Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003"

Transcriptie

1 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003 Opdrachtgever Waterleidingbedrijf Amsterdam Vestiging Leiduin

2 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003 Opdrachtgever Waterleidingbedrijf Amsterdam Vestiging Leiduin Vogelenzang

3 Dankwoord Wij danken Mark van Til (Waterleidingbedrijf Amsterdam) voor het verlenen van de opdracht en het wegwijs maken in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Joop en Ria Vrielink danken we voor de hulp bij de boringen en de profielbeschrijvingen , Ulft. De inhoud van dit rapport (in het geheel of in delen) mag zonder schriftelijke toestemming van niet door fotokopie, druk, internet of andere middelen worden gereproduceerd of gepubliceerd (m.u.v. Waterleidingbedrijf Amsterdam). Citaten zijn toegestaan met volledige bronvermelding:, Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen., Ulft.

4 Inhoud Samenvatting 1 Inleiding Methode Locaties Biomassa meting Profielbeschrijving Horizonten Analyses Metingen Levende biomassa...5 Hogere planten...5 Mossen Dode biomassa Strooisel Zuurgraad Profielbeschrijvingen...9 Algemeen...9 Locaties Rozenwaterveld DU Rozenwaterveld DU Rozenwaterveld DU Rozenwaterveld DU Rozenwaterveld DU Infiltratiegebied KW Infiltratiegebied KW Infiltratiegebied KW Infiltratiegebied KW Infiltratiegebied KW Literatuur...19 Bijlagen Profielbeschrijvingen van de profielen a DU b DU c DU d DU e DU f KW g KW h KW De ligging van de plotjes binnen de onderzoekslocaties a Rozenwaterveld b Infiltratiegebied KW1, 4 en c Infiltratiegebied KW7 en De gemeten drooggewichten, gerangschikt naar beheer...34 Figuren en tabellen

5 Figuren 1.1 Overzicht van de ligging van de Amsterdamse Waterleidingduinen en van de ligging van de onderzoekslocaties Het met de humushapper verzamelde profiel wordt onderzocht Het drooggewicht van de levende hogere planten en mossen in het Rozenwaterveld Het drooggewicht van de levende hogere planten en mossen in het infiltratiegebied Het drooggewicht van de dode vegetatie in het Rozenwaterveld Het drooggewicht van de dode vegetatie in het infiltratiegebied ph-kcl in het Rozenwaterveld en het infiltratiegebied Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU Profielen van de locatie infiltratiegebied KW Profielen van de locatie infiltratiegebied KW Profielen van de locatie infiltratiegebied KW Profielen van de locatie infiltratiegebied KW Vegetatie op de locatie van plotje KW Profielen van de locatie infiltratiegebied KW Vegetatie met korstmossen op de locatie van het plotje KW8a...18 Tabellen 2.1 Onderscheiden horizonten Drooggewicht, ph-kcl, ontkalkingsdiepte, organische stof% en beheer per plotje...8

6 Samenvatting In opdracht van het Waterleidingbedrijf Amsterdam is in juli 2003 een bodemen biomassaonderzoek uitgevoerd in de Amsterdamse Waterleidingduinen. In het najaar van 2002 is door de opdrachtgever een proef met beheermaatregelen uitgevoerd, om herstel van schrale duingraslanden te bewerkstelligen. Hiertoe is ca. 4 ha terrein gechopperd tot 5 cm diepte. Op de onderzoekslocaties in het Rozenwaterveld en het infiltratiegebied (Westerveld en Klein Zwarteveld) is in de plotjes door anderen de vegetatie opgenomen en op dezelfde plaatsen is door ons, net buiten het plotje, de bodem tot 40 cm diepte beschreven en de eerste 5 cm bemonsterd (minerale deel). De ph-kcl van dit bodemmonster is op het laboratorium bepaald. De biomassa is verzameld en het drooggewicht is bepaald. De biomassa is verdeeld in levende hogere planten (zaadplanten), levende mossen, dode vegetatie en strooisel. Uit de metingen komt naar voren dat de ph-kcl van het Rozenwaterveld gemiddeld 1,8 ph-eenheid lager is dan in het infiltratiegebeid. Dit sluit goed aan bij de ontkalkingsdiepte, die in het Rozenwaterveld ook groter is. Op gechopperde plaatsen blijken de laagste biomassawaarden (drooggewicht) voor te komen; de verschillen met de referentielocaties (met doelvegetatie) zijn gering. De hoogste biomassawaarden worden gemeten op de blanco locaties (beheer = niets doen). In het Rozenwaterveld begint de podzolering al en de ontkalkingsdiepte is relatief groot. Op gechopperde locaties is de ontkalkingsdiepte wel kleiner, maar nog steeds aanwezig. In het infiltratiegebied (vlak achter de zeereep) is ontkalking nauwelijks aanwezig, ook niet op blanco locaties. Onderzoek aan bodem en biomassa na chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

7

8 1 Inleiding In opdracht van het Waterleidingbedrijf Amsterdam is door ons in juli 2003 een bodem- en biomassaonderzoek uitgevoerd op locaties waar een proef met beheermaatregelen is uitgevoerd (chopperen van duinvegetatie). Door het onderzoek moet duidelijk worden welke invloed chopperen tot een diepte van 5 cm zal hebben op de biomassa en op de ontkalking. Ter vergelijking zijn ook monsters verzameld op referentielocaties (doelvegetatie) en blanco locaties (uitgangssituatie, geen beheer). De Amsterdamse Waterleidingduinen liggen juist ten zuiden van Zandvoort en strekken zich uit tot ongeveer Noordwijkerhout (fig. 1.1). Binnen de Amsterdamse Waterleidingduinen liggen de onderzoekslocaties in het Rozenwaterveld en in het Westerveld en Klein Zwarteveld (fig. 1.1). De Amsterdamse Waterleidingduinen is een infiltratiegebied van rivierwater voor de winning van schoon, door de duinen gefilterd, drinkwater. Omdat de duinen zijn vastgelegd en (te) weinig verstuiving met kalkrijk zand plaatsvindt, ontkalkt de bovengrond. Tevens vindt verrijking met stikstof vanuit de lucht plaats. Hierdoor verdwijnt het voor het gebied typische en waardevolle kalkminnende schrale duingrasland. Door het verwijderen van de ontkalkte en verrijkte bovengrond, kan verstoorde vegetatie worden hersteld. In het najaar van 2002 is als proefmaatregel ca. 4 ha begroeiing gechopperd, waarbij de vegetatie en de bovenlaag van de bodem (5 cm) werden verwijderd. Het doel is het herstel van het verruigde en vergraste duingrasland. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

9 Fig Overzicht van de ligging van de Amsterdamse Waterleidingduinen en van de ligging van de onderzoekslocaties. Rozenwaterveld DU1 t/m 5 en Westerveld/Klein Zwarteveld KW1, 4, 5, 7 en 8. Zie bijlage 2a-c voor exacte ligging. 2 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

10 2 Methode 2.1 Locaties In fig. 1.1 zijn de locaties van de plotjes weergegeven waar eerder in het jaar vegetatieopnamen zijn gemaakt in opdracht van het Waterleidingbedrijf Amsterdam en waar onze waarnemingen ook werden gedaan. Er zijn per locatie drie of vier plotjes met de kenmerken: Niets doen controle, verruigde uitgangssituatie 10 plotjes Chopperen tot 5 cm diepte 15 plotjes Referentie niet verruigd duingrasland 10 plotjes Op een vastgelegd hoekpunt van het plotje, op een homogene en representatieve plaats, werden vegetatie, strooisel, dode vegetatie en bodem verzameld en een boring verricht (bijlage 2). 2.2 Biomassa meting Vegetatie In het veld werd op een hoekpunt van een plotje (zie bijlage 2) met een raster een oppervlakte van 25x25 cm afgebakend. Rondom deze oppervlakte werd de vegetatie verwijderd, waardoor duidelijk de te bemonsteren biomassa zichtbaar werd. De vegetatie werd geknipt en in het veld werd levende en dode vegetatie gescheiden. Door de droogte was het onderscheid tussen levend en dood materiaal niet altijd even duidelijk (vooral bij grasachtigen), maar er is afgegaan op de aanwezigheid van intacte bloeistengels. Het meeste dode materiaal ligt plat op de grond. Het levende materiaal werd gescheiden in hogere planten (zaadplanten) en mossen plus korstmossen. Strooisel Nadat de vegetatie was verwijderd, werd met een harkje het strooisel van de bodem geschraapt en verzameld. Voor de dikte van de laag werd afgegaan op de profielbeschrijving. Bodem Van de eerste 5 cm van het minerale deel werd een bodemmonster verzameld voor de bepaling van de ph-kcl. Klasse-indeling voor ontkalking is: 1 kalkloos/kalkarm <0,5% CaCO3 2 kalkarm 0,5-1% CaCO3 3 kalkrijk >2-2% CaCO3 2.3 Profielbeschrijving Met behulp van een humushapper (vlgs. Wardenaar) werd, op ongeveer dezelfde locatie waar de vegetatie werd verzameld, de bovenste 40 cm van het profiel bemonsterd. Dit profiel werd volgens de richtlijnen van Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

11 Fig Het met de humushapper verzamelde profiel wordt onderzocht (DU4c). Klinka beschreven, de dikte van de horizonten werd gemeten en de ontkalkingsdiepte bepaald met 10% zoutzuur. 2.4 Horizonten In tabel 2.1 worden de onderscheiden horizonten met omschrijving opgesomd. Horizont Materiaal Omschrijving Toevoeging F ectorganisch gedeeltelijk verteerd strooisel m=mos M ectorganisch mat van afgestorven/levende graswortels A endorganisch/mineraal geheel of vrijwel geheel omgezette organische stof h=humus; b=bedolven E mineraal uitspoelings (eluviale) horizont; loodzand B mineraal inspoelingshorizont C mineraal niet door bodemvormende processen veranderd AE, AC, AB, BC mineraal overgang tussen horizonten A/C mineraal heterogene laag met A en C Tabel 2.1. Onderscheiden horizonten. Een M achter een minerale horizont geeft aan dat er afgestorven graswortels aanwezig zijn. Een AE horizont is een A-horizont met veel loodzand (uitspoeling in micropodzolen). Het zelfde cijfer vóór een lettercode, geeft aan dat de betreffende horizont uit het moedermateriaal (=C-horizont) bestaat; de verschillen zijn door bodemkundige processen ontstaan. Een cijfer achter de lettercode is een nadere onderverdeling van een horizont (b.v. verschil in wortel-, humus- of kalkgehalte; Locher & de Bakker, 1990). 2.5 Analyses De vegetatie- en strooiselmonsters werden bij 110 C gedroogd ten behoeve van het drooggewicht en na het drogen gewogen. Het bodemmonster werd gedroogd bij C en gemalen (<0,5 mm). De ph-kcl werd bepaald door extractie van het gemalen materiaal met 1M KCl oplossing (verhouding 1 gewichtdeel grond en 2,5 volumedelen oplossing). De ph werd gemeten met een SenIon378 (Hach). 4 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

12 3 Metingen 3.1 Levende biomassa Hogere planten In tabel 3.1 is het drooggewicht van de levende vegetatie te zien. Het blijkt dat het gewicht het hoogst is op de verruigde, onbehandelde locaties (blanco; fig. 3.1 en 3.2). Het drooggewicht op de referentieen gechopperde locaties is vergelijkbaar, hoewel op de gechopperde locaties de laagste waarden voorkomen. Dit geldt vooral voor het Rozenwaterveld. In het infiltratiegebied daarentegen, is wel verschil tussen referentie en chopperen vast te stellen. Daar is soms het drooggewicht op de blanco plaatsen ook erg laag. Mossen Het blijkt dat de mossen niet de trend volgen van de hogere planten. Er is geen duidelijk verschil tussen de beheervormen. Op de gechopperde locaties is geen mos aanwezig (fig. 3.1 en 3.2). In de plotjes in het infiltratiegebied is het drooggewicht van de mossen vaak hoger dan in het Rozenwaterveld. De mossen bestaan soms voor een groot deel uit korstmos levende hogere planten levende mossen Rozenwaterveld referentie DU 1a referentie DU 2a referentie DU 3a referentie DU 4a referentie DU 5a blanco DU 1b blanco DU 2b blanco DU 3b blanco DU 4b blanco DU 5b DU 1c DU 1d DU 2c DU 2d DU 3c g/m2 Fig Het drooggewicht van de levende hogere planten en mossen in het Rozenwaterveld. Er is duidelijk verschil te zien tussen de beheervormen. DU 3d DU 4c DU 4d DU 5c DU 5d Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

13 levende hogere planten levende mossen Infiltratiegebied referentie KW 1a referentie KW 4a referentie KW 5a referentie KW 7a referentie KW 8a blanco KW 1b blanco KW 4b blanco KW 5b blanco KW 7b blanco KW 8b g/m2 Fig Het drooggewicht van de levende hogere planten en mossen in het Infiltratiegebied. KW 1c KW 4c KW 5c KW 7c KW 8c 3.2 Dode biomassa De dode vegetatie was door de droogte soms moeilijk te onderscheiden van het levende materiaal. Een zekere mate van onnauwkeurigheid is hierdoor bij de drooggewicht waarden aanwezig. Dit is moeilijk te kwantificeren, maar zal rond 10% liggen. Op het Rozenwaterveld is op de blanco locaties het meeste dode materiaal aanwezig. Nu en dan zijn kleinere hoeveelheden aanwezig op de referentie- en gechopperde locaties (fig. 3.3). In het infiltratiegebied wordt dode vegetatie (en strooisel) alleen op de blanco locaties gevonden (fig. 3.4) dode vegetatie strooisel 800 Rozenwaterveld g/m referentie DU 1a referentie DU 2a referentie DU 3a referentie DU 4a referentie DU 5a blanco DU 1b blanco DU 2b blanco DU 3b blanco DU 4b blanco DU 5b DU 1c DU 1d DU 2c DU 2d DU 3c DU 3d DU 4c DU 4d DU 5c DU 5d Fig Drooggewicht dode vegetatie en strooisel op het Rozenwaterveld. Beide waarden zijn het hoogst op de blanco locaties. 6 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

14 dode vegetatie strooisel 800 Infiltratiegebied g/m referentie KW 1a referentie KW 4a referentie KW 5a referentie KW 7a referentie KW 8a blanco KW 1b blanco KW 4b Fig Drooggewicht dode vegetatie en strooisel in het Infiltratiegebied. Alleen op blanco locaties is dode vegetatie aanwezig. blanco KW 5b blanco KW 7b 3.3 Strooisel Strooisel is op het Rozenwaterveld vooral en in vergelijkbare hoeveelheden aanwezig in de blanco plotjes. Strooisel is op het Rozenwaterveld bijna alleen aanwezig op blanco en referentie locaties (fig. 3.3). Op zulke plaatsen is vaak dieper ontkalkt (tabel 3.1). In het Infiltratiegebied, met minder ontkalking en hogere ph-kcl is alleen op blanco locaties strooisel aanwezig (fig. 3.4). Mogelijk bestaat een deel van dat strooisel uit dode vegetatie en/of afgestorven wortels. Door de droogte was dat onderscheid soms moeilijk te zien. 3.4 Zuurgraad In tabel 3.1 is de ph-kcl te zien van de bovenste 5 cm van het profiel. In fig. 3.5 is duidelijk het verschil in ph-kcl te zien tussen het Rozenwaterveld en het Infiltratiegebeid. Het gemiddelde is in het Rozenwaterveld 1,8 ph-eenheden lager dan in het Infiltratiegebied. De ontkalkingsdiepte is in het infiltratiegebied ook veel kleiner; in het Rozenwaterveld ligt dat steeds tussen enkele centimeters en bijna 30 cm (tabel 3.1). 3.5 Ontkalkingdiepte De ontkalkingsdiepte is aangegeven vanaf het begin van de minerale horizont (dus zonder F en/of M horizont). Bij klasse 2 eindigt de ontkalking. blanco KW 8b KW 1c KW 4c KW 5c KW 7c KW 8c Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

15 9,0 gemiddelde 8,5 8,0 7,5 Infiltratiegebied 7,0 ph KCl 6,5 6,0 Rozenwaterveld 5,5 5,0 4,5 4,0 DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU DU KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW KW 1a 1b 1c 1d 2a 2b 2c 2d 3a 3b 3c 3d 4a 4b 4c 4d 5a 5b 5c 5d 1a 1b 1c 4a 4b 4c 5a 5b 5c 7a 7b 7c 8a 8b 8c plotjes Fig ph-kcl in het Rozenwaterveld (DU nummers) en in het infiltratiegebied (KW nummers). De gemiddelde ph verschilt 1,8 ph-eenheden. Rozenwaterveld Infiltratiegebied Intern AWD Hoek- Drooggewicht ph Org. Beheer nr. nr. punt levende dood strooisel som KCl stof hogere mossen dood + planten strooisel Ontkalking s- diepte g/m2 cm % 1 DU 1a ZO 118,62 393,42 44,80 229,70 274,50 5,06 1,5 4 referentie 2 DU 1b NO 575,34 246,66 343,44 498,77 842,21 4,46 29,0 8 blanco 3 DU 1c W 172,51 39,39 39,39 5,24 10,0 2 4 DU 1d ZO 529,26 36,90 36,90 6,10 8,0 3 5 DU 2a ZO 109,98 525,84 24,22 501,41 525,63 4,90 5,5 3 referentie 6 DU 2b NO 428,99 181,12 262,96 478,62 741,58 6,09 8,5 4 blanco 7 DU 2c Z 226,82 5,08 12,0 2 8 DU 2d NW 174,80 86,20 50,26 136,46 4,80 11,0 4 9 DU 3a NO 196,40 63,17 327,12 327,12 5,43 10,5 4 referentie 10 DU 3b ZW 779,17 315,94 69,26 386,22 455,49 4,88 7,5 3 blanco 11 DU 3c N 44,64 5,82 8, DU 3d Z 115,42 6,49 10, DU 4a Z 236,85 501,89 16,00 42,05 58,05 6,64 5,5 3 referentie 14 DU 4b Z 696,37 110,08 360,40 470,48 5,17 13,5 4 blanco 15 DU 4c ZO 9,78 6,19 8, DU 4d ZW 39,73 6,41 0, DU 5a Z 180,72 290,78 82,50 150,00 232,50 6,43 13,0 3 referentie 18 DU 5b ZW 565,36 431,92 353,18 785,10 5,90 17,0 3 blanco 19 DU 5c ZO 138,58 66,02 66,02 5,72 10, DU 5d ZO 79,17 67,09 67,09 5,56 11, KW 1a W 178, ,48 6,71 0,0 0,5 referentie 22 KW 1b NO 837,41 351,98 32,45 40,46 72,91 7,40 0,0 3 blanco 23 KW 1c NO 33,76 8,12 0,0 0,5 24 KW 4a W 32,53 251,09 7,23 6,0 1,5 referentie 25 KW 4b ZW 68,24 660,83 140,10 98,00 238,10 5,17 6,5 3 blanco 26 KW 4c ZW 40,27 6,27 0,0 0,5 27 KW 5a N 164,85 401,74 7,62 0,0 2 referentie 28 KW 5b N 114,75 122,30 354,19 224,78 578,97 7,41 0,0 2 blanco 29 KW 5c N 96,29 11,73 11,73 7,95 0, KW 7a ZW 392,83 675,52 19,76 19,76 7,65 0,0 2 referentie 32 KW 7b Z 32,93 36,85 421,15 88,20 509,35 8,15 0,0 2 blanco 30 KW 7c Z 112,03 8,20 0, KW 8a N 159,57 889,70 8,13 0,0 0,5 referentie 34 KW 8b Z 193,23 96,32 313,20 269,07 582,27 7,58 4,0 0,5 blanco 35 KW 8c N 10,32 7,73 0,0 0,5 Tabel 3.1. De gemeten drooggewichten in g/m 2. Tevens is de ph- KCl, het in het veld geschatte organische stof gehalte, de ontkalkingsdiepte en het beheer opgegeven. In bijlage 3 is deze tabel gerangschikt naar beheer weergegeven. (1) de ontkalkingsdiepte is opgegeven in cm vanaf de top van de minerale bodem. Dus zonder de M of F horizonten. 8 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

16 4 Profielbeschrijvingen Algemeen In bijlage 1 zijn de profielbeschrijvingen te zien en het hoekpunt van het plotje waarop de boring heeft plaatsgehad. In bijlage 2 is dat hoekpunt ook op luchtfoto s aangegeven. In de opnamen van het Rozenwaterveld (DU1 t/m 5), die het verst van de zeereep liggen, komen op veel plaatsen al zwak tot matig ontwikkelde micropodzolen voor, in de opnamen aangegeven met een BC-horizont. Ook het voorkomen van veel loodzand (E horizont) wijst al op een verzuring van de bovengrond. Dat blijkt ook uit de ontkalkingsdiepte. De opnamen van het infiltratiegebied (KW1, 4, 5, 7 en 8) zijn wat betreft de minerale delen vrijwel overal kalkrijk tot zeer kalkrijk. Hoewel men ook hier al ziet dat in sommige plotjes (KW4a+b) in de ACM-horizont ontkalking begint op te treden. Een fraai voorbeeld van ontkalking en podzolering is te zien in opname KW4b (fig. 4.7). Hier komt op cm-mv een overstoven humeuze vegetatieband (Ahb) voor. Deze Ahb horizont is ontstaan gedurende een lange stildstandfase in de duinvorming ter plaatse. Onder deze humeuze band is een goed ontwikkeld humuspodzol gevormd, die door deze ontwikkeling kalkarm is geworden (bijl. 1f en fig. 4.7). Het zand dat eroverheen gestoven is, is tot op de overgang van ACM-horizont en C1-horizont ontkalkt. Duinlandschap in het Rozenwaterveld vanaf plotje DU4. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

17 Locaties Met de gegevens van de profielbeschrijvingen (bijlage 1) zijn staafdiagrammen gemaakt die de samenstelling van het profiel visueel duidelijk maken. Overgangshorizonten (zoals BC of AE) zijn aangegeven met de kleuren van de samenstellende horizonten. In de figuren is ook de ontkalkingsdiepte aangegeven. Het punt geeft aan waar de kalkklasse 2 of hoger begint (zie voor kalkklassen pagina 3). Soms is bij de diagrammen een foto van profielen weergegeven. Beheer a referentie b blanco c+d gechopperd 4.1 Rozenwaterveld DU1 Op de locatie DU1 is zand opgebracht en de horizonten zijn hierdoor heterogeen (fig. 4.1). In het referentieplotje heeft zich een humuslaag gevormd en is een dichte wortelmat aanwezig. Het blanco plotje DU1b wijkt van de overige plotjes af door de aanwezigheid van een AEM-horizont; een dichte wortelmat met humus en uitlogingskenmerken (podzolering). Dit plotje is het diepst ontkalkt. De gechopperde plotjes (DU1c en DU1d) hebben geen duidelijke A-horizont meer, maar wel een heterogene A/C-horizont. De ontkalking is ondieper dan in het blanco plotje. 4.2 Rozenwaterveld DU2 In het referentieplotje (DU2a) heeft zich een laag gedeeltelijk verteerd strooisel (met wortelmat) gevormd en daaronder een uitspoelingslaag (AE; fig. 4.2). Het blanco plotje (DU2b) heeft eveneens een dunne laag gedeeltelijk verteerd strooisel, met daaronder een humuslaag met uitspoeling. Bij de gechopperde plotjes is in DU2c een dikke uitspoelingslaag aanwezig en de ontkalking gaat tot de overgang naar de minerale horizont (C). 5 DU1a DU1b DU1c DU1d C BC A/C AEM AhM kalkhoudend/rijk cm-mv Fig Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU1. Op de foto het profiel in situ van plotje DU1a met vegetatie. 10 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

