Autorisatieblad. Naam Akkoord Datum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Autorisatieblad. Naam Akkoord Datum"

Transcriptie

1 Passende beoordeling verlaging zomerkade Scherpekamp Passende beoordeling Natuurbeschermingswet september Versie 4.0

2 Autorisatieblad Naam Akkoord Datum Opgesteld door Gecontroleerd door Vrijgegeven door Scheerder, N Schie, F van Geel, L van BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober 2016

3 Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding en achtergrond Locatiebeschrijving Werkzaamheden Leeswijzer 6 2 Toetsingskader Voortoets en Passende beoordeling Zorgplicht Programmatische aanpak stikstof (PAS) 8 3 Beschrijving Natura 2000-gebied Rijntakken Inleiding Kenmerken Natura 2000-gebied Rijntakken Instandhoudingsdoel-stellingen Beschermde natuurwaarden in en nabij het projectgebied 12 4 Effecten Afbakening effecten Potentiële effecten Cumulatieve effecten Overige projecten Cumulatieve effecten 31 5 Conclusie Significante negatieve effecten Aanlegfase Definitieve situatie Conclusie passende beoordeling Cumulatieve effecten 37 6 Literatuur 38 Colofon 40 Bijlagen 2 BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

4 Inleiding 1.1 Aanleiding en achtergrond 1.2 Locatiebeschrijving In het kader van het programma Ruimte voor de Rivier werkt Rijkswaterstaat aan het realiseren van een waterstanddaling in het Pannerdensch Kanaal. Hiervoor is in 2000 begonnen met de voorbereiding van de uiterwaardvergraving Huissensche Waarden. Dit project was een privaat initiatief waarbij zowel zandwinning als rivierverruimende maatregelen het doel waren. Dit initiatief heeft uiteindelijk geen vervolg gekregen en alle verleende vergunningen ter uitvoering van het project zijn vernietigd door de Raad van State in de uitspraak op 24 december In de huidige situatie zijn er inlaatpunten ten noorden en ten zuiden van de steenfabriek. Bij hoogwater stroomt hier het water naar de uiterwaarden rondom de weg Scherpekamp. Rijkswaterstaat heeft het plan om de realisatie van de rivierverruiming in de Huissensche Waarden als nog uit te voeren. De rivierverruiming vindt plaats door het verlagen van een deel van de zomerkade in de Huissensche Waarden langs de weg Scherpekamp in Angeren. Over een lengte van circa 700 meter wordt de zomerkade verlaagd. Dit is nader uitgewerkt in de Voorkeursvariant (VKV) zoals weergegeven in figuur 1 en bijlage 1. Door het verlagen van de zomerkade wordt in het Pannerdensch Kanaal een waterstanddaling van 10 cm gerealiseerd. Door de verlaging van de zomerkade zal de frequentie van inundatie niet wijzigen. Ook de duur van de inundatie of de oppervlakte van het areaal dat onder water komt te staan zal door de verlaging niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie [1]. Bij hoogwater kan in de definitieve situatie het water wel sneller wegstromen uit het Pannerdensch kanaal, omdat het water nu zowel via de inlaat ten noorden van de steenfabriek en als over de zomerkade bij de weg Scherpekamp kan stromen. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp ligt in het Natura gebied Rijntakken. Er dient daarom getoetst te worden of de werkzaamheden negatieve effecten hebben op dit Natura 2000-gebied. Voor het project Scherpekamp is daarom in 2015 een verslechteringstoets opgesteld door Witteveen+Bos [2]. De scope van het project is sindsdien gewijzigd. In de scope van Witteveen+Bos was het uitgangspunt dat alleen de weg Scherpekamp verlaagd zou worden. In de VKV wordt de weg Scherpekamp nog steeds aangepast maar daarnaast wordt ook de parallel gelegen zomerkade verlaagd. De voorliggende passende beoordeling is opgesteld om te toetsen of de VKV negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Rijntakken tot gevolg heeft. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp betreft de zomerkade in de Angersche en Doornenburgsche Buitenpolder bij de Huissensche Waarden. De zomerkade ligt parallel aan de weg Scherpekamp. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp is weergegeven in onderstaande figuur 1 en bijlage 1. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

5 Figuur 1: VKV van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp van d.d Het projectgebied bevindt zich in de uiterwaarden en kenmerkt zich hoofdzakelijk door de ligging aan het Pannerdensch Kanaal (zie foto 1), de weg Scherpekamp op de zomerkade (zie foto 2), en bloemrijke graslanden en akkers (zie foto 3 en 4). Ten noorden van het projectgebied ligt een steenfabriek (HUWA). In het projectgebied bevindt zich een monumentale inlaat. Er bevinden zich geen watergangen binnen het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Foto 1: impressie van de oevers van het Pannerdensch Kanaal met aan de rechterzijde de zomerkade (kijkrichting zuidoost) BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

6 Foto 2: impressie van de zomerkade langs de weg Scherpekamp (kijkrichting noordwest) Foto 3: impressie van de bloemrijke graslanden (kijkrichting zuidwest) BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

7 1.3 Werkzaamheden Foto 4: impressie van de akkers (kijkrichting noordwest) De zomerkade wordt over een lengte van 700 meter verlaagd van 15,4 tot 14,5 meter NAP. Gezien de geldende veiligheidseisen kan de huidige grond niet worden hergebruikt. In verband met het gevaar op erosie moet namelijk een grondsoort met meer klei worden teruggebracht (categorie 2). Hiervoor wordt de dijk tijdelijk afgegraven tot circa 14 meter NAP. De kade wordt vervolgens voorzien van een nieuwe kleilaag van ongeveer halve meter dikte tot 14,5 meter NAP. Nabij de winterdijk wordt naast de verlaging van de zomerkade een aanpassing van de weg voorzien. De weg wordt op een aantal delen verlaagd en op andere delen verhoogd (bijlage 1). De werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van grond. Daarnaast wordt ook de asfaltlaag en funderingsmateriaal van Scherpekamp verwijderd. Vervolgens wordt er categorie 2 grond en schoon zand aangebracht. De weg Scherpekamp wordt voorzien van een nieuwe funderingslaag en asfaltverharding [3]. Voor het werkverkeer wordt een tijdelijke werkweg aangelegd parallel aan de zomerkade. Voor het verkeer naar de steenfabriek wordt een tijdelijke omleiding aangelegd. Deze omleiding takt, nabij de winterdijk, van de weg Scherpekamp af en zal vervolgens weer aantakken op de Scherpekamp (zie figuur 1). De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. Dit houdt in dat er aan één zijde van het projectgebied wordt begonnen met de werkzaamheden, deze worden afgerond en vervolgens beginnen de werkzaamheden in het volgende deel van het projectgebied. Voor de werkzaamheden worden geen bomen en bosschages gekapt. Er is geen ruimtebeslag op water. De uitvoering van de werkzaamheden is voorzien voor de periode tweede kwartaal 2017 vierde kwartaal De werkzaamheden worden uitgevoerd in 47 dagen, 8 uur per dag verdeeld over 11 weken [3]. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

8 1.4 Leeswijzer In dit hoofdstuk is de aanleiding, locatie en werkzaamheden van het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp beschreven. In hoofdstuk 2 is het toetsingskader voor de Natuurbeschermingswet toegelicht. Vervolgens is in hoofdstuk 3 ingegaan op de kenmerken van het Natura gebied Rijntakken. De mogelijke effecten van de werkzaamheden op de instandhoudingdoelstellingen van het Natura gebied Rijntakken zijn in hoofdstuk 4 besproken. In hoofdstuk 5 is in de conclusie opgenomen of een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet noodzakelijk is. De gebruikte bronnen staan vermeld in hoofdstuk 6. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

9 2 Toetsingskader 2.1 Voortoets en Passende beoordeling 2.2 Zorgplicht Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Hiermee zijn de verplichtingen uit de Europese Vogel- en Habitarichtlijn, voor zover die betrekking hebben op gebiedsbescherming, geïmplementeerd in het Nederlands recht. Directe toetsing aan de Vogel- en Habitatrichtlijn is daarmee niet meer aan de orde. Onder de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 zijn de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden aangewezen en beschermd. Deze worden gezamenlijk Natura 2000-gebieden genoemd. De begrenzing van de Natura 2000-gebieden en de instandhoudingsdoelstellingen voor die gebieden zijn vastgelegd in de aanwijzingsbesluiten voor de betreffende gebieden. De instandhoudingsdoelstellingen beschrijven voor de voor het gebied aangewezen habitattypen en soorten of een bepaalde ontwikkeling ervan gewenst is of dat het behoud ervan op het aanwezige niveau moet worden nagestreefd. Voor activiteiten of projecten die schadelijk kunnen zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de minister van EZ. Bij plannen in, of in de nabijheid (externe werking) van, een Natura 2000-gebied dienen de initiatiefnemers in een oriënterende fase (voortoets) te onderzoeken of het plan een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende Natura 2000-gebied kan hebben. Met externe werking wordt bedoeld dat ook activiteiten buiten het gebied de natuurwaarden in het gebied kunnen beïnvloeden. Indien na dit onderzoek niet kan worden uitgesloten dat de activiteit een significant negatief effect heeft, dient de initiatiefnemer meer gedetailleerd dan in de oriënterende fase in kaart te brengen wat de effecten van de activiteit kunnen zijn. Daarbij dienen ook, indien noodzakelijk, de mitigerende maatregelen te worden betrokken. Deze analyse heet een passende beoordeling. Het bevoegd gezag toetst de passende beoordeling. Wanneer uit de passende beoordeling alsnog de zekerheid wordt verkregen dat de activiteit niet leidt tot significant negatieve effecten, kan de activiteit doorgang vinden. Wanneer uit de voortoets blijkt dat er wel kans is op een negatief effect, maar dit als niet significant kan worden gezien, kan eveneens, op basis van een verslechteringstoets toestemming voor het uitvoeren van de activiteit worden verleend. Wanneer uit de passende beoordeling blijkt dat significante negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten, kan het project alleen doorgang vinden op grond van de ADC-criteria. Dit betekent dat: A alternatieve oplossingen voor het plan ontbreken, D er dwingende redenen van groot openbaar belang zijn, en C de initiatiefnemer compenserende maatregelen vooraf en tijdig treft. Binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet 1998 is Zorgplichtbepaling (art. 19l) van toepassing. Deze zorgplicht houdt o.a. in dat als een activiteit wordt ondernomen waarvan kan worden vermoed dat deze nadelig kan zijn voor de natuurwaarden van het gebied, deze activiteit niet plaats mag vinden. Ook moeten alle maatregelen worden genomen om nadelige gevolgen te voorkomen of te beperken. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

10 2.3 Programmatische aanpak stikstof (PAS) De Nederlandse wet- en regelgeving voor stikstofdepositie vloeit eveneens voort uit de Natuurbeschermingswet De wetgever heeft in dit verband de volgende wet- en regelgeving tot stand gebracht: Hoofdstuk III, paragraaf 2a, Nbw 1998, dat voorziet in de opdracht tot vaststelling van het Programma aanpak stikstof (PAS); het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof, op grond waarvan de vergunningplicht niet geldt indien grenswaarden van toepassing zijn; de Regeling programmatische aanpak stikstof (PAS), waarin naast de regels die gelden ten aanzien van bepaling, reservering en toedeling van ontwikkelingsruimte onder meer de lijst van prioritaire projecten is opgenomen. De PAS is 1 juli 2015 van kracht geworden. Stikstofdepositie vormde jarenlang een knelpunt bij de besluitvorming over plannen en projecten, omdat in veel Natura 2000-gebieden overbelasting van stikstofdepositie een probleem is voor de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor de, voor stikstof gevoelige, natuur in die gebieden. Het PAS beoogt een oplossing te bieden voor dit probleem. Het PAS verbindt ecologie met economie. Het doel is het beschermen en ontwikkelen van kwetsbare, voor stikstof gevoelige natuur, terwijl tegelijkertijd economische ontwikkelingen mogelijk blijven. Het programma bevat hiertoe maatregelen die leiden tot een afname van stikstofdepositie (bronmaatregelen) en maatregelen die leiden tot een versterking van de natuurwaarden in de Natura gebieden (herstelmaatregelen). Op termijn voorziet het programma met deze gebiedsspecifieke maatregelen in de verwezenlijking van de instandhoudingsdoelstellingen voor de, voor stikstof gevoelige, natuur in Natura gebieden en in de tussenliggende tijd in het voorkomen van verslechtering. Het PAS is, inclusief de depositieruimte die binnen het programma beschikbaar is, in zijn geheel passend beoordeeld. De gebiedsanalyses, die onderdeel uitmaken van het programma, vormen de onderbouwing van de passende beoordeling op gebiedsniveau. In de gebiedsanalyses is voor elk Natura 2000-gebied onderbouwd dat, tegen de achtergrond van de effecten van de maatregelen die op grond van het programma worden getroffen, het gebruik van de depositieruimte, met inbegrip van ontwikkelingsruimte die beschikbaar is voor projecten, andere handelingen en overige ontwikkelingen, de natuurlijke kenmerken van de te beschermen habitattypen en leefgebieden van beschermde soorten niet zal aantasten. In het kader van het PAS is een prognose gemaakt van de ontwikkeling van de stikstofdepositie in de periode van zes jaar waarvoor het programma wordt vastgesteld en voor de lange termijn tot Bij het bepalen van de totale te verwachten depositie is in AERIUS rekening gehouden met de cumulatieve bijdragen van alle emissiebronnen in Nederland en het buitenland, gebaseerd op een scenario van hoge economische groei en vaststaand en voorgenomen beleid. De totale te verwachten depositie is betrokken in de passende beoordeling van het gehele programma. De conclusie daaruit is dat bij de gegeven ontwikkeling van de stikstofdepositie en het gebruik van de depositieruimte, met inbegrip van ontwikkelingsruimte de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet worden aangetast. Voor vergunningaanvragen en verlening wordt gebruik gemaakt van het rekeninstrument AERIUS. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

11 3 Beschrijving Natura 2000-gebied Rijntakken 3.1 Inleiding Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp ligt in het Natura gebied Rijntakken. Het Natura 2000-gebied omvat vier deelgebieden, te weten de Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Neder-Rijn, Uiterwaarden Waal en Gelderse Poort. Het projectgebied voor de verlaging van de zomerkade Scherpekamp ligt in het deelgebied Gelderse Poort, zie figuur 2. Figuur 2: bovenste afbeelding werkgrens (blauw) van het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp in het Natura 2000-gebied Rijntakken (rode arcering). De onderste afbeelding geeft het plangebied (witte cirkel) binnen het gehele Natura 2000-gebied Rijntakken (rood) weer. Bron: BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

12 3.2 Kenmerken Natura 2000-gebied Rijntakken 3.3 Instandhoudingsdoelstellingen Op overige Natura 2000-gebieden zijn geen effecten omdat deze op ruime afstand (minimaal 10 kilometer hemelsbreed) vanaf het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp liggen. In voorliggende passende beoordeling wordt daarom alleen het Natura 2000-gebied Rijntakken behandeld. Op 23 april 2014 is het Natura 2000-gebied Rijntakken definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Het Natura 2000-gebied bestaat uit Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden. Het Natura 2000-gebied beslaat een oppervlakte van ongeveer ha, waarvan ongeveer ha zowel Vogel- als Habitatrichtlijngebied is. Het gebied ligt grotendeels in de provincie Gelderland en daarnaast deels in de provincies Overijssel en Utrecht. Het Natura 2000-gebied bestaat uit de uiterwaarden van de rivieren de Waal, de Rijn, de Neder-Rijn en de IJssel. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp is gelegen in het deelgebied Gelderse Poort. De Gelderse Poort is een rivierenlandschap met veel gradiënten tussen de Duitse grens en de steden Arnhem en Nijmegen. Het vormt, met de IJssel, een ecologische verbinding tussen natuurgebieden in Duitsland, de Randmeren en de moerasgebieden van Noordwest Overijssel en Friesland. Daarnaast vormt het, met de Neder-Rijn en Waal, een verbinding tussen deze Duitse gebieden en de delta. Het rivierenlandschap in de Gelderse Poort bestaat uit hoogdynamische gebieden in het winterbed van de rivier en laagdynamische moerasachtige strangen binnendijks. In perioden met hoge afvoer moet al het Rijnwater via de vertakkingen in de Rijn, via het Pannerdens Kanaal en de Waal worden afgevoerd. Met name in perioden met hoog water vindt erosie en sedimentatie plaats en vormt de rivier het landschap. In de uiterwaarden van de Gelderse Poort bevinden zich gevarieerde natuurgebieden als de Bemmelse Waard, de Gendtse Waard, de Oude Waal en de Millingerwaard (langs de Waal), en de Lobberdense Waard en de Huissense Waarden (langs de Rijn). Het gebied Gelderse Poort omvat uiterwaarden en binnendijks polderland. Kenmerkend zijn de moerassen, slikoevers, ruigten, wilgenbossen, open water en diverse typen grasland. In het gebied komt een grote verscheidenheid aan habitattypen en soorten voor. Het is een belangrijk broedgebied voor moerasvogels en vogels van waterrijke gebieden en natte graslanden. Het Natura 2000-gebied is een belangrijk rusten foerageergebied voor eenden en ganzen [1][5] [6][7]. In het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn de instandhoudingsdoelstellingen (IHD) van de habitattypen, habitatsoorten en vogels beschreven. In tabel 1 zijn deze IHD samengevat weergegeven. Tabel 1: Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000-gebied Rijntakken [1]. code Nederlandse naam doelstelling verspreiding doelstelling oppervlakte doelstelling kwaliteit habitattypen H3150 meren met krabbenscheer en fonteinkruiden = > > H3260B beken en rivieren met waterplanten = > = (grote fonteinkruiden) H3270 slikkige rivieroevers = > > doelstelling populatie BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

13 code Nederlandse naam doelstelling verspreiding doelstelling oppervlakte doelstelling kwaliteit doelstelling populatie H6120 *stroomdalgraslanden = > > H6430A ruigten en zomen (moerasspirea) = = = H6430C ruigten en zomen (droge bosranden) = > > H6510A glanshaver- en vossenstaarthooilanden = > > (glanshaver) H6510B glanshaver-en vossenstaarthooilanden = > > (grote vossenstaart) H91E0A *vochtige alluviale bossen = = > (zachthoutooibos- sen) H93E0B *vochtige alluviale bossen (esseniepenbossen) = > > H91F0 droge hardhoutooibossen = > > habitatsoorten H1095 zeeprik = > > H1099 rivierprik = > > H1102 elft = = = H1106 zalm = = = H1134 bittervoorn = = = H1145 grote modderkruiper > > > H1149 kleine modderkruiper = = = H1163 rivierdonderpad = = = H1166 kamsalamander > > > H1318 meervleermuis = = = H1337 bever = = > broedvogels paren A004 dodaars g = = 45 A017 aalscholver g = = 660 A021 roerdomp g > > 20 A022 woudaap g > > 20 A119 porseleinhoen g > > 40 A122 kwartelkoning g > > 160 A153 watersnip g = = 17 A197 zwarte stern g > > 240 A229 ijsvogel g = = 25 A249 oeverzwaluw g = = 680 A272 blauwborst g = = 95 A298 grote karekiet g > > 70 Niet- broedvogels A005 fuut g = = 570 A017 aalscholver g = = 1300 A037 kleine zwaan g = = 100 A038 wilde zwaan g = = 30 A039 toendrarietgans = = = 2800 A041 kolgans = = = A043 grauwe gans = = = A045 brandgans = = = 5200 BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

14 code Nederlandse naam doelstelling verspreiding doelstelling oppervlakte doelstelling kwaliteit A048 bergeend g = = 120 doelstelling populatie A050 smient = = = A051 krakeend g = = 340 A052 wintertaling g = = 1100 A053 wilde eend g = = 6100 A054 pijlstaart g = = 130 A056 slobeend g = = 400 A059 tafeleend g = = 990 A061 kuifeend g = = 2300 A068 nonnetje g = = 40 A125 meerkoet g = = 8100 A130 scholekster g = = 340 A140 goudplevier g = = 140 A142 kievit g = = 8100 A151 kemphaan g = = 1000 A156 grutto g = = 690 A160 wulp g = = 850 A162 tureluur g = = 65 = betekend behoud > betekend verbetering of uitbreiding g betekend geen doelstelling 3.4 Beschermde natuurwaarden in en nabij het projectgebied In het verleden zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd in het kader van Ruimte voor de Rivier maar ook vanwege de uitbreiding van de doortrekking van de A15. In deze onderzoeken zijn ook de beschermde natuurwaarden in en nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp onderzocht. In 2016 is een natuurtoets uitgevoerd in het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Dit onderzoek is beschreven in het rapport: Movares, Natuurtoets kadeverlaging Scherpekamp; Effecten op beschermde soorten en gebieden [8]. De natuurtoets is opgenomen in bijlage 2. Het projectgebied dat tijdens deze natuurtoets is onderzocht is ruimer dan het daadwerkelijke projectgebied (figuur 1). In de natuurtoets zijn namelijk meerdere werkterreinen onderzocht en is ook een noordelijke route voor het werkverkeer onderzocht. Inmiddels is vastgesteld dat deze route en de werkterreinen niet nodig zijn en derhalve niet meer bij de scope van het project horen. Uit verscheidene studies [11][12][14][15][27] blijkt dat in (de directe omgeving van) het projectgebied de volgende habitattypen, habitatsoorten en vogelsoorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen gelden zijn waargenomen: H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden; H1318 meervleermuis; H1337 bever; niet-broedvogels. In de onderstaande paragrafen is dit habitattype en zijn deze soorten beschreven. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

15 Habitattypen In figuur 3 zijn de habitattypen weergegeven in en nabij het projectgebied. De weergegeven habitattypen zijn afkomstig van de habittatypenkaart van de provincie Gelderland [6]. Volgens deze kaart zijn de habitattypen H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden, subtype glanshaver en H91E0A Vochtige alluviale bossen, subtype zachthoutooibossen aanwezig in en nabij het projectgebied. H6510A Uit een recente vegetatiekartering (4 juli 2016) door Alterra, Wageningen UR [10] blijkt dat, in tegenstelling tot wat de habitattypenkaart aangeeft, op maar twee locaties vegetaties voorkomen die getypeerd kunnen worden als H6510A. De vegetatiekartering is opgenomen in bijlage 3. In figuur 3 zijn deze locaties weergegeven door middel van groene lijnen. Op beide locaties met het habitattype H6510A vindt door de werkzaamheden geen ruimtebeslag plaats. De vegetaties die door Alterra zijn gekarteerd als H6510A zijn van matige kwaliteit (missen veel kensoorten van de associatie) en betreffen een klein areaal (totaal circa 400 m2). De overige gebieden die op de habitattypenkaart van de provincie als H6510A zijn opgenomen kwalificeren zich niet als Glanshaver- vossenstaarthooiland maar wel als Rompgemeenschap glanshaver binnen de Glanshaverorde (glanshaverruigte) en Rompgemeenschap van Kweek en Grote vossenstaart. Uit het onderzoek van Alterra is naar voren gekomen dat de gebieden van de habitattypenkaart [6] met het habitattype H6510A ten noorden van de weg Scherpekamp geen potentie voor H6510A hebben [10]. Een uitzondering hierop is één locatie die wel potentie heeft voor de ontwikkeling van dit habitattype. Deze ligt direct ten noorden van de weg [10]. Deze locatie is niet als H6510A opgenomen op de habitattypenkaart van de provincie. In figuur 3 is deze locatie met potentie voor ontwikkeling van het habitattype H6510A opgenomen door middel van een rode lijn. Op dit gebied vindt ruimtebeslag plaats door het project. Het huidige beheer van de locatie met potentie voor de ontwikkeling van H6510A bestaat uit beweiding door pony s. Dit beheer zal na de uitvoering van de werkzaamheden niet veranderen. Beheer door beweiding door pony s is niet geschikt voor het ontwikkelen voor dit habitattype. De bodem is voedselrijk als gevolg van bemesting waardoor de ontwikkeling van H6510A moeilijk is. In het beheerplan van het Natura gebied Rijntakken zijn gebieden in de Gelderse Poort genoemd die geschikt zijn om door middel van gericht beheer Glanshaver- en vossenstaarthooilanden te ontwikkelen. Dit zijn de kerngebieden droge graslanden : het Bijlanddijkje/Helicopterveld (De Bijland/Oude Waal), delen van de Jezuietenwaay (Rijnstrangen), de Erlecomsewaard (Bizonbaai) en de Kop van Pannerden (Klompenwaard). Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp valt niet binnen deze gebieden. H91E0A In het projectgebied komen geen vochtige alluviale bossen voor. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

16 Figuur 3: bovenste afbeelding geeft de ligging van de habitattypen H6510A (oranje vlakken) en H91E0A (blauwe vlakken) in en rondom het projectgebied aan volgens de habittatypenkaart van de provincie Gelderland [6]. De zwarte arcering geeft het Natura 2000-gebied aan. In de onderste afbeelding is het habitattype H6510A (oranje vlakken) in en direct aan het projectgebied weergegeven. De blauwe lijn geeft de werkgrens van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp weer. De twee groene lijnen in de onderste afbeelding geven de locatie aan waar tijdens de recente vegetatiekartering daadwerkelijk H6510A is aangetroffen. De rode lijn in de onderste afbeelding geeft de potentiële locatie voor de ontwikkeling van H6510A [10] aan. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

17 Habitatrichtlijnsoorten Tijdens voorgaande onderzoeken zijn de habitatsoorten zeeprik, rivierprik, elft, zalm, bittervoorn, grote modderkruiper, kleine modderkruiper, rivierdonderpad, kamsalamander niet aangetroffen in het projectgebied Scherpekamp [8][11][12][13] [15]. Tijdens een recente natuurtoets zijn (sporen van en/of geschikt habitat voor) deze soorten ook niet aangetroffen [8]. Het projectgebied is geen geschikte locatie om de uitbreidingsdoelstellingen van deze soorten te bereiken. In het projectgebied is namelijk geen open water aanwezig en ook geen landbiotoop voor de kamsalamander. De bever en de meervleermuis zijn wel nabij het projectgebied aangetroffen [11] t/m [15]. Tijdens een onderzoek in het kader van de doortrekking van de A15 zijn aan de overzijde van het Pannerdensch kanaal beverburchten aangetroffen [14]. Het betreft het gebied de Loowaard tegenover de steenfabriek. Deze liggen op ongeveer 800 meter van het plangebied. Mogelijk zijn er ook beverburchten aanwezig aan de overzijde van het Pannerdenschkanaal. Deze oever ligt op circa 200 meter van het plangebied. Op één locatie ter hoogte van het projectgebied verlaging zomerkade Scherpekamp zijn sporen van de bever aangetroffen (figuur 4). Het betreft een wissel en vraatsporen. De oever wordt door de bever gebruikt als foerageergebied. Er zijn geen beverburchten aangetroffen in de oever van het Pannerdensch kanaal ter hoogte van het projectgebied [8]. Loowaard Figuur 4: locatie beversporen (rode stippen) ten opzichte van de weg Scherpekamp (donkerrode lijn)[8]. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

18 Het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn zijn foerageergebieden en een vliegroute voor de meervleermuis [12] [14] [15] [16] [27][28]. Het betreft het gehele kanaal en de rivier inclusief de oevers. Er zijn geen vaste rust- en/of verblijfplaatsen van vleermuizen aangetroffen in of nabij de projectlocatie [8] [12] [14] [15][27][28]. Broedvogels In eerdere onderzoeken zijn geen broedgevallen van de soorten dodaars, aalscholver, roerdomp, woudaap, porseleinhoen, kwartelkoning, watersnip, zwarte stern, ijsvogel, oeverzwaluw, blauwborst en grote karekiet aangetroffen in het projectgebied en de directe omgeving [2] [11][15]. Tijdens het veldbezoek in 2016 zijn ook geen broedgevallen van deze soorten aangetroffen. Er is geen geschikt broedgebied voor deze soorten aanwezig door het ontbreken van onder andere beschutte wateren met waterplanten, overjarig brede rietzones, moeras en vochtige hooilanden [8]. Het project verlaging zomerkade Scherpekamp is ook niet gelegen in een van de aangewezen kerngebieden van deze soorten waar de uitbreidingsdoelstellingen worden gerealiseerd [6]. In de Huissensche waarden zijn sinds 2005 vier broedvogelsoorten waargenomen waarvoor het Natura 2000-gebied Rijntakken is aangewezen. Het betreft de soorten: blauwborst, dodaars, oeverzwaluw en ijsvogel. Deze waarnemingen zijn niet aangetroffen in (de directe omgeving van) het projectgebied van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp (zie figuur 5). Van de ijsvogel zijn twee kilometerhokken (195:435 en 196:436) nabij het projectgebied bekend waarin de ijsvogel in de periode heeft gebroed. Het broedgeval in kilometerhok 196:436 is terug te leiden naar een broedlocatie in de Loowaard. Dit is buiten het projectgebied van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Het kilometerhok 195:435 valt niet binnen het ruimtebeslag van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

19 Figuur 5: broedvogels in de Huissense Waarden (broedgevallen van 2006, 2009 en 2011) [15]. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp is aangegeven met de rode lijn. Het meest rechter kilometerhok waarin de ijsvogel is waargenomen betreft een waarneming in de Loowaard. Het linker kilometer hok ligt niet binnen het ruimtebeslag van het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Binnen het projectgebied zijn in 2016 geen broedgevallen waargenomen BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

20 Niet-broedvogels Voor de passende beoordeling in het kader van het project uiterwaardvergraving Huissensche Waarden zijn telgegevens van watervogels in de Gelderse Poort beschouwd die zijn aangeleverd door SOVON [15]. Deze gegevens hebben betrekking op de drie watervogeltelgebieden die samen de Huissensche Waarden omvatten. In de onderzoeken zijn de seizoensmaxima voor deze telgebieden van alle waargenomen watervogels opgenomen voor de winterseizoenen t/m In de onderzoeken zijn de aantallen wintergasten en trekvogels in de Huissensche Waarden vergeleken met de gehele Gelderse Poort. De Huissensche waarden omvat een groter gebied dan het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp Uit de onderzoeken kan het volgende geconstateerd worden [15]: Voor de kolgans zijn de Huissensche Waarden van bovengemiddeld belang als foerageergebied. Kolganzen zijn jaarlijks aanwezig met een gemiddelde van circa 917 vogels tussen september en april. De seizoensmaxima fluctueren tussen (november 1999) en (januari 2001). De smient is jaarlijks aanwezig in de Huissensche Waarden. De aantallen zijn afgenomen van gemiddeld 211 ( t/m ) naar bijna 123 individuen in de seizoenen t/m Het gaat hierbij om tellingen van rustende vogels die s nachts in de ruime omgeving foerageren. In de Gelderse Poort is vanaf de winter van 2002/2003 ook sprake van een afname van het aantal smienten. In de seizoenen t/m zijn gemiddeld smienten in de Gelderse Poort waargenomen. Circa 10% van deze waarnemingen betreffen waarnemingen van de smient in de Huissensche Waarden. De aantallen van de grauwe gans is gegroeid van gemiddeld 305 ( t/m ) naar bijna 429 individuen in de seizoenen t/m Deze groei is in de gehele Gelderse poort terug te zien. Vanaf begin jaren tachtig is het aantal flink toegenomen. Tussen de seizoenen en zijn gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde) waargenomen. Deze groei hangt samen met het herstel van de broedpopulatie en is in heel Nederland waar te nemen. Voor kleine zwaan en wilde zwaan is het projectgebied in het geheel niet van belang. Voor op het water foeragerende eendensoorten (krakeend, wintertaling, pijlstaart, slobeend, tafeleend) en meerkoet heeft de Huissensche Waarden een geringe betekenis. Voor visetende watervogels (fuut, aalscholver en nonnetje) is het projectgebied niet of nauwelijks van betekenis. Voor de overwinterende steltlopers kievit en grutto heeft de Huissensche Waarden een gemiddelde betekenis. Voor beide steltlopers is de betekenis afgenomen sinds Voor de wulp is de betekenis relatief hoog. De buitenkaadse delen ten zuiden van het Looveer vormen samen met de overzijde van de rivier en de Grote Pleij een belangrijke slaapplaats binnen de Gelderse Poort. Deze gebieden liggen niet in het projectgebied van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

21 Uit onderstaande figuren [15] blijkt dat van de niet-broedvogels waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen alleen de grutto, slobeend en tureluur zijn waargenomen nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Deze soorten zijn ook veelvuldig waargenomen in de andere delen van de Huissensche Waarden. Figuur 6: Verspreidingskaart van de aangetroffen watervogels in de Huissensche Waarden [15] (de zwarte omlijning geeft de begrenzing van de Huissense Waarden aan). Het Natura 2000-gebied is aangewezen voor de bergeend, fuut, grauwe gans, krakeend, kuifeend en slobeend. Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp (aangegeven met de rode lijn) is een klein onderdeel van de Huissense Waarden. Geen van de soorten is in het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp aangetroffen. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

22 Figuur 7: een aantal van de aangetroffen soorten in de Huissensche Waarden die op de Rode lijst zijn opgenomen [15] (de zwarte omlijning geeft de begrenzing van de Huissense Waarden aan). Het Natura 2000 gebied is aangewezen voor de soorten grutto (rechter figuur, bruingroen gekleurde symbolen), slobeend (linker figuur, lichtblauwe symbolen) en tureluur (linker figuur, donkerblauwe symbolen). Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp (aangegeven met de rode lijn) is een klein onderdeel van de Huissense Waarden. De grutto en de tureluur zijn nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp waargenomen. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

23 Figuur 8: Verspreidingskaart van de aangetroffen weidevogels in de Huissensche Waarden. (de zwarte omlijning geeft de begrenzing van de Huissensche Waarden aan). Het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp (aangegeven met de rode lijn) is een klein onderdeel van de Huissensche Waarden. Het Natura 2000-gebied is aangewezen voor de grutto, kievit, scholekster, tureluur en wulp [15]. Van deze soorten zijn alleen de grutto (rode stip) en de tureluur waargenomen nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Tijdens het veldbezoek in mei 2016 [8] is de wilde eend, tureluur, grutto en kievit aangetroffen nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Uit dit onderzoek blijkt dat er bij de wegen, dijken, huizen en bosschages geen geschikte rust- en foerageergebieden zijn voor de niet-broedvogels. De af te graven zomerkade en de aan te passen weg Scherpekamp zijn voor de meeste niet-broedvogels ongeschikt als rust- en foerageergebied. Soorten zoals de scholekster en kievit zouden hier wel kunnen foerageren. Het kanaal, de oevers, de aangrenzende (natte) graslanden en de weilanden in de uiterwaarden zijn wel geschikte rust- en foerageergebieden voor de niet-broedvogels. Evenals de overige uiterwaarden langs het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn met een vergelijkbaar biotoop. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

24 4 Effecten 4.1 Afbakening effecten In de verslechteringstoets van Witteveen+Bos is geconcludeerd dat de fysische effecten door verdroging, vernatting, verandering van stroomsnelheid, verandering van de inundatiefrequentie en verandering dynamiek substraat voor dit project niet aan de orde zijn [2]. Dit geldt ook voor de VKV van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Door de verlaging van de zomerkade zal de frequentie van inundatie niet wijzigen. Ook de duur van de inundatie of de oppervlakte van het areaal dat onder water komt te staan zal door de verlaging niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie. Doordat in de toekomstige situatie het water ook over de zomerkade de uiterwaarden instroomt, zal het water via drie locaties (de twee inlaten en de zomerkade) de uiterwaarden instromen waardoor deze eerder volstroomt [1]. De uitvoering van de VKV heeft ook geen negatieve effecten tot gevolg door verandering in de populatiedynamiek en/of een bewuste ingreep van de soortensamenstelling. Er zijn in dit project geen factoren zoals wegverkeer, windmolens, jacht of visserij voorzien die sterfte van individuen veroorzaken. Daarnaast vindt er geen introductie van soorten plaats door de werkzaamheden. Chemische effecten zoals verzoeting, verzilting en verontreiniging treden niet op door de werkzaamheden en zijn dus niet aan de orde. Door de verlaging van de zomerkade stroomt er geen ander water de uiterwaarden in als voor de verlaging van de zomerkade. Er vindt ook geen verdroging plaats naar aanleiding van de verlaging. Verzilting treedt vaak op als gevolg van verdroging. Zoals Witteveen+Bos heeft geconcludeerd zijn er geen brakke of zoute watersystemen in het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp waardoor verzoeting niet aan de orde is [2]. Chemische effecten zoals vermesting en verzuring zijn wel mogelijk door een eventuele toename van stikstof dat wordt uitgestoten door het werkverkeer tijdens de uitvoering. Ook ruimtelijke effecten zoals verlies van oppervlakte en versnippering van het leefgebied kan aan de orde zijn. Tenslotte zijn er nog mechanische effecten mogelijk zoals verstoring door geluid, licht, trilling en optische verstoring. In onderstaande paragraaf worden deze effecten nader toegelicht. Binnen (de directe omgeving van) het projectgebied zijn geen broedvogelsoorten aangetroffen waarvoor instandhoudingsdoelen zijn opgesteld. Negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen door de verlaging van de zomerkade zijn uit te sluiten voor de soorten: dodaars, aalscholver, roerdomp, woudaap, kwartelkoning, zwarte stern, porseleinhoen, ijsvogel, oeverzwaluw, blauwborst en grote karekiet. Het projectgebied is ook geen potentieel leefgebied voor deze soorten. Deze vogels worden daarom niet verder besproken in de effectbeoordeling. In het projectgebied is geen potentieel leefgebied voor vissen aanwezig. De werkzaamheden vinden niet in de oever van het Pannerdensch kanaal plaats. Sloten en waterplassen zijn niet aanwezig in het projectgebied. Er worden daarom geen negatieve effecten op vissen verwacht en wordt deze soortgroep niet verder behandeld in de effectbespreking. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

25 4.2 Potentiële effecten Ruimtebeslag Natura 2000-gebied Na afloop van de werkzaamheden is de zomerkade lager dan in de huidige situatie maar er is geen definitief ruimtebeslag. De begrenzing hoeft niet te worden aangepast. Glanshaver- vossenstaarthooilanden (H6510A) Op de habitattypenkaart zijn ten noorden van de weg Scherpekamp een aantal gebieden weergegeven met het habitattype H6510A [6]. Uit veldonderzoek uitgevoerd in 2016 is naar voren gekomen dat op deze locaties dit habitattype niet aanwezig is [10]. Bovendien hebben deze gebieden ook geen potentie voor de ontwikkeling van het habitattype. Uitzondering zijn twee locaties ten zuidwesten van de weg Scherpekamp. Hier is wel H6510A aangetroffen (zie figuur 3). Deze vallen buiten het ruimtebeslag van de verlaging van de zomerkade. Voor het habitattype H6510A geldt ook een uitbreidingsdoelstelling. Binnen het tijdelijk ruimtebeslag is bij de inventarisatie in 2016 wel een gebied met potentie tot ontwikkeling van H6510A aangetroffen. Op deze locatie is ruimtebeslag. Significant negatieve effecten op de uitbreidingsdoelstelling van het habitattype zijn echter uitgesloten om de volgende redenen: De kans is nihil dat deze potentiële locatie zich tot Glanshavervossenstaarthooiland ontwikkelt. Het huidige beheer is niet gericht op ontwikkeling van het habitattype en er zijn geen aanwijzingen dat het beheer zich in de toekomst zal wijzigen. De locatie is niet in beeld als uitbreidingslocatie voor het habitattype. In het (concept)beheerplan voor het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn voor de Gelderse Poort locaties aangewezen met een groot aantal stroomdalsoorten (soorten die behoren bij stroomdalgraslanden en Glanshaverhooilanden) die in verband met de functie als zaadbron behouden moet blijven en waarvan de kwaliteit zo mogelijk wordt verbeterd door aanvullende beheermaatregelen. Het projectgebied valt buiten deze gebieden. In het Natura 2000-gebied zijn voldoende andere geschikte locaties dan de projectlocatie om de uitbreidingsdoelstelling te kunnen halen. Dit volgt ook uit het beheerplan waar deze locaties worden genoemd. Ook als er categorie 2 grond (wat meer klei bevat en daarom ongunstiger voor de ontwikkeling van H6510A) wordt aangelegd is er geen significant negatief effect op de uitbreidingsdoelstelling, aangezien de locatie niet geschikt is en niet in beeld is voor de realisatie van de uitbreidingsdoelstelling. Mitigerende (of compenserende) maatregelen ten behoeve van H6510A zijn niet aan de orde. Conclusie Glanshaver- vossenstaarthooilanden (H6510A) Door de verlaging van de zomerkade is er geen sprake van een significant negatief effect als gevolg van (tijdelijk) ruimtebeslag op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding en uitbreiding kwaliteit en oppervlakte) van H6510A. Vanuit de zorgplicht wordt aanbevolen met rijplaten te werken waarbij de periode dat er gewerkt wordt zo kort mogelijk is. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

26 Bever (H1337) Tijdens een onderzoek voor de ViA15 zijn aan de overzijde van het Pannerdensch kanaal beverburchten aangetroffen [14]. Tijdens een recente natuurtoets zijn sporen van de bever aangetroffen aan de oever van het Pannerdensch kanaal ter hoogte van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp [8]. De bever gebruikt de oever als foerageergebied. Er zijn geen beverburchten aangetroffen. Door de werkzaamheden vindt geen (tijdelijk) ruimtebeslag plaats op de oever van het kanaal. De stroomsnelheid en de inundatiefrequentie zal niet veranderen in de toekomstige situatie. De verlaging van de zomerkade heeft daarom geen gevolgen voor de structuur van de oever en het bijhorende biotoop voor de bever. Conclusie bever (H1337) Er is geen sprake van een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding en oppervlakte en uitbreiding kwaliteit) van de bever, ten gevolge van ruimtebeslag. Meervleermuis (H1318) Het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn zijn foerageergebieden en een vliegroute voor de meervleermuis [14][15]. In de oever van het Pannerdensch kanaal vinden geen werkzaamheden plaats. Derhalve is er geen sprake van ruimtebeslag op foerageergebied en de vliegroute van de meervleermuis. Conclusie meervleermuis (H1318) De verlaging van de zomerkade leidt niet tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding, oppervlakte en kwaliteit) van de meervleermuis, ten gevolge van ruimtebeslag. Niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) Nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp zijn de tureluur, grutto en slobeend aangetroffen [15]. Tijdens het veldbezoek in mei 2016 zijn de wilde eend, kievit, grutto en tureluur nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp waargenomen. Ook voor overige niet-broedvogels zoals kolgans, smient en grauwe gans is er nabij het projectgebied geschikt rust- en foerageergebied aanwezig. Het betreft hier het kanaal en oevers, de aangrenzende (natte) graslanden en de weilanden in de uiterwaarden. Ook de overige uiterwaarden langs het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn met een vergelijkbaar biotoop zijn geschikt. Op deze gebieden is geen ruimtebeslag. De af te graven zomerkade en de aan te passen weg Scherpekamp zijn voor de meeste niet-broedvogels ongeschikt als rust- en foerageergebied. Uitzonderingen zijn scholeksters en kieviten die mogelijk op de zomerkade foerageren. De werkzaamheden zijn tijdelijk en worden gefaseerd uitgevoerd verdeeld over 11 weken. Er wordt niet gewerkt in de oever van het Pannerdensch kanaal. Doordat de werkzaamheden gefaseerd worden uitgevoerd blijft er langs de oever mogelijkheden voor de vogels om te rusten en te foerageren. Ook ten zuiden van Scherpekamp is voldoende gelegenheid om te foerageren en te rusten. Uit figuur 6 t/m 8 blijkt dat de niet-broedvogels vooral in andere delen van de Huissensche Waarden zijn BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

27 waargenomen. Hier zijn dus ook voldoende uitwijkmogelijkheden voor deze soorten evenals de andere aangelegen delen van het Natura 2000-gebied Rijntakken. Conclusie niet-broedvogels Door de werkzaamheden is er geen sprake van een significant negatief effect als gevolg van (tijdelijk) ruimtebeslag op rust- en foerageergebied van niet- broedvogels. De werkzaamheden zijn tijdelijk en worden gefaseerd uitgevoerd. Er blijft voldoende rust- en foerageergebied over voor deze vogels en er zijn voldoende gebieden waar de vogels naar kunnen uitwijken. Versnippering Versnippering speelt mogelijk een rol tijdens de uitvoering van de werkzaamheden voor de bever, meervleermuis en niet-broedvogels. In de definitieve situatie is de zomerkade lager en de hoogte van de weg Scherpekamp deels aangepast. Dit veroorzaakt geen extra versnippering ten opzichte van de huidige situatie. Bever (H1337) Volgens de effectenindicator is de bever gevoelig voor versnippering [15]. Er vinden geen werkzaamheden plaats in de oever van het Pannerdensch kanaal. Het foerageergebied wordt als gevolg van de werkzaamheden niet onderbroken. Conclusie bever (H1337) De verlaging van de zomerkade heeft geen significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding en oppervlakte en uitbreiding kwaliteit) van de bever als gevolg van tijdelijke versnippering. Meervleermuis (H1318) De werkzaamheden vinden niet in de oever van het Pannerdensch kanaal plaats. Het foerageergebied en de vliegroute wordt als gevolg van de werkzaamheden niet onderbroken. Conclusie Meervleermuis (H1318) De verlaging van de zomerkade leidt niet tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding, oppervlakte en kwaliteit) van de meervleermuis als gevolg van versnippering. Niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden kunnen niet-broedvogels zich nog steeds verplaatsen naar andere delen van de Huissensche Waarden en het overige deel van het Natura 2000-gebied Rijntakken. Tijdens de uitvoering is er namelijk geen onneembare barrière voor niet-broedvogels aanwezig. Daarnaast zijn de werkzaamheden tijdelijk en worden ze gefaseerd uitgevoerd. Conclusie niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) De verlaging van de zomerkade heeft geen significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van de niet-broedvogels als gevolg van (tijdelijke) BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

28 versnippering. Stikstof depositie (vermesting en verzuring) De werkzaamheden hebben niet tot gevolg dat er in de definitieve situatie extra verkeer zal rijden ten opzichte van de huidige situatie. Hierdoor is er in de definitieve situatie geen sprake van een verhoogde stikstofdepositie. In de tijdelijke situatie zullen er meer voertuigen rijden dan in de huidige situatie. Er zullen namelijk ook graafmachines en vrachtwagens rijden. Dit kan leiden tot een verhoging van de stikstofdepositie op nabij gelegen habitattypen en -soorten. De route van het verkeer naar de steenfabriek is deels aangepast tijdens de werkzaamheden. Zowel de bever als de meervleermuis zijn niet gevoelig voor een toename van de stikstofdepositie [18]. Derhalve worden deze soorten in de onderstaande paragrafen niet besproken. Glanshaver- vossenstaarthooilanden (H6510A) Het habitattype 6510A is gevoelig voor stikstof [15]. Bij de uitvoering kan er een overschrijding plaats vinden van de kritische depositiewaarde (1429 mol/ha/jr) van dit habitattype. Om dit te bepalen is een berekening uitgevoerd in AERIUS. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 4. Bij de berekening in AERIUS is uitgegaan van de aantallen zoals opgenomen in het uitvoeringsplan. Bij de berekeningen is van een worst case scenario uitgegaan. Uit de berekening komt naar voren dat er een kleine toename aan stikstofdepositie door de uitvoering van de kaderverlaging optreedt. Het gaat om een toename van maximaal 0,06 mol/ha/jr op het habitattype H6510A glanshaver- en vosssenstaarthooilanden (glanshaver, zie bijlage 4). Per 1 juli 2015 is het PAS in werking getreden. Het Natura 2000-gebied Rijntakken is in het PAS opgenomen als een van de PAS-gebieden. Dit zijn gebieden met stikstofgevoelige habitattypen, waarvoor binnen PAS herstelmaatregelen zijn opgenomen. Het project kadeverlaging Scherpekamp is binnen PAS aangewezen als prioritair project. Voor dit project is binnen PAS ontwikkelingsruimte gereserveerd. Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken is in het kader van het PAS een gebiedsanalyse [31] opgesteld waarin de effecten van stikstofdepositie onder het PAS en van herstelmaatregelen zijn onderzocht. De conclusie van dit onderzoek is dat, met de uitgifte van de ontwikkelingsruimte bij het in de gebiedsanalyse geschetste depositieverloop en bij de uitvoering van de in de gebiedsanalyse genoemde en geborgde maatregelen, op habitatniveau geen verslechtering optreedt. Behoud gedurende de eerste PAS periode ( ) is hiermee geborgd. Daar waar uitbreidings- en of verbeterdoelstellingen aan de orde zijn, geldt dat deze op termijn behaald kunnen worden ondanks de uitgifte van ontwikkelruimte [31]. Ontwikkelingsruimte is de depositie welke in de PAS beschikbaar is voor economische groei. De voor het project benodigde ontwikkelingsruimte is gelijk aan de toename van de stikstofdepositie per hectare per jaar die door de aanleg wordt veroorzaakt. Dit is berekend in AERIUS. De berekende depositie is gelijk aan de voor dit project gereserveerde ontwikkelingsruimte. Op basis van het PAS en de conclusies uit de passende beoordeling, kan dan de ontwikkelingsruimte worden toegedeeld. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

29 Conclusie Glanshaver- vossenstaarthooilanden (H6510A) Door de werkzaamheden voor de verlaging van de zomerkade kan er sprake zijn van een mogelijk significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding en uitbreiding kwaliteit en oppervlakte) van H6510A als gevolg van stikstofdepositie. Binnen PAS is ontwikkelingsruimte voor het project kadeverlaging Scherpekamp gereserveerd. De berekende stikstofdepositie is gelijk aan de gereserveerde ontwikkelingsruimte. Op basis van het PAS en de conclusies uit de passende beoordeling, kan dan de ontwikkelingsruimte worden toegedeeld. Daarmee is geborgd dat er op habitatniveau geen verslechtering optreedt. Overige habitattypen Overige habitattypen die gevoelig zijn voor stikstofdepositie zijn: H3150 Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, H6120 Stroomdalgraslanden, H6430 Ruigten en zomen, H6510B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart), H91E0 Vochtige alluviale bossen en H91F0 Droge hardhoutbossen. Deze liggen alle op grotere afstand van het projectgebied dan het habitattypen H6510A. Er treden geen negatieve effecten op deze habitattypen op omdat een eventuele toename (ver) onder de 0,05 mol/ha/jaar zal zijn. Conclusie overige habitattypen Er treden geen negatieve effecten op de habitattypen: H3150 Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, H6120 Stroomdalgraslanden, H6430 Ruigten en zomen, H6510B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart), H91E0 Vochtige alluviale bossen en H91F0 Droge hardhoutbossen. op omdat een eventuele toename (ver) onder de 0,05 mol/ha/jaar zal zijn. Niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) Volgens de effectenindicator zijn de grutto, kemphaan en de pijlstaart zeer gevoelig voor vermesting en verzuring. De kievit en de tureluur zijn gevoelig voor vermesting en verzuring. De overige niet-broedvogels zijn hier niet gevoelig voor [15]. Grontmij heeft in 2011 een quickscan opgesteld waarin de invloed van Rijkswegenprojecten op Vogel- en habitatrichtlijnsoorten is onderzocht [18]. In de quickscan is bepaald welke broedhabitats, verblijfplaatsen of groeiplaatsen en foerageerhabitats de soorten noodzakelijk zijn voor het overleven van de soort en is bepaald of deze gevoelig zijn voor een toename van stikstofdepositie. Uit de quickscan blijkt dat de habitats van de grutto, kemphaan, de pijlstaart, de kievit en de tureluur niet gevoelig zijn voor een toename in stikstof. Bovendien is de toename van stikstofdepositie zeer laag, er is geen overschrijding van de KDW (bijlage 4). Conclusie niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) De habitats van de grutto, de kemphaan, de pijlstaart, de kievit en de tureluur zijn niet gevoelig voor een toename in stikstof. Bovendien is de toename van stikstofdepositie zeer laag, er is geen overschrijding van de KDW. Er is daarom door het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp geen sprake BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

30 van een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van de nietbroedvogels grutto, kemphaan, pijlstaart, kievit en tureluur als gevolg van de toename van stikstofdepositie. Verstoring door geluid, licht, trillingen en optische verstoring Definitieve situatie In de definitieve situatie is er geen toename van geluid, licht, trillingen en optische verstoring. Er wordt geen verlichting geplaatst. Bovendien leidt de verlaging van de zomerkade en de aanpassing van de weg Scherpekamp niet tot een toename van verkeer. Negatieve effecten door verstoring door geluid, licht en trillingen en door optische verstoring treden dan ook niet in de definitieve situatie op. Aanlegfase De werkzaamheden worden tussen zonsopgang en zonsondergang uitgevoerd. Daarom worden negatieve effecten door verlichting niet verwacht. Deze aspecten worden daarom verder niet beschouwd in de effectbeschrijving. Bever (H1337) De oever van het Pannerdensch kanaal ten hoogte van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp wordt als foerageergebied gebruikt door de bever. Er komen geen beverburchten voor. In de Loowaard zijn beverburchten waargenomen. Deze liggen op ongeveer 800 meter van het plangebied. Langs de oever ter hoogte van het plangebied zijn geen burchten aangetroffen. Mogelijk zijn er wel burchten aanwezig aan de overzijde van het Pannerdens Kanaal. Dit is ongeveer 200 meter van het plangebied. Op deze afstand worden er geen negatieve effecten door verstoring op beverburchten verwacht. Er kunnen nog wel negatieve effecten door verstoring optreden op foeragerende bevers. De bever is gevoelig voor geluid en trillingen en zeer gevoelig voor optische verstoring. De werkzaamheden vinden plaats tussen zonsopgang en zonsondergang. De bever is een nachtactief dier en daarom zal optische verstoring, trillingen en geluidsverstoring van foeragerende bevers geen rol spelen. Conclusie bever (H1337) Burchten van de bever liggen op minimaal 200 meter afstand van het plangebied. De werkzaamheden worden uitgevoerd tussen zonsopgang en zonsondergang. Significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding en oppervlakte en uitbreiding kwaliteit) van de bever als gevolg van verstoring door geluid, trillingen en optische verstoring is daarom niet aan de orde. Meervleermuis (H1318) Het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn is in gebruik als foerageergebied door de meervleermuis. Daarnaast is het kanaal en de Nederrijn een belangrijke vliegroute voor deze soort. De meervleermuis is gevoelig voor geluid, trillingen en voor optische verstoring. De werkzaamheden vinden plaats tussen zonsopgang en zonsondergang. Aangezien de meervleermuis een nachtactief dier is zullen de werkzaamheden overdag geen negatief effect door verstoring door geluid, trillingen en door optische verstoring hebben op de functie van het Pannerdensch kanaal en Nederrijn als foerageergebied en BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

31 vliegroute. Conclusie meervleermuis (H1318) De verlaging van de zomerkade leidt niet tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding, oppervlakte en kwaliteit) van de meervleermuis als gevolg van geluid, trillingen en optische verstoring. Niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) Nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp is geschikt rusten foerageergebied aanwezig voor niet-broedvogels. Het betreft hier het kanaal en oevers, de aangrenzende (natte) graslanden en de weilanden in de uiterwaarden. Ook de overige uiterwaarden langs het Pannerdensch kanaal en de Nederrijn met een vergelijkbaar biotoop zijn geschikt. De af te graven zomerkade en de aan te passen weg Scherpekamp zijn voor de meeste niet-broedvogels ongeschikt als rust- en foerageergebied. Uitzonderingen zijn scholeksters en kieviten die mogelijk op de zomerkade foerageren Door de aanwezigheid van graafmachines, vrachtwagens en mensen zullen deze soorten mogelijk worden verstoord door extra geluid, trillingen en optische verstoring tijdens de werkzaamheden. De werkzaamheden zijn tijdelijk en worden gefaseerd uitgevoerd verdeeld over 11 weken. Er vinden geen werkzaamheden plaats in de oever van het Pannerdensch kanaal. Doordat de werkzaamheden gefaseerd worden uitgevoerd blijven er in de oever mogelijkheden voor de vogels om te rusten en te foerageren. Ook ten zuiden van Scherpekamp is voldoende gelegenheid om te foerageren en te rusten. In andere delen van de Huissensche Waarden (figuur 7 t/m 9) zijn voldoende uitwijkmogelijkheden voor deze soorten, evenals de andere aangelegen delen van het Natura 2000-gebied Rijntakken. Conclusie niet-broedvogels (foerageer- en rustgebied) Door de werkzaamheden is er geen sprake van een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van niet-broedvogels als gevolg van optische verstoring, trillingen en verstoring door geluid. De werkzaamheden zijn tijdelijk en worden gefaseerd uitgevoerd. Er blijft voldoende rust- en foerageergebied over voor deze vogels. 4.3 Cumulatieve effecten Overige projecten Naast Rijkswaterstaat hebben ook andere partijen ambities, projecten en initiatieven in het gebied. Deze partijen hebben in 2015 besloten om gezamenlijk te verkennen hoe deze losse initiatieven in samenhang met elkaar kunnen worden gebracht en hoe ze elkaar zouden kunnen versterken. De ambitie van deze partijen was om nadere afspraken te maken over een integrale en samenhangende gebiedsontwikkeling van het gebied, waarin de verschillende projecten elkaar niet in de weg zouden zitten, maar elkaar juist zouden versterken. De Gebiedsschets Huissensche waarden, verkenning van de ambities en initiatieven voor de Huissensche uiterwaard en de Angerensche & Doornenburgsche buitenpolder is tot stand gekomen in nauwe samenspraak tussen de verschillende gebiedspartijen die projecten en initiatieven in het gebied hebben: Rijkswaterstaat, Provincie Gelderland, Gemeente Lingewaard, Waterschap Rivierenland, ARK Natuurontwikkeling, BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

32 Staatsbosbeheer & GMNF, Caprice & K3 Delta, VBI & van Dalen. Bewoners en andere belanghebbenden zijn geïnformeerd en geraadpleegd gedurende het traject van totstandkoming van de verkenning. In de gebiedsschets worden, naast de verlaging van de zomerkade Scherpekamp, negen andere plannen onderscheiden. De Kribverlaging Pannerdensch Kanaal (Rijk), Stroomlijn (Rijk), ViA15 (Rijk en provincie Gelderland) en Overnachtingshaven Lobith (Rijk) zijn gegarandeerde ontwikkelingen die de komende jaren tot uitvoer gebracht zullen worden. Hieronder wordt ingegaan op deze projecten en of er sprake is van cumulatieve effecten. Kribverlaging Pannerdensch Kanaal Rijkswaterstaat is voornemens om de kribben in het Pannerdensch Kanaal te verlagen. Hiermee wordt afhankelijk van de omvang van de maatregel tussen de 4 en 6 cm waterstandverlaging gerealiseerd [21]. De werkzaamheden starten na ViA15 Om de bereikbaarheid en verkeersdoorstroming in de regio Arnhem - Nijmegen te verbeteren, heeft de minister van Infrastructuur en Milieu in juli 2012 definitief gekozen voor het Doortrekkingsalternatief A15 Noord. Het tracé zal vanaf de nog doodlopende A15 als autosnelweg met 2x2 rijstroken vanaf knooppunt Ressen worden doorgetrokken langs de zuidkant van de Betuweroute tot aan de A12 bij een nieuw knooppunt tussen Duiven en Zevenaar [14]. De A15 zal over het terrein van de steenfabriek middels een brug het Pannerdensch kanaal kruisen. De A15 wordt dus ten noorden van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp aangelegd. De start van het project VIA15 staat gepland voor en de bouw zal circa 3 jaar duren [20]. Kleidepot steenfabriek De brug over het Pannerdensch kanaal wordt deels gerealiseerd over het terrein van steenfabriek Huissenswaard en heeft gevolgen voor het gebruik van het daar aanwezige kleidepot. Om de fabriek op de huidige locatie optimaal te kunnen laten functioneren wordt het kleidepot naar de zuidzijde van de steenfabriek verplaatst. Een deel van het kleidepot komt dan buiten het huidige fabrieksterrein te liggen. Op gronden die binnen het Natura 2000-gebied Rijntakken vallen [21]. De verwachting is dat de werkzaamheden van het verplaatsen van het kleidepot in vierde kwartaal 2016-tweede kwartaal 2017 plaats zal vinden. Stroomlijn Rijkswaterstaat is voornemens de opgaande beplanting in de stroombaan te verwijderen om voor een betere doorstroming te zorgen bij hoog water en het voorkomen van opstuwing [21]. In de Huissensche Waarden blijft de beplanting vooralsnog behouden. Echter vindt er momenteel voor dit gebied een herontwerp plaats waarbij de maatregelen mogelijk wijzigen [29][30]. Het onderzoek hiervoor is nog niet afgerond. Het project wordt in 2017 uitgevoerd. Overnachtingshaven Lobith Op de Waal tussen Tiel en de Duitse grens is er sprake van een aanzienlijk tekort aan overnachtingshavens voor de scheepvaart. Om voldoende capaciteit te realiseren wordt BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

33 er in de buurt van Lobith een nieuwe overnachtingshaven gerealiseerd. Het plangebied van de nieuwe overnachtingshaven ligt binnen de begrenzing van het Natura gebied Rijntakken Cumulatieve effecten Voor de instandhoudingsdoelstellingen waarop de kadeverlaging (tijdelijk) negatieve effecten heeft wordt in deze paragraaf beoordeeld of de bovenstaande projecten daar ook negatieve effecten op hebben. De verlaging van de zomerkade bij Scherpekamp heeft geen negatieve effecten in de definitieve situatie. Er is geen sprake van ruimtebeslag. Ook is de stikstofdepositie door de uitvoering van de werkzaamheden laag (bijlage 4). Bovendien wordt dit effect via PAS gecompenseerd. De projecten Kribverlaging Pannerdensch Kanaal en ViA15 vinden plaats nadat het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp (tweede kwartaal2017 t/m vierde kwartaal 2017) is afgerond. Er zullen daarom geen cumulatieve effecten ontstaan door de uitvoering van de projecten Kribverlaging Pannerdensch Kanaal en ViA15. Kleidepot steenfabriek Voor de aanpassing van de A15 is echter wel het verplaatsen van een kleidepot van de steenfabriek noodzakelijk. Dit zal plaats vinden in vierde kwartaal 2016-tweede kwartaal 2017 en heeft daarom mogelijk overlap met het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp. In 2015 heeft bureau Waardenburg het projectgebied voor het kleidepot onderzocht op het voorkomen van beschermde natuurwaarden [12]. In onderstaande figuur is de geplande ligging van het kleidepot weergegeven. Figuur 9: de geplande ligging van het toekomstige kleidepot ten zuiden van de steenfabriek [12]. In het projectgebied voor het kleidepot zijn geen habitatsoorten zoals de bever en meervleermuis aangetroffen. Het projectgebied voor het kleidepot is hier ook niet geschikt voor bevonden [12]. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

34 Het kleidepot wordt geplaatst op één van de locaties die in de habittatypenkaart van de provincie Gelderland is aangewezen als H6510A (zie figuur 3). Het projectgebied voor het kleidepot overlapt niet met de locatie waar H6510A daadwerkelijk is aangetroffen (zie figuur 3). Net als bij het project verlaging van de zomerkader Scherpekamp vindt er door het verplaatsen van het kleidepot geen ruimtebeslag op dit habitattype plaats. Uit de stikstofberekening blijkt dat de verplaatsing van het kleidepot, net als de kaderverlaging, niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie [12]. In het projectgebied kunnen niet-broedvogels voorkomen om te rusten en te foerageren. Ook buiten het ruimtebeslag van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp en het ruimtebeslag voor het project verplaatsing kleidepot blijft er voldoende geschikte alternatieve rust- en foerageergebieden aanwezig zoals ook is aangeven in paragraaf 4.2 onder ruimtebeslag. Het verplaatsen van het kleidepot heeft, net als het project kaderverlaging Scherpekamp geen negatieve effecten van de ingrepen op het Natura 2000-gebied Rijntakken tot gevolg. Realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen komen niet in gevaar [12]. De mogelijke overlap in de uitvoering van de projecten verlaging van de zomerkade Scherpekamp en het verplaatsing kleidepot leidt niet tot cumulatieve effecten. Stroomlijn Het project Stroomlijn is onderverdeeld in verscheidene deelgebieden, welke weer zijn onderverdeeld in meerdere clusters en uiterwaarden. Het Natura 2000-gebied Rijntakken valt binnen de deelgebieden 2, 4 en 5. In figuur 10 is de onderverdeling van de deelgebieden weergegeven. De werkzaamheden vinden in 2017 plaats. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

35 Figuur 10: de deelgebieden van het project Stroomlijn. Om te bepalen of er cumulatieve effecten optreden door de uitvoering van het projecten Stroomlijn en verlaging van de zomerkade Scherpekamp zijn de passende beoordelingen van deelgebieden 2, 4 en 5 geraadpleegd. Hierbij is gekeken naar de clusters: 3 (deelgebied 5), 4 (deelgebied 1 en 2) en cluster 5 (deelgebied 1 en 2) omdat deze rondom het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp liggen. In niet al de clusters worden Stroomlijnmaatregelen genomen in de buurt van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Deze zijn dan ook niet meegenomen in de onderstaande bespreking. In deelgebied 5, cluster 3 van Stroomlijn leiden de werkzaamheden tot een kleine afname in broedgebied van dodaars en blauwborst, een tijdelijke verstoring op nietbroedvogels en niet-significante effecten op de soorten bittervoorn en kleine modderkruiper [24]. Van deelgebied 1 en 2 ligt in cluster 4 de volgende gebieden Gendtsche Waarden, Erlecomse waard, De Bijland, Loowaard en Buiten Oy nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp waar ook daadwerkelijk Stroomlijnmaatregelen worden uitgevoerd. In de Gendtsche Waarden is een beperkte afname van het broedbiotoop van de ijsvogel (afname kwaliteit van een deel van de steilwandjes) dit leidt echter niet tot significant negatieve effecten op ijsvogel. Daarnaast is er tijdelijke verstoring van niet-broedvogels mogelijk. Ten allen tijde blijven voldoende alternatieven voorhanden, zowel binnen het Natura 2000-gebied als BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

36 daarbuiten. Daarmee is slechts een beperkt tijdelijk effect in de vorm van verstoring te verwachten; zeker geen significant negatief effect [25]. Van deelgebied 1 en 2 ligt cluster 5 in de Gendtsche Waarden. De werkzaamheden leiden hier tot tijdelijke verstoring van voortplantings- en vaste rust- of verblijfplaatsen van bittervoorn en kleine modderkruiper en er is kans op tijdelijke verstoring van een burcht en foerageergebied. Negatieve effecten als gevolg hiervan worden zoveel mogelijk beperkt door het in acht nemen van uitvoeringsvoorwaarden. Daarnaast is er tijdelijke verstoring van niet-broedvogels mogelijk. Ten allen tijde blijven voldoende alternatieven voorhanden, zowel binnen het Natura 2000-gebied als daarbuiten. Daarmee is slechts een beperkt tijdelijk effect in de vorm van verstoring te verwachten; zeker geen significant negatief effect [26]. In het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp komen geen broedvogels voor waar het Natura 2000-gebied Rijntakken voor is aangewezen. Voor de kadeverlaging vinden geen werkzaamheden plaats aan wateren, hierdoor is er geen effect op de kleine modderkruiper en de bittervoorn. Wel is er foerageergebied voor de bever nabij het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. In deelgebied 1 en 2, cluster 5 (de Gendtsche Waarden) is er een kans op tijdelijke verstoring van een burcht en foerageergebied van de bever. Negatieve effecten als gevolg hiervan worden zoveel mogelijk beperkt door het in acht nemen van uitvoeringsvoorwaarden. Bij het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp worden de werkzaamheden buiten zonsondergang en zonsopgang uitgevoerd waardoor er geen verstoring optreedt van foeragerende bevers. Ruimtebeslag op het foerageergebied is niet aan de orde. Er zijn geen beverburchten aanwezig in de oever van het Pannerdensch kanaal ter hoogte van het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Hierdoor is er geen cumulatie van effecten op de bever door de uitvoering van het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp in overlap met de uitvoering van de Stroomlijnmaatregelen. In de Huissensche Waarden en het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp vinden vooralsnog geen Stroomlijnmaatregelen plaats. Hier blijven daarom voldoende alternatieve rust- en foerageergebieden aanwezig voor nietbroedvogels. Daarnaast blijft er ook tijdens de uitvoering van het project stroomlijn ten allen tijde blijven voldoende alternatieven voorhanden, zowel binnen het Natura gebied als daarbuiten. De mogelijke overlap in de uitvoering van de projecten verlaging van de zomerkade Scherpekamp en Stroomlijn leidt niet tot cumulatieve effecten. Overnachtingshaven Lobith De nieuwe overnachtingshaven Lobith ligt binnen de begrenzing van het Natura gebied Rijntakken. Als gevolg van dit project treden significante negatieve effecten op de habitattypen H3270 slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgraslanden, H91E0A vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) en verschillende broedvogels en nietbroedvogels op. Om deze effecten te compenseren zijn in het project overnachtingshaven Lobith compenserende maatregelen opgenomen. De compensatielocaties bevinden zich in de Beijenwaard, de Nootenboom en Stadwaart. Deze liggen alle ver buiten het plangebied BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

37 van de kadeverlaging Scherpenkamp. Bovendien liggen de uitwijkmogelijkheden voor vogels binnen project kadeverlaging Scherpekamp niet in de invloedsfeer van project overnachtingshaven Lobith en vice versa. Er is daardoor geen sprake van cumulatie als gevolg van tijdelijke effecten door verstoring op niet-broedvogels. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

38 5 Conclusie 5.1 Significante negatieve effecten Aanlegfase Er treden als gevolg van het project kadeverlaging Scherpekamp geen negatieve effecten op broedvogels, vissen en kamsalamander op. Deze soorten komen niet in de directe omgeving van het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp voor. Er is ook geen potentieel leefgebied voor deze soorten aanwezig in het projectgebied. Negatieve effecten op deze soorten worden dan ook uitgesloten. Glanshaver- vossenstaarthooilanden (H6510A) Door de werkzaamheden is er geen tijdelijk ruimtebeslag op de locaties waar het habitattype H6510A voorkomt. Binnen het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp is één potentiële locatie aanwezig voor de ontwikkeling van dit habitattype. Het huidige beheer van de locatie is echter niet geschikt voor de ontwikkeling van dit habitattype. Dit beheer zal na de uitvoering van de werkzaamheden niet veranderen. In het beheerplan van het Natura gebied Rijntakken zijn gebieden in de Gelderse Poort genoemd die geschikt zijn om door middel van gericht beheer tot Glanshaver- en vossenstaarthooilanden te ontwikkelen. Deze gebieden liggen niet het projectgebied verlaging van de zomerkade Scherpekamp. Door tijdelijk werkverkeer en de tijdelijke alternatieve route van het verkeer naar de steenfabriek is er sprake van een toename aan stikstofdepositie van 0,06 mol/ha/jr tijdens de uitvoering op het habitattype H6510A Glanshaver- en vossenstraathooilanden. Hierdoor kunnen er mogelijk significant negatieve effecten op dit habitattype optreden. Voor het Natura 2000-gebied Rijntakken is in het kader van het PAS een gebiedsanalyse [31] opgesteld, waarin de effecten van stikstofdepositie onder het PAS en van herstelmaatregelen zijn onderzocht. De conclusie van dit onderzoek is dat met de uitgifte van de ontwikkelingsruimte, bij het in de gebiedsanalyse geschetste depositieverloop en bij de uitvoering van de in de gebiedsanalyse genoemde en geborgde maatregelen, op habitatniveau geen verslechtering optreedt. Behoud gedurende de eerste PAS periode ( ) is daarmee geborgd. Daar waar uitbreidings- en of verbeterdoelstellingen aan de orde zijn, geldt dat deze op termijn behaald kunnen worden ondanks de uitgifte van ontwikkelruimte [31]. Het project kadeverlaging Scherpekamp is onder PAS aangewezen als prioritair project. De berekende toename aan stikstofdepositie voor de kadeverlaging is gelijk aan de gereserveerde ontwikkelingsruimte. Op basis van het PAS en de conclusies uit de passende beoordeling, kan de ontwikkelingsruimte worden toegedeeld. Daarmee is geborgd dat er op habitatniveau geen verslechtering optreedt. Bever (H1337) Door het project verlaging van de zomerkade Scherpekamp vind geen ruimtebeslag en versnippering plaats van het leefgebied van de bever. Mogelijk zijn er beverburchten op circa 200 meter afstand van het plangebied. De werkzaamheden worden buiten zonsondergang en zonsopgang uitgevoerd. Van verstoring is daarom geen sprake. Significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

39 Definitieve situatie 5.2 Conclusie passende beoordeling 5.3 Cumulatieve effecten verspreiding en oppervlakte en uitbreiding kwaliteit) van de bever als gevolg van ruimtebeslag, versnippering en verstoring zijn uitgesloten. Meervleermuis (H1318) Er is geen sprake van ruimtebeslag op en versnippering van de foerageergebieden en vliegroute voor de meervleermuis. Doordat de meervleermuis nachtactief is en de werkzaamheden tussen zonsopgang en zonsondergang worden uitgevoerd worden negatieve effecten door verstoring van de meervleermuis uitgesloten. De verlaging van de zomerkade leidt niet tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen (behoud verspreiding, oppervlakte en kwaliteit) van de meervleermuis als gevolg van ruimtebeslag, versnippering en verstoring. Niet-broedvogels (foerageer en rustgebied) Nabij het projectgebeid zijn geschikte rust- en foerageergebieden van niet-broedvogels aanwezig. Op deze gebieden vindt geen ruimtebeslag plaats. De af te graven zomerkade en de aan te passen weg Scherpekamp zijn voor de meeste niet-broedvogels ongeschikt als rust- en foerageergebied met uitzondering van de scholekster en de kievit. De werkzaamheden zijn tijdelijk en worden gefaseerd uitgevoerd en er blijven voldoende alternatieve gebieden over voor de vogels om te rusten en te foerageren. Versnippering is niet aan de orde evenals negatieve effecten door een tijdelijke toename van de stikstofdepositie. De verlaging van de zomerkade leidt niet tot een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van niet-broedvogels als gevolg van ruimtebeslag, versnippering en verstoring. In de definitieve situatie is de zomerkade 90 centimeter lager dan in de huidige situatie. Daarnaast wordt de hoogte van de weg Scherpekamp deels aangepast. Het gebruik van het projectgebied blijft gelijk. Na de realisatie van de werkzaamheden is er dan ook geen sprake van ruimtebeslag of een verhoogde stikstofdepositie op de habitattypen en het leefgebied van de habitat- en vogelsoorten van het Natura 2000-gebied Rijntakken. In de definitieve situatie is er ook geen sprake van versnippering en verstoring door geluid, licht, trillingen en optische verstoring. Uit de effectbeoordeling blijkt dat er door het project bij de uitvoering sprake is van mogelijk significant negatief effect op het habitattype H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden. Binnen PAS is voor het project kadeverlaging Scherpekamp ontwikkelingsruimte gereserveerd. De berekende toename stikstofdepositie is gelijk aan de gereserveerde ontwikkelingsruimte. Op basis van het PAS en de conclusies uit de passende beoordeling, kan dan de ontwikkelingsruimte worden toegedeeld. Daarmee is geborgd dat er op habitatniveau geen verslechtering optreedt. Op de overige instandhoudingsdoelstellingen waarvoor het Natura 2000-gebied Rijntakken is aangewezen treden geen significante negatieve effecten op. Cumulatie van effecten van andere geplande projecten in en nabij het projectgebied leiden niet tot een andere conclusie. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

40 6 Literatuur [1] Joana Vieira da Silva. Kadeverlaging Scherpekamp, Rivierkundige beoordeling VKV2. Concept rapport. Juli 2016 [2] Witteveen+Bos, Verslechteringstoets Natuurbeschermingswet 1998: Ruimte voor de rivierproject verlagen zomerkade in de Huissensche Waarden. RW2050-1/ concept 01, 13 oktober [3] Movares, Uitvoeringsplan, 15 juli 2016, versie 0.3. [4] Ministerie van Economische Zaken. Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Rijntakken, Programmadirectie Natura 2000 PDN/ / Rijntakken, 23 april [5] [6] Provincie Gelderland. Concept beheerplan Natura 2000 Rijntakken, versie 30 juni, [7] KWR Watercycle Research Institute & Provincie Gelderland, PAS-gebiedsanalyse 038 Rijntakken. [8] Movares. Natuurtoets kadeverlaging Scherpekamp; Effecten op beschermde soorten en gebieden [9] Provincie Gelderland. Geodata Habitattype kaart Natura 2000 gebied Rijntakken. Opgevraagd in juni [10] Alterra Wageningen UR, Wageningen. John Janssen. Inventarisatie Glanshaverhooiland Huissense Waard. 5 juli [11] Felix, R.P.W.H., Beschermde natuur in de Huissense Waarden. Resultaten van een inventarisatie van beschermde flora, fauna en habitattypen in 2010 en Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen. [12] Wansink, D.E.H., D.B. Kruijt & J.A. Inberg. Natuurtoets steenfabriek Huissenswaard te Angeren. Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998, inclusief stikstofanalyse. Rapportnr Bureau Waardenburg, Culemborg [13] R. Vermeer/R. ter Harmsel MSc, Witteveen & Bos, veldbezoek Scherpekamp, RW2050-1/ , definitief, 30 oktober [14] Hoefsloot, G., R.R. Smits, drs. D. Emond & L.S.A. Anema, Actualisatie natuurgegevens doortrekking A15. Bronnenstudie en veldonderzoek tracé ViA Bureau Waardenburg Rapportnr Bureau Waardenburg, Culemborg. [15] HSRO, in samenwerking met Jos Rademakers, Ecologie en Ontwikkeling, september aanvulling mei Natura 2000-toets Huissensche Waarden. Passende Beoordeling van de inrichtingsschets ( ) aan de Natuurbeschermingswet [16] Huizenga, N., Werkatlas Zoogdieren van Gelderland. Zoogdiervereniging, Nijmegen. [17] Effectenindicator, Ministerie van Economische Zaken. [18] Drs. S.C. Wessels & mr. A.H. Tuitert, 24 januari Quick scan invloed stikstofdepositie rijkswegenprojecten op Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten en Beschermde natuurmonumenten. Verkennend onderzoek naar de gevoeligheid van VR- en HR-soorten en soorten waarvoor Beschermde natuurmonumenten zijn aangewezen voor stikstofdepositie, en de aandachtspunten voor beoordeling daarvan binnen rijkswegenprojecten. Grontmij, kenmerk: DT/2011/DVS01, BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

41 revisie D2. [19] Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Bever, Castor fiber, Soortenstandaard. Versie 2.0, December 2014 [20] [21] W ansink, D.E.H., D.B. Kruijt & J.A. Inberg, Natuurtoets steenfabriek Huissenswaard te Angeren. Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998, inclusief stikstofanalyse. Rapportnr Bureau Waardenburg, Culemborg. [22] AbeVeenstra. Gebiedsschets Huissensche Waarden. Januari [23] [24] Courant. Passende beoordeling Stroomlijn IJssel Tranche 3. 4 mei [25] Koppel, S. van de, D. Heijkers & R. Krekels, Stroomlijn Fase 3, Percelen 1 en 2, Tranche 4. Passende Beoordeling t.b.v. vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998, Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen. [26] Koppel, S. van de, D. Heijkers & R. Krekels, Stroomlijn Fase 3, Percelen 1 en 2, Duurzaam Beheer. Passende Beoordeling t.b.v. vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998, Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen. [27] Royal Haskoning DHV. Passende beoordeling; OTB A12/A15 Ressen- Oudbroeken (ViA15). Versie 3.0, Oktober [28] Royal Haskoning DHV. Rapportage ecologie, toetsing aan Flora- en faunawet, Boswet en Gelders Natuurnetwerk. OTB A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15). Versie 3.0, Oktober [29] CSO. Definitief ontwerp Perceel 2, Uiterwaard: Huissensche waarden zuid (kaartnummer 211). V3, [30] CSO. Definitief ontwerp Perceel 2, Uiterwaard: Huissensche waarden zuid (kaartnummer 212). V3, [31] KWR Watercycle Research Institute, provincie Gelderland; PAS-gebiedsanalyse 038 Rijntakken. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

42 Colofon Opdrachtgever Uitgave Rijkswaterstaat Movares Nederland B.V. Daalse Kwint Postbus GW Utrecht Telefoon Opgesteld door Drs. Scheerder, N. Adviseur Ecologie Projectnummer Kenmerk RM BO-N , Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V. BO-N / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 17 oktober /40

43 Bijlagen

44 Bijlage 1: VKV

45 ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp 4 4 ALM_B_Scherpekamp d.m.v. Autoturn ALM_B_Scherpekamp Situatie: Bestaande situatie - conform GBKN As van het dijklichaam en weg Ontgraven dijklichaam Aanvullen dijklichaam Aanbrengen talud dijktracé Kantverharding Werkgrens Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel; - Dwarsprofielen op tekening RM192239_DKN_DO_DWP_V5.0_A3.

46 Dwarsprofiel 1 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil : Dwarsprofiel 2 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil : Herprofileren talud Dwarsprofiel 3 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil ALM_B_Scherpekamp ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Dwarsprofiel 4 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil Dwarsprofiel 5 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil Dwarsprofiel 6 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil Dwarsprofiel 8 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil Dwarsprofiel 7 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil Dwarsprofiel 9 Metrering t.o.v. as ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Schaal 1:200 Ontwerp hoogte Bestaande hoogte Hoogteverschil ALM_B_Scherpekamp ALM_N_Dijklichaam Scherpekamp Legenda: Situatie: Bestaande situatie - conform GBKN As van het dijklichaam en weg Ontgraven dijklichaam Aanvullen dijklichaam Aanbrengen talud dijktracé Kantverharding Aanbrengen werkweg (Breedte 10m) Werkgrens Dwarsprofielen: Bestaand maaiveld Bestaande weg Nieuw maaiveld met grasbekleding Ontgraven Aanbrengen klei (klasse 2) Aanvullen met vrijkomende grond Aanbrengen asfaltverharding (verhardingsopbouw te bepalen door wegbeheerder) Aanbrengen menggranulaat (dikte 300mm) Overzicht: Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel.

47 1 Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel; - Dwarsprofielen op tekening RM192239_DKN_DO_SIT_V5.0_A3. Dwarsprofielen: Bestaand maaiveld Bestaande weg Nieuw maaiveld met grasbekleding Ontgraven Aanbrengen klei (klasse 2) Aanvullen met vrijkomende grond Aanbrengen asfaltverharding (verhardingsopbouw te bepalen door wegbeheerder) Aanbrengen menggranulaat (dikte 300mm)

48 2 Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel; - Dwarsprofielen op tekening RM192239_DKN_DO_SIT_V5.0_A3. Dwarsprofielen: Bestaand maaiveld Bestaande weg Nieuw maaiveld met grasbekleding Ontgraven Aanbrengen klei (klasse 2) Aanvullen met vrijkomende grond Aanbrengen asfaltverharding (verhardingsopbouw te bepalen door wegbeheerder) Aanbrengen menggranulaat (dikte 300mm)

49 3 Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel; - Dwarsprofielen op tekening RM192239_DKN_DO_SIT_V5.0_A3. Dwarsprofielen: Bestaand maaiveld Bestaande weg Nieuw maaiveld met grasbekleding Ontgraven Aanbrengen klei (klasse 2) Aanvullen met vrijkomende grond Aanbrengen asfaltverharding (verhardingsopbouw te bepalen door wegbeheerder) Aanbrengen menggranulaat (dikte 300mm)

50 4 Opmerkingen: - Maten in meters tenzij anders vermeld; - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel; - Dwarsprofielen op tekening RM192239_DKN_DO_SIT_V5.0_A3. Dwarsprofielen: Bestaand maaiveld Bestaande weg Nieuw maaiveld met grasbekleding Ontgraven Aanbrengen klei (klasse 2) Aanvullen met vrijkomende grond Aanbrengen asfaltverharding (verhardingsopbouw te bepalen door wegbeheerder) Aanbrengen menggranulaat (dikte 300mm)

51 1 1 Ketenpark Opmerkingen: - Hoogtemaatvoering in meters t.o.v. N.A.P.; - Coördinaten in meters volgens RD-stelsel. Dwarsprofiel 1 Situatie: Bestaande situatie - conform GBKN Aanbrengen tijdelijke weg Aanbrengen bouwweg (Breedte 10m) Rijcurve toets trekker oplegger d.m.v. Autoturn Werkgrens

52 Bijlage 2: natuurtoets kadeverlaging Scherpekamp

53 Natuurtoets kadeverlaging Scherpekamp Effecten op beschermde soorten en gebieden 14 september Versie 4.0

54 Autorisatieblad Natuurtoets kadeverlaging Scherpekamp Effecten op beschermde soorten en gebieden Naam Paraaf Datum Opgesteld door Vreeman, G Gecontroleerd door Schie, F.M. van Vrijgegeven door Geel, LM van D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

55 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Wettelijk kader Doel 3 2 Methode Werkzaamheden Beschermde gebieden Beschermde soorten 5 3 Locatie en activiteiten Locatie Activiteiten 11 4 Beschermde gebieden Aanwezigheid beschermde gebieden Effecten op beschermde gebieden Vervolgstappen 14 5 Beschermde soorten Planten Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Vissen Amfibieën Reptielen Ongewervelden Samenvatting 26 6 Conclusies Beschermde gebieden Beschermde soorten Maatregelen 27 7 Bronnen 29 Bijlage I Wettelijk kader en beleidskader 30 Flora- en faunawet 30 Rode Lijst 32 Natuurbeschermingswet 32 NNN 32 Colofon 34 D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

56 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Wettelijk kader In het kader van de PKB Ruimte voor de Rivier is Rijkswaterstaat voornemens om een deel van de zomerkade in de Angersche en Doornenburgsche Buitenpolder bij de Huissensche Waarden te verlagen. Bij een dergelijke ruimtelijke ontwikkeling is het vanuit natuurwetgeving van belang om na te gaan of er door de werkzaamheden negatieve effecten op beschermde natuurwaarden optreden. Dit betreft beschermde soorten (Flora- en faunawet) en beschermde gebieden (gebieden beschermd onder de Natuurbeschermingswet en gebieden die vallen onder het Natuurnetwerk Nederland). Voor uitleg over het wettelijke kader wordt verwezen naar bijlage 1. Per 1 januari 2017 gaat zoals nu bekend de nieuwe Wet Natuurbescherming in werking. Deze wet vervangt de huidige Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet. Ten aanzien van gebiedsbescherming verandert er weinig in de nieuwe Wet Natuurbescherming. Wel komt de aanwijzing van Beschermde Natuurmonumenten te vervallen. Ten aanzien van beschermde soorten vervalt voor een deel van de huidige beschermde soorten de beschermingsstatus in de nieuwe Wet Natuurbescherming. Er zijn in de nieuwe Wet ook nieuwe soorten als beschermde soort opgenomen. Het betreft vooral planten- en insectensoorten. In de voorliggende natuurtoets zijn deze soorten meegenomen in de bureaustudie. In het kader van de Flora- en faunawet geldt dat ook de tabel 1 soorten die opgenomen zijn in de lijst overige soorten van de Wet Natuurbescherming beschermd zijn per Het vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen van deze soorten is in strijd met de Wet Natuurbescherming. Het ministerie van Economische Zaken is ook na de invoering van de Wet Natuurbescherming het bevoegd gezag voor het project Scherpekamp. Mogelijk geeft het ministerie van EZ (evenals de provincies) een vrijstelling voor deze soorten. In begin september is hierover meer bekend. Tot nu toe hebben 6 provincies hun concept-verordening gepubliceerd. Voor de huidige tabel 1- soorten die onder de Wet Natuurbescherming nog beschermd worden, wordt een vrijstelling geregeld. In twee provincies is dat echter niet het geval voor de hermelijn, wezel, bunzing en egel. Derhalve is in deze natuurtoets de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van de hermelijn, wezel, bunzing en egel wel onderzocht. 1.3 Doel Het doel van de voorliggende natuurtoets is toetsing van de voorgenomen ingreep aan het wettelijk kader ten aanzien van natuur. Met deze natuurtoets wordt een goede eerste indruk verkregen over de natuurwaarden in het onderzoeksgebied. Na afronding van de natuurtoets is er duidelijkheid over eventuele vervolgstappen: is er aanvullend veldonderzoek nodig en is het nodig om een ontheffing of vergunning aan te vragen. Indien nodig wordt aangegeven welke maatregelen kunnen worden genomen om overtreding van verbodsbepalingen te voorkomen of te verzachten (mitigerende maatregelen). De natuurtoets behandeld de volgende vragen: Komen ter plaatse en in de omgeving van de geplande werkzaamheden beschermde soorten voor? Wat is het effect van het project op de beschermde soorten? D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

57 Bevinden zich in de omgeving van de geplande werkzaamheden beschermde gebieden? Wat is het effect van het project op de beschermde gebieden? Is er eventueel aanvullend onderzoek nodig? Is er een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig? Is er een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet nodig? Is er toestemming nodig voor werken in NNN-gebied? D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

58 2 Methode 2.1 Werkzaamheden Voor de natuurtoets ecologie zijn de volgende werkzaamheden verricht: Beschrijving locatie en voorgenomen activiteiten (hfdst 3); Beschrijving nabijgelegen beschermde gebieden en effectbepaling van de voorgenomen ingreep op deze gebieden (hfdst 4); Bureaustudie, oriënterend veldbezoek, effectbepaling en vaststellen vervolgstappen ten aanzien van beschermde soorten. Deze stappen zijn per soortgroep doorlopen (hfdst 5); Opstellen conclusies (hfdst 6). De in 2010, 2011 en 2015 uitgevoerde natuuronderzoeken vormen de basis voor deze natuurtoets. In 2010/2011 heeft Natuurbalans Limes Divergens een natuuronderzoek uitgevoerd en in 2015 heeft Witteveen+Bos een actualisatie van het natuuronderzoek uitgevoerd. De hierin beschreven natuurwaarden ter plaatse van de Scherpekamp zijn geanalyseerd en gevalideerd. Voorliggende natuurtoets betreft een actualisatie van het veldbezoek dat eerder is uitgevoerd. Hieronder wordt de gehanteerde methode voor de beschermde gebieden en beschermde soorten besproken: 2.2 Beschermde gebieden 2.3 Beschermde soorten In GIS is de ligging van het plangebied geprojecteerd op locaties van beschermde gebieden (Natura 2000, beschermde natuurmonumenten en NNN). Voor de effectbepaling is naast ruimtebeslag op beschermd gebied, ook gekeken naar mogelijke indirecte effecten. Dit betreft de externe werking van het project. Dit is van toepassing op Natura 2000 gebieden. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar een eventuele (tijdelijke) toename van geluid waardoor effecten op naastgelegen beschermd gebied optreden. Op basis van de effectbepaling is aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn. Hierbij wordt gedacht aan nader onderzoek, het aanvragen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet of het doorlopen van de nee-tenzij procedure voor NNN gebied. Bureaustudie Er is een inventarisatie gedaan naar bestaande verspreidingsgegevens van beschermde soorten. Zoals hierboven aangegeven vormen de in 2010, 2011 en 2015 uitgevoerde natuuronderzoeken hiervoor de basis. Daarnaast zijn diverse verspreidingsatlassen en internetbronnen geraadpleegd. Als uitgangspunt hierbij is aangehouden dat wordt gekeken naar de aanwezigheid van beschermde soorten binnen het uurhok (5 x 5 km) van de projectlocatie, en naar aangrenzende uurhokken. Ook is er voor de bureaustudie een ruimer gebied beschouwd. Ten behoeve van voorliggend project is er behalve naar beschermde soorten volgens de huidige Flora- en faunawet ook gekeken naar nieuwe beschermde soorten die zijn opgenomen in de nieuwe Wet Natuurbescherming (verwachte ingangsdatum 1 januari 2017). D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

59 Oriënterend veldbezoek Op 19 mei 2016 is door een ervaren ecoloog een verkennend veldbezoek uitgevoerd in het plangebied. Op basis hiervan is bepaald in hoeverre de aanwezige biotopen en beschermde flora en fauna, zoals deze beschreven zijn in de eerdere natuuronderzoeken, momenteel nog aanwezig zijn. De inspectie vond plaats zonder gebruik van hulpmiddelen (zoals boomcamera, batdetector, vallen). Er zijn geen watergangen aanwezig binnen het plangebied die bemonsterd zouden kunnen worden met een schepnet. Op 8 augustus 2016 is door een ervaren ecoloog een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beverburchten in de oever van het Pannerdensch kanaal ten hoogte van het projectgebied. Dit onderzoek is uitgevoerd vanaf een boot. Effectbepaling beschermde soorten Op basis van de gegevens uit eerdere onderzoeken, de bureaustudie en het oriënterende veldbezoek heeft een beoordeling plaatsgevonden van de effecten van de voorgenomen ingreep op de beschermde natuurwaarden in (de omgeving van) het plangebied. Vervolgstappen Op basis van de effectbepaling zijn de vervolgstappen vastgesteld. Hierbij is per soortgroep aangegeven of er een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet is benodigd. Indien nodig wordt aangegeven of er eerst nog aanvullend veldonderzoek moet worden uitgevoerd. Indien nodig wordt aangegeven welke maatregelen kunnen worden genomen om overtreding van verbodsbepalingen te voorkomen of te verzachten (mitigerende maatregelen). D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

60 3 Locatie en activiteiten 3.1 Locatie Het plangebied betreft de zomerkade in de Angersche en Doornenburgsche Buitenpolder bij de Huissensche Waarden. Deze weg is genaamd Scherpekamp. Het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur 1. Ten tijde van het veldbezoek op 19 mei 2016 was het definitieve ontwerp nog niet vastgesteld. Vandaar dat er een ruimer gebied is onderzocht. In figuur 2 is het definitieve ontwerp van 5 augustus weergegeven. Figuur 1: Ligging onderzoeksgebied. De rode lijn geeft de weg Scherpekamp aan. De gele arcering geeft het gebied weer waarvoor bureaustudie is verricht. Het groen gearceerd gebied geeft het onderzoeksgebied voor het oriënterend veldbezoek aan. Binnen deze contour wordt de zomerkade (de Scherpekamp) verlaagd. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

61 Figuur 2: VKV van de verlaging van de zomerkade Scherpekamp van d.d Het plangebied bevindt zich in de uiterwaarden en kenmerkt zich hoofdzakelijk door de ligging aan het Pannerdensch Kanaal (zie foto 1), de weg Scherpekamp naast de zomerkade (zie foto 2), en bloemrijke graslanden en akkers (zie foto 3 en 4). Het noordelijk deel van de Scherpekamp kenmerkt zich door een beeldbepalende beplanting (oudere meidoorns) langs de weg, bloemrijk grasland en bomenrijen. Tussen het noordelijke en het zuidelijk deel van de Scherpekamp bevinden zich een steenfabriek (HUWA) en een scheepswerf. Ook bevindt zich een afgesloten, monumentale inlaat, hoogspanningsmasten en een elektriciteitshuisje in het plangebied. Er bevinden zich geen watergangen binnen de plangrenzen van het tijdens het veldbezoek onderzochte gebied. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

62 Foto 1: impressie van de oevers van het Pannerdensch Kanaal met aan de rechterzijde de zomerkade (kijkrichting zuidoost) Foto 2: impressie van de zomerkade langs de Scherpekamp (kijkrichting noordwest) D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

63 Foto 3: impressie van de bloemrijke graslanden (kijkrichting zuidwest) Foto 4: impressie van de akkers (kijkrichting noordwest) D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

64 Foto 5: impressie van het noordelijke deel van het tracé (kijkrichting noordwest) 3.2 Activiteiten De zomerkade wordt over een lengte van ca. 700 meter verlaagd van 15,4 tot 14,5 meter +NAP. Onderdeel van deze verlaging is het aanbrengen van een kleilaag met een dikte van 1 meter van 13,5 tot 14,5 +NAP. Nabij de winterdijk wordt naast de verlaging van de zomerkade een aanpassing van de weg voorzien. Tijdelijke voorzieningen betreffen een tijdelijke ontsluitingsweg aan de zuidoostzijde van het projectgebied. Ook zal er een werkweg ten oosten van de te verlagen zomerkade worden gecreëerd. De naast de zomerdijk gelegen weg Scherpekamp kan behouden blijven, maar wordt wel verlaagd. Er zal alleen boven op de monumentale inlaat worden gewerkt. De inlaat zal niet worden gesloopt D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

65 4 Beschermde gebieden In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanwezigheid van beschermde natuurgebieden nabij de projectlocatie. Vervolgens wordt ingegaan op mogelijke effecten van de voorgenomenn ingreep op deze gebieden. 4.1 Aanwezigheid beschermde gebieden Het plangebied ligt in het Natura 2000-gebied Rijntakken. Het Natura 2000-gebied omvat vier deelgebieden, te weten de Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Neder-Rijn, Waal en Gelderse Poort. Het projectgebied voor de kadeverlaging ligt in het deelgebied Gelderse Poort. Zie figuur 3. Figuur 3: linker figuur globale aanduiding van Scherpekamp (wit) in het Natura gebied Rijntakken (rood). De rechter afbeelding geeft het plangebied (witte cirkel) binnen het gehele Natura 2000-gebied Rijntakken (rood) weer. Bron: en Provincie Gelderland. Geodata Habitattype kaart Natura 2000 gebied Rijntakken. Opgevraagd in juni Het plangebied maakt deels onderdeel uit van het Natuurnetwerk Nederland (zie figuur 4 in paragraaf 4.2). Momenteel wordt een Passende beoordeling opgesteld om de effecten van de werkzaamheden op het Natura 2000 gebied Rijntakken te onderzoeken. Derhalve wordt dit in deze natuurtoets niet verder behandeld. 4.2 Effecten op beschermde gebieden Natuurnetwerk Nederland (voorheen: ecologische hoofdstructuur) Er vindt tijdelijk ruimtebeslag en tijdelijke verstoring plaats binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Voor de provincie Gelderland heet het NNNN het Gelders Natuur Netwerk. Het gaat om de zuidzijde van de steenfabriek. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

66 Figuur 4a: globale aanduiding van Scherpekamp (rood) in NNN- gebied (groen). Bron: Figuur 4b: ligging van de werkgrens (blauwe lijn) volgens het VKV d.d. 10 augustus 2016 ten opzichte van het Gelders Natuurnetwerk (grijze arcering) en de Groene Ontwikkelzone (oranje arcering). Bron: Provincie Gelderland, juni D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

67 4.3 Vervolgstappen Er is een Passende beoordeling nodig om te onderzoeken of er negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn. Deze Passende beoordeling wordt momenteel opgesteld. Er vindt ten zuiden van de steenfabriek tijdelijk ruimtebeslag op het Gelders Natuurnetwerk plaats tijdens de werkzaamheden aan de zomerkade. Uit contact met de provincie Gelderland op 27 juli 2016 blijkt dat voor tijdelijk ruimtebeslag het doorlopen van de nee, tenzij procedure niet nodig is en er geen compensatie noodzakelijk is. Daarnaast geldt dat voor initiatiefnemers de provinciale verordeningen niet direct bindend zijn. Het NNN-beschermingsregime is voor hen pas van toepassing als dit is vastgelegd in het bestemmingsplan of als voor hun activiteit een wijziging van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning om af te mogen wijken van het bestemmingsplan nodig is. Als het NNN -beschermingsregime nog niet is opgenomen in het bestemmingsplan en de voorgenomen activiteit past in dit bestemmingsplan, dan is deze activiteit op grond van het bestemmingsplan mogelijk en is een toets aan het NNN -regime niet van toepassing. Het NNN in het projectgebied is niet vastgelegd in het daar geldende bestemmingsplan Buitendijksgebied Lingewaard Derhalve hoeft niet getoetst te worden aan het NNN. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

68 5 Beschermde soorten In dit hoofdstuk wordt per soortgroep aangegeven welke beschermde soorten er op basis van de bureaustudie en het oriënterend veldbezoek in en nabij de projectlocatie worden verwacht. Vervolgens wordt per soortgroep ingegaan op mogelijke effecten die door de werkzaamheden op kunnen optreden. Tot slot wordt per soortgroep aangegeven welke vervolgstappen er nodig zijn (zoals maatregelen, nader onderzoek of aanvraag ontheffing). Het hoofdstuk eindigt met een overzicht van de soorten waar op de projectlocatie rekening mee moet worden gehouden. 5.1 Planten Resultaten bureaustudie In de onderstaande tabel zijn de strenger beschermde soorten (tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet) weergegeven waarvan waarnemingen in de omgeving van het plangebied bekend zijn. Ook zijn nieuwe soorten uit de nieuwe Wet Natuurbescherming opgenomen. Tabel 1: Strenger beschermde plantensoorten (tabel 2/3 van de Flora- en faunawet) en nieuwe plantensoorten uit de nieuwe Wet Natuurbescherming (WN) die in de omgeving van het plangebied voorkomen (bron: Tabel FF-Wet Soort 2 Gulden sleutelbloem 2 Wilde marjolein 2 Klein glaskruid WN Brede wolfsmelk WN Groot spiegelklokje WN Grote leeuwenklauw WN Kleine wolfsmelk WN Stijve Wolfsmelk WN Smalle raai In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) is de wilde marjolein aangetroffen aan de oever van het Pannerdensch Kanaal, zie figuur 5. Deze is in het latere veldbezoek in 2015 door Witteveen + Bos (Witteveen + Bos, 2015) niet meer aangetroffen. Figuur 5: vindplaats wilde marjolein aan het Pannerdensch Kanaal (roze stip). Bron: Natuurbalans Limes Divergens 2010/2011 D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

69 Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek is alleen de licht beschermde gewone vogelmelk aangetroffen. Verder zijn er alleen onbeschermde soorten als kruisdistel en gewone ereprijs aangetroffen. Het veldbezoek is niet binnen de gunstige inventarisatieperiode voor het waarnemen van de wilde marjolein uitgevoerd (bloeiperiode juli-sept). Hierdoor kan het voorkomen van de wilde marjolein in het plangebied niet worden uitgesloten. Overige beschermde plantensoorten (volgens de huidige en de nieuwe wetgeving) worden op basis van biotoop niet binnen het plangebied verwacht. Foto 6: gewone vogelmelk Effectbespreking Er zijn tijdens het veldbezoek geen licht en/of streng beschermde planten (tabel 2/3 van de Flora- en faunawet) aangetroffen. Er is alleen de gewone vogelmelk aangetroffen. Dit is een soort van tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor soorten uit tabel 1 geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling. Wel moet rekening worden gehouden met de zorgplicht. Het veldbezoek is niet binnen de gunstige inventarisatieperiode voor het waarnemen van de wilde marjolein uitgevoerd (juli-september). Op basis van het aanwezige biotoop en de eerdere vondst is de wilde marjolein mogelijk aanwezig in het plangebied. Het geschikte biotoop wordt gevormd door de oevers van het Pannerdensch Kanaal en de ruigte langs de oever. Uitgangspunt is dat er geen werkzaamheden plaats vinden aan de oeverzone van het Pannerdensch Kanaal en de ruigte langs de oever. Er zijn daarom geen negatieve effecten op de eventueel aanwezige wilde marjolein. Dit geldt ook voor andere aan de werkzaamheden gerelateerde activiteiten zoals opslag van materialen etc. De oeverzone betreft de kribben en de oevers met zandstrandjes met een breedte van ongeveer 5 meter. Vervolgstappen Er vinden geen werkzaamheden plaats binnen het potentiële biotoop van de wilde marjolein. Derhalve zijn er geen vervolgstappen benodigd. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

70 5.2 Vogels Resultaten bureaustudie In de omgeving van het plangebied komen broedvogelsoorten voor waarvan soorten zijn opgenomen op de Rode lijst (bron: SOVON, 2002). In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) is er een buizerdnest aangetroffen ten noorden van de steenfabriek. Verder zijn er diverse soorten broedvogels waargenomen, zoals de graspieper, tureluur en grutto. Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek zijn onder graspieper, ooievaar, grasmus, patrijs, roodborsttapuit, buizerd en kneu waargenomen binnen het plangebied. Binnen het plangebied zijn graslanden, bomen, struiken, oevervegetatie en ruigten aanwezig die geschikt zijn als broedbiotoop voor diverse broedvogels. De graspieper en grasmus zijn territoriaal waargenomen in de directe omgeving van de zomerkade naast de Scherpekamp, ten zuiden van de steenfabriek. Ten noorden van de steenfabriek zijn territoriale roodborsttapuiten, grasmussen en een patrijs aangetroffen. Foto 7: patrijs, ten noorden van de steenfabriek Foto 8: graspieper op paaltje langs de Scherpekamp D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

71 Jaarrond beschermde nesten Het buizerdnest in de buurt van het plangebied is niet waargenomen. De desbetreffende boomgroep waar het buizerdnest in eerdere onderzoeken is waargenomen is alleen van een afstand bekeken. Door de waarnemingsafstand en het blad aan de boom is de aanwezigheid van een buizerdnest hier mogelijk nog aanwezig en niet uitgesloten. Er zijn wel individuen boven het gebied waargenomen. Er zijn verder geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen. Broedvogels algemeen (geen jaarrond beschermde nesten) Binnen het plangebied zijn bomen, struiken, gras- en oevervegetatie en ruigten aanwezig die geschikt zijn als broedbiotoop voor diverse broedvogels. Effectbespreking Jaarrond beschermde nesten Er zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen binnen het plangebied. Op een afstand van ongeveer 80 meter is in het verleden een buizerdnest aangetroffen. Vanwege voldoende afstand tot de geplande werkzaamheden is er geen sprake van verstoring op het eventueel aanwezige buizerdnest. Er worden geen negatieve effecten op jaarrond beschermde nesten verwacht. Broedvogels algemeen (geen jaarrond beschermde nesten) Binnen het plangebied zijn bomen, struiken, grasland en vegetatie en akkers die geschikt zijn als broedbiotoop voor diverse broedvogels. Indien er tijdens de broedperiode bomen, struiken, rietvegetatie en ruigten wordt verwijderd of er werkzaamheden op graslanden en akkers plaats vinden kunnen hierdoor broedende vogels worden verstoord. Dit is in strijd met de Flora- en faunawet. Vervolgstappen Om effecten op broedende vogels te voorkomen dienen werkzaamheden waarbij bomen/struiken/grasland/vegetatie worden verwijderd of werkzaamheden op akkers plaats vinden, buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Indien werken buiten het broedseizoen niet mogelijk is, moet door een ter zake kundige worden gecontroleerd of er in het plangebied broedende vogels aanwezig zijn. Indien effecten op broedende vogels niet kunnen worden uitgesloten mag er niet gewerkt worden. 5.3 Grondgebonden zoogdieren Resultaten bureaustudie In de onderstaande tabel zijn de strenger beschermde soorten grondgebonden zoogdieren (tabel 1, 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet) weergegeven waarvan waarnemingen in de omgeving van het plangebied bekend zijn. In onderstaande tabel zijn ook de soorten benoemd die in de huidige tabel 1 van de Flora- en faunawet staan maar waarvan de beschermingsstatus in de nieuwe Wet Natuurbescherming (ingangsdatum ) vooralsnog onzeker is. Mogelijk wordt er een vrijstelling wordt verleend voor deze soorten binnen de nieuwe wet Natuurbescherming. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

72 Tabel 2: Strenger beschermde grondgebonden zoogdieren (tabel 1,2 en 3 van de Flora- en faunawet) die in de omgeving van het plangebied voorkomen (bron: Tabel FF-Wet Soort 1 Hermelijn 1 Wezel 1 Bunzing 1 Egel 2 Steenmarter 3 Otter 3 Bever In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) en het latere veldbezoek in 2015 door Witteveen + Bos (Witteveen + Bos, 2015) zijn geen (sporen van) beschermde zoogdieren aangetroffen. Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek op 19 mei 2016 zijn sporen van de bever aangetroffen. Het gaat om een wissel en vraatsporen langs de oever van het Pannerdensch Kanaal (zie foto 9 en figuur 6). Er is verder niet gezocht naar mogelijk aanwezige burchten langs de oever van het Pannerdensch Kanaal. De aanwezige bosschages zijn geschikte locaties waar zich een burcht kan bevinden. Op 8 augustus 2016 heeft nader onderzoek naar de aanwezigheid van beverburchten plaats gevonden. Er zijn hierbij geen beverburchten ten hoogte van het projectgebied in de oever van het Pannerdensch kanaal aangetroffen. Wel zijn ook tijdens dit bezoek vraatsporen van de bever aangetroffen (zie figuur 6). Foto 9: sporen van de bever langs het Pannerdensch Kanaal tijdens het bezoek op 19 mei D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

73 Figuur 6: locatie beversporen (rode stip, tijdens het bezoek op 19 mei en blauwe stip tijdens het bezoek op 8 augustus 2016) ten opzichte van Scherpekamp (donkerrode lijn) Er zijn verder tijdens het veldbezoek op 19 mei 2016 geen (sporen van) lichte en/of streng beschermde grondgebonden zoogdieren (tabel 2/3 van de Flora- en faunawet) aangetroffen. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat, naast de bever, in de directe omgeving van het plangebied de otter en de steenmarter zijn waargenomen. In (de directe omgeving van) het plangebied wordt voor de otter en steenmarter geschikt biotoop (in de vorm van dekking) gevormd door de houtwallen ten zuiden van de fabriek (steenmarter) en de oevers van het Pannerdensch Kanaal en haar vegetatie (steenmarter en otter). Verder zijn op 19 mei in het plangebied molshopen aangetroffen. De mol is een soort van tabel 1 van de Flora- en faunawet. Nabij het plangebied worden ook andere algemeen beschermde soorten grondgebonden zoogdieren (tabel 1) verwacht, zoals hermelijn, wezel, bunzing en egel. Het geschikte biotoop wordt gevormd door de bosschages langs de oevers van het Pannerdensch kanaal en de houtwallen ten zuiden van de steenfabriek. Effectbespreking Er zijn sporen van de bever aangetroffen langs het Pannerdensch Kanaal. Er zijn echter geen beverburchten aangetroffen. De oeverzone en de beplanting langs de oever zijn geschikt als foerageergebied voor de bever. De aanwezige ruigte, wilgenbosjes en oever zullen behouden blijven. Op basis van het aanwezige biotoop kunnen de otter en steenmarter mogelijk voorkomen in de oever van het Pannerdensch kanaal (otter en steenmarter) en de houtwallen ten zuiden van de steenfabriek (steenmarter). Dit biotoop is ook geschikt voor de hermelijn, wezel, bunzing en egel. Het geschikte biotoop bevindt zich buiten de contouren van de werkzaamheden. De aanwezige bosschages en daarmee eventuele vaste rust- en verblijfplaatsen zullen behouden blijven. Er vinden geen werkzaamheden plaats aan de oeverzone van het Pannerdensch Kanaal en de strook met ruigten en wilgenbosjes. Dit geldt ook voor andere aan de D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

74 werkzaamheden gerelateerde activiteiten zoals opslag van materialen. Hierdoor is er geen ruimtebeslag op eventuele rust- en verblijfplaatsen van licht en/of streng beschermde grondgebonden zoogdieren (tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet). De oeverzone betreft de kribben en de oevers met zandstrandjes met een breedte van ongeveer 5 meter. Tussen de werkgrens en de delen langs de oever met potentieel leefgebied (ruigte en wilgenbosjes) ligt minimaal 10 meter ter voorkoming van verstoring. Het plangebied is geschikt voor algemene soorten grondgebonden zoogdieren (tabel 1 van de Flora- en faunawet) zoals de mol. Voor soorten van tabel 1 van de Flora- en faunawet geldt een vrijstelling bij ruimtelijke projecten. Wel moet rekening worden gehouden met de zorgplicht. Hieraan kan worden voldaan door vanaf één kant te werken, waardoor deze dieren de kans krijgen te vluchten naar aangelegen gebieden. Vervolgstappen Langs de oever van het Pannerdensch kanaal zijn er ter hoogte van het projectgebied sporen van de bever gevonden. De oeverzone en de beplanting langs de oever (wilgenbosjes) zijn geschikt als foerageergebied voor de bever. Er zijn geen beverburchten aanwezig. Er vinden geen werkzaamheden plaats binnen de oeverzone van het Pannerdensch Kanaal en de beplantingstrook met ruigte en wilgenbosjes Dit geldt ook voor andere aan de werkzaamheden gerelateerde activiteiten zoals opslag van materialen. Tussen de werkgrens en de delen langs de oever met potentieel leefgebied (ruigte en wilgenbosjes) ligt minimaal 10 meter ter voorkoming van verstoring. Er zijn geen vervolgstappen benodigd. Om effecten op algemeen beschermde soorten grondgebonden zoogdieren (tabel 1 van de Flora- en faunawet) zoveel mogelijk te beperken dienen de werkzaamheden waarbij vegetatie wordt verwijderd vanaf één kant te worden uitgevoerd, zodat aanwezige dieren in de gelegenheid zijn om de kans krijgen te vluchten. Dit valt onder de zorgplicht (artikel 2 van de Flora- en faunawet). Er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Voor algemeen beschermde soorten geldt een vrijstelling bij ruimtelijke projecten. 5.4 Vleermuizen Resultaten bureaustudie In de onderstaande tabel zijn de soorten vleermuizen weergegeven waarvan waarnemingen in de omgeving van het plangebied bekend zijn. Alle vleermuizen zijn opgenomen in tabel 3 van de Flora- en faunawet. Tabel 3: Strenger beschermde vleermuizen die in de omgeving van het plangebied voorkomen (bron: Tabel FF-Wet Soort 3 Gewone grootoorvleermuis 3 Rosse vleermuis 3 Gewone dwergvleermuis 3 Laatvlieger 3 Meervleermuis 3 Watervleermuis D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

75 In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) is van de gewone dwergvleermuis één vliegroute van vleermuizen binnen de huidige plangrenzen geconstateerd. Het gaat om een vliegroute aan de noordzijde van het plangebied (zie figuur 7). Figuur 7: locatie vliegroute (is aangegeven met een rode pijl in cirkel) Verder zijn in hetzelfde onderzoek de gewone dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en ruige dwergvleermuis foeragerend waargenomen. Het betrof geen foerageergebied dat essentieel is voor het in stand houden van de kolonies. Resultaten veldbezoek Vliegroutes en foerageergebied Na het veldbezoek is gebleken dat de gegevens zoals bepaald in het onderzoek uit 2011 (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) en het veldbezoek in 2015 door Witteveen + Bos (Witteveen + Bos, 2015) nog steeds actueel zijn. Het betreft voor het plangebied Scherpekamp een vliegroute aan de noordzijde van het plangebied. Daarnaast is tijdens het veldbezoek het Pannerdensch Kanaal geschikt bevonden als vliegroute en foerageergebied. Het plangebied is eveneens nog steeds geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Dit geldt met name voor de bomen en grote struiken langs het Pannerdensch Kanaal, rondom en ten noorden van de steenfabriek. Verblijfplaatsen Binnen het plangebied zijn geen woningen of gebouwen aanwezig die onder invloed staan van de geplande werkzaamheden. Effecten op verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen binnen het plangebied kunnen daarmee worden uitgesloten. Er zijn geen bomen aanwezig met holten die een functie kunnen hebben als vaste rusten verblijfplaats voor vleermuizen. Effectbespreking Vliegroutes en foerageergebied In het plangebied is een lijnvormige beplantingselement langs het noordelijk deel van D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

76 de Scherpekamp aanwezig die van belang kan zijn als (cruciale) vliegroute. Uitgangspunt is dat uitsluitend overdag wordt gewerkt en niet tijdens de actieve periode van vleermuizen. Er worden geen bomen gekapt. Ook is het Pannerdensch Kanaal geschikt als vliegroute en foerageergebied. De oeverzone betreft de kribben en de oevers met zandstrandjes met een breedte van ongeveer 5 meter. Daarnaast ligt een strook met ruigte vegetatie en wilgenbosjes. Er vinden geen werkzaamheden plaats in deze oeverzone en strook met ruigte en wilgenbosjes. Dit geldt ook voor andere aan de werkzaamheden gerelateerde activiteiten zoals opslag van materialen. Hierdoor worden er geen negatieve effecten verwacht op (mogelijk cruciale) vliegroutes. Het plangebied is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. De aanwezige beplanting blijft behouden. Daarnaast zal er uitsluitend overdag worden gewerkt. Buiten de actieve periode van vleermuizen. Het plangebied is geen cruciaal foerageergebied. Er is voldoende alternatief foerageergebied aanwezig in de directe omgeving. Verblijfplaatsen Er zijn geen bomen met holten aanwezig die als verblijfplaats kunnen worden gebruikt. Binnen het plangebied zijn geen woningen of gebouwen aanwezig die onder invloed staan van de geplande werkzaamheden. Er vinden geen werkzaamheden plaats aan de oeverzone van het Pannerdensch Kanaal. De bomen aan de oever van het Pannerdensch Kanaal bevinden zich buiten het plangebied. Er worden daarom geen negatieve effecten op verblijfplaatsen van vleermuizen verwacht. Vervolgstappen Er zijn voor vleermuizen geen vervolgstappen benodigd. 5.5 Vissen Resultaten bureaustudie In de onderstaande tabel zijn de strenger beschermde soorten vissen weergegeven (tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet) waarvan waarnemingen in de omgeving van het plangebied bekend zijn. Tabel 4: Strenger beschermde vissen die in de omgeving van het plangebied voorkomen (bron: Tabel FF-Wet Soort 2 Kleine modderkruiper 3 Bittervoorn 3 Grote modderkruiper Resultaten veldbezoek Er bevinden zich geen wateren in het plangebied. Er vinden geen werkzaamheden plaats aan de oevers en in het water van het Pannerdensch Kanaal. Negatieve effecten op beschermde vissen worden dan ook niet verwacht. Vervolgstappen Er zijn geen vervolgstappen voor beschermde vissen benodigd. 5.6 Amfibieën Resultaten bureaustudie In de onderstaande tabel zijn de strenger beschermde soorten amfibieën weergegeven D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

77 (tabel 2 en/of 3 van de Flora- en faunawet) waarvan waarnemingen in de omgeving van het plangebied bekend zijn. Tabel 5: Strenger beschermde amfibieën die in de omgeving van het plangebied voorkomen (bron: Tabel FF-Wet Soort 3 Rugstreeppad 3 Poelkikker 3 Kamsalamander In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) is de rugstreeppad aangetroffen op het zanddepot op fabrieksterrein Scherpekamp. Het leefgebied van de rugstreeppad beperkt zich vrijwel geheel tot het fabrieksterrein, dat buiten het projectgebied ligt. In het eerste onderzoek (Natuurbalans Limes Divergens, 2010/2011) is de kamsalamander aangetroffen in de omgeving van het plangebied Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek zijn binnen het plangebied geen licht en/of streng beschermde soorten amfibieën aangetroffen. Op het terrein van fabrieksterrein Scherpekamp zijn larven van de rugstreeppad aangetroffen in een tijdelijke waterplas (zie foto10). Foto 10: voortplantingswater in tijdelijke waterplassen op het terrein van de steenfabriek Op basis van het aanwezige biotoop worden er geen kamsalamanders binnen het plangebied verwacht (ontbreken geschikte wateren). Het plangebied is geschikt als biotoop voor algemeen beschermde soorten amfibieën (tabel 1 van de Flora- en faunawet). D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

78 Effectbespreking Er zijn geen licht tot streng beschermde amfibieën aangetroffen binnen het plangebied. Op het fabrieksterrein Scherpekamp, net buiten het plangebied, is de rugstreeppad aangetroffen. Uitvoering van werkzaamheden in het projectgebied heeft echter vrijwel zeker een aantrekkende werking op de rugstreeppadden van fabrieksterrein Scherpekamp, zodat ze tijdens de uitvoering van het project overal in het projectgebied aanwezig kunnen zijn. Vervolgstappen Er dienen maatregelen te worden opgesteld om negatieve effecten op de rugstreeppad te voorkomen Hierbij moet worden gedacht het plaatsen van amfibieënschermen om kolonisatie van het werkgebied te voorkomen en om wegen die door rugstreeppadden tijden de paddentrek (maart t/m april) kunnen worden gekruist, af te schermen. De schermen dienen voor aanvang van het voortplantingsseizoen (tweede helft van april) van de rugstreeppad geplaatst te worden. 5.7 Reptielen Resultaten bureaustudie Er zijn geen gegevens bekend van waarnemingen van beschermde reptielen in de (directe omgeving van) het plangebied Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek zijn geen licht en/of streng beschermde soorten reptielen aangetroffen. Op basis van het aanwezige biotoop worden er geen beschermde reptielen binnen het plangebied verwacht. Op basis van het aanwezige biotoop wordt het voorkomen van beschermde soorten reptielen onwaarschijnlijk geacht. Effectbespreking Er worden geen negatieve effecten op beschermde reptielen verwacht. Vervolgstappen Er zijn voor reptielen geen vervolgstappen benodigd. 5.8 Ongewervelden Resultaten bureaustudie Er zijn geen gegevens bekend van waarnemingen van beschermde ongewervelden in de (directe omgeving van) het plangebied. Resultaten veldbezoek Tijdens het veldbezoek zijn geen licht en/of streng beschermde soorten ongewervelden (tabel 2/3 van de Flora- en faunawet) aangetroffen. Op basis van het aanwezige biotoop worden er geen beschermde ongewervelden (volgens de huidige en de nieuwe wetgeving) binnen het plangebied verwacht. Effectbespreking Negatieve effecten op licht en/of streng beschermde soorten ongewervelden (tabel 2/3 van de Flora- en faunawet) worden niet verwacht. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

79 Vervolgstappen Er zijn voor beschermde ongewervelden geen vervolgstappen benodigd. 5.9 Samenvatting In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de beschermde soorten waarmee op de planlocatie rekening moet worden gehouden. Dit is gebaseerd op bestaande gegevens en de veldbezoeken. Tabel 7: Beschermde soorten die binnen de planlocatie worden verwacht op basis van bestaande gegevens en het veldbezoek. Tabel 1 algemene soorten Tabel 2 Licht beschermd e soorten Tabel 3 Streng beschermd e soorten Vogels Broedvogels algemeen X Vogels Grondgebonden zoogdieren Vleermuizen Algemene soorten Diverse soorten, foerageergebied Gewone dwergvleermuis, vliegroute Amfibieën Algemene soorten X Rugstreeppad X X X X Uit de volgende soortgroepen zijn geen beschermde soorten aangetroffen of te verwachten: Planten* Zoogdieren* Reptielen Ongewervelden Vissen * Uitgangspunt is dat er geen werkzaamheden plaats vinden aan de oeverzone van het Pannerdensch Kanaal en de ruigte en wilgenbosjes langs de oever. Dit geldt ook voor andere aan de werkzaamheden gerelateerde activiteiten zoals opslag van materialen etc. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

80 6 Conclusies In onderstaande paragrafen worden de conclusies en aanbevelingen uit de natuurtoets besproken. 6.1 Beschermde gebieden Natura 2000-gebieden Het plangebied ligt in het Natura 2000-gebied Rijntakken. Het Natura 2000-gebied omvat vier deelgebieden, te weten de Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Neder-Rijn, Waal en Gelderse Poort. Het projectgebied voor de kadeverlaging ligt in het deelgebied Gelderse Poort. Er vindt tijdelijk ruimtebeslag plaats op Natura 2000-gebied. Effecten door de geplande werkzaamheden op het Natura 2000-gebied Rijntakken zijn hierdoor niet uit te sluiten. Er zal nader onderzocht moeten worden wat de (indirecte) effecten zijn van de werkzaamheden op het Natura 2000-gebied Rijntakken. Hiervoor wordt momenteel een Passende beoordeling opgesteld. Natuurnetwerk Nederland (voorheen: ecologische hoofdstructuur) Er vindt tijdelijk ruimtebeslag plaats op het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (het Gelders Natuurnetwerk) ten zuiden van de steenfabriek. 6.2 Beschermde soorten 6.3 Maatregelen Er is geen ontheffing van de Flora- en Faunawet nodig. Voor de uitvoering van de werkzaamheden dient wel rekening te worden gehouden met onderstaande maatregelen. Om effecten op beschermde soorten zoveel mogelijk te voorkomen worden in ieder geval onderstaande maatregelen voorgesteld. Indien deze maatregelen niet worden getroffen, is er mogelijk een ontheffing nodig. Op het fabrieksterrein Scherpekamp, net buiten het plangebied, is de rugstreeppad aangetroffen. Uitvoering van werkzaamheden in het projectgebied heeft echter vrijwel zeker een aantrekkende werking op de rugstreeppadden van fabrieksterrein Scherpekamp, zodat ze tijdens de uitvoering van het project overal in het projectgebied aanwezig kunnen zijn. Er dienen maatregelen te worden opgesteld om negatieve effecten op de rugstreeppad te voorkomen. Hierbij moet worden gedacht het plaatsen van amfibieënschermen om kolonisatie van het werkgebied te voorkomen en om wegen die door rugstreeppadden tijden de paddentrek (maart t/m april) kunnen worden gekruist, af te schermen en er dient te worden voorkomen dat er ondiepe plassen ontstaan. Deze kunnen dienen als voortplantingsbiotoop voor de rugstreeppad. Om effecten op broedende vogels te voorkomen dienen werkzaamheden waarbij grasland/ struiken/oevervegetatie wordt verwijderd, buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd. Voor het broedseizoen geldt geen vaste periode. Het verschilt per soort. Veel vogelsoorten broeden ongeveer tussen 15 maart en 15 juli. Indien werken buiten het broedseizoen niet mogelijk is, moet door een ter zake kundige worden gecontroleerd of er in de te verwijderen grasland, struiken en vegetatie broedende vogels aanwezig zijn. Daarnaast is het mogelijk om voorafgaand aan de D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

81 werkzaamheden en buiten het broedseizoen de graslanden ongeschikt te maken voor broedvogels zodat toch tijdens het broedseizoen kan worden. Indien effecten op broedende vogels niet kunnen worden uitgesloten mag er niet gewerkt worden. Om effecten op algemeen beschermde soorten kleine grondgebonden zoogdieren en amfibieën zoveel mogelijk te beperken dienen de werkzaamheden waarbij vegetatie wordt verwijderd van één kant uit te worden uitgevoerd zodat aanwezige dieren de kans krijgen te vluchten. Dit valt onder de zorgplicht. Er bevindt zich mogelijk een jaarrond beschermd buizerd nest ten noorden van de steenfabriek. Er dient bij het mogelijk aanwezige buizerdnest geen werkzaamheden of tijdelijke ruimtebeslag plaats te vinden (zie 5.2). De huidige afstand van 80 meter dient tijdens de werkzaamheden gerespecteerd te blijven. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

82 7 Bronnen Veldbezoek Natuurtoets Scherpekamp Vreeman, G. Felix, R.P.W.H., Beschermde natuur in de Huissense Waarden. Resultaten van een inventarisatie van beschermde flora, fauna en habitattypen in 2010 en Natuurbalans - Limes Divergens BV, Nijmegen. Ing. R.Vermeer/R.ter Hamsel Msc Veldbezoek Scherpekamp. RW2050-1/ Witteveen + Bos, Deventer. Limpens, H. & J. Regelink, R. Koelman, Vleermuizen en planologie (syllabus). Zoogdiervereniging VZZ, Arnhem.. Sovon, Atlas van de Nederlandse broedvogels. Vleermuisvakberaad Netwerk Groene Bureaus, Zoogdiervereniging en Gegevensautoriteit Natuur, Vleermuisprotocol 2012, 24 februari en Diepenbeek, A. van &J. van Delft, Het waarnemen van amfibieën en reptielen. Stichting RAVON, Nijmegen D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

83 Bijlage I Wettelijk kader en beleidskader De toets is gericht op de aanwezigheid van beschermde soorten en beschermde gebieden. De soortbescherming is in de wet geregeld middels de Flora- en faunawet. De gebiedsbescherming is geregeld middels de Natuurbeschermingswet (Natura 2000 gebieden en beschermde natuurmonumenten) en ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur middels het beleid uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Flora- en faunawet Soortbescherming in Nederland is geregeld in de Flora- en faunawet. Deze wet is op 1 april 2002 in werking getreden en voorziet in de bescherming van een groot aantal in Nederland voorkomende planten en dieren. Voor de beschermde soorten geldt een aantal verbodsbepalingen zoals weergegeven in onderstaand kader. Artikel 8: Het is verboden beschermde planten te plukken, te verzamelen, af te snijden, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op een andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: Het is verboden beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: Het is verboden beschermde dieren opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12: Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Artikel 13: Het is verboden beschermde planten en dieren te vervoeren of onder zich te hebben. Zorgplicht Naast de verbodsbepalingen voor de in de wet genoemde beschermde soorten geldt voor alle in het wild voorkomende planten en dieren in Nederland de zorgplicht (artikel 2). Deze zorgplicht houdt in dat nadelige gevolgen voor flora en fauna zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Ontheffing Bij de Flora- en faunawet kan onder voorwaarden van het verbod op schadelijke handelingen worden afgeweken met een ontheffing of vrijstelling. De beschermde soorten zijn na het inwerking treden van de AMvB artikel 75 in 2005, verdeeld in drie categorieën (tabellen) waarvoor verschillende toetsingscriteria gelden voor het verkrijgen van een ontheffing. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

84 Tabel 1 (algemene soorten) Het betreft beschermde soorten waarvan de gunstige staat van instandhouding niet in het geding is. Hiervoor geldt een vrijstellingsregeling als bij ingrepen sprake is van bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen. Tabel 2 (overige / licht beschermde soorten) Het betreft beschermde soorten waarvoor een vrijstelling geldt wanneer gewerkt wordt volgens een door de minister van EZ goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen gedragscode is, zal ontheffing aangevraagd moeten worden. Voorwaarde is dat er geen afbreuk gedaan mag worden aan de gunstige staat van instandhouding van de soort (populatieniveau). Dit is de zogenaamde lichte toets. Tabel 3 (streng beschermde soorten) Het betreft streng beschermde soorten. Dit betreft soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn. Daarnaast betreft het soorten die door Nederland aan deze lijst zijn toegevoegd middels een AMvB van artikel 75. Voor deze soorten wordt alleen ontheffing verleend als er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan: Er is geen andere bevredigende oplossing, waarbij gezocht moet worden naar alternatieven voor de locatie of voor de ingreep; Er is sprake van een in of bij wet genoemd belang; Er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van de instandhouding van de soort; Er wordt zorgvuldig gehandeld ten aanzien van de soort. Deze criteria worden ook wel omschreven als de uitgebreide toets. Vogels Vogels maken geen onderdeel uit van de tabellen. Alle vogels zijn in dezelfde mate beschermd. Broedende vogels met nesten, eieren of niet vliegvlugge jongen zijn, in navolging van de Europese Vogelrichtlijn, strikt beschermd; voor verstoring van broedgevallen wordt in principe geen ontheffing gegeven. Als de werkzaamheden buiten het broedseizoen (circa 15 maart 15 augustus) plaatsvinden zal in het algemeen niet snel een ontheffing nodig zijn. Uitzondering zijn vogels met jaarrond beschermde nesten. Voor het verstoren, beschadigen of vernietigen van jaarrond beschermde vogelnesten is altijd een ontheffing benodigd, ook als de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden. Bij een ontheffingaanvraag, zal de uitgebreide toets zoals beschreven onder soorten van tabel 3 worden toegepast. Het in of bij wet genoemd belang moet in de Vogelrichtlijn zijn opgenomen. In augustus 2009 is door de Minister van (destijds) LNV nieuw beleid voor het beoordelingskader van Flora- en faunawetontheffingaanvragen aangekondigd. Met dit nieuwe beleid is een nieuwe vogellijst afgegeven. In deze vogellijst is onderscheid gemaakt tussen soorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn (vogels van categorie 1 t/m 4) en soorten waarvoor de nesten niet jaarrond zijn beschermd, maar waarvoor wel inventarisatie gewenst is (vogels van categorie 5). Indien vogels uit de laatste groep in de projectlocatie aanwezig zijn moet een omgevingscheck gedaan worden om te kijken of in de directe omgeving voldoende alternatieven aanwezig zijn. Wanneer in de omgeving onvoldoende broedbiotoop aanwezig is, zijn ook de nesten van soorten uit categorie 5 jaarrond beschermd (min LNV, augustus 2009). D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

85 Functionaliteit behouden Door een wijziging in de beoordeling van ontheffingaanvragen in augustus 2009, is het mogelijk om te voorkomen dat een ontheffing nodig is. Dit is het geval wanneer mitigerende maatregelen er voor zorgen dat de functionele leefomgeving van dieren intact blijft. Dit betekent bijvoorbeeld dat er voorafgaand aan de ingreep nieuw leefgebied wordt gerealiseerd. Voor soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en voor vogels kan dit van belang zijn omdat er alleen ontheffing kan worden verkregen bij een beperkt aantal belangen welke in respectievelijk de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn worden aangegeven. Door uitspraken van de Raad van State (op 3 oktober 2012, uitspraak /1/A3 en 11 juli 2012, uitspraak ) moet een dergelijke werkwijze echter zorgvuldig worden onderbouwd waarbij er toch sprake kan zijn van een ontheffing. Rode Lijst Natuurbeschermingswet NNN Een Rode Lijst bevat een overzicht van soorten die uit Nederland zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen. Dit wordt bepaald op basis van zeldzaamheid en/of negatieve trend. De lijsten worden periodiek vastgesteld door de minister van EZ. Rode lijsten hebben geen juridische status. Als een soort op de lijst komt, is deze niet automatisch beschermd. Daarvoor moet de soort worden aangewezen onder de Flora- en faunawet. De Rode lijsten helpen daarbij. Deze lijsten worden ook gebruikt om te toetsen of de beleidsdoelen over biodiversiteit worden gehaald ( Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet in werking getreden. Hiermee zijn de verplichtingen uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, voor zover die zien op gebiedsbescherming, geïmplementeerd in het Nederlands recht. Directe toetsing aan de Vogel- en Habitatrichtlijn is daarmee niet meer aan de orde. Onder de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 worden de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden aangewezen en beschermd. Deze worden gezamenlijk Natura 2000-gebieden genoemd. Daarnaast worden Beschermde Natuurmonumenten en Wetlands aangewezen en beschermd. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Deze vergunningen worden verleend door de provincies of door de minister van EZ. Voor alle Natura 2000 gebieden worden beheerplannen opgesteld. Deze beheerplannen maken duidelijk welke activiteiten wel en niet mogelijk zijn in en om die gebieden. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De NNN is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). De SVIR vervangt verschillende rijksbeleidsstukken zoals de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. De juridische borging van de nationale ruimtelijke belangen die in de SVIR worden aangewezen vindt plaats via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). De rijkslijn zoals verwoord in het SVIR en Barro is dat er bij NNN geen sprake is van externe werking. Provincies wijzen in hun structuurvisie de gebieden aan die onder de NNN vallen. In of in de nabijheid van NNN-gebied geldt het 'nee, tenzij'-principe: nieuwe plannen of projecten zijn niet toegestaan als ze de wezenlijke (potentiële)waarden en kenmerken van het NNN-gebied significant aantasten, tenzij er sprake is van redenen van groot openbaar belang en er geen reële alternatieven zijn. De schade dient in dat geval door mitigerende maatregelen zoveel mogelijk beperkt te worden. De restschade dient te worden gecompenseerd. De planologische bescherming van de NNN vindt plaats in op D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

86 basis van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen bestemmingsplannen. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

87 Colofon Opdrachtgever Uitgave Rijkswaterstaat Movares Nederland B.V. Gebouw Daalse Kwint Daalseplein SX Utrecht Telefoon Projectnummer Kenmerk Opgesteld door RM D81-GVR-KA Gideon Vreeman 2016, Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V. D81-GVR-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 4.0 / 14 september /34

88 Bijlage 3: inventarisatie Glanshaverhooiland

89 Inventarisatie Glanshaverhooiland Huissense Waard John Janssen, Alterra Wageningen UR, Wageningen (5 juli 2016) Aanleiding Op 4 juli 2016 is in opdracht van Movares (contactpersoon Nanda Scheerder) het meest zuidelijke deel van de Huissense Waard geïnventariseerd op het voorkomen van het Natura 2000-habitattype 6510A in de vorm van Glanshaverhooiland (Arrhenatheretum elatioris). Aanleiding hiervoor is een deel van deze uiterwaard dat projectgebied is voor Ruimte voor de Rivier. Methode Als richtlijn is door Movares een kaart aangeleverd met het voorkomen van H6510 volgens de Provincie Gelderland (kaart 1; rode gebieden). Deze terreindelen en aangrenzende of anderszins geschikt ogende percelen binnen het projectgebied zijn in het veld bekeken, waarbij op verschillende locaties vegetatieopnamen zijn gemaakt ter onderbouwing van de hier gepresenteerde conclusies. Resultaten In de percelen van het projectgebied zijn in totaal 7 vegetatiebeschrijvingen (opnamen) gemaakt, die zijn weergegeven in Tabel 1. De op kaart 1 als rood aangegeven gedeelten hebben voor een groot deel een begroeiing waarin Glanshaver (Arrhenatherum elatius) domineert of een grote rol speelt. Desondanks betreft het slechts voor een uiterst klein deel het vegetatietype Glanshaverhooiland. Alleen een gedeelte van de zomerkade en een deel van een dijkje bij een meidoornhaag in het gebied kunnen zodanig getypeerd worden, en daarom als Habitattype 6510A in aanmerking. Deze delen zijn met groene kruisjes aangegeven op kaart 2 en onderbouwd met opnamen 5 en 6 (Tabel 1). Het tweede deel stond niet als rood op de kaart. Van de twee gebieden waar de vegetatie zicht typeert als H6510A is locatie G het meest interessant, en waard om behouden te blijven bij eventueel graven in het gebied. Hier komen typerende stroomdalsoorten voor zoals Kruisdistel en Kraailook. Beide kwalificerende gebieden bevatten echter niet heel bijzondere soorten. De glanshaver-hooilanden in de twee gebieden zijn van basiskwaliteit en missen bijvoorbeeld veel kensoorten van de associatie. Het glanshaverhooiland in gebied G heeft een oppervlakte van circa 100 m 2, in gebied J is dit circa 300 m 2. De andere rood aangegeven delen betreffen, net als grote delen van de aangrenzende percelen, voor het merendeel een Glanshaverruigte, die in Schaminée et al. (2015, Veldgids Rompgemeenschappen) is beschreven als Rompgemeenschap Glanshaver binnen de Glanshaverorde (16RG18; opnamen 1, 2 en 4 in tabel 1). Het gaat dan in principe wel om terreinen die goede potentie hebben om te ontwikkelen tot Glanshaverhooiland, maar nu een te voedselrijke bodem hebben, waarschijnlijk als gevolg van bemesting in het verleden. Vooral de relatief hoog gelegen delen hebben potentie, en dit komt zo goed als overeen met de rood aangegeven terreinen op de kaart 1. Hiervan is het terreindeel A erg geschikt omdat het een wat groter en vlak oppervlakte beslaat. Ook de zomerkade heeft goede potenties, omdat hier langs de noordzijde van de verharde weg enkele populaties voorkomen van de stroomdalsoorten Sikkelklaver (Medicago falcata) en Echte kruisdistel (Eryngium campestre). Deze zijn aangegeven als rode kruisjes op kaart 2. Door een langdurig beheer van maaien en afvoeren (verschraling), zouden deze terreindelen tot (veel bloemrijkere) hooilanden van de associatie Glanshaverhooiland omgevormd kunnen worden. Iets lagere delen in de percelen hebben een iets afwijkende begroeiing, waarin andere grassen de hoogste bedekking hebben (opname 3 in tabel 1), onder meer Kropaar, Ruw beemdgras of Engels raaigras. Ook deze delen kunnen mogelijk nog wel omgevormd worden tot bloemrijk Glanshaverhooiland, maar waarschijnlijk door de lagere ligging en kleiigere bodem zijn ze minder geschikt. Nog lagere delen van de uiterwaarden hebben (in zoverre ze gehooid hebben) een begroeiing van de Rompgemeenschap van Kweek en Grote vossenstaart (16 RG15; opname 7 in tabel 1, gebied C). Deze kunnen mogelijk, via eenzelfde verschralingsbeheer, omgevormd worden tot Habitattype 6510B (Vossenstaarthooiland). Ook in de overige percelen van het projectgebied komen dergelijke voedselrijke graslanden plaatselijk voor, maar geen enkele met betere potenties dan de percelen van kaart 2. De hogere delen van het gebied hebben meer potentie voor de ontwikkeling van het habitattype H6510A dan de lager delen. De lagere delen staan langer onder water bij overstroming en zijn natter door hogere grondwaterstanden. Hier zijn glanshaverhooilanden minder goed tegen bestand. Daarnaast zijn de hogere delen doorgaans zandiger/zaveliger, de lage delen zijn daarentegen vaak kleiiger.

90 Alleen de gebieden aan de zuidzijde van de weg zijn potentieel geschikt voor het habitattype 6510A. De gebieden aan de noordkant liggen lager, worden vaker overstroomd en zijn te dynamisch. Ook met een aangepast beheer wordt dit gebied niet potentieel voor glanshaverhooilanden. Wel van belang is het noorddeel op de zomerkade zelf (aangegeven met rode kruisjes op kaart 1). Hier is een smalle zone direct aan de weg (tot circa 2 meter van de weg) potentieel geschikt vanwege het voorkomen van enkele restpopulaties van stroomdalsoorten (zoals eerder genoemd). Het behouden van deze populaties biedt ook perspectief voor ontwikkeling van glanshaverhooiland elders in het gebied. Door het verlagen van de zomerdijk met 90 cm (in het kader van ruimte voor de rivier) worden de zuidelijker gelegen gebieden niet minder geschikt voor de ontwikkeling van glanshaverhooilanden, aangezien de potentieel geschikte terreinen zelf niet verlaagd worden, en een eventuele vakere overstroming geen probleem hoeft te zijn. Mogelijk wordt wel de potentie van de zomerdijk zelf minder goed, maar dit hoeft niet (aangezien deze nog steeds op een geschikte hoogte kan liggen), en ligt mede aan de afwerking van de bovenlaag (hoe zaveliger/zandiger hoe beter). Conclusies Van de aangeleverde voorkomens van habitattype 6510A kwalificeren de meeste momenteel niet voor dit habitattype, omdat de vegetatie niet de associatie Glanshaverhooiland betreft. Op slechts twee plekken is sprake van meer bloemrijke situaties die kwalificeren voor dit habitattype (gebieden G en J op kaart 2). De andere rood aangegeven delen op kaart 1 betreffen wel merendeels de meest hooggelegen delen van het terrein, die de beste kansen bieden voor ontwikkeling van Glanshaverhooiland. Hierbij heeft terreindeel A goede potenties vanwege de grote oppervlakte, en de zomerkade vanwege het voorkomen van enkele restpopulaties van stroomdalsoorten. Figuur 1. Voorkomen van H6510A (Glanshaverhooiland) volgens opgave van de Provincie Gelderland

91 Kaart 2. Percelen waar opnames zijn gemaakt. A = Hoog gelegen deel, rood aangegeven, RG Glanshaver met uitloper langs zuidelijke perceelscheiding (opname 1); B = Iets lager gelegen deel RG Glanshaver (opname 2); C = Laag gelegen deel RG Kweek-Grote Vossenstaart (opname 7); D = hoger gelegen rand langs dijk (als B); E = perceel met wat hoogteverschil, deels als A (opname 4) deels RG Kropaar (opname 3) (rood aangegeven perceelranden en los rood vlak wijken weinig af van rest); G = kade met Meidoornstruweel en bloemrijk grasland (groene kruisjes; opname 5) op zuid-geëxponeerde helling; H = hoger gelegen deel (rood aangegeven vlak) als B; I = noordelijke deel kade (als B); J = zuidelijke deel kade, deels (groene kruisjes) bloemrijk hooiland (opname 6)

92 Tabel 1. Opnamen gemaakt tijdens de inventarisatie Huissense Waard Opname Perceel/deelgebied A B E E G J C Grassen Arrhenatherum elatius b Glanshaver Dactylis glomerata 2a 2b 4 2b 2a Kropaar Lolium perenne 1 1 2a x 2m 2m Engels raaigras Agrostis stolonifera 1 Fioringras Holcus lanatus 3 x 2a Gestreepte witbol Poa trivialis 1 2b 2a 2b 2m 2a 1 Ruw beemdgras Elytrigia repens 5 Kweek Alopecurus pratensis 2a Grote vossenstaart Phleum pratense s. pratense x Timoteegras Festuca arundinacea x Reuzenzwenkgras Agrostis capillaris x 2a Gewoon struisgras Festuca rubra 1 2b Rood zwenkgras Agrostis gigantea x Hoog struisgras Kruiden Anthriscus sylvestris r x 2a 1 x x Fluitenkruid Allium vineale 1 x Kraailook Heracleum sphondyllium r r x r Gewone bereklauw Ranunculus acris x Scherpe boterbloem Eryngium campestre x Kruisdistel Trifolium dubium x 2b Kleine klaver Crepis capillaris x x Gewoon streepzaad Plantago lanceolata 1 x Smalle weegbree Potentilla reptans x 2b Vijfvingerkruid Taraxacum officinale r x Paardenbloem (G) Cirsium arvense 1 Akkerdistel Achillea millefolium x Gewoon duizendblad Equisetum arvense 1 Heermoes Cirsium vulgare x Speerdistel Glechoma hederacea r Hondsdraf Cerastium fontanum x Gewone hoornbloem Trifolium pratense x Rode klaver Struiken (juveniel) Rosa species (kr.) x Roos (G.) Crataegus monogyna (kr.) x Eenstijlige meidoorn

93 Bijlage 4: resultaten AERIUS

94 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura gebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: Rwgujn3eJDQA (23 september 2016) pagina 1/8

95 Berekening voor vergunningaanvraag Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie ing. L.H.C.A. Hector (RWS) Scherpekamp, 6678ML Angeren Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Kadeverlaging Scherpenkamp - Verlaging zomerkade Scherpekamp Rwgujn3eJDQA Datum berekening Rekenjaar 23 september 2016, 16: Tijdelijk project, startjaar Duur in jaren Totale emissie Situatie 1 NOx 41,25 kg/j NH3 - Depositie Hectare met hoogste projectbijdrage (mol/ha/j) Natuurgebied Rijntakken Provincie Gelderland Situatie 1 0,06 Toelichting Kadeverlaging Scherpenkamp, als onderdeel van de Uiterwaardenvergraving, zoals aangegeven in PKB Ruimte voor de rivier, zoals goedgekeurd op 7 juli 2006 Berekening voor vergunningaanvraag Situatie 1 Rwgujn3eJDQA (23 september 2016) pagina 2/8

96 Berekening voor vergunningaanvraag Locatie Situatie 1 Emissie (per bron) Situatie 1 Naam route werkverkeer Locatie (X,Y) , NOx 27,61 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW zwaar vrachtverkeer 7 mvt/etm 2,5 2,5 0,0 NOx 27,61 kg/j Berekening voor vergunningaanvraag Situatie 1 Rwgujn3eJDQA (23 september 2016) pagina 3/8

97 Berekening voor vergunningaanvraag Naam graven Locatie (X,Y) , NOx 13,64 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie STAGE IV, kw, bouwjaar 2014/01, Cat. Q Liebhehr graafmachines NOx 13,64 kg/j Berekening voor vergunningaanvraag Situatie 1 Rwgujn3eJDQA (23 september 2016) pagina 4/8

98 Berekening voor vergunningaanvraag Depositie natuurgebieden Hoogste projectbijdrage (Rijntakken) Hoogste projectbijdrage per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Beschermd natuurgebied Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Beschermd natuurgebied Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied Berekening voor vergunningaanvraag Situatie 1 Rwgujn3eJDQA (23 september 2016) pagina 5/8

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-021574 - gemeente Zaltbommel Activiteit : productie chemische

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 3 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011120 - gemeente Gennep (Li.) Activiteit : compostfabriek

Nadere informatie

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 24 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 - gemeente Rijnwaarden Activiteit : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551

Nadere informatie

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in

Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in Olaf Klaassen Aantalsontwikkeling van vogels langs het Pannerdensch kanaal in 2011-2015 In opdracht van: Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl I www.sovon.nl Sovon-rapport 2015/47 Postbus 6521

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 15 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013001 - gemeente Renkum Activiteit : Papierfabriek Parenco

Nadere informatie

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht 5 juni 2015 Auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper Steven Velthuijsen Msc. Bosch & Van Rijn Prins Bernhardlaan

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend bij

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer'

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009267 - gemeente Oldebroek Activiteit : het in bedrijf hebben

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 5 september 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS)

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Natura2000-gebieden: Uiterwaarden Waal (Gelderland), circa 14,3 kilometer; Sint Jansberg (Limburg), circa 15,9 kilometer; Gelderse

Nadere informatie

Bijlage II Voortoets Natuur

Bijlage II Voortoets Natuur Bijlage II Voortoets Natuur Bestemmingsplan Kerkewaard 2016 voorontwerp 10-02-2016 69 Notitie Datum: 29 januari 2016 Project: Ontwikkeling bedrijventerrein Kerkewaard Uw kenmerk: - Locatie: Haaften Ons

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 22 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-015514 - gemeente Nijmegen Activiteit : een

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 17 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008838 - gemeente Beuningen, Neder Betuwe, Maasdriel, Zaltbommel

Nadere informatie

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 29 september 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Verbeterd exemplaar BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 30 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013269 - gemeente

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-000028 - gemeente Maasdriel Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 26 september 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-006180 - gemeente Rheden en gemeente Zevenaar Activiteit

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort

Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort Natura 2000 gebied 67 Gelderse Poort CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 067_gebiedendocument_Gelderse Poort_november 2007 Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 9 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010956 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-009379 - gemeente Neerijnen Activiteit : het in bedrijf hebben

Nadere informatie

Voortoets Bestemmingsplan t Holland / Nieuweling

Voortoets Bestemmingsplan t Holland / Nieuweling Voortoets Bestemmingsplan t Holland / Nieuweling Gemeente Duiven Datum: 23 augustus 2012 Projectnummer: 110844 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doelstelling van de voortoets 3 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 8 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008633 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 15 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-009945 - gemeente Zutphen Activiteit : aanpassen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 oktober 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-011430 gemeente Apeldoorn Activiteit : plaatsen

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 28 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-002219 - gemeente Bronckhorst Activiteit

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

PASSENDE BEOORDELING. Dennenkamp 1B te Groesbeek. Opdrachtgever H. van Deurzen Statenweg 17a 5427 HB Boekel

PASSENDE BEOORDELING. Dennenkamp 1B te Groesbeek. Opdrachtgever H. van Deurzen Statenweg 17a 5427 HB Boekel PASSENDE BEOORDELING Dennenkamp 1B te Groesbeek Opdrachtgever H. van Deurzen Statenweg 17a 5427 HB Boekel ZLTO ROMB Ing. F.C.J.L. Klomp-Pullens MSc. Adviseur Omgeving September 2014 Projectnummer 031608

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 24 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-012442 - gemeente Doetinchem

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000005 + NL9902003 Beschermd

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 23 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-014004 gemeente Nunspeet Activiteit : Nestlé Nederland

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-013707 - gemeente Arnhem Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 7 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-005866 - gemeente Montferland Activiteit

Nadere informatie

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18017991 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 4 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014121 - gemeente Zutphen Activiteit : realisatie

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 22 september 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-006833 - gemeente Woudrichem Activiteit

Nadere informatie

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Oriëntatiefase Natuurbeschermingswet 1998 K.D. van Straalen J.A.M. van Zundert Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-001161 gemeente Brummen Activiteit : Realisatie fietspad

Nadere informatie

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Buro Vijn 10.109 januari 2011 foto omslag het huidige

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-014121 - gemeente Zutphen Activiteit : realisatie

Nadere informatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016050 - gemeente Apeldoorn Activiteit : mestverwerkingsinstallatie

Nadere informatie

Besluit. Dolfsma Beheer B.V. Bolwerk EE KAMPEN. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning. Geachte heer/mevrouw,

Besluit. Dolfsma Beheer B.V. Bolwerk EE KAMPEN. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning. Geachte heer/mevrouw, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Dolfsma Beheer B.V. Bolwerk 11 8261 EE KAMPEN KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 15 APRIL 2013 - ZAAKNUMMER 2013-001167 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Drempelwaarden op grond van beleidsregels stikstof Gelderland 2013-001167 - gemeente

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001184 gemeente Voorst, gemeente Deventer Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 16 november 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-011244 - gemeente Berg en

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-004562 - VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Drempelwaarden op grond van beleidsregels stikstof Gelderland Rundveehouderij

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle

Voortoets Natura Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Voortoets Natura 2000 Melkveebedrijf De Bieshorst Dwarsdijk 2 te Halle Aanleiding Voor het perceel gelegen aan de Dwarsdijk 2 te Halle is een vergroting van de rundveestalling voorzien, evenals een vergroting

Nadere informatie

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Deelgebied Middelwaard Definitief Boskalis Grontmij Nederland B.V. Houten, 5 maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 21 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 Activiteit : faunabeheer in Gelderland Verlenen/weigeren

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 29 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-001161 gemeente Brummen Activiteit : Realisatie fietspad aan

Nadere informatie

Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort.

Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort. Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort. STATUS: definitief Datum 14 december 2011 Dr. Gerard Jagers op Akkerhuis gerard.jagers@wur.nl 0317 486561 Introductie

Nadere informatie

de Vries & van de Wiel bv N. Samson Postbus AE Schagen

de Vries & van de Wiel bv N. Samson Postbus AE Schagen NOTITIE de Vries & van de Wiel bv N. Samson Postbus 218 1740 AE Schagen DATUM: 19 januari 2014 ONS KENMERK: UW KENMERK: - AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: CONTROLE: 13-568/14.00356/DimEm ir R.R. Smits drs.

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 14 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008721 - gemeente Apeldoorn

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19f/g Datum besluit : 21 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2016-002229 - gemeente Woudenberg Activiteit

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel en toetsing van het plan aan de Natuurbeschermingswet

Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel en toetsing van het plan aan de Natuurbeschermingswet Samenvatting Het project Dijkverlegging Westenholte De verlegging van de IJsseldijk ter hoogte van Westenholte in de gemeente Zwolle is één van de eerste maatregelen die in het kader van het landelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplannen en PAS

Bestemmingsplannen en PAS Bestemmingsplannen en PAS Dr. F.L.H. Vanweert PAGINA 0 Bestemmingsplannen en PAS 3 NOVEMBER 2015 Overzicht PAS; Natuurbeschermingswet en Bestemmingsplannen; PAS en Bestemmingsplannen; Voortoets en Passende

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 april 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003412 gemeente Neerijnen Activiteit : bouw en

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-016477 - gemeente Buren

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 8 juni 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-003175- gemeente Bernheze Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

Ontwerp-besluit vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Project Stroomlijn, fase 3, duurzaam beheer, tranche 5, gebieden 1 en 2

Ontwerp-besluit vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Project Stroomlijn, fase 3, duurzaam beheer, tranche 5, gebieden 1 en 2 Ontwerp-besluit vergunning beschermingswet 1998 Project Stroomlijn, fase 3, duurzaam beheer, tranche 5, gebieden 1 en 2 Behandeld door T.G.J. van Hattum T 070 379 7976 F 088 223 3334 t.g.j.vanhattum@minez.nl

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 38 Uiterwaarden IJssel

Natura 2000 gebied 38 Uiterwaarden IJssel Natura 2000 gebied 38 Uiterwaarden IJssel CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003022 + NL9802036 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Weigering agrarische activiteit, artikelen 19 d en f Datum besluit : 27 januari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-007493

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00534727 ODH-2018-00167728 1 ^ JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 6 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008962 - gemeente Rijnwaarden Activiteit

Nadere informatie

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS projectnr. 249939 rev. 00 13 augustus 2012 auteur ir. M. Korthorst Opdrachtgever Blauwhoed Eurowoningen B.V. Piet Heinkade 201 1019 HC Amsterdam datum vrijgave beschrijving revisie 0.0 goedkeuring Vrijgave

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 17 maart 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013738 - gemeente Oldebroek Activiteit

Nadere informatie

Bedrijvenpark Medel afronding. Passende beoordeling

Bedrijvenpark Medel afronding. Passende beoordeling Bedrijvenpark Medel afronding definitief revisie 01 26 mei 2016 definitief revisie 01 26 mei 2016 Opdrachtgever Postbus 6278 4000 HG Medel datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 26

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd, lid 1, onder b Datum : 27 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-009364- gemeente Deventer

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 1 oktober 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-008783 - gemeente Geldermalsen

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Aan het Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v. gebied 79 (Lepelaarplassen) Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Almere, 15 februari

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002127 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002127 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 1 OKTOBER 2012 - ZAAKNUMMER 2012-002127 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Natuurbeschermingswet 1998 Pluimveehouderij aan Zwaanheuvelstraat 5 te Boven-Leeuwen Aanvraag en procesverloop

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster Notitie Contactpersoon Elger Niemendal Datum 28 november 2016 Kenmerk N001-1241747ENX-los-V01-NL Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster 1 Inleiding In het kader van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Busbaan langs de Kruisvaart

Busbaan langs de Kruisvaart Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie

Nadere informatie

Voortoets effecten uitbreiding capaciteit Sluis Eefde

Voortoets effecten uitbreiding capaciteit Sluis Eefde Voortoets effecten uitbreiding capaciteit Sluis Eefde Oriënterend onderzoek i.h.k.v. de wet- en regelgeving van natuur Definitief Rijkswaterstaat Oost Nederland Grontmij Nederland B.V. Houten, 20 maart

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Er zijn acht Natura 2000 en waarvoor geen vogeldoelen zijn geformuleerd, maar die wel binnen één van de helikopterlaagvliegen

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Biesbosch

Natura 2000 gebied Biesbosch Natura 2000 gebied 112 - Biesbosch CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 112_gebiedendocument_Biesbosch_november 2007 Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie:

Nadere informatie