Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?"

Transcriptie

1 Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Thi Diem My Nguyen 1

2 Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Een onderzoek naar de Nederlandse beleidswijziging ten aanzien van de levenslange gevangenisstraf in het licht van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, de eisen van art. 3 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de straftheorieën. Afstudeerscriptie Naam: Thi Diem My Nguyen Masterscriptie Publiekrecht: strafrecht Begeleider: prof. mr. dr. H.G. van der Wilt Datum: 8 januari

3 VOORWOORD Voor u ligt de scriptie Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?, welke het resultaat is van een onderzoek naar de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Door de actuele ontwikkelingen in de rechtspraak is dit onderwerp in de afgelopen jaren zeer populair geworden. Discussies over de levenslange gevangenisstraf zijn onvermijdelijk en van essentieel belang voor de verdere ontwikkeling van het levenslangbeleid. Het doel van deze scriptie is een bijdrage leveren aan deze discussies. Het schrijven van deze scriptie was voor mij een uitdagende, leerzame en stressvolle ervaring. Ondanks alle stress heb ik wel met veel enthousiasme aan dit onderzoek gewerkt. Dit enthousiasme is te danken aan alle steun die ik om me heen kreeg van familie, vrienden en collega s. Ik wil hun hiervoor mijn oprechte dank betuigen. In het bijzonder wil ik mijn begeleider prof. mr. dr. H.G. van der Wilt bedanken voor het concretiseren van mijn onderwerp en het geven van waardevolle adviezen en feedback. Tevens wil ik hem hartelijk bedanken voor zijn begeleiding bij de totstandkoming van deze scriptie. Ondanks zijn drukke agenda wist hij toch even tijd vrij te maken om mij te voorzien van nuttige feedback, zodat ik het schrijven van deze scriptie kon voortzetten. Tenslotte wil ik mijn vriend, Phat, bedanken voor zijn onvoorwaardelijke steun, liefde en in het bijzonder zijn oneindige geduld tijdens deze stressvolle maanden. Thi Diem My Nguyen Lelystad, januari

4 DE ABSTRACT Het doel van dit onderzoek is te beoordelen in hoeverre de beleidswijziging betreffende de levenslange gevangenisstraf van 25 november 2016 uitvoering geeft aan de uitspraken van het EHRM en de eisen van art. 3 EVRM. Voor dit onderzoek is het van belang om de jurisprudentie van het EHRM en de parlementaire stukken te bestuderen. Tevens is een analyse van de Nederlandse en Europese regelgeving, nationale rechtspraak, digitale juridische tijdschriften en ander relevante literatuur van belang. Uit de jurisprudentie, die het EHRM de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, blijkt dat de oplegging van de levenslange gevangenisstraf op zichzelf niet in strijd is met art. 3 EVRM, maar de straf moet wel de jure en de facto verkortbaar zijn zodat levenslanggestraften een reëel perspectief hebben op vervroegde vrijlating. Daarnaast hebben levenslanggestraften recht op een prospect of release en een possibility of review. Om de toets aan art. 3 EVRM te kunnen doorstaan, heeft de staatssecretaris een aantal wijzigingen doorgevoerd in het levenslangbeleid. Uit dit onderzoek blijkt dat de beleidswijziging voor een deel aan de eisen van het EHRM en art. 3 EVRM voldoet. Het invoeren van een periodieke toets, ook wel de herbeoordelingsprocedure genoemd, is een van de belangrijkste wijziging in het beleid. Met deze herbeoordelingsprocedure hebben levenslanggestraften een reëel perspectief op vervroegde vrijlating. Zonder deze procedure was de straf voor de levenslanggestraften een uitzichtloze straf. De Nederlandse wetgeving biedt de levenslanggestraften wel twee andere mogelijkheden om hun straf te verkorten, te weten de civiele procedure en de gratieprocedure. Beide procedures hebben echter louter een theoretische waarde, omdat deze procedures in de praktijk niet leiden tot vervroegde vrijlating. Met het realiseren van een herbeoordelingsprocedure is de staatssecretaris een stap dichterbij een Straatsburg-proof beleid. Het besluit behoeft ongetwijfeld nog een aantal aanpassingen wil het de toets der kritiek kunnen doorstaan. Er moet onder andere een motiveringsplicht komen. Daarnaast moeten de mogelijkheden van rehabilitatie van levenslanggestraften worden opgenomen in het besluit. Er zijn nog een aantal andere punten die nadere aandacht verdienen. Deze worden in deze scriptie nader uitgewerkt. Voorlopig, gelet op rechtsontwikkeling in Straatsburg, kunnen de rechters de straf blijven opleggen. De Hoge Raad heeft op 19 december 2017 geoordeeld dat het besluit voldoet aan de eisen van het EVRM. De oplegging van de straf levert dus geen schending op van art. 3 EVRM. 4

5 INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 3 De abstract 4 Inhoudsopgave.. 5 Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Aanleiding Probleemstelling Opbouw Levenslange gevangenisstraf anno Inleiding Het wettelijk kader en de huidige tenuitvoerleggingspraktijk De mogelijkheden tot verkorting van de straf De civiele procedure De gratieprocedure Conclusie De levenslange gevangenisstraf en de visie van het EHRM Inleiding De waarborgen uit art. 3 EVRM Het EHRM over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf Inleiding Léger tegen Frankrijk Kafkaris tegen Cyprus Iorgov tegen Bulgarije Vinter e.a. tegen het Verenigd Koninkrijk Murray tegen Nederland De gevolgen voor de Nederlandse strafrechtspraktijk Conclusie De beleidswijziging Inleiding De eisen en adviezen Een nieuwe levenslangbeleid Een overzicht van de belangrijkste kritiekpunten De beleidswijziging in het licht van de rechtspraak van het EHRM Conclusie Strafdoelen en straf theorieën Inleiding De straftheorieën en strafdoelen De absolute straftheorie De relatieve straftheorie

6 De verenigingstheorie Strafdoelen Een filosofische blik op de levenslange gevangenisstraf De vergeving Conclusie Conclusie Conclusie 46 Bronvermelding 50 6

7 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN A-G Advocaat-Generaal art. artikel BW Burgerlijk Wetboek c.q. casu quo DD Delikt en Delinkwent Dr. Dokter e.a. en anderen EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens etc. et cetera e.v. en verder EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Forum levenslang Forum Humane Tenuitvoerlegging van de Levenslange Gevangenisstraf GW Grondwet HR Hoge raad i.c. in casu jo. juncto KB Koninklijk Besluit LJN Landelijk jurisprudentienummer m.n. met name m.nt. met noot van mr. meester NJ Nederland Jurisprudentie NJB Nederlands Juristenblad NJCM Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten nr. nummer nrs. nummers OM Openbaar Ministerie (?) p. pagina par. Paragraaf PBW Penitentiaire Beginselenwet P-G Procureur-Generaal 7

8 Prof. Rb. r.o. RSJ Sr Stcrt. Sv professor rechtbank rechtsoverweging Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Wetboek van Strafrecht Staatscourant Wetboek van Strafvorderingen 8

