Universiteit Gent. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit Gent. Faculteit Rechtsgeleerdheid"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar Verbod op koppelverkoop in verzekeringen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Rechten Ingediend door: Liesbet Debaveye Promotor: Prof. Kris Bernauw Commissaris: Dhr. Jean Rogge

2 WOORD VOORAF In eerste instantie wil ik hierbij mijn promotor, Professor Kris Bernauw, bedanken voor zijn begeleiding bij het schrijven van mijn Masterproef. Bedankt voor Uw snelle reacties op mijn vragen, Uw nuttige tips en het geduldig wachten op het eindresultaat. Verder dank ik ook Dhr. Pieter Callens (Adviseur intellectuele eigendomsrechten en handelspraktijken bij het kabinet van Minister van ondernemen en vereenvoudiging, Vincent Van Quickenborne) voor het interview, waarbij mij een unieke blik achter de schermen bij de wetgever werd gegund. Dankzij dit gesprek heb ik mij een beter beeld kunnen vormen van de achtergrond waartegen de wet Marktpraktijken is ontstaan. Bedankt ook aan Dhr. Bruno Andries (Hoofd Juridisch Adviseur bij de Federale Overheidsdienst Economie afdeling Controle en Bemiddeling/ Economische Inspectie), voor het nazicht van de uiteenzetting over de praktische toepassingen van koppelverkoop. Daarnaast mag ik ook Mevr. Anne- Catherine Verhaege (Hoofd documentatiedienst van Assuralia) en Mevr. Sandra van Duvel (Juridisch medewerker bij de Federatie voor Verzekerings- en Financiële Tussenpersonen) niet vergeten te bedanken voor het doorsturen van informatie. Tenslotte wil ik ook graag mijn ouders en partner bedanken, omdat zij mij de mogelijkheid hebben gegeven om mijn studies te volbrengen en mij altijd hebben gesteund. 2

3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... 2 INLEIDING... 8 Hoofdstuk I Toepasselijke wettelijke bepalingen AFDELING I: DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE HANDELSPRAKTIJKEN EN DE VOORLICHTING EN DE BESCHERMING VAN DE CONSUMENT TOEPASSINGSGEBIED A. Producten B. Diensten C. Verkoper D. Consument HET PRINCIPIËLE VERBOD OP GEZAMENLIJK AANBOD A. Het begrip gezamenlijk aanbod B. Het principiële verbod op gezamenlijk aanbod UITZONDERINGEN A. Gezamenlijk aanbod aan een totale prijs B. Gezamenlijk aanbod tegen directe of onmiddellijke premies C. Gezamenlijk aanbod tegen uitgestelde voordelen SANCTIES DE NIEUWE WET MARKTPRAKTIJKEN AFDELING II: DE WET VAN 4 AUGUSTUS 1992 OP HET HYPOTHECAIR KREDIET TOEPASSINGSGEBIED RELEVANTE BEPALINGEN INZAKE HET GEZAMENLIJK AANBOD A. Het algemene beginsel: het verbod op gezamenlijk aanbod B. Hypothecair krediet en aangehechte contracten C. Hypothecair krediet en toegevoegde contracten D. Hypothecair krediet en effecten EVOLUTIE IN DE RECHTSPRAAK INZAKE HET HYPOTHECAIR KREDIET A. Verboden wegens schending van art. 54 WHPC en art. 6, 2 WHK

4 B. Toegelaten indien het voordeel volgt uit individuele onderhandelingen DE VERHOUDING TUSSEN DE WMPC EN DE WHK AFDELING III: DE WET VAN 12 JUNI 1991 OP HET CONSUMENTENKREDIET TOEPASSINGSGEBIED A. Consument B. Kredietgever en kredietbemiddelaar C. Kredietovereenkomst D. Toepassingsgebied ratione loci E. Uitsluitingen RELEVANTE BEPALINGEN INZAKE HET GEZAMENLIJK AANBOD NIEUWE WIJZIGING VAN DE WET OP HET CONSUMENTENKREDIET AFDELING IV: DE WET VAN 25 JUNI 1992 OP DE LANDVERZEKERINGSOVEREENKOMST TOEPASSINGSGEBIED RELEVANTE BEPALINGEN INZAKE HET GEZAMENLIJK AANBOD A. Combinatiepolissen B. Eenjarigheid van verzekeringsovereenkomsten C. Risico op dubbele dekkingen AFDELING V: DE WET VAN 24 MAART 2003 TOT INSTELLING VAN EEN BASIS- BANKDIENST TOEPASSINGSGEBIED RELEVANTE BEPALINGEN INZAKE HET GEZAMENLIJK AANBOD Hoofdstuk II De wet verzekeringsbemiddeling en distributie van verzekeringen AFDELING I: TOEPASSINGSGEBIED RELEVANTE BEPALINGEN VERZEKERINGSTUSSENPERSONEN.68 A. De klassieke verzekeringstussenpersoon B. Klantenaanbrengers of verzekeringstussenpersonen 69 AFDELING II: VOORWAARDEN VOOR INSCHRIJVING IN HET REGISTER 71 AFDELING III: SANCTIES BIJ MISKENNING VAN DE INSCHRIJVINGSPLICHT 72 AFDELING IV: BESLUIT 72 4

5 Hoofdstuk III Soorten Koppelingen AFDELING I: HET BEGRIP BANCASSURANCE AFDELING II: VERBODEN OF TOEGELATEN KOPPELINGEN? KOPPELINGEN VAN EEN GOED OF DIENST MET EEN VERZEKERING.. 76 A. Hypothecair krediet gekoppeld aan een schuldsaldoverzekering/ brandverzekering/ borgtochtverzekering B. Hypothecair krediet aan een voordelige rentevoet gekoppeld aan een schuldsaldoverzekering/ brandverzekering/ borgtochtverzekering C. Hypothecair krediet aan een voordelige rentevoet gekoppeld aan loondomiciliëring/ opening van een zicht- of spaarrekening D. Hypothecair krediet met reconstitutie van kapitaal gekoppeld aan een levensverzekering E. Bankrekening gekoppeld aan een ongevallenverzekering (= de zgn. rekeningverzekering) F. Bankrekening gekoppeld aan een hospitalisatieverzekering G. Bankrekening gekoppeld aan een verzekering met een voordeel H. Huur van een kluis gekoppeld aan een diefstalverzekering I. Betaalkaart gekoppeld aan een verzekering J. Betaalkaart/ aankoop wagen gekoppeld aan een rechtsbijstandsverzekering K. Pensioenverzekering gekoppeld aan een zichtrekening L. Reisbijstandsverzekering gekoppeld aan diensten voor autopechverhelping M. BA- autoverzekering gekoppeld aan een programma voor home- banking 90 N. Autolening aan een voordelige rentevoet gekoppeld aan een BAautoverzekering O. Annulatieverzekering gekoppeld aan een reis 92 P. Gratis omnium- verzekering gekoppeld aan de aankoop van een wagen KOPPELINGEN VAN TWEE OF MEER VERZEKERINGEN A. BA- autoverzekering gekoppeld aan een verzekering eigen schade (= de Omnium verzekering) B. BA- autoverzekering gekoppeld aan een rechtsbijstandsverzekering C. Brandverzekering gekoppeld aan aanvullende verzekeringen D. Family Packs

6 3. CONCLUSIE Hoofdstuk IV Argumenten pro en contra het verbod op koppelverkoop AFDELING I: ARGUMENTEN VAN DE VOORSTANDERS VAN HET VERBOD ARGUMENTEN PRO IN HET ALGEMEEN SPECIFIEKE ARGUMENTEN M.B.T. VERZEKERINGEN AFDELING II: ARGUMENTEN VAN DE TEGENSTANDERS VAN HET VERBOD REACTIES OP HET ARGUMENT VAN DE CONSUMENTENBESCHERMING REACTIES OP HET ARGUMENT VAN DE ONEERLIJKE CONCURRENTIE REACTIES OP DE SPECIFIEKE ARGUMENTEN M.B.T. VERZEKERINGEN Hoofdstuk V Uitspraken van de Europese instanties inzake het Belgische verbod op koppelverkoop AFDELING I: GEMOTIVEERD ADVIES VAN DE EUROPESE COMMISSIE VAN 1 AUGUSTUS AFDELING II: HET ARREST VAN HET HOF VAN JUSTITIE VAN 12 MEI AFDELING III: HET ARREST VAN HET HOF VAN JUSTITIE VAN 23 APRIL JURIDISCHE ACHTERGROND VAN HET ARREST: DE RICHTLIJN ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN FEITEN DIE AANLEIDING HEBBEN GEGEVEN TOT HET ARREST CONCLUSIE VAN DE ADVOCAAT- GENERAAL A. Conclusie inzake de verenigbaarheid van artikel 54 WHPC met de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken B. Conclusie inzake de verenigbaarheid van artikel 54 WHPC met artikel 49 EG- Verdrag DE UITSPRAAK VAN HET HOF VAN JUSTITIE Hoofdstuk VI De nieuwe wet Marktpraktijken AFDELING I: HET WETSONTWERP

7 AFDELING II: DE NIEUWE WET MARKTPRAKTIJKEN DE NIEUWE BEPALINGEN INZAKE HET GEZAMENLIJK AANBOD KRITISCHE EVALUATIE VAN DE NIEUWE BEPALINGEN ER IS LEVEN NA DE DOOD VAN HET ALGEMENE VERBOD OP GEZAMENLIJK AANBOD VRAGEN OVER DE VERENIGBAARHEID VAN ANDERE ARTIKELS UIT DE WMPC MET HET EUROPESE RECHT Hoofdstuk VII Koppelverkoop in het buitenland AFDELING I: NEDERLAND DE WET BEPERKING CADEAUSTELSEL VERENIGBAARHEID VAN DE WET BEPERKING CADEAUSTELSEL MET HET VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN DE INTREKKING VAN DE WET BEPERKING CADEAUSTELSEL AFDELING II: VERENIGD KONINKRIJK AFDELING III: CONCLUSIE BESLUIT BIJLAGEN BIBLIOGRAFIE

8 INLEIDING 1. We kennen het allemaal, je wil ingaan op een interessant aanbod, maar dan blijkt dat je dit goed of dienst niet kan verkrijgen zonder de aankoop van een ander goed of dienst. Dat is de problematiek van het gezamenlijk aanbod of koppelverkoop. Vroeger was deze praktijk in België, behoudens enkele uitzondering, algemeen verboden. In april van dit jaar is de wetgeving in dit kader gewijzigd, onder invloed van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Vandaag geldt in België alleen nog een verbod op gezamenlijk aanbod voor financiële diensten. In deze verhandeling zal het verbod op koppelverkoop bij verzekeringen worden besproken. In het eerste hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan de wetten die van toepassing zijn op het gezamenlijk aanbod bij verzekeringen. Eerst wordt de oude wetgeving besproken, zodat de aangehaalde rechtsleer en rechtspraak die dateert van voor de wetswijziging, in zijn context kan worden gesplaatst. Vervolgens wordt reeds kort ingegaan op de nieuwe wet Marktpraktijken. Deze wet zal in hoofdstuk zes verder worden toegelicht. Ook de bijzondere wetten op het Hypothecair krediet, het Consumentenkrediet, de Landverzekeringsovereenkomst en de Basis- bankdienst, komen in dit eerste hoofdstuk aan bod. Er wordt van elke wet afzonderlijk een overzicht gegeven van het toepassingsgebied en de relevante bepalingen inzake het gezamenlijk aanbod. Er worden ook verschillende voorbeelden uit rechtspraak en rechtsleer aangehaald. In de praktijk komt het vaak voor dat verkopers (niet- verzekeraars) samen met hun eigen goederen of diensten verzekeringen verkopen. Deze tussenpersonen zijn onderworpen aan de verplichtingen uit de wet Verzekeringsbemiddeling. In het tweede hoofdstuk wordt deze wet besproken. Aangezien de law in the books lang niet altijd gelijk is aan de law in practice, wordt in het derde hoofdstuk van deze bijdrage een overzicht gegeven van de meest voorkomende koppelingen met verzekeringen in de praktijk. In dit onderdeel wordt een poging ondernomen om na te gaan of deze aanbiedingen in overeenstemming zijn met het Belgische verbod op gezamenlijk aanbod bij financiële diensten. 8

9 Tot kort voor de afschaffing van het algemene verbod op koppelverkoop, werd er hevig gediscussieerd tussen voor en tegenstanders van het verbod op koppelverkoop. In het vierde hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van deze argumenten. Ook de motivaties inzake verbod op koppelverkoop bij verzekeringen komen aan bod, maar hierover bestaat in het algemeen minder discussie. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn van groot belang. In eerste instantie wordt stilgestaan bij het recente arrest van het Hof van Justitie, als gevolg waarvan het principiële verbod op gezamenlijk aanbod uit het Belgisch recht is geschrapt. Vervolgens wordt de nieuwe regeling uit de wet Marktpraktijken toegelicht. Een kritische evaluatie van de nieuwe wet mag niet ontbreken. Tot slot wordt in het zevende en laatste hoofdstuk van deze bijdrage een kleine blik over de landsgrenzen geworpen. Koppelverkoop is immers een verkoopstechniek die overal ter wereld wordt toegepast. Het kan dus leerzaam zijn om eens te kijken naar de regeling in andere landen. Ik beperk mij hierbij tot de bespreking van de toepasselijke bepalingen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Uit rechtsvergelijkend oogpunt is het nationale recht van deze twee landen interessant, omwille van de (in het geval van Nederland) oude gelijkenissen en de huidige verschillen. Met deze bijdrage hoop ik de geïnteresseerde lezer iets bij te brengen over een onderwerp dat onlangs grondig werd gewijzigd en daarom zeer actueel is. Over bepaalde wijzigingen is bij mijn weten zelfs nog geen rechtsleer verschenen. 9

10 Hoofdstuk I Toepasselijke wettelijke bepalingen 2. Op de problematiek van het gezamenlijk aanbod, ook wel koppelverkoop genoemd 1, zijn meerdere wettelijke bepalingen van toepassing. Vooraleer verder kan worden ingegaan op het fenomeen koppelverkoop bij verzekeringen, dient eerst het wettelijk kader van het gezamenlijk aanbod in het algemeen te worden herhaald. De verschillende wetten zullen hierna besproken worden, waarbij eerst kort hun toepassingsgebied zal worden uiteengezet en vervolgens hun bepalingen inzake het gezamenlijk aanbod. AFDELING I: DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE HANDELSPRAKTIJKEN EN DE VOORLICHTING EN DE BESCHERMING VAN DE CONSUMENT 3. Een eerste wet die van cruciaal belang zal zijn in deze verhandeling, is de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument (hierna WHPC) TOEPASSINGSGEBIED 4. In eerste instantie zal moeten worden nagegaan of de bepalingen van de WHPC wel van toepassing zijn op verzekeringen. Aangezien de verschillende hoofdstukken en afdelingen van de WHPC vaak een ander toepassingsgebied hebben, is het onmogelijk om het toepassingsgebied van de WHPC in haar geheel te bepalen. Hierna zal dan ook kort aandacht worden besteed aan de invulling van enkele begrippen die van belang zijn om het toepassingsgebied van de verschillende afdelingen van deze wet te bepalen. 1 In deze bijdrage zullen de beide termen door elkaar gebruikt worden. 2 Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken, de voorlichting en bescherming van de consument, B.S. 29 augustus

11 A. Producten 5. Artikel 1, 1 bepaalt dat producten alle lichamelijke roerende zaken zijn. Onroerende goederen en onlichamelijke roerende zaken vallen bijgevolg in de regel niet onder de bepalingen van de WHPC. 3 In dit kader moet echter worden herhaald dat de toepassingsgebieden van de verschillende afdelingen van de WHPC van elkaar kunnen verschillen. Zo zullen de regels inzake reclame (art /2 WHPC), alsook de regels inzake de oneerlijke handelspraktijken (art. 94/3-94/11 WHPC) en de regels inzake onrechtmatige bedingen (art WHPC) wel van toepassing zijn op onroerende goederen en onlichamelijke roerende zaken. Het begrip product wordt in deze afdelingen immers omschreven als lichamelijke roerende zaken, onroerende goederen, rechten en verplichtingen (art. 93, 2 en art. 31, 2, 2 WHPC). 6. Volgens Artikel 1, voorlaatste alinea is de wet niet van toepassing op effecten en andere financiële instrumenten 4 bedoeld in de wetgeving betreffende de financiële transacties en de financiële markten. Ook hier dient te worden opgemerkt dat deze uitsluiting niet absoluut is. Artikel 1 in fine bepaalt immers dat onder de voorwaarden en rekening houdend met de aanpassingen die Hij bepaalt, de Koning evenwel sommige bepalingen van deze wet van toepassing kan verklaren op voornoemde effecten en andere financiële instrumenten of op categorieën daarvan. Ondertussen heeft de Koning van deze bevoegdheid gebruik gemaakt 5, zodat sommige bepalingen uit de WHPC zijnde de algemene informatieplicht (art. 30), de onrechtmatige bedingen (art ), de afgedwongen aankopen (art. 76), de onwettige verkooppraktijken (art ), de oneerlijke handelspraktijken (art. 94/3 en 94/4 e.v.), de vordering tot staken (art ), de strafsancties (art ) en de waarschuwingsprocedure (art )- ook van toepassing zijn op effecten en financiële instrumenten. 6 3 R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, Voor de invulling van het begrip financiële instrumenten dient te worden verwezen naar de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, B.S. 4 september In artikel 2, 1 van deze wet is een opsomming van de door de wetgever bedoelde financiële instrumenten terug te vinden. 5 K.B. van 5 december 2000 waarbij sommige bepalingen van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, van toepassing worden verklaard op financiële instrumenten, effecten en waarden, B.S. 3 januari R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5. 11

12 B. Diensten 7. Artikel 1, 2 WHPC bepaalt dat diensten alle prestaties zijn die een handelsdaad uitmaken of een ambachtsactiviteit bedoeld in de wet op het ambachtsregister 7. Voor de invulling van het begrip handelsdaden dient te worden verwezen naar de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel (hierna W. Kh.). Uit de rechtsleer blijkt dat zowel de objectieve als de subjectieve daden van koophandel kunnen worden beschouwd als diensten in de zin van de WHPC. 8 Ook de financiële diensten vallen onder het toepassingsgebied van de WHPC. 9 Artikel 77, 1, 4 WHPC bevat een definitie van het begrip financiële diensten, namelijk: iedere dienst van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, verzekering, individuele pensioenen, beleggingen en betalingen. Uit het voorgaande moet geconcludeerd worden dat de diensten uit de financiële sector, alsook uit de verzekeringssector onder het toepassingsgebied van de WHPC vallen. 8. De wetgever maakt een bijkomend onderscheid tussen homogene en niet- homogene diensten. Artikel 1, 3 WHPC definieert homogene diensten als alle diensten waarvan de eigenschappen en de modaliteiten identiek of gelijkaardig zijn, ongeacht onder meer het ogenblik, de plaats van de uitvoering, de dienstverstrekker of de persoon voor wie ze bestemd zijn. Dit onderscheid is van belang voor de regels m.b.t. prijsaanduiding (art. 2-6 WHPC), aangezien deze regels enkel van toepassing zijn op homogene diensten. 10 Volgens de rechtspraak zijn verzekeringscontracten evenwel geen homogene diensten, voor zover de klant de keuze heeft tussen combinaties van verschillende verzekeringen en de prijzen kunnen verschillen In dit kader moet worden vermeld dat de wet van 18 maart 1965 op het ambachtsregister ondertussen werd opgeheven door de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, B.S. 5 februari In artikel 2, 5 van deze wet is een definitie terug te vinden van het begrip ambachtsonderneming. 8 J. STUYCK, Het op de markt brengen van bancassurfinance- producten: de handelspraktijkenwet in M. TISON, Bancassurfinance, Brussel, Bruylant, 2000, 234; R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5. 9 R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, Hoewel de WHPC dit niet met zoveel woorden bepaalt, wordt dit principe in de rechtsleer algemeen aanvaard; zie: R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, Voorz. Kh. Hasselt 10 december 1993, Nieuwsbrief Handelspraktijken 1994, nr.57,

13 9. Opdat een bepaalde daad als een handelsdaad zou kunnen worden beschouwd, is het vereist dat er sprake is van winstoogmerk. 12 Voor de kwalificatie als dienst in de zin van artikel 1, 2 WHPC is winstoogmerk echter niet vereist. Dit principe blijkt reeds uit de bewoording van artikel 1, 6, c) WHPC, waarin wordt vermeld dat: de persoon die in het kader van een commerciële, een financiële of een industriële activiteit, met of zonder winstoogmerk, producten of diensten te koop aanbiedt of verkoopt, als een verkoper moet worden beschouwd. In haar arrest van 13 september 2002 heeft het Hof van Cassatie dit principe bevestigd, door te bepalen dat niet vereist is dat diegene die een dienst te koop aanbiedt of verkoopt handelt met winstoogmerk, opdat hij als verkoper in de zin van artikel 1, 6, a) WHPC zou kunnen aangezien worden, maar dat de aard zelf van de activiteit of de gestelde handeling ter zake determinerend is. 13 Het Hof gaat in dit arrest zelfs nog verder door te stellen dat diegene die een dienst te koop aanbiedt of verkoopt die op zichzelf een handelsdaad uitmaakt in de zin van de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel, als verkoper kan aangezien worden ongeacht of er een tegenprestatie verschuldigd is door diegene aan wie de dienst ten goede komt. Zelfs wanneer een dienst gratis zou worden verstrekt, is volgens het Hof een kwalificatie als dienst in de zin van artikel 1, 2 WHPC dus niet uitgesloten. 10. De activiteiten van beoefenaren van vrije beroepen vallen in principe niet onder het toepassingsgebied van de WHPC, zodat hun prestaties niet kunnen worden gekwalificeerd als diensten in de zin van artikel 1, 2 WHPC. Uitzonderlijk kunnen de beoefenaren van de vrije beroepen toch als een verkoper in de zin van de WHPC worden beschouwd, met name wanneer zij producten verkopen. 14 Voor zover de beoefenaren van de vrije beroepen niet onderworpen zijn aan de bepalingen van de WHPC, vallen hun activiteiten in sommige gevallen onder een specifieke wet Cass. 19 januari 1973, R.W , Cass. 13 september 2002,, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 2002, R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, Wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen, B.S. 20 november

14 C. Verkoper 11. Artikel 1, 6 WHPC onderscheidt drie soorten verkopers. Het gaat hierbij telkens om personen die producten of diensten verkopen of te koop aanbieden. 1. De hoofdcategorie: Artikel 1, 6, a) WHPC 12. Artikel 1, 6, a) WHPC bepaalt dat als verkoper wordt omschreven: elke handelaar of ambachtsman en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen in het kader van een beroepsactiviteit of met het oog op de verwezenlijking van hun statutair doel. Overeenkomstig artikel 1 W. Kh. is een persoon handelaar wanneer hij daden van koophandel stelt (zoals opgesomd in de artikelen 2 en 3 W. Kh) en daarvan, hoofdzakelijk of aanvullend, zijn gewoon beroep maakt. Opdat een daad als een daad van koophandel kan worden gedefinieerd, is het vereist dat er winst wordt nagestreefd (supra nr. 9). De wetgever maakt hier geen onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Er weze opgemerkt dat artikel 1, 6, a) WHPC spreekt over het te koop aanbieden of verkopen in het kader van een beroepsactiviteit of ter verwezenlijking van een statutair doel. De vereiste dat de verkoop of de tekoopaanbieding moet gebeuren in het kader van een beroepsactiviteit, impliceert dat er een zekere organisatie moet zijn die erop gericht is regelmatig tot verkoop over te gaan. 16 Een particulier die louter occasioneel bepaalde producten of diensten te koop aanbiedt, kan bijgevolg niet als een verkoper worden beschouwd. Uit artikel 2, laatste lid W. Kh. vloeit voort dat alle daden die door een handelaar worden gesteld, behoudens tegenbewijs, vermoed worden commercieel te zijn. Aangezien de financiële diensten onder het toepassingsgebied van de WHPC vallen (zie supra nr.7 ), zijn de banken en de verzekeringsmaatschappijen verkopers in de zin van de WHPC. 2. De overheidsbedrijven: Artikel 1, 6, b) WHPC 13. Overeenkomstig artikel 1, 6, b) WHPC moeten ook als verkoper worden beschouwd: de overheidsinstellingen of de rechtspersonen waarin de overheid een overwegend aandeel heeft, 16 R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 9. 14

15 die een commerciële, financiële of industriële activiteit aan de dag leggen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen. Er zijn dus twee cumulatieve voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Bij het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een commerciële activiteit moet gekeken worden naar de daadwerkelijk uitgeoefende activiteit en niet naar de wettelijke opdracht De restcategorie: Artikel 1, 6, c) WHPC 14. Tot slot bepaalt artikel 1, 6, c) WHPC dat eveneens als verkoper moeten worden beschouwd: de personen die, hetzij in eigen naam, hetzij in naam of voor rekening van een al dan niet met rechtspersoonlijkheid beklede derde, met of zonder winstoogmerk, een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen. Voor de toepassing van deze bepaling is het irrelevant of de verkoop van de producten of diensten met of zonder winstoogmerk plaatsvindt, alsook of de verkoop gebeurt in eigen naam, dan wel in naam van en /of voor rekening van een andere persoon. Bijgevolg kunnen op grond van deze bepaling ook tussenpersonen als verkoper worden beschouwd. D. Consument 15. Artikel 1, 7 WHPC omschrijft een consument als ieder natuurlijke persoon of rechtspersoon die, uitsluitend voor niet- beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten of diensten verwerft of gebruikt. Om te bepalen of een persoon al dan niet als een consument kan worden beschouwd, moet dus worden nagegaan voor welke doeleinden de producten of diensten werden aangeworven. Verkrijgt een handelaar een product uitsluitend voor niet- beroepsmatige doeleinden, dan moet hij als consument in de zin van de WHPC worden beschouwd. Gebruikt hij het product daarentegen geheel of gedeeltelijk voor professionele doeleinden, dan kan hij niet als consument in de zin van de WHPC worden beschouwd R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007,

16 Artikel 1, 7 WHPC maakt eveneens geen onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. In dit kader dient wel te worden opgemerkt dat niet alle bepalingen van de WHPC van toepassing zijn op rechtspersonen. Zo wordt het begrip consument bij de regels inzake reclame en oneerlijke handelspraktijken anders gedefinieerd, zodat deze bepalingen enkel nog van toepassing zijn op natuurlijke personen. (art. 93, 1 WHPC). 2. HET PRINCIPIËLE VERBOD OP GEZAMENLIJK AANBOD A. Het begrip gezamenlijk aanbod 16. Artikel 54, eerste lid WHPC bepaalt dat er sprake is van gezamenlijk aanbod wanneer de al dan niet kosteloze verkrijging van producten, diensten, alle andere voordelen, of titels waarmee men die kan verwerven, gebonden is aan de verkrijging van andere zelfs gelijke producten of diensten. 17. Om te kunnen spreken van een gezamenlijk aanbod moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn. 19 Ten eerste moet er sprake zijn van minstens twee aanbiedingen, waarvan één hoofdaanbod en één nevenaanbod. Daarnaast is vereist dat er een verplichte band bestaat tussen deze twee aanbiedingen. Een aantal rechtsgeleerden verbinden aan het gezamenlijk aanbod nog een derde voorwaarde, nl. dat de consument een voordeel moet kunnen halen uit het gezamenlijk aanbod, in vergelijking met de afzonderlijke verkrijging van de twee bestanddelen. Deze stelling wordt echter in talrijke rechtspraak en rechtsleer tegengesproken. 1. Het bestaan van twee of meer aanbiedingen, waarvan de ene een hoofdaanbod en de andere(n) een nevenaanbod 18. De consument is in de eerste plaats geïnteresseerd in het hoofdaanbod. Het nevenaanbod hangt samen met de aankoop van het product waarop het hoofdaanbod betrekking heeft en 19 H. KEULERS, A. MOTTET HAUGAARD, A. CATTEAU, C. DEKONINCK, L. DIERCKX en O. SANTANTONIO, Verzekeringen en handelspraktijken, Mechelen, Kluwer, 2009,

17 bevat meestal een voordeel voor de consument, waartoe deze ertoe wordt aangezet om de beide aangeboden producten of diensten te kopen In dit kader moet het arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 20 oktober 1993 worden vermeld. 21 Het betrof hier een geschil tussen de toenmalige Generale Bank en de Federatie van Verzekeringsmakelaars. De Generale Bank had een aanbod verspreid waarbij het bekomen van een gunstige rentevoet voor hypothecaire leningen, gekoppeld werd aan het verplicht afsluiten van een schuldsaldo- en brandverzekering door bemiddeling van de bank. Voor het Hof had de bank geargumenteerd dat er geen sprake kon zijn van een gezamenlijk aanbod, vermits dat een dubbel aanbod aan de consument veronderstelt (nl. een hoofdaanbod en een nevenaanbod), waarbij het tweede kan beschouwd worden als premie of lokaas voor het eerste. In casu was volgens de bank het voordeel voor de consument gekoppeld aan het hoofdaanbod (de goedkopere hypothecaire lening) en niet aan het nevenaanbod (de schuldsaldo en brandverzekering). Het Hof heeft deze zienswijze niet gevolgd en oordeelde dat het al dan niet bestaan van een gezamenlijk aanbod niet afhankelijk kan zijn van de subjectieve invulling van het begrip door deze die het aanbod doet. Het is m.a.w. niet aan diegene die het aanbod doet om te bepalen wat het hoofdaanbod en wat het subsidiair aanbod vormt. Het is volgens het Hof immers mogelijk dat naar de consument toe, bij een dubbel aanbod, het ene als hoofdaanbod en het andere als nevenaanbod overkomt, terwijl in werkelijkheid, gelet op de strategie en het doel dat wordt nagestreefd, diegene die het aanbod doet dit net omgekeerd had bedoeld. 20. Er dient op gewezen te worden dat het begrip aanbod in de zin van artikel 54 WHPC een andere invulling heeft dan het begrip aanbod in het Burgerlijk Wetboek. Het begrip aanbod in de zin van het Burgerlijk Wetboek moet worden begrepen als een vast en duidelijk voorstel, dat enkel nog aanvaard dient te worden opdat de overeenkomst zou ontstaan. 22 Voor de toepassing van artikel 54 WHPC is daarentegen een publicitair aanbod vereist. Dit blijkt uit het arrest van het Hof van Cassatie van 20 oktober 1989, waarin het Hof heeft bepaald dat een gezamenlijk aanbod bestaat uit een tot de verbruikers door middel van 20 F. LONGFILS, L offre conjointe de produits ou de services. Les pratiques du commerce sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, Larcier, 2008, Brussel 20 oktober 1993, T. Verz. 1994, R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007,

18 reclame gerichte oproep die aan de verkrijging van producten of diensten de al dan niet kosteloze verkrijging verbindt van producten, diensten of titels waarmee producten, diensten of andere voordelen kunnen worden verkregen. 23 Er moet m.a.w. reclame worden gemaakt om de consument te overtuigen, vooraleer kan gesproken worden van een aanbod in de zin van artikel 54 WHPC. Met reclame bedoelt men hier elke aankondiging die de bevordering van een product of een dienst beoogt, waarbij het niet noodzakelijk is dat het aanbod een precieze omschrijving van voorwerp en prijs bevat. 24 Zo wordt een brochure aanzien als reclame. Een gepersonaliseerde brief aan een bestaande klant wordt daarentegen doorgaans niet als reclame beschouwd In het vonnis van 4 december 1996 heeft de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Brussel bepaald dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen een aanbod aan bestaande klanten en een aanbod aan potentiële klanten. Indien het aanbod wordt gedaan aan bestaande klanten, zou er volgens de rechtbank geen sprake zijn van een gezamenlijk aanbod Het bestaan van een obligatoire band tussen het hoofdaanbod en het nevenaanbod 22. De rechtspraak heeft reeds verschillende keren bevestigd dat er pas sprake kan zijn van een gezamenlijk aanbod, wanneer het hoofdaanbod en het bijkomend aanbod op een zodanige wijze aan elkaar gekoppeld zijn, dat het bijkomend aanbod slechts kan worden aanvaard wanneer ook het hoofdaanbod wordt aanvaard. 27 De consument moet m.a.w. eerst instemmen met het hoofdaanbod om te kunnen genieten van het (voordelig) nevenaanbod. Indien beide elementen van het aanbod afzonderlijk en aan dezelfde voorwaarden bij dezelfde verkoper kunnen verkregen worden, is er geen gezamenlijk aanbod Cass. 20 oktober 1989, Arr. Cass , R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, H. KEULERS et al., Verzekeringen en handelspraktijken, Mechelen, Kluwer, 2009, Voorz. Kh. Brussel 4 december 1996, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1996, Luik 16 november 1993, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1993, 236; Brussel 26 oktober 1999, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1999, J. STUYCK, Handelspraktijken in Beginselen van het Belgisch privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2004,

19 Inzake het gezamenlijk aanbod is het irrelevant dat de consument niet verplicht is om beide elementen uit het aanbod terzelfdertijd te aanvaarden. De wet sanctioneert immers de gezamenlijke aanbieding op zich en niet de (wijze van) aanvaarding. 29 Er is geen gezamenlijk aanbod indien aan een persoon een dienst wordt aangeboden tegen een verminderde prijs, wanneer die persoon reeds eerder een overeenkomst met die verkoper heeft gesloten waarmee hij een hoofdaanbod heeft aanvaard. 30 In de rechtsleer wordt hierbij het voorbeeld gegeven van een bijstandsverzekering die tegen een verminderde prijs wordt aangeboden aan alle verzekeringnemers die reeds over een polis B.A. auto beschikken. 31 Het zou hier immers gaan om een geïsoleerd aanbod dat niet samenhangt met de verkrijging van een ander aanbod. Er is uiteraard ook geen sprake van een verboden gezamenlijk aanbod wanneer het obligatoir verband tussen het hoofdaanbod en het nevenaanbod wettelijk aan de aanbieder is opgelegd. 32 Hierbij kan gedacht worden de mutualiteiten. 23. Wanneer het voordeel na onderhandelingen aan de consument wordt toegekend, kan dit ook niet als een gezamenlijk aanbod worden gekwalificeerd. Het Hof van Beroep te Brussel formuleerde dit principe in haar arrest van 23 maart 1999 als volgt: art. 54 WHPC strekt er enkel toe te verbieden dat de verkrijging van goederen of diensten wordt gebonden aan de verkrijging van andere goederen of diensten. Het staat er niet aan in de weg dat partijen, als resultaat van onderhandelingen, evenwichtig bedongen verbintenissen tot afname van meerdere goederen of diensten, waarbij zij overigens de afzonderlijke prijs van elk product of dienst kennen, met elkaar laten interfereren. Artikel 54 verbiedt dus niet elke binding van de afname van goederen of diensten, maar enkel deze die vervat is in een tot de consument gerichte aanbieding die aan elke onderhandeling voorafgaat. 33 Het principe van de onderhandelingsvrijheid werd later door het Hof van Cassatie bevestigd in het arrest van 30 maart Hierin heeft het Hof bepaald dat het verbod op gezamenlijk aanbod geen afbreuk doet aan de vrijheid van onderhandelen tussen partijen. Er is geen sprake van de 29 Gent 8 november 2001, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 2001, Luik 3 maart 1989, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1989, H. KEULERS et al., Verzekeringen en handelspraktijken, Mechelen, Kluwer, 2009, F. LONGFILS, L offre conjointe de produits ou de services. Les pratiques du commerce sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, Larcier, 2008, Brussel 23 maart 1999, T.B.B.R. 2001, afl. 4, Cass. 30 maart 2001, Bank Fin. R. 2001,

20 binding bedoeld in artikel 54 WHPC wanneer een aanbod niet kenbaar is voor de consumenten, doelgroep van het aanbod, en afhankelijk is van persoonsgebonden toestanden, waarover partijen onderhandelen. Het voordeel dat voortkomt uit onderhandelingen of uit vrijgevigheid van de verkoper is dus niet onderworpen aan artikel 54 WHPC. 3. Het bestaan van een voordeel uit het gezamenlijk aanbod voor de consument 24. Sommige auteurs vereisen dat de consument een voordeel moet kunnen halen uit het gezamenlijk aanbod, in vergelijking met de afzonderlijke verkrijging van de twee bestanddelen van dat aanbod. 35 Volgens Fleur Longfils blijkt deze voorwaarde uit de bewoording van artikel 54, eerste lid WHPC. De wetgever spreekt hier over de kosteloze verkrijging van producten, diensten en alle andere voordelen. Hieruit zou blijken dat de aanbiedingen van producten en diensten ook een voordeel moeten bevatten om onder het toepassingsgebied van artikel 54 WHPC te kunnen vallen Er is echter talrijke rechtspraak 37 en rechtsleer 38 te vinden waaruit duidelijk blijkt dat een voordeel niet vereist is om te kunnen spreken van een gezamenlijk aanbod. Zo oordeelde het Hof van Beroep te Brussel in haar arrest van 20 oktober 1993 dat de tekst van artikel 54 WHPC niet toelaat om te besluiten dat er enkel sprake kan zijn van een gezamenlijk aanbod wanneer een hoofdaanbod gepaard gaat met een subsidiair aanbod waaruit de consument een voordeel put. Dit laatste zal willicht meestal het geval zijn, maar dit hoeft zeker niet noodzakelijk zo te zijn. Overeenkomstig de ondubbelzinnige tekst van art. 54 WHPC is er gezamenlijk aanbod, telkens wanneer de consument niet de vrije keuze gelaten wordt om de aangeboden goederen en diensten samen dan wel afzonderlijk te verwerven F. LONGFILS, L offre conjointe de produits ou de services. Les pratiques du commerce sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, Larcier, 2008, 63 ; H. KEULERS et al., Verzekeringen en handelspraktijken, Mechelen, Kluwer, 2009, F. LONGFILS, L offre conjointe de produits ou de services. Les pratiques du commerce sous la direction de A. De Caluwé, Brussel, Larcier, 2008, Brussel 20 oktober 1993, T. Verz. 1994, 33 ; Cass. 4 september 1997, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1997, 300 ; Brussel 26 oktober 1999, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 1999, 344 ; Voorz. Kh. Antwerpen 12 augustus 2004, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 2004, J. STUYCK, Handelspraktijken in Beginselen van het Belgisch privaatrecht, Mechelen, Kluwer, 2004, 391 ; R. STEENNOT m.m.v. S. DEJONGHE, Handboek Consumentenbescherming en Handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, Brussel 20 oktober 1993, T. Verz. 1994,

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Consumentenrecht Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken Doelstelling van de wet Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Bescherming van de eerlijke

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND C.O.B. 12 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND Brussel, 21 oktober 2003 2 Advies over een

Nadere informatie

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5 INHOUD Voorwoord............................................................ v Inleiding.............................................................. 1 Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 HET GEZAMENLIJK AANBOD: VOORTAAN TOEGELATEN: EEN EMPIRISCH ONDERZOEK (ZOALS GOEDGEKEURD DOOR DE FACULTEITSRAAD) Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummers 5197, 5198 en 5199 Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1 en 2, en 3, 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken

Nadere informatie

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T

Rolnummer 3134. Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T Rolnummer 3134 Arrest nr. 41/2005 van 16 februari 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 2, van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, vóór de opheffing

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (WER Boek VI) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Een jaar langer gebonden?

Een jaar langer gebonden? Een jaar langer gebonden? Een jaar langer gebonden? 2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat, 50 B - 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr. : 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (WER Boek VI) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

21 DECEMBER Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (1)

21 DECEMBER Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (1) 21 DECEMBER 2013. - Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 HANDELSPRAKTIJKEN WORDEN MARKTPRAKTIJKEN INLEIDING De nieuwe Wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming (WMPC) in werking getreden op 15.05.10 vervangt de oude Wet

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 511 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van wet houdende hervorming van het ondernemingsrecht. Brussel, 5 juli 2017 SAMENVATTING De Raad voor het Verbruik werd op 22 juni 2017 door de

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK RvV 489 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot opheffing van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1972 betreffende de aanduiding van de prijs van juwelen, uurwerken, goud-

Nadere informatie

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC)

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) 1. Wanneer starten de solden onder de WMPC? De bestaande soldenperiodes werden onder de nieuwe wet niet gewijzigd.

Nadere informatie

1.1. De wet verlaat het begrip verkoper van de WHPC ten voordele van het begrip onderneming

1.1. De wet verlaat het begrip verkoper van de WHPC ten voordele van het begrip onderneming De nieuwe wet marktpraktijken in een notendop. Inleiding Op 12 april 2010 werd de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 1

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

1. DE VERKOOP MET VERLIES VAN DIENSTEN

1. DE VERKOOP MET VERLIES VAN DIENSTEN Hof van Cassatie, 25 oktober 2001 Iverlek / Radio Public (United Pan-Europe Communication Belgium) Zaken C.00.0090 en C.00.0091 Zetel : Verougstraete (Voorz.), Bourgeois, Londers, Dirix, Stassijns (raadsheren)

Nadere informatie

Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL

Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL Hoofdstuk I. Totstandkoming en doelstellingen van de wet marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) en haar verhouding tot het mededingingsrecht............................

Nadere informatie

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET 1 TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT - BGWF RvB april 2015 De inwerkingtreding van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen vereist een aanpassing van

Nadere informatie

DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN

DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT GENT ACADEMIEJAAR 2008-2009 DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Moor Stephanie Stamnummer: 20040584

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 98/2/17) GRIFFIE REGENTSCHAPSSTRAAT 39 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Deel I. Belangrijkste basiswetgeving

Deel I. Belangrijkste basiswetgeving Deel I. Belangrijkste basiswetgeving Burgerlijk wetboek (Uittreksel) - Consumentenkoop........... 3 Burgerlijk wetboek (Uittreksel) - Kosteloze borgtocht.......... 5 Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken

Nadere informatie

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG ); Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 1/5 Advies nr. 120/2019 van 19 juni 2019 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit met betrekking tot de attesten voor de belastingvermindering voor premies voor een rechtsbijstandsverzekering (CO-A-2019-120)

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 466 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 2 maart 1992 betreffende de prijsaanduidingen van kappersdiensten. Brussel, 10

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4496. Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4496 Arrest nr. 50/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 57, 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk

Nadere informatie

Doc. nr. E2:31001C32 Brussel, A D V I E S. over de SOLDENREGLEMENTERING ***

Doc. nr. E2:31001C32 Brussel, A D V I E S. over de SOLDENREGLEMENTERING *** 1 Doc. nr. E2:31001C32 Brussel, 10.3.1998 A D V I E S over de SOLDENREGLEMENTERING *** 2 INLEIDING De heer K. PINXTEN, Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, vroeg op 21 januari

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling The Bright Side Newsletter n 23 Bright Advocaten www.b-right.be Onderwerp Verbod op verkoop met verlies in strijd met het Europees recht Datum 22 april 2013 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN!! WWW.VERKOOPMIJNAUTO.BE WWW.DEALERAANKOOP.BE INHOUDSOPGAVE Art. 1 Definities begrippen Art. 2 Identiteit van de ondernemer Art. 3 Toepasselijkheid Art. 4 De openbare veiling Art.

Nadere informatie

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Circulaire FSMA_2012_14 dd. 12/06/2012 Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering Toepassingsveld:

Nadere informatie

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003

ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 ADVIES Nr 04 / 2003 van 10 februari 2003 O. Ref. : 10 / A / 2002 / 046 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot bepaling van de bijzondere aanwervingsvoorwaarden van het statutaire en het contractuele

Nadere informatie

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis 1. Deel 4 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (art. 1 tot 104) 1 Aanduiden op welke verzekeringsovereenkomsten deel 4 van de wet van

Nadere informatie

Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen?

Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen? Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen? Het Europees Hof van Justitie heeft in een arrest van 10 juli 2014 geoordeeld dat de artikelen 20, 21 en 29 van de wet van 6 april 2010

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPRAT - Fitness A04 Brussel, 29 september 2010 MH/SL/AS A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE FITNESS- EN WELLNESSCONTRACTEN

Nadere informatie

Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument

Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument Consumentenrecht en handelspraktijken: Informatie aan de consument Informatie ( Art. 10 WMPC ) Regel m.b.t. taal, etikettering, gebruiksaanwijzingen en garantiebewijzen = Art. 10 WMPC zegt dat de vereisten

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr 2008/01 van 8 september 2008 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de verplichting om een

Nadere informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met

Nadere informatie

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Mei en september 2006 Conform artikel 11 van het koninklijk besluit

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-468 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van koninklijk besluit tot het nemen van bijzondere maatregelen en tot afwijken van sommige bepalingen van boek VI van het Wetboek van economisch

Nadere informatie

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N Hof van Cassatie 14/11/2008 - Nr. C.07.0417.N (bron: http://jure.juridat.just.fgov.be/ ) H. A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Voorafgaande beslissing 400.374. Interest. Afkoopwaarde. Kapitaal. Levensverzekering. Beleggingsfonds. Datum 21 april 2005 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.556/3 van 27 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een huurwaarborglening 2/8 advies Raad van State 64.556/3

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 25/2010 van 1 september 2010 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit houdende wijziging van verschillende besluiten betreffende registratie van persoonsgegevens ingevolge

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2004 F.02.0016.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.02.0016.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, wiens kabinet gevestigd is te 1000 Brussel, Wetstraat 14,

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.901/3 van 16 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de wijze van aanstelling en vergoeding van de dierenartsen die

Nadere informatie

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam?

Wie geniet bescherming van zijn handelsnaam? Bescherm uw handels -, vennootschaps - en merknaam Naambekendheid is voor de handelaar van onschatbare waarde. Consumenten, klanten en leveranciers kopen producten van een bepaald merk of drijven handel

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ONDERNEMING EN CONSUMENT

ONDERNEMING EN CONSUMENT ONDERNEMING EN CONSUMENT BEGRIPPEN IN EVOLUTIE Aantal woorden: 35.782 Hannah Boelens Studentennummer: 01305492 Promotor: Prof. dr. Reinhard Steennot Co-promotor: Renzo van der Bruggen Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden.

verzoek om mijn inschrijving met oog op het uitoefenen van een activiteit van minnelijke invordering van schulden. MODEL 3 SI Wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument. Aanvraag om inschrijving van een natuurlijk persoon als minnelijke invorderaar van schulden. 1.

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE Advies van het B.I.P.T. van 18 februari 2009 betreffende de bepaling en de voorwaarden voor het beschikbaar stellen van de basisidentificatiegegevens

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING Koninklijk besluit van 21 december 2006 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief. De Garantie. Contact ZZINLEIDING ZZDE COMMERCIELE GARANTIE

PC Advocaten Nieuwsbrief. De Garantie. Contact ZZINLEIDING ZZDE COMMERCIELE GARANTIE De Garantie Mei juni 12 ZZINLEIDING In deze nieuwsbrief hebben wij het over het verschil tussen de wettelijke en de commerciële garantie, om dan verder te gaan op de wettelijke garantie zoals die geregeld

Nadere informatie

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Opgeheven wetsbepaling Wettelijke basis voor de opheffing Inwerkingtreding van de opheffing Bepalingen opgeheven door Boek II Décret du 2-17 mars

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 APRIL 2011 C.10.0183.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0183.N 1. TRADART INSTITUT sa, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te 1204 Genève (Zwitserland), rue du Perron 1, 2. TRADART

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Statuten kredietbemiddelaar

Statuten kredietbemiddelaar Statuten kredietbemiddelaar Stijn Vanhalst juridisch medewerker Wat is FVF Federatie voor Verzekerings- en Financiële tussenpersonen Verzekeringsmakelaars Meer dan 1.600 leden in Vlaanderen Belangenverdediging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2014 P.13.1304.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1304.F BELFIUS, voorheen genaamd DEXIA INSURANCE BELGIUM nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. E.

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie