WATERWETVERGUNNING Zaaknummer: 2017-Z652 Documentnummer: 2018-D Datum: 17 april 2018
|
|
- Leo Smets
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ReparatiebesluitReparatiebesluit WATERWETVERGUNNING Herstelbesluit naar aanleiding van de uitspraak van Rechtbank Limburg d.d. 18 oktober 2017, nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:10047 met betrekking tot de bij besluit van 17 mei 2016, onder nummer aan Sitech Services B.V. verleende vergunning ingevolge de Waterwet voor het lozen van afvalwater afkomstig van de IAZI, in het oppervlaktewater lichaam genaamd de Zijtak Ur. Zaaknummer: 2017-Z652 Documentnummer: 2018-D Datum: 17 april / D121582
2 1. Aanleiding wijziging In de zomer van 2015 werd een onbekende stof in de Maas aangetroffen welke de productie van drinkwater bemoeilijkte. Het bleek om de stof pyrazool te gaan. Deze stof was via het effluent van de Integrale Afvalwater Zuiverings Installatie (hierna: IAZI) in het Maaswater terecht gekomen als gevolg van een geplande productiestop van meerdere weken bij de acrylonitrilfabriek op het Chemelotterrein. Als gevolg van de productiestop was het vermogen om pyrazool te verwerken sterk achteruitgegaan waardoor er tijdelijk effluent met een verhoogde concentratie pyrazool geloosd werd in de Zijtak Ur. Het lozen van pyrazool bleek niet vergund te zijn aan Sitech Services B.V.(hierna: Sitech). Na een aantal tijdelijke toestemmingen is bij besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap (hierna: het waterschap) d.d. 17 mei 2016 onder nummer aan Sitech een vergunning ingevolge de Waterwet verleend voor het brengen van afvalwater, afkomstig van de IAZI, in de Zijtak Ur. In deze vergunning is voor pyrazool de norm opgenomen van 30 µg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 10 µg/l in een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters. Tegen deze vergunning is door Dunea N.V., Evides N.V., N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg, Sitech en AnQore B.V. (hierna: AnQore) beroep ingesteld. De beroepsgronden hadden onder andere betrekking op het toegestane gehalte aan pyrazool in het effluent van de IAZI, de volledigheid van de aanvraag, het onderzoek dat aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegen en meldings-, bemonsterings-, analyse- en onderzoeksverplichtingen. Op 18 oktober 2017 heeft de Rechtbank Limburg onder nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:10047 uitspraak gedaan naar aanleiding van het ingestelde beroep. Voor wat betreft de door de drinkwaterbedrijven ingestelde beroepen concludeert de rechtbank dat deze ongegrond zijn. De door Sitech en AnQore ingediende beroepsgronden zijn door de rechtbank (deels) gegrond verklaard. De bestreden vergunning is daarbij vernietigd voor zover het voorschrift 15, eerste lid betreft (norm pyrazool). De rechtbank heeft het waterschap opgedragen om, met inachtneming van de uitspraak, een nieuw besluit te nemen over een aan de bestreden vergunning te verbinden voorschrift voor het toegestane gehalte aan pyrazool. Daarnaast heeft de rechtbank een voorlopige voorziening getroffen op grond waarvan het gehalte aan pyrazool ter plaatse van het lozingspunt effluent IAZI in een volumeproportioneel etmaalmonster niet meer dan 50 µg/l en in een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters niet meer dan 30 µg/l mag bedragen. Middels onderhavige besluit wordt uitvoering gegeven aan de uitspraak van de rechtbank. 2/24
3 2. Conclusie Met de wijziging van voorschrift 15, eerste lid van de vergunning d.d. 17 mei 2016 onder nummer wordt uitvoering gegeven aan de uitspraak van 18 oktober 2017 van de Rechtbank Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2017:10047) en kan worden gewaarborgd dat de te bereiken doelstellingen zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Waterwet in voldoende mate worden beschermd. 3. Besluit Gelet op de bepalingen van onder meer de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit het dagelijks bestuur als volgt: - de op 17 januari 2018 door Sitech ingediende aanvullende informatie, aangevuld op 15 februari 2018, geen onderdeel uit te laten maken van de vergunning; - voorschrift 15, eerste lid, verbonden aan de aan Sitech, Postbus 27, 6160 MD te Geleen, bij besluit van het dagelijks bestuur d.d. 17 mei 2016 onder nummer verleende vergunning (gewijzigd bij besluit van 27 juli 2017 onder nummer 2017-D26903) voor het brengen van afvalwater afkomstig van de IAZI in het oppervlaktewater genaamd de Zijtak Ur, als volgt vast te stellen: Voorschrift 15 Normering pyrazool 1. Het gehalte aan de in de onderstaande tabel genoemde stof mag in het afvalwater ter plaatse van het lozingspunt effluent IAZI, de daarbij vermelde waarden niet overschrijden. Stof Volumeproportioneel etmaalmonster (μg/l) Voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters (μg/l) Pyrazool De in de tabel opgenomen lozingseisen zijn empirische lozingseisen. 3/24
4 4. Ondertekening Het dagelijks bestuur, de secretaris-directeur, w.g. de dijkgraaf, w.g. drs. H. Mensink drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck 4/24
5 5. Onderbouwing wijziging voorschrift 15, eerste lid 5.1 Historie pyrazoolnormering In tegenstelling tot nu was pyrazool tot juni 2015 een vrij onbekende stof in afvalwaterlozingen. Niet duidelijk was wat de effecten van deze stof waren en in het kader van de vergunningverlening ontbrak een toetsingskader. Inmiddels is meer bekend over de stof en de effecten hiervan op het milieu en de drinkwatervoorziening. Op 7 juli 2017 is als gevolg hiervan in de Drinkwaterregeling een innamenorm voor pyrazool opgenomen van 3 µg/l. Mede vanwege het feit dat op het moment van het verlenen van het bestreden besluit, vergunning , nog niet zoveel bekend was over de stof pyrazool heeft de vergunning een beperkte looptijd tot 31 december 2019 gekregen. Aangevraagde normen In de aan het bestreden besluit ten grondslag liggende aanvraag en de bijbehorende aanvullingen, zijn door Sitech de volgende normen voor pyrazool aangevraagd: Periode Etmaalmonster (μg/l) VRG10*** (μg/l) Pieklozingen per maand t/m september ** 1* Vanaf oktober *: met waarschuwingsregeling waarbij NV WML vroegtijdig wordt geïnformeerd **: exclusief pieklozingen > 70 μg/l. ***: VRG 10: Voortschrijdend Rekenkundig Gemiddelde van 10 etmaalmonsters De pieklozing bedraagt volgens aanvraag maximaal 400 μg/l. Op het moment van vergunningverlening zag het waterschap zich geconfronteerd met de situatie dat voor pyrazool een kader ontbrak met betrekking tot de normstelling voor pyrazool. Ten tijde van het proces van vergunningverlening gaf het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan doende te zijn een norm te bepalen voor pyrazool. Hierdoor was er sprake van een overgangssituatie. Het waterschap zag zich derhalve genoodzaakt om zelf, aan de hand van informatie van deskundigen, analysegegevens, wettelijke kaders, literatuurstudie en vakkennis een norm te stellen. De norm voor pyrazool is uiteindelijk in de in 2016 verleende vergunning vastgesteld op 30 µg/l in een volume-proportioneel etmaalmonster en 10 µg/l in een voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters. Aan het opstellen van deze norm hebben onderstaande overwegingen ten grondslag gelegen: 5/24
6 - de meetgegevens van Sitech uit de periode van 24 november 2015 tot en met 9 februari Op grond van deze gegevens zijn de in het bestreden besluit opgenomen etmaalnormen op statistische wijze berekend. De norm is bepaald door het gemiddelde van de genoemde reeks van analyseresultaten te nemen en daarbij driemaal de standaardafwijking op te tellen. Dit gaf een waarde van 11,5 μg/l. Door gebruik te maken van driemaal de standaardafwijking is er sprake van een kans van 99,73% dat de norm niet overschreden werd, uitgaande van de meetwaarden. Daarbij zijn verhoogde analyseresultaten welke te herleiden waren naar een aanwijsbare oorzaak niet meegenomen. De meetgegevens lieten zien dat er in deze periode sprake was van een neerwaartse trend in analyseresultaten. Dit is meegenomen bij het bepalen van de norm. De norm is tevens bepaald met de landelijk toegepaste lozingseisassistent. Op basis van dezelfde uitgangspunten als bovenstaande berekening is met de lozingseisassistent een norm berekend van 13,5 μg/l. De norm van 70 μg/l die door Sitech was aangevraagd, werd daarom te ruim bevonden en geweigerd. Aangezien de norm voor een etmaalmonster (mede)gebaseerd is op historische gegevens van de lozing, is er sprake van een empirische lozingseis. Dit houdt in dat tijdens het vergelijken van meetresultaten met de norm geen rekening gehouden dient te worden met een meetonnauwkeurigheid. Deze is al verdisconteerd in de norm. Het bedrijf gaf aan nog in een leerfase te verkeren voor wat betreft de lozing van pyrazool. Uit de meetgegevens vanaf juli 2015 bleek een duidelijke neerwaartse trend voor wat betreft de concentratie pyrazool in het effluent. Op basis van bovenstaande berekeningen en om leermomenten mogelijk te maken, werd het redelijk geacht de norm voor pyrazool in een volumeproportioneel etmaalmonster te stellen op 30 μg/l; - statistische berekening van de norm voor het voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 achtereenvolgende etmaalmonsters. Om ook de concentratie van pyrazool op langere termijn te borgen is in het bestreden besluit een norm voor het voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 achtereenvolgende etmaalmonsters opgenomen. Ook hiervoor is gebruik gemaakt van de analyseresultaten uit de periode van 24 november 2015 tot en met 9 februari 2016 en zijn verhoogde analyseresultaten niet meegenomen bij het afleiden van de norm. De norm is bepaald door het gemiddelde van de genoemde reeks van 10-daagse gemiddelden te nemen en daarbij driemaal de standaardafwijking op te tellen. Dit gaf een waarde van 7,1 μg/l. In de overweging is meegewogen dat er sprake was van een neerwaartse trend in analyseresultaten. Op grond van de lozingseisassistent bedroeg de norm 5,9 μg/l. De aangevraagde normen van 45 μg/l en 30 μg/l zijn derhalve te ruim bevonden en geweigerd. Ook voor deze norm gold dat het een empirische lozingseis betrof. Op basis van bovenstaande berekeningen is de norm voor pyrazool als voortschrijdend gemiddelde van 10 etmaalmonsters in het bestreden besluit gesteld op 10 μg/l. 6/24
7 Voor het afleiden van de norm is uitgegaan van de beschikbare analyseresultaten, ook omdat er geen andere gegevens voorhanden waren. De afgeleide norm voorzag naar mening van het waterschap in zowel de belangen van de beheerder van de Grensmaas, zijnde Rijkswaterstaat, als in de belangen van de drinkwaterbedrijven. Met de norm van 10 μg/l voor een voortschrijdend gemiddelde van 10 etmaalmonsters werd geborgd dat de lozing structureel onder de 10 μg/l bleef en met de norm van 30 μg/l voor een volumeproportioneel etmaalmonster werd rekening gehouden met het leerproces waar het bedrijf zich in bevond; - piekwaarde: uit de analyseresultaten vanaf medio november 2015 bleek dat het proces steeds meer in control was voor wat betreft de lozing van pyrazool. Uitschieters waren te herleiden tot specifieke redenen. Daarmee was het opnemen van een piekwaarde niet meer te verantwoorden en werd geweigerd. Daarbij werd meegewogen dat in de norm een marge van meer dan drie maal de standaardafwijking was opgenomen. Dit houdt in dat in de reguliere situatie de norm minimaal 99,7% onderschreden wordt. Dit gaf ruimte voor pieken die tot de normale bedrijfsvoering behoren. - de IAZI heeft een verwijderingsrendement van meer dan 99% en werd (en wordt nog steeds) vooralsnog beschouwd als BBT. Alternatieve technieken die in onderzoek waren lieten geen hoger rendement zien; - de drinkwaterbedrijven hanteren een signaleringswaarde voor antropogene stoffen van 1 μg/l ter plaatse van het innamepunt; - bij schrijven van 27 augustus 2015 door de Minister van Infrastructuur en Milieu een handelingsperspectief voor pyrazool voor de korte termijn was opgesteld. In dit handelingsperspectief, gericht aan de drinkwaterbedrijven, gaf het ministerie aan dat Maaswater met een verhoogde concentratie pyrazool (max. 15 µg/l) kon worden ingenomen en worden benut ter bereiding van drinkwater voor een periode van maximaal 2 jaar. Daarbij werd tevens gewezen op de zorgplicht uit de Drinkwaterwet en de Waterwet dat alles in het werk gesteld moet worden om de concentraties zo laag mogelijk te worden en gestreefd dient te worden naar een nullozing; - de norm is getoetst aan een eerder door Rijkswaterstaat uitgebracht advies inzake pyrazool waarbij een destijds actuele indicatieve MKN (milieukwaliteitsnorm) van 70 µg/l werd gehanteerd; - omdat er nog geen wettelijke norm voorhanden was, was door de voorzieningenrechter een voorlopige norm vastgesteld van 50 μg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 30 μg/l als voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van tien achtereenvolgende volumeproportionele etmaalmonsters; 7/24
8 - de Duitse GOW-oriëntatiewaarde. In Duitsland wordt een Gesundheitlicher Oriëntierungswert (GOW) voor pyrazool in drinkwater gehanteerd. Dit is een conservatieve veilige oriëntatiewaarde voor drinkwater en geen harde norm. Deze waarde bedraagt 3 µg/l. Een lozingsconcentratie van 30 µg/l, overeenkomende met de norm voor en volumeproportioneel etmaalmonster, zou bij een lage maasafvoer van 10 m 3 /s resulteren in een concentratie van 3 µg/l in de Maas. De in het bestreden besluit opgenomen norm was daarmee in lijn met de GOW. 5.2 Uitspraak rechtbank Naar aanleiding van de tegen het bestreden besluit ingediende beroepen van Dunea N.V., Evides N.V., N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg, Sitech en AnQore heeft de Rechtbank Limburg op 18 oktober 2017 onder nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:10047 uitspraak gedaan. Voor wat betreft de door de drinkwaterbedrijven ingestelde beroepen concludeert de rechtbank dat deze ongegrond zijn. De door Sitech en AnQore ingediende beroepsgronden zijn door de rechtbank (deels) gegrond verklaard. Sitech en AnQore hebben in hun beroepen aangevoerd dat zij zich niet kunnen verenigen met de norm voor pyrazool omdat deze naar hun mening onnodig streng en disproportioneel is gezien de aard van de betrokken, bacteriële zuiveringsinstallatie, de eigenschappen van pyrazool en de onevenredige impact van deze normering op hun bedrijfsvoering. Door eenzijdig te focussen op pyrazool treed een waterbedeffect op. De normstelling laat geen ruimte voor schommelingen in het rendement van de IAZI. De norm heeft geleid tot aanzienlijke extra kosten en heeft de flexibiliteit van de bedrijfsvoering en verantwoord management van andere risico s negatief beïnvloed. Verder wordt volgens hen de eigen verantwoordelijkheid van de drinkwaterbedrijven door het stellen van een zo strenge norm miskend. Daarnaast is betoogd dat op de buffercapaciteit zodanig beslag wordt gelegd dat dit ten koste van de bluswatervoorziening gaat. De door Sitech aangevraagde normering is volgens hen volstrekt verantwoord vanuit het perspectief van bescherming van het milieu en de volksgezondheid, maar laat tevens ruimte voor schommelingen die inherent zijn aan het biologisch proces. Deze schommelingen kunnen alleen over een langere periode worden vastgesteld en de door het waterschap gehanteerde beperkte periode van een aantal maanden is volgens hen tekort om de normering op de baseren. Naar aanleiding van de beroepsgronden overweegt de rechtbank dat ten tijde van het opstellen van het bestreden besluit geen definitieve norm voor pyrazool beschikbaar was en vooralsnog onvoldoende zeker was wat de gevolgen van die lozing op het milieu en het drinkwater waren. Het waterschap heeft naar oordeel van de rechtbank daarom in beginsel terecht erop gewezen dat uit de zorgplicht van de Drinkwaterwet en de Waterwet voortvloeit dat ernaar gestreefd moet worden om de concentraties van pyrazool in oppervlaktewater zo laag mogelijk te houden. De rechtbank heeft, evenals het waterschap, vastgesteld dat de empirische vastgestelde lozings- 8/24
9 resultaten een trend laten zien naar lagere concentraties aan pyrazool in het effluent van de IAZI en dat op grond van het voorzorgbeginsel, zo lang er geen definitieve norm voor pyrazool geldt, ernaar gestreefd moet worden om het gehalte aan pyrazool zo laag mogelijk te houden. Daarbij constateert de rechtbank dat het waterschap een bepaalde mate van beoordelingsruimte heeft bij het vaststellen van de norm. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het waterschap echter bij zijn afweging onvoldoende betrokken dat Sitech heeft betoogd dat de meetresultaten tot stand zijn gekomen door het eenzijdig focussen op het terugdringen van pyrazool en dat dit ten koste van het bedrijfsresultaat van de IAZI is gegaan. Daarbij is niet beoordeeld in hoeverre en ten aanzien van welke (gevaarlijke)afvalstoffen een waterbedeffect in de IAZI kan optreden dan wel is opgetreden in de periode waarin volgens Sitech alles op alles is gezet om het pyrazoolgehalte verder terug te dringen. Daarnaast is naar mening van de rechtbank niet meegewogen of er bij een verstoring in het aanbod van pyrazool een onevenredig beslag op de bestaande buffercapaciteit moet worden gelegd, hetgeen ten koste van de bluswatervoorziening zou kunnen gaan. Dat de buffercapaciteit eenvoudig verder kan worden uitgebreid, acht de rechtbank niet zonder meer aannemelijk. Op grond van bovenstaande is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de beroepen van Sitech en AnQore gegrond zijn en de vergunning wegens strijd met artikel 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht voor vernietiging in aanmerking komt voor zover daarbij in voorschrift 15, eerste lid, is bepaald dat een volumeproportioneel etmaalmonster en een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters niet meer dan respectievelijk 30 µg/l en 10 µg/l pyrazool mag bevatten. De rechtbank heeft aangegeven dat het op de weg van Sitech ligt om een nadere onderbouwing aan te leveren die door het waterschap meegenomen kan worden bij het opstellen van nieuw besluit. De regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 7 juli 2017, nr. IENM/BSK-2017/ houdende wijziging van de Drinkwaterregeling in verband met het toevoegen van een parameter voor pyrazool aan de kwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater zou volgens de rechtbank bij het opstellen van het nieuwe besluit betrokken kunnen worden. De rechtbank heeft aanleiding gezien een voorlopige voorziening te treffen dat het gehalte aan pyrazool in het afvalwater niet meer mag bedragen dan 50 µg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 30 µg/l in een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters. 9/24
10 5.3 Nadere onderbouwing Sitech Eerste verzoek nadere onderbouwing Overeenkomstig de aanbevelingen van de rechtbank is in overleg getreden met Sitech om te komen tot een nadere onderbouwing van haar standpunten. Na een bestuurlijk overleg op 16 november 2017 en een ambtelijk overleg op 11 december 2017 aangaande de inhoud van de nadere onderbouwing, is bij schrijven van 21 december 2017 aan Sitech verzocht om een nadere onderbouwing te verlenen voor wat betreft: a) de effecten van de bestreden pyrazoolnorm op het algehele bedrijfsresultaat; b) het zogenaamde waterbedeffect en op welke (gevaarlijke) stoffen dit van toepassing is; c) het effect op de inbeslagname van de buffercapaciteit in relatie tot de bluswatervoorziening. Op 17 januari 2018 heeft het waterschap deze onderbouwing (in eerste instantie in de vorm van een wijzigingsaanvraag) ontvangen. Ten aanzien van de door de rechtbank benoemde aandachtspunten is door Sitech hierin het volgende beeld geschetst: Ad a) de effecten van de bestreden pyrazoolnorm op het algehele bedrijfsresultaat: Volgens Sitech hebben de getroffen maatregelen impact op de bedrijfsvoering van de IAZI voor zover het betreft: - directe kosten die samenhangen met de implementatie van de maatregelen: Hieronder vallen de huur en installatie van tijdelijke voorzieningen voor extra beluchtingscapaciteit, de tijdelijke leiding naar de gereserveerde berging, de daarbij behorende pompvoorziening en de ontwikkeling en uitvoering van laboratorium - en in-line analyses. Ook de kosten voor het gebruik van zuivere zuurstof in verband met additionele beluchting vallen hieronder. Tevens is het kosteneffect inzichtelijk gemaakt indien de tijdelijke voorzieningen worden vervangen door permanente oplossingen. - verhoogde kosten door indirecte gevolgen van de genomen maatregelen: Deze kosten worden veroorzaakt door het gebruik van extra CZV-bronnen, het toegenomen gebruik van de hoeveelheid kalk en de toename van slibvorming waardoor vaker een mobiele 10/24
11 persunit moet worden ingezet en filterkoek vaker moet worden afgevoerd. Verkort weergegeven zijn door Sitech de volgende kosten per jaar aangedragen: EURO Budget 2018 Budget 2018 vervanging tijdelijke voorziening (CAPEX investeringen) Totaal 1,275 mln 2,775 mln 1,250 mln 1,050 mln 2,0 mln Ad b) het waterbedeffect : De noodzakelijke maatregelen van sturing op minimale zuurstofconcentratie en een maximale NH4-N concentratie in de nitrificatiebassins om het pyrazoolgehalte in het IAZI effluent binnen de norm te houden leidt tot competitie met het binnen de norm houden van de Totaal-N norm. Dit fenomeen is intrinsiek verbonden aan de biologie van de IAZI en manifesteert zich onvermijdelijk in bedrijfssituaties waarin er sprake is van een verhoogd aanbod in NH4-N en/of NO3-N vanuit plants, hetgeen zich binnen normale bedrijfsvoering enkele malen per jaar voordoet. Ad c) het effect op de inbeslagname van de buffercapaciteit in relatie tot de bluswatervoorziening: De regelmatige afschakeling naar de berging maakt dat er een hoger beslag op de bergingscapaciteit wordt gedaan. In combinatie met het reserveren van een buffer voor pyrazoolhoudend afvalwater maakt dat er een grotere kans bestaat om in de situatie te komen waarin het handhaven de minimaal benodigde bergingsruimte van m 3 voor de opvang van bluswater van calamiteiten onder druk komt te staan. Als gevolg van een verhoogde druk op de bergingscapaciteit zouden in het uiterste geval plants stopgezet moeten worden. Afhankelijk van de fabriek is hiermee een bedrag van tot euro gemoeid. De onderbouwing van de aspecten op grond waarvan de rechtbank voorschrift 15, eerste lid van de bestreden vergunning heeft vernietigd en waarvan de rechtbank heeft aangegeven dat het op de weg van Sitech ligt om een nader onderbouwing aan te leveren, heeft Sitech in de vorm van een wijzigingsaanvraag aangeleverd. Naast bovenstaande onderbouwingen is namelijk tevens verzocht om een norm voor pyrazool van 15 µg/l voor een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters en een norm van 40 µg/l in geval van een volumeproportioneel etmaalmonster. Daarbij wordt een pieklozing aangevraagd die voorziet in een lozing tot 100 µg/l van het volumeproportioneel etmaalmonster voor maximaal 2 maal per jaar. 11/24
12 Daarbij is aangegeven dat met name in bedrijfsvoeringssituaties waarin vanuit fabrieken een hoog aanbod van NH4-N en/of NO3-N optreedt er een kortstondige piek kan ontstaan welke resulteert in een pyrazoolconcentratie van circa 100 µg/l in het effluent. Daarnaast is aangegeven dat de gehanteerde berekeningsmethodiek die ten grondslag heeft gelegen aan de vernietigde norm niet voldoet. De dataset waaruit de norm berekend wordt voldoet niet aan de standaard normaalverdeling. In geval van toepassing van statistiek wordt voorbijgegaan aan het intrinsieke karakter van de procesvoering waarbij er bedrijfsvoeringsituaties zijn waarin het pyrazoolverwijderingsrendement kan dalen onder 99,5%. Toepassing van normering op basis van gemiddelden met drie maal de standaarddeviatie levert een normering op waar niet in alle gevallen aan zal kunnen worden voldaan. Er zal rekening gehouden moeten worden met mogelijke afwijkingen in het te behalen rendement. Verzocht is om de wijzigingsaanvraag waarin de aanvullende informatie is opgenomen geen onderdeel uit te laten maken van de vergunning. Tweede verzoek nadere onderbouwing In de door Sitech op 17 januari 2018 aangeleverde nadere onderbouwing is niet op alle door het waterschap gevraagde aspecten ingegaan. Tevens was op enkele punten nog behoefte aan een verdere verduidelijking. Om te komen tot een zorgvuldig afgewogen nieuw besluit heeft het waterschap het derhalve noodzakelijk geacht opnieuw een nadere aanvulling/ verduidelijking te vragen. Bij schrijven van 1 februari 2018 is Sitech derhalve verzocht de op 17 januari 2018 aangeleverde aanvulling op punten te verduidelijken dan wel aan te vullen voor wat betreft: a) het waterbedeffect. Verzocht is te bevestigen dat het waterbedeffect uitsluitend betrekking heeft op de component stikstof; b) de kosten en baten in relatie tot het bedrijfsresultaat. Er is geen inzicht gegeven in de kosten per bedrijf en de verhouding van de kosten ten opzichte van het algehele bedrijfsresultaat van Chemelot (omzet en winst). Hierbij er vanuit gaande dat de opgegeven kosten gerelateerd kunnen worden aan het bedrijfsresultaat van Chemelot. In het aangeleverde financieel overzicht ontbreken de baten. Gezien de verregaande afbraak van pyrazool is het aannemelijk dat ook andere biologische componenten in hogere mate verwijderd worden. Dit zou invloed moeten hebben op de hoogte van de jaarlijkse afvalwaterheffing. c) de buffercapaciteit. Verzocht is te bevestigen dat, zoals uit de eerder aanvulling lijkt te volgen, de benodigde buffercapaciteit van m 3 weliswaar op sommige momenten kritiek geweest is, maar nooit onder de m 3 is gekomen. Daarnaast is aangegeven dat, refererend aan de uitspraak van de rechtbank, een verzoek tot wijziging van de vergunning naar mening van het waterschap niet aan de orde is. Reden hiervoor is 12/24
13 dat op grond van de uitspraak van de rechtbank de norm voor pyrazool hoe dan ook dient te worden heroverwogen. Bovendien zou deze vorm veel procedurele consequenties hebben. Daarbij is aangegeven dat, zonder tegenbericht van Sitech, de brief dan ook niet in behandeling wordt genomen als zijnde een verzoek tot wijziging van de vergunning. Daarbij is bevestigd dat de aangeleverde inhoudelijke informatie overeenkomstig de uitspraak van de rechtbank, gebruikt zou worden bij het nieuw op te stellen besluit. Uiterlijk 15 februari 2018 diende op het schrijven van 1 februari 2018 van het waterschap gereageerd te worden. Op 15 februari 2018 heeft het waterschap deze aanvullende onderbouwing ontvangen. Door Sitech is de volgende aanvullende onderbouwing verstrekt: Ad a) het waterbedeffect : Door Sitech wordt aangegeven dat het waterbedeffect met name betrekking heeft op de Totaal-N component. Ad b) de kosten en baten in relatie tot het bedrijfsresultaat: De getroffen maatregelen hebben een positief effect gehad op de heffingskosten. De baten, bestaande uit gereduceerde kosten voor wat betreft de afvalwaterheffing, bedragen circa Euro/jaar. Door Sitech zijn geen gegevens voor wat betreft omzet en winst van Chemelot verstrekt omdat Chemelot een industrieel park is met daarop individuele bedrijven en er daarom geen sprake is van een algeheel bedrijfsresultaat. Sitech heeft geen toegang en inzicht tot de individuele bedrijfsresultaten. De door Sitech gemaakte kosten voor waterzuivering worden aan de individuele bedrijven op basis van een verdeelsleutel naar rato van gebruik doorberekend. De genomen maatregelen ter reductie van de pyrazoollozing zouden tot een kostentoename van 7% hebben geleid. De kosten per gereduceerde kilogram pyrazool bedragen circa 3100 Euro. Sitech stelt dat op grond van het concept-rapport Kosteneffectiviteit van maatregelen in de industrie ter beperking van wateremissies, 2017 voor pyrazool, met een drinkwaterinnamenorm van 3 µg/l, de maximale BBTkosten circa 1500 Euro/kg pyrazool mogen bedragen. Sitech is dan ook van mening dat de daadwerkelijke kosten beduidend hoger zijn dan de maximale kosten welke voortvloeien uit het aangehaalde rapport. Ad c) de buffercapaciteit: Door Sitech wordt bevestigd dat de resterende buffercapaciteit enkele malen kritiek is geweest, maar nooit onder de m 3 is gekomen. Sitech heeft aangegeven het verzoek om wijziging van de vergunning te laten vervallen. Dit onder de voorwaarde dat alle informatie uit de nadere onderbouwing van 17 januari 2018 door het waterschap wordt meegenomen bij het op te stellen besluit en te voorzien van een motivering. Specifiek 13/24
14 wordt verzocht om een nadere onderbouwing op het punt van de normering en pieklozingen in combinatie met een waarschuwingsregeling. 5.4 Standpunt waterschap nadere onderbouwing Sitech In 5.3 is de onderbouwing beschreven die door Sitech is aangeleverd ten aanzien van de onderwerpen op grond waarvan de rechtbank voorschrift 15, eerste lid van de bestreden vergunning heeft vernietigd. Ten aanzien van deze aanvullingen is het waterschap de volgende mening toegedaan: a) de effecten van de bestreden pyrazoolnorm op het algehele bedrijfsresultaat Om de effecten van het verminden van de pyrazoollozing op het bedrijfsresultaat inzichtelijk te maken heeft het waterschap aan Sitech gevraagd het bedrijfsresultaat nader uit te werken en te onderbouwen. In de aanvullende onderbouwing van Sitech van 17 januari 2018 zijn de kosten globaal weergegeven. Verkort weergegeven zijn door Sitech de volgende kosten per jaar aangedragen: EURO Budget 2018 Budget 2018 vervanging tijdelijke voorziening (CAPEX investeringen) Totaal 1,275 mln 2,775 mln 1,250 mln 1,050 mln 2,0 mln Omdat aan deze getallen geen conclusies verbonden konden worden (hoe verhouden kosten zich tot algehele bedrijfsresultaat? Hoeveel bedragen de kosten per bedrijf? etc.) heeft het waterschap verzocht om een nadere onderbouwing en verdere concretisering van deze kosten. In de aanvullende onderbouwing van 15 februari 2018 zijn de eerder aangehaalde kosten concreet vertaald in de kosten per gereduceerde kilogram pyrazool. Door Sitech is berekend dat deze kosten circa 3100 Euro per kilogram verwijderd pyrazool bedragen. Ter indicatie en waardering van dit bedrag wordt door Sitech het concept-rapport Kosteneffectiviteit van maatregelen in de industrie ter beperking van wateremissies, 2017 (Ministerie van I&W) aangehaald. Op grond van dit rapport zouden voor pyrazool, met een drinkwaterinnamenorm van 3 µg/l, de maximale BBT-kosten circa 1500 Euro/kg pyrazool mogen bedragen. Sitech is dan ook van mening dat de daadwerkelijke kosten beduidend hoger zijn dan de maximale kosten welke voortvloeien uit het aangehaalde rapport. Het door Sitech aangehaalde rapport bevindt zich nog in de conceptfase. Uit navraag door het waterschap bij de opsteller van dit rapport, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat/Rijkswaterstaat, is gebleken dat het rapport op punten nog zal worden aangepast. Het 14/24
15 waterschap gaat bij haar beoordeling uit van de thans voorhanden zijnde en ook door Sitech gehanteerde conceptversie van het rapport. Uitgaande van de grafiek uit het conceptrapport Kosteneffectiviteit van maatregelen in de industrie ter beperking van wateremissies, 2017 zoals in de nadere onderbouwing door Sitech is aangehaald, komt Sitech tot de conclusie dat de maximale BBT-kosten per kilogram te verwijderen pyrazool maximaal circa 1500 Euro mogen bedragen. Naar mening van het waterschap berust deze conclusie echter op een misverstand. In de bepaling voor de kosten die bij BBT horen, wordt voor pyrazool een beleidsmatige norm van 3 µg/l aangehouden. Deze norm wordt zowel door Sitech, het waterschap als Rijkswaterstaat gebruikt als waarde voor de JGMkE (jaargemiddelde milieukwaliteitseis). Wanneer de waarde voor 1/JGMKE van 0,33 op de as van waterbezwaarlijkheid wordt afgepast (logaritmische schaal) dan blijkt de waarde voor de kosten zich boven de 3000 Euro/kg pyrazool te bevinden. Dit komt overeen met de daadwerkelijke kosten die door Sitech berekend zijn. Daarmee blijken de door Sitech gemaakte kosten van circa 3100 Euro per kilogram verwijderd pyrazool een verantwoorde uitgave binnen het criterium BBT. De conclusie van het waterschap wordt bevestigd door Rijkswaterstaat dat aangeeft dat de kosten voor BBT max Euro/kg verwijderd pyrazool mogen bedragen. De door Sitech aangegeven kostentoename van 7% acht het waterschap ook niet onevenredig groot. b) het waterbedeffect De onderbouwing van het zogenaamde waterbedeffect dat zich naar mening van Sitech zou voordoen, wordt gevonden in het feit dat de afbraak van NH4 en NO3-N concurrerend is met de afbraak van pyrazool. Het is inherent aan het proces van het bedrijven van een biologische zuiveringsinstallatie als de IAZI dat al naar gelang de samenstelling van de afvalwaterstromen keuzes worden gemaakt ten aanzien van de vraag of afvalwaterstromen van de fabrieken rechtstreeks naar de IAZI kunnen worden gevoerd, eerst buffering dient plaats te vinden of extra stoffen (bv.zuurstof of CZV-bron) op de IAZI moeten worden toegevoegd. Dit staat los van de pyrazoolproblematiek. Dit is normale bedrijfsvoering. Het door Sitech geschetste waterbedeffect voor pyrazool past daarmee binnen de normale bedrijfsvoering. Daarnaast heeft het waterschap moeten concluderen dat in de aangeleverde nadere onderbouwing van Sitech slechts één parameter met het zogenaamde waterbedeffect in verband is gebracht, te weten Totaal-N (= som van Kjeldahlstikstof en nitriet/nitraatstikstof). Ook in de nadere onderbouwing is expliciet bevestigd dat het zogenaamde waterbedeffect met name betrekking heeft op de parameter Totaal-N. Sitech heeft geen andere parameters benoemd. Het waterschap heeft op dit moment geen reden om aan te nemen dat het zogenaamde waterbedeffect betrekking zou kunnen hebben op andere stoffen cq. gevaarlijke stoffen. 15/24
16 Ook uit de analyseresultaten van de IAZI blijkt dat er geen overschrijdingen van normen hebben plaatsgevonden als gevolg van het zogenaamde waterbedeffect. De analyseresultaten over 2017 laten één overschrijding zien van pyrazool en één voor wat betreft de stikstofnorm. De overschrijding van de norm voor pyrazool (volumeproportioneel etmaalmonster) in april 2017 was te wijten aan het niet conform werkinstructies handelen van een operator. Daarmee is er geen sprake van een structurele situatie maar een incidentele situatie. De overschrijding van de Totaal-stikstofnorm (volumeproportioneel etmaalmonster ) lag binnen de meetnauwkeurigheid van de meting en is daardoor niet als overschrijding beoordeeld. In de aanvullende onderbouwing is daarmee niet aangetoond dat het waterbedeffect zich voordoet voor Totaal-stikstof. Naar mening van het waterschap is het argument van een zogenaamd waterbedeffect geen overtuigend argument voor het niet halen van de normen voor Totaal-stikstof en pyrazool. Uit de analyseresultaten blijkt dat Sitech aan beide normen gelijktijdig kan voldoen. c) het effect op de inbeslagname van de buffercapaciteit in relatie tot de bluswateropvangvoorziening In het plan van aanpak (WTW JL, d.d. 11 januari 2016) om te komen tot een normale reguliere bedrijfsvoering voor wat betreft pyrazool is door Sitech het gebruik van buffers voorgesteld. Dit plan van aanpak maakt deel uit van de vergunningaanvraag. Daarnaast is in de vergunningaanvraag die ten grondslag heeft gelegen aan het bestreden besluit aangegeven dat procedureel is vastgelegd dat te allen tijde minimaal m 3 ruimte beschikbaar wordt gehouden voor de opvang van afvalwater/bluswater dat vrijkomt bij een eventuele calamiteit. Het waterschap heeft geen reden gehad te veronderstellen dat de aanvraag op dit punt niet realistisch zou zijn. In het plan van aanpak is aangegeven dat er nog onderzocht wordt of er ook kan worden gewerkt zonder tussenbuffer. De vergunning (voorschrift 16) biedt de ruimte voor eventuele alternatieve oplossingen ter vervanging van het gebruik van buffers. Bovendien geldt dat, ook al zou de bestaande buffercapaciteit onvoldoende zijn, van vergunninghoudster mag worden verwacht dat zij aanvullende buffercapaciteit realiseert. Het gaat bij de IAZI van Sitech immers om één van de grootste industriële zuiveringsinstallaties in Nederland, waar een groot aantal chemische installaties op is aangesloten. Het exploiteren van een dergelijke zuiveringsinstallatie schept een bijzondere verantwoordelijkheid voor vergunninghoudster, en dat hoge kosten zijn verbonden aan het zodanig zuiveren van het afvalwater dat het effluent de ecologische en maatschappelijke functies die aan het ontvangende oppervlaktewater zijn verbonden, niet schaadt, is daarbij een onvermijdelijke consequentie. Uit de nadere onderbouwing is gebleken dat de bestaande buffercapaciteit uiteindelijk voldoende is gebleken ondanks de gereserveerde buffercapaciteit voor pyrazool. Op basis van voorschrift 16 van de vergunning dienen wijzigingen van het plan van aanpak (WTW JL, d.d. 11 januari 2016) om te komen tot een normale reguliere bedrijfsvoering voor wat betreft pyrazool ter goedkeuring te worden voorgelegd. Momenteel ligt een verzoek om wijziging ter beoordeling waarbij verzocht wordt om een bestaande buffer definitief in te zetten voor het 16/24
17 verwerken van pyrazoolhoudend afvalwater. Ondanks het feit dat het vergunningvoorschrift de ruimte biedt om met alternatieve oplossingen te komen, wordt wederom de inzet van een bestaande buffer voorgesteld. Dit bevestigt naar mening van het waterschap de stelling dat er voldoende buffercapaciteit beschikbaar is om te allen tijde te voldoen aan de benodigde capaciteit voor de bluswateropvangvoorziening. d) berekeningsmethoden vernietigde norm Onder 5.1 Historie pyrazoolnormering is inzichtelijk gemaakt hoe de norm zoals opgenomen in de bestreden vergunning is afgeleid. Dit heeft mede plaatsgevonden aan de hand van het gemiddelde van een reeks analyseresultaten (periode 24 november 2015 tot en met 9 februari 2016) waarbij driemaal de standaarddeviatie is opgeteld. Sitech stelt in haar aanvullende onderbouwing dat voorwaarde voor de berekeningsmethode zoals deze door het waterschap wordt gehanteerd is dat de dataset waarop de statistiek wordt toegepast voldoet aan een standaard normaalverdeling. Naar mening van Sitech zou dit niet het geval zijn. Toepassing van statistiek op basis van standaard normaalverdeling gaat voorbij aan het intrinsieke karakter van de procesvoering waarbij er bedrijfsvoeringsituaties zijn waarin het pyrazoolverwijderingsrendement kan dalen onder 99,5%. Toepassing van normering op basis van gemiddelen met drie maal de standaarddeviatie levert een normering op waar niet in alle gevallen aan zal kunnen worden voldaan. Er dient volgens Sitech rekening te worden gehouden met de mogelijke afwijking in het te behalen rendement. De meetwaarden zijn niet normaal verdeeld, desondanks heeft het waterschap deze methode gebruikt voor het afleiden van de norm. Gebleken is dat de meetwaarden die gebruikt zijn om de norm af te leiden een scheve verdeling hebben waarbij het zwaartepunt bij de lage concentraties ligt. Het gemiddelde van de meetwaarden is 3,3 µg/l. Het blijkt dat 73 % van de meetwaarden onder het gemiddelde ligt. Met andere woorden: in de meeste gevallen wordt een meetwaarde gevonden die lager ligt dan het gemiddelde. Door uit te gaan van een normale verdeling zou slechts de helft van de meetwaarden onder het gemiddelde liggen. Uitgaan van een normale verdeling geeft dus een iets gunstigere normberekening voor het bedrijf. Wanneer de meetwaarden uit 2017 beoordeeld worden blijkt zelfs dat 81% van de meetwaarden lager is dan gemiddeld. Hier is de verdeling nog schever hetgeen erop duidt dat in verhouding nog meer lage meetwaarden gevonden worden. Het wordt op grond hiervan nog waarschijnlijker dat een meetwaarde onder de gemiddelde waarde ligt. Bij het afleiden van de norm is tevens een ruime afronding naar boven gehanteerd. Op basis van meetgegevens over 2016 en 2017 blijkt dat het dalen van het rendement onder 99,5 (overeenkomend met een concentratie van 39 µg/l en dus resulterend in een normoverschrijding) steeds een aanwijsbare en voorkombare oorzaak had. Deze waarden heeft het waterschap om die reden dan ook niet meegenomen in haar berekening. Door statistische analyse wordt onderzocht wat de procesgerelateerde spreiding is van de meetwaarden. Bijzondere omstandigheden die niet 17/24
18 representatief zijn voor het proces worden hierbij dan ook niet meegenomen. Dit wordt bevestigd in het rapport Lozingseisen in Wvo-vergunningen op pagina 154: Meetwaarden veroorzaakt door uitzonderlijke fouten of onbeheerste situaties worden niet meegenomen. De analyseresultaten van 2017 laten zien dat in de beheerste situatie steeds aan de norm voldaan wordt. Er is één uitschieter en deze bleek dan ook een aanwijsbare en verwijtbare oorzaak te hebben. Deze overschrijding was te wijten aan het niet juist volgen van de werkinstructies door een operator waardoor het afvalwater naar de IAZI is geleid in plaats van naar een buffer. Verder dient opgemerkt te worden dat in de periode vanaf 18 oktober 2017, waarin de norm van 50 µg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 30 µg/l in een voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 etmaalmonsters geldt, het lozingspatroon hetzelfde is gebleven. In de periode vanaf 18 oktober 2017 heeft Sitech nooit de waarde van 30 µg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 10 µg/l in een voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 etmaalmonsters overschreden. e) pieken als gevolg van bedrijfsvoeringsituatie Door Sitech wordt gesteld dat als gevolg van bedrijfsvoeringsituaties (afwijkingen in verwijderingsrendement pyrazool) ruimte noodzakelijk is binnen de norm voor pyrazool om de genoemde afwijkingen in het rendement te kunnen absorberen (2 maal een piek van 100 µg/l voor een volumeproportioneel etmaalmonster per jaar). Een rendementsdaling resulteert volgens Sitech in een piek (van 24 uur) van de pyrazoolconcentratie in het effluent van de IAZI. Het waterschap stelt echter vast dat in de aanvraag die ten grondslag ligt aan het besluit uit 2016, en dus ook aan dit besluit, voor de periode vanaf oktober 2016 een norm is aangevraagd van 70 µg/l voor een volumeproportioneel etmaal monster, 30 µg/l voor een voortschrijdend gemiddelde van 10 etmaalmonster en zonder pieklozingen. Naar mening van het waterschap biedt de norm van 30 µg/l (volumeproportioneel etmaalmonster) en 10 µg/l (VRG 10 etmaalmonsters) de mogelijkheid om concentratiepieken op te vangen. Het is mogelijk om meerdere uren 100 µg/l aan pyrazool te lozen en toch nog aan de gestelde norm te voldoen. Een piek van 100 µg/l gedurende 6 uur en een waarde van 2,8 µg/l (gemiddelde volgens Sitech) gedurende 18 uur veroorzaakt uiteindelijk geen overschrijding van de volumeproportionele etmaalnorm van 30 µg/l. Door Sitech is aangegeven dat met name in bedrijfsvoeringsituaties waarin vanuit fabrieken een hoog aanbod van NH4-N en/of NO3-N optreedt er een kortstondige piek kan ontstaan welke resulteert in een pyrazoolconcentratie van circa 100 µg/l in het effluent. Volgens het waterschap dienen dit soort lozingen op grond van de normale bedrijfsvoering te worden opgevangen in de daarvoor bestemde buffervoorzieningen. Het vergunnen van pieken is 18/24
19 daarmee niet het juiste middel, mede omdat met de normen zoals opgenomen in het bestreden besluit de mogelijkheid bestaat om kortstondige pieken op te vangen. Deze overschrijding was te wijten aan het niet juist volgen van de werkinstructies door een operator waardoor het afvalwater naar de IAZI is geleid in plaats van naar een buffer. 5.5 Overwegingen normering pyrazool Inhoudelijke toetsingscriteria vergunningverlening Bij de hernieuwde besluitname voor wat betreft voorschrift 15, eerste lid van de vergunning zijn behoudens bovenstaande aspecten de volgende zaken meegewogen: 1) De analyseresultaten van pyrazool In het kalenderjaar 2017 zijn 364 proportionele etmaalmonsters geanalyseerd op de parameter pyrazool. Hiervan blijken 269 monsters een dermate laag gehalte aan pyrazool te bevatten dat dit niet gedetecteerd kan worden. Er blijkt één overschrijding van de norm van 30 µg/l geweest te zijn. Het betreft hier een meetwaarde van 40 µg/l in april Deze overschrijding was te wijten aan een menselijke fout en wordt daarom niet meegenomen in de statistische analyse van het lozingspatroon. Van de 364 meetwaarden zijn er 363 die voldoen aan de norm. Dit komt overeen met 99,7 %. Op grond hiervan kan gesteld worden dat behoudens een uitschieter met herleidbare oorzaak, het gehele jaar aan de gestelde norm voldaan kan worden, grotendeels zelfs met resultaten die zich onder de detectiegrens bevinden. 2) Afleiding norm volumeproportioneel etmaalmonster De meetresultaten van het kalenderjaar 2017 zijn gebruikt om op dezelfde manier als in het bestreden besluit ( ) normen af te leiden: a) Statistische afleiding: De gemiddelde waarde over 363 meetwaarden in 2017 is 2,4. De standaarddeviatie hiervan is 1,10. Het gemiddelde plus driemaal de standaarddeviatie geeft een norm van 5,7. Hierbij dient het volgende opgemerkt te worden: - de verhoogde meetwaarde van 40 µg/l uit april 2017 is buiten beschouwing gelaten omdat er een aanwijsbare oorzaak voor was; - meetwaarden onder de detectiegrens van 2 µg/l zijn beschouwd als meetwaarden met resultaat 2 µg/l. In werkelijkheid zijn deze lager, waardoor de norm nog lager zou uitkomen. Hier is uitgegaan van worst case. 19/24
20 - de meetwaarden over 2017 volgen geen normale verdeling. De meeste meetwaarden bevinden zich onder de detectiegrens, waardoor de piek zich bevindt bij de lage meetresultaten. b) Lozingseis-assistent: De lozingseis-assistent is een rekenprogramma dat bij de CIW-nota lozingseisen in Wvovergunningen behoort. Dit document is aangemerkt als informatiedocument BBT. Met dezelfde randvoorwaarden als de berekening onder a) is de norm met de gegevens over 2017 met de lozingseis-assistent berekend. De lozingseis-assistent geeft een norm van 10 µg/l. 3) Afleiding norm Voortschrijdend Rekenkundig Gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters (VRG-10) Ook voor de afleiding van deze norm zijn de meetresultaten van het kalenderjaar 2017 gebruikt om op dezelfde manier als in het bestreden besluit ( ) normen af te leiden: a) Statistische afleiding. De gemiddelde waarde van de tiendaagse gemiddelden over in 2017 is De standaarddeviatie hiervan is Het gemiddelde plus driemaal de standaarddeviatie geeft een norm van 4.6. Hierbij dient het volgende opgemerkt te worden: - de verhoogde meetwaarde van 48 µg/l uit april 2017 is buiten beschouwing gelaten omdat er een aanwijsbare oorzaak voor was; - meetwaarden onder de detectiegrens van 2 µg/l zijn beschouwd als meetwaarden met resultaat 2 µg/l. In werkelijkheid zijn deze lager, waardoor de norm nog lager zou uitkomen. Hier is uitgegaan van worst case. - de meetwaarden over 2017 volgen geen normale verdeling. De meeste meetwaarden bevinden zich onder de detectiegrens, waardoor de piek zich bevindt bij de lage meetresultaten. b) Lozingseis-assistent. Door het invoeren van de waardes van etmaalmonsters in de lozingseis-assistent kan de waarde voor het voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters (VRG-10) niet rechtstreeks worden afgeleid. Over het jaar 2017 blijkt het voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters norm nimmer overschreden te zijn. 20/24
21 4) de maximale concentratie pyrazool in drinkwater Op 27 augustus 2015 is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een handelingsperspectief gericht op de korte termijn opgesteld. In dit handelingsperspectief, gericht aan de drinkwaterbedrijven, gaf het ministerie aan dat Maaswater met een verhoogde concentratie pyrazool (max. 15 µg/l) kon worden ingenomen en worden benut ter bereiding van drinkwater voor een periode van maximaal 2 jaar. Dit handelingsperspectief heeft mede ten grondslag gelegen aan de bestreden norm. Bij schrijven van 5 juli 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu medegedeeld dat in navolging van het handelingsperspectief met ingang van 27 augustus 2017, voor onbepaalde tijd, een maximum concentratie voor pyrazool is vastgesteld van 3 µg/l, voor levenslange blootstelling, in drinkwater en innamewater dat dient voor de bereiding van drinkwater. Deze norm is inmiddels verankerd in de Drinkwaterregeling. Daarbij geldt op basis van het voorzorgsprincipe het uitgangspunt om concentraties van verontreinigende stoffen in het drinkwater en innamewater zo laag mogelijk te houden. Een hogere emissienorm dan 30 µg/l zou tot overschrijding van deze innamenorm kunnen leiden. 5) naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank voor wat betreft de heroverweging van de norm zijn specifiek de volgende zaken onderzocht: a) de effecten van de bestreden pyrazoolnorm op het algehele bedrijfsresultaat; b) het zogenaamde waterbedeffect en op welke (gevaarlijke) stoffen dit van toepassing is ; c) het effect op de inbeslagname van de buffercapaciteit in relatie tot de bluswatervoorziening. Zoals reeds bij onderdeel 5.4 beargumenteerd, is het waterschap van mening dat uit de aanvullende onderbouwing van Sitech niet gebleken dat er een sluitende aanwijzing is voor het waterbedeffect cq. extra lozing van (gevaarlijke) stoffen. Ook legt de bestreden norm geen onevenredig beslag op de buffercapaciteit waardoor er onvoldoende capaciteit beschikbaar is als bluswateropvangvoorziening. Voor wat betreft het effect op het bedrijfsresultaat is gebleken dat de kosten die gemaakt zijn voor het verwijderen van pyrazool binnen het criterium BBT ligt en niet tot een onevenredige kostentoename leidt. 6) Pieknormering Zoals bij onderdeel 5.4 onder e reeds onderbouwd, is het vergunnen van pieklozingen naar mening van het waterschap niet te rechtvaardigen. 21/24
22 5.6 Conclusie Op grond van bovenstaande overwegingen komt het waterschap tot de conclusie dat de argumenten zoals weergegeven in de beroepsgrond en de aanvullende onderbouwingen geen aanleiding geven om de bestreden norm voor pyrazool op een hoger niveau te stellen dan 30 µg/l in een volumeproportioneel etmaalmonster en 10 µg/l in een voortschrijdend gemiddelde van 10 volumeproportionele etmaalmonsters. Naar mening van het waterschap wordt met de vastgestelde norm recht gedaan aan de belangen van zowel Sitech, de drinkwaterbedrijven, de beheerder van de Grensmaas als het waterschap. 6. Procedure Op 18 oktober 2017 heeft de Rechtbank onder nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:10047 uitspraak gedaan naar aanleiding van de tegen het door het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg op 17 mei 2016, onder nummer , verleende vergunning ingevolge de Waterwet ingestelde beroepen. Op grond van de uitspraak is voorschrift 15, eerste lid van de vergunning vernietigd en dient het dagelijks bestuur van het waterschap in zoverre opnieuw op de aanvraag te moeten beslissen. Het bestuursorgaan heeft in beginsel de keuze bij het opnieuw in de zaak voorzien om terug te vallen op de procedure die aan het besluit ten grondslag lag, dan wel de gehele procedure opnieuw te doorlopen en opnieuw een ontwerpbesluit op te stellen. Gelet op het verhandelde tijdens het beroep wordt het passend geacht ermee te volstaan om terug te vallen op de procedure die aan het bestreden besluit ten grondslag lag. Desalniettemin zijn, uit het oogpunt van een zorgvuldige voorbereiding van het besluit, alle partijen die beroep hebben ingesteld tegen het initiële besluit (Sitech, AnQore, Dunea N.V., Evides N.V., N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg) en daarnaast ook Rijkswaterstaat in de gelegenheid gesteld om hun informele reactie naar aanleiding van een concept van onderhavige besluit naar voren te brengen. Naar aanleiding van het concept heeft Rijkswaterstaat op 2 maart 2018 gereageerd. Rijkswaterstaat heeft aangegeven zich in het besluit en de overwegingen zoals weergegeven in het concept te kunnen vinden. Bij schrijven van 6 maart 2018 heeft Evides N.V. het volgende medegedeeld: Mede namens Dunea N.V. en N.V. Waterleiding Maatschappij Limburg bericht ik u dat wij ons kunnen vinden in de conclusie in het conceptbesluit dat de norm voor de stof pyrazool zoals deze was opgenomen in de vergunning d.d. 17 mei 2016, wordt gehandhaafd. Daarbij wordt door Evides N.V. opgemerkt dat de drinkwaterbedrijven geen kennis hebben kunnen nemen van de door Sitech op 17 januari 2018 en op 15 januari 2018 ingediende aanvullende informatie. Derhalve onthouden de drinkwaterbedrijven zich van een oordeel over de weergave van deze informatie in het conceptbesluit en de overwegingen dienaangaande. 22/24
RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.
FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet
Ontwerpbeschikking FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen Veranderingsvergunning (nr. 14-02) op grond van de Waterwet FrieslandCampina Domo Beilen, veranderingsverg. nr. 14-02 Inhoud 1. Aanhef...
Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Rozenburg, voor het lozen van totaal fosfor op de Nieuwe Waterweg. Zaaknummer RWSZ2016-00019680
ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z
Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:
Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.
Gedoogbeschikking Nummer HAS2013_4258 Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Aanvraag Op 1 november 2013 heeft
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECI..ASSIFICEERD beschikking 27 SEP. 2075 Nummer Onderwerp Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit
Ontwerp Watervergunning
Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen
Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging
RWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.
Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van Archer Daniëls Midland B.V. Zaaknummer RWSV2016-00012124 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD besch ï kki ng 08 JUNI 2075 Nummer Onderwerp Maatwerkbesluit op grond van artikel 3.5, vijfde lid van het Activiteitenbesluit
BP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ
Onderwerp BP Raffinaderij Rotterdam B.V.; wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet. Zaaknummer RWSZ2016-00019879 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Toetsing
Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ
Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet. Zaaknummer RWSZ2016-00017552 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing aanvraag
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu beschikking 2 3 MAART 2015 Nummer Onderwerp Wijziging Watervetgunning van Shell Nederland Raffinaderij B.V. Dossiernummer 028.0957.A.wtw22693 Inhoudsopgave
Yara Sluiskil B.V. Postbus AA Sluiskil W-MWP170002/ Datum: 13 juni 2017
OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: /00158277 Vergunningverlening Datum: 13 juni 2017 Onderwerp: Besluit tot vaststellen
1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank
2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,
2 3 FEB, 2075. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking Nummer Onderwerp 2 3 FEB, 2075 Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid van het Besluit lozen buiten
FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden,
FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden, Ons kenmerk : 01066552 Afdeling : Omgevingsvergunningen en Toezicht Behandeld door : Uw kenmerk
BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
ECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.
Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl
Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:
Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766
ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
RWS-2016/52817 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e en artikel 3.6, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Rotterdam Dokhaven, voor het lozen van fosfor, stikstof en warmtevracht op de
2 9 JUNI Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking 2 9 JUNI 2075 Nummer Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26,
ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327
ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
ECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
ECLI:NL:CRVB:2016:5132
ECLI:NL:CRVB:2016:5132 Instantie Datum uitspraak 27-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/1082 WWB Socialezekerheidsrecht
1 4 SEP. 2075. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu beschikking 1 4 SEP. 2075 RWS-2015/38897 1 Onderwerp Wijziging intrekkingsbesluit Chevron Oronite Technology BV van 14 mei 2014 (kenmerk RWS-2014/22248
Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan
Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus
Ambtshalve wijziging van de watervergunning van:
Watervergunning Onderwerp Ambtshalve wijziging van de watervergunning van: Tata Steel IJmuiden B.V. Bedrijfsonderdeel Oxystaalfabriek 2 (OSF2) Wenckebachstraat 1 1951 JZ Velsen-Noord Inhoudsopgave 1. Aanhef
0 9 FEB. 2015. Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu beschikking Onderwerp 0 9 FEB. 2015 RWS-2015/4402 T Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet
Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.
Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummer: AWB 14/6677 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 9 MAART 2015 in de zaak tussen i enge, eiser (geina"ái.eme: mr.r mg",
Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:
Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Nuclear Research and Consultancy Group v.o.f. Onderzoeklocatie Petten Westerduinweg 3
Beoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het
het college van gedeputeerde staten van Limburg Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming
Uitspraak 201403308/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 10 juni 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: het college van gedeputeerde staten van Limburg Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer
(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING
(ONTWERP)OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Mevr. S.D. van der Veen voor het oprichten van een kleinschalige koffie- en theeschenkerij met kleine kaart en tevens verkoop van meubelen, curiosa, planten en
Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:
ECLI:NL:RBOBR:2017:3205
ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste
ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709
ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger
RWS-2017/34489 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8.
Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor Evides N.V., Dolfijnweg 21 te Rotterdam, voor het lozen van ketelspuiwater waaraan chemicaliën
Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110
Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:
Watervergunning Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Chemtura Manufacturing Netherlands B.V. Ankerweg 18 1041 AT AMSTERDAM
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
WATERVERGUNNING. Voor het lozen van afvalwater van Land Development Aviation Valley Maastricht N.V. op een zuiveringtechnisch werk
6 juli 2017 WATERVERGUNNING Voor het lozen van afvalwater van Land Development Aviation Valley Maastricht N.V. op een zuiveringtechnisch werk Zaaknummer: 2017-Z4357 Documentnummer: 2017-D49288 Datum: 31
OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND
OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASS1FICEERI beschikking 2 6 OKT. 2015 RWS-2015/45124 1 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel
Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017
Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:
Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)
ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071
ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht
ECLI:NL:RVS:2012:BY5138
ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger
ECLI:NL:RVS:2010:BM8422
ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht
ECLI:NL:CRVB:2017:2487
ECLI:NL:CRVB:2017:2487 Instantie Datum uitspraak 18-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 17/3961 PW Socialezekerheidsrecht
ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592
ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 Instantie Datum uitspraak 29-11-2012 Datum publicatie 30-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10/4918 MPW en 11/4917
ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694
ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste
ECLI:NL:CRVB:2017:2864
ECLI:NL:CRVB:2017:2864 Instantie Datum uitspraak 06-09-2017 Datum publicatie 07-09-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/4207 WW Bestuursrecht
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECI.ÂSSIFICEERD beschikking 23 FEB. 2075 Nummer RWS-2015/7719 1 Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in
beschikking D Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing van de aanvraag 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8.
D161083167 D161083167 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking Eusebiusbuitensingel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 25 6200 MA Maastricht www.rijkswaterstaat.nl
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS ONGECLASSIFICEERD beschikking 1 0 AUS. 2075 Nummer Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26,
ECLI:NL:CRVB:2017:1042
ECLI:NL:CRVB:2017:1042 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 16-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4262 AWBZ-T Socialezekerheidsrecht
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570
Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen
NOTA van BEANTWOORDING
Ontwerpprojectplan Dijkversterking Consortium Grensmaas, traject Meers Maasband en de bijbehorende ontwerp-omgevingsvergunning en ontwerp-leggerwijzigingsbesluit. NOTA van BEANTWOORDING 1 LEESWIJZER Deze
Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;
Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP Definitieve wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Beschikkende op de aanvraag van Wematech Milieu Adviseurs B.V. namens Brabant Water
ECLI:NL:RVS:2014:2812
ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht
ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258
ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht
OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)
OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644
18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar
Stichting Algemene Programma Raad (APR) p/a Hellingman Bunders advocaten t.a.v. mr. M. Bunders Postbus 75401 1070 AK AMSTERDAM Datum Onderwerp 18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007;
ECLI:NL:CRVB:2014:1935
ECLI:NL:CRVB:2014:1935 Instantie Datum uitspraak 11-06-2014 Datum publicatie 12-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-5294 AWBZ Socialezekerheidsrecht
Provinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Schriftelijke vragen van de Statenfractie van de Partij voor de Arbeid inzake "Sanering terrein Chemie-Pack" Schriftelijke vragen van het lid
DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT
DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT (AH 09/05) Beleidsregels voor de berekening van de vervuilingswaarde van vanuit IBA systemen geloosd afvalwater van huishoudelijke
Watervergunning. Inhoudsopgave
Watervergunning Datum: Veendam, 25 oktober 2018 Nummer: HAS2018_Z11430 Onderwerp: Coöperatie AVEBE U.A., locatie Ter Apelkanaal; wijziging van de vergunning op grond van de Waterwet voor het brengen van
VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting
VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN
AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om
VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495 In D&H: 16-07-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 03-09-2013 Telefoonnummer: (030) 6345726
BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332
ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 17-01-2012 Datum publicatie 19-01-2012 Zaaknummer AWB 11/3732 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477
ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.
Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen. Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen
WATERSCHAPSBLAD Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen Nr. 7132 2 augustus 2017 Beleidsregels berekening van vervuilingswaarde IBA systemen Artikel 1 Definities In
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen
1 juli 2014 zaaknummer 2013-018143 Beleidsregels masterplannen bodemenergie Gelderland 2014 GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6.4, eerste
Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove.
Gedoogbeschikking Nummer: Z/16/000383 Het dagelijks bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besluit op het verzoek tot gedogen van de heer A. Vergeer, Electraweg 3, 9883 TB Oldehove. Aanvraag Op 2 maart
Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224
Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-
Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146
Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek
AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT
AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT verleend aan Teijin Aramid B.V. ten behoeve van verienging termijn vergunning voor indirecte lozing (Locatie: Oosterhorn
het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem
CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:
ECLI:NL:CRVB:2011:BP1921
ECLI:NL:CRVB:2011:BP1921 Instantie Datum uitspraak 21-01-2011 Datum publicatie 25-01-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 09-6990 AKW Bestuursrecht
ECLI:NL:CRVB:2017:2012
ECLI:NL:CRVB:2017:2012 Instantie Datum uitspraak 06-06-2017 Datum publicatie 12-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5652 PW Socialezekerheidsrecht
Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584
Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer
Watervergunning RWS-2015/284
Watervergunning Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning met kenmerk WSV 2008/3708 als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Cargill B.V. locatie Multiseed Oceanenweg 19