De interactie tussen politie en jeugd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De interactie tussen politie en jeugd"

Transcriptie

1 De interactie tussen politie en jeugd Een onderzoek naar de agenten van het korps Zaanstreek Waterland Masterscriptie Forensische Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen Universiteit van Amsterdam Nicky Amiabel ( ) Begeleiding: Drs. M. Reitsma Tweede beoordelaar: Prof. Dr. G.J.J.M. Stams Amsterdam, Augustus 2010

2 Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie van de opleiding Forensische Orthopedagogiek. Het is een verslag van mijn onderzoek naar de interactie tussen de politie en jeugd. Gedurende dit onderzoek heb ik stage gelopen bij de politie Zaanstreek-Waterland. Dit is een heel plezierige en leerzame stage geweest. Ik heb de mogelijkheid gehad om de politieorganisatie leren kennen en dit is mij erg goed bevallen. Ik wil dan ook alle agenten bedanken die hebben meegewerkt aan het onderzoek en die mij met veel enthousiasme kennis hebben laten maken met het politiewerk. De persoonlijke en interessante interviews, maar vooral ook de diensten in de auto, die naast zeer interessant ook erg gezellig waren! Mijn dank gaat ook uit naar de afdeling jeugdzaken, waar mijn bureautje stond. Zij hebben mij laten zien dat politiewerk veel meer inhoudt dan boeven vangen. Ze doen alles wat ze kunnen om jeugd zo goed mogelijk te helpen na een delict, maar doen ook veel preventieve werkzaamheden om jongeren uit de criminaliteit te houden. De overtuiging en betrokkenheid waarmee zij het werk verrichten heeft veel indruk gemaakt. Ook aan hen veel dank voor de steun, ervaringen, kennis en gezelligheid. In het bijzonder wil ik Robert Buis bedanken, die hard zijn best deed om al mijn vragen te kunnen beantwoorden en hier bijna altijd in slaagde. En Christel Suzenaar die mij zoveel vertrouwen en ruimte gaf. Graag wil ik ook Maartje Reitsma bedanken die mij met deze scriptie geleerd heeft hoe een echt onderzoek er uit ziet en dat ik dat best kan. Tenslotte bedank ik mijn familie, mijn vriend Eric en mijn vrienden, voor het tonen van interesse in het proces, de steun en het aanhoren van mijn geklaag. Zonder jullie was ik nooit tot deze scriptie gekomen! Nicky Amiabel Augustus

3 Samenvatting De interactie tussen politie en jeugd; een onderzoek naar de agenten van Zaanstreek-Waterland Het korps Zaanstreek-Waterland streeft naar professionalisering van de interactie tussen agenten en jeugd. Dit onderzoek richt zich op de interactie, de moeilijke aspecten hiervan en mogelijke ondersteuning op dit gebied. Literatuuronderzoek, interviews, observaties en een pilot workshop laten zien dat de interactie met jeugd uit vele aspecten bestaat en dat elke interactie uniek is. De agenten van Zaanstreek-Waterland hebben een meer proactieve werkwijze en zien hun eigen aandeel in het contact. De meeste moeite in de interactie wordt ervaren wanneer de jongere a) onder invloed is van drank en/of drugs b) zich brutaal gedraagt of c) weigert te communiceren. De agenten kunnen het beste ondersteund worden door een training, maar ook op beleidsniveau dient men een en ander aan te passen.. 3

4 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Theoretisch kader Repressief en proactief optreden Interactie tussen politie en jeugd 7 3. Methoden Literatuuronderzoek Interviews Observaties Pilot Workshops Resultaten Het doel van de interactie Aspecten van de interactie Moeilijke aspecten van de interactie Ondersteunen van agenten in de interactie Discussie Beperkingen Literatuurlijst Engelse samenvatting 35 4

5 1. Inleiding Overlast door groepen jeugd is naar verhouding de meest gesignaleerde vorm van overlast in de woonbuurt. Uit politiecijfers blijkt dat het aantal overlastmeldingen met betrekking tot jeugd in bijna heel Nederland is toegenomen in de afgelopen vijf jaar (CBS, 2010). Ook in de regio Zaanstreek-Waterland krijgt de politie meer overlastmeldingen en ook de burgers in deze regio blijken meer jeugdoverlast te ervaren (CBS, 2010). De politie Zaanstreek-Waterland heeft daarom geïnvesteerd in een specifieke aanpak voor dit probleem; de aanpak overlastgevende jeugd. Een integrale aanpak, waarbij de gemeente zich vooral inzet tegen de overschrijding van de sociale normen, zoals rommel op straat en geluidsoverlast. De politie wordt hierbij ingezet om overschrijdingen van wettelijke normen aan te pakken. Het contact met jeugd is hier een belangrijk onderdeel van en daarom moet er aandacht besteed worden aan dit aspect (Buis & Suzenaar, 2009). Naast de aanpak overlastgevende jeugd is het contact met jeugd een essentieel onderdeel van het dagelijkse politiewerk. Elke agent komt in contact met jeugd. Bij hulpverlening, noodhulp, handhaving, opsporing en intake en service (Van Amersfoort & Van Heerwaarden, 2004). De korpsleiding van Zaanstreek-Waterland signaleert dat de interactie met jeugd op straat niet altijd even goed verloopt en dat er behoefte is aan ondersteuning op dit gebied. Sommige agenten hebben moeite met het contact met jeugd. Dit zorgt voor een moeizame interactie wat een negatieve uitwerking kan hebben op de aanpak overlastgevende jeugd (Korpsleiding Zaanstreek-Waterland, 2010). Bij andere korpsen wordt ook al gewerkt aan de verbetering van het contact met jeugd op straat. De politie Flevoland heeft een dvd ontwikkeld waarbij onder andere de interactie met jeugd wordt belicht aan de hand van gesprekken met jongeren en agenten (Politie Flevoland, 2010). De regio Rotterdam-Rijnmond heeft, zoals een aantal andere korpsen, een bejegeningsprofiel ontwikkeld waarin enkele richtlijnen worden gegeven voor het contact met jeugd (Politie Rotterdam-Rijnmond, 2010). Het korps Zaanstreek-Waterland wil onderzoeken op welke manier zij haar agenten het beste kan ondersteunen. Het korps Zaanstreek-Waterland is een relatief klein korps met 850 medewerkers. Het werkgebied is verdeeld in vier units; Purmerend, Waterlanden, Zaanstreek-Noord en Zaanstreek-Zuid. Binnen deze units zijn de wijkteams verantwoordelijk voor de dagelijkse werkzaamheden. Daarbij worden zij ondersteund door de gespecialiseerde afdelingen zoals 5

6 forensische opsporing, zedenzaken, vreemdelingenzaken en jeugdzaken (Korpsbeschrijving Zaanstreek-Waterland, 2006). De agenten die het meeste in contact komen met jeugd zijn de wijkagenten en de agenten uit de noodhulp. Wijkagenten zijn in een bepaald gebied verantwoordelijk voor alle zaken die de politie aangaan. Zij verzamelen informatie en analyseren deze. Noodhulp is een dienst waarbij men fysiek reageert op incidenten al dan niet na een melding. Deze diensten worden doorgaans uitgevoerd met fiets of auto, maar tijdens de horecadiensten ook te voet (Blok, 2003). De doelstelling van dit onderzoek is de verdere professionalisering van de agenten in de bejegening van jeugd op straat. Het is noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in de interactie tussen politie en jeugd en te bekijken wat er precies voor zorgt dat het contact soms moeizaam verloopt. Daarnaast is het belangrijk om na te gaan op welke manier agenten het beste kunnen worden ondersteund om de interactie met jeugd te verbeteren. De onderzoeksvraag is dan als volgt: Met welke aspecten van de interactie met jeugd hebben agenten van Zaanstreek-Waterland de meeste moeite? En op welke manier kunnen zij ondersteund worden zodat het contact met jeugd wordt verbeterd? Er wordt getracht een antwoord te vinden op deze vraag door middel van literatuuronderzoek, interviews met agenten en observaties van interacties tussen agenten en jeugd. De onderzoeksvraag is opgedeeld in vier deelvragen. Allereerst wordt een beeld gevormd van de interactie met jeugd bij de agenten van Zaanstreek-Waterland. Dit wordt gedaan aan de hand van de eerste twee deelvragen: - Wat is het doel van de interactie tussen agenten en jeugd? - Uit welke aspecten bestaat de interactie tussen agenten en jeugd? Vervolgens geven de laatste twee deelvragen specifiek antwoord op de onderzoeksvraag: - Met welke aspecten van de interactie hebben de agenten de meeste moeite? - Op welke manier kunnen agenten het beste ondersteund worden zodat de interactie met jeugd wordt verbeterd? In het theoretisch kader zal worden ingegaan over het contact tussen politie en jeugd en uit welke aspecten deze interactie bestaat. Vervolgens zullen de onderzoeksmethoden worden besproken en de resultaten per deelvraag. Tenslotte volgt de discussie en worden de beperkingen van het onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek benoemd. 6

