DE SITUERING VAN ART b IN HET BURGERLIJK RECHT. mr W.G. Huijgen
|
|
- Silke van Dam
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DE SITUERING VAN ART b IN HET BURGERLIJK RECHT mr W.G. Huijgen Aanvankelijk zou het leerstuk dat door de Hoge Raad is ontwikkeld in de arresten Voorste Stroom VI 1 ), Haagse Duinwaterleiding 2 ) en Voorste Stroom VII 3 ) in het NBW slechts een bescheiden plaats krijgen. In het ontwerp Meijers werd in het kader van de regeling van de bevoegdheden van de eigenaar in artikel lid 2 bepaald dat een eigenaar bevoegd is hinder in een mate of op een wijze die volgens regels van ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer niet betaamt töch aan een ander toe te brengen "voorzover die ander in het algemeen belang deze hinder behoort te dulden." Die ander kon echter wel vergoeding vorderen van de door de hinder veroorzaakte schade. De gekozen constructie was die van een schadevergoedingsplicht op grond van een rechtmatige daad. 4 ) In dit alles werd verandering gebracht toen tijdens de behandeling van de boeken 5 en 6 in de Tweede Kamer een tweetal amandementen De Gaay Fortman werd aanvaard. Daarmee verdween de bovengenoemde regeling en in de plaats daarvan kwam een nieuw artikel b in de titel over onrechtmatige daad waarvan het eerste lid luidt: "De rechter kan een vordering, strekkende tot verbod van een onrechtmatige gedraging, afwijzen op de grond dat deze gedraging op grond van zwaarwegende maatschappelijke belangen behoort te worden geduld. De benadeelde behoudt zijn recht op vergoeding van de schade overeenkomstig de onderhavige titel." 1) HR 19 maart 1943, NJ 1943,312 2) HR 18 februari 1944, NJ 1944,226 3) HR 19 december 1952, NJ 1953,642 4) vgl. C.J.J.C. van Nispen, Het Rechterlijk Verbod en Bevel, diss., Leiden 1978, blz. 291
2 De belangrijkste verschillen tussen art b en het oorspronkelijke artikel 5.1.2, leden 2 t/m 4 zijn: in de eerste plaats is de beperking van de mogelijkheid een verbod te verkrijgen, terwijl het recht op schadevergoeding behouden blijft, voor de benadeelde niet meer beperkt tot gevallen van hinder doch - terecht - uitgebreid tot alle soorten van onrechtmatige daden. voorts is de grond waarop de rechter de vordering strekkende tot een verbod kan afwijzen gewijzigd van "het algemeen belang" in 11 zwaarwegende maatschappelijke belangen". tenslotte is de dogmatische constructie gewijzigd. Zoals hiervoor werd aangegeven werd in het ontwerp Meijers uitgegaan van een rechtmatige daad die tot schadevergoeding verplichtte, terwijl in artikel b het uitgangspunt een onrechtmatige daad is, waarvan men echter onder omstandigheden geen verbod kan verkrijgen. Met laatstgenoemd verschil zijn wij midden in het debat tussen verschillende auteurs terecht gekomen omtrent de juridisch dogmatische constructie van de "Voorste Stroom-problematiek 11 Zonder in details te willen (en te kunnen) treden is het voor goed begrip van een en ander noodzakelijk ons even in de historie te verdiepen. Op 19 maart ) werd door de Hoge raad een arrest gewezen waarin de vraag aan de orde kwam of de gemeente Tilburg onrechtmatig handelde jegens naburige eigenaren door lozingen te verrichten op het riviertje "de Voorste Stroom" en of de gelaedeerden een verbod van die lozingen konden verkrijgen. De Hoge Raad overwoog: "... dat de Gemeente dusdoende een gedragslijn volgde, welke wel is waar van uit het oogpunt der door haar te behartigen gemeentebelangen volkomen gerechtvaardigd en zelfs geboden kon zijn, doch waarvan tegenover den eigenaar van een bedreigd perceel de eventueele nadeelige gevolgen, die daaruit voor dezen mochten voortvloeien, voor haar rekening behaoren te komen;" 5) HR 19 rnaart 1943, NJ 1943,313 (Voorste Stroom VI)