18 Fig Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU DU2a DU2b DU2c DU2d C BC AC AE ACM M kalkhoudend/rijk -15 cm-mv Rozenwaterveld DU3 In het referentieplotje en het blanco plotje (resp. DU3a en 3b) is een laag wortelmateriaal van grassen en dood mos (M-horizont) aanwezig. Daaronder bevindt zich een uitspoelingslaag met wortelresten en de ontkalking gaat tot het einde van deze AEM-horizont. Bij de gechopperde plotjes (DU3c+3d) ontbreekt de M-horizont, maar de uitspoelingslaag is nog wel aanwezig (fig. 4.3). Bij plotje DU3b en c is een bedolven Ah horizont met humuspodzol waargenomen; een relict van een vroegere stilstandfase in de duinvorming. Het overgestoven zand is al weer tot het begin van de BC-horizont ontkalkt. Fig Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU DU3a DU3b DU3c DU3d C Ahb C BC AC AE AEM M kalkhoudend/rijk -15 cm-mv Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

19 4.4 Rozenwaterveld DU4 In het referentie en blanco plotje (resp. DU4a en 4b) is resp. een niet verteerde (M) en wel verteerde (F) laag met organisch materiaal aanwezig. In het referentie plotje volgt daaronder een uitspoelingslaag met humus (AE) en in het blanco plotje zijn daar ook nog wortels aanwezig (AEM) met daaronder een inspoelingslaag (AB-horizont; fig. 4.4)). Bij de gechopperde plotjes (DU4c+4d) ontbreekt de laag met organisch materiaal, maar resten van de humushoudende lagen zijn nog wel aanwezig. De ontkalking is het verst gevorderd bij het blanco plotje. Beheer a referentie b blanco c+d gechopperd 5 DU4a DU4b DU4c DU4d cm-mv C BC AB AE AEM AhM M F kalkhoudend/rijk Fig Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU4. Op de foto s het profiel in situ van plotje DU4a (links), 4c (midden) en 4d (rechts), waarop ook een indruk van de vegetatie is te zien 12 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

20 4.5 Rozenwaterveld DU5 Zowel in het referentie (DU5a) als in het blanco (DU5b) plotje is een viltige graswortellaag aanwezig (M-horizont). In het referentie plotje is daaronder een humushoudende uitspoelingslaag (AE) aanwezig, die bij het blanco plotje ook nog een dichte wortelmassa heeft (AEM; fig. 4.5). De gechopperde plotjes (DU5c+d) hebben geen onverteerde organische laag meer, maar wel een humushoudende uitspoelingslaag. De ontkalking is het diepst in het blanco plotje; in de gechopperde plotjes is de ontkalking ondieper door het chopperen. 5 DU5a DU5b DU5c DU5d C BC AE Ah AEM AhM M kalkhoudend/rijk cm-mv Fig Profielen van de locatie Rozenwaterveld DU5. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

21 4.6 Infiltratiegebied KW1 Terwijl in het blanco plotje (KW1b) een viltige wortelmat is ontwikkeld op een humushoudende laag met wortels, ontbreekt die wortelmat in het referentieplotje (KW1a). Alle humus is verdwenen door het chopperen (fig. 4.6; KW1c). Geen van de drie plotjes zijn ontkalkt. Beheer a referentie b blanco c+d gechopperd 10 KW1a KW1b KW1c 5 0 C AC ACM M kalkhoudend/rijk -5 cm-mv Fig Profielen van de locatie Infiltratiegebied KW1. Op de foto het profiel in situ van plotje KW1a (links) en KW1b (rechts), terwijl ook de vegetatie is te zien. 14 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

22 4.7 Infiltratiegebied KW4 Zowel in het referentie als in het blanco (resp. KW4a en 4b) plotje is een humushoudende, minerale laag met veel dode wortels aanwezig, die is ontkalkt (fig. 4.7). Bij het gechopperde plotje (KW4c) ontbreekt de humushoudende laag en er is geen ontkalking. In het blanco plotje is op cm-mv een overstoven humuslaag (Ahb) aanwezig waaronder een micropodzol voorkomt. Het profiel wordt afgedekt door een wortelmat (M). Het overstoven profiel is ontkalkt tot 27 cm-mv of 11 cm onder het begin van de Ahb horizont. 10 KW4a KW4b KW4c C BC Ahb C ACM M kalkhoudend/rijk cm-mv Fig Profielen van de locatie Infiltratiegebied KW4. Op de foto het profiel in situ van plotje KW4a (links) en KW4b (rechts), terwijl ook de vegetatie is te zien. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

23 KW5a KW5b KW5c C AC M kalkhoudend/rijk -5 cm-mv Fig Profielen van de locatie Infiltratiegebied KW5. Op de foto het profiel in situ van plotje KW5b met vegetatie. 4.8 Infiltratiegebied KW5 In het referentie plotje (KW5a) is een licht humushoudende bovenlaag aanwezig en in het blanco plotje (KW5b) een dikke laag met gedeeltelijk verteerde viltige wortelmat, die geheel ontkalkt is (fig. 4.8). Het gechopperde plotje (KW5c) heeft een uitspoelingshorizont (AC) die kalkrijk is. 4.9 Infiltratiegebied KW7 In het blanco plotje (KW7b) is een humuslaag met dichte wortelmat (ACM) aanwezig, die in het referentie plotje (KW7a) ontbreekt. In het blanco plotje is een ondergestoven humushorizont aanwezig op cm-mv (fig. 4.9). In het gechopperde plotje (KW7c) is een humushoudende uitspoelingslaag aanwezig. Er is nergens ontkalking opgetreden Infiltratiegebied KW8 Het blanco plotje (KW8b) heeft een dikke toplaag met een dichte viltige wortelmat (M-horizont). In het referentieplotje (KW8a) is de toplaag humushoudend. In het gechopperde plotje (KW8c) is de humus geheel verdwenen (fig. 4.11). Er is geen ontkalking in KW8, met uitzondering van de wortelmat in KW8b. 16 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

24 Beheer a referentie b blanco c+d gechopperd KW7a KW7b KW7c C Ahb C AC AE ACM M kalkhoudend/rijk cm-mv Fig Profielen van de locatie Infiltratiegebied KW7. In fig is de vegetatie te zien van KW7c. Fig Vegetatie op de locatie van plotje KW7c (Infiltratiegebied). Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

25 10 KW8a KW8b KW8c 5 0 C AC M kalkhoudend/rijk -5 cm-mv Fig Profielen van de locatie Infiltratiegebied KW8. Op de foto het profiel in situ van plotje KW8a. Fig Vegetatie met korstmossen op de locatie van het plotje KW8a (Infiltratiegebied). 18 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

