LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK"

Transcriptie

1 Beschouwingen LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF: OVER DE NEDERLANDSE PRAKTIJK Constantijn Kelk Samenvatting De levenslange gevangenisstraf werd in 1886 in de Nederlandse strafwet ingevoerd. Tot niet lang geleden werd deze ultieme straf op bescheiden schaal toegepast. Daar lijkt echter verandering in te zijn gekomen: na 2000 werd maar liefst 25 keer een levenslange straf opgelegd. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de recente uitspraak van de Hoge Raad van 16 juni 2009 over de vraag of de oplegging van deze straf mogelijk strijdig is met de waarborgen van het EVRM, nu geen rechterlijke toetsing van de tenuitvoerlegging wettelijk geregeld is. Trefwoorden Strafrecht, gevangenisstraf, levenslang, periodieke toetsing, gratie [art. 3 EVRM, art. 2 Penitentiaire Beginselenwet] 1 Inleiding De levenslange gevangenisstraf heeft in de Nederlandse strafrechtspraktijk tot niet lang geleden een betrekkelijk onopvallend bestaan geleid. De zwaarste straf die in ons nieuwe Wetboek van Strafrecht van 1886 naar de beroemde woorden van de toenmalige Justitieminister Modderman met bloedend hart werd ingevoerd, is zeker in de tweede helft van de vorige eeuw niet heel vaak opgelegd. Men beperkte zich in ons commune strafrecht (de bijzondere rechtspraak inzake oorlogsmisdaden na de tweede oorlog buiten beschouwing gelaten) voornamelijk tot gevallen van meervoudige moord. Nog in 1980 schreef de bekende VU-hoogleraar I.A. Diepenhorst dat aan deze straf geen bijzondere behoefte bestaat. 1 Inmiddels is het getij in ons strafklimaat, hoe het komt komt het, fors gekeerd. Deze ontwikkeling is overigens in meer West-Europese landen te signaleren. Het aantal langere gevangenisstraffen is al enige decennia enorm gegroeid, terwijl eveneens het aantal opleggingen van de tbs-maatregel, al dan niet in combinatie met een lange straf, flink is gestegen, al is sedert kort in dit aantal weer een ommekeer opgetreden. Dit laatste is waarschijnlijk veroorzaakt door het grote aantal weigeringen van verdachten om mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek veelal uit vrees voor de tbs-maatregel en al helemaal voor het risico in het kader daarvan in een long stay-afdeling te belanden. Maar in die gevallen pleegt de rechter een zeer lange, zo niet een levenslange gevangenisstraf op te leggen. Bij de algehele verharding van de strafpraktijk is tevens sprake van een opvallend versnelde toeneming van het aantal levenslange gevangenisstraffen: bedroeg tussen 1889 en 2000 (dus gedurende 110 jaar) het aantal levenslange straffen 56, ofwel gemiddeld eenmaal per twee jaar, na 2000 werd maar liefst 25 keer een levenslange straf opgelegd, gemiddeld dus ruim tweemaal Prof. mr. C. Kelk is emeritus hoogleraar straf(proces)recht en penitentiair recht aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht. 1 I.A. Diepenhorst in zijn voorwoord bij de bundel: V.H. Davelaar-van Tongeren, N. Keijzer & U. van de Pol (red.), Strafrecht in perspectief, Gouda Quint NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1 25

2 Beschouwingen Kelk per jaar. 2 Medio oktober j.l. waren er in totaal 35 tot levenslang veroordeelden, van wie 7 nog niet onherroepelijk. Zelfs zijn er inmiddels rechterlijke beslissingen gevallen, waarin ter motivering van de strafmaat wordt gesteld dat omwille van de beveiliging van de samenleving een definitieve verwijdering van de verdachte uit de maatschappij is geboden. 3 De vraag naar de haalbaarheid daarvan zal hieronder nader in ogenschouw worden genomen. 2 De levenslange gevangenisstraf in historisch perspectief Het moge ons strafrechtsstelsel op zichzelf sieren dat we in vergelijking met menig ander land geen rijke traditie in de toepassing van de levenslange gevangenisstraf kennen, maar daarvan is wel het gevolg dat het ons evenzeer ontbreekt aan een ruime traditie in de tenuitvoerlegging ervan en aan een reguliere wettelijke voorziening voor eventuele vroegtijdige beëindiging anders dan via incidentele gratieverlening. Deze gratieverlening hield voorheen in dat de levenslange straf op grond van gratie werd omgezet in een tijdelijke, waarop vervolgens de regels van de voorwaardelijke invrijheidstelling werden toegepast. Zo n op jarenstelling was de gebruikelijke gang van zaken om op een daarvoor rijp en verantwoord geacht moment onder voorwaarden een eind aan de levenslange straf te maken. Door de hoogste gratie-ambtenaar op het Ministerie van Justitie, O.E. Schravendijk, werd in 1957 in een nota, de zogeheten Nota Schravendijk, verzekerd dat nog nimmer een levenslange gevangenisstraf tot het einde toe was uitgeboet. In de toenmalige praktijk, zo is uit het door hem verrichte literatuuronderzoek gebleken, was sprake van de mogelijkheid van op jarenstelling na circa 15 jaar. 4 De toenmalige Minister van Justitie Samkalden heeft naar aanleiding van deze bevindingen en mede geïnspireerd door het wegens zijn vergaandheid niet overgenomen rapport van de Commissie-Pompe inzake een verruiming van de v.i.-regeling 5 voor lang- en levenslanggestraften, de zogenoemde Samkalden-regeling, ingesteld. Deze hield onder meer in dat na 10 jaar werkelijke straftijd de beoordelingsprocedure kon worden aangevangen om eventueel tot gratie te komen. Daarbij speelden onder meer forensisch gedragskundige observatie(s), zoals verricht in het huidige Pieter Baan Centrum, een belangrijke rol. Per saldo ging het om een nauwkeurige afweging van de mogelijke reclasseringskansen van de betrokkene. In het verlengde hiervan lag de in 1972 ingestelde (ministeriële) Volgprocedure langgestraften, onder de werking waarvan ook de levenslanggestraften vielen. Het ging aanvankelijk om straffen van zes jaar of langer. Deze regeling, die dus de mogelijkheid bevatte om via een stapsgewijze beoordelingsprocedure tot gratiëring te komen, is echter in 2000 ingetrokken. 6 Wel is in 1988 in het kielzog van deze ministeriële regelingen een tweede algemene gratiegrond in artikel 2 van de Gratiewet opgenomen, namelijk wanneer het aannemelijk is dat met een (verdere) tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing geen met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend. 2 Zie voor deze getallen: W.F. van Hattum, In de daad een mens. De gratieprocedure levenslanggestraften: departementaal beleid en magistratelijk toezicht, vroeger en nu, DD 2009, p M.S. Groenhuijsen, Levenslange gevangenisstraf in Nederland, DD 1999, p Zie ook Hof Den Haag 18 juni 2004, LJN AP2846 (Lucia de B.). 4 Van Hattum 2009 (supra noot 2), p Rapport van januari 1952, SDU Stcrt. 12 september 2000, 176, p NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1