7 2. Theoretisch Kader 2.1 Repressief en proactief optreden Politiecontact kan grofweg verdeeld worden in repressief en proactief contact (Van Amersfoort & Van Heerwaarden, 2004; Van der Valk, 2007; Mulderije, 2008). Van repressief contact is sprake wanneer de politie daadwerkelijk moet optreden, bijvoorbeeld wanneer er een melding is van diefstal of een vechtpartij, maar ook bij een verkeersovertreding. Het doel van de interactie is op dat moment probleembehandeling (Van der Valk, 2007; Mulderije, 2008). Hoewel repressief optreden de meest voorkomende vorm van contact is, treedt de politie ook proactief op. Dit is een probleemgerichte aanpak die zich voornamelijk richt op het voorkomen van crimineel gedrag. Het doel van een proactieve interactie is meestal het verzamelen van informatie, maar ook het verlenen van hulp valt in deze categorie (Mulderije, 2008). De repressieve contacten hebben meestal betrekking op individuele jongeren. Proactief contact heeft de overhand wanneer het gaat om groepen jeugd. Opvallend is het feit dat het merendeel van de contacten tussen politie en jeugd zich richt op jongens (ongeveer 75%). Er is geen verschil tussen allochtone en autochtone jongeren in dit opzicht (Stol & Vink, 2007). 2.2 Interactie tussen politie en jeugd Interactie is het gedrag van jongeren en politie, in direct contact, waarbij zij op elkaar reageren. Hoe dit contact verloopt is afhankelijk van verschillende aspecten van de interactie. Het gedrag van zowel jongeren als politie wordt bepaald door de individuele kenmerken en groepskenmerken van beide partijen (Kop & Euwema, 2007). Deze aspecten worden duidelijk weergegeven in het JIP-model, jongeren in interactie met politie. Figuur 1. Het JIP-model 7

8 Individuele kenmerken jongeren Het gedrag van de jongeren wordt beïnvloed door de individuele kenmerken die zij bezitten. Dit betreft leeftijd, sekse en etniciteit, maar ook temperament, culturele achtergrond en beschikbare sociale vaardigheden. Sociaal-economische status, schoolprestaties, gebruik van middelen en cognitieve vermogens spelen eveneens een rol (Kop & Euwema, 2007). De meeste jeugd waar de politie mee in aanraking komt bevindt zich in een levensfase waarin zij volop in ontwikkeling is. Een goed contact met jongeren vereist enige kennis van deze specifieke leeftijdsfase (Crone, 2008). De hersenen ontwikkelen zich en dit zorgt voor de typische gedragingen van jongeren, zoals het nemen van extreme risico s en de neiging tot experimenteren (Crone, 2008). Verder zijn adolescenten onzeker, relativistisch en denken niet altijd na over de gevolgen van hun handelen. In principe zou men kunnen stellen dat jongeren een verminderde verantwoordelijkheid hebben (Weijers, 2007). De individuele kenmerken van jongeren zijn tijdens het opgroeien volop in ontwikkeling en dit heeft zijn weerslag op hun gedrag en dus ook op de interactie met de politie. Een belangrijk aspect in het contact tussen politie en jeugd om rekening mee te houden. Groepskenmerken jongeren Agenten komen vaak in contact met groepen jongeren, vandaar dat deze kenmerken ook belangrijk zijn om rekening mee te houden (Van der Valk, 2007). Adolescenten zijn geneigd groepen te vormen en criminaliteit tijdens deze periode wordt dan ook vaak in groepsverband gepleegd. Groepsleden jutten elkaar op, men kan zich verschuilen achter de anonimiteit van de groep en er lijkt minder individuele verantwoordelijkheid te zijn (Vente & Michon, 1998). In een groep is ruimte voor het verwerven van status en respect en er kan worden geconformeerd aan groepsnormen (Van der Valk, 2007). Jeugdgroepen vormen een maatschappelijk probleem. Zij zijn met hun hinderlijke, overlastgevende en soms zelfs criminele gedrag de burger tot last. Maar ook voor de jongere zelf brengt het behoren tot een groep risico s met zich mee. Vaak is het overlastgevende gedrag namelijk ook signaalgedrag, een teken van achterliggende problematiek (Beke, van Wijk & Ferwerda, 2006). Belangrijk om bij stil te staan is het verschil tussen jongeren die behoren tot de straatcultuur en jongeren die behoren tot de burgercultuur. De straatcultuur wordt aangehangen door jongeren van verschillende etnische groepen en verschillende leeftijden (tot de leeftijd van 35 jaar). Wat zij gemeen hebben is een antigezag houding, ze leven volgens 8

9 de wetten van de straat en ze zetten zich af tegen de burgercultuur, de hoofdstroom van de maatschappij (Van Strijen, 2009). Respect en imago spelen een centrale rol in de straatcultuur. Verder is er sprake van een sterk wij-gevoel, hiërarchie en een sterke loyaliteit aan de eigen groep (Kop & Euwema, 2007). De straatcultuur schept ruimte voor excessief gedrag, zoals criminaliteit en geweld (Van Strijen, 2009). De politie bevindt zich in de burgercultuur en heeft daarnaast haar eigen politiecultuur. Zij botst met de straatcultuur omdat zij zich richt op de algemeen geldende normen en omdat zij gezag uitdraagt. Dit zorgt voor een grote kloof tussen de agent en de jongere uit de straatcultuur en veroorzaakt moeilijkheden in het contact (Van der Valk, 2007). Individuele kenmerken agent Persoonlijke achtergrond, zoals sekse, leeftijd, etniciteit, maar ook temperament, culturele achtergrond en beschikbare sociale vaardigheden beïnvloeden niet alleen het handelen van de jongere maar ook dat van de agent. Naast deze statische kenmerken spelen ook aspecten zoals stemming, vermoeidheid, stress en eerdere ervaringen met jeugd een rol in de interactie (Kop & Euwema, 2007). Affiniteit hebben met jeugd blijkt in het werk en het contact met jongeren een positieve factor (Beke, van Wijk & Ferwerda, 2006). Groepskenmerken agent De politie heeft een groepscultuur en dit heeft invloed op de interactie met jeugd (Kop & Euwema, 2007). Agenten oefenen fysieke controle uit over een territorium en handhaven de orde. De politiecultuur is masculien en stoer en de onderlinge loyaliteit en solidariteit is groot. Agenten werken altijd in koppels en collega s zullen te allen tijde gesteund worden. Daarnaast moeten zij handelen naar het beleid wat is vastgesteld, wat betekent dat zij soms dingen moeten doen waar zij zelf niet achter staan (Kop & Euwema, 2007). De politiecultuur heeft een bepaalde wijze waarop zij naar jongeren kijkt. Vooral vervelende ervaringen met jongeren worden besproken, waardoor een negatieve beeldvorming ontstaat (Kop & Euwema, 2007). Een laatste aspect is het verschil tussen agenten die in de noodhulp werken en wijkagenten. De agenten in de noodhulp reageren bijna altijd op meldingen en hebben als doel ordehandhaving en probleembehandeling. De wijkagent heeft tijd voor langer en intensiever contact, maakt vaker een vrijblijvend praatje en richt zich dus meer op informatieverzameling (van der Torre, 1999). 9

10 3. Methoden In dit onderzoek is gekozen voor het gebruik van verschillende onderzoeksmethoden; literatuuronderzoek, interviews, observaties en een pilot workshop. Op deze manier zijn zowel de theorie, de meningen en ervaringen van agenten en het gedrag in de praktijk betrokken bij het onderzoek. De combinatie van de methoden zorgt ervoor dat er verschillende invalshoeken worden belicht en het gebruik van observaties controleert voor eventuele sociale wenselijkheid. Niet elke methode is geschikt om alle deelvragen beantwoorden. De diverse methoden tezamen kunnen echter wel een antwoord geven op de verschillende deelvragen en daarmee de onderzoeksvraag. Elke methode is uitgewerkt in een apart deelonderzoek; deze zijn in bezit van de onderzoeker en beschikbaar voor inzage. 3.1 Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek is op uitgebreide wijze uitgevoerd, waarbij gelet is op recentelijkheid, kwaliteit van de literatuur en goede aansluiting op het onderzoek. Er zijn zowel boeken als artikelen, van nationale en internationale herkomst, gebruikt. Dit is aangevuld met beleidsstukken van de politie. 3.2 Interviews De interviews zijn gekozen als onderzoeksmethode om de specifieke kennis en ervaring van de agenten in Zaanstreek-Waterland mee te nemen in het onderzoek. Het interview richtte zich op de (moeilijke) aspecten van de interactie. Daarnaast werd bekeken op welke manier agenten het beste kunnen worden ondersteund. Respondenten Na selectie door leidinggevenden, gebaseerd op de mate van contact met jeugd, zijn 25 agenten per benaderd met de vraag of zij mee wilden werken aan een interview. De leidinggevenden is verzocht, zowel agenten die affiniteit hebben met jeugd als agenten die dit iets minder hebben, te selecteren. Uiteindelijk is het met 15 agenten gekomen tot een afspraak. Van de 15 respondenten (N=15) was er slechts 1 vrouwelijke respondent. De overige respondentgegevens zijn te vinden in Figuur 2. 10