26 Literatuur Kemmers, R.H. & R.W. de Waal, Ecologische typering van bodems. 1. Raamwerk en humustypologie. 2. Humusvormtypologie van korte vegetatie. 3. Van typering naar kartering. Alterra, Wageningen. Green, R.N., R.L. Trowbridge & K. Klinka, Towards a Taxonomic Classification of Humus Forms. Forest Science Monograph, 29. Locher, W.P. & H. de Bakker, Bodemkunde van Nederland. Deel 1: Algemene bodemkunde. Den Bosch. Til, M. van, Herstelbeheer vergraste duingraslanden in de Amsterdamse Waterleidingduinen (monitoringplan). Gemeentewaterleidingen Amsterdam. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

27 20 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

28 Bijlagen Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

29 22 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

30 Bijlage 1a. De beschrijving van de profielen. DU1. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. DU1a piket ZO 1AhM 0-1,5 5 1 zeer veel wortels 1A/C1 1, heterogeen opgebracht humeus zand 1A/C heterogeen opgebracht zwak humeus zand 1C <1 3 ongestoord Minder dan 5 mm F horizont + zand. Boringnr. DU1b piket NO 1AEM zeer veel dode en levende wortels 1AEM zeer veel dode en levende wortels 1BC 8-29 <1 1 Licht bruin geel, matige podzolering 1C <1 3 Licht bruin geel, matige podzolering Boringnr. DU1c piket W 1A/C heterogeen opgebracht zand 1A/C heterogeen opgebracht zand 1C <1 3 ongestoord Boringnr. DU1d piket ZO 1A/C met loodzand, opgebracht zand 1A/C opgebracht zand 1C opgebracht zand Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

31 Bijlage 1b. De beschrijving van de profielen. DU 2. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld.. Boringnr. DU2a piket ZO M -1,5-0 afgestorven mossen + wortelmat + iets zand 1AE 0-1, veel levende wortels 1AC 1,5-5, C1 5, <1 2 1C2 15,5-40 <1 3 Boringnr. DU2b piket N+D306 M -0,5-0 wortelvilt 1AE 0-4,5 4 1 veel wortels en loodzand 1AC1 4,5-8,5 2 1 veel wortels en loodzand 1AC2 8,5-13, C c 13,5-40 <1 3 Boringnr. DU2c piket Z 1AE veel loodzand 1BC 12-14,5 1 2 zeer licht bruin 1C 14,5-40 <1 3 Boringnr. DU2d piket NW 1ACM met loodzand 1BC zwakke podzolering 1BC C < Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

32 Bijlage 1c. De beschrijving van de profielen.du3. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. DU3a piket NO M -0,5-0 dood mos en dode wortels en gras 1AEM 0-10,5 4 1 veel loodzand 1AC 10,5-20,5 1 1/2 1C 20,5-40 <1 3 Boringnr. DU3b piket ZW M -1-0 dode graswortels en dood mos AEM veel dode en levende wortels + veel loodzand 1BC lichte podzolering 1C <1 3 1Ahb overstoven vegetatieband 1C <1 3 Boringnr. DU3c piket N 1AEM veel wortels en loodzand 1BC vrij zwakke podzolering 1BC vrij zwakke podzolering 1Ahb overstoven vegetatieband 1C Boringnr. DU3d piket Z 1AE veel loodzand 1C <1 3 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

33 Bijlage 1d. De beschrijving van de profielen. DU4. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. DU4a piket Z M -0,5-0 wortelmat 1AhM zeer veel dode en levende wortels 1AE veel loodzand 1AE C 9-40 <1 3 Boringnr. DU4b piket Z Fm -0,5-0 afgestorven mos 1AEM 0-8,5 4 1 veel wortels 1AB 8,5-13, BC 13,5-16,5 1 2 zwakke podzolering 1C 16,5-40 <1 3 Boringnr. DU4c piket ZO 1AEM 0-3,5 2 1 veel loodzand en wortels 1BC1 3, zwakke podzolering 1BC2 8-11,5 1 2 zwakke podzolering 1BC3 11,5-19,5 <1 3 1C 19,5-40 <1 3 Boringnr. DU4d piket ZW 1AB wat loodzand 1BC C < Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

34 Bijlage 1e. De beschrijving van de profielen. DU5. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. DU5a piket Z M -1-0 viltige wortellaag + iets zand AhM wortelmat 1AE sterk doorworteld 1C <1 3 Boringnr. DU5b piket ZW M -2-0 dood mos, dood gras en wortels 1AEM zeer veel wortelmassa + loodzand 1BC goed ontwikkeld micropodzol B 1BC <1 2/3 zwakke podzolering 1C <1 3 Boringnr. DU5c piket ZO 1AE veel loodzand 1BC goed ontwikkeld micropodzol B 1BC <1 2/3 lichte podzolering 1C <1 3 Boringnr. DU5d piket ZO 1AE veel loodzand 1BC zwakke podzolering 1C <1 3 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

35 Bijlage 1f. De beschrijving van de profielen. KW1+4. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. KW1a piket W 1AC 0-8 0,5 3 zwak ontwikkeld, veel schelpengruis 1C 8-40 <1 3 Boringnr. KW1b piket NO M -3-0 viltige wortelmat 1ACM zeer veel wortels 1C 9-40 <1 3 Boringnr. KW1c piket NO 1C ,5 3 Boringnr. KW4a piket W 1ACM 0-6 1,5 1 zeer veel wortels 1C 6-40 <1 3 tot 20 cm nog veel wortels Boringnr. KW4b piket ZW M -1,5-0 viltige wortelmat 1ACM 0-5,5 3 1 mat van wortels 1C1 6,5-16 <1 3 1Ahb overstoven vegetatieband 1BC goed ontwikkeld overstoven micropodzol 1C <1 3 Boringnr. KW4c piket ZW 1C 0-40 < Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

36 Bijlage 1g. De beschrijving van de profielen. KW5+7. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. KW5a piket N Datum AC veel schelpengruis 1C 4-40 <1 3 Boringnr. KW5b piket N Datum M -5,5-0 viltige wortelmat met zand en schelpengruis 1AC vrij veel schelpengruis 1C 1-40 <1 3 vrij veel schelpengruis Boringnr. KW5c piket N Datum AC iets loodzand 1C <1 3 zeer kalkrijk Boringnr. KW7a piket ZW Datum AC zeer kalkrijk, veel schelpengruis 1C 9-40 <1 3 zeer kalkrijk, veel schelpengruis Boringnr. KW7b piket Z Datum M -0,5-0 viltige wortelmat 1ACM zeer veel wortels 1C <1 3 1Ahb overstoven vegetatieband 1C <1 3 Boringnr. KW7c piket Z Datum AE met wat loodzand 1C 4-40 <1 3 veel schelpengruis Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

37 Bijlage 1h. De beschrijving van de profielen. KW8. De ectorganische horizonten F en M liggen boven maaiveld. Boringnr. KW8a piket N Datum AC 0-6 0,5 3 zwak ontwikkelde horizont, veel schelpengruis 1C 6-40 <1 3 veel schelpengruis Boringnr. KW8b piket Z Datum M viltige wortelmat M idem met wat zand C1 0-4 <1 1 C <1 3 Boringnr. KW8c piket N Datum C 0-40 < Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

38 Bijlage 2a. De ligging van de plotjes binnen de onderzoekslocaties. Met een pijl is aangegeven op welk hoekpunt (buiten het plotje) de bodem is bemonsterd. Rozenwaterveld. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

39 Bijlage 2b. De ligging van de plotjes binnen de onderzoekslocaties. Met een pijl is aangegeven op welk hoekpunt (buiten het plotje) de bodem is bemonsterd. Infiltratiegebied KW1, 4 en Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

40 Bijlage 2c. De ligging van de plotjes binnen de onderzoekslocaties. Met een pijl is aangegeven op welk hoekpunt (buiten het plotje) de bodem is bemonsterd. Infiltratiegebied KW7 en 8. Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen

41 Bijlage 3. De gemeten droogewichten, gerangschikt naar beheer. Intern AWD Hoek- Drooggewicht ph Org. AWD Beheer nr. nr. punt levend dood strooisel som KCl stof nr. hoge mossen dood + geschat planten strooisel g/m2 cm-mv % 1 DU 1a ZO 118,62 393,42 44,80 229,70 274,50 5,06 1,5 4 DU 1a referentie 5 DU 2a ZO 109,98 525,84 24,22 501,41 525,63 4,90 7,0 3 DU 2a referentie 9 DU 3a NO 196,40 63,17 327,12 327,12 5,43 11,0 4 DU 3a referentie 13 DU 4a Z 236,85 501,89 16,00 42,05 58,05 6,64 6,0 3 DU 4a referentie 17 DU 5a Z 180,72 290,78 82,50 150,00 232,50 6,43 17,0 3 DU 5a referentie 2 DU 1b NO 575,34 246,66 343,44 498,77 842,21 4,46 29,0 8 DU 1b blanco 6 DU 2b NO 428,99 181,12 262,96 478,62 741,58 6,09 9,0 4 DU 2b blanco 10 DU 3b ZW 779,17 315,94 69,26 386,22 455,49 4,88 8,0 3 DU 3b blanco 14 DU 4b Z 696,37 110,08 360,40 470,48 5,17 14,0 4 DU 4b blanco 18 DU 5b ZW 565,36 431,92 353,18 785,10 5,90 19,0 3 DU 5b blanco 3 DU 1c W 172,51 39,39 39,39 5,24 10,0 2 DU 1c 4 DU 1d ZO 529,26 36,90 36,90 6,10 8,0 3 DU 1d 7 DU 2c Z 226,82 5,08 12,0 2 DU 2c 8 DU 2d NW 174,80 86,20 50,26 136,46 4,80 11,0 4 DU 2d 11 DU 3c N 44,64 5,82 8,0 3 DU 3c 12 DU 3d Z 115,42 6,49 10,0 2 DU 3d 15 DU 4c ZO 9,78 6,19 8,0 2 DU 4c 16 DU 4d ZW 39,73 6,41 0,0 2 DU 4d 19 DU 5c ZO 138,58 66,02 66,02 5,72 10,0 3 DU 5c 20 DU 5d ZO 79,17 67,09 67,09 5,56 11,0 3 DU 5d 21 KW 1a W 178, ,48 6,71 0,0 0,5 KW 1a referentie 24 KW 4a W 32,53 251,09 7,23 6,0 1,5 KW 4a referentie 27 KW 5a N 164,85 401,74 7,62 0,0 2 KW 5a referentie 31 KW 7a ZW 392,83 675,52 19,76 19,76 7,65 0,0 2 KW 7a referentie 33 KW 8a N 159,57 889,70 8,13 0,0 0,5 KW 8a referentie 22 KW 1b NO 837,41 351,98 32,45 40,46 72,91 7,40 0,0 3 KW 1b blanco 25 KW 4b ZW 68,24 660,83 140,10 98,00 238,10 5,17 6,5 3 KW 4b blanco 28 KW 5b N 114,75 122,30 354,19 224,78 578,97 7,41 0,0 2 KW 5b blanco 32 KW 7b Z 32,93 36,85 421,15 88,20 509,35 8,15 0,0 2 KW 7b blanco 34 KW 8b Z 193,23 96,32 313,20 269,07 582,27 7,58 7,0 0,5 KW 8b blanco 23 KW 1c NO 33,76 8,12 0,0 0,5 KW 1c 26 KW 4c ZW 40,27 6,27 0,0 0,5 KW 4c 29 KW 5c N 96,29 11,73 11,73 7,95 0,0 2 KW 5c 30 KW 7c Z 112,03 8,20 0,0 1 KW 7c 35 KW 8c N 10,32 7,73 0,0 0,5 KW 8c Ontkalkingsdiepte 34 Onderzoek aan bodem en biomassa na de chopperproef in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2003

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer

De landbouwer als landschapsbouwer 9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek

Nadere informatie

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen Fauna in de PAS Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen De Programatische Aanpak Stikstof Natuurdoelen en economische ontwikkelingsruimte 1600

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Schraal schraler schraalst

Schraal schraler schraalst Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans 2 Voorwaarden

Nadere informatie

Schraal schraler schraalst

Schraal schraler schraalst Schraal schraler schraalst Van landbouwgrond naar natuur. Maakt het uit hoe we dit aanpakken? Rudy van Diggelen Camiel Aggenbach Matty Berg Jan Frouz Tjisse Hiemstra Leo Norda Jan Roymans Opmerking vooraf:

Nadere informatie

Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie.

Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie. Het effect van ratelaar (Rhinanthus spec.) op de biomassa van de vegetatie. Inleiding Ratelaar (Rhinanthus spec.) is een half-parasiet. Een plant die met zijn wortels binnen de wortels van andere planten

Nadere informatie

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud

De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud De geohydrologie van een eiland: en wat dat betekent voor het natuurbehoud Ab Grootjans 1,2 Evert Jan Lammerts 3 1 Universiteit Groningen 2 Radboud Universiteit Nijmegen 3 Staatsbosbeheer Korte inhoud

Nadere informatie

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007

NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 NOORDZEE SYMPOSIUM 2007 Kustduinbodems : bodemvorming in een extreem milieu Carole Ampe Vlaamse Landmaatschappij West-Vlaanderen UGent Laboratorium voor Bodemkunde Inhoud Milieufactoren Geologie - moedermateriaal

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016

RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 RESULTATEN DIOXINE-ANALYSES HARLINGEN, februari 2016 Bijlage(n) 1 Contactpersoon Mark van Bruggen A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Onderwerpen voordracht bostypen in Nederland verschillen tussen rijke bossen en arme bossen de rol

Nadere informatie

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting Credits for Carbon Care CLM Onderzoek en Advies Alterra Wageningen UR Louis Bolk Instituut Bijlage: bodemanalyses als nulmeting In het project Carbon Credits hadden we oorspronkelijk het idee dat we bij

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2010 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) ktober 2011 Inhoud - Practicumhandleiding Wat is een bodem P3 Practicum Wat is een bodem P3.1

Nadere informatie

Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld

Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld Nader asbestonderzoek in bodem Wolbertsdijk 13 te Wapenveld Projectgegevens Beknopte beschrijving locatie Huidig gebruik terrein : Agrarische bedrijfsvoering Adres : Wolbertsdijk 13 Plaats : Wapenveld

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting

Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Nick van Eekeren DMS Vertrekpunt grondsoort Welke grondsoort zit u? Zie ook bodemdata.nl Losser 101 Veldpodzolen.

Nadere informatie

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR HET PARKHUIS TE DUBBELDAM Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door

Nadere informatie

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen.

BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1 oktober 2013 BIJLAGE: Proeven met graveren en eroderen van de cortex van vuursteen. 1. Samenvatting en conclusies t.a.v. de proeven. Aanleiding voor het onderzoek is het ontbreken van krassen in langsrichting

Nadere informatie

DE BODEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VOOR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVORST

DE BODEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VOOR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVORST Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 837-6333 Rapport nr. 78^ DE BDEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVRST door J.G. Vrielink en H.J.M.

Nadere informatie

F. te Riet Liendenhof HB Amsterdam

F. te Riet Liendenhof HB Amsterdam F. te Riet Liendenhof 62 1108 HB Amsterdam Betreft: Beoordeling bodem Gaasperplaspark Datum: 8 april 2015 Prohold BV Amorijstraat 12 6815 GJ Arnhem Tel: 06 27 166 502 gjvanprooijen@telfort.nl www.gerritjanvanprooijen.nl

Nadere informatie

De invloed op de populatie van het gentiaanblauwtje in Kampina van het onderzoek OBN-Alternatieven voor Plaggen Stand van zaken juni 2012

De invloed op de populatie van het gentiaanblauwtje in Kampina van het onderzoek OBN-Alternatieven voor Plaggen Stand van zaken juni 2012 De invloed op de populatie van het gentiaanblauwtje in Kampina van het onderzoek OBN-Alternatieven voor Plaggen Stand van zaken juni 2012 Bert van Rijsewijk Van Aelstlaan 31, 5503BB Veldhoven Tel: 040

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij

Nadere informatie

Duurzame landbouw door bodemschimmels

Duurzame landbouw door bodemschimmels Duurzame landbouw door bodemschimmels Omdat er in natuurgebieden over het algemeen veel bodemschimmels leven, wordt vaak gedacht dat de aanwezigheid van schimmels in een akker of in grasland een kenmerk

Nadere informatie

Omvormingsbeheer naaldbos en herstel duinroosjesvegetatie Amsterdamse Waterleidingduinen

Omvormingsbeheer naaldbos en herstel duinroosjesvegetatie Amsterdamse Waterleidingduinen Omvormingsbeheer naaldbos en herstel duinroosjesvegetatie Amsterdamse Waterleidingduinen De bodemkundige uitgangstoestand R.H. Kemmers P. Mekkink Alterra-rapport 483 Alterra, Research Instituut voor de

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen Kessel-Lo, 2009 Studiebureau Archeologie bvba Archeo-rapport 4 Archeologisch vooronderzoek aan de Oude Tramweg te Munsterbilzen

Nadere informatie

WATERSCHAP DE EEM Profielbeschrijving bij

WATERSCHAP DE EEM Profielbeschrijving bij Stichting voor Boderakartering Staringgebouw Wageningen Tel. O87O - 191OO Rapport nr. 117^ WATERSCHAP DE EEM Profielbeschrijving bij boringen doors Ing. H. Kleijer en Ing. H.J.M. Zegers Wageningen, juli

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

30: Aquapark en omgeving:

30: Aquapark en omgeving: 30: Aquapark en omgeving: Groen = Krabbenscheer; Rood = Groene glazenmaker. 31. Korte Leegte: Sloot noord van Veendammerweg: AC: 253.821 569.767. Lengte sloot ca. 150 meter; breedte varieert van 3 tot

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds!

BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds! BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds! 1 2 3 4 5 6 7 8 Waar gaan we voor!! Dit veld? Of dit veld? 11-4-2011 Nr.17 Profielopbouw Eisen vanuit de plant 40% mineraal 25-30%

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer

Nadere informatie

I. Beschrijving der profielen.

I. Beschrijving der profielen. XI. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK VAN ENKELE NEDERLANDSCHE HEIDEPODSOLPROFIELEN DOOR O. DE VRIES en JAC. VAN DER SPEK. Aangezien er slechts betrekkelijk weinig cijfers bekend zijn betreffende de samenstelling

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Advies over de ecologische risicoevaluatie op basis van nieuwe gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Adviesnummer: INBO.A.3439 Datum advisering: 18 mei 2016 Auteur(s):

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: te Opdrachtnr. : HA- Datum rapport : oktober Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: te Opdrachtnr. : HA- Datum rapport : oktober

Nadere informatie

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en

Nadere informatie

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Wim de Vries, Anjo de Jong, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en

Nadere informatie

Zuidrand Quick Scan 2011

Zuidrand Quick Scan 2011 Zuidrand Quick Scan 2011 KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland

Nadere informatie

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05 Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl

Nadere informatie

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G66. Datum onderzoek: en Ligging:

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G66. Datum onderzoek: en Ligging: Perceelonderzoek Gerven Perceel: G66 Datum onderzoek: 11-08-2007. 07-08-2009 en 16-05-2010. Ligging: Detail top. Krt. 1:10.000 Detail kad.krt. 1830 Luchtfoto met perceel (bron: Google earth) Veldkenmerken:

Nadere informatie

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:

Nadere informatie

«tip*. Film 3 foto h' Noord Beveland, Zeedijk van de Oud Noord Beveland Datum: polder; gedeelte tussen PP 27 en PP 32+.

«tip*. Film 3 foto h' Noord Beveland, Zeedijk van de Oud Noord Beveland Datum: polder; gedeelte tussen PP 27 en PP 32+. «tip*. Film 3 foto h' Noord Beveland, Zeedijk van de Oud Noord Beveland Datum: 22-6-1953. polder; gedeelte tussen PP 27 en PP 32+. (Dijkvak 9) 1. Oosterschelde, 2. Dijkpaal 28; nabij deze paal is het buitenbeloop

Nadere informatie

Praktijktest antifouling op touwen

Praktijktest antifouling op touwen Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden opdrachtgever

Nadere informatie

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie door: Gert Stoffelsen, Alterra Een van de profielen die voor mij een bijzondere dimensie

Nadere informatie

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk. Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus 2582 294 AB Lekkerkerk E-mail: m.martens@martens-bouw.nl Project: 1796MAR; IPB Baan 2 Rotterdam Betreft: briefrapport indicatief bodemonderzoek

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal... 2 1.4 Praktische

Nadere informatie

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Bijlage IV Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase) 1017 10 woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught 11-6-2013

Nadere informatie

De stikstofkringloop in kalkrijke en kalkarme duinbodems in de AWD

De stikstofkringloop in kalkrijke en kalkarme duinbodems in de AWD De stikstofkringloop in kalkrijke en kalkarme duinbodems in de AWD Annemieke Kooijman, Karsten Kalbitz en Chiara Cerli (IBED-UvA) Jaap Bloem, Rolf Kemmers en Gerard Jagers (Alterra) Duinen vroeger en nu

Nadere informatie

BO14168. Milieutechniek ZVS Eemnes BV. Amersfoort, Heiligenbergerwerg 113. Boring: 301. Boring: 302. Datum: 05-11-2014

BO14168. Milieutechniek ZVS Eemnes BV. Amersfoort, Heiligenbergerwerg 113. Boring: 301. Boring: 302. Datum: 05-11-2014 BO14168 Milieutechniek ZVS Eemnes BV Boring: 301 Datum: 05-11-2014 Boring: 302 Datum: 05-11-2014 0 1 0 tuin Zand, matig fijn, zwak humeus, zwak grindig, donkerbruin, Edelmanboor 0 1 0 40 tuin Zand, matig

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Bijlagen en Figuren Behorende bij het Woordenboek van de NVLB Inhoudsopgave Figuur 1 Stratigrafische tabel / geologische tijdschaal... 2 Figuur

Nadere informatie

Waterbodem. Ministerieel besluit van 06 februari Belgisch Staatsblad van 08 maart 2018

Waterbodem.   Ministerieel besluit van 06 februari Belgisch Staatsblad van 08 maart 2018 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie oktober 2017 CMA/5/B.3 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Algemene opmerkingen 3 3

Nadere informatie

Provinciebrede aanpak kansrijke droge bossen. Leon van den Berg Bart Nyssen

Provinciebrede aanpak kansrijke droge bossen. Leon van den Berg Bart Nyssen Provinciebrede aanpak kansrijke droge bossen Leon van den Berg Bart Nyssen Provinciebrede aanpak kansrijke droge bossen Oerboslandschap op zandgronden Op droge zandgrond: Linden-Eikenbos Bruine bosbodem

Nadere informatie

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk

De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk De Lusthoven 96, Kruisberghoeve, Arendonk Programma van Maatregelen Auteur: Jeroen Vermeersch Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek RAAP-NOTITIE 2197 Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: gemeente Ferwerderadiel Titel:

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

boring: 2016J187_ Lier Ygo

boring: 2016J187_ Lier Ygo boring: 2016J187_8 Kop_algemeen: Projectcode: 2016J187, Boornummer: 8, Beschrijver(s): CK, Datum: 30-11-2016, Doel boring: landschappelijk booronderzoek, Weersomstandigheden: zonnig, Boortechniek: mechanische

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem Opdrachtnr. : HA-012122 Datum rapport : 23 april 2015 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve

Nadere informatie

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM

Nadere informatie

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 5 10 Protocol 2010 15 HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 Inhoud 50 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...3 1.1

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Openbare Ruimte

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Openbare Ruimte Bezoekadres Weesperstraat 430 1018 DN Amsterdam Gemeente Amsterdam Postbus 12693 1100 AR Amsterdam Telefoon 020 251 1111 Fax 020 251 1199 www.iba.amsterdam.nl Openbare Ruimte Notitie Datum 15 november

Nadere informatie

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt Structuur tot de bodem uitgezocht Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt Betere Benutting Bodem Mineralisatie NLV Temperatuursom Betere Benutting Bodem Fosfaat (P2O5) Koude grond= traag bodemleven.

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

Rapport Bodemconditie Voedselbospercelen Park Lingezegen

Rapport Bodemconditie Voedselbospercelen Park Lingezegen Rapport Bodemconditie Voedselbospercelen Park Lingezegen Perceel 1 De Park Perceel 1 in De Park ligt ten zuiden van het voedselbos De Parkse Gaard. De oppervlakte van het perceel is 150m x 50m = 7500 m2.

Nadere informatie

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen 2017 1. Administratieve gegevens Laagland Archeologie VOF werd door LSG bvba aangesteld om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren op een terrein

Nadere informatie

Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006).

Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006). Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006). Van 16 t/m 18 oktober 2006 is door Medusa Explorations bv uit Groningen in opdracht van Rijkswaterstaat een bodemonderzoek uitgevoerd in de duinen

Nadere informatie

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017 Notitie Stadsontwikkeling Ingenieursbureau Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling Datum : 9 maart 2017 Betreft : Binnentuinen Ageniesebuurt Bezoekadres: De

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

enkele kleine baksteenspikkels lichtjes grijzig 28 SA 50 PO DBR D Ap2 BV S Z5 SZG h2 WO1 1

enkele kleine baksteenspikkels lichtjes grijzig 28 SA 50 PO DBR D Ap2 BV S Z5 SZG h2 WO1 1 Kopgegevens 20170885_22 20170885 22 CD PS Z AK X 100 6 31370 5 TAW MDGP BWV Jabbeke BAAC Vlaanderen Profiel 2.2 Laaggegevens 20170885_22 0 28 PO DGRBR D Ap XP S Z4 SZG h2 WO2 1 1 enkele kleine baksteenspikkels

Nadere informatie

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling Fosfaatverzadiging als uitgangspunt fosfaatverzadigingsindex (PSI) Plaggen en fosfaatverzadiging van de grond Plaggen is een veelgebruikte methode om de voedingstoestand

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING. VERSIE januari 2008

COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING. VERSIE januari 2008 COMPENDIUM VOOR MONSTERNEMING EN ANALYSE IN HET KADER VAN BODEMBESCHERMING VERSIE januari 2008 1 BEMONSTERING... 1 1.1 Doelstelling en toepassingsgebied... 1 1.2 Bemonsteringsstrategie... 1 1.3 Materiaal...

Nadere informatie

Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken

Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken Foto bijlage proefstroken herstel werkstroken Deze fotobijlage bevat een impressie van de verschillende proefstroken. Niet alle foto s die zijn genomen zijn in deze bijlage opgenomen. Er is geprobeerd

Nadere informatie

Gegevens terrein 74 Id. Excel database 228, 227 en 226

Gegevens terrein 74 Id. Excel database 228, 227 en 226 Gegevens terrein 74 Id. Excel database 228, 227 en 226 Gemeentecode KSL Sectie G Perceelnummer 167, 166 en 165 Locatieadres abij Keizersbaan 7 te Kessel Totale oppervlakte (ha.) 3 Onderzochte oppervlakte

Nadere informatie

Verkennend onderzoek naar bodemverdichting

Verkennend onderzoek naar bodemverdichting Verkennend onderzoek naar bodemverdichting December 2017 E. van Essen en W. Harder Aequator Groen & Ruimte 1 Inleiding Deskstudies (o.a. Akker et al., 2014) wijzen naar grote problemen met verdichting

Nadere informatie

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

De rol van de beuk in de bosontwikkeling De rol van de beuk in de bosontwikkeling Patrick Hommel Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatiekundige invalshoek: Bostypen zijn vaste combinaties van plantensoorten (struiklaag, kruidlaag, moslaag).

Nadere informatie

5 Fase III: Granulaire analyses

5 Fase III: Granulaire analyses 5 Fase III: Granulaire analyses Op een selectie van de boringen zijn granulaire analyses uitgevoerd, meestal meerdere monsters per boring. Bij het bepalen van de korrelgrootteverdelingen is gebruik gemaakt

Nadere informatie

Handleiding bepaling MijnBodemConditie

Handleiding bepaling MijnBodemConditie Handleiding bepaling MijnBodemConditie Beter boeren met de BodemConditieScore! Versie 1.0 uitgewerkt voor de Beemsterpolder (NH) Deze handleiding bevat instructies hoe een BodemConditieScore voor een enkele

Nadere informatie

DE VOCHTKARAKTERISTIEKEN VAN EEN SERIE BIJ VERSCHILLENDE TEMPERATUUR GEBAKKEN STENEN. P.Jökóvi. J.N.B.Poelman

DE VOCHTKARAKTERISTIEKEN VAN EEN SERIE BIJ VERSCHILLENDE TEMPERATUUR GEBAKKEN STENEN. P.Jökóvi. J.N.B.Poelman Stichting voor Bodemkartering Postbus 98 6700 AB Wageningen Tel. 08370-19100 BIBUO* Rapport nr. 1730 DE VOCHTKARAKTERISTIEKEN VAN EEN SERIE BIJ VERSCHILLENDE TEMPERATUUR GEBAKKEN STENEN P.Jökóvi J.N.B.Poelman

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Nienoordsingel Noord Beoordeling beuken en groeiplaats. Erwin Reinhard

Nienoordsingel Noord Beoordeling beuken en groeiplaats. Erwin Reinhard Nienoordsingel Noord Beoordeling beuken en groeiplaats Erwin Reinhard Kwaliteit beuken: Veiligheid Conditie - Toekomstperspectief Kwaliteit groeiplaats: Opbouw bodemprofiel & doorworteling Bodemvruchtbaarheid

Nadere informatie

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink Effect van borium op de hardheid van uien L. van den Brink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten PPO nr. 3250096600-01

Nadere informatie

Waterbodem. Ministerieel besluit van 10 maart Belgisch Staatsblad van 3 april 2014

Waterbodem.   Ministerieel besluit van 10 maart Belgisch Staatsblad van 3 april 2014 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie november 2013 CMA/5/B.3 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Algemene opmerkingen 3

Nadere informatie

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT Rapportage doorlatendheidsonderzoek Wouterij 55 te Koewacht Opdrachtgever Rho Adviseurs voor leefruimte Nieuwstraat 27 4331 JK Middelburg Rapportnummer

Nadere informatie

DE INVLOED VAN EFFECTIEVE MICROBEN OP OPBRENGST EN NPK OPNAME DOOR ENGELS RAAIGRAS IN EEN POTPROEF

DE INVLOED VAN EFFECTIEVE MICROBEN OP OPBRENGST EN NPK OPNAME DOOR ENGELS RAAIGRAS IN EEN POTPROEF HOMEPAGE EMRO Nederland Agriton.com DE INVLOED VAN EFFECTIEVE MICROBEN OP OPBRENGST EN NPK OPNAME DOOR ENGELS RAAIGRAS IN EEN POTPROEF door J.A. Nelemans en M.L. van Beusichem Landbouwuniversiteit Wageningen

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie