betreft: [klager] datum: 19 mei 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "betreft: [klager] datum: 19 mei 2015"

Transcriptie

1 nummer: 14/3242/GV (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 19 mei 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.P. Eckert, namens [...], verder te noemen klager, gericht tegen een op 1 september 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris), waarbij klagers verzoek om verlof is afgewezen, alsmede van de onderliggende stukken. 1. Verloop van de procedure Klager is sinds 9 oktober 1987 gedetineerd. Hij is bij arrest van het Gerechtshof Den Haag van 30 januari 1989 in hoger beroep veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, wegens het medeplegen van doodslag en drievoudige moord. Op 5 december 1989 is het arrest onherroepelijk geworden. Klagers vijfde gratieverzoek is bij beslissing van 10 juni 2014, met Koninklijke machtiging, door de Staatssecretaris afgewezen. Ter zitting van de beroepscommissie van 21 oktober 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel is klager, bijgestaan door een kantoorgenoot van zijn raadsman, mr. M.C. van Linde, door de voorzitter gehoord. Namens de Staatssecretaris zijn mevrouw mr. C.M. Bitter, landsadvocaat, mevrouw [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Norgerhaven, de heer mr. [...], coördinerend juridisch adviseur DJI Hoofdkantoor, mevrouw [...], selectiefunctionaris, de heer [...], afdelingshoofd bij de locatie Norgerhaven en de heer [...], medewerker afdeling Maatschappelijke Dienstverlening bij de locatie Norgerhaven, gehoord. Bij uitspraak van 18 december 2014, nr.14/3242/gv (tussenbeslissing) heeft de beroepscommissie overwogen dat klager niet heeft gespecificeerd op welke vorm van verlof zijn verzoek doelt. De beroepscommissie begreep uit het standpunt van de Staatssecretaris dat de Staatssecretaris van mening is dat klager als levenslanggestrafte niet in aanmerking komt voor algemeen verlof. De beroepscommissie heeft verder overwogen dat zij, gelet op de strekking van klagers verzoek en de aard van de opgelegde gevangenisstraf van oordeel is dat klagers verzoek niet beperkt is tot een verzoek om algemeen verlof. De beroepscommissie heeft voorts overwogen dat zij het verzoek dan ook tevens zal opvatten als een verzoek om strafonderbreking. De beroepscommissie heeft de behandeling van het beroep aangehouden in afwachting van nadere informatie over de voortgang van de door de voorzieningenrechter opgedragen resocialisatieactiviteiten. Op 4 maart 2015 is namens de Staatssecretaris een nadere reactie ingediend. Een afschrift hiervan is aan klagers raadsman verzonden. Op 17 maart 2015 heeft klagers raadsman hierop gereageerd. Een afschrift hiervan is aan mevrouw mr. C.M. Bitter gezonden. Ter zitting van de beroepscommissie van 18 maart 2015, gehouden in de locatie Norgerhaven, is klager, bijgestaan door mr. M.C. van Linde, gehoord.

2 Namens de Staatssecretaris zijn mevrouw mr. C.M. Bitter, mevrouw [...], de heer mr. [...], mevrouw [...], de heer [...] en de heer [...], afdelingshoofd, gehoord. Op 18 maart 2015 heeft klagers raadsman een nadere reactie gestuurd. Een afschrift hiervan is aan mevrouw mr. C.M. Bitter verzonden. 2. De standpunten 2.1. Klager Door en namens klager is het beroep toegelicht als vermeld onder 2.1. van de aan deze uitspraak aangehechte tussenbeslissing van 18 december 2014, nr. 14/3242/GV. Voorts is door en namens klager het beroep als volgt samengevat en zakelijk weergegeven toegelicht. Resocialisatie-activiteiten Voor wat betreft de resocialisatie-activiteiten verwijst de raadsman naar het overgelegd detentieplan van 1 maart Klager is werkzaam in de gedetineerdensoos en in het voorgebouw, een gedetineerdenvrije zone. Ook maakt hij gebruik van het beperkte internet in de inrichting. Voorts heeft hij met behulp van zijn casemanager zijn paspoort verlengd. Hij moest hiervoor gebruikmaken van een visa card en heeft dit via een vriend kunnen regelen. Hij heeft de aanvraag van het nieuwe paspoort voor het grootste deel zelf geregeld. Ook heeft hij sinds december 2014 contact met zijn familie in Hong Kong via Skype. Hij had hen dertig jaar niet op beeld gezien. Hij heeft inmiddels drie keer op deze manier contact gehad met zijn familieleden. Hij is nog niet gestart met het onderwijs, maar dat ligt niet aan hem. Hij heeft zijn medicatie weten af te bouwen. Hij gebruikt bijna geen medicatie meer, alleen nog voor zijn artrose en hooikoorts. Abusievelijk was ooit een einddatum van zijn detentie in 2009 op zijn registratiekaart vermeld. Hij heeft daarom jaren geleden al een import/export-opleiding gedaan, ter voorbereiding op zijn aanstaande vrijlating. De einddatum bleek echter een computerfout. Klager wil in Hong Kong met import/export verder. Na de afwijzing van zijn laatste gratieverzoek voelde hij zich erg neerslachtig. De Staatssecretaris heeft bij de behandeling van het gratieverzoek het advies van het Gerechtshof Den Haag om te starten met resocialisatie-activiteiten genegeerd. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft bij uitspraak van 18 september 2014 (C/09/469136/KG ZA ) de Staat opgedragen te starten met resocialisatie-activiteiten, zodat het aspect van resocialisatie bij een volgende gratiebeslissing kan worden betrokken. Klager heeft daarom al zijn energie in de resocialisatie-activiteiten gestoken. In het rapport van 29 december 2014 (rapportnummer 2014/222) heeft de Nationale ombudsman vervolgens klagers klachten over de behandeling van zijn (vijfde) gratieverzoek door de Staatssecretaris gegrond verklaard. Klager acht met name de overwegingen van de Nationale ombudsman over de houding van de Staatsecretaris van belang. Klager vindt dat hij zelfredzaam is, maar hij heeft dit nooit eerder kunnen tonen. Hij kan dit nu laten zien. Normaal gesproken vormt verlof een laatste stap bij de resocialisatie van een gedetineerde. Verlof is in het geval van klager noodzakelijk aangezien bepaalde vaardigheden nu eenmaal niet geoefend kunnen worden in de inrichting, zoals bijvoorbeeld geld pinnen of met het openbaar vervoer reizen of naar een supermarkt of bibliotheek gaan. Ook zou klager graag met een aantal betrouwbare vrienden, waaronder zijn raadsman en een hoogleraar, een restaurant bezoeken. Zesde gratieverzoek Klager is bezig met de indiening van een nieuw gratieverzoek. Indien het noodzakelijk wordt geacht dat hij over bepaalde vaardigheden beschikt in het kader van de beoordeling van een volgend gratieverzoek, moet hem wel de gelegenheid worden geboden deze vaardigheden te oefenen. Er bestaat geen andere manier om bepaalde vaardigheden te oefenen dan gedurende een verlof. In het kader van klagers vorige (vijfde) gratieverzoek zijn verschillende onderzoeken verricht. Het risico op recidive wordt als laag ingeschat. Voorts acht klager een verlof juridisch mogelijk. Het is altijd mogelijk bijzondere toestemming op grond van de Vreemdelingenwet te 2

3 verlenen. Verwezen wordt naar het eerder ingenomen standpunt (in het kader van de tussenbeslissing). Tevens verwijst klager naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden van 30 oktober 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:8328) waarin is geoordeeld dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een Tbs-gestelde vreemdeling mogelijk is. Klager heeft één lange termijn doel en dat is invrijheidstelling en terugkeer naar Hong Kong. Het is essentieel dat hij (gefaseerd) kan wennen aan vrijheden. Eventueel kan verlof eerst plaatsvinden onder begeleiding. Klager beschikt over een goedgekeurd verlofadres. De wijze waarop het verlof verloopt kan in het kader van een nieuwe gratieprocedure worden beoordeeld. Anders dan de Staatssecretaris stelt, heeft de voorzieningenrechter niet geoordeeld dat verlof niet bij de aangeboden resocialisatie-activiteiten hoeft te horen. In de uitspraak wordt geciteerd uit rechtsoverweging 264 van het arrest van het EHRM van 8 juli 2014 (Harakchiev/ Bulgarije, no /11) waaruit volgt dat er een genuine vooruitzicht dient te zijn ooit in vrijheid te worden gesteld. Zonder verlof is een dergelijk vooruitzicht niet genuine. Klager vraagt zich af hoe lang hij nog moet resocialiseren. Hij stopt er heel veel energie in en hij heeft een stip op de horizon nodig Staatssecretaris Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing toegelicht als vermeld onder 2.2. van de aan deze uitspraak aangehechte tussenbeslissing. Voorts is namens de Staatssecretaris de bestreden beslissing als volgt samengevat en zakelijk weergegeven toegelicht. Detentieplan Voor wat betreft de voortgang van de resocialisatie-activiteiten wordt verwezen naar het concept detentieplan. Ook is nog gekeken of klagers werkzaamheden nog verder konden worden uitgebreid met werk bij de medische dienst, maar dit bleek niet in te passen in klagers volle agenda. Het onderwijs is nog niet opgestart. Het gaat om het oefenen met social media. De betreffende begeleider was ziek, maar inmiddels kan ook daarmee worden gestart. Strafonderbreking Nu de beroepscommissie in haar tussenbeslissing het verzoek van klager, gelet op de strekking en de aard daarvan, niet alleen heeft opgevat als gericht op algemeen verlof, maar ook als een verzoek om strafonderbreking, gaat de Staatsecretaris hierop nader in. Nu klager een ongewenst vreemdeling is hetgeen betekent dat hij zich in Nederland niet vrij op straat kan begeven zonder een strafbaar feit te plegen is de Staatssecretaris er van uitgegaan dat de beroepscommissie doelt op strafonderbreking op grond van artikel 40a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling). Ook alleen die vorm van strafonderbreking zou aansluiten bij de strekking van het verzoek. De Staatssecretaris ziet voor strafonderbreking op grond van artikel 40a van de Regeling geen ruimte. Hij meent ook niet de bevoegdheid te hebben om een levenslanggestrafte en tevens ongewenst verklaard vreemdeling op die grond in vrijheid te stellen (met gelijktijdige uitzetting naar het buitenland). De Staat is niet alleen bevoegd, maar ingevolge artikel 561 van het Wetboek van Strafvordering ook verplicht onherroepelijke uitspraken van de strafrechter, zodra mogelijk (geheel) ten uitvoer te leggen. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is het onverenigbaar met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen in strafzaken dat een veroordeelde de gelegenheid zou hebben langs de weg van een vordering tegen de Staat op grond van onrechtmatige daad de juistheid van de beslissing van de strafrechter of de aanvaardbaarheid van de procesgang die tot de beslissing heeft geleid, tot onderwerp van een nieuw geding te maken en door de burgerlijke rechter te doen toetsen. Een uitzondering op de verplichting tot tenuitvoerlegging bestaat, indien een uitspraak van het EHRM, waarmee de strafrechter bij zijn beslissing geen rekening heeft kunnen houden, tot de slotsom dwingt dat de beslissing tot stand is gekomen in strijd met fundamentele mensenrechten, dan wel ingeval door de wijze van executie een zodanige schending van fundamentele mensenrechten dreigt te ontstaan, dat onverkorte tenuitvoerlegging niet meer kan worden beschouwd als krachtens het wettelijk stelsel toegelaten. Tenuitvoerlegging kan slechts geheel of gedeeltelijk achterwege 3

4 blijven, indien de wet in die mogelijkheid voorziet of als een gratieverzoek tot daadwerkelijke gratiëring heeft geleid of als een gratieverzoek hetzij van rechtswege schorsende of opschortende werking heeft. Er is nu juist afwijzend beslist op klagers gratieverzoek. Dat betekent dat de verplichting tot tenuitvoerlegging blijft gelden. Aan die verplichting kan geen einde worden gemaakt door aan klager op grond van artikel 40a van de Regeling strafonderbreking te verlenen. Ook strafonderbreking op grond van artikel 34 tot en met 40 van de Regeling is uitgesloten. De weigeringsgrond van artikel 4, aanhef en onder l, van de Regeling is van toepassing. De bepaling van artikel 40a van de Regeling houdt direct verband met artikel 15, derde lid, sub c van het Wetboek van Strafrecht op grond waarvan de veroordeelde vreemdeling die geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 niet in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit betekent dat in beginsel vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf hun gevangenisstraf dienen uit te zitten. Strafonderbreking op grond van artikel 40a van de Regeling kan in het geval van vrijheidsstraffen van meer dan drie jaar worden verleend vanaf de conform het tweede lid berekende v.i.-datum. Voor levenslanggestraften geldt geen v.i.-datum, zodat artikel 40a van de Regeling niet op hen van toepassing is. Dat zou in strijd komen met de executieplicht. Beëindiging van de tenuitvoerlegging, ook al zou dat voorwaardelijk zijn, zou de verplichting tot tenuitvoerlegging op onaanvaardbare wijze doorkruisen. Resocialisatie-activiteiten De Staatssecretaris wijst erop dat de resocialisatie-activiteiten zijn opgestart in het kader van het gratieverzoek. Het gaat er om dat klager een perspectief op invrijheidstelling wordt geboden. Verlofverlening is bij het aanbieden van resocialisatie-activiteiten niet nodig. Uit het vonnis van de voorzieningenrechter volgt dit ook. In het abstracte geval dat gratie ooit wordt overwogen zal op dat moment, binnen de beperkingen van de ongewenstverklaring, worden bezien welke concrete stappen nog nodig zijn voor de voorbereiding van klagers terugkeer naar Hong Kong. Dit zou dan zijn in het kader van de Gratiewet. Het standpunt van de Staatssecretaris is dat er materieel niet veel verschil bestaat tussen de activiteiten die aan klager voor het vonnis van de voorzieningenrechter werden aangeboden en die thans aan hem worden aangeboden. Het perspectief is alleen anders. Voorts is klager in het plusprogramma geplaatst. Het plusprogramma biedt ook resocialisatie-activiteiten. De Staatssecretaris had in de Regeling, selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden een uitzondering kunnen maken voor levenslanggestraften. 3. Adviezen en uitspraken 3.1. Adviezen ten aanzien van de verlofaanvraag Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht:. - De directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klager niet voldoet aan de objectieve criteria. - De advocaat-generaal heeft geadviseerd het verzoek om verlof af te wijzen vanwege de levenslange gevangenisstraf en klagers status van ongewenst verklaard vreemdeling. - De politie heeft aangegeven dat tegen het opgegeven verlofadres geen bezwaren bestaan Advies Gerechtshof Den Haag (in het kader van het vijfde gratieverzoek) Op 18 oktober 2013 heeft het Gerechtshof Den Haag een voorlopig advies uitgebracht over het vijfde gratieverzoek van klager. In dat advies is vermeld dat het gerechtshof heeft overwogen positief te adviseren ten aanzien van het (vijfde) gratieverzoek, mits terugkeer in de maatschappij op verantwoorde wijze is voorbereid. Het gerechtshof achtte zich echter op dat moment niet in staat op betekenisvolle wijze te toetsen of bij klager sprake was van dermate significante veranderingen en een zodanige vooruitgang richting reclassering gedurende de gevangenisstraf dat voortgang niet langer kan worden gerechtvaardigd door strafdoelen, omdat 4

5 in het geheel geen resocialisatie-activiteiten waren ontplooid. Het gerechtshof achtte het geven van een oordeel ten aanzien van de vraag of met de voortzetting van de gevangenisstraf nog steeds een met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend onmogelijk, omdat naar het oordeel van het gerechtshof zonder enige vorm van resocialisatie nimmer sprake kan zijn van een reëel prospect of release. Het gerechtshof heeft daarom geadviseerd het gratieverzoek voor de duur van één jaar aan te houden en te starten met resocialisatie-activiteiten. Na het uitbrengen van dit voorlopig advies heeft de Staatsecretaris besloten het gratieverzoek af te wijzen Rapport Nationale ombudsman De Nationale ombudsman heeft in zijn rapport van 29 december 2014 (rapportnummer 2014/222) klagers klacht betreffende de afhandeling van zijn vijfde gratieverzoek door de Staatssecretaris gegrond verklaard. Geconcludeerd is dat de gang van zaken in de gratieprocedure zou kunnen worden afgedaan als ambtelijke traagheid van een departement, maar de Nationale ombudsman kan zich echter niet aan de indruk onttrekken dat het gebrek aan transparantie en voortvarendheid in deze procedure voortvloeit uit onwil van de Staatssecretaris om daadwerkelijk invulling te geven aan de mensenrechtentoets die het EHRM in het Vinterarrest vraagt Uitspraak voorzieningenrechter De voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag heeft bij uitspraak van 18 september 2014 (C/09/469136/KG ZA ) onder meer overwogen dat uit de motivering van het gratiebesluit, alsmede uit de wijze van totstandkoming daarvan, moet worden afgeleid dat de resocialisatie van klager bij het nemen van dit besluit niet is meegewogen. Immers, het voorlopig advies van het gerechtshof, gericht op het aanbieden van resocialisatie-activiteiten is niet gevolgd en uit de informatie van DJI en DT&V volgt dat resocialisatie-activiteiten niet mogelijk zouden zijn. De voorzieningenrechter heeft voorts overwogen dat deze wijze van herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf niet beantwoordt aan de criteria die artikel 3 EVRM daaraan stelt. De voorzieningenrechter heeft daarom de Staat bevolen om een begin te maken met activiteiten gericht op resocialisatie van klager ten einde bij de beoordeling van een nieuw gratieverzoek van klager diens resocialisatie en de vorderingen op dat gebied te kunnen betrekken. 4. Beoordeling 4.1. Ontwikkeling De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat inmiddels op een aantal terreinen daadwerkelijk resocialisatie-activiteiten zijn ontplooid. Dit is een positieve ontwikkeling die ook van belang is voor de beoordeling van het aangekondigde zesde gratieverzoek. Aan de orde is nu de vraag of verlofverlening in enige vorm van de resocialisatie deel uit behoort te maken EHRM Richtinggevend hiervoor is de jurisprudentie van het EHRM waarvan sinds het arrest Vinter e.a. tegen het Verenigd Koninkrijk van 9 juli 2013 (nrs /09, 130/10 en 3896/10) de strekking is dat ook levenslanggestraften in elk geval perspectief moet worden geboden op mogelijke beëindiging van de detentie. Voor Nederland zijn in dit verband de wijze van invulling van de detentie en de mogelijkheid om beëindiging aan de orde te kunnen stellen in een gratieprocedure belangrijke elementen Voorbereiding terugkeer De wettelijke basis hiervoor ligt in artikel 2, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), waarin is bepaald dat met handhaving van het karakter van de vrijheidsstraf of de 5

6 vrijheidsbenemende maatregel de tenuitvoerlegging hiervan zoveel mogelijk dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij. Een uitwerking hiervan vormt het verlofstelsel. Op grond van artikel 26 van de Pbw kan het een gedetineerde worden toegestaan de inrichting tijdelijk te verlaten. De hierop gebaseerde Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting bevat diverse mogelijkheden: bij wijze van algemeen, regimesgebonden dan wel incidenteel verlof of strafonderbreking. Nu klager niet heeft gespecificeerd op welke vorm van verlof zijn verzoek ziet, heeft de beroepscommissie in haar tussenbeslissing ook uitdrukkelijk de mogelijkheid van het verlaten van de inrichting bij wijze van strafonderbreking betrokken in haar onderzoek. Uit het voorgaande volgt dat verlof in beginsel onderdeel dient uit te maken van de resocialisatie van een gedetineerde. Ten einde de mogelijkheid tot resocialisatie ten volle te benutten acht de beroepscommissie het dan ook van belang dat aan klager de mogelijkheid wordt geboden zich al dan niet onder begeleiding buiten de inrichting te begeven. Dit past naar het oordeel van de beroepscommissie in de Europese jurisprudentie en is ook van belang voor een zorgvuldige voorbereiding van een gratieprocedure. De beroepscommissie wijst hierbij op het - onder 3.2. vermelde - (voorlopige) advies van het Gerechtshof Den Haag van 18 oktober 2013, dat het van belang achtte dat terugkeer in de maatschappij op een verantwoorde wijze is voorbereid. Dat klager niet wenst terug te keren in de Nederlandse maatschappij doet aan het voorgaande niet af nu resocialisatie niet uitsluitend gericht hoeft te zijn op een (eventuele) terugkeer in de Nederlandse maatschappij (HR 16 januari 1987, NJ 1987, 405) Vorm van verlof De beroepscommissie overweegt dat voor resocialisatie algemeen verlof de meest aangewezen vorm is. Klager komt echter voor deze vorm van verlof niet in aanmerking, nu artikel 14 van de Regeling uitgaat van een strafrestant en klager levenslang is gestraft. Bovendien vormt klagers ongewenstverklaring ingevolge artikel 4, aanhef en onder l van de Regeling een contra-indicatie voor verlening van algemeen verlof. Voor zover klagers verzoek dient te worden opgevat als een verzoek om strafonderbreking op grond van artikel 40a van de Regeling overweegt de beroepscommissie dat klager voor deze vorm van verlof evenmin in aanmerking komt. Immers op grond van dit artikel kan strafonderbreking worden verleend indien de gedetineerde, bij een gevangenisstraf van meer dan drie jaar, minimaal twee derde van zijn straf heeft ondergaan. Derhalve blijven over: de mogelijkheid van incidenteel verlof en de mogelijkheid van strafonderbreking op grond van artikel 34 van de Regeling, zo nodig onder voorwaarden Incidenteel verlof Incidenteel verlof kan ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Regeling worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. Ingevolge het tweede lid van dat artikel kan incidenteel verlof indien nodig onder begeleiding of bewaking plaatsvinden. Ingevolge het derde lid wordt incidenteel verlof niet verleend, indien de gedetineerde binnen een maand na de beoogde verlofdatum in aanmerking komt voor invrijheidstelling of regimesgebonden of algemeen verlof. In de artikelen 22 tot en met 31 van de Regeling is voorts een aantal gevallen opgesomd waarin incidenteel verlof kan worden verleend. Die opsomming is niet limitatief. In de toelichting op artikel 21 van de Regeling is vermeld dat het incidenteel verlof beoogt de gedetineerde in staat te stellen om bijzondere gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer bij te wonen, althans voor zover zijn aanwezigheid daarbij om redenen van humane aard of met het oog op resocialisatie noodzakelijk wordt geacht. Incidenteel verlof is in beginsel mogelijk voor alle categorieën gedetineerden ongeacht hun titel tot vrijheidsbeneming of het voor de gedetineerde vereiste beveiligingsniveau. Nu resocialisatie noodzakelijk wordt geacht en incidenteel verlof mogelijk is, is de beroepscommissie van oordeel dat incidenteel verlof in dit geval een passende verlofvorm is. 6

7 Hierbij is in aanmerking genomen dat dit verlof indien nodig onder begeleiding of bewaking kan plaatsvinden. De beroepscommissie acht het hiertoe aangewezen dat de invulling van het verlof, naar aard en frequentie, wordt opgenomen in het detentieplan van klager. Voor zover de Staatssecretaris heeft aangevoerd dat klagers ongewenstverklaring ingevolge artikel 4, aanhef en onder l, van de Regeling aan de verlening van (incidenteel) verlof in de weg staat, overweegt de beroepscommissie dat zij genoemde reden niet doorslaggevend acht nu de Staatssecretaris de mogelijkheid heeft in uitzonderlijke omstandigheden (bijzondere) toestemming aan klager te verlenen Nederlands grondgebied te betreden. Ook verwijst de beroepscommissie naar een eerdere uitspraak waarin de Minister kennelijk niet van oordeel was dat de ongewenstverklaring aan de verlening van (begeleid) incidenteel verlof in de weg stond (uitspraak 27 november 2007, nr. 07/3053/GV) Strafonderbreking Nu de beroepscommissie incidenteel verlof een passende vorm van verlof acht behoeft de mogelijkheid van strafonderbreking op grond van artikel 34 van de Regeling geen onderzoek meer Eindoordeel Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie dan ook van oordeel dat het beroep gegrond is. 5. Uitspraak De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij vernietigt de bestreden beslissing en draagt de Staatssecretaris op om binnen een termijn van twee maanden een nieuwe beslissing te nemen toegespitst op incidenteel verlof, in het kader van de resocialisatie van klager en als onderdeel van zijn detentieplan. Zij acht geen termen aanwezig voor toekenning van een tegemoetkoming aan klager. 7

8 Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 19 mei 2015 secretaris voorzitter 8

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017

betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 nummer: 16/3691/GV betreft: [klager] datum: 27 maart 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016

betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 nummer: 16/1660/GV (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 31 augustus 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 april 2017

betreft: [klager] datum: 12 april 2017 nummer: 16/1660/GV (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 12 april 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 [ ], verder te noemen klager, Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt. nummer: betreft: [ ] datum: 7 januari 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 gericht tegen een op 10 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nummer: betreft: [klager] datum: 3 augustus 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48627 31 augustus 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 augustus 2017, nr. 2117970,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [...

betreft: [klager] datum: 30 september 2013 gericht tegen een uitspraak van 24 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie [... nummer: 13/2217/GA en 13/2264/GA betreft: [klager] datum: 30 september 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 14 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 14 augustus 2015 nummer: 15/2552/GV eindbeslissing betreft: [klager] datum: 14 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 200702235/2. Datum uitspraak: 1 2 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek.

Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Rapport Een onderzoek naar de wijze waarop de Dienst Justis is omgegaan met een gratieverzoek. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de Dienst Justis niet gegrond. Datum: 23 juni 2016

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296 ECLI:NL:RBDHA:2017:9296 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer C/09/531370 / KG ZA 17/527 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,

betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn, nummer: 16/4060/GA en 16/4062/GA betreft: [klager] datum: 13 juli 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning Wat is gratie? Gratie is vermindering, verandering of kwijtschelding van een straf of maatregel die door de rechter is opgelegd. Kunt u wel gratie krijgen?

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. Uitspraak Voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage sector bestuursrecht vreemdelingenkamer UITSPRAAK ingevolge artikel 8:84 Algemene wet bestuursrecht Reg.nr : AWB 08/11247 BEPTDN Inzake : [verzoekster],

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2838 17 februari 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 8 februari 2011, nr. WBV 2011/1, houdende wijziging

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 nummer: 14/1140/GA betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233

Rapport. Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 Rapport Datum: 5 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/233 2 Klacht In het kader van verzoekers gratieverzoek van 7 augustus 2002 heeft het gerechtshof te Den Haag negatief advies uitgebracht. Het hof overwoog

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema

Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning. 1 Beslisschema Gratieformulier Aan Zijne Majesteit de Koning Wat is gratie? Gratie is vermindering, verandering of kwijtschelding van een straf of maatregel die door de rechter is opgelegd. Kunt u wel gratie krijgen?

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103219/1/V3. Datum uitspraak: 29 maart 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 ECLI:NL:RBDHA:2015:16050 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB 15/15988 en AWB 15/15989 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 ECLI:NL:RVS:2010:BL1497 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-01-2010 Datum publicatie 01-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200910287/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Uitspraak 201103208/1/V1. Datum uitspraak: 10 april 2012 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag.

Rapport. Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag. Rapport Rapport over een klacht over het openbaar ministerie. Bestuursorgaan: de minister van Veiligheid en Justitie uit Den Haag. Datum: 27 september 2011 Rapportnummer: 2011/281 2 Klacht Verzoeker klaagt

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059 Rapport Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059 2 Klacht Op 1 juli 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer E. te Zutphen, ingediend door het Buro voor Rechtshulp te Zutphen,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016

Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 Nummer: Betreft: [klager] datum: 23 november 2016 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014

betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 nummer: 13/3550/GA (eindbeslissing) betreft: [klager] datum: 13 mei 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate Migratie Web ve 14000068 201200442/1 A/1. Datum uitspraak: 10 januari 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201210211/1/V3. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

3 Beroep bij de rechtbank

3 Beroep bij de rechtbank Beroep bij de rechtbank A8/3.1.3 3 Beroep bij de rechtbank 3.1 Algemeen De rechtbank te Den Haag is bevoegd kennis te nemen van beroepen op grond van de artt. 33a en 34a Vw. De rechtbank te Den Haag heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 ECLI:NL:RVS:2009:BH8446 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-03-2009 Datum publicatie 27-03-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901359/1/V3 Eerste

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave,

betreft: [klager] datum: 27 november 2013 de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Grave, nummer: 13/2458/GA betreft: [klager] datum: 27 november 2013 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112173/1/V1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 663 Wet van 15 december 2011 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201205206/1/V3. Datum uitspraak: 25 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65365 1 december 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 november 2016, houdende de instelling

Nadere informatie