11 Gem. leeftijd Regio Rang Gem aantal dienstjaren Hoe vaak contact jeugd 38 jaar (24-56) Purmerend 50% Agent 40% 15,5 jaar (4-34,5) Elke dag/dienst 50% Zaandam 20% Wijkagent 20% Vooral weekend/avond 30% Waterland 20% Brigadier 13% Meerdere malen per week 20% Wormerland 10% Hoofdagent 13% Inspecteur 7% Surveillant 7% Figuur 2. Respondentgegevens Operationalisatie Er is een semigestructureerd interview afgenomen. Dit interview is samengesteld aan de hand van literatuur en met hulp van de gedragsdeskundige in het korps. De vragen van het interview richtten zich op de bejegening van jeugd door de respondent en hoe hij denkt over eventuele ondersteuning. Het interview is, in verkennend onderzoek, uitgeprobeerd op twee personen. Vervolgens is het aangepast tot zijn uiteindelijke vorm. De interviews duurden gemiddeld een uur en werden afgenomen op het bureau van de agent. De agenten werden vooraf geïnformeerd over het doel en de inhoud van het onderzoek en na afloop is hen de gelegenheid gegeven om het interview in te zien. 3.3 Observaties Het literatuuronderzoek en de interviews lieten vooral zien hoe de agenten denken over de bejegening van jeugd, maar observaties kunnen laten zien hoe het er in de praktijk daadwerkelijk aan toe gaat. Respondenten Na afloop van het interview werd de agenten gevraagd of zij akkoord gingen met een observaties tijdens een dienst. Door de benodigde tijd voor het organiseren hiervan en het slechte weer, is het slechts met zes agenten tot een afspraak gekomen. Er zijn vijf koppels geobserveerd en één agent alleen. Alle agenten waren mannen. In totaal hebben er achttien interacties met jeugdigen plaatsgevonden (N=18). Observaties De observaties vonden plaats gedurende zes noodhulpdiensten; twee middagdiensten (van uur), twee avonddiensten (14 23 uur) en twee horecadiensten (zaterdag van 23 7 uur). De middag- en avonddiensten werden per auto uitgevoerd, de horecadiensten te voet. De diensten waren verdeeld over Zaandam en Purmerend. Er werd bij het inplannen van de 11

12 observaties rekening gehouden met het weer, de tijd en eventuele evenementen zodat de kans om jeugd te treffen groot was. Operationalisatie Er is gestructureerd geobserveerd aan de hand van een observatieschema door één observator. Dit schema is gebaseerd op het observatieschema wat wordt gebruikt in het onderzoek van Kop en Euwema (2007). De observator bleef tijdens de interacties op afstand en verstoorde de situatie zo min mogelijk, om de invloed van de observator zo klein mogelijk te houden. 3.4 Pilot workshop bikers Er is ook een pilot gehouden met een workshop bejegening jeugd voor bikeragenten in de regio Zaanstreek-Waterland. Respondenten De trainingen werden gevolgd door de volledige groep bikeragenten binnen het korps Zaanstreek-Waterland. Zij komen vaak in contact met jeugd, doordat zij een deel van hun diensten per fiets uitvoeren. De 51 agenten (N=51) werden verdeeld in vijf groepen. Operationalisatie De vijf bijeenkomsten vonden plaats in een periode van zes weken en maakten deel uit van een beroepstrainingdag. Qua inhoud was de workshop gebaseerd op het eerder genoemde JiP model. De training had als doel het vergroten van kennis op het gebied van de interactie met jeugd, maar ook het verkrijgen van meer inzicht hierin door het uitwisselen van ervaringen en het discussiëren met collega s. De workshop werd geleid door een gespreksleider; de gedragsdeskundige van de afdeling jeugdzaken. Tijdens de workshops werden de bikers geobserveerd, daarbij werden opmerkingen en meningen van agenten met betrekking tot de te beantwoorden deelvragen genoteerd. Evenals het aantal agenten dat de opmerking noemde of het ermee eens was. De inhoud van de workshops was telkens hetzelfde, maar de vorm van de training varieerde. Het vergt een goed ingerichte workshop om agenten ook daadwerkelijk wat te kunnen leren, zo blijkt uit ervaringen van de gedragsdeskundige en de IBT-docent. Door te variëren in vorm kon een geschikte manier voor de uiteindelijke training worden vastgesteld. Na afloop werd er een evaluatie gehouden met betrekking tot de training zelf. 12

13 4. Resultaten 4.1 Het doel van de interactie Literatuur Wanneer gekeken wordt naar het soort contact dat er is tussen agenten en jeugd, blijkt dat meer dan de helft (± 60%) van deze contacten te maken heeft met probleembehandeling ofwel repressief optreden. Verder bestaat het doel van het contact met jeugd vooral uit hulpverlenen en netwerken; proactieve werkzaamheden. In tweederde van de gevallen neemt de politie het initiatief in het contact met jeugd (Stol & Vink, 2007; Kop & Euwema, 2007). De houding van de jongeren verandert met het doel van de interactie. Diverse onderzoeken constateren dat jongeren vooral tevreden zijn met het contact wanneer het netwerken betreft; dit zorgt voor een grotere bereidheid tot informatie-uitwisseling. Jongeren zijn minder tevreden wanneer het gaat om ordehandhaving. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de agent, tijdens deze werkzaamheden, vaak minder sociale vaardigheden gebruikt en afstandelijker is. Ordehandhaving heeft daarnaast vaak ongunstige gevolgen voor de jongere; een duidelijke verklaring voor de lagere tevredenheid (Stol & Vink, 2007; Kop & Euwema, 2007; Van Amersfoort & Van Heerwaarden, 2004). Belangrijk gegeven is, dat wanneer geïnvesteerd wordt in het netwerken, de ordehandhaving meestal makkelijker en naar grotere tevredenheid van beide partijen verloopt (Stol & Vink, 2007; Van Amersfoort & van Heerwaarden, 2004). In het beleid van de politie Zaanstreek-Waterland wordt het doel van de interactie met jeugd duidelijk benoemd. De nadruk ligt hierbij op de aanpak overlastgevende jeugd (Van Amersfoort & Van Heerwaarden, 2004). Deze taak kan alleen goed uitgevoerd worden wanneer er actieve kennis is van de buurt, de jeugd in de buurt en de problemen die daarmee gepaard gaan, waarbij informatieverzameling het belangrijkste doel is (Weijers, 2007). In de handhaving, het repressieve deel van de aanpak, moet men eveneens in contact treden met jongeren om de overschrijding van wettelijke normen aan te pakken. Hierbij heeft de interactie wel een ander doel, namelijk probleembehandeling (Van Amersfoort & Van Heerwaarden, 2004). Kortom, er zijn meerdere doelen zijn in de interactie tussen agenten en jeugd. De belangrijkste doelen van de interactie zijn informatieverzameling en probleembehandeling. Contact met jeugd is niet alleen van belang in de ordehandhaving, maar vooral ook bij het proactieve optreden van de politie. Daarnaast is de interactie onderdeel van het dagelijkse politiewerk, maar wordt ook meer specifiek ingezet bij de aanpak van overlastgevende jeugd. 13

14 Observaties De observaties van de agenten van Zaanstreek-Waterland laten zien dat 50% van de interacties probleembehandeling als doel heeft en de andere helft van de contacten zich richt op informatieverzameling (Figuur 3). Doel Aanleiding Initiatief Uitkomst Tevredenheid jeugd Probleembehandeling 50% Melding 40% Politie 90% Contact 45% Tevreden 72% Informatieverzameling 50% Geen melding 60% Jongeren 10% Hulpverlenen 11% Ontevreden 28% Bon 11% Inbeslagname 11% Gegevens noteren 11% Wegsturen 11% Figuur 3. Gegevens met betrekking tot de interactie met jeugd Verder blijkt uit de observaties dat het grootste deel van de contacten plaatsvindt zonder dat er sprake is van een melding. De politie neemt in bijna alle gevallen het initiatief voor de interactie. Het maken van een praatje, contact, is de uitkomst in de helft van de interacties met jeugd. Maar ook hulpverlenen, een bon, inbeslagname van goederen, het noteren van gegevens en het wegsturen van de jongeren komt voor. De jeugd is tevreden met het contact in 72% van de interacties. Conclusie Uit de literatuur komt naar voren dat er twee doelen zijn in de interactie; probleembehandeling en informatieverzameling, waarbij probleembehandeling in 60% van de interacties het doel is. De observaties tonen dat de agenten van Zaanstreek-Waterland een meer proactieve werkwijze hebben, aangezien het doel van de interactie vaker informatieverzameling betreft (50%). Dit is conform het beleid. 4.2 Aspecten van de interactie tussen agenten en jeugd Literatuur Zoals in het theoretisch kader reeds besproken bestaat de interactie tussen agenten en jeugd uit vier aspecten; de individuele en groepskenmerken van de jongeren en de individuele en groepskenmerken van de agenten. Naast deze kenmerken is er ook nog de context van de interactie die invloed heeft. Deze context bestaat uit de aanleiding van de conversatie, de buurt en het tijdstip waarop men 14

15 elkaar treft, maar ook de gezamenlijke historie heeft zijn weerslag op het contact tussen agenten en jeugd. Tenslotte is de kennis waarover de agent beschikt met betrekking tot de wijk en de groep(en) jongeren een belangrijk aspect van de interactie (Kop & Euwema, 2007). Interviews Het aspect wat het meest werd genoemd als van invloed op de interactie, was de eigen persoonlijkheid van de agent; hoe je bent, wat je uitstraalt en hoe je dingen doet. Je humeur op het moment van de interactie heeft zeker invloed, zo zegt een kwart van de agenten. Als je een vreselijke rotdag hebt, dan is je lontje wel wat korter (Agent 7). De eerdere ervaringen met jeugd kunnen de interactie eveneens beïnvloeden, zowel positief als negatief. Wanneer je naar de zoveelste melding van een overlast toe moet, dan wordt het af en toe wel moeilijk om een objectief te blijven (Agent 5). Affiniteit met jeugd wordt door meerdere agenten benoemd als een belangrijk, soms zelfs noodzakelijk, aspect van de interactie. Ook leeftijd wordt vaak genoemd. Opvallend is dat zowel jonge als oudere agenten hun leeftijd als voordeel noemen. Als redenen worden genoemd Je staat dichterbij ze en je weet waar ze mee bezig zijn (Agent 15) maar ook Ze hebben meer respect voor je, omdat je ouder bent (Agent 7). De oudere agenten noemen ook het hebben van ervaring als positieve invloed op de interactie, evenals het feit dat ze vaak zelf ook vader zijn. Sekseverschillen worden slechts tweemaal genoemd. Dit zou enkel invloed hebben op allochtone jongeren die liever met een mannelijke agent in gesprek gaan. Verder zou een vrouw soms de-escalerend kunnen werken. Uiterlijke kenmerken worden slechts door één agent benoemd. Kennis van de jeugdgroepen wordt veel genoemd, vooral onder de noemer kennen en gekend worden. Bijna alle agenten noemen dit als een essentieel onderdeel in het contact met jeugd. Op die manier kan je een relatie opbouwen en haal je de jongere uit de anonimiteit (Agent 10). Het gebruik van bepaalde sociale vaardigheden door de agent kan ook een positief effect hebben op de interactie met jeugd. Het is belangrijk om duidelijk te zijn, zo menen bijna alle agenten. Ook eerlijkheid, het stellen van grenzen, het maken van een praatje, het tonen van begrip, het hebben van mensenkennis, het tonen van respect, luisteren en het gebruik van humor zijn vaardigheden die vaak terugkomen in de interviews. Op het gebied van groepskenmerken worden autoriteit en gezag veel besproken in de interviews. Gezag is iets wat je als agent moet uitdragen en dus is het iets wat meespeelt in de interactie. Opvallend is wel dat het gezag stijgt met de rang die de agent draagt. Tweemaal 15

16 wezen agenten erop dat een hogere rang de interactie ten goede komt. Jongeren praten liever met een kroontje dan met een streep (Agent 11). Autoritair optreden daarentegen moet volgens de meeste agenten zoveel mogelijk worden vermeden in het contact met jeugd. Autoritair gedrag zorgt voor een slechte sfeer en leidt eerder tot escalatie (Agent 4). De invloed van beleid op de interactie wordt slechts een paar keer genoemd en dan gaat het voornamelijk om de onduidelijkheid over afspraken met jeugd die door andere collega s zijn gemaakt. Het repressief moeten ingrijpen (bonnen schrijven) wordt eenmaal genoemd als zijnde negatief voor de interactie met jeugd (Agent 10). De invloed van jongeren op de interactie kwam veelvuldig naar voren gedurende de interviews. Alle agenten waren van mening dat de jeugd eveneens een aanzienlijke invloed heeft op de interactie. Van de factoren die het contact negatief beïnvloeden, worden drank en drugsgebruik het meest genoemd; Dan is er bijna geen normaal contact meer mogelijk (Agent 1). Maar ook onzekerheid en een laag opleidingsniveau van de jongeren hebben effect op het contact, evenals persoonlijkheid en houding. De agenten noemen verder de opvoeding, de etniciteit en de pubertijd als aspecten die meespelen in de interactie. Wat betreft de groepskenmerken wordt vooral de anonimiteit in een groep genoemd. Dit zorgt ervoor dat een jongere zich anders gedraagt. Ook de sfeer in de groep wordt vaak genoemd als zijnde van invloed op het contact. Tenslotte herkennen de meeste agenten het verschil tussen straatcultuur en burgercultuur. Die gasten zijn een stuk brutaler en minder goed aan te spreken, vaak zeggen ze ook gewoon helemaal niks (Agent 12). Pilot Workshop De resultaten van de pilot zijn voor de overzichtelijkheid in staafdiagrammen geplaatst. De eerste zes grafieken hebben betrekking op de individuele kenmerken van de agent. De zevende en de achtste zeggen iets over de groepskenmerken van de politie. Vervolgens zijn er nog twee grafieken voor de kenmerken van de jongeren en tenslotte nog een grafiek voor de kenmerken van de interactie. De grafieken laten zien in welke mate de kenmerken invloed hebben op de interactie tussen politie en jeugd. Dit is weergegeven in het aantal agenten die het eens waren met bepaalde uitspraken die werden gedaan tijdens de workshops. 16

17 Individuele kenmerken Invloed leeftijd agent Invloed etniciteit agent Aantal keer genoemd Leeftijd Aantal keer genoemd Etniciteit Maakt niet uit Jongere agent heeft voordeel Oudere agent heeft voordeel 0 Dezelfde afkomst heeft voordeel Marokkaanse agent nadeel Afkomst heeft geen invloed Figuur 4. Invloed leeftijd agent Figuur Invloed etniciteit agent Invloed sekse agent Invloed affiniteit agent Aantal keer genoemd Sekse Aantal keer genoemd Affiniteit 0 Sekse maakt niet uit Vrouwen zijn in het voordeel Jeugd luistert beter naar man Marokkaanse jeugd heeft beter contact met man 5 0 Contact met jeugd verloopt beter als je het leuk vindt Iedereen moet in staat zijn goed om te gaan met jeugd Figuur 6. Invloed sekse agent Figuur 7. Invloed affiniteit agent 60 Invloed persoonlijkheid agent 30 Invloed houding agent Aantal keer genoemd Eigen Veel geduld persoonlijkheid heeft een positief heeft invloed op effect op contact interactie met jeugd Humor heeft een positieve invloed Rustig zijn, maar doorpakken als het moet Kenmerken Aantal keer genoemd Open houding essentieel in contact jeugd Open houding is moeilijk door eerdere ervaringen Een echt open houding is onmogelijk Houding Figuur 8. Invloed persoonlijkheid agent Figuur 9. Invloed houding agent 17

18 Figuur 4 laat zien dat de meeste agenten van mening zijn dat leeftijd niet veel uitmaakt in de interactie, zowel jonge als oudere agenten zien hun leeftijd als voordeel. Een aantal agenten is van mening dat een agent van dezelfde afkomst als de jongere een positief effect heeft op de interactie. Een kleinere groep is van mening dat etniciteit weinig invloed heeft; zo is te zien in Figuur 5. Uit Figuur 6 blijkt dat de helft van de respondenten meent dat het geslacht van de agent geen invloed heeft op het contact met jeugd. Van degene die wel van mening zijn dat sekse invloed heeft, zien zij een positiever effect voor mannen. Veruit de meeste agenten zijn van mening dat contact met jeugd beter verloopt als je er affiniteit mee hebt, zo is te zien in Figuur 7. Slechts een kleine groep vindt dat iedereen in staat moet zijn om goed om te gaan met jeugd. Figuur 8 toont dat op het gebied van de persoonlijke kenmerken van de agent, de eigen persoonlijkheid door alle agenten wordt aangemerkt als van invloed op de interactie. Humor, rust en geduld zijn eigenschappen die een positief effect hebben op het contact met jeugd. Een open houding is essentieel in het contact met jeugd, zo blijkt uit Figuur 9. Groepskenmerken agenten Invloed wijkagent of noodhulp Aantal keer genoemd Wijkagent of Noodhulp 0 Wijkagent is beter in het contact met jeugd Noodhulp heeft vaak negatief effect op jeugd Noodhulp verpest band van wijkagent met jeugd Alleen noodhulpagenten die het leuk vinden naar jeugd laten gaan Figuur 10. Invloed wijkagent of noodhulp Figuur 10 toont aan dat een behoorlijke groep agenten van mening is dat de wijkagent beter is in het contact met jeugd en dat men alleen noodhulpagenten met affiniteit naar jeugdmeldingen moet sturen. Verder is een groep agenten van mening dat de noodhulp vaker een negatief effect op jeugd heeft en dat zij de band die de wijkagent heeft opgebouwd te niet kunnen doen. 18

