergrond informatie gegeven over de diagnose, histologie, pathogenese en behandeling van constitutioneel eczeem (CE). CE is een veel voorkomende
Rhinovirussen bij astma Een experimentele benadering
Rhinovirussen bij astma Een experimentele benadering Samenvatting Op 31 oktober 2000 promoveerde Katrien Grünberg op het proefschrift getiteld: Rhinoviruses in asthma. An experimental approach. Het onderzoek
Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Introductie tot atherosclerose Cardiovasculaire aandoeningen zijn nog steeds de meest voorkomende als alle vormen van cardiovasculaire aandoeningen konden worden verholpen bekendste
Chapter IX. Samenvatting
Chapter IX Samenvatting Chapter 9 Inleiding Multiple Organ Dysfunction Syndrome (MODS) is een ernstige complicatie bij zwaar gewonde patiënten. MODS gaat gepaard met een hoog sterftecijfer (40 tot 60 %)
BIJSLUITER Dolorex 10 mg/ml, oplossing voor injectie voor paard, hond en kat
BIJSLUITER Dolorex 10 mg/ml, oplossing voor injectie voor paard, hond en kat 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,
SAMEN ME VAT A T T I T N I G
SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een
Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?
Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld
Blootstellingsrisico's in de gft-verwerking. Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012
Blootstellingsrisico's in de gft-verwerking Hester Dekker, ECTS Arbo Unie; NVvA symposium 29 maart 2012 Project Opdrachtgever: Afdeling Bioconversie Vereniging Afvalbedrijven Uitvoering: Expertise Centrum
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL, 100 mg/ml / 0,05 mg/ml,oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzame bestanddelen:
De longverpleegkundige
De longverpleegkundige De longverpleegkundige Van uw longarts heeft u de eerste informatie gekregen over uw aandoening en de klachten die daarmee gepaard gaan. Vervolgens heeft de longarts u verwezen naar
Met welke geneesmiddelen is het onderzoek uitgevoerd?
Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met idiopathische pulmonale fibrose, een zeldzaam type longaandoening. De samenvatting is geschreven voor de doorsneelezer en is opgesteld
BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?
BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Raadpleeg uw arts of apotheker als u aanvullende vragen heeft. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft
Bij een metabole acidose is er een daling van de ph en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen.
ZUUR BASE EVENWICHT Afwijkingen in het zuur base evenwicht worden onderverdeeld in respiratoire en metabole acidose, respiratoire en metabole alkalose en gemengde aandoeningen. 1.1 Respiratoire acidose
Nederlandse samenvatting en discussie
9. Nederlandse samenvatting en discussie Chapter 9 In dit proefschrift is het onderzoek beschreven naar de hartfunctie tijdens sepsis en de invloed van beademing op het hart als de werking van het hart
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf
Sterkte Diersoorten Frequentie van toediening en toedieningsweg
Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het diergeneesmiddel, diersoorten, toedieningsweg(en), houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1/7 Lidstaat Aanvrager
03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie
03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke
Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker
Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond
Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
Familiaire Mediterrane Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:
NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts
Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter
Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering
Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar
Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar 2 Inleiding Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira).
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzame bestanddelen: Butafosfan 100 mg Cyanocobalamine (vitamine
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om
Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS
Astma: de laatste ontwikkelingen S.R.J. VAN OORD LONGARTS - LANGELAND ZIEKENHUIS Longen Longen Longen Wat doen longen precies? Zuurstof opnemen Koolstofdioxide afscheiden Longblaasjes Astma: de laatste
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde kokosnootolie q.s. ad 1 ml.
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL CLAMOXYL L.A. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Amoxicilline trihydrate (= Amoxicilline 150 mg) Alum. Stearaat gefractioneerde
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2012-2013 EQUINE MULTINODULAIRE PULMONAIRE FIBROSE. door.
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2012-2013 EQUINE MULTINODULAIRE PULMONAIRE FIBROSE door Nikki PIJNENBURG Promotor: Dierenarts K. Verryken Co-promotor: Prof. dr. P. Deprez Casus
INFORMATIEBLAD. Beste patiënt(e),
INFORMATIEBLAD Studie waar het nut van 6 chemotherapie kuren met CHOP en Rituximab gevolgd door een radiochemotherapie aan myeloablatieve dosis met toediening van autologe perifere stamcellen, vergeleken
Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa)
Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa) Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van prednison/ prednisolon. In
BIJSLUITER. MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten
BIJSLUITER MELOXIDYL 0,5 mg/ml suspensie voor oraal gebruik voor katten 1. NAAM EN HET ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN VAN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR DE VRIJGIFTE,
Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
ETIKETTERING ZAK. Chloromed 150 mg/g oraal poeder voor kalveren.
ETIKETTERING ZAK Chloromed 150 mg/g oraal poeder voor kalveren 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND
LOMUDAL 20 mg, verneveloplossing (Natrium cromoglicaat)
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT LOMUDAL 20 mg, verneveloplossing (Natrium cromoglicaat) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Finadyne Paarden 5 g pasta voor orale toediening 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat per 1 g pasta:
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Kelaprofen 100 mg/ml, oplossing voor injectie voor runderen, paarden en varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml Werkzaam bestanddeel: Ketoprofen 100
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. LOMUDAL 20 mg, verneveloplossing
LOMUDAL BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT LOMUDAL 20 mg, verneveloplossing (Natrium cromoglicaat) Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie
Behandeling met Entyvio (vedolizumab)
Praat met uw arts als u graag meer informatie wilt over de behandeling met. Behandeling met (vedolizumab) Meer informatie Deze brochure is een aanvulling op de bijsluiter. We hopen dat de meeste vragen
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Prestatievermindering
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 Prestatievermindering Door Petty MESKES Promotoren: Dierenarts Laurence Lefѐre Dierenarts Dominique De Clercq Klinische casus in het kader
June 2012 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS DAFALGAN Baby 80 mg zetpillen DAFALGAN Kleine Kinderen 150 mg zetpillen DAFALGAN Grote Kinderen 300 mg zetpillen Paracetamol Lees goed de hele bijsluiter want
Notice version NL Borgal 24% B. BIJSLUITER
B. BIJSLUITER 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Houder van de vergunning voor het in de
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Dicural 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke milliliter van de oplossing bevat: 2.1 Werkzame stof Difloxacine
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar
BECLOMETASON Cyclocaps inhalatiepoeder
Deel IB 1: Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Beclometason 100 Cyclocaps. Beclometason 200 Cyclocaps Beclometason 400 Cyclocaps 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving:
Aanhangsel IB NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lomudal, dosis-aërosol KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving: FARMACEUTISCHE VORM Lomudal
Immunologie. Afweer. Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving
Immunologie Afweer 1 Wij leven als levende organismen in evenwicht met onze omgeving Verstoring van het evenwicht tussen organisme en omgeving kan ertoe leiden dat ons lichaam door indringers uit de omgeving
Prednis(ol)on. Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
Prednis(ol)on Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Prednis(ol)on. In deze folder krijgt u informatie over de