3 Het arrest van 19 maart 1943 werd in 1944 gevolgd door een arrest van gelijke strekking. 6 ) Naar aanleiding van deze arresten ontstond tussen de verschillende auteurs een uitgebreide discussie omtrent de dogmatische grondslag voor iets wat onverenigbaar scheen, te weten: enerzijds het uitsluiten van de mogelijkheid om een verbod te vorderen, doch anderzijds het handhaven van de moge 1 ijkhei d om op grond van datzelfde handelen wè 1 schadevergoeding te verkrijgen. De belangrijkste?) aangedragen oplossingen om een en ander met elkaar te verenigen zijn wel: In de eerste plaats de zgn. Bregstein constructie 8 ) inhoudende dat de verontreiniging van het riviertje door de gemeente een onrechtmatige daad vormde die weliswaar in het feit dat zij vanuit een oogpunt van algemeen belang gerechtvaardigd en zelfs geboden was een begin van rechtvaardiging vond, maar welke rechtvaardiging eerst compleet werd wanneer de gemeente zich de belangen van de gelaedeerde aantrok en hem schadevergoeding aanbood. In de tweede plaats de constructie van J. Drion. 9 ) Hij stelt dat de onrechtmatige daad is gelegen in het geheel van enerzijds de handeling d.w.z. het vervuilen van het riviertje en anderzijds het niet bereid of in staat zijn de daaruit voortvloeiende schade te vergoeden. Kortom, het vervuilen van het water zonder gelijktijdige aanbieding van schadevergoeding is onrechtmatig. Tenslotte zou men het vorderen van een verbod van bepaalde handelingen, die in het algemeen belang geboden zijn, terwijl de ge 1 aedeerde in het betreffende ge va 1 wè 1 schadevergoeding wordt aangeboden, als misbruik van recht kunnen kwalificeren. Deze visie wordt onder meer voorgestaan door Langemeijer. 10 ). 6) HR 18 februari 1944, NJ 1944,226 (Haagse Duinwaterleiding). 7) vgl. J. Drion in AA II 1953, blz. 96 e.v. 8) M.H. Bregstein, De arresten van de Hoge Raad van 19 maart 1943 en 18 februari 1944 en het leerstuk van de onrechtmatige daad, R.M. Themis, 1951 blz. 273 e.v. 9) J. Drion, Een nieuwe koers in 's-hoogen Raad jurisprudentie over onrechtmatige daad, WPNR ) G.E. Langemeijer, aantasting en uitoefening van subjectieve (Vervolg Voetnoot)
4 Het is bekend: naar veel a 1 wordt aangenomen, heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 19 december 1952 (Voorste Stroom VII) 11 ) de constructie Bregstein aanvaard. 12 ) Na dit summiere historisch overzicht, richten wij onze blik weer op het NBW. Daar wordt de constructie voor dergelijke gevallen wéér iets anders. In artikel b lid 1 wordt gesproken van een onrechtmatige gedraging waarvan onder omstandigheden geen verbod kan worden verkregen. Evenals in de constructie Bregstein is het uitgangspunt ook nu weer een onrechtmatig handelen. Het verschil tussen genoemde constructie en artikel b NBW zit in het volgende. In de visie van Bregstein vormt het algemeen belang een begin van rechtvaardiging voor het onrechtmatig handelen welke rechtvaardigingsgrond compleet wordt (d.w.z. het onrechtmatig karakter van de hande 1 i ng komt te verva 11 en) zodra de ge 1 aedeerde schadevergoeding wordt aangeboden, terwijl in artikel b in het geheel geen sprake meer is van een rechtvaardigheidsgrond. De handeling is en blijet 13 ) onrechtmatig, doch de rechter kan onder omstandigheden, nl. wanneer "zwaarwegende maatschappe 1 i jke belangen" zulks vorderen, een vordering strekkende tot een verbod afwijzen. Inmiddels heeft de Hoge Raad, anticiperend op artikel b NBW deze constructie voor situaties zoals die in de voorste Stroom arresten aan de orde waren, ook reeds voor het huidi9e recht aanvaard. In het recente arrest Van Gastel/Van den Heuvel 14 ) ging het om de vraag of het plaatsen van schuttingen in verband met bouwactiviteiten door Nomij jegens van de Heuvel die aldaar een winkel had en dientengevolge omzetschade leed, onrechtmatig was. De Hoge raad overwoog: (Vervolg Voetnoot) rechten en hare betekenis voor de onrechtmatige daad, WPNR 3706, e.v. 11) HR 19 december 1952, NJ 1953,642 (Voorste Stroom VII). 12) anders echter b.v. P.A. Stein NJB 1980, blz. 709 die in het arrest de constructie leest welke is neergelegd in art b NBW. 13) vgl. Asser-Hartkamp 4 III nr. 67, blz. 55 e.v. 14) HR 3 april 1987, RvdW 1987, 87 en NJ 1987,703.
5 "Weliswaar kan het zich voordoen dat particuliere bouwactiviteiten enerzijds plaatsvinden op zodanige wijze of leiden tot een zodanige omzetschade voor naburige winkelbedrijven dat zij een onrechtmatjge daad (cursivering van mij, W.H.) opleveren die tot vergoeding van die schade verplicht, terwijl zij anderzijds wegens het zwaarwegende maatschappelijke belang dat normale bouwactiviteiten niet onnodig worden belemmerd, niet door de rechter kunnen worden verboden, zolang degene voor wiens rekening die activiteiten worden ondernomen, die schade voor zijn rekening neemt. Doch 's Hofs voormelde oordeel is niet op feiten van deze aard Naar aanleiding van dit arrest zou ik enige opmerkingen willen maken. Allereerst valt het op dat de Hoge Raad op artikel b anticipeert in een geval waarin het gaat om een vordering van de ene particulier tegen de andere. De "Voorste Stroom-problematiek 11 zag toch in beginsel op de situatie waarin de overhejd een onrechtmatige daad pleegde welke niet gerechtvaardigd werd door een van de 11 klassieke" rechtvaardigingsgronden zo a 1 s overmacht, doch althans een begin van rechtvaardiging vond in het algemeen belang. 15 ) De dieper liggende oorzaak van het schijnbaar onoplosbare probleem om voor de Voorste Stroom-uitspraken in het privaatrecht een verantwoorde theoretische onderbouwing te geven, vindt zijn oorzaak naar mijn mening in het feit dat men hier te doen heeft met een botsing van privaat- en publiekrechtelijke elementen in het veelbesproken grensgebied. Dit leidt ertoe dat, welke constructie men ook beproeft, iedere oplossing toch een enigszins gewrongen karakter blijft houden. Vanuit privaatrechtelijk oogpunt bezien immers, vormt het handelen van de gemeente in de Voorste-Stroom-casus een onrechtmat i ge daad, waarvan de gelaedeerde een verbod zou moeten kunnen vorderen. Anderzijds echter kunnen publieke belangen zoals de afvoer van rioolwater van een hele stad met zich meebrengen dat individuele privaatrechtelijke belangen daaraan ondergeschikt worden gemaakt, mits daartegenover een behoorlijke schadevergoeding voor de betreffende 15) P. De Haan, Th.G. Drupsteen, R. Fernhout, Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat, 3e druk, 1986, blz. 331, en J. Spier, Onrechtmatige overheidsdaad, 2e druk 1987, blz. 101 e.v. gegrond. 11
6 burger staat. Een vergelijkbaar beginsel vindt men terug in het onteigeningsrecht waar het betreft een botsing tussen het privaatrechtelijk eigendomsrecht van de burger en hogere publieke belangen welke b.v. kunnen voortvloeien uit de eisen van een behoorlijke ruimtelijke ordening. Een zelfde soort botsing tussen privaat- en publiekrecht vindt men ook in het contractenrecht 16 ), met name daar waar de overheid contracteert omtrent haar publiekrechte 1 i jke bevoegdheden. Enerzijds moet de wederpartij van de overheid nakoming van de overeenkomst kunnen vorderen, doch anderzijds kan het algemeen belang al dan niet in het kader van de goede trouw met zich meebrengen dat die wederpartij zich niet op de overeenkomst kan beroepen en hooguit schadevergoeding kan vorderen. 17 ) In een situatie als in het arrest Van Gastel/Van den Heuvel is het niet goed mogelijk het merkwaardige fenomeen: géén verbod doch wèl schadevergoeding, te verklaren met een beroep op een botsing tussen publiek- en privaatrecht. In verband met het vorenstaande kom ik toe aan mijn tweede opmerking. In het ontwerp Me i jers was er sprake van 11 het a 1 gemeen belang". In artikel b NBW is dit gewijzigd in "zwaarwegende maatschappelijke belangen". In de toelichting op het amendement waarbij artikel b werd ingevoegdu wordt als reden voor deze wijziging aangevoerd 18 ): "enerzijds om duidelijker aan te geven dat het hier om uiteenlopende belangen van maatschappelijke aard kan gaan, die tezamen met bij het geval betrokken persoonlijke belangen in de afweging zullen moeten worden betrokken, anderzijds om te bevorderen dat de rechter er zich rekenschap van geeft en in zijn uitspraak tot uiting brengt welke concrete belangen hij in het gegeven geval doorslaggevend heeft geacht." Naar mijn mening laat het laatstgenoemde arrest zien welke gevaren er in het criterium "zwaarwegende maatschappe 1 ijke belangen" kunnen 16) vgl. C.J.J.C. van Nispen, t.a.p. blz ) vgl. J. Spier, Overeenkomsten met de Overheid, diss. Leiden 1981, blz. 141 e.v. en A.R. Bloembergen, Contracten met de overheid in het bijzonder in de bouw, 1976, blz. 38 e.v. 18) Van Zeben e.a., Parl. Gesch. Boek 6 NBW, artikel b blz. 671
7 schuilen. Immers door het verdwijnen van het begrip algemeen belang is de directe verwijzing naar het publiekrechtelijke element, met name de overheid als behartigster van het algemeen belang bij uitstek, verdwenen. Weliswaar kunnen ook particulieren soms het algemeen belang behartigen, maar dit zal in de regel slechts bij uitzondering zo zijn en bovendien in die gevallen vrijwel altijd samenvallen met hun persoonlijke belang. 19 } Voorts is de grens tussen maatschappelijke belangen en persoonlijke belangen bijzonder vaag. 20 ) De conclusie is derhalve dat men met zwaarwegende maatschappelijke belangen öfwe 1 hetzelfde bedoe 1t als met het a 1 gemeen be 1 ang, dan verdient de laatstgenoemde term de voorkeur, öfwel men bedoelt er iets anders mee (ruimer bergrip} en dan is die terminologie in het kader van artikel b niet juist. Het laatste wordt door het onderhavige arrest duidelijk geïllustreerd. Naar mijn mening heeft de Hoge Raad zich op glad ijs (moeten} begeven nu hij moest uitmaken wat in casu persoonlijk belang is en wat een zwaarwegend maatschappelijk belang is. De Hoge Raad gaat in dit verband erg ver door - geheel in het algemeen - te spreken van: "het zwaarwegende maatschappelijke belang dat normale bouwactiviteiten niet onnodig worden belemmerd"; alsof zulks niet (tevens) het persoonlijk belang van (in casu} Nomij was en alsof het niet eveneens een zwaarwegend maatschappelijk belang is dat winkeliers behoorlijk bereikbaar zijn voor hun klanten en leveranciers, hetgeen tevens weer het persoonlijk belang is van die winkeliers. 19) Ik denk hierbij zowel aan overheidstaken die worden verricht door privaatrechtelijke rechtspersonen waarachter de overheid schuilgaat b.v de provinciale electriciteitsmaatschappijen in de vorm van een N.V. die voor de energievoorziening zorgen en de N.V. Ned. Spoorwegen die het treinverkeer verzorgt, als aan "eigenlijke" particulieren die al dan niet bewust een stuk algemeen belang behartigen b.v. de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten het natuurbehoud. 20) vgl. E.A. Wilbers, Dient artikel b NBW vervangen te worden door een mogelijkheid van schadevergoeding bij gerechtvaardigde daad? WPNR , blz. 6 e.v.
8 Daarbij komt nog dat opvattingen omtrent wat zwaarwegende maatschappelijke belangen zijn, veelal sterk worden beïnvloed door de waan van de dag. 21 ) Wanneer men echter het algemeen belang als criterium zou hanteren, sluit men enerzijds niet uit dat de rechter ten aanzien van particulieren die het algemeen belang behartigen, een vordering strekkende tot een verbod van enig onrechtmatig handelen kan afwijzen, anderzijds beperkt men het gevaar dat de rechter terecht komt in een puur subjectieve afweging van wat al dan niet zwaarwegende maatschappelijke belangen zijn. Daarbij komt nog dat met de term "algemeen belang" rechtstreeks aansluiting wordt verkregen bij de bestaande jurisprudentie. Voorts past deze term ook beter in het geheel van het NBW. 22 ) Samenvattend zou ik zeggen dat, gelet op het feit dat men in gevallen als de Voorste Stroom, zich bevindt in het grensgebied van publiek- en privaatrecht, geen enkele civielrechtelijke constructie geheel bevredigend zal zijn. Met artikel b kan echter in dit verband geleefd worden. Om genoemd art i ke 1 echter ju i st te vers taan zou ik de woorden "zwaarwegende maatschappe 1 ijke be langen 11 gewijzigd willen zien in "het algemeen belang ". Uiteindelijk zal de rechter moeten kiezen uit twee mogelijkheden, te weten: de handeling is onrechtmatig met alle gevolgen van dien (derhalve ook een verbod), dan wel de handeling is geoorloofd. Uitsluitend het algemeen belang kan een reden zijn om genoemde merkwaardige tussenweg mogelijk te maken. Met het (weer) introduceren van het begrip "algemeen belang" wordt artikel b duidelijk geplaatst waar het thuis hoort, namelijk in het grensgebied van publiek- en privaatrecht. 21) vgl. E.A. Wilbers, t.a.p. blz ) vgl. b.v. artikel , , en NBW waar steeds gesproken wordt van het algemeen belang.
Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen
BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
3 Onrechtmatige overheidsdaad
Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE
Onrechtmatige overheidsdaad
s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink
Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:
Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke
VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN
VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als
Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder
Privaatrechtelijk kostenverhaal door de wegbeheerder De Hoge Raad schept duidelijkheid over verhaal van kosten voor opruimwerkzaamheden na een ongeval Hoge Raad van 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3594
Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht
Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning
Jurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
CAUSALITEIT BIJ WANPRESTATIE. mr M.M. Olthof
- 37 - CAUSALITEIT BIJ WANPRESTATIE mr M.M. Olthof 1. Inleiding Het causaliteitsvraagstuk gaat niet gebukt onder een gebrek aan aandacht. Bij nadere beschouwing blijkt die belangstelling evenwel voornamelijk
ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek
Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147
Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid
Samenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-321 d.d. 12 november 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
IN NAAM DER KONINGIN
2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES
Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken
Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken Directie Toegang Rechtsbestel/5362391/05/DTR/12 juli 2005 5362391 Bijlage De Minister van Justitie, Gelet op artikel 4:23,
Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer
Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding
REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)
REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria
Leidraad voor het nakijken van de toets
Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)
Privaatrechtelijke instrumenten en publieke belangen: mogelijkheden en grenzen
Privaatrechtelijke instrumenten en publieke belangen: mogelijkheden en grenzen Mr. P.J. (Pim) Huisman Universitair docent staats- en bestuursrecht VU Amsterdam 1. Algemeen kader Inhoud van deze deelsessie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301
Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.
Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom
Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen
Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad
Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016
Symposium Relativiteit EUR - Wouter den Hollander 4 november 2016 Waar hebben we het over? Twee varianten van het relativiteitsvereiste Artikel 6:162 lid 1 BW: Artikel 6:163 BW: Hij die jegens een ander
ZIJN ZORGINSTELLINGEN AANBESTEDINGSPLICHTIG?
ZIJN ZORGINSTELLINGEN AANBESTEDINGSPLICHTIG? Door mr. A.A. (Ali) Rassa Over de vraag of zorginstellingen aanbestedingsplichtig zijn heeft lange tijd onduidelijkheid bestaan. Gelet op de huidige stand van
ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446
ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies
Zaaknummer: S20-04 Datum uitspraak: 26 oktober 2012 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: de heer J. van der Meulen en mevrouw J.J.M. van der Meulen-Berkhout
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-721 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 januari 2017 Ingediend door : Consument
Beslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting
Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)
De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november
Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld
Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een
Date de réception : 18/10/2011
Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof
Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om
NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde
Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:
Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten
DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS
DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS Bij serviceflats komt het regelmatig voor, dat een ballotageregeling van toepassing is. Wat betekent een dergelijke ballotageregeling eigenlijk? En is een dergelijke
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:
ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden
Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 Definities 1.1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. 1.2. DIGI HR: DIGI HR. 1.3. Opdrachtgever:
BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
I n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van
Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht
2 Omschrijving van enkele begrippen
2 Omschrijving van enkele begrippen 1 INLEIDING Een probleem bij de bestudering van art. 48 (oud) Rv is dat de betekenis van veel van de gebruikte begrippen niet duidelijk is. Wat is een rechtsgrond? Is
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?
Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt
Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid
BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
DEEL III. Het bestuursprocesrecht
DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel
s t u d i e p ockets prlva a t r e c h-t* 47 Milieuprivaatrecht tweede druk Mr. R.JJ. van Acht Mr. E. Bauw 1996 W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle
s t u d i e p ockets prlva a t r e c h-t* 47 Milieuprivaatrecht tweede druk Mr. R.JJ. van Acht Mr. E. Bauw 1996 W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle Inhoudsopgave Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken
ECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
CENTRALE RAAD VAN BEROEP U I T S P R A AK
CENTRALE RAAD VAN BEROEP 97/524 WW U I T S P R A AK in het geding tussen: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, appellant, en A, wonende te B, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Met
Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)
Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management
Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij
BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel Schiphol TV.
AANTEKENEN Stichting Amsterdamse Lokale en regionale Televisie- en radio Omroep t.a.v. het bestuur Piet Heinkade 181E 1019 HC AMSTERDAM Datum Onderwerp 17 januari 2008 sanctiebeschikking Schiphol TV Uw
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.
P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)
ECLI:NL:RVS:2006:AV7550
ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Zaaknummer : S21-70 Datum uitspraak : 18 januari 2017 Plaats uitspraak : Zeist
Zaaknummer : S21-70 Datum uitspraak : 18 januari 2017 Plaats uitspraak : Zeist Bindend Advies in het geschil tussen: S.C. Koch te Vlaardingen hierna te noemen: Koch tegen: T.G.M. Hodes, E.M.A. Hodes-Mulder
BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19
Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur
Het verschil tussen zorgplicht aanbieder en adviseur Wat is de impact op een vonnis van een rechtbank als het gaat om zorgplicht van de adviseur en zorgplicht van de aanbieder? In hoeverre heeft deze uitspraak
Zaaknummer : S21-77 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist
Zaaknummer : S21-77 Datum uitspraak : 16 maart 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: J.A. Lemmens wonende te Den Haag verder te noemen: Lemmens tegen: E.R. Martinus wonende te Den Haag verder
BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen
Ad a. Algemeen belang Elke handeling met een publieke grondslag wordt geacht genomen of gedaan te zijn in het algemeen belang.
Toelichting Algemene toelichting Inleiding Artikel 7.14 van de Waterwet bevat een algemene regeling die voorziet in de vergoeding van schade als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid
: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten
Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten
BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het
2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018
Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/500277 Zaaknummer : ACM/18/032974 Datum : 27 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het verzoek tot handhaving van Belcentrale.nl B.V. van 26 maart
Datum van inontvangstneming : 21/01/2013
Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Vertaling C-577/12-1 Zaak C-577/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 december 2012 Verwijzende rechter: Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle
DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONRECHTMATIGE DAAD
- 175 - DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONRECHTMATIGE DAAD IN GROEPSVERBAND Mr R.J.B. Boonekamp In het ontwerp NBW is - anders dan in het huidige Burgerlijk Wetboek - in art. 6.3.1.5 een bijzondere bepaling
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen
Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen
ECLI:NL:RBNHO:2016:11026
ECLI:NL:RBNHO:2016:11026 Instantie Datum uitspraak 23-11-2016 Datum publicatie 10-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/249694/ HA RK 16/197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst
artikel 1. Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen Juncto juridisch advies en training, hierna te noemen: Juncto, en een Opdrachtgever waarop
Instantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and
2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van
Jaap van Slooten. Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017
Jaap van Slooten Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? 9 juni 2017 Welke bescherming heeft een ZZP er eigenlijk wèl? Inleiding Arbeidsrechtelijke bescherming Algemeen vermogensrechtelijke bescherming
Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten
Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Artikel 1 Algemeen 1.1 In de Algemene Voorwaarden wordt verstaan
mevr. mr L. de Vries-Kalff
- 135 - KANTTEKENINGEN BIJ EEN OPMERKELIJKE UITSPRAAK mevr. mr L. de Vries-Kalff 1. Ingevolge een provinciale verordening van Noord-Holland is - kort gezegd - ontheffing van Gedeputeerde Staten nodig voor
PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO
PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO In deze aflevering van de Nieuwsbrief de vierde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders. Monika Chao-Duivis Directeur IBR/hoogleraar bouwrecht TU Delft
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Monika Chao-Duivis Directeur IBR/hoogleraar bouwrecht TU Delft Vragen Hoe zit het met de privaatrechtelijke aansprakelijkheid
2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018
Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/500275 Zaaknummer : ACM/18/032976 Datum : 27 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het verzoek tot handhaving van Belcentrale.nl B.V. van 26 maart
Datum 24 april 2013 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de column dat Deutsche Bank in strijd handelt met de zorgplicht
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
ECLI:NL:RVS:2012:BY3743
ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument
A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Voordracht 9 juni 2015, Minisymposium Juridische gevolgen voor kwaliteitsborgers en instrumentbeheerders Monika Chao-Duivis
Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online
Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding
De eigendomskwestie KNAW. 9 januari 2014. Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur)
De eigendomskwestie Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur) 9 januari 2014 KNAW Prof. Schoordijk, NJB 2010, 2049 Enige jaren geleden betoogde ik dat de privatisering
JURIDISCHE POSITIE WHIPLASH-PATIENT MET CLAIM STAND VAN ZAKEN 2015
JURIDISCHE POSITIE WHIPLASH-PATIENT MET CLAIM STAND VAN ZAKEN 2015 Verweer verzekeraar 1: - Impact van de botsing te gering voor ontstaan letsel Stelling: bij delta V onder 10 km per uur kan geen letsel
Zie https://www.utrecht.nl/bestuur-en-organisatie/initiatief-en-invloed/participatie/leefstraten.
P O S T A D R E S Postbus 2888 3000 CW ROTTERDAM K A N T O O R A D R E S Blaak 31 3011 GA ROTTERDAM T E L E F O O N +31 10 224 64 39 F A X +31 10 412 58 39 E - M A I L I N T E R N E T arthur.vegt@loyensloeff.com