9 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding In Nederland wordt vaak gedacht dat de levenslange gevangenisstraf in werkelijkheid zo n 20 tot 30 jaar is. Deze gedachte is ontstaan door de films en series die uit Amerika zijn overgewaaid naar de Nederlandse buis. Termen als 25 to life, hetgeen in Amerika wordt opgelegd bij moord, en release on parole, hetgeen de voorwaardelijke invrijheidstelling inhoudt, zullen de meesten wel bekend voorkomen. Anders dan in de films en series, kennen wij in onze rechtstelsel een daadwerkelijke levenslange gevangenisstraf. Als een veroordeelde een levenslange gevangenisstraf krijgt opgelegd, dan betekent het dat hij tot het einde van zijn leven zijn straf moet uitzitten. Deze strafoplegging is de zwaarste straf die de Nederlandse rechter kan opleggen. 1 Binnen Europa is Nederland een van de weinige landen die zo n strenge tenuitvoerlegging heeft van deze straf. Andere Europese landen hebben de mogelijkheid tot voorwaardelijke invrijheidstelling en de mogelijkheid tot gratie. 2 In Nederland hebben levenslanggestraften ook de mogelijkheid om gratieverzoeken in te dienen. Gratie is een mogelijkheid tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf. Deze mogelijkheid heeft zich sinds 1986 niet meer voorgedaan. 3 Voor 1986 werden gratieverzoeken ingewilligd op basis van het oude gratiebeleid. Dit was vanuit het oogpunt van resocialisatie c.q. ter voorkoming van de verstoring van resocialiseringskansen. 4 Tegenwoordig lijkt het gratiebeleid in een museumstuk te veranderen. Eind juni 2009 werd gratie nog verleend aan een vijftigjarige Nederlander die in 1992 in Duitsland tot levenslang was veroordeeld en zijn straf sinds 1998 in Nederland uitzat. De man in kwestie was terminaal ziek. De gratiebeslissing had dan ook ten doel de levenslanggestrafte de gelegenheid te geven thuis te sterven. 5 Strafrechtadvocaat W. Anker betoogt dat deze gratiebeslissing vertroebelend werkt. De gratie was eerder een strafonderbreking dan de werkelijke gratie die gericht is op de resocialisatie. 6 Ieder lidstaat heeft een margin of appreciation. Lidstaten mogen zelf een strafrechtelijk systeem vormen die de voorwaardelijke vrijlating regelt. 7 Volgens het Europees Hof voor de 1 Bleirodt & Vegter 2013, p Factsheet 2011, p. 11; zie ook Kamerstukken II 2009/10, 24587, nr. 377 p Van der Grinten, TPWS 2015/21, p Factsheet 2011, p Factsheet 2011, p Anker, Strafblad 2011, p W.F. van Hattum, DD 2017/25. 9

10 Rechten van de Mens (hierna: EHRM) is de oplegging van de levenslange gevangenisstraf in beginsel niet in strijd met art. 3 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM), wat inhoudt dat niemand aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen dan wel bestraffingen mag worden onderworpen, mits de levenslanggestraften uitzicht hebben op vervroegde vrijlating of in ieder geval een herbeoordeling nadat enige tijd in detentie verstreken is. 8 De manier waarop Nederland deze regel toepast op de huidige tenuitvoerleggingspraktijk van de levenslange gevangenisstraf kan vragen oproepen gezien, zoals eerder benoemd, in Nederland levenslang echt een leven lang is. Het levenslangbeleid staat hierdoor al enige tijd onder druk. Nederlandse rechters zijn, na de uitspraken van het EHRM, terughoudend geworden in het opleggen van de levenslange gevangenisstraf wegens strijdigheid met art. 3 EVRM. Hoewel staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie (hierna: de staatssecretaris) ernaar streeft om de levenslange gevangenisstraf te behouden, is hij door alle druk genoodzaakt de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf aan te passen. Op 1 december 2016 werd het Besluit Adviescollege levenslanggestraften in de Staatscourant gepubliceerd. 9 Dit besluit betreft een beleidswijziging in de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Het besluit bevat een toets over de eventuele toelating tot re-integratieactiviteiten na 25 jaar. Met de beleidswijziging heeft de staatssecretaris geprobeerd het beleid Straatsburg-proof te maken. Of het beleid nu Straatsburg-proof is, dat zal nader moeten worden onderzocht in dit onderzoek. In dit onderzoek zal het belang om de levenslange gevangenisstraf te behouden en de verplichting tot eerbiediging van de rechten van de mens tegen elkaar worden afgewogen. Tevens zal aandacht besteed worden aan de straftheorieën die betrekking hebben op de levenslange gevangenisstraf. De twee belangrijkste straftheorieën zijn de absolute en de relatieve straftheorie. Ieder straftheorie kent een eigen grondslag en rechtvaardiging voor het straffen. De strafdoelen kunnen daarom zeer uiteenlopen. Zo ziet de absolute straftheorie de vergelding als enige strafdoel. De relatieve straftheorie ziet eerder de generale en speciale preventie als belangrijke strafdoelen. Het is de taak van de rechter om binnen de wettelijke grenzen te bepalen welke straf hij oplegt en welke strafdoel hij daarmee beoogt. Door de veranderingen in het denken over de doelen van bestraffing wordt de rechter in toenemende mate geacht de door hem op te leggen straf te bepalen aan de hand van 8 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 9 Kamerstukken II 2015/16, 29279,

11 toekomstverwachtingen. 10 De levenslange gevangenisstraf heeft de eerste 25 jaar als strafdoel: de vergelding en bestraffing. Maar welk strafdoel wordt gediend als de levenslange gevangenisstraf na 25 jaar wordt voortgezet? In dit onderzoek zal gekeken worden naar de mogelijkheden die de straftheorieën bieden om de levenslange gevangenisstraf voort te zetten of juist te beëindigen. 1.2 Probleemstelling Het doel van dit onderzoek is te beoordelen in hoeverre de beleidswijziging van 25 november 2016 uitvoering geeft aan de uitspraken van het EHRM en de eisen van het EVRM. De probleemstelling die centraal staat in dit onderzoek is dan ook: In hoeverre dient het Nederlands beleid ten aanzien van de levenslange gevangenisstraf te worden gewijzigd om de toets aan art. 3 EVRM te kunnen doorstaan? Voor dit onderzoek is het van belang om de rechtspraak van het EHRM en de parlementaire stukken te bestuderen. Tevens worden Nederlandse en Europese regelgeving, nationale rechtspraak, digitale juridische tijdschriften en ander relevante literatuur geanalyseerd. 1.3 Opbouw Het onderzoek bestaat uit zes hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding gegeven van het onderzoek, daaropvolgend zal de probleemstelling worden ingeleid. In hoofdstuk 2 wordt het huidige levenslangbeleid uitgewerkt. Dit hoofdstuk geeft een beeld van hoe de levenslange gevangenisstraf anno 2017 ten uitvoer wordt gelegd. De hoofdstukken 3 en 4 staan in het teken van de rechtspraak en de beleidswijziging. Het besluit wordt in deze hoofdstukken nader onderzocht en bekritiseerd. In hoofdstuk 3 wordt de visie van het EHRM over de tenuitvoerleggingpraktijk van de levenslange gevangenisstraf uiteengezet. In hoofdstuk 4 wordt het besluit getoetst aan de eisen van art. 3 EVRM, waarbij wordt gekeken naar de relevante jurisprudentie van het EHRM. In hoofdstuk 5 wordt de geldende opvatting over de zin van straffen nader onderzocht. Dit wordt gedaan aan de hand van de straftheorieën. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 aan de hand van de bevindingen uit het onderzoek een antwoord gegeven op de probleemstelling. 10 P.M. Schuyt, Strafblad 2017/33. 11

12 2. LEVENSLANGE GEVANGENISSSTRAF ANNO Inleiding Wie de krant leest en het nieuws volgt, is op de hoogte van de gruweldaden die in onze samenleving plaatsvinden. Van liquidatie 11 tot viervoudige moord 12, deze delicten zijn er in verschillende soorten en niveaus. Hoe verschillend de delicten ook zijn, ze komen op één punt met elkaar overeen; al deze delicten hebben namelijk de dood van een ander tot gevolg gehad waarbij de opzet van de dader op de dood van die ander was gericht. 13 De gevolgen van de delicten kunnen zo ernstig zijn, denk aan het leed dat is aangedaan aan slachtoffers en nabestaanden en de impact van de gebeurtenissen op de gemeenschap, dat slechts één reactie geschikt lijkt: uitsluiting van de dader uit de samenleving voor de rest van zijn leven, ofwel de levenslange gevangenisstraf. 14 De levenslange gevangenisstraf is de zwaarste straf in ons sanctiestelsel. 15 De straf is in 1870 ingevoerd. Hoe de straf anno 2017 ten uitvoer wordt gelegd, wordt in dit hoofdstuk nader onderzocht. De wettelijke mogelijkheden tot invrijheidstelling voor levenslanggestraften zullen tevens in dit hoofdstuk aan bod komen. 2.2 Het wettelijk kader en de huidige tenuitvoerleggingspraktijk De rechter heeft een breed arsenaal aan juridische instrumenten tot zijn beschikking. Zo blijkt uit het eerste lid van art. 10 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) dat de rechter de keuze heeft uit het opleggen van een levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke gevangenisstraf. De levenslange gevangenisstraf in Nederland is opsluiting tot aan de dood. 16 De tijdelijke gevangenisstraf daarentegen kan maximaal 30 jaar duren. 17 Voorheen was de maximale duur van de tijdelijke gevangenisstraf 20 jaar, in 2006 werd dit verlengd naar 30 jaar. 18 Hiermee zou het gat tussen de levenslange gevangenisstraf en de tijdelijke gevangenisstraf verkleind worden. 19 In beide gevallen moet er sprake zijn van zeer ernstige delicten, te denken aan moord (art. 289 Sr), gekwalificeerde doodslag (art. 288 Sr), misdrijven tegen de veiligheid van de Staat (art. 92. e.v. Sr) en terroristische en volkenrechtelijke misdrijven (art. 282b Sr). De straf wordt voornamelijk opgelegd aan daders van levensdelicten. Het gaat dan vaak om 11 Rechtbank Dordrecht 11 oktober 2012, LJN BX Rechtbank Amsterdam 29 januari 2013, LJN BZ Van Hattum, FATIK 2016, nr. 151, p Van Hattum, TREMA 2013, p Bleichrodt &Vegter, 2013, p Kamerstukken II 2015/16, 29279, nr Zie art. 10 lid 3 Sr. jo. art. 10 lid 4 Sr. 18 Wet van 12 december 2005(herijking wettelijke strafmaxima), Stb. 2006, Kelk, DD 2004, p

13 meerdere dodelijke slachtoffers en gebeurtenissen die een enorme impact hebben op de samenleving. Op dit moment zijn in totaal 40 gedetineerden veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, waarvan 33 gedetineerden onherroepelijk. 20 Al deze gedetineerden zijn niet jonger dan 18 jaar, omdat het Wetboek van Strafrecht 21 en het EHRM 22 de levenslange gevangenisstraf heeft uitgesloten voor jeugdigen tussen de 16 en 18 jaar. Voor de vrijheidsstraf bestaat er een theoretische mogelijkheid tot verkorting van de straf. Zo kan de tijdelijke gevangenisstraf verkort worden door de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling. Invrijheidstelling vindt op basis van deze regeling plaats na twee derde deel van de straf. 23 Bij de oplegging van de maximum tijdelijke gevangenisstraf, 30 jaar, zou het betekenen dat de gedetineerde na 20 jaar voorwaardelijk vrijkomt. Voor de levenslange gevangenisstraf zijn de enige twee mogelijkheden tot verkorting van de straf: de civiele procedure en de gratieprocedure De mogelijkheden tot verkorting van de straf De civiele procedure In Nederland heeft de levenslanggestrafte twee opties voor verkorting van de straf. Eén daarvan is het starten van een civiele procedure. De levenslanggestrafte die deze weg kiest tot verkorting van de straf heeft weinig tot geen uitzicht op vervroegde vrijlating, omdat de civiele procedure in de praktijk nog nooit tot beëindiging van een levenslange gevangenisstraf heeft geleid. 25 Het is slechts een theoretische mogelijkheid. 26 Desalniettemin is het belangrijk om deze procedure in dit onderzoek te vermelden, omdat deze een bijdrage kan leveren aan de eisen die het EHRM stelt. De levenslanggestrafte kan zich wenden tot de civiele rechter als hij meent dat de voortzetting van zijn straf een onrechtmatig daad is, zoals bedoeld in art. 6:162 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Van onrechtmatige daad, in de situatie van de levenslanggestrafte, is sprake wanneer de opgelegde straf wordt voortgezet, terwijl met de voortzetting van de straf ernstige fundamentele rechtsbeginselen uit het EVRM worden geschonden. De civiele rechter zou in 20 Kamerstukken II, 2015/16, 29279, nr. 338, p Zie art. 77b lid 2 Sr. 22 EHRM 12 februari 2008, nr /04 (Kafkaris/Cyprus). 23 Zie art. 15 lid 2 Sr. e.v. 24 Bleichrodt & Vegter 2013, p Factsheet 2011, p Aanhangsel Handelingen II, 2003/04, nr. 1972, p

14 zulke gevallen de vorderingen moeten toewijzen. De Hoge Raad blijft erop hameren dat de levenslanggestrafte altijd toegang moet hebben tot de civiele rechter voor de rechtmatigheidstoets van de tenuitvoerlegging van de straf. 27 Een enkeling zag hoop in deze procedure en heeft geprobeerd via deze weg hun straf te verkorten. Zo ook de Duitser oorlogsmisdadiger Kotälla. De oorlogsmisdadiger werd wegens oorlogsmisdrijven ter dood veroordeeld. Zijn straf werd bij wege van gratiëring omgezet in levenslang. 28 In 1977 zat de oorlogsmisdadiger op dat moment al 32 jaar van een levenslange gevangenisstraf uit. Tijdens zijn verblijf in detentie kreeg hij een ernstige hersenbloeding. Deze zorgde ervoor dat zijn gezondheid zodanig was aangetast, dat in zijn ogen de voortzetting van de straf geen enkel doel meer zou dienen. Daarnaast zou met voortzetting van de straf ernstige fundamentele rechtsbeginselen uit het EVRM worden geschonden, m.n. art. 3 EVRM en art. 5 EVRM. De Hoge Raad dacht hier anders over. De Hoge Raad oordeelde in deze zaak dat er geen sprake was van een onrechtmatige daad. 29 Kotälla heeft vervolgens een beroep gedaan bij het Europese Hof, maar dit was tevens geen succes. Zijn klacht werd namelijk niet-ontvankelijk verklaard door de Europese Commissie. 30 Hoewel er een theoretische mogelijkheid bestaat tot verkorting van de straf en de Hoge Raad 31 dit meermalen heeft benadrukt in zijn uitspraken, heeft deze in de praktijk weinig tot geen rol van betekenis gespeeld. 32 Anker is zelfs van mening dat de civiele procedure het karakter heeft van een fopspeen De gratieprocedure De functie van gratie is het opheffen of verzachten van pertinente onrechtvaardigheden of ondoelmatigheden van het strafrechtsysteem. 34 De gratieprocedure bestaat in Nederland sinds de invoering van de levenslange gevangenisstraf in Deze procedure is volgens voormalig staatssecretaris van Justitie Albayrak de enige weg die zal leiden tot vroegtijdige beëindiging van de straf. 36 Tot aan 1986 was dit inderdaad een reële mogelijkheid. Na HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1325, r.o. 2.2 en 2.10; zie ook Factsheet 2011, p HR 11 februari 1977, NJ 1977, HR 11 februari 1977, NJ 1977, EHRM 6 mei 1978, nr. 7994/77 (Kotälla/Nederland). 31 HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o Janssen, Trotman & Walree, NJB 2015/ Anker, Strafblad 2011, p Noorduyn, Strafblad 2007, p Janssen, Trotman & Walree, NJB 2015/ Kamerstukken II 2009/10, 24587, nr. 377, p

15 bleek ook deze mogelijkheid weinig effect te hebben in de praktijk. Sinds 1986 is gratie maar één keer verleend aan een ernstig zieke man die kort na zijn vrijlating is overleden. 37 Opvallend in deze zaak is dat de gratiebeslissing voornamelijk gebaseerd was op humanitaire gronden, terwijl aan de Gratiewet de resocialisatiegedachte ten grondslag ligt. In Nederland kan op grond van art. 122 lid 1 Grondwet gratie verleend worden bij Koninklijk Besluit, na advies van een bij de wet aangewezen gerecht en met inachtneming van bij of krachtens de wet te stellen voorschriften. Hieruit kan worden afgeleid dat de gratiebeslissing een weloverwogen beslissing is van zowel de ministers als de rechters. Het betreft dus niet enkel een bestuurshandeling. Wanneer gratie wordt verleend, dan kan dit bestaan uit de vermindering, kwijtschelding of wijziging van een opgelegde of reeds gedeeltelijke tenuitvoergelegde straf. 38 Nadere regelingen over de gratie en de voorgeschreven procedure zijn verdeeld over het Wetboek van Strafvorderingen (hierna: Sv) 39 en de Gratiewet. Conform art. 2 van de Gratiewet kan gratie worden verleend als er is voldaan aan één van twee gratiegronden, te weten: a) op grond van enige omstandigheid, waarmede de rechter op het tijdstip van zijn beslissing geen of onvoldoende rekening heeft gehouden of kunnen houden en die, ware zij op dat tijdstip wel of voldoende bekend geweest, hem aanleiding zou hebben gegeven tot het opleggen van een andere straf of maatregel, of tot het afzien daarvan; en b) indien aannemelijk is geworden dat met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voortzetting daarvan geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend, de zogenaamde doelmatigheidsgrond. 40 Voor de levenslanggestrafte bestaat de kans vooral op basis van de tweede grond. Voor hen die al jaren hun straf uitzitten in detentie kan een situatie ontstaan waarin met de verdere tenuitvoerlegging van de straf geen enkel strafdoel meer wordt gediend, zodat verkorting van de straf door middel van gratie verantwoord wordt geacht. 41 De levenslange gevangenisstraf is een strafrechtelijk instrument dat ingezet kan worden om iemand uit de maatschappij te verwijderen zolang de tenuitvoerlegging van de straf een strafrechtelijk doel dient. Wanneer de tenuitvoerlegging van de straf geen strafdoel meer dient, dan moet men open staan voor vervroegde invrijheidstelling. Na een aantal jaren zal bij de beoordeling van de gratie gekeken 37 Van Hattum, NJB 2013/1775, p Jörg, Kelk & Klip 2016, p Zie art. 558 Sv e.v. 40 Van Hattum, DD 2017/25, p Factsheet 2011, p. 6 en Kamerstukken II 1984/85, 19075, nr. 3, p

16 worden naar het recidiverisico, de ernst van de feiten, de leeftijd en de medische en psychiatrische toestand van de levenslanggestrafte. 42 Tevens kan het tijdsverloop tussen de veroordeling en de aanvang van de tenuitvoerlegging een rol spelen. 43 De gratieprocedure heeft vanaf de inwerkingtreding van de Gratieregeling 1976 als doel gehad, de straf op basis van de ontwikkelingen die de levenslanggestrafte had doorgemaakt bij te stellen. De gratieverlening hield voorheen in dat de levenslange straf werd omgezet in een tijdelijke gevangenisstraf, waarop vervolgens de regels van de voorwaardelijke invrijheidstelling werden toegepast. 44 De achterliggende gedachte van gratieverlening was het voorkomen van de verstoring van de goede resocialiseringskansen, door vrijlating op te late termijn te voorkomen. 45 Aan het criterium van de gratieverlening was een volgprocedure gekoppeld die bedoeld is voor de levenslanggestraften. Deze procedure hield de resocialiseringskansen van de veroordeelde in de gaten. 46 In die periode stond de gevangenisstraf in het teken van resocialisatie. 47 Tot aan 1986 was het gratiebeleid een ruimhartig gratiëringsbeleid. 48 Tot aan die periode zat vrijwel geen enkele levenslanggestrafte tot zijn dood in de cel. Met de inwerkingtreding van de Gratiewet in 1987 kwam hier verandering in. De wetgever heeft geprobeerd het bestaande gratiebeleid in de wet op te nemen. Hieruit is art. 2 sub b Gratiewet ontstaan. In de memorie van toelichting staat vermeld dat de tweede gratiegrond in de wet is opgenomen met het oog op de voortzetting van het beleid zoals geformuleerd in de Volgprocedure langgestraften. 49 Op 12 september 2000 is de Volgprocedure langgestraften om praktische redenen ingetrokken. 50 Volgens van de Sande zou het komen door de hoge werkbelasting van inrichtingspsychologen, de grote toename van het aantal langgestraften en het steeds verder verdwijnen van mogelijkheden om de detentie in te vullen. 51 In de jaren tachtig is het Nederlandse strafklimaat aanzienlijk verhard. Dure resocialisatie- en re-integratieprogramma s werden vervangen door sancties die primair zijn gericht op 42 Kamerstukken II 2009/10, VI, nr. 10, p Bleichrodt & Vegter 2013, p Kelk, NJCM-bulletin 2010, p Handelingen II 1956/57, 4500, p Van de Sande, Sancties 2007, p Zie art. 26 Beginselenwet Gevangeniswezen Claessen, TPWS 2016, 2015/ Kamerstukken II 1984/85, 19075, nr. 3, p Factsheet 2011, p Van de Sande, Sancties 2007, p

17 vergelding, afschrikking en beveiliging van de samenleving. Om die reden is sinds 1986 gratie nog maar één keer verleend en blijft het aantal levenslanggestraften toenemen. Er is veel kritiek geuit over het huidige gratiebeleid. De Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ) heeft in zijn advies van 1 december 2006 zich uitgelaten over het feit dat de levenslanggestraften in Nederland vrijwel geen uitzicht hebben op vervroegde invrijheidstelling. De Raad acht de invoering van een reëel perspectief op eventuele terugkeer in de samenleving voor levenslanggestraften essentieel. 52 In een aantal uitspraken heeft het EHRM geoordeeld dat de levenslange gevangenisstraf de jure en de facto verkortbaar moet zijn. 53 Indien de straf niet verkortbaar is, dan is de oplegging van de straf in strijd met art. 3 EVRM. Omdat de gratieprocedure sinds 1986 net zoals de civiele procedure slechts een theoretische mogelijkheid lijkt te zijn, ziet het ernaar uit dat Nederland het beleid moet aanpassen, wil het aan de eisen van het EVRM 54 voldoen. Advocaat-Generaal (hierna: A-G) Machielse gaf in zijn conclusie aan dat gratie of tussenkomst van de civiele rechter niet of nauwelijks reële hoop biedt op strafverkorting, waardoor de huidige tenuitvoerleggingspraktijk onverenigbaar is met de eisen die art. 3 EVRM stelt Conclusie In Nederland is de levenslange gevangenisstraf letterlijk een leven lang. De wet biedt twee mogelijkheden om de levenslange gevangenisstraf te verkorten, te weten de civiele procedure en de gratieprocedure. Beide mogelijkheden zijn echter louter theoretische mogelijkheden. Ten eerste is het nog nooit voorgekomen dat een levenslanggestrafte via de civiele procedure is vrijgekomen. Ten tweede, gelet op het feit dat gratie voor het laatst in 1986 werd verleend, ziet het ernaar uit dat de gratieprocedure langzaam naar de achtergrond aan het verdwijnen is. Dit is het gevolg van de verharding van het strafklimaat. Sommigen, waaronder de RSJ en A- G Machielse, is het opgevallen dat levenslanggestraften vrijwel geen uitzicht hebben op vervroegde invrijheidsstelling. Volgens het EHRM moet de levenslange gevangenisstraf de jure en de facto verkortbaar zijn. Omdat zowel de civiele procedure als de gratieprocedure geen reële hoop bieden op strafverkorting, kan het zijn dat de huidige tenuitvoerleggingspraktijk onverenigbaar is met de eisen die art. 3 EVRM stelt. 52 RSJ 2006, p EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 54 Zie art. 3 EVRM. 55 Conclusie van 24 mei 2016, ECLI:NL:PHR:2016:

18 3. DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF EN DE VISIE VAN HET EHRM 3.1 Inleiding De tenuitvoerleggingspraktijk van de levenslange gevangenisstraf heeft de afgelopen jaren veel stof doen opwaaien en zal dat de komende tijd blijven doen als er geen verandering komt in het levenslangbeleid. Het EHRM heeft zich in verschillende zaken uitgelaten over de levenslange gevangenisstraf. Uitgangspunt van het EHRM is dat de straf op zichzelf niet in strijd is met het EVRM, mits de straf de jure (wettelijk) en de facto(feitelijk) verkortbaar is. 56 In de jurisprudentie wordt vaak ook art. 5 EVRM genoemd. Dit artikel, met name het eerste en het vierde lid, speelt tevens een rol bij de oplegging van de levenslange gevangenisstraf. Gelet op de beperkte omvang van de masterscriptie zal het onderzoek vooral gericht zijn op de eisen van art. 3 EVRM. In het vorige hoofdstuk is gebleken dat Nederland geen reëel perspectief biedt op vervroegde vrijlating. Om verdere schendingen van het EVRM te voorkomen, heeft het EHRM een toetsingskader ontwikkeld waarmee de rechtmatigheid van de straf getoetst kan worden. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de recente uitspraken van het EHRM over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. De gevolgen die aan de uitspraken van het EHRM zijn verbonden, zullen tevens in dit hoofdstuk behandeld worden. 3.2 De waarborgen uit art 3 EVRM Art. 3 EVRM luidt als volgt: Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. Dit is een absoluut recht dat in principe niet onderworpen is aan beperkingen of inmengingen. Dit houdt in dat het verbod van art. 3 EVRM zelfs niet mag worden gerelativeerd ingeval van een situatie waar de veiligheid van de Staat wordt bedreigd zoals oorlog of een noodtoestand in andere zin. 57 Wanneer deze regel wordt toegepast op de levenslange gevangenisstraf rijst de vraag of deze straf een dergelijke onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing is. Indien elk perspectief op vervroegde vrijlating ontbreekt, zou er sprake zijn van een inhumane behandeling. De oplegging van de straf zou dan in strijd zijn met art. 3 EVRM en is dus onrechtmatig. Ook wanneer de opgelegde straf als zodanig in grove mate disproportioneel is 56 EHRM 12 februari 2008, nr /04 (Kafkaris/Cyprus). 57 Aksu, NJCM-Bulletin 2009, p

19 kan sprake zijn van strijdigheid met art. 3 EVRM, maar daarvan zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn Het EHRM over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf Inleiding Al jaren worden er diverse klachten over de levenslange gevangenisstraf voorgelegd aan het EHRM. De straf zou inhumaan zijn en er was geen duidelijkheid over de voorwaardelijke invrijheidstelling. Om duidelijkheid te creëren, heeft het EHRM een toetsingskader ontwikkeld waarmee de rechtmatigheid van de straf getoetst kan worden. In de zaak Weeks/Verenigd Koninkrijk heeft het EHRM zich gebogen over de vraag of de levenslange gevangenisstraf in strijd is met de in art. 3 EVRM gestelde eisen. Het EHRM heeft in deze zaak geoordeeld dat de oplegging van de straf op zichzelf niet onverenigbaar is met art. 3 EVRM, zolang de levenslanggestrafte de mogelijkheid heeft om geregeld de noodzakelijkheid van zijn detentie door een Britse rechter te laten onderzoeken. 59 In 2001 in de zaak Einhorn/Frankrijk kwam het EHRM weer terug op het onderwerp met een andere kijk erop. Het EHRM heeft in deze zaak geoordeeld dat indien de straf irreducible en without any possibility of early release is, deze wel strijdigheid kan opleveren met de in art. 3 EVRM gestelde eisen. 60 In de jaren die hierna volgen heeft het EHRM zijn standpunt in een aantal spraakmakende uitspraken verder uitgewerkt Léger tegen Frankrijk In de zaak Léger tegen Frankrijk heeft het EHRM voor het eerst zich uitvoerig uitgelaten over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Volgens Léger was er sprake van schending van art. 3 EVRM, omdat al zijn gratieverzoeken werden afgewezen en zijn straf zijns inziens irreducible is. Het EHRM sloot zich niet aan bij het standpunt van Léger. Gelet op het feit dat de Franse wetgeving het mogelijk maakt voor klager om na vijftien jaar detentie een verzoek in te dienen voor voorwaardelijke invrijheidstelling en daarmee de detentie was onderworpen aan een toetsing, kan worden afgeleid dat er geen sprake is van een 58 Bleichrodt & Vegter 2013, p. 99; zie ook EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 59 EHRM 2 maart 1987, nr. 9787/82, p. 47. (Weeks/Verenigd Koninkrijk). 60 EHRM 16 oktober 2002, nr /01, par. 27 (Einhorn/Frankrijk). 19

20 straf die de jure en de facto niet verkortbaar is. 61 Om deze reden acht het EHRM de straf niet in strijd met art. 3 EVRM Kafkaris tegen Cyprus In 2008 werd het EHRM opnieuw geconfronteerd met een klacht over de levenslange gevangenisstraf. Kafkaris voerde als klacht aan dat de duur van zijn detentie met het doel om hem te straffen onredelijk en onacceptabel was. 62 Het EHRM oordeelde net zoals in de zaak van Léger dat de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf niet per definitie een onmenselijke behandeling is, zoals die in art. 3 EVRM is omschreven. Er moet echter wel een mogelijkheid bestaan waarmee de straf zowel wettelijk als feitelijk verkort kan worden, waardoor de levenslanggestrafte perspectief heeft op vervroegde vrijlating. 63 Als enig perspectief op vrijlating ontbreekt en er geen mogelijkheden worden aangeboden, kan worden aangenomen dat er sprake is van een straf die irreducible is en daarmee in strijd is met art. 3 EVRM. In deze zaak had Kafkaris wel de mogelijkheid om zijn straf te verkorten, hij kon namelijk gratie verzoeken aan de president. Hoewel gratie de enige mogelijkheid is die Cyprus biedt aan levenslanggestraften, voldoet het land wel aan de eisen die het EHRM stelt. Er was namelijk een wettelijke en een feitelijke mogelijkheid om de straf te verkorten. 64 Het EHRM oordeelde net zoals in Léger/Frankrijk dat er geen sprake was van schending van art. 3 EVRM Iorgov tegen Bulgarije Twee jaar later heeft het EHRM opnieuw een uitspraak gedaan over een zaak met betrekking tot de levenslange gevangenisstraf. Volgens de klager was de levenslange gevangenisstraf inhumaan en vernederend, omdat er geen perspectief bestond op vervroegde vrijlating. 65 Daarnaast is gratie nooit aan een levenslanggestrafte verleend, maar alleen aan gedetineerden die gezondheidsproblemen hadden en gedetineerden die minder ernstige delicten hadden gepleegd. 66 Op de eerste klacht oordeelde het EHRM dat er wel degelijk sprake is van een perspectief op vervroegde vrijlating, namelijk door middel van de gratieprocedure die de Bulgaarse wetgeving mogelijk maakt. 67 De president kan gratie verlenen aan 61 EHRM 11 april 2006, nr /02, par. 92 (Léger/Frankrijk). 62 EHRM 12 februari 2008, nr /04, par. 78 (Kafkaris/Cyprus). 63 EHRM 12 februari 2008, nr /04, par. 98 (Kafkaris/Cyprus). 64 EHRM 12 februari 2008, nr /04, par. 103 (Kafkaris/Cyprus). 65 EHRM 2 september 2010, nr /02 par. 43 (Iorgov/Bulgarije II). 66 EHRM 2 september 2010, nr /02 par (Iorgov/Bulgarije II). 67 EHRM 2 september 2010, nr /02 par. 53 (Iorgov/Bulgarije II). 20

21 levenslanggestraften en zo hun straf verkorten. Het EHRM heeft hieraan toegevoegd dat het enkele feit dat gratie nooit is verleend aan een levenslanggestrafte niet voldoende is om te stellen dat de straf feitelijk niet verkortbaar is. Alleen wanneer het evident is dat een feitelijk gratiebeleid ontbreekt, dan kan er gesteld worden dat er sprake is van schending van art. 3 EVRM. 68 Dat was hier niet het geval. Het EHRM verwerpt hiermee ook de tweede klacht van Iorgov Vinter e.a. tegen het Verenigd Koninkrijk In 2013 spanden drie mannen, Vinter, Bamber en Moore, een zaak aan tegen het Verenigd Koninkrijk. Anders dan voorheen heeft het EHRM in deze zaak geoordeeld dat er sprake was van schending van art. 3 EVRM. Met deze uitspraak werd de zogenoemde Vinter-toets 69 gecreëerd die grote gevolgen had voor het Nederlands levenslangbeleid. Het drietal werd in afzonderlijke strafzaken veroordeeld voor moord. Zij kregen een mandatory life sentence (levenslange gevangenisstraf) waarbij de tariff (minimum termijn) is vastgesteld op a whole life (een heel leven). Deze straf was volgens hen onverenigbaar met de in art. 3 EVRM gestelde eisen, omdat zij geen uitzicht hadden op vervroegde vrijlating. Het Engelse strafrechtsysteem kent twee soorten levenslange gevangenisstraffen, de discretionary en de mandatory life sentence. In deze zaak ging het om de mandatory life sentence. De rechter is verplicht om deze straf op te leggen wanneer er sprake is van een levensdelict. Dat was in deze zaak het geval. Tevens is de rechter verplicht om een minimumtermijn vast te stellen bij de straf. Deze termijn ziet op het vergeldende deel van de straf. 70 Het tweede deel van de straf ziet op de beveiliging van de samenleving, hierbij wordt gekeken naar het gevaar dat een levenslanggestrafte vormt voor de samenleving. 71 De termijn kan bestaan uit vijftien tot dertig jaar of een hele leven lang. In deze zaak heeft de rechter gekozen voor een termijn van een heel leven vanwege de ernst van het gepleegde delict. De enige mogelijkheid tot verkorting van deze whole life tariff straf is een release on compassionate grounds. De Secretary of State zal, voordat zij de vrijlating kan bevelen, eerst moeten nagaan of er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden waardoor de levenslanggestrafte niet meer geschikt is voor detentie. Bijvoorbeeld een terminaal zieke 68 EHRM 2 september 2010, nr /02 par. 59 (Iorgov/Bulgarije II). 69 Van Hattum, DD 2016/41, p EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 12 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 71 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 108 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk); zie ook Van Hattum, NJB 2013, p

22 levenslanggestrafte die slechts drie maanden te leven heeft of wanneer hij ernstig gehandicapt is geraakt, kan de vrijlating van de levenslanggestrafte rechtvaardigen. 72 In het geval van het drietal was er geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden, waardoor zij niet in aanmerking kwamen voor de vervroegde vrijlating. Het EHRM heeft in deze zaak geoordeeld dat de mandatory life sentence op zichzelf niet in strijd is met art. 3 EVRM, mits de straf zowel de jure als de facto verkort kan worden. 73 Verder heeft het EHRM aan deze uitspraak toegevoegd dat het nastreven van penologische doelen een belangrijk uitgangspunt is voor de oplegging van de levenslange gevangenisstraf, te weten: de vergelding, de afschrikking, de beveiliging van de samenleving en de rehabilitatie van levenslanggestraften. 74 Wanneer met de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf geen penologische doelen meer worden gediend, dan kan dit in strijd zijn met art. 3 EVRM. Volgens het EHRM kunnen doelen na een tijd veranderen of zelfs verdwijnen. Derhalve is het van belang dat er een mogelijkheid bestaat tot herziening van de straf. Het EHRM heeft daarom ook de eisen prospect of release en possibility of review aan deze uitspraak toegevoegd en daarmee het toetsingskader uitgebreid. 75 Hoe de landen de herziening toepassen in hun wetgeving, mogen ze zelf bepalen. Het EHRM kent aan de verdragsluitende partijen een margin of appreciation toe om dit zelf op nationaal niveau te reguleren. Wel wordt er van de landen verwacht dat de herbeoordeling binnen een termijn van 25 jaar na de strafoplegging wordt uitgevoerd. 76 Wanneer een lidstaat niet voorziet in de mogelijkheid tot herziening van de levenslange gevangenisstraf, dan zal dat strijdigheid opleveren met de in art. 3 EVRM gestelde eisen. 77 Verder heeft het EHRM in deze uitspraak geoordeeld dat levenslanggestraften het recht hebben om te weten wat zij vanaf het begin kunnen doen om in aanmerking te komen voor vervroegde vrijlating en welke voorwaarden daaraan zijn verbonden. 78 Over de vorm van compassionate release heeft het EHRM geoordeeld dat deze niet voldoet aan de eis van prospect of release, zoals die in de zaak van Kafkaris staat omschreven. 79 Op basis van de huidige Engelse regeling en het gebrek aan 72 Van Hattum, NJB 2013, p EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 74 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 111 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 75 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 110 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 76 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 120 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 77 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 121 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 78 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 122 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 79 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 127 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 22

23 herzieningsmogelijkheden van de straf, concludeerde het EHRM dat de levenslange gevangenisstraf niet verkortbaar was en daarmee onverenigbaar was met de in art. 3 EVRM gestelde eisen Murray tegen Nederland In 2016 werd Nederland stevig op de vingers getikt door het EHRM. Klager Murray heeft enkele keren geprobeerd een gratieverzoek in te dienen, maar deze werden afgewezen vanwege het recidivegevaar dat bleef bestaan. In 2014 werd er bij Murray terminale kanker geconstateerd. Op grond daarvan werd gratie uiteindelijk wel aan hem verleend. Na het overlijden van Murray in 2014 hebben zijn familieleden de zaak voortgezet. Murray klaagde bij het EHRM over zijn levenslange gevangenisstraf die volgens hem geen perspectief had op vervroegde vrijlating. Wettelijk kon de straf wel verkort worden, namelijk door een gratieverzoek in te dienen, maar feitelijk is die mogelijkheid zeer beperkt aangezien er geen psychiatrische behandelingen werden aangeboden die erop gericht waren de levenslanggestrafte te helpen rehabiliteren. 81 Het EHRM heeft hier ingegrepen en oordeelde dat de Staten een (inspannings)verplichting hebben om aan levenslanggestraften met psychische gezondheidsproblemen de nodige medische zorg te bieden. 82 Staten zijn niet verantwoordelijk voor een daadwerkelijke rehabilitatie van de levenslanggestrafte, maar ze moeten wel de mogelijkheden voor rehabilitatie faciliteren. 83 Zo kan het bieden van medische zorg bijdragen aan de voortgang in de rehabilitatie van de levenslanggestrafte. In het advies van de psychiater is vastgesteld dat Murray een behandeling nodig had om vooruitgang te boeken in zijn rehabilitatie om zo de kans op recidive te verkleinen. 84 Dat Murray gevaarlijk was en detentie nodig had, ontsloeg de Staat niet van de verplichting om aan die behandeling te werken. 85 Het EHRM oordeelde in deze zaak dat Nederland de gestelde eisen in art. 3 EVRM heeft geschonden door Murray niet de behandeling te geven die hij nodig had, waardoor het voor Murray feitelijk onmogelijk was om zijn straf te verkorten EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, par. 130 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 81 EHRM 26 april 2016, nr /10, par. 11 (Murray/Nederland). 82 EHRM 26 april 2016, nr /10, par. 104, 111 en 112 (Murray/Nederland). 83 EHRM 26 april 2016, nr /10, par (Murray/Nederland). 84 EHRM 26 april 2016, nr /10, par. 117 (Murray/Nederland). 85 EHRM 26 april 2016, nr /10, par. 124 (Murray/Nederland). 86 EHRM 26 april 2016, nr /10, par (Murray/Nederland). 23

24 3.4 De gevolgen voor de Nederlandse strafrechtspraktijk. Het EHRM heeft dus bepaald dat de levenslanggestrafte recht moet hebben op prospect of release en een herbeoordelingsprocedure nadat enige tijd in detentie verstreken is. 87 Het grootste deel van Europa sluit zich aan bij de uitspraken van het EHRM door een maximum aan levenslang te stellen. Er zijn echter ook landen die zich niet aan deze uitspraken houden. In die landen, waaronder ook Nederland, bestaat geen mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling van levenslanggestraften, gratie is wel mogelijk. 88 In Nederland zijn de bewindslieden zich bewust van de uitzonderingspositie die Nederland binnen Europa inneemt. 89 De RSJ en het Forum Levenslang publiceren al enige tijd sterk onderbouwde rapporten over deze delicate kwestie. In deze rapporten wordt benadrukt dat de huidige wijze van tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in strijd is met art. 3 EVRM. 90 Sommige rechters lijken zich aan te sluiten bij dit standpunt. Op 16 juni 2009 deed de Hoge Raad een uitspraak met daarin een waarschuwing over de tenuitvoerleggingspraktijk van de levenslange gevangenisstraf. Levenslang veroordeelde Frank B. en zijn advocaat W. Anker voerden in deze zaak aan dat de levenslange gevangenisstraf een onmenselijke behandeling is en daarmee dus in strijd met art. 3 EVRM. Daarnaast verwijst hij naar het feit dat de Staat sinds 1986 geen gratie meer had verleend aan een levenslanggestrafte en dat daarmee de straf feitelijk niet verkort kan worden. 91 De Hoge Raad oordeelde hier dat er wettelijk een mogelijkheid bestaat om de straf te verkorten door onder andere een gratie verzoek in te dienen of een civiele procedure te starten. 92 Of de gratieprocedure feitelijk de straf kan verkorten, daarover zegt de Hoge Raad dat die vraag te feitelijk van aard is daarom laten zij die vraag onbeantwoord. 93 Verder stelt de Hoge Raad dat de tussentijdse periodieke rechtelijke toetsing van de levenslange gevangenisstraf niet wettelijk geregeld hoeft te zijn, zolang er praktisch maar een mogelijkheid bestaat om de straf te verkorten. 94 Indien evenwel zou komen vast te staan dat een levenslange gevangenisstraf in feite nimmer wordt verkort, kan dat van betekenis zijn bij de beantwoording van de vraag of oplegging van de levenslange gevangenisstraf, dan wel verdere voortzetting van een dergelijke straf, zich verdraagt met de 87 EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10 (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 88 Kamerstukken II 2015/16, 29279, nr. 338, p Kamerstukken II 2009/10, 24587, nr. 377, p Factsheet 2011; zie ook RSJ HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o

25 uit art. 3 EVRM voortvloeiende eisen, zoals die door het EHRM in het arrest Kafkaris/Cyprus zijn omlijnd, aldus de waarschuwing van de Hoge Raad. 95 Hiermee lijkt de Hoge Raad aansluiting te vinden bij de uitspraak van het EHRM. In deze zaak kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf niet in strijd is met art. 3 EVRM. Een aantal juristen heeft zich kritische uitgelaten over de huidige tenuitvoerleggingspraktijk van de levenslange gevangenisstraf. A-G Knigge heeft onder andere in zijn conclusie verondersteld dat onze huidige praktijk in de toekomst wel een schending van art. 3 EVRM kan opleveren, gelet op de rechtsontwikkeling in Straatsburg. 96 Verder bepleiten Van Hattum, Bleichrodt en Anker voor veranderingen in de Nederlandse strafrechtpraktijk. 97 In 2016 wordt de veronderstelling van A-G Knigge werkelijkheid. Met de uitspraak van Murray/Nederland, waarin het EHRM heeft geoordeeld dat Nederland art. 3 EVRM heeft geschonden 98, werd de discussie over de levenslange gevangenisstraf actueler dan ooit tevoren. Op 5 juli 2016 deed de Hoge Raad een opmerkelijke uitspraak. Net als de hiervoor besproken arresten kreeg de Hoge Raad weer de vraag of de oplegging van de levenslange gevangenisstraf, gelet op de huidige wijze van tenuitvoerlegging van de straf, in strijd is met art. 3 EVRM. Bij de beoordeling van deze zaak verwijst de Hoge Raad naar de uitspraken die het EHRM heeft gedaan over de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. 99 De Hoge Raad merkt op dat Nederland niet beschikt over een procedure die voldoet aan de beschreven herbeoordelingsprocedure. 100 Dit standpunt wordt onderbouwd met het argument dat de tenuitvoerleggingspraktijk niet meer in het teken staat van prospect of release en de resocialisatie van de levenslanggestraften. Daarnaast wordt de gratieprocedure niet meer benut voor de terugkeer in de maatschappij. De Hoge Raad acht daarom de huidige tenuitvoerleggingspraktijk onverenigbaar met de eisen uit art. 3 EVRM. Zolang de Nederlandse overheid de huidige tenuitvoerleggingspraktijk niet aanpast en een reële mogelijkheid tot herbeoordeling aanbiedt, zal de oplegging van de levenslange gevangenisstraf in strijd zijn met art. 3 EVRM. Om een dergelijke schending te voorkomen 95 HR 16 juni 2009, NJ 2009, 602, r.o Zie conclusie van A-G Knigge bij het arrest HR 16 juni 2009, ECLI:NL:HR2009:BF3741, punt RSJ 2006, p EHRM 26 april 2016, nr /10 (Murray/Nederland). 99 EHRM 26 april 2016, nr /10 (Murray/Nederland); zie ook EHRM 9 juli 2013, nrs /09, 130/10, 3896/10, (Vinter e.a./verenigd Koninkrijk). 100 HR 5 juli 2016, NJ 2016/348, r.o. 3.4, ECLI:NL:HR:2016:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf 30-03-2016 1 De levenslange gevangenisstraf Lezing voor het Fries Juridisch Genootschap Mw. mr. dr. Wiene van Hattum 29 maart 2016 Huishoudelijk 2 Kennismaking: Universitair docent strafrecht en RUG Voorzitter

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk Feiten De klagers in deze zaak (Vinter, Bamber en Moore) zijn in resp. 2008, 1986 en 1996 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Loes Janssen 0425621 Masterscriptie Strafrecht Naam: Loes Janssen Studentnummer: 0425621 Afstudeerscriptie Strafrecht Begeleider: Mr. M. Bosch 2 de lezer: Prof.

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen?

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Mr. M. Bosch Augustus 2014 Voorwoord Voor u ligt mijn

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Een onderzoek naar het Nederlandse beleid ten aanzien van de levenslange gevangenisstraf in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Laura

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65365 1 december 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 november 2016, houdende de instelling

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Perspectief voor levenslanggestraften?

