Handboek Wilhelmshaven- en Bonnbaan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handboek Wilhelmshaven- en Bonnbaan"

Transcriptie

1 Handboek Wilhelmshaven- en Bonnbaan versie 1.1

2 Inleiding De Wilhelmshaven- en Bonnbaan zijn uitgevoerd als digitale gelijkstroombanen en beschikken over grote rijlengtes. Ze strekken zich uit over een groot gedeelte van de FMC modelbaanzaal. In de twee banen bevinden zich tevens twee stations en drie schaduwstations. Om de beide banen te bedienen, zijn er drie bedieningstableaus aanwezig. Het spoorverkeer op de beide banen kan soms behoorlijk druk zijn. Om dit toch goed te organiseren, is een bepaalde kennis en discipline nodig. Dit is niet alleen de kennis van de bedieningstableaus en de techniek, maar ook de kennis van de mogelijk- en onmogelijkheden van de banen. Naast kennis, is ook de onderlinge communicatie tussen de leden die de baan besturen van groot belang. Een ontsporing, of erger nog, een botsing, is snel een feit wanneer de één van de ander niet weet wat hij doet. Schade aan het materieel van de leden willen we te allen tijde voorkomen. Ook de staat en het rijgedrag van het materieel heeft invloed op de veiligheid op de digitale banen. Om u, als lid van de Friese Modelbaanclub, enig inzicht in de werking en de bediening van de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan te geven, is door de werkgroep digitaal besloten dit boekwerk op te stellen. In dit boekwerk worden de techniek en de manier van bedienen van de Wilhelmshaven- en Bonnbaan uitvoerig besproken. Ook is er een baanprotocol in opgesteld om de communicatie en de preventie van storingen en botsingen te optimaliseren. De werkgroep digitaal wenst u veel leesplezier. 2

3 Inhoud 1 Baanprotocol 1.1 Treindienstleiders 1.2 Lokadressen 1.3 Instelling locomotieven 1.4 Programmeren 1.5 Kwaliteit materieel 1.6 Maximale treinlengte 1.7 Toezicht 2 Bediening 2.1 Werkplekken 2.2 Inplugpunten 2.3 Bediening van de wissels 2.4 Seinbeelden 2.5 Bediening van de seinen 2.6 Bediening van de schaduwstations 2.7 Het bloksysteem 3 Wilhelmshavenbaan & Bonnbaan 3.1 Wilhelmshaven- & Bonnbaan 3.2 Station Wilhelmshaven 3.3 Station Bonn 3.4 Het pendelbaantje 4 Baantechniek 4.1 DCC digitaal 4.2 DCC toegepast op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan 4.3 Handregelaars en XpressNet 4.4 Geschikte (lok)decoders 4.5 Techniek bloksysteem 4.6 Techniek wisselsturing 4.7 Techniek seinsturing 4.8 Techniek schaduwstations 4.9 techniek bedieningstableaus 5 Baanplan 3

4 1 Baanprotocol In dit hoofdstuk is een baanprotocol opgesteld om ervoor te zorgen dat de treinenloop en de communicatie goed verlopen. Met name tijdens rijzondagen, open dagen of andere spoorse evenementen in het clubgebouw is een soepel treinenverloop een vereiste. Van ieder FMC-lid dat op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan wenst te rijden wordt verwacht dat hij/zij zich houdt aan het protocol. 1.1 Treindienstleiders Op rijzondagen, open dagen en andere spoorse evenementen in het clubgebouw, wordt de baan bestuurd door verschillende personen met ieder hun eigen plan over de treinenloop. Om al deze plannen in goede banen te leiden, wordt gewerkt met treindienstleiders. Op een rijzondag neemt één van de aangestelde treindienstleiders plaats achter het grote bedieningstableau op station Wilhelmshaven. In de praktijk zijn er vaak twee treindienstleiders tegelijkertijd actief om de baan goed onder controle te kunnen houden. De treindienstleiders hebben de volgende taken: - Een treindienstleider houdt het aantal treinen op de beide digitale banen in het oog. Wil een lid een trein op de baan zetten, dan zal deze eerst toestemming moeten vragen aan de treindienstleider. De treindienstleider houdt ook de locadressen van de voertuigen die zich op de baan bevinden in de gaten. - Een treindienstleider alléén bedient de schaduwstations en bepaalt wanneer er een trein station Wilhelmshaven binnenloopt en weer vertrekt. Dit om rangeerbewegingen op de stations mogelijk te maken en dus de treinenloop te beheersen. Het binnen halen van een trein gebeurt in overleg met de personen die op de rangeersporen aan het rangeren zijn. - Een treindienstleider onderhoudt contact met de leden die op station Wilhelmshaven rangeerbewegingen willen verrichten. Ook houdt de treindienstleider contact via een portofoon met de leden die station Bonn bedienen, zodat ook daar gerangeerd kan worden. Zonder dat er steeds weer een trein langs komt denderen. - Een treindienstleider is hét aanspreekpunt van de digitale leden. Mocht de baan in de noodstop komen, dan is de treindienstleider de enige persoon die deze noodstop weer mag opheffen. Mocht een lid tijdens een rangeerbeweging sluiting veroorzaken, waardoor de noodstop wordt ingeschakeld, dan dient het betreffende lid dit kenbaar te maken aan de treindienstleider, zodat deze de noodstop (na het verhelpen van het probleem) weer kan opheffen. - Een treindienstleider coördineert het opheffen van storingen. Wanneer er bijv. een aanrijding is geweest, dan dienen de leden deze zelf te verhelpen in overleg met de treindienstleider. De treindienstleider zorgt er daarbij voor dat de treinen ieder weer in een vrij blok worden geplaatst. 4

5 Om de taak van treindienstleider uit te kunnen voeren is het noodzakelijk dat de treindienstleider goed op de hoogte is van de werking van de baan en schaduwstations. Omdat het technisch gedeelte van de baan nog niet gereed is, is er nog een beperkt aantal mensen die de techniek doorgronden. Deze personen zullen voorlopig de treindienstleiders zijn. Zodra de techniek is afgerond, of bijna afgerond is, zal deze kennis op de overige digitale rijders op de W- en B-baan worden overgebracht, zodat zij ook kunnen functioneren als treindienstleider. Op rijzondagen, open dagen en andere spoorse evenementen in het clubgebouw, zullen steeds twee treindienstleiders tegelijk actief zijn. 1.2 Locadressen De digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan worden bestuurd door één digitale centrale. Deze centrale houdt contact met de locomotieven door middel van een viercijferig locadres. Er zijn dus in totaal 9999 locadressen mogelijk. Om te voorkomen dat er tijdens rijdagen dubbele locadressen op de banen voorkomen, is besloten de reeks mogelijke adressen op te splitsen in reeksen van 100 adressen (van reeks 01xx tot 99xx). Zodra een lid gebruik wil gaan maken van de digitale Wilhelmshaven- en/of Bonnbaan, zal deze een reeks van 100 viercijferige adressen toegewezen krijgen van de werkgroep digitaal. Het betreffende lid krijgt bijvoorbeeld de reeks 33xx toegewezen. Hij zal er dan voor moeten zorgen dat de locomotieven of treinstellen die hij op de baan zal willen inzetten geprogrammeerd zijn op een adres tussen 3300 en De reeks is niet beschikbaar. Dit is besloten, omdat adres 0 binnen de NMRA-DCC standaard, is gereserveerd om een analoge lok te kunnen besturen met de Lenz centrale. Ook worden decoders standaard vanaf fabriek geleverd met adres 3 als decoderadres. Om verwarring te voorkomen wordt adres 3 daarom ook niet aan een lid uitgereikt. Op de club is een lijst met toegewezen adresreeksen beschikbaar ter inzage. Mocht een nieuw lid een adresreeks willen, dan kan deze dat melden bij de dienstdoende treindienstleiders. Er wordt dan contact gezocht met de werkgroep digitaal om te bekijken welke reeksen beschikbaar zijn. 1.3 Instelling locomotieven en treinstellen. Naast het locdecoderadres kunnen er veel meer instellingen in de digitale decoders worden gewijzigd. Ook hier is van belang dat de locs aan bepaalde rijeigenschappen voldoen, waardoor de decoder zal moeten worden ingesteld. Ten eerste moet de locdecoder ingesteld worden op het juiste aantal rijstappen om een juiste weergave van de verlichting en het soepel rijden van de loc te waarborgen. De voorkeur instelling is 128 rijstappen. Ook moet de topsnelheid van de loc worden ingesteld. Het is niet gewenst dat een loc, wanneer de handregelaar 5

6 helemaal open staat, er als een hogesnelheidstrein vandoor gaat. De digitale baan is geen racebaan. Te snel rijdende treinen worden dan ook niet getolereerd door de treindienstleider. Naast de topsnelheid dient ook de optrek- en afremvertraging worden ingesteld. De afremvertraging dient te worden afgeregeld op een maximale remweg van 1,20 m. Dit houdt in dat een loc die op maximale snelheid rijdt, na het op nul draaien van de handregelaar, binnen de gestelde afstand stil staat. Dit is van belang voor het bloksysteem waar de digitale banen mee zijn uitgerust. Mocht de trein een langere remweg hebben, dan schiet de trein voorbij het stop tonende sein, met alle gevolgen van dien. De optrekvertaging dient zo te worden ingesteld dat een trein binnen 1,50 meter weer op de maximale snelheid rijdt. Trekt de trein te langzaam op, dan is de kans groot dat de trein stilvalt bij het uitrijden van de schaduwstations door een onderbreking van de stroomafname op de puntstukken van de wissels. Op de website van onze club ( zijn tools en handleidingen beschikbaar die hulp kunnen bieden bij het juist instellen van een decoder. 1.4 Programmeren Voordat een digitale loc of treinstel over de digitale banen mag rijden, moet deze dus juist geprogrammeerd zijn en voldoen aan bovenstaande instellingen. Er zijn vele mogelijkheden om decoders te programmeren. De meeste gangbare digitale systemen bieden de gebruiker de mogelijkheid de parameters (CV-waarden) van een decoder zo aan te passen dat aan de criteria wordt voldaan. Leden dienen dit dan ook zo mogelijk thuis te doen. Voor leden die thuis geen mogelijkheden hebben om decoders te programmeren, is er op de club een programmeerspoor aanwezig. Dit programmeerspoor is alleen tijdens niet-rijdagen beschikbaar om decoders te programmeren. Tijdens rijdagen is het programmeerspoor buiten gebruik om verstoring van de treinen op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan te voorkomen. 1.5 Kwaliteit van het materieel De kwaliteit van het materieel dat wordt toegelaten op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan dient van een hoog niveau te zijn. Er is namelijk niets hinderlijker dan een steeds opnieuw ontsporende, haperende of stilvallende trein. Ook loskomende koppelingen behoren tot deze ergernissen. Bovenstaande mankementen leiden tot opstoppingen en botsingen. Om deze problemen te voorkomen, dienen de locomotieven voldoende geölied te zijn, zodat ze soepel rijden. Ook dienen de wielen schoon te zijn, zodat deze goed stroom afnemen. Naast de wielen dienen ook de sleepcontacten die tegen de wielen drukken schoon te zijn. Anders is er nog kans op een slechte stroomafname en 6

7 dus stilvallende treinen. 100% storingsvrij rijden is niet mogelijk. Storingen kunnen namelijk ook optreden bij bijna nieuwe treinen, ze dienen echter wel zo veel mogelijk worden voorkomen. Naast de locs dienen ook de wagons soepel te lopen en te zijn voorzien van degelijke koppelingen die niet loshaken. Ook van de wagons dienen de wielen schoon te zijn. Vuile wielen zorgen er namelijk voor dat ook de rails vuil worden. Dit geeft dan weer storingen in de stroomafname van de locs. Oudere wagons zijn vaak voorzien van grote wielflenzen. Omdat in de baan Rocoline met een middelhoge spoorstaafhoogte (code 83) is verwerkt, kunnen deze wielen gaan ratelen op de bielzen. Dit materieel dient dan te worden voorzien van nieuwe assen die aan de huidige NEM normen voldoen. 1.6 Maximale treinlengte Treinen die op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan worden ingezet dienen niet langer te zijn dan 2,50 meter. Langere treinen veroorzaken storingen in het bloksysteem en passen niet langs de perrons in de stations en ook niet op de opstelsporen van de in de beide banen aanwezige schaduwstations. Om te kunnen controleren of een trein de maximale lengte overschrijdt, zijn er in de schaduwstations markeringen aangebracht. Deze markeringen staan op exact 2,5 meter van elkaar. Treinen kunnen dan ook het best in een schaduwstation op de baan worden gezet. 1.7 Toezicht In het het belang van alle digitale rijders, gaan we er van uit dat leden zich aan het bovenstaande baanprotocol houden. Naast de treindienstleiders zal ook de banencommissie er op toezien dat het protocol wordt nageleefd. Naast de treindienstleiders wordt er ook van de overige digitale rijders verwacht dat ze toezicht op elkaar houden. Eventuele ergernissen dienen te worden gemeld aan de treindienstleider, zodat er naar een oplossing gezocht kan worden. Rijdt er een trein op de baan die niet aan de kwaliteitseisen voldoet, dan zal deze, om verstoring van het treinenverloop of om schade aan andermans materieel te voorkomen, aan de kant moeten worden gezet. Mocht een persoon zich niet aan de communicatienormen houden, dan zal die persoon in kwestie hier op aangesproken worden. Wij streven naar spoorplezier voor iedereen. 7

8 2 Bediening In hoofdstuk 2 is informatie over de bediening van de baan te vinden. Om de baan te kunnen bedienen is kennis van de bedieningstableaus, de schaduwstations en het bloksysteem nodig. Ook de seinbeelden die op de baan worden gebruikt worden in dit hoofdstuk uitgelegd. 2.1 Werkplekken Om de treinenloop, de wissels en de seinen op de digitale banen te kunnen bedienen, zijn drie bedieningstableaus aanwezig. Deze bedieninstableaus bedienen de twee stations die op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan te vinden zijn. Station Wilhelmshaven is het grootste station en is te bedienen met behulp van twee bedieningstableaus, Wilhelmshaven-Klein en Wilhelmhaven-Groot. Het tweede station, station Bonn, wordt bediend door een derde bedieningstableau. Vanaf deze bedieningstableaus zijn de wissels en de seinen op de betreffende stations te bedienen. Naast de wissels en seinen, zijn vanaf Wilhelmshaven-Groot ook de twee schaduwstations te bedienen. Wilhelmshaven-Groot is dan ook de werkplek van de treindienstleider. De twee bedieningstableaus van station Wilhelmshaven werken parallel. Dit houdt in dat alle seinen en wissels op het station op beide tableaus te bedienen zijn. Hoe de wissels en seinen te stellen zijn, is verderop in dit hoofdstuk te lezen. 2.2 Inplugpunten Om de digitale locomotieven op de beide digitale banen te besturen, wordt gebruik gemaakt van handregelaars. Om deze handregelaars breed in te kunnen zetten, zijn er langs de baan verschillende inplugpunten aangebracht. De besturing van een loc of trein kan dus op verschillende punten langs de baan plaatsvinden. De inplugpunten zijn via de XpressNet leiding verbonden met de digitale centrale (zie ook hoofdstuk baantechniek). De handregelaars kunnen in alle aanwezige inplugpunten gestoken worden om communicatie met de digitale centrale tot stand te brengen. Op de beide stations is de handregelaar noodzakelijk om treinen langs het perron te laten stoppen en goederentreinen binnen te nemen. Ook voor het rangeerwerk op de stations is een handregelaar noodzakelijk. Op, of bij de bedieningstableaus zijn dan ook drie inplugpunten per tableau te vinden. 8

9 2.3 Bediening van de wissels Zoals hierboven te lezen worden de wissels op de stations bediend door de bijbehorende bedieningstableaus. Station Wilhelmshaven beschikt over twee bedieningstableaus. Alle wissels van Wilhelmshaven zijn te bedienen vanaf beide tableaus. Ze zijn parallel aangesloten. Mocht een wissel op Wilhelmshaven-Klein worden omgezet, dan veranderd de stand ook op Wilhelmshaven-Groot. Andersom geldt dit precies zo. De wissels worden op het bedieningstableau aangeduid door drie LED s (zie fig ). De kruiswissels worden met vier LED s aangeduid (zie fig ). Met deze LED s wordt de stand van het wissel en kruiswissel getoond. Om de stand van de wissel duidelijk te maken is gekozen voor gekleurde LED s. In iedere stand branden steeds twee LED s. Twee groene LED s geven aan dat het wissel of kruiswissel in de rechte stand is gesteld (fig ). Twee rode LED s geven aan dat het wissel of kruiswissel in de ronde stand is gesteld (zie fig ). fig fig fig De wissels kunnen worden gesteld met behulp van een schakelpen. Bij ieder bedieningstableau is een schakelpen aanwezig. De schakelpen is met een stroomdraad verbonden met het betreffende bedieningstableau. Door met de schakelpen het koperen puntje, dat zich in het midden van ieder wissel op het bedieningstableau bevindt, aan te tippen, wordt het wissel omgezet. Een gewone wissel kent 2 standen, een kruiswissel kent 4 standen. Alle mogelijke standen worden 1 voor 1 afgelopen door herhaaldelijk het koperen puntje aan te tippen. Na het kiezen van de stand wordt het wissel of kruiswissel niet direct omgezet. Pas ongeveer 1,5 seconde nadat de laatste stand is gekozen, zal het wissel omgaan. Deze wachttijd voorkomt dat de motor, die onder het wissel is gemonteerd, te heet wordt door snel achter elkaar van stand te wisselen. Een wisselmotor mag namelijk maar een aantal keren per minuut gesteld worden om oververhitting te voorkomen. In het sporenplan van station Wilhelmshaven zijn twee overloopwissels opgenomen (wissel 9 en 18, te vinden op het sporenplan van fig op pagina 16). Deze wissels zijn op de tableaus als twee losse wissels afgebeeld. Ze hebben ook ieder hun eigen koperen stelpuntje. In werkelijkheid gaan de twee wissels altijd gelijktijdig om. Ze staan beide of in de rechte stand (groen) of in de afgebogen stand (rood). Er moet dus 1 van de twee koperen stelpuntje worden bediend om beide wissels te laten omgaan. 9

10 2.4 Seinbeelden Op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan zijn verschillende seinen geplaatst. Omdat de banen gesitueerd zijn in tijdperk 3, is het klasieke DB seinsysteem met armseinen toegepast. Onderstaand zijn de verschillende seinbeelden die op de banen voorkomen afgebeeld met daarbij de betekenis van het seinbeeld en de reaktie die erop dient te volgen. Het is de bedoeling dat de leden die de baan bedienen ook daadwerkelijk handelen aan de hand van de seinbeelden die de trein tegenkomt.. Hp0 Bovenstaande armseinen staan in stand Hp0. Hp0 betekent voorbijrijden verboden. Het linker sein is een standaard bloksein, te vinden op de vrije baan. De rechter seinpaal vinden we als inrij- en uitrijsein op stations. Hp1 Bovenstaande armseinen staan in stand Hp1. Hp1 betekent voorbijrijden toegestaan. Het linker sein is een standaard bloksein, te vinden op de vrije baan. De rechter seinpaal vinden we als inrij- en uitrijsein op stations. Hp2 Bovenstaande armsein staan in stand Hp2. Hp2 betekent voorbijrijden toegestaan met beperkte senljheid. De seinpaal vinden we als inrijen uitrijsein op stations. 10

11 Vr0 Dit voorsein staat in stand Vr0. Vr0 betekent verwacht stop. Het eerstvolgende sein staat in de stand Hp0. De trein dient dus af te remmen. Het sein is langs de vrije baan te vinden. Vr1 Dit voorsein staat in stand Vr1. Vr1 betekent verwacht doorrijden. Het eerstvolgende sein staat in stand Hp1. De trein hoeft nu niet af te remmen en kan op baanvaksnelheid doorijden. Vr2 Dit voorsein staan in stand Vr2. Vr2 betekent verwacht langzaam rijden Het eerstvolgende sein staat in stand Hp2. Dit voorsein staat voor een inrijsein van een station of wisselstraat. Sh0 Dit rangeersein staat in de stand Sh0. Sh0 betekent halt, rangeren verboden. Het sein staat op de stations Wilhelmshaven en Bonn en stuurt de rangeerbewegingen op deze stations. Sh1 Dit rangeersein staat in de stand Sh1. Sh1 betekent rangeren toegestaan. Het sein staat op de stations Wilhelmshaven en Bonn en stuurt de rangeerbewegingen op deze stations. Ra11 / Sh1 Dit rangeersein heet ook wachtsignaal (Ra11). Railvoertuigen dienen voor dit sein te stoppen en zich te melden bij de treindienstleider. Na toestemming dmv de twee gele lampen (Sh1) mag verder gerangeerd worden 11

12 2.5 Bediening van de seinen Het principe van de seinbediening is hetzelfde als bij de wisselbediening. Een sein wordt gesteld door gebruik te maken van de schakelpen. Door met de schakelpen het koperen vlakje van het om te zetten sein aan te tippen, wordt het sein in een stand gesteld. Een sein wat Hp0 toont, wordt op het bedieningstableau weergegeven door een rode LED. Een sein wat Hp1 toont wordt weergegeven door een groene LED en een sein dat Hp2/Sh1 toont door een gele LED. Door meerdere malen op het schakelvlakte te tippen, wordt door de verschillende seinbeelden gelopen. Voordat een sein bediend kan worden, moetsen eerst de wissels in de juiste stand gesteld zijn, zodat er een geldige rijweg ontstaat. Is dat niet het geval, dan zal de LED rood knipperen, ten teken dat er geen geldige rijweg is ingesteld. Daarbij kijkt de seinbesturing niet alleen naar de uitrijzijde, maar ook naar de rijweg die moet leiden naar een rangeersein. Is de rijweg goed ingesteld dan zal na ongeveer 1,5 seconden nadat je de LED in de gewenste stand hebt gezet, het sein daadwerkelijk worden gesteld. Een eventueel aan het uitrijsein gekoppeld rangeersein, wordt vervolgens direct na het uitrijsein automatisch in de juiste stand mee gesteld. Wanneer vergeten wordt om de seinen op onveilig te zetten, dan doet de seinbesturing dat zelf. Nadat een sein op veilig is gesteld, zal de seinbesturing na ongeveer 30 seconden de seinen automatisch op Hp0/Sh0 schakelen. Dit om de seinen altijd op de uitgangspositie te krijgen. Zodra de seinen op Hp1, Hp2 en/of Sh1 zijn gesteld, worden de wissels geblokkeerd. Dit betekent dat een eenmaal ingestelde rijweg niet meer gewijzigd kan worden. Dit is gedaan om te voorkomen dat iemand (bijvorrbeeld de rangeerder op Wilhelmshaven-Klein) per ongeluk de rijweg veranderd met een mogelijke ontsporing als gevolg. Zodra wordt geprobeerd een geblokkeerd wissel te stellen, dan zal de LED voor het betreffende wissel, op het bedieningstableau gaan knipperen ten teken dat het niet mogelijk is het wissel te stellen. Zodra de seinen weer op onveilig (Hp0 en/of Sh0) zijn gezet, dan wordt de wisselblokkering weer opgeheven en kan een volgende rijweg worden ingesteld. fig Hier zijn de twee verschillende symbolen voor de verschillende seinen afgebeeld. In dit geval uitrijsein P4 en rangeersein Hs4. De kleur van de LED geeft de stand van het betreffende sein weer. Ieder sein heeft zijn eigen symbool met bijbehorend nummer afgebeeld op de bedieningstableaus. P4 P4 Hs4 Hs4 12

13 2.6 Bediening van de schaduwstations De bediening van de schaduwstations geschiedt vanaf bedieningstableau Wilhelmshaven-Groot en wordt tijdens rij(zon)dagen bedient door een treindienstleider. In de Wilhelmshavenbaan is een groot schaduwstation met zes sporen opgenomen. In de Bonnbaan bevinden zich twee schaduwstations van drie sporen kort achter elkaar. De schaduwstations werken, net als het bloksysteem, met lichtsensoren. In fig en fig zijn tekeningen van de schaduwstations te vinden. Op deze tekeningen staan de lichtsensoren getekend. Een trein wordt door lichtsensor Aanmelden op een afstand 1 meter van het schaduwstation aangemeld. Een microcontroller, die het schaduwstation bedient, zoekt bij bediening van sensor Aanmelding om een vrij spoor in het schaduwstation. Wordt een vrij spoor gevonden, dan worden de wissels door de microcontroller in de juiste stand geschakeld en de trein kan de trein het schaduwstation binnen komen. Aangekomen op het vrije schaduwstation-spoor, rijdt de trein over een van de bezetmeldings-sensoren en wordt het betreffende spoor stroomloos geschakeld. De trein komt hierdoor stil te staan. Zodra het schaduwstation vol is en er dient zich via sensor Aanmelden een nieuwe trein aan, dan wordt de aangemelde trein in de wacht gezet, vervolgens zal eerst een trein moeten worden weggestuurd. Is er een trein weggestuurd en het schaduwstation-spoor weer vrijgegeven via de vrijgavesensor, dan mag de in de wachtende trein het schaduwstation binnen rijden. Schaduwstation Bonnbaan 1 stop-/bezetmeldsensoren aanmeldsensor vrijgavesensor stop-/bezetmeldsensoren Schaduwstation Bonnbaan 2 vrijgavesensor aanmeldsensor fig Hierboven staan de twee schaduwstations in de Bonnbaan afgebeeld. 13

14 aanmeldsensor vrijgavesensor stop-/bezetmeldsensoren Schaduwstation Wilhelmshavenbaan stop-/bezetmeldsensoren fig Hierboven staat het zes-sporige schaduwstation in de Wilhelmhavenbaan afgebeeld. De werking van de schaduwstations is op drie manieren in te stellen: - Automatisch, op volgorde van binnenkomst. Het schaduwstation zorgt er zelf voor dat er, na een oproep door een treindienstleider, een vertrekspoor wordt gekozen. Dit gebeurt op volgorde van binnenkomst. - Handmatig. Het schaduwstation zorgt er nu niet zelf voor dat er een vertrekspoor wordt gekozen. Dit wordt overgelaten aan de treindienstleider. Op het LCD display knipperen de cijfers van de bezette sporen, net zolang tot dat de gebruiker een spoor kiest waarvan een trein moet vertrekken. - Uit. Het schaduwstation is nu uitgeschakeld. Er is één spoor in gebruik als doorrijspoor. De treinstopt echter wel automatisch en dient door de treindienstleider weer te worden opgeroepen. Het schaduwstation in de Wilhelmshavenbaan is naast bovengenoemde mogelijkheden nog in te stellen op werking met 3 of met 6 sporen. Station Wilhelmshaven is bedoeld om te rangeren. Om te voorkomen dat dit onmogelijk wordt gemaakt door het steeds maar weer binnen komen van treinen vanuit schaduwstation 2 is het onmogelijk gemaakt dat treinen automatisch uit dit schaduwstation vertrekken. Wanneer het schaduwstation vol is, wordt dit op het bedieningsscherm kenbaar gemaakt. Een trein kan alleen middels een druk op de vertrekknop uit het schaduwstation vertrekken richting Wilhelmshaven. Vanuit schaduwstation 1 kan wel direct een trein vertrekken omdat, wanneer schaduwstation 2 vol is, de trein automatisch in de wachtsectie spanningsloos wordt gezet. 14

15 2.7 Het bloksysteem In de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan zijn blokken gebouwd. Deze blokken worden beveiligd door (arm)seinen. Staat een (arm)sein in de stand stop, dan zal de aankomende trein automatisch afremmen en stoppen voor het sein. Zodra het sein uit de stand stop komt, zal de trein weer optrekken naar zijn ingestelde snelheid. Zodra de trein het sein is gepasseerd, zal de trein het sein weer in de stand stop zetten. Op deze manier wordt een natuurgetrouw treinbeeld nagebootst. Om de juiste werking van het bloksysteem te kunnen waarborgen, is het van belang dat een trein volledig in het blok past. De maximale lengte van een trein op de Wilhelmshaven- en de Bonnbaan is daarom beperkt tot 2,50 meter. Deze maximale lengte wordt bepaald door het het kleinste opstelspoor. Een blok bestaat uit twee secties. Een rijsectie en een remsectie. De rijsectie van het kleinste blok heeft een lengte van 3 meter. Achter de rijsectie bevindt zich de remsectie. Deze heeft een lengte van 1,30 meter. Iedere trein die op de baan wordt gezet dient binnen deze afstand tot stilstand zijn gekomen (zie hoofdstuk 1 Baanprotocol). Het bloksysteem wordt bediend door de rijdende trein. In de baan zijn hiervoor lichtsensoren ingebouwd. Ieder blok heeft drie sensoren. - een afremsensor. Dit is de eerste sensor in het blok. Mocht het volgende bloksein in de stand stop staan, dan zorgt deze sensor ervoor dat de trein het stopcommando krijgt. De trein remt nu af op zijn afremvertraging tot stop. - een bezetmeldsensor. Deze sensor bevind zich aan het eind van het blok en meldt het blok bezet. Het sein dat het inrijden van het blok beveiligt valt nu in de stand stop. - een vrijgavesensor. Deze sensor bevindt zich voorbij het volgende blok en zorgt ervoor dat het inrijsein in de stand veilig komt. Om maximale vrijheid te hebben, kunnen de blokseinen ook handmatig worden geschakeld op de bedieningstableau s van station Wilhelmshaven. Dit is alleen toegestaan met toestemming van de treindienstleider, omdat de kans op ongelukken hierdoor fors toeneemt. Voor een juiste werking van het bloksysteem is het van groot belang dat de decoders in de locomotieven en treinstellen juist zijn ingesteld. Locs die niet juist zijn ingesteld worden tijdens rijzondagen dan ook weer door de treindienstleider van de baan gehaald en mogen pas weer worden ingezet wanneer ze juist zijn ingesteld. 15

16 16

17 3 Wilhelmshavenbaan & Bonnbaan In dit hoofdstuk staat de benodigde informatie om de beide stations in de Wilhelmshaven- en Bonnbaan op een juiste manier te kunnen bedienen. 3.1 De Wilhelmshaven- en Bonnbaan De digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan zijn in feite twee aparte enkelsporige spoorlijnen die samenkomen op station Wilhelmshaven. Beide spoorlijnen zijn gesitueerd in Duitsland en bootsen tijdperk III na. De banen bezitten ieder hun eigen bloksysteem en schaduwstations. Staande bij het bedieningstableau Wilhelmshaven-Groot, komt de Wilhelmshavenbaan van rechts station Wilhelmshaven binnen. De Bonnbaan komt vanaf de linkerzijde, uit de tunnel, station Wilhelmshaven binnen. Op de rechterpoot van de clubbaan rijden de twee banen parallel en bootsen zo een dubbelspoor na. Vanuit station Wilhelmshaven, volgen we een trein die op de Bonnbaan rijdt. Nadat het uitrijsein van station Wilhelmshaven op veilig is gekomen, trekt de trein op en verlaat aan de rechterzijde het station. De trein rijdt via een ruime boog de rechterpoot van de FMC clubbaan op. Halverwege het traject staat een seinhuisje met direct daarna het inrijsein van station Bonn. Zodra dit sein op veilig komt, trekt de trein weer op om vervolgens door een tunnel station Bonn te bereiken. Na een korte stop komt het uitrijsein van station Bonn op veilig en verlaten we station Bonn. De trein rijdt nu in een ruime boog om het lokdepot heen. Op het rechte stuk spoor voor de tunnel bevindt zich nog een kleine halteplaats. Vlak voor het naderende tunnelportaal staat nog een armsein dat het eerstvolgende blok beveiligt. Staat dit sein op veilig, dan rijdt de trein de tunnel in om vervolgens onder de bergen door het schaduwstation te bereiken. Hier zoekt de trein een vrij spoor en komt tot stilstand. Zodra de trein weer door de treindienstleider uit het schaduwstation wordt opgeroepen, rijdt de trein, door het tunnelportaal aan de linkerzijde, station Wilhelmshaven weer binnen en is het rondje gemaakt. De Wilhelmshavenbaan begint ook in station Wilhelmshaven. Dit is tevens het enige station in deze baan. Pakken we een trein vanuit station Wilhelmshaven, dan rijdt deze, nadat het uitrijsein op veilig is gezet, door de boog aan de linkerzijde van het station direct een tunnel in. De trein verdwijnt nu onder de bergen en rijdt via een grote spiraal het zes-sporig schaduwstation binnen. Nadat de trein weer is opgeroepen door de treindienstleider, komt de trein tevoorschijn op het enkelsporige baanvak langs het riviertje op de rechterpoot van de FMC clubbaan. Hier is de trein in zijn gehele lengte zichtbaar. Vlak voordat de trein weer de volgende tunnel inrijdt, staat een bloksein dat aangeeft of het volgende blok vrij of bezet is. Staat het sein op veilig, dan rijdt de trein de tunnel in. Na een flinke boog onder het lokdepot gemaakt te hebben, komt de trein tevoorschijn uit het tunnelportaal van het verdiepte spoor, vlakbij het seinhuisje aan de Bonnbaan. De trein klimt hier omhoog en rijdt over het wissel van het pendelspoortje tussen Bonn en Wilhelmshaven, richting station Wilhelmshaven. Vlak voor station Wilhelmshaven staat een inrijsein. Staat dit op veilig, dan kan de trein de sporen van station Wilhelmshaven oprijden. 17

18 3.2 Station Wilhelmshaven a b 3a 6 3b b 13a Station Wilhelmshaven is het grootste station van de beide banen. Zowel de Wilhelmshavenbaan als de Bonnbaan rijden door dit station. Op Wilhelmshaven is het mogelijk treinen te laten wisselen van de Bonn- naar de Wilhelmshavenbaan en andersom. Dit is de enige verbinding tussen de Wilhelmshaven- en Bonnbaan. Station Wilhelmshaven is in totaal 8 sporen breed. Er zijn drie perronsporen (spoor 1, 3 en 4), 2 doorgaande sporen (spoor 2 en 5), en 2 doorgaande goederensporen (6 en 7). Daarnaast bezit station Wilhelmshaven twee sporen om locomotieven tijdelijk te stallen (sporen 11 en 12). Om de lokale bedrijven te kunnen bedienen is op station Wilhelmshaven een losperron en een kleine goederenloods aanwezig. De goederenloods is gevestigd aan kopspoor 13 en het losperron ligt aan spoor 7 en 8. Om het rangeren te mogelijk te maken is aan de linkerzijde van het station spoor 9 aangelegd als uithaalspoor. Ook bevindt zich aan de linkerzijde een aansluiting naar de grindgroeve (spoor 10). Kopspoor 14 is een verlengde van perronspoor 4 en wordt gebruikt als opstelspoor voor de pendelbaan tussen Station Wilhelmshaven en station Bonn. Het pendelspoor wordt apart besproken in dit hoofdstuk. Het treinverkeer op station Wilhelmshaven wordt gestuurd door de treindienstleider van Wilhelmshaven. Daarnaast kunnen er andere leden tegelijkertijd rangeren op station Wilhelmshaven. Om de treinenloop in de goede banen te leiden zijn er handelingen die alleen door de dienstdoende treindienstleider mogen worden uitgevoerd. Het oproepen van de treinen uit het schaduwstation is daar een voorbeeld van. Zodra de treindienstleider een trein uit het schaduwstation Bonnbaan 2 oproept, kan deze via het cameradisplay op bedieningstableau Wilhelmshaven-Groot zien welke trein het station zal binnen komen. Is dit een personentrein, dan zal deze langs een perron kunnen stoppen. Goederentreinen kunnen in het station worden binnengenomen op de sporen 6 en 7, of het station passeren via spoor 5. Ook sneltreinen kunnen het station via dit spoor passeren. Het is dus van belang dat spoor 5 zo veel mogelijk wordt vrijgehouden om treinen te allen tijde de mogelijkheid te kunnen bieden het station te passeren. Op spoor 5 mogen dan ook geen treinen of locs worden geparkeerd. Spoor 5 is echter wel beschikbaar voor rangeerbewegingen. 18

19 Rangeerbewegingen mogen door alle digitale leden worden uitgevoerd. Ze dienen echter iedere rangeerbeweging, die via de hoofdsporen of spoor 5 lopen, te overleggen met de treindienstleider aan bedieningstableau Wilhelmshaven- Groot. Het kan namelijk voorkomen dat de treindienstleider een trein op station Wilhelmshaven laat binnenkomen, terwijl een rangeerder op Wilhelmshaven-Klein de wissels stelt voor zijn rangeerbeweging. Een botsing is dan niet uitgesloten. Overleg met elkaar is dus van groot belang. Het wegsturen van een trein vanaf station Wilhelmshaven is tevens een taak van de treindienstleider. Deze heeft namelijk zicht op het bloksysteem en de schaduwstations. Alleen de treindienstleider weet dan ook of de trein veilig kan vertrekken, zonder het risico te lopen dat er te veel treinen op de Wilhelmshaven- of Bonnbaan terecht komen. Wil een rangeerder een trein later vertrekken, dan mag deze dit doen nadat hij toestemming van de treindienstleider heeft gekregen. Vertrekt deze trein in de richting van Bonn, dan zal de treindienstleider op station Wilhelmshaven eerst contact op moeten nemen met de treindienstleider van station Bonn om toestemming te vragen. Naast het schaduwstation Bonnbaan 2 heeft de treindienstleider op bedieningstableau Wilhelmshaven-Groot ook het schaduwstation van de Wilhelmshavenbaan onder zijn hoede. Zodra er een trein uit dit zes-sporige schaduwstation wordt opgeroepen komt de trein, via de keerlus onder het locdepot van Bonn, uit aan de rechterzijde van station Wilhelmshaven. De treindienstleider heeft nu ruime keuze van sporen. Personentreinen kunnen aan alledrie perronsporen (spoor 1, 3 en 4) hun Preiser passagiers laten uitstappen. Om spoor 4 te kunnen bereiken dient overloopwissel 18 bediend te worden. Goederentreinen kunnen het station passeren via spoor 2, maar ook worden binnengenomen op de sporen 6 en 7. Ook hiervoor moet overloopwissel 18 bediend worden. De treinen op station Wilhelmshaven kunnen door de overloopwissels nummer 18 en de wissels 1 en 2a/b wisselen tussen de Wilhelmsbaan en de Bonnbaan. De treindienstleider moet extra goed opletten bij het laten wisselen van een trein van de ene naar de andere baan. Zodra de Bonnbaan en de Wilhelmshavenbaan beide volledig bezet zijn, zal een trein die van de Bonn- naar de Wilhelmshavenbaan vertrekt, een overbezetting op de Wilhelmshavenbaan kunnen veroorzaken. Om dit op te lossen dient er dus ook een trein van de Wilhelmshavenbaan gewisseld te worden met de Bonnbaan. Alleen op deze manier is er weer evenwicht op de beide banen mogelijk. 3.3 Station Bonn 19

20 Station Bonn is het tweede station in de Bonnbaan. De Bonnbaan dankt zijn naam ook aan dit station. Het is een klein, drie-sporig, station. Van de drie sporen zijn er twee sporen voorzien van een perronspoor, het derde spoor is een doorgaand middenspoor dat wordt gebruikt voor goederentreinen en het eventueel omlopen van locomotieven. In principe is station Bonn een doorgangsstation. De treinen komen maar vanuit één richting (vanuit station Wilhelmshaven) het station binnen. Ook vertrekken de treinen in diezelfde rijrichting. Kopmaken is dan ook niet nodig. Een uitzondering hierop is de pendeldienst tussen station Bonn en station Wilhelmshaven via een apart pendelspoortje (zie hoofdstuk 3,4). Treinen die vanuit station Wilhelmshaven richting station Bonn vertrekken, komen gelijk voor het inrijsein van station Bonn terecht. Het inrijsein wordt bediend door het bloksysteem, maar het seinbeeld kan handmatig aangepast worden. De Treindienstleider op station Bonn kan zodoende het treinverkeer dat naar station Bonn wordt gestuurd enigszins controleren met behulp van het inrijsein. Het sein wordt echter altijd vrijgegeven door een trein die vanuit station Bonn is vertrokken en het volgende blok is ingereden. Staat er op dat moment een trein voor het inrijsein te wachten, dan zal deze automatisch optrekken en het station binnenrijden. Dit is niet altijd gewenst. Goed overleg tussen de treindienstleider op station Wilhelmshaven, die de treinen naar station Bonn stuurt, en de treindienstleider op station Bonn is dan ook van groot belang. De treindienstleider Wilhelmshaven dient, voordat hij hij een trein naar Bonn stuurt, de treindienstleider Bonn te vragen of er een trein in de richting van Bonn kan worden gestuurd. Station Bonn staat direct in verbinding met het grote locdepot. Het locdepot is echter buiten bedrijf en zal in de toekomst worden verbouwd. Het is dan ook niet mogelijk hier met digitale locomotieven te rijden. 3.4 Pendelbaantje Tussen station Wilhelmshaven en station Bonn bestaat de mogelijkheid om met een korte trein te pendelen. Men dient hier te denken aan een railbus of een loc met één of twee rijtuigen in trekduw of getrokken combinatie. Op station Wilhelmshaven is op spoor 4 langs het perron een apart gedeelte gereserveerd voor dit pendeltreintje (tussen wissel 9 en 10). Vertrekkende vanuit station Wilhelmshaven rijdt de pendeltrein over het reguliere spoor naar station Bonn. Hier kan de trein binnenkomen langs één van de twee perronsporen. De gemeente Stadt Bonn heeft plannen om een apart kopspoor aan te leggen voor de pendeldienst. Het spoorverkeer op de hoofdbaan wordt op deze manier niet gehinderd. Dit is echter toekomstmuziek. Om de trein weer naar Wilhelmshaven te laten vertrekken dient de trein in station Bonn kop te maken. Hiervoor kan het zijn dat de locomotief om dient te lopen via het middenspoor in station Bonn. Zodra de trein heeft kopgemaakt, vertrekt de trein weer in tegengestelde richting. Na het ingaan van de tunnel rijdt de trein over een wissel die de trein naar via het pendelspoortje naar de aansluiting op de Wilhelmshavenbaan (bij het seinhuis). Zodra het baanvak vrij is, kan de trein via overloopwissel 18 weer het speciale perron op spoor 4 bereiken. Het pendelspoortje is momenteel nog niet meegenomen in de blokbeveiliging. Dit is in de toekomst echter wel het geval. Tot dan dient er op zicht te worden gereden. 20

21 4 Baantechniek De techniek achter een analoge modelbaan is redelijk eenvoudig. Een trafo voedt een lage spanning aan de rails. De loc staat op de rails en neemt spanning af. Door te draaien aan de regelaar van de trafo wordt de hoogte van de spanning, die op de rails staat, gecontroleerd. Hoe hoger de spanning des te sneller het motortje in de loc draait. Als 2 locs op hetzelfde stukje rails staan, zullen ze gelijkertijd gaan rijden, omdat ze dezelfde spanning krijgen. Om de locs apart van elkaar te bedienen zijn verschillende stroomkringen met aparte trafo s nodig. Een digitale modelbaan is op een fundamenteel ander principe gebaseerd. De voedingsspanning bepaalt nu niet meer wat er gebeurt, maar de gegevens of data doen dat. De centrale eenheid van het digitale meertreinensysteem levert aan de rails een spanning van ca 16 volt. Hierin zit een gegevens-stroom verborgen. Elke loc wordt voorzien van een digitale decoder die deze gegevens kan decoderen. Elke decoder heeft een uniek digitaal adres. Op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan is dit een adres van vier cijfers. Wanneer een bepaalde loc moet gaan rijden, dan stuurt de digitale eenheid een serie opdrachten naar het decoderadres van de decoder in de loc. De decoder zet de opdrachten om in een spanning voor de motor en de loc gaat rijden. Zo zijn ook frontseinen, rookgenerator, geluid, binnenverlichting of een automatische koppeling los van elkaar en op afstand te bedienen. Door gebruik te maken van verschillende adressen zijn vele locs binnen dezelfde stroomkring individueel te besturen. Wissels en seinen kunnen worden aangesloten op een wisseldecoder, dit is echter niet verplicht, u kan ook met een conventioneel seintableau de wissels en seinen aansturen. Op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan is voor het laatste gekozen. Het spelelement van de baan is op deze manier hoog. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de techniek achter de baan. De werking wordt besproken en er wordt het een en ander aan begrippen uitgelegd. 4.1 DCC digitaal Het digitale systeem op de Bonn- en Wilhelmshavenbaan maakt gebruik van het DCC protocol. DCC (Digital Command Control) is uitgevonden door Lenz en vastgelegd in de normen van de Amerikaanse NMRA. Het systeem is bedoeld voor tweerail gelijkstroombanen. Er zijn diverse fabrikanten van DCC apparatuur en in principe zijn de onderdelen uitwisselbaar. Een locdecoder van fabrikant A en een wisseldecoder van fabrikant B werken prima samen met een centrale eenheid van fabrikant C. 21

22 DCC is een systeem wat continu wordt doorontwikkeld. Hierdoor worden de mogelijkheden in de toekomst groter. Het DCC systeem dat de Bonn- en Wilhelmshavenbaan bestuurt is afkomstig van Lenz. Lenz Digital Plus is het bekendste DCC systeem op de Europese markt. Ook Roco MuliMaus is een DCC systeem. Het systeem van Lenz is modulair van opzet. Het kan worden uitgebreid met een interface voor de PC, een extra handregelaar, wisselbesturing, etc. De verschillende modules worden met elkaar verbonden via de zogenaamde XPressNet. Ook apparatuur van andere fabrikanten die zo n aansluiting hebben kunnen met elkaar woorden gecombineerd. DCC kent geen schakelaartjes voor het instellen van adressen en andere zaken. Elke locdecoder, wisseldecoder of terugmelddecoder moet via de digitale centrale worden geprogrammeerd. Zo wordt niet alleen een adres ingesteld, maar van een locdecoder bijv. kan ook de optrek-en afremsnelheid en de maximum snelheid worden ingegeven. De geprogrammeerde waarde wordt in de decoders opgeslagen in CV s (Configuratie Variabelen) Zo n CV is niets anders dan een stukje geheugen in de decoder. Door de CV s biedt het systeem meerdere instelmogelijkheden. 4.2 DCC toegepast op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan Om de digitale signalen op de beide banen te sturen, is een digitale centrale nodig. Omdat beide banen gekoppeld zijn, worden alle treinen op beide banen door één centrale aangestuurd. Deze centrale is afkomstig van Lenz (LZV100) en werkt dus met het DCC protocol. Omdat op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan een behoorlijk aantal treinen tegelijkertijd aangestuurd moet kunnen worden, dient de installatie een behoorlijk vermogen (stroom) te kunnen leveren. Iedere trein neemt namelijk stroom af van de baan. Mochten er dan ook nog wagons met verlichting achter de locomotief hangen, dan loopt het gevraagde vermogen nog verder op. De digitale Lenz installatie is daarom voorzien van een drietal boosters. Een booster levert het vermogen (stroom) dat nodig is om de trein te kunnen laten rijden. De Wilhelmshaven- en de Bonnbaan worden aangestuurd door twee boosters (LV102). Daarnaast is er nog een aparte booster die de remsecties van de blokken in het bloksysteem op beide banen samen van stroom voorziet. Deze booster zit in de centrale gebouwd. De remsecties zijn geïsoleerd van de rest van de baan en bevinden zich voor ieder blok- en inrij-sein. Aan de booster voor de remsecties is een remgenerator (Lenz LG100) gekoppeld. Deze remgenerator zorgt ervoor dat een trein netjes afremt voor een rood sein. Om dit te bereiken stuurt de remgenerator een remopdracht naar de decoder. De decoder ontvangt dit als rijstap 0, waardoor de decoder de motor afremt met de in de decoder ingestelde afremvertraging. Het is dan ook van belang dat de treinen op de baan juist staan ingesteld. 22

23 4.3 Handregelaars en XpressNet Om de treinen daadwerkelijk te kunnen bedienen, kunnen er handregelaars op de digitale centrale worden aangesloten. Dit gebeurt via een stuurleiding-netwerk genaamd XpressNet. Het XpressNet is een leiding bestaande uit vier stroomdraden (rood, blauw, wit en zwart) die onder de gehele baan doorlopen. Aan deze leiding zijn de diverse handregelaar-inplugpunten verbonden, maar ook de centrale is aan deze leiding verbonden. Het XpressNet heeft een eigen voeding van 12V die op de blauwe en de rode draad is aangesloten. Deze voeding wordt gebruikt om de handregelaars van stroom te voorzien. De digitale signalen worden via de zwarte en de witte draad verstuurd. Handregelaars kunnen nu op verschillende inplugpunten langs de baan worden aangesloten. Dit gebeurt met een vijfpolige 180 DIN stekkerverbinding (zie afbeelding 4.3.1). Deze aansluiting is standaard aanwezig op de Lenz producten. Niet alle handregelaars die op de markt zijn verschenen kunnen op XpressNet worden aangesloten. Tot nog toe zijn er twee fabrikanten die handregelaars aanbieden die aangesloten kunnen worden op XpressNet. Dit zijn de MultiMaus van Roco en de handregelaars LH90 en LH100 van Lenz. Veel leden zijn in het bezit van een MultiMaus van Roco. Helaas heeft de praktijk bewezen dat de MultiMaus niet juist met de Lenz centrale communiceert. De MultiMaus geeft regelmatig error13 als storing en werkt dan niet meer. De storing is dan te verhelpen door de complete baan stop te zetten en te resetten. De MultiMaus werkt dan weer even en geeft al snel weer storing error13. Resetten van de baan is echter niet gewenst. Alle treinen komen hierdoor op rijstap 0 te staan en dienen weer aangemeld te worden bij de centrale. Treinen die opgesteld staan in de schaduwstations dienen allemaal weer handmatig weggestuurd te worden, wat een langdurig karwei is. Bovenstaand probleem is echter door Roco nog niet erkend of opgelost. Zolang er nog geen oplossing voor dit probleem door Roco wordt aangedragen, mag de MultiMaus niet meer op XpressNet van de Wilhelmshaven- en Bonnbaan worden ingeplugd. Handregelaars van Lenz werken wel storingsvrij en hebben een betrouwbare bediening. Ook zijn er eigengebouwde handregelaars die storingsvrij werken. fig Links de 5 polige DIN stekker die aan de handregelaar dient te worden gemonteerd, rechts de 5 polige DIN contra unit die zijn te vinden langs de baan. 23

