Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2
|
|
- Brecht de Ridder
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 2129 woorden 26 oktober keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 1.1 soorten begrijpen Soorten hebben gemeenschappelijke eigenschappen. Maar ook binnen de soort natuurlijk. Kleine panda en reuzenpanda vormen samen de familie panda-achtigen. En ze horen weer bij de orde beren en marters. Elke eenheid in dat systeem heet een taxon. Op het hoogste niveau heb je de vier rijken: planten, dieren, schimmels en bacteriën. Elk organisme heeft een soortnaam. Deze bestaat uit de genusnaam(geslachtsnaam) en een soortaanduiding. Alle organismen zijn in te delen in één van de 4 rijken. Aan de hand van bepaalde duidelijke eigenschappen worden organismen in soorten ingedeeld. Soortkenmerken zijn gebaseerd op de eigenschappen van de modale soortgenoot. Individuen zijn van dezelfde soort wanneer ze samen vruchtbare nakomelingen krijgen. De populatie: vertegenwoordigers van een soort in een bepaald gebied. Rassen: groepen individuen met een homozygoot verschil in erfelijke aanleg voor bepaalde allelen. 1.2 van soort naar soort De soms vage grenzen tussen de soorten en de variatie binnen elke soort zorgen, in samenwerking met natuurlijke selectie dat er altijd individuen zijn die het beter doen in een bepaalde situatie. De gunstige eigenschappen worden doorgegeven en de anderen minder gunstige sterven uit. Ze passen zich aan dit noem je adaptatie. Evolutie van een soort berust op de variatie in erfelijke eigenschappen binnen een soort en op het doorgeven van de meest gunstige aan de volgende generatie. Door de geografische ligging kunnen individuen van een soort gescheiden worden: vossen in Noorwegen zijn gescheiden van vossen in Spanje een geografische isolatie. Maar laat bloeiende bloemen zijn gescheiden van vroeg bloeiende bloemen door de tijd isolatie. Andere erfelijke eigenschappen die uitkomen door kruising tussen de soorten vormen een seksuele isolatie. De eenvoudigste vorm van natuurlijke selectie is die door abiotische factoren(temp., zuurgraad enz.). binnen een soort zijn er individuele verschillen in tolerantiegrenzen. Dus een dikke vacht met kou die wordt doorgegeven. 1.3 samen leven Ook zijn er biotische factoren. De schutkleur van de vacht,,bij sneeuw wit. De predatiedruk bij hazen die bruin zijn,,stijgt in de winter. De overlevingskans wordt voor die hazen dus kleiner. Predatoren hebben in Pagina 1 van 5
2 de loop van de tijd de bruine hazen weggeselecteerd. De relatie tussen haas en lynx noemen we een interspecifieke relatie(tussen soorten). Ook is er interspecifieke competitie om bijv. nestruimte of schuilplaatsen. Abiotische en biotische factoren vormen de selectiedruk. Tussen die lynxen ontstaat weer intraspecifieke competitie. Dus als een lynx snel is hij bevoordeeld. Door deze ontwikkelingen ontstaan er populatieschommelingen tussen de soorten haas en lynxen. Momenteel worden parasieten en pathogenen als een van de belangrijkste selectiemechanismen in de evolutie beschouwd. De groei van een populatie hangt af van beperkende factoren. Deze kunnen biotisch en abiotisch zijn. Inter- en intraspecifieke relaties zijn biotische factoren die sturend zijn bij de soortvorming. Door co-evolutie wordt een interspecifieke relatie steeds inniger. Beide groepen hebben kosten(energie en tijd) en baten(winst in kwaliteit). Bij commensalisme heeft een soort voordeel van de ander, terwijl dat voor de ander niks uitmaakt. Bij mutualisme hebben beide partijen zoveel baat, dat ze niet meer zonder elkaar kunnen. Symbiose is een algemene term voor samenlevingsrelaties. Co-evolutie versterkt een speciale interspecifieke relatie. 1.4 een eigen plek Een bergwand is een biotoop voor bijv. zwaluwen. Specialisatie beperkt de interspecifieke competitie( dus andere woonplaats en ander voedsel). Niche(beroep): soorteigen, functionele plaats in een biotoop. Biotopen verplaatsen nu ook naar de steden, zoals gebouwen een plaats zijn voor vogels nu. Habitat: onderdeel van de niche en net zo soorteigen. De werkelijke ruimte/plaats waar je een soort kunt vinden. Soms is een habitat een onderdeel van een biotoop. Zo vind je boomalgen in de habitat boomschors binnen de biotoop park/bos. Daar heerst voor hen het optimale microklimaat. Binnen de habitat van een soort vind je de territoria van de verschillende individuen van een soort. Elke soort bezet een niche en een habitat. De habitat is de plaats waar zich een niche bevindt. De niche is de rol die een soort in een ecosysteem speelt. Een niche is het resultaat van aanpassing en selectie. Alle organismen van de verschillende soorten die in één ruimte leven, vormen met elkaar een levensgemeenschap. Ze zijn met elkaar verbonden door een voedzelweb avn eten en gegeten worden. Al die organismen en hun relaties vormen samen een ecosysteem. Draagkracht van bijv. een eiland,,is de hoeveelheid organismen of voedsel een eiland aan kan. Geografische barrières zoals zee en gebergte beperken van nature de verspreiding van een soort. Introducties van exoten in nieuwe gebieden kunne inheemse levensgemeenschappen veranderen. 1.5 ruimte voor verandering Kolonisten, algen leven ergens niet lang. Zij brengen organische stoffen in de bodem en dempen de dynamiek van het milieu. Daar hebben andere soorten baat bij, zij zelf niet en worden daardoor weggeconcurreerd. Pioniersoorten groeien snel, produceren veel nakomelingen, worden meestal door de wind of water verspreid en hebben grote tolerantie voor wisselende (abiotische) omstandigheden. Daardoor zijn er in pioniers-stadium veel individuen van dezelfde soort. Naarmate de successie volgt, komen er ook andere soorten. Climax-stadium: een complex ecosysteem dat duizenden jaren kan overleven. Soms kunnen er maar een paar organismen overleven in een gebied door de omstandigheden.in zulkde situaties is de successie gestopt en levert een voor deze plaatsen karaktiristiek climaxstadium. Tijdens de successie dempt de vegetatie de milieudynamiek. Daardoor kunnen nieuwe soorten hun niche bezetten. Pagina 2 van 5
3 De opeenvolging van soorten volgt een vast patroon. Na de climax-stadium begint alles weer bij het pionierstadium. Dispersie: verspreiding van een soort. Het verspreidingsgebied kan aansluitend zijn of een lappendeken(geïsoleerde stukken). Hoe groter het verspreidingsgebied, hoe groter de kans dat een nakomeling het gebied kan koloniseren. Door inteelt in geïsoleerde gebieden gaan de individuen steeds meer op elkaar lijken. Door dispersie komt er genetische verschillen. Er worden ter voorkoming van versnippering verbindingszones gemaakt. Door stroken als corridors in het landschap in te richten, boswallen en sloten met bomen/struiken. De verbindingen zorgen voor genetische biodiversiteit van een soort. Elke soort kent perioden van toe- en afname. Dispersie en een goede ecologische infrastructuur bevorderen de biodiversiteit en kunnen een plaatselijk uitsterven voorkomen. 2.1 iedereen eet van de zon Planten maken suikers en andere organische stoffen zelf uit de anorganische stoffen uit hun omgeving. Ze heten autotroof. Wij zijn heterotroof we organische stoffen van andere organismen. Autotrofen maken hun organische stoffen uit anorganische stoffen. Ze nemen daarvoor c02, h20, mineralen en energie uit hun abiotisch milieu op. Heterotrofen eten andere organismen om aan organische stoffen en energie te komen. Koeien eten gras en mensen koeien.gras -> KOEIEN -> MENSEN dit is een voedselketen. Koeien zijn planteneters/herbivoren. Een vleesetend mens is een carnivoor. Als ze alles eten worden ze omnivoren genoemd. In een volledig voedselweb zijn ook de reducenten weergegeven. Voedselketen en voedselweb zijn afbeeldingen van de voedsel relaties in een ecosysteem. 2.2 hergebruik van stoffen Vooral bij vochtig en warm weer kan de fotosynthese op topsnelheid werken. Planten produceren dan een voorraad organische stoffen. Een deel wordt nieuw cellen. Als een herbivoor een hap ervan neemt komen de cellen in zijn lichaam terecht. Als een roofdier die weer eet komen ze weer bij hem binnen. Autotrofen zijn onmisbaar: het hele ecosysteem eet direct of indirect mee van de organische stoffen die planten hebben gemaakt. Groepen planten en dieren zijn te beschouwen als voorraden van organische stoffen en energie. Wordt ervan gegeten dan is er een overdracht van organische stoffen en energie van de ene naar de andere groep. De planten hebben zonne-energie vastgelegd in de organische moleculen. Bij producenten zijn grondstoffen anorganisch, en reducenten gebruiken organische stoffen. Reducenten leveren een belangrijke bijdrage aan de mineralisatie, ze zorgen voor de omzetting van organische stoffen in anorganische stoffen zodat die weer voor planten beschikbaar komen. Het zijn de afbrekers van het ecosysteem, dankzij hen ontstaat er een gesloten stofkringloop. Bacteriën en schimmels zijn de echte reducenten, ze voeren de laatste stappen van mineralisatie uit. Planten nemen stikstofzouten op om eiwitten te kunnen maken. Dieren nemen voedsel met eiwitten op en verteren die tot aminozuren; daar maken ze dierlijke eiwitten van. Bij de afbraak van aminozuren komt ureum vrij. Reducenten zorgen voor de mineralisatie van de eiwitten tot aminozuren en vervolgens tot ammonium en nitraat. Als er bacteriesoorten ontbreken is er geen gesloten kringloop. In een stofkringloop maken de producenten nieuwe organische stoffen en breken de reducenten die af tot anorganische stoffen. 2.3 levende piramides Elk trofisch niveau in een voedselketen bevat een bepaalde hoeveelheid organische stof. Daarbij zet je de Pagina 3 van 5
4 biomassa uit. Het gewicht van de levende organismen samen. Daarbij wordt meestal het drooggewicht gebruikt:gewicht water. En het gewicht aan anorganische stoffen eraf halen. Je kan ook de energie inhoud in kj uitzetten. Alle individuen uit een staaf van voedselpiramide eten hetzelfde voedsel en behoren tot hetzelfde trofische niveau. In de onderste staaf altijd de producent. Daarboven de consumenten. Het aantal trofische niveaus zegt iets over de complexiteit van het ecosysteem. Een voedselpiramide is een diagram waarin de biomassa van elk trofisch niveau is uitgezet. Doordat niet alle biomassa in het volgende trofisch niveau terechtkomt, ontstaat een piramidevorm. In een voedselpiramide zijn energieverliezen. De staven worden kleiner. De energieverlies zie je aan een energiestroomschema. De bundels zijn energie en de dikte is de hoeveelheid. I=eten, F=feces(poep), A=assimilatie:I-F, R= respiratie (verbranding) P=productie A-R.P is het voedsel wat beschikbaar is voor volgende niveau. De energie in opgenomen voedsel wordt deels afgegeven als mest en deels verbrand en uiteindelijk afgegeven als warmte. Van de rest wordt nieuwe biomassa gevormd. Een energiestroomschema is een grafische weergave hiervan. 2.4 hoe hard werkt het ecosysteem Planten staan aan de basis van het biomassaproductie/ecosysteem. Het gewicht van hun fotosyntheseproducten wordt primaire productie genoemd. Een deel ervan verbranden ze weer. De bruto primaire productie(bpp) is de totale fotosyntheseproductie- de verbranding hou je de netto primaire productie over. In de 2e afdeling komen de herbivoren. Ze verteren voedsel tot kleine organische moleculen en voegen die uiteindelijk weer samen tot dierlijke vetten/koolhydraten/eiwitten. Dat is secundaire productie(bsp of NSP). De productiviteit, de productie per oppervlakte eenheid per tijdseenheid, wordt gebruikt om te kunnen vergelijken. Planten zorgen voor primaire, herbivoren voor secundaire productie van biosmassa. Met bruto en nettoproductie geef je aan of de verbrandingsverliezen wel of niet verrekend zijn. De NPP van alle ecosystemen samen is ton. Open oceaan en regenwoud verzorgen elk ongeveer 25%. Ecosystemen met meer biomassa produceren ook meer. Aquatische of waterecosystemen kunnen een bepaalde productiviteit realiseren met minder biomassa dan terrestrische of landecosystemen. Een jong ecosysteem is in groei, het bevat enkele snelgroeiende soorten. Weinig concurrentie en genoeg ruimte, weinig consumenten. Naarmate het systeem ouder wordt treed er successie op. De soorten worden vervangen door langzaam groeiende soorten. Het soortenaantal en het aantal trofische niveaus neemt toe. In de climaxfase van een ecosysteem heerst natuurlijk evenwicht: de biomassa en de soortensamenstelling blijven hetzelfde. De productiviteit verschilt aanzienlijk per ecosysteem. Jonge ecosystemen groeien dankzij hun hoge productiviteit, terwijl de aanwas niet geheel door consumenten wordt opgegeten; daardoor kun je er veel van oogsten. 2.5 arbeidsomstandigheden voor een bacterie Een van de mythen van de tropen is dat de bodem erg vruchtbaar is. een groot deel van de tropische bodem bevat weinig mineralen. De overvloedige groei is niet te danken aan een voedselrijke bodem, maar aan snel werkende reducenten. De stabiele humuszuren plus de tussenproducten die zo ontstaan, noem je humus. Humus verbetert de structuur van de bodem. Het houdt vocht en mineralen vast en voorkomt zo dat mineralen uitspoelen. Pagina 4 van 5
5 Factoren die het werk van de reducenten beïnvloeden naast temperatuur: - het maakt uit welke reducentensoorten meewerken. Met de milieu-eisen tolerantiegrenzen en optima. De een kan niet tegen droogte de ader niet tegen een zuur milieu. Ze maken het afval beter bereikbaar voor bacteriën en schimmels. - De afvalsamenstelling bepaalt de afbraaksnelheid. Plantencellen verteren langzamer dan dierlijke cellen zonder wand. Dennennaalden vormen een zure, langzaam doordat er looizuren inzitten. - De C/N-verhouding speelt een rol. De reducenten leven van het afval, dus ze moeten genoeg aminozuren(n) binnenkrijgen om hun eigen eiwitten te maken. Anderzijds kost eiwitsynthese veel energie. Bij een te laag C-gehalte levert de verbranding niet genoeg ATP voor de eiwitsynthese. Daartussenin ligt de ideale C/N verhouding. - Verder spelen vocht en 02 een grote rol. Aërobe afbraak is sneller en vollediger dan anaërobe afbraak(rotting). Natte grond bevat weinig lucht, alle poriën bevatten water. Dan zullen de aërobe reducenten de 02 snel opgebruiken, waarna aërobe soorten het werk overnemen. Afbraak verloopt in vochtige grond sneller dan in droge of natte grond. Beperkende factor: 1 factor die zo ongunstig is dat die het werk van de andere factoren afremt. Het mineraliseren van organisch afval hangt van diverse factoren af. Het verschilt per situatie welke beperkende factor het is. de menselijke resten zorgen voor problemen in het milieu. Maar er wordt humus gemaakt van onze compost. Compostering wordt door dezelfde factoren bepaald als de mineralisatie. Je kunt het versneller door de stukken kleiner te maken en door reducenten toe te voegen aan het begin. Composteren begint met weken van groei, met temperatuur van C. Alleen als er gunstige omstandigheden zijn. Broei is nuttig omdat het de vezelstructuur losmaakt en zaden en ziektekiemen doodt. Ter vervanging van broei wordt achteraf de compost gesteriliseerd. Pagina 5 van 5
Ecosysteem voedselrelaties
Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.
Nadere informatieAerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.
Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en
Nadere informatieInvloeden uit milieu. In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving)
Ecologie Thema1 Invloeden uit milieu In ecologie bestuderen we alle relaties tussen organismen en hun milieu (leefomgeving) Levende natuur Levenloze natuur = biotische factoren = abiotische factoren Niveau
Nadere informatie1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren
Nadere informatieIn de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.
Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen
Nadere informatieE C O L O G I E Ecologie Factoren die invloed hebben op het milieu: Niveaus van de ecologie:
E C O L O G I E Ecologie = wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaald milieu voorkomen en wat de relaties zijn tussen organismen en dat milieu Factoren die invloed
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie Begrippenlijst Nectar, hoofdstuk 12, 131, 13.2 en hoofdstuk 15.
Begrippenlijst Biologie Begrippenlijst Nectar, hoofdstuk 12, 131, 13.2 en hoofdstuk 15. Begrippenlijst door een scholier 1270 woorden 21 november 2012 6,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 96 woorden 2 juni 2007 7,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf 9.1 Gist: Eencellige schimmelsoort die in gedroogde
Nadere informatieAbiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, wind, licht)
Samenvatting door B. 911 woorden 16 juni 2015 7 59 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze natuur (temperatuur, wind, licht)
Nadere informatieOpdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp
Opdracht 7.2 Energie een heel lastig onderwerp Inleiding voor de docent: Onverwachte gaten in het curriculum en in BINAS In deze opdracht gaat de aandacht naar de samenhang tussen de processen die een
Nadere informatieLEVENSGEMEEN SCHAPPEN
LEVENSGEMEEN SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n Waarom groeien er geen klaprozen op het sportveld? Waarom leven er geen kwallen in de IJssel? Kunnen struisvogels wel
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie'
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, 'Fast Food Island' en Hoofdstuk 10, 'Ecologie' Samenvatting door een scholier 1412 woorden 29 juni 2007 6,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Fast Food Island!
Nadere informatieVoedselweb en voedselketen
Informatie: Moeilijkheid:**** Tijdsduur: *** Een plant groeit, dieren eten die plant op, die dieren worden weer opgegeten door andere dieren, die dieren gaan weer dood, het dier wordt weer opgeruimd door
Nadere informatieInleiding Indeling van het plantenrijk Indeling van het dierenrijk Andere manieren van ordenen Ecologie...
ECOLOGIE Inhoudsopgave Inleiding... 3 Indeling van het plantenrijk... 4 Indeling van het dierenrijk... 5 Andere manieren van ordenen... 6 Ecologie... 6 Biotische- en a-biotische factoren... 9 Producenten,
Nadere informatieSamenvatting Biologie Ecologie Thema 3
Samenvatting Biologie Ecologie Thema 3 Samenvatting door P. 1299 woorden 7 januari 2013 6,4 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 3 Ecologie Basisstof 1 Invloeden uit het milieu:
Nadere informatieEcologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert
Ecologie is de wetenschap die relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert Een ecosysteem is bestaat uit alle organismen uit een bepaald gebied en alle omgevingsfactoren die invloed hebben op
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 Ecologie
Samenvatting Biologie Thema 3 Ecologie Samenvatting door H. 1342 woorden 24 januari 2014 4 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 3 Ecologie Basisstof 1 In de ecologie
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie Ecologie
Begrippenlijst Biologie Ecologie Begrippenlijst door een scholier 1803 woorden 14 april 2010 5,8 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1 De organisatieniveaus van de ecologie
Nadere informatieEcosysteem havo/vwo 3-4
Ecosysteem havo/vwo 3-4 De natuurlijke balans van ecosystemen wordt bewaakt door microben. Zij staan aan het begin en einde van de voedselketen. Het ecosysteem bestaat niet alleen uit levende factoren
Nadere informatieverwerking : wat is een bos?
verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke
Nadere informatie6,2. Samenvatting door Jasmijn 2123 woorden 22 juni keer beoordeeld. Biologie samenvatting Hoofdstuk 8 Ecosystemen en evenwicht.
Samenvatting door Jasmijn 2123 woorden 22 juni 2017 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting Hoofdstuk 8 Ecosystemen en evenwicht Nectar Havo 4 Paragraaf 8.1 Energiestromen
Nadere informatieEcologie Vragenlijst Onderstaande vragen dienen om je blik te verbreden en meer na te denken over de gebezigde begrippen en concepten.
Ecologie Vragenlijst Onderstaande vragen dienen om je blik te verbreden en meer na te denken over de gebezigde begrippen en concepten. 1. Geef in eigen woorden een omschrijving van het begrip abiotische
Nadere informatieDeel 3: het belang van koraal(riffen)
Lesstof Deel 1: het koraalrif Deel 2: het koraal Deel 3: het belang van koraal(riffen) Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Deel 5: het beschermen van het koraal Deel 3: Het belang van het koraal Deze
Nadere informatieVoedselweb en -keten vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 09 June 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62387 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieBiologie Thema 5 Ecologie
Basisstof 1: Biologie Thema 5 Ecologie Biosfeer Gedeelte&van&de&aarde&dat&door&organismen&wordt&bewoont& Biomen Vegeta3egordels& Ecosystemen Natuurlijk&begrensd&deel&van&de&biosfeer& Levensgemeenschap
Nadere informatieHieronder staan een aantal voorbeelden van ecosystemen.
Ecologie Deel 1 Biotische factoren In een levensgemeenschap kom je niet levende en levende componenten tegen. Niet levende componenten worden a-biotisch genoemd. Voorbeelden zijn temperatuur, licht, lucht,
Nadere informatieExamen Voorbereiding Ecologie
Examen Voorbereiding Ecologie Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 7 Ecologie Begrippenlijst: Begrip Abiotische factoren Biotische factoren Ecosysteem Populatie Emergente eigenschap Areaal Beperkende
Nadere informatieVoedselweb en -keten vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62467
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 juli 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62467 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieOrganisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar
17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume
Nadere informatieB1 Wat is stofwisseling?** Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in de cellen van een individu.
BIOLOGIE SE 1: STOFWISSELING, ECOLOGIE EN MENS & MILIEU Wat moet doen bij elke basisstof?* (volgens de docent) * lezen ** begrippen kennen *** begrippen kennen en kunnen toepassen!! tabellen/schema s die
Nadere informatieContext 3: De natuur van de mens
Context 3: De natuur van de mens De opbouw van de module ecologie komt steeds dichterbij de leerling zelf. In de eerste onderwijsleercontext maakt de leerling kennis met een leeuwenpopulatie in Afrika;
Nadere informatieBiologie ( havo vwo )
Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Bolletjesslikkers 1 A 2 C 3 Het antwoord bevat de notie dat maagsap zuur bevat dat via de open maagportier
Nadere informatieEcologie. Cursus Natuurgids
Ecologie Cursus Natuurgids Hoofdstuk ecologie 1. Wat is ecologie? 2. Abiotische factoren 3. Relaties tussen individuen van dezelfde soort 4. Relaties tussen individuen van verschillende soorten 5. Processen
Nadere informatie4, Inleidende begrippen. Samenvatting door een scholier 1269 woorden 2 juli keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1269 woorden 2 juli 2007 4,2 34 keer beoordeeld Vak Biologie DEEL IV: RELATIES TUSSEN ORGANISMEN EN HUN MILIEU H1. Energiedoorstroming en materiekringloop. 1.1 Inleidende
Nadere informatieAantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT
Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen KGT 2.1 Namen 1 Hoe zoek je de naam van een organisme op? De naam van een plant of een dier kan: * uit een andere taal komen * een eigenschap weergeven
Nadere informatieThema 2 Planten en dieren
Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 2 Planten en dieren Samenvatting Eten en gegeten worden Als je de leefomgeving van een plant of dier bestudeert, kijk je naar de levenloze natuur; dus naar
Nadere informatieLESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van
LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK ELAND Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft
Nadere informatiemodule 2 ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES
ECOLOGISCHE & BEHEERPRINCIPES Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: Wat is ecologie? Wat is biodiversiteit? Wat is natuurbeheer? Boerennatuur op en rond het erf Wat is ecologie? Wat is ecologie? Wat is ecologie?
Nadere informatieECOLOGIE DE PRAKTIJK
ECOLOGIE DE PRAKTIJK Inhoud Stap 1: ecosystemen en leefgemeenschappen... 3 Leefomgeving... 3 Soort... 4 Ecosysteem... 4 Organisatieniveaus... 6 Stap 2: soorten... 7 Determineren van een soort... 7 Verspreiding
Nadere informatieKwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?
Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)
Nadere informatieVERHOGING ZIEKTEWEERBAARHEID IN LAND- EN TUINBOUWGEWASSEN DOOR GEBRUIK VAN COMPOST. ir. Koen Willekens
VERHOGING ZIEKTEWEERBAARHEID IN LAND- EN TUINBOUWGEWASSEN DOOR GEBRUIK VAN COMPOST ir. Koen Willekens INHOUD Compost en ziekteweerbaarheid Agro-ecosysteem Compost Compostthee Proeven met compost en compostthee
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofstuk 6: Ecologie
Samenvatting Biologie Hoofstuk 6: Ecologie Samenvatting door G. 2238 woorden 22 november 2016 7,2 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie 1 Wat is ecologie Het milieu
Nadere informatied rm Neder wa e landopg
Opgewarmd Nederland deel Natuur, water en landbouw: aanpassen Ecosystemen en klimaat Water, mens en landschap: eeuwenlang een gevaarlijk samenspel Polders, sloten en plassen: binnenwateren in beweging
Nadere informatieV6 Begrippenlijst Ecologie/ Mens en Milieu
V6 Begrippenlijst Ecologie/ Mens en Milieu abiotisch Tot de levenloze natuur behorend. accumulatie Ophoping, vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens. Zie ook persistente stoffen. uitleg
Nadere informatieLESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2
NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van
Nadere informatieIn planten vindt fotosynthese plaats:
Thema6 ecologie + Thema 7 mens en milieu samenvatting 1 invloeden uit het milieu Invloeden uit het Alle organismen worden beïnvloed door hun milieu (leefomgeving) milieu o Het milieu wordt ook door organismen
Nadere informatieAantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *
Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?
Nadere informatieLesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2
Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VWO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.
Nadere informatieEindexamen biologie pilot havo I
Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Bromelia s 1 A 2 C 3 B 4 maximumscore 2 Osmose is diffusie van water door/via een semipermeabele
Nadere informatieDe wei een ecosysteem? Plant en dierinteracties in een ecosysteem
Plant en dierinteracties in een ecosysteem Inleiding In een ecosysteem bestaat een intensieve wisselwerking tussen bodem, water, atmosfeer, microorganismen, planten en dieren. Hierbij spelen dus zowel
Nadere informatieDoel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.
Thema: Bestaat vrede? Vak: Ruimte, aarde en milieu De ecologische kringloop De voedselkringloop Moeilijkheid: *** Tijdsduur: ** Juf Nelly De kringloop in de natuur Doel: Na deze opdracht weet je wat een
Nadere informatieBIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo
BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto
Nadere informatievwo energie en materie 2010
vwo energie en materie 2010 De Noordzee Allerlei activiteiten en ingrepen van de mens hebben effect op het ecosysteem van de Noordzee. Zo is de aanvoer van zouten toegenomen door de landbouw en als gevolg
Nadere informatieExamentraining onderwerp: diagrammen Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst! onderwerp: Bloedsomloop Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst!
Examentraining onderwerp: diagrammen Moet er een diagram getekend worden? Bedenk: Welk type grafiek is er nodig. Is het een Lijndiagram? bedenk dan: wat komt er op de X-as? (de onafhankelijke variabele,
Nadere informatieWerkblad Naut Thema 2: Planten en dieren
Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren 2.1 Eten en gegeten worden Schrijf op wat het dier eet in deze voedselketen De ijsbeer eet De zeehond eet De vis eet De krill eet Dit zijn algen, algen zijn heel
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:
Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,
Nadere informatieCelmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)
Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2000-II
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Senecio jacobaea Maximumscore (natuurlijke)selectie/evolutie 2 C 3 Uit het antwoord moet blijken dat ze niet tot
Nadere informatieBiologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk 3: Mens en milieu
Antwoorden door een scholier 1361 woorden 16 februari 2009 6,2 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk 3: Mens en milieu Deze antwoorden zijn niet
Nadere informatieVerslag landelijke bespreking biologie havo eindexamen 2016, 1 e tijdvak 20 mei 2016
Verslag landelijke bespreking biologie havo eindexamen 206, e tijdvak 20 mei 206 en vooraf:. Als een leerling bij een vraag niets invult, geen 0 maar N (van niet gemaakt) in de score van WOLF invullen.
Nadere informatiePlanten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen
Planten over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Deze bijeenkomst Planten versus dieren Indeling van het plantenrijk Voortplanting Ecosystemen Indeling van het leven op aarde Er zijn 4 rijken: Bacteriën
Nadere informatieBiologie. Hoofdstuk 3 Ecologie
Biologie Hoofdstuk 3 Ecologie Wat is Ecologie? Studie van interacties tussen organismen enerzijds en tussen organismen en hun omgeving anderzijds Ernst Haeckel poneerde term Ecologie in 1866 Grieks oikos
Nadere informatieAntwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling
Antwoorden Biologie Hoofdstuk 1: Stofwisseling Antwoorden door een scholier 1478 woorden 16 februari 2009 5,6 56 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jouw Havo 5 Hoofdstuk
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Hazen en ganzen Maximumscore 3 1 voorbeeld van een diagram: aantal planten zeealsem gewone zoutmelde zoutgehalte
Nadere informatieBodem. Bodemleven. Bodemverzorging. Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014
Bodem Bodemleven Composteren Bodemverzorging Gevorderdencursus dl 1 TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond. Bodem: leer je bodem kennen Bodemvoedselweb Composteren Bodem verbeteren en voeden
Nadere informatie4 HAVO thema 7 Ecologie EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Microscopisch ecosysteem in de Maarsseveense Plassen Er is een ingewikkelde wapenwedloop aan de gang in de Maarsseveense Plassen. Op microscopische schaal wel te verstaan. Kiezelalgen
Nadere informatieViral Lysis of Marine Microbes in Relation to Vertical Stratification K.D.A. Mojica
Viral Lysis of Marine Microbes in Relation to Vertical Stratification K.D.A. Mojica Mariene micro-organismen vertegenwoordigen het grootste reservoir van organische koolstof in de oceaan en hebben een
Nadere informatieCellen aan de basis.
Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema
Nadere informatie1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.
THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieEcologie: uitleg begrippen
Ecologie: uitleg begrippen aanpassing 1 verandering waardoor een individu beter past in zijn omgeving en zijn levenskansen verhoogd worden 2 eigenschap van de soort waardoor de individuen van deze soort
Nadere informatieWat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en
Biodiversiteit Cursus Natuur-in-zicht 1 Inhoud Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en bij ons)? Waar komt die biodiversiteit vandaan? Waarom is biodiversiteit belangrijk? Hoe
Nadere informatieBasiscursus Compostering
Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom is compost
Nadere informatieKeuze 1: In welk gebied laten we de leeuwen los?
Keuze 1: In welk gebied laten we de leeuwen los? In Zuid Afrika ligt het natuurgebied Hluhluwe-Umfolozi Game Reserve. In dit gebied leven veel soorten wilde dieren, waaronder verschillende leeuwen. Op
Nadere informatieLEVENSGEMEEN- SCHAPPEN
LEVENSGEMEEN- SCHAPPEN 1 E e n e i g e n h u i s, e e n p l e k o n d e r d e z o n O:18/1 Je ziet hier een aantal planten en dieren. In welke gebieden horen ze thuis? Trek een lijn van de plant of het
Nadere informatieDuurzame landbouw door bodemschimmels
Examentrainer Vragen Duurzame landbouw door bodemschimmels Omdat er in natuurgebieden over het algemeen veel bodemschimmels leven, wordt vaak gedacht dat de aanwezigheid van schimmels in een akker of in
Nadere informatieBijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.
Bijlage VMBO-KB 2013 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-13-2-b Tropische regenwouden Lees eerst informatie 1 tot en met 3 en beantwoord dan vraag 42 tot en met 50. Bij het
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend.
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Appaloosa-vlekkenpatroon 1 B 2 D 3 A 4 maximumscore 3 voorbeeld van een juiste kruisingstabel: B b B BB Bb b Bb bb de kans
Nadere informatieSamenstelling en eigenschappen
Samenstelling en eigenschappen Mest is onder te verdelen in kunstmest en natuurlijke mest. Natuurlijke mest is op zijn beurt weer onder te verdelen in mest van dierlijke herkomst en mest van plantaardige
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.
Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op
Nadere informatieLESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van
LESPAKKET ECOLOGIE VMBO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK SPOREN Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen hier
Nadere informatie2. Organisch of anorganisch. a) eigenschap anorganische stof organische stof Eenvoudig
Vragen bij paragraaf 8.1 en 8.2 producenten Organismen zorgen voor de productie van organische stoffen en zo aan de basis van een voedselketen staan biomassa De totale hoeveelheid organische stof van een
Nadere informatieHet belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014
Het belang van bodemleven Inspiratiedag over functionele agrobiodiversiteit Gent, 4 november 2014 Petra Deproost Departement LNE, Dienst Land en Bodembescherming Biodiversiteit: niet enkel bovengronds!
Nadere informatieVoorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum.
Samenvatting door S. 1531 woorden 1 mei 2015 6.3 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1. De levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen: Bacteriën Archea Eukaryoten Bacteriën
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de
Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de biologie Samenvatting door E. 1726 woorden 5 november 2013 7,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1, wat is biologie?
Nadere informatieThemadag Exoten, 2 december
OPENHEID maakt KWETSBAAR Rob Leewis NCB Naturalis OF BIOLOGISCHE WEERSTAND??? STEL JEZELF OPEN OP EN JE WORDT KWETSBAAR CONCLUSIE: DAT MOET JE DUS ALLEEN DOEN ALS JE STERK (WEERBAAR) BENT Themadag Werkgroep
Nadere informatieOnderdompelgen maakt rijstrassen waterproof
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Onderdompelgen maakt rijstrassen waterproof 1 maximumscore 3 voorbeeld van een juist antwoord: Sub1A-rijstplanten kruisen met
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 2 ecologie
Samenvatting Biologie Thema 2 ecologie Samenvatting door M. 2473 woorden 3 januari 2014 8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou THEMA 2 ECOLOGIE Bs.1 organisatieniveau van de ecologie
Nadere informatieDe leeuw: de koning van de savanne? Informatie over leeuwen
De leeuw: de koning van de savanne? Informatie over leeuwen 2 Inhoud Inhoudsopgave 2 De leeuw 3 Savannedieren en hun voedselkeuzes 3 Voedselweb 3 Producenten, consumenten en reducenten 4 Leven en eten
Nadere informatieEindexamen biologie havo I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Kreeft verovert Zeeuwse meren en restaurants 1 maximumscore 1 mutatie(s) 2 maximumscore 3 Uit het antwoord
Nadere informatie- 1. Tijdvak 1. Correctievoorschrift HAVO 1992
- Tijdvak orrectievoorschrift HAVO 992 M Pi t -rl :2 -rl : r- -rl IQ Inhoud Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift 2. scoringsregels algemeen 2.2 Scoringsregels gesloten vragen 2.3 scoringsregels open vragen
Nadere informatiePraktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek
LTO42 Toets 5.1 Boek: Biologie voor het MLO. (zesde druk) H17, pag 347 t/m 350 H17, pag 354 t/m 357 H17, pag 362 t/m 373 (dit is hoofdstuk 16 van de vijfde druk, Blz 321-324, Blz 328-332, Blz 336-345)
Nadere informatieMens, natuur & milieu
Mens, natuur & milieu Lesbrief Biologie. In dit thema ga je aan de gang met opdrachten die gaan over de ontwikkelingen in het havengebied en de gevolgen voor natuur en milieu. Deze opdracht is een lesbrief
Nadere informatieOrganische stof: Impact op bodem en bodemleven
Organische stof: Impact op bodem en bodemleven Aad Termorshuizen Gouden Gronden, 26 januari 2018, Aduard Even voorstellen Aad Termorshuizen Specialist bodemkwaliteit en plantenpathogenen 20 jaar als docent
Nadere informatie