19 Invloed beleid 35 Aantal keer genoemd Invloed beleid 0 Afspraken met groepen moet beter worden gecommuniceerd De 'schrijven van namen' wordt als negatief beschouwd Te weinig tijd beschikbaar Figuur 11. Invloed van beleid De meeste agenten zijn van mening dat op beleidsniveau afspraken beter moeten worden gecommuniceerd, zo is te zien in Figuur 11. Een kleine groep is van mening dat er te weinig tijd beschikbaar is voor het goed kunnen uitvoeren van het contact met jeugd en enkele agenten beschouwen het schrijven van namen als richtlijn negatief. Individuele en groepskenmerken jeugd Invloed leeftijd jongeren Aantal keer genoemd Invloed leeftijd jongeren 0 Groepsgedrag' van jongens boven de 17 is het moeilijkst 15/16 jarigen zijn het meest brutaal Jonge kinderen (<12) zijn er weinig en goed te beinvloeden Figuur 12. Invloed leeftijd jongeren Uit Figuur 12 is af te lezen dat agenten maar weinig in aanraking komen met jonge kinderen en dat deze goed te beïnvloeden zijn. Het groepsgedrag van de jongens boven de 17 is het moeilijkst om mee om te gaan en bij de 15/16 jarigen valt het brutale gedrag op. 19

20 Invloed groepen jeugd Aantal keer genoemd Invloed groepen jeugd 0 Er zijn weinig criminele groepen in de regio Er zijn wel enkele groepen die neigen naar straatcultuur Er zijn geen groepen die neigen naar straatcultuur Het zijn vaak dezelfde groepen die overlast veroorzaken Je moet iemand eruit pikken en die aanspreken Figuur 13. Invloed groepen jeugd Figuur 13 toont dat een behoorlijk aantal agenten van mening is dat er weinig criminele groepen zijn in de regio Zaanstreek-Waterland en dat het vaak dezelfde groepen zijn die overlast veroorzaken. Bij het benaderen van een groep kiest een groot deel van de agenten ervoor om iemand uit de groep te pikken en die aan te spreken. Over de aanwezigheid van groepen uit de straatcultuur bestaat geen overeenstemming, de mening dat deze er niet zijn in de regio overheerst. Kenmerken van de interactie Kenmerken van de interactie met jeugd Aantal keer genoemd Kenmerken van de interactie met jeugd 5 0 Duidelijkheid is belangrijk Brutaal gedrag moet je negeren Op brutaal gedrag moet je direct reageren Contact is afhankelijk van de melding Je moet altijd op dezelfde manier contact maken Jeugd moet je rustig benaderen Je moet jezelf blijven in het contact met jeugd Een 'praatje pot' heeft een gunstig effect op het contact met jeugd Figuur 14. Kenmerken van de interactie met jeugd 20

21 In Figuur 14 is te zien dat de meeste agenten het eens zijn over drie aspecten van de interactie; jeugd moet rustig benaderd worden, je moet jezelf blijven en een praatje pot heeft een gunstig effect op het contact met jeugd. Verder noemen veel agenten het belang van duidelijkheid. Over het maken van contact menen sommige agenten dat dit afhankelijk is van de melding, maar anderen vinden dat je altijd op dezelfde manier contact moet maken. Over het reageren of negeren van brutaal gedrag is geen overeenstemming. Enkelen menen dat je hier direct op moet handelen, anderen negeren het gedrag. Conclusie Samenvattend kan gezegd worden dat de interactie met jeugd uit vele aspecten bestaat, wat ervoor zorgt dat elke interactie uniek is. Het meest beïnvloedbare aspect voor de politie is het aandeel van de agent zelf. Kenmerken die een positieve invloed hebben op de interactie zijn affiniteit met jeugd en een open houding. Maar ook eigenschappen als rust, geduld en humor verbeteren de interactie met jeugd. Op beleidsniveau zijn het vooral de niet gecommuniceerde afspraken met betrekking tot jeugd en het verschil tussen de aanpak van wijkagent en noodhulpagent die hun weerslag hebben op het contact. 4.3 Moeilijkheden in de interactie tussen agenten en jeugd Literatuur Uit de literatuur blijkt dat er diverse factoren zijn waar agenten, tijdens de interactie met jeugd, tegenaan lopen. Agenten komen steeds opnieuw in aanraking met dezelfde groep jeugd, namelijk diegene die met regelmaat strafbare feiten plegen of overlast veroorzaken. Dit kan leiden tot frustratie bij de agenten en maakt het moeilijk om continu een open en ontspannen interactie te voeren (Brown, Novak & Frank, 2009). In het contact met jeugd is het vinden van de balans tussen distantie en betrokkenheid belangrijk. Sommige agenten zijn te betrokken en dit kan ten koste gaan van hun gezag (Van der Valk, 2007; Brown, Novak & Frank, 2009). Ze kunnen ook teveel afstand houden en dit zal de interactie stroever kunnen laten verlopen (Bervoets & Visser, 2007; Beke, van Wijk & Ferwerda, 2006). Sommige agenten zijn van mening dat ze simpelweg niet over de juiste vaardigheden beschikken om met jeugd te communiceren of voelen zich ongemakkelijk wanneer zij met (onbekende) jeugd interacteren (Sanderson, Kosutic, Griggs & Anderson, 2008). Verder blijkt dat bij agenten die weinig sociale vaardigheden gebruiken, de interactie met jeugd wat moeizamer verloopt (Stol & Vink, 2005). 21

22 Agenten die veel affiniteit hebben met jeugd, zoals diegene met het taakaccent jeugd, hebben vaak te weinig tijd beschikbaar om deze taak naar behoren uit te voeren (Mulderije, 2008). Sanderson, Kosutic, Griggs en Anderson (2008) constateren verder dat agenten het vaak moeilijk vinden om onderscheid te maken tussen problematisch gedrag bij adolescenten en gedrag wat bij de leeftijd hoort, zogenaamd opgroeigedrag. Op organisatieniveau tonen verschillende onderzoeken aan dat agenten soms moeite hebben met het toepassen van een bepaald beleid. Dan wordt er bijvoorbeeld gestuurd op een zeer repressieve aanpak, maar is de werkstijl van de agent met jeugd helemaal niet zo repressief. Dat schemert door in de interactie en bemoeilijkt deze (Bervoets & Visser, 2007; Kop & Euwema, 2007). Het verschil tussen de wijkagent en een agent uit de noodhulp is een ander aspect wat lastig gevonden wordt in de interactie. Een wijkagent heeft als taak het leren kennen van de jongeren in de wijk. Hij bouwt een relatie op met de jongeren in de groep door regelmatig contact. Mocht er echter een melding binnenkomen van overlast, dan is het een agent uit de noodhulp die de groep benadert. Deze agent kan een heel andere aanpak hebben die negatief werkt op de groep. De band die de wijkagent heeft opgebouwd met de jeugd wordt hierdoor aangetast, wat het verdere contact bemoeilijkt (Stol & Bervoets, 2007; Mulderije 2008). Jongeren zelf kunnen ook de oorzaak zijn van een moeizaam verlopende interactie. Zo zijn er groepen jongeren die helemaal niet wíllen interacteren met de agent en zich simpelweg afsluiten voor contact (Bervoets & Visser, 2007). Daarnaast kunnen jongeren ook respectloos en brutaal zijn (Kop & Euwema, 2007; Brown, Novak & Frank, 2009). Tenslotte kan een problematische interactie ontstaan door de eerdergenoemde verschillen in achtergrond van agenten en jongeren uit een straatcultuur. Deze twee groepen hebben totaal verschillende leefstijlen en normen en waarden en deze kloof is bijna niet te overbruggen. Dit zorgt ervoor dat contact met deze jeugd zeer moeilijk kan zijn (Kop & Euwema, 2007). Er zijn verschillende aspecten van de interactie tussen agenten en jeugd die door de politie als lastig worden ervaren. Zowel de agent als de jongere kan hier een aandeel in hebben. Interviews Er zijn slechts twee agenten die zeggen niets moeilijk te vinden aan de interactie met jeugd. De overige agenten blijken veruit de meeste moeite te hebben met de interactie wanneer de jongere onder invloed is van drank en/of drugs. Dan is er geen zinnig gesprek 22

23 meer mee te voeren (Agent 1). Ruim de helft van de agenten deelt deze mening. Zes van de vijftien agenten vinden het lastig dat jeugd brutaal of zelfs respectloos is. Je kunt geen goed gesprek voeren bij een gebrek aan wederzijds respect (Agent 15). De brutaliteit zorgt voor frustratie van mijn kant (Agent 7). Jeugd kan de interactie ook bemoeilijken door er simpelweg niet aan deel te nemen of door heel duidelijk te maken dat ze er geen zin in hebben. Het is vervelend als de jongere niet wíl praten, maar dan ga ik ook geen moeite doen (Agent 5) De interactie verloopt moeizaam als ze niet met je wíllen praten (Agent 13). Maar de agenten zoeken de moeilijkheden in de interactie ook bij zichzelf, zij het in mindere mate. Het feit dat verschillende collega s de jongere aanspreken en steeds andere afspraken maken wordt gezien als een moeilijkheid in de interactie met jeugd. Je weet niet wat er is afgesproken en daar heb jij last van in jouw contact (Agent 3). Soms merken agenten ook dat het contact moeizaam verloopt door frustraties die zij ondervinden op het gebied van de jongere, zijn opvoeding of eerdere ervaringen. Verder wordt door enkele agenten nog het humeur genoemd als van negatieve invloed op de interactie en het hebben van te weinig tijd voor goed contact met jeugd. Wanneer de agenten gevraagd wordt naar moeilijkheden die zij zien bij collega s wordt vooral het te autoritair opstellen genoemd. Collega s die meer moeite hebben met de interactie hebben eerder de neiging om zich autoritair op te stellen zodat ze de interactie uit de weg kunnen gaan (Agent 9). Door een aantal agenten wordt ook aangegeven dat het contact bij collega s soms moeilijk verloopt, omdat zij minder affiniteit hebben met jeugd of het zelfs in het geheel niet leuk vinden. Collega s vinden het soms moeilijk om contact te maken, omdat ze jeugd niet leuk vinden (Agent 7). Het bang zijn voor of het onzeker zijn over jeugd of het aanspreken van een groep is ook iets waar, volgens de respondenten, collega s wel eens moeite mee hebben. Collega s zijn wel eens bang voor groepen, durven ze niet aan te spreken of weten niet waar ze het over moeten hebben met de jongeren (Agent 8). Verder wordt het hebben van een kort lontje genoemd en het slecht zijn in communiceren in het algemeen. Het respectloze gedrag van jongeren schijnt de interactie met jeugd van collega s ook te kunnen bemoeilijken. Uit de antwoorden op deze vragen werd duidelijk dat er verschillende aspecten zijn waar de agenten moeite mee hebben. Deze factoren liggen zowel bij de jongeren als bij de agent zelf. 23

24 Observaties Uit de observaties blijkt dat agenten in de helft van de contacten met jeugd geen moeilijkheden ervaren. De lastige aspecten (Tabel 1.) waar zij wel tegenaan lopen hebben meestal te maken met jongeren die (eigenlijk) geen contact willen. Dit komt voor bij 22% van de interacties. Wat verder de interactie kan bemoeilijken is wantrouwend gedrag van de jongere (17%) of agressief gedrag (11 %). Tabel 1. Moeilijke aspecten observaties Moeilijke Aspecten Geen 50% Eenzijdig contact 22% Wantrouwen jongeren 17% Agressie 11% Pilot Workshop De moeilijke aspecten die in de pilot workshop naar voren kwamen zijn geplaatst in onderstaande Figuur. Moeilijkheden in de interactie Aantal keer genoemd Moeilijkheden in de interactie 0 Jongeren onder invloed van drank/drugs Respectloos en brutaal gedrag van jeugd Afspraken over jeugd worden slecht gecommuniceerd Aanspreken van een onbekende groep Geen zin hebben om Te weinig jeugd aan te spreken tijd/mogelijkheid voor contact jeugd Met sommige jongeren is geen contact mogelijk Figuur 15. Moeilijkheden in de interactie In Figuur 15 is te zien dat de meeste agenten moeite hebben met de interactie wanneer jeugd onder invloed is van drank of drugs. Respectloos en brutaal gedrag worden ook als lastig ervaren. Op het gebied van beleid hebben agenten vooral moeite met de slechte communicatie van afspraken met jeugd en het gebrek aan tijd voor het contact met jeugd. 24

25 Conclusie De literatuur, interviews, observaties en de pilot workshop tonen aan dat de agenten van Zaanstreek-Waterland de meeste moeite hebben met de interactie met jeugd wanneer de jongeren onder invloed zijn van drank en/of drugs, wanneer zij zich respectloos of brutaal gedragen of als zij weigeren te communiceren. Op het gebied van beleid zijn het de slechte communicatie met betrekking tot afspraken met jeugd en de beperkte tijd die beschikbaar is voor het contact met jeugd. 4.4 Ondersteunen van agenten in de interactie met jeugd Literatuur De politie is voornamelijk in staat om de aspecten te beïnvloeden die betrekking hebben op de politiecultuur en de individuele kenmerken van de agenten (Kop & Euwema, 2007; Stol & Vink, 2005). Kop & Euwema (2007) constateren dat er verschillende factoren in de interactie te beïnvloeden zijn door de politie. Zo noemen zij het aanpassen van het beleid en een betere samenwerking tussen gemeente, de politie en andere partners (Kop & Euwema, 2007). Op organisatieniveau kan er verder voor worden gezorgd dat agenten met een taakaccent jeugd meer tijd krijgen voor de jeugdgerelateerde werkzaamheden (Mulderije, 2008). Daarnaast zou de kloof tussen jongeren uit een straatcultuur en de politie kunnen worden verkleind door agenten van dezelfde culturele, sociale en demografische achtergronden in te zetten op deze groepen (Kop & Euwema, 2007). Sanderson, Kosutic, Griggs & Anderson (2008) pleiten voor een training om agenten te ondersteunen. Deze moet zich richten op het vergroten van kennis en inzicht wat betreft de interactie met jeugd. Verder staat een verbetering in de houding van agenten ten opzichte van jeugd centraal, zodat de kans op een positief contact wordt vergroot (Sanderson, Kosutic, Griggs & Anderson, 2008). Het versterken van expertise en het uitwisselen van ervaringen in een training zijn eveneens aspecten die bij kunnen dragen in het verbeteren van interactie tussen agenten en jeugd (Kop & Euwema, 2007). Onderzoek naar een dergelijke training wees uit dat de kennis en houding van agenten verbeterde. De training werd als zeer nuttig beschouwd, vooral de mogelijkheid tot interactie, de filmpjes en het actief bezig zijn, door bijvoorbeeld rollenspelen (Sanderson, Kosutic, Griggs & Anderson, 2008; Kop & Euwema, 2007). De effectiviteit van de training bleek niet af te hangen van geslacht, leeftijd, etniciteit, rang of jaren ervaring. Opgemerkt moet worden 25

26 dat deze informatie is gebaseerd op de mening van agenten en dat daadwerkelijke veranderingen in de werkwijze (nog) niet zijn gemeten (Sanderson, Kosutic, Griggs & Anderson, 2008). Op organisatieniveau is het van belang dat binnen een regio alle collega s op de hoogte zijn van de contacten en afspraken met jongeren (Van der Valk, 2007; Mulderije, 2008). Langdurige inzet van dezelfde agenten in één gebied zorgt ervoor dat een relatie wordt opgebouwd met de jongeren in dat gebied, wat de interactie vergemakkelijkt (Van der Valk, 2007). Volgens Kop & Euwema (2007) is het nodig om meer positieve ervaringen met jeugd te delen binnen het korps en moet er ook gefocust worden op positief gedrag van jongeren, door bijvoorbeeld gesprekken met jeugd wanneer er niks aan de hand is (Kop & Euwema, 2007). Mulderije (2008) meent dat jeugdagenten van verschillende regio s meer mogelijkheden moeten hebben tot overleg en het uitwisselen van informatie met betrekking tot het contact met jeugdgroepen en de aanpak daarvan. Verschillende korpsen hebben onderzoek gedaan en werkwijzen en instrumenten ontwikkeld in de aanpak van jeugd en het contact met de jongeren. Deze moeten gedeeld worden met andere politieregio s en worden doorontwikkeld (Mulderije, 2008). Interviews Bijscholing wordt gezien als nuttig door tien van de vijftien agenten. De overige agenten zijn wat minder enthousiast Het is wel een goed idee, maar ik denk dat mensen moeilijk te motiveren zijn (Agent 12). Twee agenten zijn van mening dat training helemaal geen zin heeft: Een training in de omgang met jeugd heeft waarschijnlijk weinig zin omdat het iets is wat je kunt of wat je niet kunt (Agent 10). Alle agenten zijn van mening dat de politie zich moet richten op het beïnvloeden van de individuele en groepskenmerken van de agenten zelf. Het verkrijgen van begrip en inzicht, het leren kennen van je sterke en zwakke punten en zelfvertrouwen zijn belangrijke aspecten. De agenten willen de jongeren graag beter begrijpen. Je moet weten wat er leeft onder jeugd, waar ze zich mee bezig houden, maar ook hoe ze denken (Agent 1). Het uitwisselen van ervaringen en het aangaan van discussies met collega s wordt gezien als een goede invulling van een training. Men geeft de voorkeur aan filmmateriaal. Ook het in gesprek gaan met jongeren wordt meerdere malen genoemd. Verder blijkt er bij de oudere agenten behoefte te zijn aan een soort opfriscursus. Jeugd is een dynamisch veld, het 26

DE CHEF EN DIVERSITEIT

DE CHEF EN DIVERSITEIT VRAGENLIJST DE CHEF EN DIVERSITEIT Wilt u het juiste antwoord aankruisen of invullen op de stippellijn U kunt bij alle vragen meerdere antwoorden aankuisen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. Aard en omvang van geweld

Samenvatting. Aard en omvang van geweld Samenvatting Dit rapport doet verslag van het onderzoek naar huiselijk en publiek geweld. Het omvat drie deelonderzoeken, alle gericht op het beschrijven van geweld en geweldplegers. Doelstelling van het

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Etnisch Profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar beslissingen en opvattingen op straat

Etnisch Profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar beslissingen en opvattingen op straat Etnisch Profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar beslissingen en opvattingen op straat Joanne van der Leun, Maartje van der Woude Rogier Vijverberg, Robin Vrijhoef en Avalon Leupen 4 juni

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Solo-surveillance Kosten en Baten

Solo-surveillance Kosten en Baten Solo-surveillance Kosten en Baten SH Esselink MSc Dr FMHM Driessen Bureau Driessen Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek Utrecht 2008 (Reeks Politiekunde, Elsevier Overheid) Het onderzoek opsporen bestaande

Nadere informatie

C.1 Delen en deelnemen

C.1 Delen en deelnemen COLLEGIALE SAMENWERKING C.1 Delen en deelnemen De leraar levert een oplossingsgericht bijdrage aan algemene taken in het team en aan de onderwijskundige en pedagogische ontwikkeling van de school. De leraar

Nadere informatie

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts Achtergrond onderzoek

Nadere informatie

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo? Les 1 Wensen & Grenzen Praten over seks... Hoe en hoezo? In deze eerste les wordt het thema 'Seksueel gedrag' geïntroduceerd. Het is aan jou als mentor / docent om te bepalen of de sfeer in de groep veilig

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs

Risicogedrag. Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs 2 Wereldwijd bestuderen wetenschappers risicogedrag. Dat gebeurt ook aan de Universiteit Leiden bij het Brain & Development Onderzoekscentrum. Daar onderzoeken wetenschappers bij adolescenten

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

De macho en het muurbloempje

De macho en het muurbloempje Onderwijsbehoefte Zorgverbreding Team De macho en het muurbloempje Tamara Wally Over de auteur Tamara Wally, MSc. is onderwijs- en ontwikkelingspsycholoog. Zij is werkzaam bij de CED- Groep. Zij geeft

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders

Klanttevredenheidsonderzoek. Ouders Klanttevredenheidsonderzoek Ouders - 2017 Vraag 1: Wat voor cijfer zou u Columbus willen geven? Ons gemiddelde is een 8,3! Het onderzoek is 51 keer verstuurd en maar liefs 39 keer Ingevuld retour gekomen,

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Sociaal Werk Nederland heeft door vier studenten (Isabelle de Beere, Nina Smaling, Floor Links en

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

De Nieuwe Bestuurstafel Burgemeesters. Bijeenkomst 2 (in een serie van 3) Samenvatting. Maandag 28 november Kasteel de Hooge Vuursche, Baarn

De Nieuwe Bestuurstafel Burgemeesters. Bijeenkomst 2 (in een serie van 3) Samenvatting. Maandag 28 november Kasteel de Hooge Vuursche, Baarn De Nieuwe Bestuurstafel Burgemeesters Bijeenkomst 2 (in een serie van 3) Samenvatting Maandag 28 november 2011 Kasteel de Hooge Vuursche, Baarn De context van de bijeenkomst De context van de eerste bijeenkomst

Nadere informatie

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014 Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014 I Handen schudden voor de wedstrijd, heldere communicatie met ouders en

Nadere informatie

Werkboek. Grip op Agressie - Module 7. Terugvalpreventie

Werkboek. Grip op Agressie - Module 7. Terugvalpreventie Werkboek Grip op Agressie - Module 7 Terugvalpreventie Inhoudsopgave Bijeenkomst 1 t/m 15. Werken aan jouw situaties... 3 Colofon 2018 Trajectum. Grip op Agressie, een integraal behandelprogramma voor

Nadere informatie

Evaluatie. Rots & Water

Evaluatie. Rots & Water Evaluatie Centrum voor Maatschappelijk Werk en Welzijnswerk Brunssum - Onderbanken Rots & Water Training Weerbaarheid Groep 8 Algemene Basisschool Dol-fijn Schooljaar 2003/2004 Door: Linda Geraeds Sociaal

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 24.03.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 24.03.2016 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY

INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY Inleiding Steeds meer kinderen hebben al op jongere leeftijd te maken met overgewicht. Dit gaat niet altijd automatisch over wanneer zij in de puberteit komen en

Nadere informatie

VOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE?

VOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE? VOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE? 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit

Nadere informatie

Campagne De Nieuwe Handhaver

Campagne De Nieuwe Handhaver Campagne De Nieuwe Handhaver Projectnummer: 10180 In opdracht van: Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving Manilde van der Oord Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Rapportage straatinterviews. preventief fouilleren. in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving. op 17 februari 2006

Rapportage straatinterviews. preventief fouilleren. in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving. op 17 februari 2006 Rapportage straatinterviews preventief fouilleren in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving op 17 februari 2006 21 februari 2006 WBK Marktonderzoek Postbus 64755 2506 CD Den Haag Tel: 070-3235292

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

WBK Marktonderzoek Postbus CD Den Haag Tel: KvK Den Haag

WBK Marktonderzoek Postbus CD Den Haag Tel: KvK Den Haag Rapportage straatinterviews preventief fouilleren in veiligheidsrisicogebied Hollands Spoor en omgeving op 17 februari 2006 RIS141287D_27-OKT-2006 21 februari 2006 WBK Marktonderzoek Postbus 64755 2506

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL Bij werken, zowel betaald als vrijwillig, hoort leiding krijgen of leiding geven. De vraag wat effectief leiderschap is houdt dan ook veel mensen bezig. De meningen hierover

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijke gegevens Naam test junior Datum test 02/09/2011 (17:19) Jouw ondernemersprofiel In vergelijking met het branche normprofiel geeft jouw profiel het volgende

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

ONTWIKKELING JEUGDOVERLAST

ONTWIKKELING JEUGDOVERLAST ONTWIKKELING JEUGDOVERLAST ONTWIKKELING JEUGDOVERLAST IN DE 22 GEMEENTEN VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND AANPAK MAROKKAANS- NEDERLANDSE RISICOJONGEREN Deelrapportage gemeente Eindhoven Colofon Van Montfoort/INTRAVAL

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Evaluatierapport Workshop ADHD Fontys PABO Limburg Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees Inhoudsopgave Pag. 1. Inleiding 2 2. Deelnemers/respondenten 2 3. Opzet en inhoud evaluatie 2 4. Resultaten 2

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II Opgave 2 Rondhangen Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3 en tabel 1. Inleiding De Kamer ontvangt elk jaar een rapportage van de minister van Justitie over de voortgang van de aanpak van problematische

Nadere informatie

DE AANPAK VAN GEWELD TEGEN HANDHAVERS EN HULPVERLENERS doorpakken of downplayen

DE AANPAK VAN GEWELD TEGEN HANDHAVERS EN HULPVERLENERS doorpakken of downplayen DE AANPAK VAN GEWELD TEGEN HANDHAVERS EN HULPVERLENERS doorpakken of downplayen Liesbeth Schuijer Mariska Wijnbelt Nederlandse School voor Openbaar Bestuur Master of Public Administration 2011 2013 Onze

Nadere informatie

Voel je thuis op straat!

Voel je thuis op straat! Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies

Nadere informatie

Maartje Voorbeeld 10.03.2014

Maartje Voorbeeld 10.03.2014 Maartje Voorbeeld 10.03.2014 Maartje Voorbeeld / 10.03.2014 / Talentrapportage 2 Inleiding De wereld en de arbeidsmarkt zijn constant in beweging. Maar waarheen? Niemand weet exact hoe het werkveld er

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs Voortgezet onderwijs 2 Wereldwijd bestuderen wetenschappers hoe mensen over zichzelf nadenken. Dat gebeurt ook bij de Universiteit Leiden: daar doen wetenschappers bij het Brain & Development Onderzoekscentrum

Nadere informatie

Resultaten M&E Het Begint Bij Mij - OKT Amsterdam 2018

Resultaten M&E Het Begint Bij Mij - OKT Amsterdam 2018 Resultaten M&E Het Begint Bij Mij - OKT Amsterdam 2018 Yvonne van Westering, Stichting Het Begint Bij Mij 10 december 2018 Onderstaande overzichten zijn gebaseerd op de digitale monitoring, middels een

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Stageplaza.nl. Nationaal Docentenonderzoek De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : Fax : I :

Stageplaza.nl. Nationaal Docentenonderzoek De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : Fax : I : Nationaal Docentenonderzoek 2008 Stageplaza.nl Gepubliceerd door: B. Schotanus & B. Rooijendijk De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : 020 755 43 33 Fax : 020 422 20 22 I : www.stageplaza.nl april

Nadere informatie

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder Informatiebrochure Inhoud Waarom een Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder? 3 Voor wie is de Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder bestemd? 3 Resultaten van de opleiding

Nadere informatie

Nationaal Studentenonderzoek 2008. Stageplaza.nl

Nationaal Studentenonderzoek 2008. Stageplaza.nl Nationaal Studentenonderzoek 2008 Stageplaza.nl Gepubliceerd door: S. Icke & B. Rooijendijk De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : 020 422 33 22 Fax : 020 422 20 22 I : www.stageplaza.nl Maart 2008

Nadere informatie

HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes

HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes HANDREIKING Diabetesjaargesprek voor migranten met diabetes Introductie Voor migranten en laaggeletterden is het vaak moeilijk om passende diabeteszorg te krijgen. Dit komt onder meer doordat de huidige

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College mei 2018 Wat zal je het meeste bijblijven van de training: - De PMA methodiek. - De 5 stappen van de PMA methodiek. - De groepsgesprekken.