24 4.4 Geschikte (Lok)decoders Iedere digitale locomotief of digitaal treinstel die op de Wilhelmshaven- en Bonnbaan mag rijden, dient te zijn voorzien van een decoder die 100% voldoet aan de NMRA-DCC standaard die is opgesteld als norm voor DCC digitale apparatuur. De meeste decoders die voor gelijkstroom locomotieven/treinstellen worden gemaakt, voldoen aan deze norm. Ook zijn er decoders die geschikt zijn voor meerdere protocollen (multiprotocol decoders), waaronder ook het DCC protocol. Ook deze decoders kunnen worden ingezet op de digitale banen. Decoders zijn er in zeer diverse prijsklassen en kwaliteiten. Enkele veelgebruikte moderne merken decoders zijn ESU-lokpilot, ESU-Loksound, Uhlenbrock, Zimo en Lenz. ESU-lokpilot decoders zijn er in verschillende uitvoeringen. Al deze decoders werken prima en zijn kwalitatief ook uitstekend. ESU-loksound decoders zijn geluidsdecoders. Locomotieven en treinstellen die uitgevoerd zijn met deze decoders maken tijdens rijden en stilstaan natuurgetrouw geluid. Een dieselloc draait bijvoorbeeld bij stilstand stationair en begint te ronken zodra de loc gaat rijden. Ook deze decoders kunnen prima ingezet worden op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan. Zimo en Lenz hebben ieder een uitgebreid assortiment lokdecoders, waarbij Uhlenbrock en Zimo ook geluidsdecoders aanbieden. In sommige treinmodellen is weinig ruimte voor een decoder. Men zal dan moeten zoeken naar een kleine decoder, geschikt voor de ruimte in het model. Lenz heeft bijvoorbeeld zeer kleine decoders, maar ook ESU en Zimo hebben kleine decoders in hun assortiment. Iedere decoderfabrikant heeft de specificaties (waaronder ook de afmetingen) van hun decoders op hun eigen website staan. Ongeschikt voor de digitale DCC baan zijn decoders die voldoen aan het Motorola protocol (voor Märklin). Ook decoders van het Selectrix protocol kunnen niet op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan worden toegepast. Naast lokdecoders dienen stuurstandrijtuigen bijvoorbeeld uitgerust te worden met een functiedecoder om de frontseinverlichting schakelbaar te maken. Ook zijn er tegenwoordig digitale verlichtingunits te verkrijgen voor het verlichten van het interieur van rijtuigen (bijvoorbeeld DigiRails). Al deze producten dienen ook te voldoen aan de NMRA-DCC standaard om te kunnen functioneren op de digitale Wilhelmshaven- en Bonnbaan. Lokdecoders zijn tegenwoordig gemakkelijk in te bouwen. Iedere lokomotief die vandaag de dag door de fabrikant wordt uitgeleverd is voorzien van een stekker-interface waar men gemakkelijk een decoder in kan pluggen. Er zijn echter verschillende stekkers in omloop. Er is onderscheidt in stekkers naar NEM 651 (zes polig), NEM 652 (8 polig) en 21 polige decoders (geen NEM standaard). Naast de 21 polige decoder is er ook de 22 polige PluX22 decoder. Controleer dus voor de aanschaf van een decoder welke stekker-interface in de loc is ingebouwd. 24

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV).

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV). Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV). In de vorige delen hebben we kunnen zien hoe een meertreinen besturingssysteem in elkaar steekt en dat er nogal wat verschillen tussen (kunnen) zijn. Ondanks

Nadere informatie

Handleiding voor modelbaan automatisering

Handleiding voor modelbaan automatisering Handleiding voor modelbaan automatisering INLEIDING De, in deze map, voorkomende schakelingen maken deel uit van een kompleet systeem waarmee, onafhankelijk van de schaal en het gebruik van gelijk- of

Nadere informatie

Lezing door Chris Burger (ac.burger@kpnmail.nl) op 20 april 2013 voor HCCM te De Bilt.

Lezing door Chris Burger (ac.burger@kpnmail.nl) op 20 april 2013 voor HCCM te De Bilt. Hoe begin ik als ik een nieuwe modelbaan wil opzetten in Koploper? Hoe moet ik beginnen, waar moet ik aan denken, wat zijn de afwegingen die je moet maken? Voor welke systemen is het programma geschikt?

Nadere informatie

Workshop Digitaal 18-12-2011

Workshop Digitaal 18-12-2011 Workshop Digitaal 18-12-2011 Informatie Handleiding Vereniging Spoorgroep Zwitserland Menno Jager Rev. 14-12-2011 Inhoudsopgave Inleiding digitaal versus analoog:... 3 Woord vooraf... 3 Verschil Analoog-Digitaal

Nadere informatie

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1 Stationsbesturing voor 3 Sporen met Omrijspoor Beschrijving: Het lokindividuele besturingssysteem LISSY bestaat uit Infrarood-zenders die in de lok zitten en ontvangers, waarvan de Infraroodsensoren in

Nadere informatie

Elektronische Systemen voor Modelbouw

Elektronische Systemen voor Modelbouw Elektronische Systemen voor Modelbouw Product Bloksysteem voor de complete beveiliging van de modelbaan Bloksysteem gebaseerd op het grootbedrijf Automatische beveiliging in beide rijrichtingen van ieder

Nadere informatie

NEM connectoren en kabelkleuren

NEM connectoren en kabelkleuren NEM connectoren en kabelkleuren NEM 651 De NEM 651 is voor de kleiner schaal N bedacht. Wegens beperkte ruimte in de N- locomotieven is geen rekening gehouden met de extra functies en een aparte plus spanning.

Nadere informatie

Regelen met het Central Station

Regelen met het Central Station Regelen met het Central Station Rijden in blokken 14 Schakelcontacten hebben op de modelbaan vele taken. Tot een van de interessantste behoort de regeling van een bloksectie. Met Märklin Systems kan dat

Nadere informatie

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien.

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien. CENTRAL STATION 3, DEEL 3 Een stuurapparaat voor alle gevallen Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien. 16 märklin

Nadere informatie

Nederlands Français. Handleiding. Mobile Station

Nederlands Français. Handleiding. Mobile Station Nederlands Français Handleiding Mobile Station 60653 Inhoudsopgave Pagina Mobile Station Mobile Station 3 Aansluiten 3 Menu, toetsfuncties 4 Taalkeuze 4 Loc invoeren, configureren Rijden, toetsfuncties

Nadere informatie

Decoder inbouw. Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc. Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek

Decoder inbouw. Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc. Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek Decoder inbouw Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek Wanneer? Indien je wil overgaan van analoog naar digitaal bedrijf. Het is niet zinvol je loc s te

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

Wat gaan we behandelen

Wat gaan we behandelen Kennismaking met Wat gaan we behandelen Starten en stoppen van Koploper Betekenis van kleuren en symbolen in het baanplan Een loc aan- of afmelden en op weg helpen Snelheid van loc bijregelen Een nieuwe

Nadere informatie

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan.

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan. De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan. Pagina 1 van 9 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave.... 2 1.

Nadere informatie

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc Digitaal Modelsporen Inleiding Jan Boen, Ing, MSc Agenda Een woordje geschiedenis De voornaamste standaarden Rijden, Melden en Sturen De bouwstenen Digitaal Rijden Combinatie met analoog Evolueren van

Nadere informatie

MODELBOUW BOERMAN Uw trein op maat is waar het ons om gaat! SERVO DECODER. Gebruikershandleiding Art. Nr

MODELBOUW BOERMAN Uw trein op maat is waar het ons om gaat! SERVO DECODER. Gebruikershandleiding Art. Nr SERVO DECODER Gebruikershandleiding Art. Nr. 0002-0001 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen: - Lees voor gebruik deze gebruikershandleiding helemaal door - Dit product is geen speelgoed - Dit product is

Nadere informatie

DIGITAL 2. Digitale schakeldecoder. Gebruikershandleiding

DIGITAL 2. Digitale schakeldecoder. Gebruikershandleiding Digitale schakeldecoder 5213 Gebruikershandleiding DIGITAL 2 Dit product is geen speelgoed. Niet geschikt voor kinderen onder 14 jaar! Gebruiksaanwijzing bewaren! Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D-

Nadere informatie

LGB MZS Functie overzicht

LGB MZS Functie overzicht LGB MZS Systeem - Functie overzicht 1 / 5 LGB MZS Functie overzicht Dit overzicht is op te vragen als pdf voor leden van het en gepubliceerd in het magazine van de www.grootspoorgroep.nl. LGB MZS Centrale

Nadere informatie

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18 16 CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL 2 Stand van de wissels Nu het eerste ontwerp voor de modelbaan er is, wijden we ons in deel 2 van onze serie aan de wissels, een centrale component van de rails. Hoe bereiden

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Sein decoder voor DCC systemen 4. Aansluitingen overzicht van de decoder 4. Aansluiten van de decoder 5

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Sein decoder voor DCC systemen 4. Aansluitingen overzicht van de decoder 4. Aansluiten van de decoder 5 08/2018 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Pagina 1 van 14. Nederlandse uitgave: www.ab-treinen.nl

Pagina 1 van 14. Nederlandse uitgave: www.ab-treinen.nl De LR101 is een terugmelder voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LR101 wordt gebruikt in combinatie met o.a. de bezetmelder LB101. Pagina 1 van 14 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave....

Nadere informatie

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn! Terugmeldingen Zodra u de modelbaan inzichtelijk wil maken, waar en welke treinen zich op een bepaald moment zich bevinden heeft u contacten nodig in de rails om dit op een tableau of op een computer scherm

Nadere informatie

Terugmeldmodule 63320

Terugmeldmodule 63320 Terugmeldmodule 63320 Terugmeld-Module 63320 Voor 2 geleider-rails nieuwe dimensie voor digitale terugmelding Waarvoor gebruikt men Terugmelding? Terugmeldingen geven op de modelbaan de informatie of een

Nadere informatie

Kleine demobaan voor Koploper

Kleine demobaan voor Koploper Kleine demobaan voor Koploper Koploper is de naam van een door Paul Haagsma geschreven programma voor het besturen van modelbanen, eerst voor treingestuurde systemen maar later ook voor het HCCM-systeem

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Functie decoder voor DCC systemen 4. Aansluiten van de decoder 4. Gebruik van LED strips 6

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Functie decoder voor DCC systemen 4. Aansluiten van de decoder 4. Gebruik van LED strips 6 12/2017 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16 06/2009 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Schaduwstation 18 januari 2009

Schaduwstation 18 januari 2009 Situatie: 1. schaduwstation met 3 sporen 2. ieder spoor is voorzien van een stopsectie (rood) 3. ieder spoor is voorzien van een detectie (lichtblauwe lijn) 4. 2 electrisch aangedreven wissels (Wissel

Nadere informatie

Koploper en MFX-locomotieven

Koploper en MFX-locomotieven Koploper en MFX-locomotieven Regelmatig wordt de vraag gesteld of het mogelijk is om de extra functies F5-F8 van een locomotief met MFX-decoder via koploper aangestuurd kan worden en zo ja welke instellingen

Nadere informatie

1.2 Schakelopdrachten van Loc-extrafuncties aan verschillende plaatsen van het schakelverloop in Automatiekbedrijf activeren.

1.2 Schakelopdrachten van Loc-extrafuncties aan verschillende plaatsen van het schakelverloop in Automatiekbedrijf activeren. De nieuwe Lissy-ontvanger 68610 heeft als opvolger van de Lissy-ontvanger 68600 extra nieuwe functies: Lokindividuele wachttijd bij automatiekbedrijf in het Pendelverkeer, Stoppositie en Blockpositie,

Nadere informatie

43 Keerlusprint. 43.1 Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0

43 Keerlusprint. 43.1 Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0 43 Keerlusprint Beperking aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het bestuur van de HCCM is beperkt als omschreven in informatieblad 1 Bij treingestuurde (digitale) systemen wordt de hele baan door

Nadere informatie

SPECIAL. Afleve 3. märklin magazin

SPECIAL. Afleve 3. märklin magazin ALLES OVER Afleve 3 SEINEN 30 märklin magazin 4.2017 ZIN IN SEINEN, AFLEVERING 3 Natuurgetrouw Duidelijk geval: seinen langs het spoor moeten natuurgetrouw zijn opgebouwd. Er moet echter ook rekening worden

Nadere informatie

De wereld van de seinen

De wereld van de seinen CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL 5 De wereld van de seinen De eerste stappen bij de uitrusting van onze voorbeeldmodelbaan met magneetartikelen zijn gezet door de inbouw van de wisselaandrijvingen. De volgende

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing W4 Servo Decoder

Gebruiksaanwijzing W4 Servo Decoder Gebruiksaanwijzing W4 Servo Decoder Vanaf maart 2010 Voorwoord Gebruiksaanwijzing W4 Servo Decoder Nieuwe versie vanaf Maart 2010 Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van deze W4 Servo decoder. U heeft

Nadere informatie

Update 3.0.0. belangrijke info: eerst lezen aub.

Update 3.0.0. belangrijke info: eerst lezen aub. Update 3.0.0 belangrijke info: eerst lezen aub. Installatie. Het verloop van de installatie gebeurt in diverse delen. Om op een ECoS met versie 1.1.3 of kleiner de update 3.0.0 te zetten, moet U eerst

Nadere informatie

Handleiding DCC Functie-Decoder

Handleiding DCC Functie-Decoder Handleiding DCC Functie-Decoder datentec hnik Kreis cher Januar 2008- Kreischer Datentechnik. Alle Rechte, insbesondere das Recht der Vervielfältigung und Verbreitung sowie der Übersetzung vorbehalten.

Nadere informatie

MODE L & T ECHNIE K. 12_Digital_MMint_ _122216_RZ_es.indd 16

MODE L & T ECHNIE K. 12_Digital_MMint_ _122216_RZ_es.indd 16 MODE L & T ECHNIE K Of de modelbaan nu klein of groot is: Me de nieuwe Central Station 3 kunnen wissels en seinen nog eenvoudiger aangelegd en bestuurd worden. 16 12_Digital_MMint_01-2017_122216_RZ_es.indd

Nadere informatie

Welkom bij modelbaan automatisering

Welkom bij modelbaan automatisering Welkom bij modelbaan automatisering Beste Modelbaanbouwer, Denkt u wel eens, dat de treinen op uw modelbaan ooit automatisch zullen gaan rijden, zodat u de handen vrij heeft voor rangeerwerk en/ of wilt

Nadere informatie

Alle gebruikte merknamen zijn geregistreerde merknamen van de bekende fabrikanten.

Alle gebruikte merknamen zijn geregistreerde merknamen van de bekende fabrikanten. 09/2018 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

11 Seinprinten Complexe seinen Seinprint SDU (Duits) informatieblad 11.3 SDU complexe Duitse seinen versie 1.0

11 Seinprinten Complexe seinen Seinprint SDU (Duits) informatieblad 11.3 SDU complexe Duitse seinen versie 1.0 Beperking aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het bestuur van de HCCM is beperkt als omschreven in informatieblad 1 11 Seinprinten In het echte spoorbedrijf informeren seinen de machinist of hij

Nadere informatie

WISSELDECODER. Handleiding

WISSELDECODER. Handleiding Handleiding WISSELDECODER Werkt met de volgende systemen: Alle systemen die het DCC protocol ondersteunen, o.a. Twincenter, Intellibox, Lokmaus, MRDirect. Zo goed als alle systemen ondersteunen tegenwoordig

Nadere informatie

Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan

Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan CS PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan Hoe wordt de Central Station optimaal gebruikt voor de besturing van een modelbaan? In een meerdelige serie tonen we van de planning

Nadere informatie

CS3 PRAKTISCH EINSETZEN/TEIL 6. Seintechniek met systeem

CS3 PRAKTISCH EINSETZEN/TEIL 6. Seintechniek met systeem CS3 PRAKTISCH EINSETZEN/TEIL 6 Seintechniek met systeem 16 Bij het gebruik van seinen zijn veel opties beschikbaar. Wij geven een overzicht van producten en mogelijke toepassingen. Maar waarvoor u ook

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld Vertaling: Koen Vaganée 1

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld  Vertaling: Koen Vaganée 1 Digitale remmodule 5232 Installatiehandleiding Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D- 35116 Hatzfeld www.viessmann-modell.de Vertaling: Koen Vaganée 1 Belangrijke informatie! Lees deze gebruikershandleiding

Nadere informatie

Het onverwacht haperen van een trein is nu verleden tijd dankzij de USP :

Het onverwacht haperen van een trein is nu verleden tijd dankzij de USP : Nieuwigheden 2004 Bladzijde 1 van 6 1. Een rood sein voorbijrijden kan niet meer! De nieuwe decoders van de GOLD-reeks betekenen een echte revolutie in de techniek van de modeltrein. Nauwkeurig stoppen

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Ombouwen van locomotieven

Ombouwen van locomotieven Ombouwen van locomotieven In theorie Tweerail betekende in het analoge tijdperk, bijna altijd gelijkstroom, die van de ene rail via de wielen aan de ene zijde van de locomotief werd afgenomen, de motor

Nadere informatie

NEM, PluX, 21MTC, NEXT18

NEM, PluX, 21MTC, NEXT18 NEM, PluX, 21MTC, NEXT18 Tegenwoordig zijn zo'n beetje alle modellen voorzien van een connector voor het aansluiten van een locdecoder. De standaard connectoren maken het inbouwen en vervangen van een

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift (BVS) Post T Wijlre. Emplacement Wijlre Post T Van Schin op Geul op spoor 1

Bedieningsvoorschrift (BVS) Post T Wijlre. Emplacement Wijlre Post T Van Schin op Geul op spoor 1 Emplacement Van Schin op Geul op spoor 1 1 T legt handels om in veld 7, 10, 5 2 T legt krukje om in veld 9 3 T bedient venster (wordt wit) in veld 9 Vrij (wit) wordt venster in veld 12 4 T sluit overweg

Nadere informatie

SOFTLOK en de Multidecoder

SOFTLOK en de Multidecoder Gefeliciteerd met de aankoop van deze Multidecoder MD-4 (D). Lees vóór u de decoder gaat installeren, de instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere naslag.

Nadere informatie

SPECIAL MOBILE STATION, DEEL 5. Schakelen en beheren

SPECIAL MOBILE STATION, DEEL 5. Schakelen en beheren MOBILE STATION, DEEL 5 Schakelen en beheren 32 Railwissel, groen licht en stopgebod: Pas met wissels en seinen is het spel met de modelbaan werkelijk compleet. Zo eenvoudig kunnen verschillende magneetartikelen

Nadere informatie

ALLES OVER Afleve 6 SEINEN

ALLES OVER Afleve 6 SEINEN ALLES OVER Afleve 6 SEINEN 32 ZIN IN SEINEN, AFLEVERING 6 Bij groen mag je oversteken... bij rood moet je wachten. Deze regel voor kinderen werkt ook voor treinen van Märklin, mits de nieuwe seinen juist

Nadere informatie

Dekoder instel programma met behulp van de Sprog IIv3 of de Sprog III. Digitaalservice.nl

Dekoder instel programma met behulp van de Sprog IIv3 of de Sprog III. Digitaalservice.nl Dekoder instel programma met behulp van de Sprog IIv3 of de Sprog III. Digitaalservice.nl Met dit programma kunt u DCC dekoders uitlezen en instellen met behulp van de Sprog programmer. De Sprog heeft

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

2. Decoder eigenschappen. Configuratie. 4. Aansluitingen

2. Decoder eigenschappen. Configuratie. 4. Aansluitingen 1. Inhoud 1. Inhoud... 1 2. Decoder eigenschappen... 2 3. s... 2 4. Aansluitingen... 2 5. Seinbeelden en adressering... 4 6. Instellen van het decoder adres... 5 7. Instellen van de decoder functiekeuze...

Nadere informatie

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst Keerlusmodule Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst Korte handleiding Bij de opbouw van de keerlussen of raildriehoeken in de modelbaan komt het onvermijdelijk tot een kortsluiting tussen de beide rails.

Nadere informatie

Pagina 1 van 7. Nederlandse uitgave:

Pagina 1 van 7. Nederlandse uitgave: De LS150 is een schakeldecoder voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz of een ander systeem welk functioneert volgens de standaard van de NMRA. Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave....

Nadere informatie

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft S88XPressNetLI v1.0 Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk. 2008 KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft 3.3 De S88XpressNetLI verbinden met de ROCO versterker Aangezien de S88XpressNetLI

Nadere informatie

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht.

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht. CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN/DEEL 5 De juiste basis Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht. 18 märklin magazin 6.2018

Nadere informatie

Ombouw MP3020 (Märklin 3389)

Ombouw MP3020 (Märklin 3389) Ik bezit een analoge motorpost van Mäklin en wil deze ombouwen naar digitaal. Het betreft het model met Marklin nr 3389 zoals hiernaast staat afgebeeld. Ik rij zelf 3rail waarbij de modellen digitaal worden

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Functiebouwsteen FB-SW

Gebruiksaanwijzing. Functiebouwsteen FB-SW Gebruiksaanwijzing Functiebouwsteen FB-SW Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van deze bouwsteen. Met deze bouwsteen bent u instaat om op eenvoudige wijze de functies in de DC-Car decoders aan te sturen

Nadere informatie

Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing voor digitale modelspoor

Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing voor digitale modelspoor Handleiding KeerPlus3 Telgterweg 275a 3853 NJ Ermelo 06 41 80 35 40 info@domburgtrainsupport.nl KvK nummer 62847503 BTW nummer NL192391513B01 IBAN NL52RABO 0302303499 Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing

Nadere informatie

Digitaal Modelsporen. Inleiding tot Melden en Sturen en wat meer. Jan Boen, Ing, MSc

Digitaal Modelsporen. Inleiding tot Melden en Sturen en wat meer. Jan Boen, Ing, MSc Digitaal Modelsporen Inleiding tot Melden en Sturen en wat meer Jan Boen, Ing, MSc Agenda Rijden, melden en sturen Mengen van materiaal Bussen Bedraden Sturen De voornaamste standaarden S88 RailCom Remsystemen

Nadere informatie

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station

Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station Beknopte gebruiksaanwijzing voor de belangrijkste functies van het Mobile Station NL Het in gebruik nemen van het Mobile Station U dient de stappen in de aangegeven volgorde uit te voeren. Mobile Station

Nadere informatie

Modeltrein Academie. Modeltreinen, analoog rijden en schakelen

Modeltrein Academie. Modeltreinen, analoog rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, analoog rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, analoog rijden en schakelen - pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Analoog rijden 8 Analoog

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder

Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder Voorwoord Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van deze S4-Herz Servo decoder. U heeft een hoogwaardig product aangeschaft

Nadere informatie

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update

Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update Vakkennis wijzigingsdocument Op de website VVRV update 12-2-2018 Cluster tekst tekstwijziging datum Infra (5) Hoe is de energievoorziening geregeld? Spanningssluis Doordat een spanningsluis geen spanning

Nadere informatie

Digitale decoder voor magneetartikelen. Installatiehandleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D- 35116 Hatzfeld www.viessmann-modell.

Digitale decoder voor magneetartikelen. Installatiehandleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D- 35116 Hatzfeld www.viessmann-modell. Digitale decoder voor magneetartikelen 5211 Installatiehandleiding DIGITAL 2 Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D- 35116 Hatzfeld www.viessmann-modell.de 1. Adressering Voorbeeld: instelling van de code

Nadere informatie

Montagevoorschriften

Montagevoorschriften Montagevoorschriften BCU Mont_BCU1_NL.Doc 1/9 Inhoudsopgave 1. Montage van de onderdelen... 3 2. Aansluitingen van de 8 polige stekker... 3 3. Aansluitingen van de 10 polige stekker... 4 4. Opstarten...

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Nederlands. FLEISCHMANN DCC-Digitaal rijregelaar LOK-BOSS art. Nr. 6865

Gebruiksaanwijzing Nederlands. FLEISCHMANN DCC-Digitaal rijregelaar LOK-BOSS art. Nr. 6865 Gebruiksaanwijzing Nederlands FLEISCHMANN DCC-Digitaal rijregelaar LOK-BOSS art. Nr. 6865 Inhoud: 1. Waarschuwingsaanwijzingen en tips voor een optimaal gebruik 2. Instap 2.1 Aansluiten 2.2 Rijden 3. Bedieningselementen

Nadere informatie

Weergave met punten van 4 posities, waarbij het eerste getal van de adres (altijd de 1) ontbreekt bv. voor het wagonadres 10074:

Weergave met punten van 4 posities, waarbij het eerste getal van de adres (altijd de 1) ontbreekt bv. voor het wagonadres 10074: 1. Functies : Het LocoNet-Inbouwdisplay wordt bij de Modelbaan voor het weergeven van de Loc adres, de Treincategorie de Rijrichting en de Snelheid die de Lissy-ontvanger berekend, gebruikt. Het is mogelijk

Nadere informatie

* Gratis bij aanschaf PC I/O terugmeldsysteem, zie SOFTLOK info!!

* Gratis bij aanschaf PC I/O terugmeldsysteem, zie SOFTLOK info!! Prijslijst 01/12/2015 Programma (software): (actuele versie 11.2c) SOFTLOK demoversie... Gratis van internet SOFTLOK demoversie (incl. handleiding op USB-stick)... 12,50 SOFTLOK megaversie (incl. handleiding

Nadere informatie

SLX815 Draaischijfbesturing Aansluiten en bedienen Eigenschappen:

SLX815 Draaischijfbesturing Aansluiten en bedienen Eigenschappen: pagina 1 van 5 SLX815 Draaischijfbesturing Aansluiten en bedienen De draaischijfbesturing SLX815 dient voor de besturing van draaischijven van Arnold en Fleischmann N met 48 aansluitingen, de draaischijf

Nadere informatie

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk.

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk. Inleiding. Deze regelaar is in samenwerking met een Nederlands elektronica bedrijf door TOMA ontwikkeld. Daarbij is gebruik gemaakt van de nieuwste technieken, en gedacht aan bedieningsgemak en mogelijkheden.

Nadere informatie

SPOOR 1 DRAAISCHIJF. In Nederlands Model

SPOOR 1 DRAAISCHIJF. In Nederlands Model SPOOR 1 DRAAISCHIJF In Nederlands Model Dit document beschrijft de kronkels voor het ontwerpen en bouwen van een draaischijf voor een Spoor1 Draaischijf met een elektrische besturing. Het document bevat

Nadere informatie

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014 Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014 Samenvatting 3 november 2014 Presentatie door André van Es Railverkeerskundige Adviseur bij Arcadis en docent op de Hogeschool Utrecht

Nadere informatie

Voor ieder de juiste

Voor ieder de juiste CENTRAL STATION 3, DEEL 4 Voor ieder de juiste Ook al biedt de Central Station 3 allerlei mogelijkheden voor de modelspoorder: getest wordt eerst het rijden. Dat doen wij ook, we houden ons echter daarvoor

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Verkeerslichten Decoder 234

Gebruiksaanwijzing Verkeerslichten Decoder 234 Gebruiksaanwijzing Verkeerslichten Decoder 24 Gebruiksaanwijzing Verkeerslichten Decoder 24 Voorwoord Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van deze verkeerslichten decoder. Met deze verkeerslichten

Nadere informatie

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen: Handleiding MRDIRECT BOOSTER Werkt met de volgende systemen: Het computerprogramma MRdirect Werkt niet met de volgende systemen: Alle systemen die MRdirect niet ondersteunt Werkt met de volgende protocollen:

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2

Nadere informatie

Wissels schakelen met de m83

Wissels schakelen met de m83 Altijd veilig rijden: Zijn wissels, decoders en Central Station 3 eenmaal juist met elkaar verbonden, zorgt deze constellatie als door toverhand voor ordelijke toestanden op alle sporen. 20 CS3 PRAKTISCH

Nadere informatie

8-VOUDIGE BEZETMELDER

8-VOUDIGE BEZETMELDER Handleiding 8-VOUDIGE BEZETMELDER Werkt met de volgende systemen: alle systemen, analoog én digitaal, gelijkspanning en wisselspanning. Werkt niet met de volgende systemen: - Werkt met de volgende protocollen:

Nadere informatie

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. 110 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. Seinen op treinen. (Treinseinen). Bij treinen, waarvan het voorste en het achterste

Nadere informatie

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken

Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 23-04-13) Versie 2.0 Na review (HB 05-05-13) Versie 2.1 Na review (TT 15-05-13) Versie 3.0 (TT 11-12-13)

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10 05/2013 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL

Syncro AS. Analoge Brandmeldcentrale. Gebruikershandleiding. Man V1.0NL Syncro AS Analoge Brandmeldcentrale Gebruikershandleiding Man-1100 030209V1.0NL Index Section Page 1. Inleiding...2 2. Bediening...2 3.1 Bedieningsniveau 1...2 3.2 Bedieningsniveau 2...2 3. Alarmen...2

Nadere informatie

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES MODELLEN CS200 SPECIFICATIES Voltage 12V AC/DC Stroomafname 35mA Relais uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Bel uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Leesafstand max. 40 mm Frequentie lezer 13,56MhZ voor Mifare

Nadere informatie

IB-Switch. Inhoud. Handboek Hotline. Wissels en rijwegen schakelen. Wij zijn er voor U. Weet U het niet meer verder

IB-Switch. Inhoud. Handboek Hotline. Wissels en rijwegen schakelen. Wij zijn er voor U. Weet U het niet meer verder IB-Switch Wissels en rijwegen schakelen Handboek Hotline Weet U het niet meer verder Wij zijn er voor U In Duitsland In Nederland In België Ma -di - do - vr 14.00-16.00 uur Of op woensdag 16.00-18.00 uur

Nadere informatie

Handleiding tijdklok 230V~

Handleiding tijdklok 230V~ Handleiding tijdklok 230V~ 1. Tijdklok 230V~ met interne back-up accu Detectech bestelnummer: 005-003-001-001 EAN-nummer: 7434031829805 Voedingsspanning: 230V~ (+10 en - 20%.) Energieverbruik: 0,05W. Schakelcontact:

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

De Duindoorn-3 baan, Märklin H0 Deel 3

De Duindoorn-3 baan, Märklin H0 Deel 3 Opbouw van schaduwstation 2 Er zijn inmiddels weer enige weken verstreken en de bouw en het testen van het tweede schaduwstation is gereed. Ik heb ik er intussen nog een paar sporen extra bijgezet om a)

Nadere informatie

EcoSBoost Handleiding. ECoSBoost: booster voor ECoS en Märklin Central Station.

EcoSBoost Handleiding. ECoSBoost: booster voor ECoS en Märklin Central Station. EcoSBoost Handleiding ECoSBoost: booster voor ECoS en Märklin Central Station. Geachte, Wij wensen U te feliciteren met de aanschaf van deze booster. Wij bieden U dan ook deze verkorte handleiding aan.

Nadere informatie

Inbouwen verlichting

Inbouwen verlichting Inbouwen verlichting Iedereen ontdekt dat werken met licht een modelbaan een heel nieuwe dimensie kan geven. Eén van de talloze mogelijkheden om licht te brengen op onze baan is het inbouwen van verlichting

Nadere informatie

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0) Handleiding Bijlage LCD Display +32 (0) 485 68 25 62 info@turbobike.be www.turbobike.be LCD-Display handleiding Functies 01 Omhoog knop 06 Tijd indicator 02 Aan/uit knop 07 Wandel-assistentie 03 Omlaag

Nadere informatie

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding

Motor Scooter Alarm Systeem. Installatie handleiding Motor Scooter Alarm Systeem Installatie handleiding Aansluiten van draden en stekkers Stap 1 Basisunit.Basis unit aansluiten (speaker, sirene, antenne) en tijdelijk een plaats zoeken voor bevestiging (pas

Nadere informatie

Handleiding Loc decoders

Handleiding Loc decoders Handleiding Loc decoders Artikelnummer 90300 Uitgave NL1, 04-2002 Reyne en Zonen BV, Postbus 7, 1560AA, Krommenie pag. 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Algemene informatie over Lenz Digital Plus locdecoders...3

Nadere informatie

Modeltrein Academie. Modeltreinen, digitaal rijden en schakelen

Modeltrein Academie. Modeltreinen, digitaal rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, digitaal rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, digitaal rijden en schakelen - pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Wat is digitaal 5 Decoders

Nadere informatie

DinaSys Turntable Controller

DinaSys Turntable Controller DinaSys Turntable Controller Interface specificaties 1.2 (DTC, DTS en DTZ) 1 Datum: 29 april 2012 Versie: Concept Auteur: Albert Sanders Communicatie. PC USB - RS232 DTC DTS / DTZ Uitbreiding De PC wordt

Nadere informatie