Perspectief voor levenslanggestraften? 120 Perspectief voor levenslanggestraften? T. de Bont en S. Meijer * Nederland neemt binnen Europa de positie van buitenbeentje in als het gaat om de levenslange gevangenisstraf. 1 Detentie die in beginsel

Nadere informatie

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DISCUSSIE OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF 2 Faculteit der Rechtsgeleerdheid DE WET

Nadere informatie

Voorwoord. 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_tot_levenslang_veroordeelden_in_nederland.

Voorwoord. 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_tot_levenslang_veroordeelden_in_nederland. 5 Voorwoord De invoering van de levenslange gevangenisstraf in 1870, die in de plaats kwam van de doodstraf, ging in Nederland niet zonder slag of stoot. In het parlement was de invoering onderwerp van

Nadere informatie

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF EEN ONDERZOEK NAAR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN NEDERLAND IN HET LICHT VAN EHRM VINTER E.A. VS. VERENIGD KONINKRIJK EN DE EISEN VAN ART. 3 EVRM

Nadere informatie

Hoe te reageren op de allerergste misdaden?

Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Over de rol van vergelding en beveiliging bij de levenslange gevangenisstraf Mr. Tim de Bont & mr. dr. Sonja Meijer 1 Inleiding Hoe dient een samenleving te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 366 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 21 december 2016 De vaste commissie voor Veiligheid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon?

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Een onderzoek naar de wijze waarop resocialisatie van levenslang gestraften in de Nederlandse praktijk wordt verwezenlijkt

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 17 februari 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1764/RO Uw kenmerk: 5633273/09/6 Onderwerp:

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

De uitzichtloosheid van levenslang

De uitzichtloosheid van levenslang De uitzichtloosheid van levenslang De tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland getoetst aan de waarborgen van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en

Nadere informatie

Levenslang is levenslang

Levenslang is levenslang Levenslang is levenslang Een onderzoek naar de rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland in het licht van de jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 nummer: 16/1660/GV (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van

Nadere informatie

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Stéphanie Lakenman Januari 2012 0 Inhoudsopgave Inleiding / 3 1: De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

University of Groningen. De beleidswijziging levenslange gevangenisstraf van Hattum, Wiene. Published in: Nederlands Juristenblad NJB

University of Groningen. De beleidswijziging levenslange gevangenisstraf van Hattum, Wiene. Published in: Nederlands Juristenblad NJB University of Groningen De beleidswijziging levenslange gevangenisstraf van Hattum, Wiene Published in: Nederlands Juristenblad NJB IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 338 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 september 2016 De vaste commissie voor Veiligheid en

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft?

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de ten uitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG !!1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 1 februari 2016 Onderwer Antwoorden Kamervragen over uitlevering

Nadere informatie

LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK

LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK Beschouwingen LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK Constantijn Kelk Samenvatting De levenslange gevangenisstraf werd in 1886 in de Nederlandse strafwet ingevoerd. Tot niet lang geleden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie 25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1 ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie Wat is de maatschappelijke relevantie van je onderwerp? De levenslange gevangenisstraf is al omstreden sinds de invoering

Nadere informatie

EEN LEVEN LANG LEVENSLANG?

EEN LEVEN LANG LEVENSLANG? EEN LEVEN LANG LEVENSLANG? Een onderzoek naar de tenuitvoerlegging van levenslange gevangenisstraf in Nederland Naam: Esmé van Kessel Studentennummer: 2068739 Organisatie: Verpaalen Advocaten Datum: 29

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48627 31 augustus 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 augustus 2017, nr. 2117970,

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Levenslang post Vinter

Levenslang post Vinter 1775 Wetenschap Levenslang post Vinter Over de gevolgen van de uitspraak van 9 juli 2013 van het EHRM voor de Nederlandse levenslange gevangenisstraf Wiene van Hattum 1 Op 9 juli jl. verklaarde de Grote

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 19 mei 2015

betreft: [klager] datum: 19 mei 2015 nummer: 14/3242/GV (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 19 mei 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus GC Den Haag

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 GC Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462

ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 ECLI:NL:RBAMS:2017:5462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-08-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer 13/751411-17 RK-nummer: 17/4077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

Zorg, behandeling en perspectief, de volgprocedure levenslanggestraften.

Zorg, behandeling en perspectief, de volgprocedure levenslanggestraften. , de volgprocedure levenslanggestraften. Inhoudsopgave: 1. Stand van zaken 1 2. Standpunt Forum Levenslang 5 3. De oude Volgprocedure langgestraften 5 4. De uitgangspunten voor zorg en welzijn 7 5. Behandeling

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Hattum, W. F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7),

Citation for published version (APA): van Hattum, W. F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7), University of Groningen De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf van Hattum, Wiene Published in: Trema IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De strafrechter en de invulling van de straf [0]

De strafrechter en de invulling van de straf [0] Delikt en Delinkwent, De strafrechter en de invulling van de straf Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: DD 2009/66 Bijgewerkt tot: 20-10-2009 Auteur: F.W. Bleichrodt [*]

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

WODC. De levenslange vrijheidsstraf. Justitiële verkenningen. verschijnt 8 maal per jaar jaargang 39 april

WODC. De levenslange vrijheidsstraf. Justitiële verkenningen. verschijnt 8 maal per jaar jaargang 39 april WODC 2 13 Justitiële verkenningen De levenslange vrijheidsstraf verschijnt 8 maal per jaar jaargang 39 april JV 2 13 Justitiële verkenningen De levenslange vrijheidsstraf Verschijnt 8 maal per jaar jaargang

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG

FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG Factsheet Feitelijke gegevens over de levenslange gevangenisstraf Stand van zaken juli 2011 Colofon Factsheet Feitelijke

Nadere informatie

Dienst Justitiële Inrichtingen

Dienst Justitiële Inrichtingen Dienst Justitiële Inrichtingen van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 30132 2500 GC Den Haag Vestig ingsd irecteuren Gevangeniswezen Datum 11 september 2017 Onderwerp Tenuitvoerlegging levenslange

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar aanleiding van een klacht van een levenslanggestrafte over de behandeling van

Rapport. Een onderzoek naar aanleiding van een klacht van een levenslanggestrafte over de behandeling van Rapport Een onderzoek naar aanleiding van een klacht van een levenslanggestrafte over de behandeling van een gratieverzoek door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 29 december

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 17-01-2018 Verwerkt op 17-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Tevens per internetconsultatie Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer W.M.J. de Wildt Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker,

Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Dekker, RSJ Postbus 30137 2500 GC DEN HAAG www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de Minister voor Rechtsbescherming Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Betreft : Afdeling : Afdeling Advisering E-mail : advies@rsj.nl Datum : 9

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever

Samenvatting. Inleiding. Vraagstelling onderzoek. Wetgever Samenvatting Inleiding Bij een ontzetting uit beroep of ambt wordt iemand de bevoegdheid ontzegd om een bepaald beroep of ambt voor een zekere periode uit te oefenen. Ontzettingen worden vaak opgelegd

Nadere informatie

0 6 OKT RSJAO,/9fl51/f,fl. Ministerie van Veiligheid en Justitie. Nummer

0 6 OKT RSJAO,/9fl51/f,fl. Ministerie van Veiligheid en Justitie. Nummer RSJAO,/9fl51/f,fl IN. 0 6 OKT. 2017 - t Ministerie van Veiligheid en Justitie Nummer > Retouradres Postbus 30132 2500 CC Den Haag Aan de algemeen voorzitter van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

GEEN STREEPJES OP DE MUUR

GEEN STREEPJES OP DE MUUR Leonie van der Grinten GEEN STREEPJES OP DE MUUR Een onderzoek naar de wenselijkheid van de initiatieven van de RSJ en het Forum Levenslang met betrekking tot de bezwaren omtrent de levenslange gevangenisstraf

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 Rapport Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 2 Klacht In het kader van verzoekers gratieverzoek van 7 augustus 2002 heeft het gerechtshof te Den Haag negatief advies uitgebracht. Het hof overwoog

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie