UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 12

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 12 Opgave 1 a. Wat is een sub-grootboek? Een sub-grootboek is een specificatie van een grootboekrekening. b. Wat is een bijboek? Een bijboek is een specificatie van een grootboekrekening in aantallen. c. Naar aanleiding van welke boekingsstukken wordt het debiteuren subgrootboek bijgewerkt? Naar aanleiding van een uitgaande factuur en het bankafschrift. d. Naar aanleiding van welk boekingsstuk wordt het voorraad bijboek bijgewerkt? Naar aanleiding van magazijn ontvangstbon of uitgiftebon. Opgave 2 Een administratie kent meerdere dagboeken. Zo kennen we het inkoopboek, het verkoopboek, bankboek enzovoorts. a. Omschrijf een dagboek. In een dagboek wordt op volgorde gelijksoortige financiële feiten vastgelegd. b. Wat is bij sub-grootboekrekeningen een saldilijst? Een saldilijst is een tabel waarbij van alle saldi van de subgrootboekrekeningen op een rij worden gezet en getotaliseerd. c. Waarmee moet dit getotaliseerde saldo overeenstemmen? Met de grootboekrekening waarvan de sub-grootboeken een specificatie zijn. 1

2 Een ondernemer heeft de volgende sub-grootboekrekeningen: Nr Naam: Van der Broek 1-mrt Saldo mrt Banden mrt 3003 Bank mrt Wieldoppen Nr Naam: Comitex 1-mrt Saldo mrt 3001 Bank mrt Zwaailichten mrt Spuiten ambulance Nr Naam: Laan & Bos 1-mrt Saldo mrt Tunen mrt Motor mrt Revisie Nr Naam: Kachelman 1-mrt Saldo mrt Schadeherstel mrt 3003 Bank Nr Naam: Sportief en zakelijk 1-mrt Saldo mrt 3002 Bank mrt Achterklep mrt Montage klep

3 d. Maak van de sub-grootboeken een saldilijst. Saldilijst debiteuren Nr. Naam Saldo Vander Broek Comitex Laan & Bos Kachelman Sportief en Zakelijk Totaal Het saldo van de grootboekrekening debiteuren per is e. Kan het saldo van de saldilijst anders zijn dan het saldo van de grootboekrekening? Motiveer het antwoord. Het antwoord is nee. Het sub-grootboek is een nadere detaillering van het grootboek. Dus een verschil is niet mogelijk. Na onderzoek in de administratie blijkt dat een verkoopfactuur als inkoopfactuur is geboekt. Bij de onderneming wordt altijd eerst de factuur verzonden en daarna de goederen. De aflevering van de goederen is wel juist in de administratie verwerkt. Het betreft een factuur van inclusief omzetbelasting. De VVP van de goederen was De prijsverschillen worden geboekt bij ontvangst van de goederen. f. Maak de correctieboeking. Geboekt is: mrt Geboekt moest worden: mrt

4 De correctieboeking is: mrt Opgave 3 Een onderneming heeft de volgende bijboekrekeningen: Artikelnr Naam: Paraplu VVP 8,00 1-mrt mrt mrt Artikelnr Naam: Rubberen laars VVP 21,00 1-mrt mrt mrt Artikelnr Naam: Regenjas VVP 54,00 1-mrt jan jan a. Maak voor de onderneming de voorraadstaat. Voorraadstaat per 31 maart 2017 Artikelnr. Omschrijving Aantal VVP Saldo Paraplu's Rubberen laarzen Regenjassen

5 Op 31 maart wordt de voorraad geteld. In werkelijkheid is aanwezig: Omschrijving Aantal Paraplu's 120 Rubberen laarzen 180 Regenjassen 450 b. Pas de voorraadstaat aan de werkelijke hoeveelheden aan. Voorraadstaat per 31 maart 2017 Artikelnr. Omschrijving Aantal VVP Saldo Paraplui's 120 8,00 960, Rubberen laarzen , , Regenjas , , ,00 c. Maak de journaalpost van de gevolgen van de aanpassing van de voorraadstaat. Er van uitgaande dat de boekhoudkundige voorraad gelijk was aan de voorraad voor de aanpassing van de voorraadstaat. 31-mrt Opgave 4 a. Welke incassomaatregelen kan een onderneming nemen die de risico s en/of kosten beperken? Maatregelen die de kosten en risico s van debiteuren beperken, zijn: factoring kredietlimiet kredietbeperking toetsen van debiteuren b. Wat zijn de voordelen van een factoronderneming? Dat hangt van de afspraken tussen de factormaatschappij en de onderneming af. De relatie onderneming en factormaatschappij kent een aantal variaties: de factormaatschappij financiert de vorderingen en houdt een bepaald percentage als dekking voor rente en kosten in 5

6 Het voordeel is dat de onderneming direct over het geld kan beschikken de factormaatschappij neemt de vorderingen van de onderneming over. Het risico van niet betalen is dan voor de factormaatschappij Het grote voordeel is dat de onderneming direct over het geld kan beschikken en geen risico s loopt met onbetaalde rekeningen de factormaatschappij neemt de incasso-werkzaamheden over en ontvangt hiervoor een vergoeding Het grote voordeel is dat een incassomaatschappij een deskundige is met betrekking tot de incasseren van de debiteuren. Nadeel is wel dat de klanten te maken krijgen met een onbekende namelijk de factormaatschappij. Dat wordt niet door iedereen als prettig ervaren. Het grote nadeel van een factormaatschappij is dat ze geld kosten. c. Wat wordt verstaan onder een kredietlimiet? Bij een kredietlimiet heeft een klant een maximum met betrekking tot de openstaande rekeningen. Een klant mag niet meer facturen hebben openstaan dan bijvoorbeeld d. Wanneer wordt de kredietruimte gebruikt? Wanneer een klant een bestelling op rekening wil plaatsen wordt bekeken of er nog kredietruimte is. De kredietruimte is het verschil tussen de kredietlimiet en de totaal openstaande vorderingen van die klant. Wanneer de kredietlimiet is en het totaal van de openstaande vorderingen is dan is de kredietruimte nog = De klant mag op dat moment nog maximaal voor op rekening aanschaffen. e. Wat wordt bedoeld met kredietbeperking? Hiermee stuurt de verkoper een factuur inclusief opslag op de totale prijs (Inclusief btw). Wanneer de klant binnen een bepaalde termijn betaalt mag dit bedrag van de rekening worden afgetrokken. 6

7 f. Op welke wijze kunnen debiteuren worden getoetst? Deze informatie is redelijk goedkoop te verkrijgen bij: de Kamer voor Koophandel Hier worden balansen gepubliceerd van bv s en nv s. Bovendien is daar bekend of de klant wel bestaat en hoe lang dat het geval is. Informatie-instellingen als Dun & Bradstreet, Graydon, Trade4sure enzovoorts. Deze instellingen hebben veel informatie over debiteuren waaruit het betalingsgedrag en kredietwaardigheid is af te leiden. de BKR (Bureau Krediet Registratie) hier kan informatie omtrent bestaande leningen van natuurlijke personen worden verkregen. Opgave 5 Een onderneming betaalt per half jaar interest achteraf van de 5% hypothecaire lening. Dit doet de onderneming op 1 februari 2017 en 1 augustus De onderneming past in haar boekhouding de permanence de l inventaire toe met resultatenberekening per maand. De interest die op 1 februari 2017 is betaald is a. Stel voor de onderneming de grootrekening Nog te betalen kosten per samen. De oplossing bestaat uit drie stappen: Stap I De maandelijkse interestkosten moeten worden berekend. Eerst wordt de hoogte van de lening berekend. K P M K = Interest = K = ,025K = K = In het eerste half jaar wordt er niets afgelost dus de rentekosten per maand is: = 625 7

8 De maandelijkse boeking van de rente is: Stap II De betalingen van de interest moeten worden verzameld. Er is in het eerste half jaar maar één keer aan de bank betaald. Het op 1 februari 2017 betaalde bedrag is De journaalpost van deze betaling is: Stap III Het saldo op moet worden berekend. Op 1 februari 2017 is voor 6 maanden achteraf betaald. De betaling betreft voor 1 maand (januari) De rest was vanwege rentekosten in maand 625 is voor 2017 het restant = was voor 2016 en stond dus als saldo op de grootboekrekening 153 Nog te betalen bedragen. De grootboekrekening 153 Nog te betalen bedragen ziet er op 30 juni zo uit: 153 Nog te betalen bedragen 1-feb Betaling jan Saldo balans jan feb mrt apr mei jun Saldo jun