3 Levenslange gevangenisstraf: over de Nederlandse praktijk Beschouwingen W.F. van Hattum werd, bij het dossieronderzoek dat zij met betrekking tot vijf, reeds vele jaren geleden gegratieerde, levenslanggestraften uitvoerde, gefrappeerd door de kennelijke eensgezindheid waarmee indertijd door alle betrokken departementale ambtenaren en gedragskundigen na zekere tijd naar gratiëring werd toegewerkt. Uiteraard blies ook de reclassering daarbij zijn partij mee. Inderdaad is het opmerkelijk hoe men zich, ook op het ministerie, maar al te zeer bewust was van de zeer grote problemen van psychische en somatische aard waarin deze categorie extreem gestraften door de uitzichtloze situatie onherroepelijk terecht raakte. In deze kring van ingewijden werd onomwonden gesteld dat de werkelijk volgehouden levenslange straf iets onmenselijks is en erger dan de doodstraf. 7 Door hen werd het dan ook al lang geleden als een zekere overheidsplicht gezien om, als de straf na vele jaren bij de gestrafte een verandering ten goede heeft teweeggebracht, de tijd gekomen te achten anders over hem te oordelen, aldus reeds een ambtelijke nota van Deze opvatting vindt overigens steun in de (latere) bevindingen van R. Rijksen, die in de jaren 60 penologisch onderzoek deed naar de situatie van de zeer langgestraften in de koepelgevangenis te Breda. 8 Rijksen s onderzoek, waaruit sterke aanwijzingen naar voren kwamen voor zeer negatieve en schadelijke gevolgen van een lange detentie voor de betrokkenen, zeker na een periode van circa vijf jaar, heeft waarschijnlijk veel invloed gehad op het denken over de lange vrijheidsstraf. Bedacht moet evenwel worden dat de jaren 60 en 70 getekend werden door een tendentie tot humanisering en vermildering van ons straf(rechts)systeem, waardoor Nederland zich overigens vele jaren internationaal in gunstige zin heeft onderscheiden. Niettemin is ook in latere gevallen uit hoofde van de ten departemente voorheen gegroeide gratiëringspatronen na tenminste tien en ten hoogste vijtien jaren detentie gratie in overweging genomen, uiteraard leidend tot individueel verschillende uitkomsten. Zowel de indertijd bekende Berkelse arts dr. O. als de wegens meerdere moorden veroordeelde Hans van Z. kwamen uiteindelijk, onder zorgvuldige begeleiding, vrij. Een en ander werd overigens door een multidisciplinair team van OM, hulpverleners, gedragskundigen etc. uitvoerig voorbereid. Hans van Z. werd in 1986 (voorwaardelijk) in vrijheid gesteld via de gratievorm van een op jarenstelling. Sedertdien hebben zich geen gevallen van gratiëring meer voorgedaan, waarbij moet worden bedacht dat deze straf juist gedurende het laatste decennium in zo n ongekend grote hoeveelheid gevallen is opgelegd. Het is met name het wettelijk verankerde resocialisatiebeginsel waaraan in ons stelsel door de tijden heen steeds zeer veel waarde is gehecht. Dit beginsel geldt weliswaar in de eerste plaats voor de veroordeelde gedetineerden en dan in het bijzonder voor de categorie langgestraften, maar sinds de komst van de Penitentiaire Beginselenwet in 1999 betreft het naar de letter van de wet zelfs ook de onveroordeelde gedetineerden (zie artikel 2 lid 2 Penitentiaire Beginselenwet). Hieruit blijkt wel hoe doordesemd ons strafsysteem is van de gedachte van de terugkeer van gestraften naar de samenleving. 7 Van Hattum 2009 (supra noot 2), p R. Rijksen, Vijf jaar tot levenslang, Alphen aan den Rijn: Samsom NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1 27

4 Beschouwingen Kelk 3 Verandering in het strafrechtsklimaat Wat echter, zoals reeds gezegd, intussen aan een sterke verandering onderhevig is geweest, is het algehele strafrechtsklimaat in onze samenleving, waarvan de strafoplegging en de straftenuitvoerlegging toonaangevende exponenten zijn. Dat daarmee ook de dominante denkbeelden over de werkelijke tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in een totaal ander vaarwater terecht zijn gekomen, blijkt uit het in 2008 door de Staatssecretaris van Justitie verkondigde standpunt dat de levenslange straf niet gericht kan zijn op de terugkeer van de betrokkene in de samenleving. 9 Dit gebeurde op een congres van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming die in een advies over de levenslange gevangenisstraf juist tot een andere conclusie was gekomen. 10 Maar ook door minister Donner was al in 2004 desgevraagd in de Tweede Kamer opgemerkt dat levenslang in beginsel levenslang duurt, zij het dat gratieverlening in wegens afgenomen recidivegevaar verantwoorde gevallen niet zou zijn uit te sluiten. Dit antwoord was kennelijk bedoeld ter apaisering van gerezen vrees voor de mogelijkheid van vrijlating van levenslanggestraften in het algemeen. Door een aantal parlementariërs is immers de laatste jaren, veelal in verband met concrete, soms nog lopende, strafzaken en vanuit de mijns inziens in beginsel niet met de feiten corresponderende overtuiging dat de straftoemeting in Nederland veel te mild is, de stelling betrokken dat bij ons levenslang ook echt levenslang is en vooral dient te blijven. In een tijdperk waarin door een enkel Kamerlid zelfs de bespreekbaarheid van de doodstraf voor de allerergste gevallen aan de orde werd gesteld, is dit een teken aan de wand. Maar uit het voorgaande zal wel duidelijk zijn geworden dat de kreet: Levenslang is levenslang historisch apert onjuist is en kennelijk meer getuigt van wishful thinking dan van kennis van de feiten. In het gedurende de laatste decennia gestaag gegroeide repressieve en punitieve strafklimaat (waaraan uit grote bezorgdheid ondergetekende zijn afscheidscollege heeft gewijd 11 ), is tenslotte ook het aantal levenslange gevangenisstraffen enorm, zo niet spectaculair, 12 toegenomen. Deze laatste ontwikkeling moge vanwege de veranderde tijdgeest enigszins voor de hand hebben gelegen, toch heeft deze een aantal strafrechtsjuristen, zowel practici, bijvoorbeeld advocaten, als theoretici en forensisch gedragskundigen ten zeerste verontrust en in het geweer gebracht. Dit resulteerde in de oprichting in 2008 van het Forum levenslang (voluit: Forum Humane tenuitvoerlegging levenslange gevangenisstraf), waarvan de leden streven naar een humane tenuitvoerlegging van deze ultieme straf. Naar hun mening hoort een dergelijke strafexecutie nimmer te geschieden zonder enig perspectief op een vorm van vervroegde vrijlating onder bepaalde voorwaarden. Dit is niet alleen een eis van principes van humaniteit en van resocialisatie, maar ook in overeenstemming met internationale rechtsontwikkelingen. Het Forum trachtte een principiële uitspraak van de Hoge Raad te ontlokken. 9 Van Hattum 2009 (supra noot 2), p. 327 (noot 9). 10 Levenslang, perspectief op verandering, Advies RSJ van december 2006 en een aanvulling daarop van 29 april Getiteld: Strafrecht binnen menselijke proporties, afscheidscollege UU, Den Haag: BJu Van Hattum 2009 (supra noot 2), p NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1

5 Levenslange gevangenisstraf: over de Nederlandse praktijk Beschouwingen 4 Uitspraak van de Hoge Raad Op 16 juni 2009 deed de Hoge Raad uitspraak over de problematiek. Frank B. werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf na het plegen van een moord in Zijn advocaat, W. Anker, betoogde dat levenslang in Nederland een onmenselijke en dus met het EVRM strijdige straf is. Daarbij verwees hij naar het feit dat de staat sinds 1986 geen gratie meer had verleend aan een tot levenslang veroordeelde. De Hoge Raad oordeelde mede op basis van een zeer uitvoerige en rijk gedocumenteerde conclusie van A-G Knigge dat tussentijdse toetsing van de levenslange gevangenisstraf niet wettelijk geregeld hoeft te zijn, zolang er praktisch maar een mogelijkheid is om een levenslange gevangenisstraf te bekorten. De Hoge Raad geeft echter ook een waarschuwing af: Indien evenwel zou komen vast te staan dat een levenslange gevangenisstraf in feite nimmer wordt verkort, kan dat van betekenis zijn bij de beantwoording van de vraag of de oplegging van een levenslange gevangenisstraf dan wel verdere voortzetting van een dergelijke straf zich verdraagt met de uit art. 3 EVRM voortvloeiende eisen, zoals die door het EHRM in het arrest Kafkaris zijn omlijnd. 13 De centrale vraag in de uitspraak van de Hoge Raad is of de oplegging van levenslange gevangenisstraf niet strijdig is met de waarborgen van het EVRM, nu de wet zich in artikel 10 lid 1 Sr beperkt tot het bieden van de mogelijkheid een levenslange gevangenisstraf op te leggen zonder dat enige verdere rechterlijke toetsing van de tenuitvoerlegging wettelijk geregeld is. Het gaat dan om schending van respectievelijk het verbod van tortuur en van onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (artikel 3 EVRM) en van bescherming tegen willekeurig overheidsingrijpen in de persoonlijke vrijheid, onder meer omvattende het recht om de eigen vrijheidsbeneming door een rechter op rechtmatigheid te laten toetsen (artikel 5 lid 4 EVRM). Over deze twee beweerde verdragsschendingen zijn al eerder principiële rechterlijke uitspraken gedaan. Zo is naar het oordeel van Europees Hof voor de Rechten van de Mens geen sprake van schending van artikel 3 EVRM, mits de duur van deze straf te eniger tijd de jure en de facto kan worden verkort. 14 Met andere woorden, als de strafoplegging per definitie levenslange opsluiting in absolute zin inhoudt kan deze in strijd komen met artikel 3 ( the imposition of an irreducible life sentence (...) may raise an issue under art. 3 ), maar niet als verkorting ervan tot de juridische dan wel de feitelijke mogelijkheden behoort, in welke vorm dan ook. Dit hoeft niet te betekenen dat tussentijdse beoordelingen in alle gevallen voor de betrokkene gunstig zullen uitvallen. Het gaat er om dat voor de veroordeelden enig perspectief niet per se is uitgesloten. En volgens de Hoge Raad wordt artikel 5 lid 4 EVRM niet geschonden, zomin als artikel 3, indien zoals in ons land het geval is door de levenslang gestrafte de rechtmatigheid van de verdere tenuitvoerlegging van die straf ter toetsing van de burgerlijke rechter kan worden gebracht. 15 Bovendien heeft deze gestrafte bij ons altijd ook het recht om een gratieverzoek terzake bij de Minister van Justitie in te dienen (waarover tevens de rechter die de straf heeft opgelegd zijn advies moet uitbrengen). Een niet onbetekenend verschil tussen de situaties waarin respectievelijk het eerdere arrest en het onderhavige arrest van de Hoge Raad is gewezen, ligt 13 HR 16 juni 2009, LJN BF EHRM 12 februari 2008, Kafkaris t. Cyprus, appl. no / HR 9 maart 1999, NJ 1999, 435. NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1 29

6 Beschouwingen Kelk in het feit dat in 1999 de inmiddels afgeschafte Volgprocedure langgestraften nog in werking was. Deze voorzag in een periodieke beoordeling vanwege de Minister van Justitie van de tenuitvoerlegging van alle lange straffen, ook als het om een levenslange gevangenisstraf ging. Dit betekende dat in daarvoor in aanmerking komende gevallen ambtshalve gratie werd verleend, terwijl nu de mogelijkheid van gratie afhankelijk is van het eigen initiatief van de levenslanggestrafte zelf. Desondanks wordt door de Hoge Raad, gezien de Straatsburgse jurisprudentie, geen schending van artikel 3 en artikel 5 lid 4 EVRM bij de oplegging van een levenslange straf aanwezig geacht. Daarbij gaat de Hoge Raad in op de door de A-G geopperde wenselijkheid dat de Raad zich zal uitspreken over het rechtskarakter van de levenslange gevangenisstraf naar Nederlands recht. Voor het door het EHRM met het oog op artikel 3 aangelegde criterium van de mogelijkheid tot verkorting van de straf de iure en de facto is niet per se een wettelijke voorziening vereist. Maar wel geeft de Hoge Raad als zijn uitdrukkelijke mening dat een periodieke toetsing op zichzelf geëigend zal zijn om de in artikel 3 EVRM vervatte waarborg vorm te geven. Over de gewenste vorm van een dergelijke (wettelijke) regeling wil de Hoge Raad zich evenwel nu niet uitspreken omdat dit de rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaat. Maar het zou verbazen als de Hoge Raad niet bepaalde gedachten voor ogen zou hebben hoe aan de noodzaak van het bieden van enig perspectief het beste vorm kan worden gegeven. Ik merk nog op dat aan de door de Hoge Raad genoemde mogelijkheid van een rechtmatigheidstoetsing door de burgerlijke rechter van de verdere tenuitvoerlegging slechts een marginale betekenis kan worden toegekend. Bleichrodt wijst er onder meer op dat de burgerlijke rechter zich met betrekking tot vorderingen tot verkorting van de strafexecutie terughoudend pleegt op te stellen en dat dit nooit tot inkorting van een levenslange straf heeft geleid Ter vergelijking: het Britse stelsel Een stevige zet in de goede richting is gegeven door de ontwikkelingen inzake het Britse systeem van levenslange straffen, waarbij de Straatsburgse rechtspraak geen geringe rol heeft gespeeld. Na de afschaffing van de verplichte doodstraf in 1965 ontstond in Engeland een onderscheid tussen de daarvoor in de plaats gekomen verplichte levenslange gevangenisstraf (mandatory life sentence), zoals in geval van moord, en de discretionary life sentence, ter vrije bepaling door de rechter. The mandatory life sentence was dan ook als zuiver vergeldende straf bestemd om werkelijk levenslang te duren, ongeacht de gevaarlijkheid van de dader. Daarentegen was en is de discretionary life sentence steeds bedoeld als straf waarvan de lengte niet direct valt te bepalen, maar waarvan een als punitive period te beschouwen deel (ook tariff genoemd) in ieder geval geheel moet worden uitgezeten, waarna een security period volgt, die afhankelijk van de recidivegevaarlijkheid van de veroordeelde kan worden beëindigd met een vorm van voorwaardelijke invrijheidstelling (release). Deze laatste kan echter het gehele verdere leven van de betrokkene alsnog worden herroepen. Slechts door middel van gratie kan daaraan een definitief eind worden gemaakt. De tenuitvoerlegging van beide soorten levenslang is stapsgewijze aan nadere regelingen onderworpen geraakt. Aanvankelijk gold voor beide dat alle beslissingen, zoals over het vaststel- 16 F.W. Bleichrodt, De strafrechter en de invulling van de straf, DD 2009, p NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1

7 Levenslange gevangenisstraf: over de Nederlandse praktijk Beschouwingen len van de tariff (tariff fixing), de voorwaardelijke invrijheidstelling en de herroeping daarvan, werden genomen door the Home Secretary. Dit heeft overigens geenszins betekend dat door de administratie niet een ruim gebruik van zijn discretionaire bevoegdheid tot invrijheidstelling is gemaakt, ook in gevallen van een mandatory sentence. Integendeel. In zoverre is het ten onzent gevoerde gratiebeleid, dat zojuist aan de orde kwam, niet heel veel anders geweest dan dat van de Engelse Home Secretary. Doch in Engeland is intussen wel steeds meer bij de genoemde beslissingen de bemoeienis van de rechter dan wel van een onafhankelijke rechterlijke instantie of commissie ingeschakeld. 17 Per saldo is het onderscheid tussen de beide soorten levenslange gevangenisstraf voor wat betreft de aard van de tariff fixing opgeheven: het bepalen van een punitieve periode waarna de afgenomen gevaarlijkheid als criterium voor invrijheidstelling gaat gelden werd beschouwd als een typische rechterlijke taak en diende dan ook een onderdeel van de straftoemeting te zijn. Daarmee is het belangrijkste verschil tussen mandatory en discretionary life sentences in feite verdwenen. 18 Door W.F. van Hattum wordt er terecht op gewezen dat indien in een individueel geval de tenuitvoerlegging van een levenslange straf in Nederland wordt verplaatst naar een behandelingsinrichting, hetgeen voorkomt, dit als een aanwijzing is te beschouwen dat kennelijk het punitieve stadium is verlaten en dat dan een fase is ingegaan die is gericht op beveiliging van de samenleving tegen mogelijke recidivegevaarlijkheid. 19 Deze fase is te vergelijken met de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel. Dan zou ook, vergelijkbaar met de tbs, een stelselmatige beoordeling met telkenmale een rechterlijke toetsing op grond van artikel 5 lid 4 EVRM aan een verdere voortzetting van deze fase ten grondslag moeten liggen. 6 Standpunt van de bewindspersonen van Justitie Dit pleidooi, mede ingegeven door internationale ontwikkelingen, heeft bij de Minister en de Staatssecretaris van Justitie (nog) slechts een bescheiden gehoor gevonden. Deze schreven op 16 oktober 2009 een brief aan de vaste Kamercommissie van Justitie over de gratieprocedure voor levenslanggestraften. 20 De groei van het aantal levenslanggestraften geeft de bewindslieden aanleiding om deze procedure en de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf wederom in studie te nemen, nu daarover nog geen specifiek beleid is ontwikkeld. Zij zien de laatste uitspraak van de Hoge Raad als ondersteuning van het nu door hen ingezette beleid. In deze uitspraak wordt immers de huidige gang van zaken, inhoudende het niet uitgesloten zijn van de mogelijkheid van gratie voor deze categorie veroordeelden, niet strijdig geoordeeld met de rechtspraak van het EHRM. Zij gaan ervan uit dat een veroordeling tot levenslange gevangenisstraf steeds berust op een weloverwogen keuze van de rechter tussen een tijdelijke straf en levenslang. Deze keuze 17 Zie voor een goed overzicht hiervan: W.F. van Hattum, Het irrationele van de levenslange straf, in Systeem in ontwikkeling, Liber Amicorum G. Knigge, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005, p EHRM 28 mei 2002, Stafford t. het Verenigd Koninkrijk (appl. no /99). 19 Van Hattum 2009 (supra noot 2), p Brief aan de Tweede Kamer van 16 oktober 2009, kenmerk /09/DSP. NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1 31

