Samenvatting Aardrijkskunde Regionale beeldvorming

Transcriptie

1 Samenvatting Aardrijkskunde Regionale beeldvorming Samenvatting door een scholier 1290 woorden 23 oktober ,1 26 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1 Beeldvorming en gebieden Paragraag 1 Informatie zenden en ontvangen De media hebben een belangrijke rol in beeldvorming - tv - artikels kranten tijdschriften - reisbrochures - politieke propaganda Alle indrukken worden uiteindelijk gefilterd 1. bronnen van interne informatie 2. bronnen van externe informatie Dit vormt samen een mix Referentiekader = aanwezige kennis en ervaring van waaruit iets wordt bekeken Regionaal beeld (bepekrt, eenzijdig, gekleurd)= resultaat van het selectieproces. VERANDERING - gegevens toevoegen - bestaande ideeen versterken - wereldbeeld veranderen Perceptie = manier waarop je tegen de werkelijkheid aankijkt - objectieve feitelijke kennis - subjectieve waarnemingen Pagina 1 van 7

2 Regionaal beeld is van belang voor je ruimtelijk handelen niet alleen door objectieve kenmerken, maar op perceptie Door filters ziet het regionale beeld er verwrongen uit ten opzichte van de werkelijkheid ruis =filters, vooroordelen, stereotypen Stereotype= een eenzijdige en vaak sterk vertekende, algemeen aanvaarde opvatting over een groep mensen of over een gebied. De naam geeft al kenmerken van een stad Stereotypes hebben ook nog wel eens een negatieve lading Over 1 onderwerp kunnen negatieve en positieve stereotype, maar geen van beide is voor de groep representatief Paragraaf 2 Zenders van informatie: city- en regiomarketing Ook het zendstation heeft zijn voorkeuren en beperkingen, de ruimtelijke boodschap moet zo overkomen dat het doel bereikt wordt. Identiteit= de bevolking krijgt een sterkere binding met de gemeente Promotie = het aantrekken van consumenten in de breedste betekenis van het woordt - product verbeteren (in dit geval een stad of gebied) - werken aan een beter imago Uiteindelijke gaat het erom dat je mensen en instellingen zo weet te beinvloeden dat ze jouw plaats uitkiezen voor hun activiteit en daar tevreden over zijn en blijven Citymarketing = inspanningen (economische) ontwikkeling van een stad ondersteunen en ervoor te zorgen dat de plaats kan concurreren met andere steden Regiomarketing = het stimuleren van een groter gebied Marketingstrategie 4 belangrijke elementen als reclamewapen - infrastructuur en bereikbaarheid - bezienswaardigheden - burgers als arbeidsmarkt en afzetmarkt - kwaliteit leefomgeving Gemeenschappelijk kenmerk is dat de doelgroep geld heeft. De groei en status van een stad of regio hangt af van de financiële positie Paragraaf 3 Zenders van informatie: toerisme en nieuwsmedia Toerisme is een booming industry - toenemende welvaart - toenemende mobiliteit - toenemende vrije tijd Deze drie zorgen voor recreatief-toerisme geldstroom Reisverkeersbalans= belans tussen in- en uitgaven op het gebied van toerisme promotie van de Pagina 2 van 7

3 binnenlandse toeristische sector. Marketing van het recreatief-toeristisch product ontwikkelingsplannen, structuurschema s en beleidsnota s Toeristische brochures geven minder nauwkeurige informatie als de afstand groter wordt - afstandsverval Men probeert vaak het bijzondere van een gebied te vermelden en een selectie in de informatie stroom op basis van leeftijd en inkomen. Nieuwsmedia laten ons een bepaald beeld vormen over vb verre gebieden een beeld vormen van de situatie ter plekke en een oordeel vormen. Dit gebeurt met een bepaald doel. Standplaats is erg van belang bij de geografische en politieke beeldvorming. Paragraaf 4 Collectieve beeldvorming Er is een patroon van gemeenschappelijke beelden te ontdekken in die wirwar van individuele visies Collectief beeld = op dezelfde manier als anderen tegen iets aankijken (stereotype) Geografische standplaats maakt verschil voor de beeldvorming van een gebied Etnocentrisme = neiging van mensen om een andere cultuur te beoordelen vanuit de waarden en normen van hun eigen cultuur Stereotypering en etnocentrisme leiden tot afkeer van het onbekende en tot vreemdelingenhaat (xenofobie = angst voor het onbekende) Paragraaf 5 Manipuleren met informatie Manipulatie = bewerken van gegevens om het beoogde doel beter te bereiken - foto s, films, teksten en tekeningen - kaarten - afstand en ligging - cijfermateriaal - soort weergave van de cijfermatige gegevens en de bepaling van de klassengrenzen. Hoofdstuk 2 Geografische beeldvorming Paragraaf 6 Mental maps en ruimtelijk imago Mental map = soort kaartbeeld van een plaats of een regio die door individuele perceptie is gevormd Mental maps worden regelmatig aangepast door nieuwe indrukken. Ruimtelijk beeld/ ruimtelijk imago = een breder beeld dat iemand over een gebied heeft. Ruimtelijk imago omvat ook de zaken die je alleen met woorden kan uitdrukken Onderzoeken naar ruimtelijke imago s - dingen die anders zijn dan men gewend is Pagina 3 van 7

4 - zaken die eigen interessen of het eigen belang raken - actualiteit (onderwerpen waar je bijna niet omheen kunt) Een zender maakt met een bepaald doel een beeld van een regio. Dit beeld is uiteraard subjectief; de zender bepaalt welke zaken er wel worden aangeboden en welke niet. De zender verspreidt dit beeld via kranten, liedjes, tv, reclame, reisgidsen, brochures en ga zo maar door. De ontvanger krijgt de aangeboden beelden binnen en verwerkt ze in het eigen ruimtelijke beeld. Op deze manier ontstaat een nieuw beeld van het gebied, op basis waarvan de ontvanger (ruimtelijk) kan gaan handelen) Paragraaf 7 Een geografisch verantwoord beeld Aardrijkskunde = bestuderen van gebieden de spreiding van verschijnselen 1. Waar is dat? Waar kan dat? Wat is daar? Wat kan daar? Hoe is het daar? 2. Waarom en waardoor is dat daar (zo)? Fysische factoren - klimaat - bodem - geologie - relief Sociale factoren - economie - demografie - cultuur - politiek 3. gevolgen voor de toekomst. Waar zal dat plaatsvinden? 4. waardeoordeel Geografisch verantwoord - de ligging - landschappelijke kenmerken - bevolkingskenmerken - interne en externe relaties. Ligging Absolute ligging = objectief vaststellen plaatsbepaling door graden op noorder- of zuiderbreedte en ooster- of westerlengte van de plaats te meten Relatieve ligging = ligging in relatie met andere ruimtelijke verschijnselen Landschappelijke kenmerken Fysisch milieu = elementen van de natuurlijke omgeving Ingerichte ruimte = cultuurlandschap, het bodemgebruik en de verkaveling. Ook infrastructuur, nederzettingsvormen en verstedelijking Pagina 4 van 7

5 Bevolkingskenmerken Culturele kenmerken = omvat alle handeling en uitingen van de menselijke groep Demografische kenmerken = bevolkingsaantallen, dichtheid en spreiding, aan natuurlijk en sociale bevolkingsgroei en de leeftijdsopbouw van de menselijke groepen Economische kenmerken = bestaansmiddelen, werkloosheid, bruto regionaal product, in- en uitvoer. En ook inkomensverdeling, regionale ongelijkheid tussen centrumgebieden en de periferie, het type economie en economische samenwerking Politieke aspecten = spanningen Relationele kenmerken = ten eerste interne relaties (dwarsverbanden tussen bedrijven, instellingen enz.)onderlinge contacten tussen deelgebieden, ten tweede externe relaties ( verbanden met andere regio s en/of plaatsen) Periferie = verhouding tussen randgebieden Hoofdstuk 3 Regionale beelden en ruimtelijk gedrag Paragraaf 8 Recreatiebestemmingen: op de schop of in verval Ruimtelijke beslissing is bv. vakantiekeuze In ontwikkeling van toeristisch gebied zijn 3 lijnen te zien 1e periferie begin 19e eeuw. Zeebadplaatsen villa s 2e periferie midden vorige eeuw. Spoorwegen beeld van vakanties veranderde ( breide zich langzaam uit lang de mediterrane noordkust en rond de Zwarte Zee 3e periferie rond de jaren 60. Grenzen Europa werden gepasseerd. Welvaart bracht een verre vakantie binnen het bereik van de massa. 4e periferie is tot ontwikkeling gekomen. Bijna iedereen kan voor weinig geld naar de andere kant van de wereld vliegen. 3 lijnen - verschuiving - opvolging/ verdringing - opkomst, bloei en verval Toeristenstroom lijkt te veranderen, zowel het type toeristen als de aantallen. Ruimtelijke segregatie = ruimtelijke onderscheiding de groep die hoger op de sociale ladder staat laat zich dus verdrijven en verdwijnt naar exclusief elders (verdringingsproces; tussen elke 2 sporten op de sociaal-economische ladder. Onbekend toeristisch gebied kan uitgroeien tot een plek met massatoerisme Ontwikkelingsreeks - gebied nagenoeg onbekend voor buitenstaanders - toenemende bekendheid (imago bijgesteld, maar stereotypes kunnen hardnekkig blijven ) - aan het einde treden verval en neergang op. Pagina 5 van 7

6 2 keuzes voor overheid en lokale bevolking 1. Het gebied aan zijn lot overlaten en de achteruitgang accepteren 2. Werken aan herstel van de aantrekkelijkheid voor het toerisme Richten op ander doelsegment = nieuwe doelgroepen aantrekken Ontdekkingsreizen - rijken - opvolging (massatoerisme) - discountbestemming- downgrading (rijken) - ruimtelijke segregatie Fase 1 Ontdekking Fase 2 Resultaat van de boeiende reisverhalen van de pioniers geïnteresseerde bezoekers (ook de lokale bevolking gaat zich inzetten, want ze zien brood in het toerisme) Fase 3 Ontwikkeling, touroperators en buitenlandse investeerders nemen het over van autochtone bevolking (massatoerist zoekt vermaak, geen uitgebreide informatie) Fase 4 Consolidatie, grote groei is voorbij, maar het gebied heeft wel een belangrijke naam Fase 5 Stagnatie, gaandeweg krijgt een gebied een negatief imago (criminaliteit en herrie) Fase 6 Neergang, stilstand Downgrading - upgrading(verjonging) Paragraaf 9 Prettig wonen? Door toegenomen mobiliteit en digitalisering is de woonkeuze minder afhankelijk geworden van baan of studie Makelaars, stedenbouwkundigen en planologen hebben er veel belang bij om op de hoogte te zijn van de bouwwensen van grote groepen mensen veel studie (enquêtes) NVM = Nederlandse Vereniging van Makelaars - tuin, vrij uitzicht, afwisselende bebouwing; ligging in het groen is favoriet - buurt met homogene bevolkingssamenstelling - 25 % woonwijk met een meer stedelijk karakter, centraal gelegen ten opzichte van allerlei stedelijke voorzieningen - 70% wijk met een meer suburbaan of landelijk karakter, met eengezinswoningen in het groen - woning bij een wijkwinkelcentrum en dicht bij natuurgebieden Deze zijn gekoppeld aan inkomen, leeftijd en gezinssituatie. Uit onderzoek zouden veel mensen hun leefsituatie willen verbeteren - mogelijkheid bestaan verwerven - kwaliteit woning - directe woonomgeving Ze waarderen hun eigen omgeving negatiever dan andere woongebieden Pagina 6 van 7

7 Het valt niet te verwachten dat de keuze van de nieuwe woonomgeving in alle gevallen overeenkomt met de aangegeven woonwens. Pagina 7 van 7