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

De informatiepositie van jeugdagenten in Oldenzaal en Haaksbergen tijdens het contact met jeugdgroepen

De informatiepositie van jeugdagenten in Oldenzaal en Haaksbergen tijdens het contact met jeugdgroepen De informatiepositie van jeugdagenten in Oldenzaal en Haaksbergen tijdens het contact met jeugdgroepen Een bacheloropdracht voor het Regionaal Bureau Jeugdpolitie Twente Interne begeleiding: de heer dr.

Nadere informatie

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken

Aangaan. Feedback kan maken maar ook breken Op basis van wetenschappelijk onderzoek is psychologe Carol Dweck tot het inzicht gekomen dat niet iemands IQ, vaardigheden en talenten bepalend zijn voor succesvol leven, maar vooral de waarmee mensen

Nadere informatie

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen.

Spreek de gulden regel af dat de deelnemers de opname kunnen laten stopzetten wanneer zij of de kinderen zich ongemakkelijk voelen. Goede filmafspraken! Een vertrouwensband Tijdens de opname zet je je waarderende, ondersteunende en coachende vaardigheden al in. Immers, het opbouwen van een vertrouwensband start al tijdens de eerste

Nadere informatie

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld

Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld Niet culturen maar mensen ontmoeten elkaar: Culturele diversiteit in het justitiële werkveld 1 Stichting Pharos Expertisecentrum gezondheidsverschillen Gezondheid en kwaliteit van zorg voor iedereen Kaveh

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Kenniswerkplaats Tienplus

Kenniswerkplaats Tienplus Workshop Jeugd in Onderzoek Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning van ouders met tieners in Amsterdam http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl Triple P divers Marjolijn Distelbrink Verwey-Jonker

Nadere informatie

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

TBN - Beroepscode Tarotprofessional De Tarot Beroepsvereniging Nederland zet zich in voor de belangen van tarotprofessionals in Nederland. De bij de Tarot beroepsvereniging aangesloten leden werken door het hele land. Door opleiding en nascholing

Nadere informatie

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument

Kwaliteitsinstrument. Til je afdeling naar een hoger niveau. Het kwaliteitsinstrument in het kort. Doel van het instrument. Inhoud van het instrument Kwaliteitsinstrument Til je afdeling naar een hoger niveau Het kwaliteitsinstrument in het kort Het KLJ-kwaliteitsinstrument werd ontwikkeld door KLJ zodat je als leiding/bestuur zelf jouw afdeling kan

Nadere informatie

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies

Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies Onderzoek TNO en Movisie Kikid lesprogramma Benzies & Batchies 30-10-2013 Wat levert werken met Benzies & Batchies op? Seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkómen en terugdringen Om seksueel grensoverschrijdend

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Cursushandleiding. Tja, wat zal ik zeggen, met cliënten in gesprek over spiritualiteit

Cursushandleiding. Tja, wat zal ik zeggen, met cliënten in gesprek over spiritualiteit Cursushandleiding Tja, wat zal ik zeggen, met cliënten in gesprek over spiritualiteit N.a.v. het gelijknamige boek van Elizabeth Johnston Taylor, in het Nederlands hertaald onder redactie van Peterjan

Nadere informatie

Op 25 november heeft de fractie van GroenLinks vragen gesteld over bovengenoemd onderwerp. De vragen beantwoorden wij als volgt.

Op 25 november heeft de fractie van GroenLinks vragen gesteld over bovengenoemd onderwerp. De vragen beantwoorden wij als volgt. Fractie GroenLinks directie/afdeling telefoon mo/veiligheid en wijken 0182-587258 contactpersoon uw kenmerk N.Schaper onderwerp Beantwoording artikel 38 vragen over discriminatie door politie gouda 14

Nadere informatie

Beelden van de samenleving over de bejegening van burgers door de politie in relatie tot discriminatie

Beelden van de samenleving over de bejegening van burgers door de politie in relatie tot discriminatie Beelden van de samenleving over de bejegening van burgers door de politie in relatie tot discriminatie Informatiesheet Oktober 2017 1 De bevraagde burgers in de enquêtes Straatenquêtes (n=509) Digitaal

Nadere informatie

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Jouw uitslag... 4 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Hallo Sander, Dit is de uitslag van jouw Ik-Wijzer. Hierin staat wat jij belangrijk vindt en wat je minder belangrijk vindt.

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3

Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Ervaringen en ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Jos de Kimpe Carlijn Nieuwenhuis FEBRUARI

Nadere informatie

Jante Schmidt Alistair Niemeijer Carlo Leget Evelien Tonkens Margo Trappenburg. Waardigheidscirkel

Jante Schmidt Alistair Niemeijer Carlo Leget Evelien Tonkens Margo Trappenburg. Waardigheidscirkel Jante Schmidt Alistair Niemeijer Carlo Leget Evelien Tonkens Margo Trappenburg De Waardigheidscirkel De Waardigheidscirkel Samenvatting Jante Schmidt Alistair Niemeijer Carlo Leget Evelien Tonkens Margo

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

AGRESSIE EN WEERBAARHEID. Overzicht Elementen Training

AGRESSIE EN WEERBAARHEID. Overzicht Elementen Training AGRESSIE EN WEERBAARHEID Overzicht Elementen Training Voorwoord Hier is een overzicht van Agressie en Weerbaarheid Wat leuk dat je interesse hebt in onze training Agressie en Weerbaarheid! In deze training

Nadere informatie

Workshop Up to date agressiebeleid

Workshop Up to date agressiebeleid 1 Workshop Up to date agressiebeleid Van beleid naar praktijk 27 mei 2015 William Bertrand w.bertrand@radarvertige.nl Programma Introductie Feiten en cijfers enquête Knelpunten uit de praktijk Kijk op

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken Ervaringen uit het veld Overzicht programma Wie ben ik: - Philip Stein - masterstudent sociologie - afgerond A&O-psycholoog Programma: - half uur presentatie,

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia

Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Kwalitatief te werk! Landelijke Bijeenkomst Meten Maatschappelijke Opbrengst 17 dec 2018 Mandy Goes & Roxanne de Vrede Panteia Doel van de sessie what s in it for me? Je weet wanneer en waarom je een kwalitatieve

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich bewust van de grenzen die zij stellen als het gaat om vakantie, relaties, alcohol/drugs en geloof. Ouders bespreken welke grenzen hun kinderen opzoeken rondom deze thema

Nadere informatie

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen. st r e s smanagement De cursus 'stressmanagement' is bedoeld voor iedereen die in zijn/haar werksituatie te maken krijgt met stress als gevolg van problemen en spanningsvolle situaties. De eigen ervaringen

Nadere informatie

Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders

Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders Scheiden: do s en don ts voor hulpverleners en ouders Resultaten focusgroep gescheiden ouders Onderdeel van het project Kind Centraal Capelle aan den IJssel Inleiding De afgelopen jaren is het aantal scheidingen

Nadere informatie

voor OUDERS Formulier doelstellingen Gedrag van mijn kind Ik wil graag dat mijn kind: Datum: Dit formulier is ingevuld door: Adres: Postcode: Tel:

voor OUDERS Formulier doelstellingen Gedrag van mijn kind Ik wil graag dat mijn kind: Datum: Dit formulier is ingevuld door: Adres: Postcode: Tel: Gedrag van mijn kind Ik wil graag dat mijn kind: Datum: Dit formulier is ingevuld door: : Postcode: Tel: beter om kan gaan met leeftijdsgenoten sociaal vaardiger wordt beter zijn/haar vrije tijd kan invullen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ

GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ Inleiding Deze gedragscode dient voor werknemers onderling. Daarnaast kent Ambiq een gedragscode voor de bejegening van haar cliënten. Ambiq hecht veel waarde

Nadere informatie

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk Veens trainingen opkomen voor jezelf een groter netwerk samen leren lotgenoten ontmoeten 1 meer zelfvertrouwen durven vragen Wil je jezelf ontwikkelen? Omdat je meer uit jezelf wilt halen? Of omdat je

Nadere informatie