8 Beschouwingen Kelk wordt des te bewuster gemaakt, nu de tijdelijke straf sinds 2005 is verhoogd van maximaal twintig naar maximaal dertig jaar. Derhalve is de levenslange straf dan ook in beginsel levenslang, aldus de bewindslieden, tenzij de betrokkene in een uitzonderlijk geval van veranderingen in zijn persoon of in zijn omstandigheden in aanmerking komt voor gratie. Aan deze individuele achtergronden kan een voorwaardelijke invrijheidstelling op een reeds tevoren vastgesteld moment geen recht doen, zo vinden zij. Een gefixeerd ogenblik is ongeschikt voor de vaststelling dat de veroordeelde geen gevaar meer oplevert voor de samenleving. De noodzaak van individuele beoordeling maakt een periodieke toetsing door een rechter (bijvoorbeeld na vijftien jaar) in hun ogen dan ook overbodig. Evenmin dwingt de uitspraak van de Hoge Raad hiertoe. Positiever lijkt me hun voornemen om wederom tot invoering te komen van een Volgprocedure voor Langgestraften. Onderkend moet immers worden dat zeer lange straffen schadelijk (kunnen) zijn voor de lichamelijke en psychische gezondheid der betrokkenen. Daarom zal minimaal één keer per vijf jaar de levenslang gestrafte in de gelegenheid worden gesteld een onderzoek te doen verrichten dat is gericht op diagnostiek en risicotaxatie en dat tot een advies leidt betreffende de verdere tenuitvoerlegging van de straf. Tevens kan dit advies worden aangewend bij het indienen van een gratieverzoek. Ook is positief te noemen dat de wijze van tenuitvoerlegging ter hand zal worden genomen. Thans zijn de levenslang gestraften nog over het gevangeniswezen verspreid, doch zij zullen in de toekomst worden ingedeeld onder de bijzondere doelgroep langverblijvenden, waarvoor een speciaal regime zal gelden, dan wel in aanmerking worden gebracht voor plaatsing in één van de vijf Penitentiaire Psychiatrische Centra in wording. Uitdrukkelijk wordt echter de categorie levenslanggestraften uitgesloten van resocialisatie. Wel zal voor hen een individueel detentieplan worden opgesteld dat voorziet in ieders persoonlijke behoeften, bijvoorbeeld betreffende het verschaffen van bepaalde zorg en van zinvolle dagbesteding. 7 Uitleidende opmerkingen Het is duidelijk dat niet wordt aangesloten bij de door de RSJ geadviseerde en in kringen van het Forum Levenslang met verve bepleite periodieke rechterlijke toetsing, uiteindelijk resulterend in een vorm van voorwaardelijke invrijheidstelling. Ons systeem zal hierin dan achter blijven bij de bestaande praktijk in enkele andere landen, zoals Duitsland. Zeer recentelijk is overigens door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens nog eens uitdrukkelijk bevestigd dat the possibility of review of a life sentence [ ] will be sufficient to satisfy Artikel Werd in het verleden noblesse oblige tot de Nederlandse strafcultuur gerekend in de zin van royale interpretaties van minimum eisen voor een juridisch behoorlijk strafrecht, thans lijkt er een grotere tendentie te bestaan tot het streven naar restricties inzake de rechtspositie van de justitiabele. Een wettelijk geregelde rechterlijke toetsing na een bepaalde termijn zal echter een garantie zijn voor de gelijke behandeling van alle betrokken tot levenslang veroordeelden, terwijl tegelij- 21 EHRM 26 november 2009, Meixner t. Duitsland (appl. no /07). 32 NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1

9 Levenslange gevangenisstraf: over de Nederlandse praktijk Beschouwingen kertijd alle individuele verschillen per geval tot uitdrukking kunnen komen in mogelijk zeer uiteenlopende resultaten van de toetsing. Voorts is er door diverse schrijvers op gewezen dat in menige motivering van een levenslange gevangenisstraf de noodzaak van adequate vergelding en/of de noodzaak van beveiliging van de samenleving worden genoemd. In dit verband vraagt F.W. Bleichrodt terecht aandacht voor de betekenis van het verstrijken van de tijd, zowel voor de zwaarte van de vergeldingsbehoefte die lang na het moment van het misdrijf in veel gevallen zal zijn afgenomen, als voor de moeilijkheid om het recidiverisico op zeer lange termijn in te schatten. Hij concludeert derhalve dat het rechterlijk vonnis een momentopname is en daarom niet het laatste woord kan zijn over de duur van de straf. Dit effent zijns inziens, anders dan de bewindslieden van Justitie nu van plan zijn, de weg naar een stelsel van voorwaardelijke invrijheidstelling. 22 Ook ikzelf heb al eerder de mening verkondigd dat het een wezenlijke overspanning van de menselijke vermogens van de rechter is om van hem te vergen dat hij op het moment van de strafoplegging over het ganse verdere leven van een medemens en diens niet goed te voorziene ontwikkeling een definitief oordeel voor zijn verantwoording zal nemen. Daarbij komt dat ook de vergeldingsnoodzaak aan veranderingen onderhevig zal kunnen zijn. De zwaardere accentuering van de positie van slachtoffers en van aan hen toegeschreven wraakgevoelens en vergeldingsbehoeften, die de laatste decennia meer en meer in het strafrechtelijk denken is geïncorporeerd, berust nogal eens op de veronderstelling dat bij hen in absolute zin blijvende wraakgevoelens leven die om een absolute tegemoetkoming vragen. Het is zeer de vraag of deze absolute opvatting over de vergelding nog wel past in een realistisch en functioneel strafrecht. Een hoofdtaak van het strafrecht is om de rechtvaardigheid te dienen en om eigenrichting tegen te gaan (door conflicten en wraakgevoelens tussen daders en slachtoffers te apaiseren), maar niet om in concrete gevallen de specifieke wensen van individuele slachtoffers op te volgen. Helaas pretenderen bepaalde stromingen in ons land tegenwoordig dat dit laatste anders is en menen zij klakkeloos te weten wat het slachtoffer wil. In ons strafrecht en in onze strafrechtspraktijk leeft daarentegen nog altijd sterk de verenigingstheorie, waarin wordt uitgegaan van een combinatie van de (naar daad en naar persoon van de dader) proportionele vergelding die als rechtsgrond van de straf de begrenzing daarvan vormt en de strafdoelen van de generale en speciale preventie die binnen deze begrenzing nagestreefd dienen te worden. Deze kunnen in het concrete geval heel wel een matigende invloed op de straf uitoefenen. Men kan van deze denkwijze de wezenstrekken herkennen in de rechterlijke straftoemetingspraktijk. Maar ook de veronderstelling van het duurzaam blijvende wraakgevoel wordt door de werkelijkheid niet zelden gelogenstraft. Daarvan zijn zeer indrukwekkende voorbeelden te geven. Zo hebben de nabestaanden van de in 1987 vermoorde Gerrit Jan Heijn, in het bijzonder zijn weduwe, altijd een naar de achtergrond neigende houding aangenomen jegens de moordenaar van hun naaste familielid, die na een lange detentie en een verpleging in een tbs-inrichting vrijkwam. En zo las ik nog onlangs in de aanhef van een interview met een zoon van een tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp omgebrachte vader: Vroeger, vertelt P.H., wilde ik de mensen die mijn vader hadden vermoord graag een kopje kleiner maken. Maar de tijd van wraak is voorbij F.W. Bleichrodt, Een leven lang, inaugurele rede Groningen, Kluwer 2006, p NRC Weekblad van 28 november 4 december 2009, p. 6. NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1 33

10 Beschouwingen Kelk Voorkomen moet echter worden dat slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven door anderen in welke mate dan ook een blijvend wraakgevoel opgedrongen zouden krijgen, dat bij henzelf niet in die mate leeft. Een dergelijke miskenning van hun ware gevoelens hierover zou op een pijnlijke wijze afbreuk kunnen doen aan hun zelfbeeld en hun zelfrespect. Het gevaar daarvoor is evenwel niet denkbeeldig als over de betekenis van het slachtoffer in het strafrecht wordt gedacht in termen van: Daders óf slachtoffers, in plaats van: Daders én slachtoffers. Mijns inziens zou het de beste oplossing voor de problematiek van de levenslange gevangenisstraf zijn als de wetswijziging waarbij het maximum van de tijdelijke gevangenisstraf als alternatief naast een levenslange gevangenisstraf is verhoogd van twintig naar dertig jaar, zijn vruchten zou gaan afwerpen en metterdaad een levenslange straf vaker overbodig zou maken. In geval de rechter daarin om hem moverende redenen niet kan meegaan, zal het bestaan van een ambtshalve, periodieke beoordeling met rechterlijke toetsing aangewezen zijn, zoals hiervoor uiteengezet is. 34 NTM NJCM-Bull. jrg. 35 [2010], nr. 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf

faculteit rechtsgeleerdheid faculteit rechtsgeleerdheid De levenslange gevangenisstraf 30-03-2016 1 De levenslange gevangenisstraf Lezing voor het Fries Juridisch Genootschap Mw. mr. dr. Wiene van Hattum 29 maart 2016 Huishoudelijk 2 Kennismaking: Universitair docent strafrecht en RUG Voorzitter

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Loes Janssen 0425621 Masterscriptie Strafrecht Naam: Loes Janssen Studentnummer: 0425621 Afstudeerscriptie Strafrecht Begeleider: Mr. M. Bosch 2 de lezer: Prof.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie

25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1. ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie 25 MAART 2016 RESEARCHPLAN OPDRACHT 1 ALEXANDRA MEIJER INHOUD Research & Productie Wat is de maatschappelijke relevantie van je onderwerp? De levenslange gevangenisstraf is al omstreden sinds de invoering

Nadere informatie

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein?

Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten van een aankomende trein? Thi Diem My Nguyen 1 Licht aan het einde van de tunnel voor de levenslanggestraften of de koplichten

Nadere informatie

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten

Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk. Feiten Analyse EHRM 9 juli 2013, Vinter e.a. v. het Verenigd Koninkrijk Feiten De klagers in deze zaak (Vinter, Bamber en Moore) zijn in resp. 2008, 1986 en 1996 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 17 februari 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1764/RO Uw kenmerk: 5633273/09/6 Onderwerp:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Perspectief voor levenslanggestraften?

Perspectief voor levenslanggestraften? 120 Perspectief voor levenslanggestraften? T. de Bont en S. Meijer * Nederland neemt binnen Europa de positie van buitenbeentje in als het gaat om de levenslange gevangenisstraf. 1 Detentie die in beginsel

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Zorg, behandeling en perspectief, de volgprocedure levenslanggestraften.

Zorg, behandeling en perspectief, de volgprocedure levenslanggestraften. , de volgprocedure levenslanggestraften. Inhoudsopgave: 1. Stand van zaken 1 2. Standpunt Forum Levenslang 5 3. De oude Volgprocedure langgestraften 5 4. De uitgangspunten voor zorg en welzijn 7 5. Behandeling

Nadere informatie

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN HET LICHT VAN ARTIKEL 3 EVRM SONJA MEIJER, UNIVERSITAIR DOCENT STRAF(PROCES)RECHT DISCUSSIE OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF 2 Faculteit der Rechtsgeleerdheid DE WET

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Hoe te reageren op de allerergste misdaden?

Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Hoe te reageren op de allerergste misdaden? Over de rol van vergelding en beveiliging bij de levenslange gevangenisstraf Mr. Tim de Bont & mr. dr. Sonja Meijer 1 Inleiding Hoe dient een samenleving te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Levenslang is levenslang

Levenslang is levenslang Levenslang is levenslang Een onderzoek naar de rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland in het licht van de jurisprudentie van het Europese Hof voor de rechten

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Voorwoord. 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_tot_levenslang_veroordeelden_in_nederland.

Voorwoord. 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/lijst_van_tot_levenslang_veroordeelden_in_nederland. 5 Voorwoord De invoering van de levenslange gevangenisstraf in 1870, die in de plaats kwam van de doodstraf, ging in Nederland niet zonder slag of stoot. In het parlement was de invoering onderwerp van

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

0 6 OKT RSJAO,/9fl51/f,fl. Ministerie van Veiligheid en Justitie. Nummer

0 6 OKT RSJAO,/9fl51/f,fl. Ministerie van Veiligheid en Justitie. Nummer RSJAO,/9fl51/f,fl IN. 0 6 OKT. 2017 - t Ministerie van Veiligheid en Justitie Nummer > Retouradres Postbus 30132 2500 CC Den Haag Aan de algemeen voorzitter van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65365 1 december 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 november 2016, houdende de instelling

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen?

Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Levenslang. Op weg naar een humaner gevangeniswezen? Masterscriptie van Natascha Panhuijsen (5731216) Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Mr. M. Bosch Augustus 2014 Voorwoord Voor u ligt mijn

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 17-01-2018 Verwerkt op 17-01-2018 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Tevens per internetconsultatie Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de heer W.M.J. de Wildt Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Nadere informatie

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag

Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 www.rsj.nl info@rsj.nl Aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG !!1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 1 februari 2016 Onderwer Antwoorden Kamervragen over uitlevering

Nadere informatie

De strafrechter en de invulling van de straf [0]

De strafrechter en de invulling van de straf [0] Delikt en Delinkwent, De strafrechter en de invulling van de straf Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: DD 2009/66 Bijgewerkt tot: 20-10-2009 Auteur: F.W. Bleichrodt [*]

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing. van gedetineerden in verband met de modernisering van het

Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing. van gedetineerden in verband met de modernisering van het Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met de modernisering van het gevangeniswezen Advies 10 maart 2011 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Inleiding

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 nummer: 16/1660/GV (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van

Nadere informatie

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk:

Betreft: advies conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling Uw kenmerk: Ere-voorzitter Prof. mr. Pietervan Vollenhoven Postbus 93166 2509 AD Den Haag T 070 363 59 36 Ministerie van Justitie en Veiligheid T.a.v. de Minister voor Rechtsbescherming Zijne Excellentie de heer drs.

Nadere informatie

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF

DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF EEN ONDERZOEK NAAR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF IN NEDERLAND IN HET LICHT VAN EHRM VINTER E.A. VS. VERENIGD KONINKRIJK EN DE EISEN VAN ART. 3 EVRM

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Stéphanie Lakenman Januari 2012 0 Inhoudsopgave Inleiding / 3 1: De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft?

De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? De levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland - een heel leven lang gestraft? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de ten uitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland en Duitsland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN ART. 13 Sr OP EEN LEVENSLANG GESTRAFTE

DE TOEPASSING VAN ART. 13 Sr OP EEN LEVENSLANG GESTRAFTE DE TOEPASSING VAN ART. 13 Sr OP EEN LEVENSLANG GESTRAFTE Door C. Kelk 1. Inleiding Uit de elders in dit blad gepubliceerde beroepszaak, waarnaar hier verder steeds zal worden verwezen, blijkt hoezeer de

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon?

Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Recht op resocialisatie van levenslang gestraften: Gloort er hoop aan de horizon? Een onderzoek naar de wijze waarop resocialisatie van levenslang gestraften in de Nederlandse praktijk wordt verwezenlijkt

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48627 31 augustus 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 augustus 2017, nr. 2117970,

Nadere informatie

FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG

FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG FACTSHEET FEITELIJKE GEGEVENS OVER DE LEVENSLANGE GEVANGENISSTRAF FORUM LEVENSLANG Factsheet Feitelijke gegevens over de levenslange gevangenisstraf Stand van zaken juli 2011 Colofon Factsheet Feitelijke

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059 Rapport Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059 2 Klacht Op 1 juli 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer E. te Zutphen, ingediend door het Buro voor Rechtshulp te Zutphen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Raad voor Strafrech tstoepassing Correspondentie: Postbus 30137 en Jeugdbescherming 2500 CC Den Haag ~ Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 9310 Fax rechtspraak (070)

Nadere informatie

De levenslange gevangenisstraf in Nederland

De levenslange gevangenisstraf in Nederland De levenslange gevangenisstraf in Nederland Een onderzoek naar het Nederlandse beleid ten aanzien van de levenslange gevangenisstraf in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Laura

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Hattum, W. F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7),

Citation for published version (APA): van Hattum, W. F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7), University of Groningen De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf van Hattum, Wiene Published in: Trema IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF)

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993

ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 366 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 21 december 2016 De vaste commissie voor Veiligheid en

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie