MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID"

Transcriptie

1 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr Bijvoegsel Stcrt. d.d , nr. 176 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVERGANGSREGELING VOOR HET HORECABEDRIJF De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelezen het verzoek van de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf namens Koninklijk Horeca Nederland als partij te ener zijde mede namens FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst Overgangsregeling voor het Horecabedrijf, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst; Overwegende, dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden; dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant; Overwegingen CAO Overgangsregeling voor het Horecabedrijf dat naar aanleiding van dit verzoek schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht door: a. Stichting Nederlandse Jeugdherberg Centrale (NJHC); b. Vroom en Dreesmann Warenhuizen B.V. (V&D); c. het Nederlands Horeca Gilde (NHG); dat de bedenkingen als volgt kunnen worden samengevat: Ad A. De Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC) heeft namens partijen uitdrukkelijk verzocht de NJHC van het besluit tot AVV Sdu Uitgevers, s-gravenhage 2000 CAO1765 CAO

2 uit te zonderen. De NJHC verzoekt primair het verzoek van de LBC tot ontheffing van de NJHC van het AVV-besluit te honoreren. Subsidiair verzoekt de NJHC om dispensatie van het eventuele AVV-besluit van de SOHOR-CAO op grond van de bestendige gedragslijn ten aanzien van de verlening van ontheffing van de toepasselijkheid van de VUT-CAO voor het Horecabedrijf aangezien onderhavige CAO en de VUT-CAO nauw met elkaar verbonden zijn. Ad B. CAO-partijen hebben verzocht onder meer V&D van het AVV-besluit uit te zonderen. V&D sluit zich bij dit verzoek aan en ondersteunt dit verzoek. Subsidiair doet V&D zelf het verzoek dat zij van het AVV-besluit wordt uitgezonderd. V&D heeft een rechtsgeldige ondernemings-cao afgesloten. Ad C. Volgens recent gefundeerd wetenschappelijk onderzoek is Koninklijk Horeca Nederland (KHN) niet aantoonbaar representatief vertegenwoordigd in de horeca-branche. KHN tracht met een accountantsverklaring het tegendeel te bewijzen, maar concludeert slechts dat het eerder genoemde percentage van 80 daalt naar 60. Echter ook dit getal is allerminst zeker. Bovendien is KHN oververtegenwoordigd in de grotere bedrijven en ernstig ondervertegenwoordigd in de kleinere horecabedrijven. Horeca-werkgevers die lid zijn van het NHG worden gedispenseerd, aangezien het NHG een eigen CAO en eigen volwaardige VUT-regeling kent. Echter ook toekomstige NHG-leden dienen te worden gedispenseerd, omdat AVV verzocht wordt voor een periode van 4 jaar. De eventuele AVV mag een toekomstige ledenwerving van het NHG niet in de weg staan. Overwegende ten aanzien van de bedenkingen: AdAenB Op grond van een daartoe strekkend verzoek van partijen bij de CAO zal het besluit tot algemeen verbindendverklaring niet van toepassing zijn V&D en jeugdherbergen aangesloten bij de Nederlandse Jeugdherbergcentrale. Ad C. CAO-partijen zijn primair verantwoordelijk voor de (adequate berekening van de) vereiste representativiteitsgegevens ter zake het door hen zelf overeengekomen CAO-domein. 2

3 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen Uit de door CAO-partijen vastgestelde representativiteitsgegevens en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring, kan in redelijkheid worden geconcludeerd dat door CAO-partijen voldoende aannemelijk is gemaakt dat er minimaal sprake is van een representativiteit van 60,38%, hetgeen als een belangrijke meerderheid is aan te merken. Op grond van een daartoe strekkend verzoek van partijen zal het besluit niet van toepassing zijn op leden van het NHG, indien althans het lidmaatschap van die vereniging reeds voor de inwerkingtreding van het besluit is aangevangen. Nieuwe leden van het NHG kunnen zich niet invoegen in de bestaande vrijstelling. Voor hen zal bij nieuwe verzoeken tot AVV vrijstelling verleend kunnen worden op grond van het op dat moment geldende lidmaatschap. Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten; Besluit: I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 2004 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Overgangsregeling voor het Horecabedrijf alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV, V, VI, VII, VIII en IX is bepaald: Artikel 1 Definities In deze CAO en de daarvan deel uitmakende bijlagen, wordt verstaan onder: 1. CAO: Collectieve Arbeidsovereenkomst Overgangsregeling voor het Horecabedrijf. 2. Werkgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die één bedrijf (of meerdere bedrijven) exploiteert waarvoor het Bedrijfschap Horeca en Catering is ingesteld en daartoe een werknemer in de zin van deze CAO in dienst heeft. 3

4 Het instellingsbesluit van het Bedrijfschap Horeca en Catering is opgenomen in het Staatsblad 1954, nr Werknemer: de natuurlijke persoon (m/v) die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van een werkgever, uitgezonderd: a. de werknemer/directeur van een N.V./B.V. die niet (langer) verplicht verzekerd is voor de wettelijke werknemersverzekeringen; b. de werknemer, die partner is van de hierboven in a. genoemde werknemer/directeur en die niet verplicht verzekerd is voor de wettelijke werknemersverzekeringen; c. de werknemer, die familielid (tot en met de derde graad) van de in a. genoemde werknemer/directeur en tevens (mede) bestuurder of financieel deelgenoot is in de onderneming van de werkgever en die niet verplicht verzekerd is voor de wettelijke werknemersverzekeringen; d. de werknemer, die partner is van de werkgever en die niet verplicht verzekerd is voor de wettelijke werknemersverzekeringen; e. de musicus en de artiest; f. de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen arbeidsduur werkzaamheden verricht in het banketbakkersbedrijf als bedoeld in artikel 1 van de CAO voor het Banketbakkersbedrijf en op wie uit dien hoofde de CAO voor het Banketbakkersbedrijf van toepassing is; g. de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen wekelijkse arbeidsduur werkzaamheden verricht in een zweminrichting als bedoeld in artikel 1 van de CAO voor Sport-, Recreatie- en Ontspanningscentra en op wie uit dien hoofde de CAO voor Sport-, Recreatie- en Ontspanningscentra van toepassing is; h. de werknemer die per week voor meer dan 50% van de met hem overeengekomen wekelijkse arbeidsduur werkzaamheden verricht bij een werkgever als bedoeld in artikel 1 van de op 1 januari 2000 geldende CAO Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contract-Cateringbranche en op wie uit dien hoofde de CAO Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contract-Cateringbranche van toepassing is. 4. Seizoenwerknemer: de werknemer van 18 jaar of ouder die in dienst is van een werkgever die in het bezit is van een verklaring seizoenbedrijf op naam van zijn bedrijf. Deze verklaring dient afgegeven te zijn door de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf. Uit de arbeidsovereenkomst moet blijken dat de werknemer als seizoenwerknemer is aangenomen. 5. Partner: a. de echtgeno(o)t(e) van de werknemer; b. de ongehuwde met wie de ongehuwde werknemer een partner- 4

5 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen relatie heeft die is geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand; c. de ongehuwde met wie de ongehuwde werknemer duurzaam een gezamenlijke huishouding voert als ware hij gehuwd. Van een gezamenlijke huishouding kan slechts sprake zijn indien gezamenlijk wordt voorzien in de huisvesting en bovendien beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding danwel op een andere wijze in elkaars verzorging voorzien. Onder duurzaam wordt verstaan dat er langer dan een jaar aantoonbaar gezamenlijk een huishouding is gevoerd danwel dat er een samenlevingscontract is afgesloten. 6. Stagiair: de natuurlijke persoon (m/v) die op grond van een leerplan van een onderwijsinstelling bij de werkgever onder begeleiding werkzaam is, teneinde de voor de opleiding noodzakelijke theorie- en praktijkervaring op te doen. 7. Stichting: de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf (SOHOR). 8. Uittreder: de werknemer wiens verzoek om in aanmerking te komen voor een overgangsregelinguitkering door de stichting is ingewilligd. 9. SV-uitkering: een uitkering krachtens de Ziektewet (ZW), de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW), de Werkloosheidswet (WW) of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ), dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen, een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of een daarmee gelijkgestelde uitkering. Artikel 2 Werkingssfeer 1. Toepassing CAO a. De CAO is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die is gesloten tussen een werkgever en werknemer. b. Samengestelde ondernemingen Samengestelde ondernemingen zijn ondernemingen met een deel waar activiteiten worden uitgeoefend die zijn te beschouwen als een bedrijf waarvoor het Bedrijfschap Horeca en Catering is 5

6 ingesteld (= horecagedeelte) en met een deel waar activiteiten worden uitgeoefend die niet zijn te beschouwen als een bedrijf waarvoor het Bedrijfschap Horeca en Catering is ingesteld (= niet-horecagedeelte). Indien de werkgever een samengestelde onderneming exploiteert, is de CAO alleen van toepassing op de werknemers die werkzaam zijn in of ten behoeve van het horecagedeelte. 2. Uitzondering stagiairs De CAO is niet van toepassing op de stagiairs. 3. Uitzondering contract-cateringactiviteiten a. De CAO is niet van toepassing op de dienstbetrekkingen tussen werkgevers die zich bezighouden met het verrichten van contractcateringactiviteiten en hun werknemers als bedoeld in artikel 1 lid 3 sub h. die in het kader van hun dienstverband betrokken zijn bij activiteiten van hun werkgever op het gebied van contractcatering. b. Voor contract-cateringactiviteiten is karakteristiek het verlenen van restauratieve diensten ten behoeve van personen met wie de opdrachtgever een durende band heeft anders dan die strekkende tot dat verlenen, en die diensten worden verleend in directe relatie tot die band. Onder contract-cateringactiviteiten dienen tevens te worden begrepen voedselbereidingsactiviteiten die plaatsvinden buiten de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever 1 ) voorzover deze worden verricht ten behoeve van het verlenen van restauratieve diensten in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever. c. Bij geschil over de vraag of in een concreet geval sprake is van contract-cateringactiviteiten in deze overeenkomst bedoelde zin, beslist de Commissie Werkingssfeer op verzoek van de meest gerede partij. De uitspraak van de Commissie Werkingssfeer heeft het karakter van een bindend advies voor betrokken partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraken als zodanig te accepteren. Toetsing door de burgerlijke rechter blijft daarnaast openstaan. d. De samenstelling, taak en werkwijze van de Commissie Werkingssfeer zijn geregeld bij een van de CAO deel uitmakend reglement en de bijlage bij dat reglement (zie bijlage I en I-a). 4. Uitzondering verblijfsrecreatiebedrijven De CAO is niet van toepassing op de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever die gelegenheid biedt tot verblijf buiten de eigen woning in tent, caravan, of vergelijkbaar kampeermiddel, dan wel in bungalow, appartement of vergelijkbare accommodatie, al dan niet in 1) Hieronder met name aparte rechtspersonen te verstaan 6

7 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen privé-eigendom van de gast, dan wel in groepsaccommodatie voor met name vakantie of ontspanning, van ten minste één overnachting, al dan niet in combinatie aangeboden met diverse voorzieningen, te weten winkels, horeca, sport- en spelaccommodatie en andere (recreatieve) voorzieningen en de werknemer. 5. Ontheffing Indien de werkgever om moverende redenen ontheffing wenst van de toepassing van bepalingen uit de CAO, dient hij daartoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC), Postbus 7308, 2701 AH Zoetermeer. Uitsluitend de bepalingen van de CAO waarvoor door de LBC ontheffing is verleend, behoeven niet toegepast te worden. In alle andere gevallen blijven de bepalingen van de CAO onverminderd van kracht. 7. Mogelijkheid van wederkerigheidsovereenkomsten Het bestuur van de stichting kan met een andere stichting met een vergelijkbare doelstelling onder nader te bepalen voorwaarden schriftelijk overeenkomen dat de tijd in dienstverband doorgebracht bij werkgevers die onder de werkingssfeer van de regeling van één van beide stichtingen vallen, wordt gelijkgesteld met de tijd in dienstverband doorgebracht bij werkgevers, vallende onder de werkingssfeer van de op de uittredingsdatum vigerende uittredingsregeling. Artikel 3 Uitvoering van de cao 1. Het reglement a. De uitvoering van de CAO geschiedt volgens een reglement. Het reglement maakt deel uit van de CAO (zie bijlage II). 2. Uitvoering door de stichting De uitvoering van de CAO wordt opgedragen aan de stichting, die onder zijn verantwoordelijkheid de uitvoering kan delegeren aan derden. De statuten van de stichting maken deel uit van de CAO (zie bijlage III). 7

8 Artikel 4 Heffing Betaling bijdrage De werkgever is verplicht per kalenderjaar een bijdrage aan de stichting te betalen. Werkgever: De bijdrage van de werkgever is vastgesteld op 1% van het brutoloon sociale verzekeringen vermeerderd met het werknemersaandeel in de pensioenpremie van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf, de premie die werknemer verschuldigd is of zou zijn aan de Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf en het werknemersaandeel in de bijdrage voor de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximum premiedagloon in de zin van artikel 9, eerste lid van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen. Voor de vaststelling van de loonsom worden alle werknemers die in dienst zijn van de werkgever en die vallen onder de CAO meegenomen. De werkgever moet deze loongegevens vermelden op de individuele jaaropgave. Werknemer: De werknemer betaalt een aandeel van de bijdrage van de werkgever zoals hierboven genoemd. De werknemer is 0,5% van zijn loon verschuldigd aan de werkgever. Dit betreft het brutoloon sociale verzekeringen vermeerderd met het werknemersaandeel in de pensioenpremie van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf, de premie die werknemer verschuldigd is of zou zijn aan de Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf en het werknemersaandeel in de bijdrage voor de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximum premiedagloon in de zin van artikel 9, eerste lid van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen. De werkgever moet dit aandeel van de werknemer vorderen door het elke week of elke maand in te houden op zijn loon. Inning van de bijdrage De bijdrage wordt krachtens lastgeving geïnd door de Stichting Beheer Horecasecretariaten (Sbh). De Sbh is bevoegd op eigen naam ter invordering van de bijdragen in rechte op te treden. Artikel 5 Aanspraak op een overgangsuitkering 1. Aanspraak op een overgangsuitkering heeft de werknemer: 8

9 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen a. I. die geboren is in 1943 of eerder en de 58-jarige leeftijd heeft bereikt, of II. die geboren is in de jaren 1944 tot en met 1945 en de 59-jarige leeftijd heeft bereikt, of III. die 40 jaar of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers werkzaam is geweest en wenst uit te treden in de jaren 2000 of 2001, of IV. die 41 jaar of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers werkzaam is geweest en wenst uit te treden in de jaren 2002, 2003 en 2004, en b. die gedurende ten minste de laatste tien jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest (voor seizoenwerknemers geldt een evenredig langer dienstjarencriterium, dat wil zeggen in de laatste aaneengesloten seizoenen 120 maanden), en c. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium Jaren, gedurende welke de werknemer in bedrijven of bij werkgevers als bedoeld in de artikel 2, vijfde lid van de CAO krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, kunnen onder nader door het bestuur van de stichting vast te stellen voorwaarden meegeteld worden voor de berekening van de in het eerste lid, sub a en sub b. genoemde perioden. Perioden gedurende welke de werknemer arbeidsongeschikt in de zin van de WAO was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en sub b. genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de stichting meetellen voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en sub b. genoemde perioden. 3. Uitzondering op het dienstjarencriterium Jaren, gedurende welke de werknemer bij een werkgever, die conform artikel 11 van de CAO van de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC) dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de CAO toe te passen, krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en b. genoemde perioden. 9

10 4. Geen aanspraak respectievelijk verlies van aanspraak Geen aanspraak op een overgangsuitkering krachtens de (deeltijd)- overgangsregeling kan doen gelden c.q. dit recht verliest: a. degene, die in aanmerking komt voor een volledige SV-uitkering; b. degene, die in aanmerking komt voor loondoorbetaling door de werkgever tijdens ziekte als bedoeld in artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek; c. degene, die onder een afvloeiingsregeling of een non-activiteitsregeling valt; d. degene, die recht heeft op een (vroeg)pensioen op grond van een arbeidsovereenkomst bij één of meer werkgevers. Hieronder wordt niet verstaan een (vroeg)pensioen ingevolge de regeling van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf of ingevolge de regeling op grond waarvan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf dispensatie voor de regeling van dat fonds heeft verleend. Artikel 6 Deeltijdovergangsregeling 1. Aanspraak Aanspraak op een deeltijdovergangsuitkering heeft de werknemer: a. die aan het bepaalde in artikel 5 voldoet, en b. die gedurende de periode van drie jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum als werknemer bij één of meer werkgevers een arbeidsovereenkomst heeft gehad van 38 uren per week en c. die de voltijdarbeidsovereenkomst met zijn werkgever omzet in een deeltijdarbeidsovereenkomst van 19 uren per week. 2. Deeltijdovergangsregeling Bij gebruikmaking van de deeltijdovergangsregeling wordt voor de werknemers de arbeidsduur verminderd met 50% van de normale arbeidstijd volgens de CAO voor het horeca- en aanverwante bedrijf. Voor de 50% die de werknemer niet meer werkzaam is, ontvangt de werknemer een deeltijdovergangsuitkering. Indien gebruik is gemaakt van de deeltijdovergangsregeling blijft aanspraak bestaan op gebruikmaking van de overgangsregeling. 3. Voorwaarden Aan gebruikmaking van de deeltijdovergangsregeling zijn onderstaande voorwaarden verbonden: a. deelname in de deeltijdovergangsregeling kan alleen op basis van 19 uren per week; b. de werknemer die gebruik maakt van de deeltijdovergangsregeling mag niet langer of korter werken dan 50% van de normale arbeidstijd van 494 uur in een kalenderkwartaal. Dit bete- 10

11 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen kent dat niet langer of korter gewerkt mag worden dan 247 uur in een kalenderkwartaal (met inachtneming van de maximum werktijd per dag). Dit betekent een gemiddelde arbeidstijd van 19 uur per week. 4. Samenloop met een gedeeltelijke SV-uitkering De werknemer die een gedeeltelijke SV-uitkering ontvangt en een arbeidsovereenkomst heeft voor 38 uren per week, heeft aanspraak op een deeltijdovergangsuitkering, indien en voorzover hij voor meer dan 50% van de normale arbeidstijd, als bedoeld in lid 3 sub b., werkzaam is in het bedrijf. Artikel 7 Aanvraagtermijn 1. Indieningstermijn bij de werkgever De werknemer dient het verzoek om deelneming aan de (deeltijd)- overgangsregeling zes maanden voor de gevraagde uittredingsdatum aan de werkgever te doen. 2. Indieningstermijn bij de stichting Het volledig ingevulde aanvraagformulier met bijlagen dient ten minste vier maanden vóór de gevraagde aanvangsdatum van de deelneming in het bezit van de administrateur van de stichting te zijn. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in de vorige volzin, is de stichting bevoegd te bepalen dat de deelneming later aanvangt dan op de gevraagde uittredingsdatum doch uiterlijk op de eerste dag van de maand gelegen vier maanden na de maand waarin de in het voorgenoemde lid bedoelde bescheiden bij de administrateur van de stichting zijn ontvangen. Artikel 8 Uitkeringshoogte 1. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1939 of eerder Voor uittreders geboren in het jaar 1939 of eerder bedraagt de overgangsuitkering 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6 van het reglement, herleid tot een maandbedrag. 11

12 2. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1940 tot en met 1945 die voor 61 jaar uittreden Voor uittreders geboren in de jaren 1940 tot en met 1945 bedraagt de overgangsuitkering bij aanvang van de deelneming tot het bereiken van de 61-jarige leeftijd 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6 van het reglement, herleid tot een maandbedrag. Met ingang van de eerste dag van de maand nadat de uittreder de 61-jarige leeftijd bereikt, bedraagt de overgangsuitkering voor de resterende deelnemingsperiode 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6 van het reglement, herleid tot een maandbedrag verminderd met het bedrag waarop maandelijks recht zou bestaan, indien de werknemer van 1 januari 2000 tot de eerste van de maand nadat de 61-jarige leeftijd is bereikt onafgebroken in de vroegpensioenregeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf zou hebben deelgenomen. 3. Hoogte van de overgangsuitkering voor de geboortejaren 1940 tot en met 1945 die na het bereiken van de 61-jarige leeftijd uittreden en op 61 jaar voldoen aan het dienstjarencriterium Voor uittreders geboren in de jaren 1940 tot en met 1945 die na het bereiken van de 61-jarige leeftijd uittreden en op de eerste dag van de maand na het bereiken van de 61-jarige leeftijd aan het dienstjarencriterium als vermeld in artikel 5, eerste lid voldoen, bedraagt de overgangsuitkering 80% van de uitkeringsgrondslag, als bedoeld in artikel 6 van het reglement, herleid tot een maandbedrag verminderd met het bedrag waarop maandelijks recht zou bestaan, indien de werknemer van 1 januari 2000 tot de eerste van de maand nadat de 61-jarige leeftijd is bereikt onafgebroken in de vroegpensioenregeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf zou hebben deelgenomen. 4. Hoogte van de deeltijdovergangsuitkering a. De uittreder die gebruik maakt van de deeltijdovergangsregeling heeft recht op de helft van de overgangsuitkering die hij ingevolge het eerste lid zou hebben ontvangen. b. Bij de aanvang van de overgangsuitkering in aansluiting op de deeltijdovergangsuitkering wordt de overgangsuitkering als volgt bepaald: het bedrag zoals bepaald onder a. wordt verhoogd met de helft van het voor deze uittreder conform het eerste lid geldende uitkeringspercentage van de uitkeringsgrondslag als bedoeld in artikel 6 van het reglement op basis van de deeltijdsarbeidsovereenkomst. 5. Deeltijdovergangsuitkering van de uittreder die een gedeeltelijke SV-uitkering ontvangt De uitkeringsgrondslag wordt vastgesteld conform artikel 6 van het reglement alsof de uittreder 38 uur werkt. De deeltijdovergangsuitkering bedraagt de helft van het ingevolge het eerste lid voor hem 12

13 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen geldende percentage van de uitkeringsgrondslag verminderd met de SV-uitkering. 6. Aanpassing overgangsuitkering De overgangsuitkering zal worden aangepast aan toekomstige algemene loonmaatregelen, zoals die voor werknemers op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het horeca- en aanverwante bedrijf zullen gelden, tenzij de middelen van de stichting dit naar het oordeel van het bestuur van de stichting niet toelaten. Artikel 9 Inhoudingen De stichting houdt op de (deeltijd)overgangsuitkering in: a. de verschuldigde loonheffing; b. het werknemersaandeel in de premie Ziekenfondswet; c. het eventuele werknemersdeel in de pensioenpremie voor de uittreder krachtens de bij zijn laatste werkgever geldende pensioenregeling. Artikel 10 Verplichting tot gegevensopgave 1. De werkgever en de werknemer zijn verplicht de inlichtingen te verschaffen, die de stichting noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling. Indien de werkgever of de werknemer ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoen, dan is de stichting bevoegd bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen. De uittreder is verplicht om aan de administrateur opgave te doen van die gegevens, die de administrateur voor de uitvoering van het overgangsreglement behoeft. 2. De werknemer dient schriftelijk in te stemmen met het verstrekken van en in te staan voor de juistheid van de gegevens die de werkgever aan de stichting aanlevert en die betrekking hebben op zijn aanvraag om (deeltijd)overgangsuitkering. 3. Indien blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt zijn, kan het bestuur het recht op een (deeltijd)overgangsuitkering laten vervallen. Een en ander laat onverlet de bevoegdheid van het bestuur van de stichting om de (deeltijd)overgangsuitkering te verminderen, 13

14 terug te vorderen of te beëindigen overeenkomstig artikel 14 van het reglement. Artikel 11 Landelijke bedrijfscommissie voor het horecabedrijf 1. Er is een Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf, hierna te noemen de LBC, bestaande uit vijf leden aan werkgeverszijde, alsmede vijf leden aan werknemerszijde. De LBC is gevestigd te Zoetermeer. 2. Vijf leden aan werkgeverszijde worden benoemd door de werkgeversorganisatie, die partij is bij de CAO. Vijf leden aan werknemerszijde worden benoemd door de werknemersorganisaties, die partij zijn bij de CAO. De organisaties benoemen plaatsvervangende leden. 3. Tot de werkzaamheden van de LBC behoort het verlenen van ontheffing van bepalingen van de CAO. Een ontheffing wordt voor bepaalde tijd gegeven. De LBC kan een ontheffing te allen tijde intrekken. 4. Tegen de beslissing van de LBC kan bezwaar worden gemaakt bij de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift bij het secretariaat van de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf, Postbus 121, 2700 AC Zoetermeer. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beslissing schriftelijk door de LBC is bekendgemaakt. Samenstelling en werkwijze van de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf zijn geregeld bij een door de LBC vastgesteld reglement. Een exemplaar van het reglement van de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf zal na ontvangst van het bezwaarschrift dan wel op schriftelijk verzoek worden toegezonden. De Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf geeft haar beslissing in de vorm van een schriftelijk advies. De LBC neemt binnen zes weken na ontvangst van het advies van de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf een nieuwe beslissing over de betreffende kwestie onder vermelding van en met inachtneming van het advies van de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf. Tegen deze nieuwe beslissing kan geen bezwaar meer worden ingediend bij de Bezwaarcommissie CAO s voor het Horecabedrijf, doch uitsluitend bij de daartoe bevoegde rechter. 14

15 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen 5. De LBC zendt een exemplaar van haar reglement aan een werkgever of werknemer, indien deze hiertoe een schriftelijk verzoek heeft ingediend. 15

16 BIJLAGE I REGLEMENT COMMISSIE WERKINGSSFEER Artikel 1 Algemene bepaling Onder,,commissie wordt in dit Reglement verstaan de Commissie Werkingssfeer. Artikel 2 Taak van de commissie De Commissie Werkingssfeer heeft tot taak in concrete gevallen te bepalen of al dan niet sprake is van Contract-cateringactiviteiten, waarop de CAO s Contract-catering van toepassing zijn, dan wel van activiteiten waarop de CAO s in het Horecabedrijf van toepassing zijn. Artikel 3 Samenstelling van de commissie De Commissie Werkingssfeer bestaat uit 9 leden, waarvan er drie worden aangewezen door Koninklijk Horeca Nederland, drie door Veneca, één door de FNV Horecabond, één door CNV Horeca en één door De Unie. Desgewenst kunnen er plaatsvervangers worden benoemd. Een lid kan te allen tijde worden vervangen door de organisatie die hem heeft benoemd. Ontstaat een vacature in de commissie, dan wordt deze vervuld door de organisatie door wie het gedefungeerde lid was benoemd. Artikel 4 Duur van het lidmaatschap De leden en eventuele plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor onbepaalde tijd. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door: a. bedanken door het lid zelf c.q. door de betreffende organisatie alwaar het commissielid bij aangesloten is; b. overlijden van het lid. 16

17 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen Artikel 5 Secretariaat De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat. Het secretariaat wordt, afhankelijk van via welke zijde het verzoek om een uitspraak is binnengekomen, wisselend uitgevoerd door het secretariaat van de Vakraad voor de Contract-cateringbranche (Postbus 90154, 5000 LG te Tilburg) of het secretariaat van de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf, hierna te noemen LBC (Postbus 7308, 2701 AH Zoetermeer). Artikel 6 Indienen van een verzoek 1. Een verzoek om een uitspraak door de commissie kan worden gedaan door ieder van de partijen bij de CAO voor de Contractcateringbranche en de horeca-cao alsmede, wat betreft de eigen onderneming, door iedere werkgever op wie één van die CAO s in redelijkheid van toepassing kan worden geacht alsmede door iedere werknemer van zodanige werkgever. 2. De uitspraak van de commissie heeft het karakter van een bindend advies voor partijen indien deze vooraf schriftelijk zijn overeengekomen deze uitspraak als zodanig te accepteren. 3. Het verzoek dient te vermelden: a. naam en adres van verzoeker c.q. werkgever; b. een nauwkeurige beschrijving van de bedrijfsactiviteiten, eventueel vergezeld van de argumenten die verzoeker heeft betreffende toepasselijkheid van één van de beide in het geding zijnde CAO s. 4. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van het verzoek, een ontvangstbevestiging aan verzoeker en een verklaring dat de partij die het verzoek heeft gedaan zich verbindt de uitspraak van de commissie als bindend te aanvaarden. Indien de verzoeker de uitspraak als bindend wenst te aanvaarden, dient deze verklaring, ondertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te worden geretourneerd. 17

18 Tevens wordt ter gelegenheid van de ontvangstbevestiging gevraagd of de verzoeker in de gelegenheid gesteld wil worden om door de commissie te worden gehoord. De verzoeker dient hierop eveneens binnen 14 dagen na verzending te antwoorden. 5. De secretaris zendt binnen 14 dagen na ontvangst van alle voor de beoordeling noodzakelijke bescheiden, het verzoek aan de Commissie Werkingssfeer, met een verklaring aan ieder der betrokken partijen dat men zich verbindt de uitspraak als bindend te aanvaarden. Indien de desbetreffende partij(en) de uitspraak als bindend wensen te aanvaarden, dient de verklaring, ondertekend, binnen 14 dagen na verzending aan de secretaris te worden geretourneerd. Tevens wordt ter gelegenheid van het in kennis stellen van het verzoek, gevraagd of één of meerdere van de betrokken partijen een hoorzitting wenselijk acht. Hierop dient eveneens binnen 14 dagen na verzending te worden geantwoord. Artikel 7 Het horen van partijen 1. Indien de verzoeker of één der partijen zulks te kennen heeft gegeven, roept de secretaris partijen op om op een zitting te verschijnen teneinde door de commissie te worden gehoord. Bij deze hoorzitting dient de commissie zich te laten vertegenwoordigen door minimaal één afgevaardigde namens Veneca, minimaal één afgevaardigde namens Koninklijk Horeca Nederland en minimaal één afgevaardigde namens de overige organisaties. 2. Deze hoorzitting wordt gehouden binnen één maand nadat de verzoeker heeft kenbaar gemaakt te willen worden gehoord. De termijn van één maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal één maand. 3. Verzoeker en/of de betrokken partijen kunnen zich laten bijstaan door deskundigen. Artikel 8 Verdere behandeling van het verzoek 1. De commissie neemt binnen één maand nadat zij kennis heeft genomen van het verzoek of binnen één maand na de hoorzitting een besluit. De commissie wordt, ten behoeve van het te nemen besluit, in het bezit gesteld van het verslag van de eventueel gehouden hoorzitting. 18

19 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen Deze termijn van één maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal één maand. 2. Een besluit van de commissie behoeft de steun van zeven of meer leden van de commissie. Ontbreekt in een voorkomend geval zodanige meerderheid, dan wordt het dossier in handen gesteld van een gezamenlijk door partijen aangewezen vertrouwenspersoon die binnen één maand na verwerking van het dossier een besluit neemt. Deze termijn van 1 maand kan door omstandigheden worden verlengd met maximaal één maand. 3. Bij gebreke van eenstemmigheid aangaande de vertrouwenspersoon, wordt in de vacature voorzien, op verzoek van de meest gerede partij, door de voorzitters van de Stichting van de Arbeid. 4. De commissie respectievelijk de vertrouwenspersoon baseert zich bij haar respectievelijk zijn besluiten op de in de CAO voor de contractcateringbranche en de horeca-cao neergelegde werkingssfeerbepalingen. Richtinggevend is wat ter zake van dergelijke activiteiten in de bijlage bij dit Reglement is neergelegd. 5. De commissie kan buiten vergadering rechtsgeldige besluiten nemen. Voorwaarde is wel dat de mening van ieder commissielid, schriftelijk bij de secretaris is ingediend. 6. Het besluit van de commissie wordt terstond aan de verzoeker schriftelijk medegedeeld. De uitspraak dient de gronden te bevatten waarop zij berust. 7. Indien het besluit zal worden genomen door de vertrouwenspersoon, wordt, zodra dit bekend is, de verzoeker daarvan in kennis gesteld. 8. Het besluit van de vertrouwenspersoon wordt terstond aan de verzoeker schriftelijk medegedeeld. Artikel 9 Kosten De vacatiegelden van de leden van de commissie worden vastgesteld overeenkomstig de voor de leden van het bestuur van de Vakraad/LBC 19

20 vastgestelde regeling. Deze kosten komen ten laste van de Stichting Vakraad voor de Contract-cateringbranche/LBC. Artikel 10 Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie. 20

21 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE IA REGLEMENT COMMISSIE WERKINGSSFEER Partijen bij de CAO voor de contract-cateringbranche en bij de horeca- CAO realiseren zich dat de aard van contract-cateringactiviteiten meebrengt dat het moeilijk is daarvan een precieze en tegelijkertijd genoegzame definitie te geven en, derhalve, in een concreet geval te bepalen of al dan niet van zodanige activiteiten sprake is, zulks afgezet tegen andere activiteiten die thans vallen onder de werkingssfeer van het Instellingsbesluit van het Bedrijfschap Horeca en Catering en (daarmee) van de horeca-cao. De omschrijving van die activiteiten in genoemde CAO s heeft in verband daarmee het karakter gekregen van een karakteristiek, aan de hand waarvan van geval tot geval zal moeten worden bezien of al dan niet van zodanige activiteiten sprake is. Bij het nemen van beslissingen in concrete gevallen strekt het navolgende de Commissie Werkingssfeer resp. Vertrouwenspersoon mede tot richtsnoer. Restauratieve diensten waarbij van contract-catering sprake is, doen zich voor bij dienstverlening ten behoeve van bijvoorbeeld de volgende opdrachtgevers: werkgevers (ten behoeve van degenen die in hun onderneming werkzaam zijn), ziekenhuizen (ten behoeve van patiënten), gevangenissen (ten behoeve van degenen die een vrijheidsstraf of hechtenis ondergaan), onderwijsinstellingen (ten behoeve van studenten/ leerlingen) en het leger (ten behoeve van militairen). Uitgangspunt is dat van de restauratieve diensten in kwestie in overwegende mate gebruik gemaakt wordt door de categorie gebruikers met wie de opdrachtgever de in de CAO genoemde andere,,durende band heeft. Dat is in beginsel niet mogelijk indien de activiteiten niet in de besloten kring van het bedrijf of de instelling van de opdrachtgever worden aangeboden en verricht. Zo is bij de publieke horeca-exploitatie van een gelegenheid als Duinrell niet van contract-catering sprake. Hetzelfde geldt voor de exploitatie door een cateringbedrijf van een gelegenheid als het WTC-restaurant te Rotterdam; daar is immers sprake van een volledige publieke openstelling alsmede van een vorm van dienstverlening die een horeca-exploitatie is tegen nagenoeg,,normale horecaprijszetting van de aangeboden produkten en diensten. Tenslotte kan bij wijze van voorbeeld ook de dienstverlening door een cateringbedrijf bij dierentuin Artis worden genoemd; ook daar staat de exploitatie volledig 21

22 open voor het publiek, waarmee geen vaste andere relatie bestaat dan hierboven bedoeld, en ook hier geldt dat de normale horecaprijszetting grotendeels wordt gevolgd. Bestaat twijfel over de vraag of in een concreet geval al dan niet van contract-cateringactiviteiten sprake is, dan is indicatief voor de aanwezigheid daarvan dat de opdrachtgever een overwegende invloed heeft bij de bepaling waar, wanneer en/of op welke condities de activiteiten worden verricht. 22

23 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen BIJLAGE II REGLEMENT STICHTING OVERGANGSREGELING VOOR HET HORECABEDRIJF Artikel 1 Definities In het overgangsreglement wordt verstaan onder: a. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst Overgangsregeling voor het Horecabedrijf; b. Stichting: de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf, gevestigd te Zoetermeer; c. Werknemer: degene die werknemer is in de zin van de CAO; d. Seizoenwerknemer: degene die seizoenwerknemer is in de zin van de CAO; e. Werkgever: degene die werkgever is in de zin van de CAO; f. Pensioendatum: de eerste dag van de maand, waarin de werknemer 65 jaar wordt; g. Uittreder: de werknemer wiens verzoek om in aanmerking te komen voor een (deeltijd)overgangsuitkering door de stichting is ingewilligd; h. SV-uitkering: een uitkering krachtens de ZW, WAO/AAW, of WAZ, dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen, een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet of een daarmee gelijkgestelde uitkering. Artikel 2 Bijdrage 1. Hoogte van de bijdrage De werkgever is een bijdrage verschuldigd aan de stichting, waarvan een deel wordt ingehouden op het loon van de werknemer. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld en uitgedrukt in een percentage van de bijdragegrondslag. De bijdragegrondslag is het brutoloon sociale verzekeringen vermeerderd met het werknemersaandeel in de pensioenpremie van de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf, de premie die werknemer verschuldigd is of zou zijn aan de Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf en het 23

24 werknemersaandeel in de bijdrage voor de Stichting Overgangsregeling voor het Horecabedrijf met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximum premiedagloon in de zin van artikel 9, eerste lid van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen. Voor de vaststelling van de loonsom worden alle werknemers die in dienst zijn van de werkgever en die vallen onder de CAO meegenomen. De werkgever moet deze loongegevens vermelden op de individuele jaaropgave. 2. Informatieverstrekking De werkgever is verplicht op de tijdstippen, op de wijze en over de tijdvakken als door de stichting bepaald, de gegevens te verstrekken die de stichting nodig acht om de door de werkgever volgens de CAO verschuldigde bijdrage of de door de stichting te vorderen voorschotbijdrage vast te stellen. Indien de werkgever niet, niet tijdig of onvolledig de benodigde gegevens aan de stichting verstrekt, is de stichting bevoegd de hoogte van de bijdrage of het voorschot naar beste weten zelf vast te stellen. De kosten van het vergaren en verstrekken van de door de stichting gewenste informatie komen voor rekening van de werkgever. 3. Inning van de bijdrage De bijdrage wordt krachtens lastgeving vastgesteld en geïnd door de Stichting Beheer Horeca-secretariaten (Sbh). De Sbh is bevoegd op eigen naam ter invordering van de bijdragen in rechte op te treden. Betalingen door de werkgever aan de Sbh verricht strekken naar rato van de vorderingen van de stichting, de in artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het horeca- en aanverwante bedrijf genoemde stichtingen, de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Horecabedrijf, de Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid in het Horecabedrijf en de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf in mindering op de betreffende vorderingen, tenzij de Sbh de betreffende betalingen aan een bepaalde vordering toewijst. 4. Tijdstip van betaling De werkgever is verplicht de bijdrage over de periode waarover die aan de stichting is verschuldigd bij vooruitbetaling te voldoen. Aan het begin van ieder kalenderjaar ontvangt de werkgever een nota voor de door de werkgever over dat kalenderjaar te betalen bedragen. De werkgever is gerechtigd in vier kwartalen te betalen. Aan het begin van ieder kalenderkwartaal ontvangt de werkgever daartoe een afzonderlijke nota. Na het einde van het betreffende kalenderjaar ontvangt de werkgever een definitieve nota betreffende de eindafrekening over het kalenderjaar. Op het moment dat de werkgever achterstallig is met de betaling van twee kwartaaltermijnen wordt het totale jaarbedrag dat aan de stichting verschuldigd is terstond opeisbaar. 24

25 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen 5. Niet-tijdige betaling Bij niet-tijdige betaling van de op de nota vermelde bedragen is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in gebreke. De Sbh is dan bevoegd: a. de vastgestelde bijdrage van de werkgever met 10% over het openstaande bedrag te verhogen met een minimum van f 25,- en; b. vergoeding te vorderen van alle buitengerechtelijke en gerechtelijke invorderingskosten. De buitengerechtelijke invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van f 150,-. Artikel 3 Overgangsuitkering 1. Aanspraak Aanspraak op een overgangsuitkering heeft de werknemer: a. I. die geboren is in 1943 of eerder en de 58-jarige leeftijd heeft bereikt, of II. die geboren is in de jaren 1944 tot en met 1945 en de 59-jarige leeftijd heeft bereikt, of III. die 40 jaar of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers werkzaam is geweest en wenst uit te treden in de jaren 2000 of 2001, of IV. die 41 jaar of meer jaren krachtens een arbeidsovereenkomst als werknemer bij één of meer werkgevers werkzaam is geweest en wenst uit te treden in de jaren 2002, 2003 en 2004, en b. die gedurende ten minste de laatste tien jaar voorafgaande aan de uittredingsdatum ononderbroken bij één of meer werkgevers als werknemer werkzaam is geweest (voor seizoenwerknemers geldt een evenredig langer dienstjarencriterium, dat wil zeggen in de laatste aaneengesloten seizoenen 120 maanden), en c. die de arbeidsovereenkomst met zijn werkgever beëindigt tegen de datum van uittreden. 2. Uitbreiding van het dienstjarencriterium Jaren, gedurende welke de werknemer in bedrijven of bij werkgevers als bedoeld in artikel 2 vijfde lid van de CAO krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, kunnen onder nader door het bestuur van de stichting vast te stellen voorwaarden meegeteld wor- 25

26 den voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en sub b. genoemde perioden. Perioden gedurende welke de werknemer arbeidsongeschikt in de zin van de WAO was worden meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en sub b. genoemde perioden. Andere onderbrekingen van beperkte duur buiten de schuld van de werknemer kan het bestuur van de stichting meetellen voor de berekening van het eerste lid, sub a. en sub b. genoemde perioden. 3. Uitzondering op het dienstjarencriterium Jaren, gedurende welke de werknemer bij een werkgever, die conform artikel 11 van de CAO van de Landelijke Bedrijfscommissie voor het Horecabedrijf (LBC) dan wel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing heeft gekregen om (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de CAO toe te passen, krachtens een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest, worden niet meegeteld voor de berekening van de in het eerste lid, sub a. en b. genoemde perioden. 4. Geen aanspraak respectievelijk verlies van aanspraak Geen aanspraak op een overgangsuitkering krachtens de (deeltijd)- overgangsregeling kan doen gelden c.q. dit recht verliest: a. degene, die in aanmerking komt voor een volledige SV-uitkering; b. degene, die in aanmerking komt voor loondoorbetaling door de werkgever tijdens ziekte als bedoeld in artikel 7:629, van het Burgerlijk Wetboek; c. degene, die onder een afvloeiingsregeling of een nonactiviteitsregeling valt; d. degene, die recht heeft op een (vroeg)pensioen op grond van een arbeidsovereenkomst bij één of meer werkgevers. Hieronder wordt niet verstaan een (vroeg)pensioen ingevolge de regeling van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf of ingevolge de regeling op grond waarvan de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf dispensatie voor de regeling van dat fonds heeft verleend. Artikel 4 Deeltijdovergangsregeling 1. Aanspraak Aanspraak op een deeltijdovergangsuitkering heeft de werknemer: a. die aan het bepaalde in artikel 3 voldoet, en b. die gedurende de periode van drie jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum als werknemer bij één of meer werkgevers een arbeidsovereenkomst heeft gehad van 38 uren per week en 26

27 Horecabedrijf 2000/2004 Overgangsregeling Verbindendverklaring CAO-bepalingen c. die de voltijdarbeidsovereenkomst met zijn werkgever omzet in een deeltijdarbeidsovereenkomst van 19 uren per week. 2. Deeltijdovergangsregeling Bij gebruikmaking van de deeltijdovergangsregeling wordt voor de werknemers de arbeidsduur verminderd met 50% van de normale arbeidstijd volgens de CAO voor het horeca- en aanverwante bedrijf. Voor de 50% die de werknemer niet meer werkzaam is, ontvangt de werknemer een deeltijdovergangsuitkering. Indien gebruik is gemaakt van de deeltijdovergangsregeling blijft aanspraak bestaan op gebruikmaking van de overgangsregeling. 3. Voorwaarden Aan gebruikmaking van de deeltijdovergangsregeling zijn onderstaande voorwaarden verbonden: a. deelname in de deeltijdovergangsregeling kan alleen op basis van 19 uren per week; b. de werknemer die gebruik maakt van de deeltijdovergangsregeling mag niet langer of korter werken dan 50% van de normale arbeidstijd van 494 uur in een kalenderkwartaal. Dit betekent dat niet langer of korter gewerkt mag worden dan 247 uur in een kalenderkwartaal (met inachtneming van de maximum werktijd per dag). Dit betekent een gemiddelde arbeidstijd van 19 uur per week. 4. Samenloop met een gedeeltelijke SV-uitkering De werknemer die een gedeeltelijke SV-uitkering ontvangt en een arbeidsovereenkomst heeft voor 38 uren per week, heeft aanspraak op een deeltijdovergangsuitkering, indien en voorzover hij voor meer dan 50% van de normale arbeidstijd, als bedoeld in lid 3 sub b., werkzaam is in het bedrijf. Artikel 5 Aanvraagtermijn 1. Indieningstermijn bij de werkgever De werknemer dient het verzoek om deelneming aan de (deeltijd)- overgangsregeling zes maanden voor de gevraagde uittredingsdatum aan de werkgever te doen. 27

28 2. Indieningstermijn bij de stichting Het volledig ingevulde aanvraagformulier met bijlagen dient ten minste vier maanden vóór de gevraagde aanvangsdatum van de deelneming in het bezit van de administrateur van de stichting te zijn. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in de vorige volzin, is de stichting bevoegd te bepalen dat de deelneming later aanvangt dan op de gevraagde uittredingsdatum doch uiterlijk op de eerste dag van de maand gelegen vier maanden na de maand waarin de in het voorgenoemde lid bedoelde bescheiden bij de administrateur van de stichting zijn ontvangen. Artikel 6 Uitkeringsgrondslag 1. Bepaling uitkeringsgrondslag Als grondslag voor de (deeltijd)overgangsuitkering voor de geboortejaren 1945 en eerder geldt de pensioengrondslag die door de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Horecabedrijf over het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin men uittreedt voor de werknemer is vastgesteld verhoogd met de ontwikkeling van de lonen op grond van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het horeca- en aanverwante bedrijf vanaf 1 januari van het jaar waarin men uittreedt tot het moment dat men uittreedt. 2. Maximum De grondslag voor de (deeltijd)overgangsuitkering bedraagt ten hoogste 1,5 maal het maximum premiedagloon ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, herleid tot een jaarbedrag. 3. Bijzondere bepaling ten aanzien van loonsverhogingen In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, indien de pensioengrondslag in de drie voorafgaande jaren meer is gestegen dan zou voortvloeien uit loonsverhogingen ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst voor het horeca- en aanverwante bedrijf in de betreffende jaren, dit meerdere niet in aanmerking genomen voor de bepaling van de (deeltijd)overgangsuitkering. Indien naar het oordeel van het bestuur van de stichting voldoende reden aanwezig is geweest om een hogere salarisstijging aan de werknemer toe te kennen, kan het bestuur van de stichting in afwijking van het in de vorige volzin bepaalde besluiten dit meerdere geheel of gedeeltelijk eveneens in aanmerking te nemen voor de bepaling van de grondslag voor de (deeltijd)overgangsuitkering. 28

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Horecabedrijf Stichting Aanvullende Voorzieningen bij Arbeidsongeschiktheid 2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9408 Bijvoegsel Stcrt.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8639 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-11-1996, nr. 221 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 25 SEPTEMBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegd Uittreden 2004/2008 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8560 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 4-6-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 21 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN.

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN. VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BEROEPSGOEDERENVERVOER OVER DE WEG EN DE VERHUUR VAN MOBIELE KRANEN oktober 2005 ARTIKEL 1A Werkingssfeer 1. De bepalingen van deze overeenkomst

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDEND VERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN HET SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBEDRIJF INZAKE VRIJWILLIG

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9370 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 15-06-2000, nr. 113 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen Vervroegd Uittreden 2005 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING VOOR HET BIOSCOOPBEDRIJF Artikel 1 Werkingssfeer Deze overeenkomst is van toepassing op werkgevers en werknemers zoals gedefinieerd in artikel 3 sub d

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9091 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-10-1998, nr. 207 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 OKTOBER 2003 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8446 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-01-1996, nr. 3 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING _721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING 1.233.009_721_CAO_120911_Wijziging VUT-regeling ARTIKEL 1 Definities 1. Werkgever : de organisatie als bedoeld in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Confectie-Industrie Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1999/2003 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9212 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 05-05-1999,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Contract-cateringbranche inzake de Stichting Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid (SAVAC) 1997 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 31 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8726 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 10-2-1997, nr. 28 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8730 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-02-1997, nr. 37 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tuincentrumbranche Sociaal Fonds 2000/2004 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9363 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-04-2000, nr. 81 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9552 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 08-05-2001, nr. 88 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8495 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-02-1996, nr. 43 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST IN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8553 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 2-5-1996, nr. 84 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8579 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 31 juli 1996, nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG VERVROEGD

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9705 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 16-01-2002, nr. 11 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel inzake Vervroegd Uittreden 2001/2002 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9594 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-2001,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 13 APRIL 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9911 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-04-2003, nr. 73 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING. 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling

VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING. 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling VUT-CAO STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE PARTICULIERE BEVEILIGING 1.234.029_721_ CAO nieuw_120911_wijziging VUT-regeling ARTIKEL 1 Definities 1. Werkgever : de organisatie als bedoeld in

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Schoendetailhandel 2001/2002 Vervroegd Uitreden Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9605 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 07-08-2001, nr. 150 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE TANDTECHNIEK INZAKE VERVROEGD UITTREDEN AI Nr. 10048

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tandtechniek 2001/2004 Vervroegd Uittreden Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9516 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-02-2001, nr. 40 ALGEMEEN

Nadere informatie

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING

STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING REGLEMENT STICHTING VERVROEGDE UITTREDING VOOR DE GROOTHANDEL IN EIEREN EN EIPRODUKTEN EN DE EIPRODUKTENINDUSTRIE 55-PLUSREGELING ARTIKEL 1 Definities Werkgever: Werknemer: Deelnemer: CAO: 55-plusregeling:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI nr. 8642 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8924 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-12-1997, nr. 249 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Architectenbureaus Aanvullingsregeling en afwikkeling vrijwillig vervroegd uittreden 2008/2010 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8640 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8763 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 16-4-1997, nr. 73 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9038 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-08-1998, nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

OVERGANGSREGLEMENT. december 2006

OVERGANGSREGLEMENT. december 2006 OVERGANGSREGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR ONDERHOUD EN REINIGING IN SCHEEPVAART, INDUSTRIE EN MILIEU EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN december 2006 Inhoudsopgave VUT-CAO ARTIKEL 1 Definities

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Verblijfsrecreatie 1999/2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9190 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 11-02-1999, nr. 29 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9720 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 01-02-2002, nr. 23 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de resterende looptijd en voor zover bepalingen of delen van bepalingen niet zijn gerenvooieerd.

Algemeen verbindend verklaring wordt aangevraagd voor de resterende looptijd en voor zover bepalingen of delen van bepalingen niet zijn gerenvooieerd. I Stichtingen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken en Arbeidsvoorwaardenwetgeving t.a.v. de heer mr. M.H.M. Van der Goes Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG onderwerp: Aw

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8559 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 04-06-1996, nr. 104 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 8 MAART 2005 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953 Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953 1 januari 2006 tot 1 januari 2011 Uitgave van de Vakraad

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Vervoer van personen met personenauto s Sociaal Fonds 1996/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8622 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 28-10-1996,

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...

Nadere informatie

REGLEMENT. Toeslagregeling per

REGLEMENT. Toeslagregeling per REGLEMENT Toeslagregeling per STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL Juni 2007 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: In dit reglement gelden de begrippen als omschreven in de Cao Toeslagregeling.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Gevestigde Bloemendetailhandel Inzake Sociaal Fonds 2003 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9871 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 21-01-2003, nr.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 FEBRUARI 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVERGANGSREGELING VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET HORECABEDRIJF

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVERGANGSREGELING VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET HORECABEDRIJF COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVERGANGSREGELING VERVROEGD UITTREDEN VOOR HET HORECABEDRIJF Van 1 januari 2005 tot en met 30 juni 2005 met stilzwijgende verlenging van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2010

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8580 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 31-7-96 nr. 145 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I SZW Nr. 8298 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-1995, nr. 136 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Handel in Bouwmaterialen Vervroegde Uittreding 1996/2000 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8487 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 22-2-1996, nr. 38 ALGEMEEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen 2003/2004 Sociaal Fonds Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9890 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-02-2003, nr. 40 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8913 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 23-12-1997, nr. 247 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID UAW Nr. 10166 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 25-05-2004, nr. 97 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE

Nadere informatie

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006 TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Per 1 januari 2006 Looptijd tot en met 31 december 2014 Versie 1 januari 2013 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950 Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950 1 januari 2011 tot 1 januari 2016 Uitgave van de Vakraad voor de Contractcateringbranche

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen Vervroegd Uittreden 2000 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9348 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 14-03-2000, nr. 52 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33365 23 december 2013 Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor werknemers geboren in 1950, 1951,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Textielindustrie Vrijwillig Vervroegd Uittreden 1995/1997 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8245 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 20-3-1995,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2006/2007 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22056 26 mei 2016 Ambachtelijke Pluimvee en Wildbedrijven Fonds Bevordering Arbeidsverhoudingen 2016/2017 Verbindendverklaring

Nadere informatie

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW REGLEMENT OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW Reglement Overgangsregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Inhoudsopgave Artikel 1 Definities 1 Artikel 2 Informatieverstrekking

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8884 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 20-11-1997, nr. 224 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 356 Besluit van 18 augustus 2008, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering in verband met beperking van

Nadere informatie

1 januari 2014 tot 1 januari 2019

1 januari 2014 tot 1 januari 2019 Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953 1 januari 2014 tot 1 januari 2019 Uitgave van de Vakraad

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

1 januari 2014 tot 1 januari 2019

1 januari 2014 tot 1 januari 2019 Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren in 1950, 1951, 1952 of 1953 1 januari 2014 tot 1 januari 2019 Uitgave van de Vakraad

Nadere informatie

REGLEMENT Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT-reglement)

REGLEMENT Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT-reglement) REGLEMENT Aanvullende Verzekeringen bij Arbeidsongeschiktheid Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (SAVAMITT-reglement) begripsbepalingen artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. Werkgever

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I-SZW Nr. 8291 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 5-7-1995, nr. 127 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19534 3 december 2010 Contractcateringbranche Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor werknemers geboren vóór 1950 2011/2015

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9502 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 09-02-2001, nr. 29 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST REGELING ARBEIDSVOORZIENING

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17299 18 juli 2014 Gemengde Branche en Speelgoedbranche Sociaal Fonds 2014 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen REGLEMENT ZORGVERLOF APOTHEKEN INHOUD Definities Doel van de Zorgverlofregeling Aanmelding en Informatieverstrekking Financiering Premiegrondslag Premieheffing Voorwaarden voor gebruikmaking van de Zorgverlofregeling

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950

Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950 Collectieve Arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren vóór 1950 1 januari 2006 tot 1 januari 2011 Uitgave van de Vakraad voor de Contractcateringbranche

Nadere informatie

Postadres Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 3183 Afdeling CAV. Bezoekadres Rijnzathe LV DEN HAAG 3454 PV De Meern

Postadres Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 3183 Afdeling CAV. Bezoekadres Rijnzathe LV DEN HAAG 3454 PV De Meern - Vereniging - -. lj Postbus 3183 13502 GD Utrecht Bestuursondersteuning Postadres Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 3183 Afdeling CAV 3502 GD Utrecht Postbus 90801 Bezoekadres Rijnzathe

Nadere informatie

BIJLAGE IV REGLEMENT VAN DE BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE ZOETWARENINDUSTRIE Als bedoeld in artikel 53 van de CAO voor de Zoetwarenindustrie

BIJLAGE IV REGLEMENT VAN DE BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE ZOETWARENINDUSTRIE Als bedoeld in artikel 53 van de CAO voor de Zoetwarenindustrie BIJLAGE IV REGLEMENT VAN DE BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE ZOETWARENINDUSTRIE Als bedoeld in artikel 53 van de CAO voor de Zoetwarenindustrie ARTIKEL 1 DEFINITIES CAO: Beroepscommissie: Werkgeversvereniging:

Nadere informatie

REGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN TIJDSCHRIFTJOURNALISTEN VANAF 1 JANU A RI 2006. april 2010

REGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN TIJDSCHRIFTJOURNALISTEN VANAF 1 JANU A RI 2006. april 2010 REGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN TIJDSCHRIFTJOURNALISTEN VANAF 1 JANU A RI 2006 april 2010 PREAMBULE Per 1 januari 2006 heeft de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Tijdschriftjournalisten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17564 5 september 2012 Recreatie Sociaal Fonds 2012 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

REGLEMENT. per 1 januari 2006. Stichting VUT fonds ECI

REGLEMENT. per 1 januari 2006. Stichting VUT fonds ECI REGLEMENT per 1 januari 2006 van Stichting VUT fonds ECI houdende de regeling vrijwillig vervroegde uittreding. Bladnummer 1 van 6 DEFINITIES Artikel 1 1. In,dit reglement wordt verstaan onder: Stichting:

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH Inhoudsopgave Artikel Titel 1. Algemene bepalingen 1 2. Deelnemers 1 3. Jaarsalaris 2 4. Arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008 Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die op en na 1 januari

Nadere informatie

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel

Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Reglement Juridische Dienstverlening Vereniging van Middenkader en Hoger Personeel van AkzoNobel Artikel 1 Definities Arbeidsgeschillen; geschillen omtrent de interpretatie en uitvoering van hetgeen tussen

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart 2005/2006 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN

Nadere informatie

OVERGANGSREGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN UIT DE TECHNISCHE GROOTHANDEL. januari 2014

OVERGANGSREGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN UIT DE TECHNISCHE GROOTHANDEL. januari 2014 OVERGANGSREGLEMENT STICHTING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN UIT DE TECHNISCHE GROOTHANDEL januari 2014 ARTIKEL 1 Definities 1. CAO: CAO inzake Vrijwillig Vervroegd Uittreden uit de Technische Groothandel

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Bouwbedrijf 2003/2005 Bedrijfstakeigen Regelingen Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9993 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 29-09-2003, nr. 187 ALGEMEEN

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie