Algemene opmerkingen LR1621. Opmerkingen vanuit de ledenraad PCOB n.a.v. concept-statuten en algemeen reglement

Transcriptie

1 Opmerkingen vanuit de ledenraad PCOB n.a.v. concept-statuten en algemeen reglement De ledenraad van de PCOB heeft op 29 september jl. de concept-statuten en algemeen reglement besproken. Daarnaast hebben ook twee leden van de ledenraad per mail gereageerd. Op 13 oktober jl. heeft de ledenraad van de Unie KBO de stukken besproken. De diverse opmerkingen zijn hieronder weergegeven met daarbij de reactie van het bestuur. Algemene opmerkingen Opmerking Kies een alternatieve vorm, zijnde een samenwerkingsovereenkomst tussen de besturen van beide organisaties. Die overeenkomst zou in onze visie beter werkzaam zijn en minder aanleiding geven tot verwarring en juridische onzuiverheid om het beoogde doel te bereiken dan de voorliggende documenten. (De heer A. Korteweg, in een mail waarin hij ook de heer A. Vermaat vermeldt) De gezamenlijke Ledenraad neemt een besluit voor het beleid voor de toekomst, waarna vervolgens de beide losstaande ledenraden met hun eigen besturen hetzelfde onderwerp gaan behandelen. Dit kan dan resulteren in een contrair standpunt ter zake en vervolgens in een uiterst verwarrende situatie. (De heer A. Korteweg) De vraag hoe de gezamenlijke werkorganisatie waartoe is besloten vanuit de verschillende besturen wordt aangestuurd?? (De heer A. Korteweg) Reactie van bestuur Het voorstel om een samenwerkingsovereenkomst tussen het bestuur van de Unie KBO en de PCOB aan te gaan i.p.v. het oprichten van een federatieve vereniging KBO-PCOB is niet in overeenstemming met de Aanvullende notitie bij de Contourennota die in maart door beide ledenraden is vastgesteld. In deze notitie is vastgelegd dat een federatieve vereniging wordt opgericht. De notaris heeft in reactie op de opmerkingen van de heren Korteweg en Vermaat tijdens de klankbordgroep aangegeven dat de besluiten van de Aanvullende notitie in de concept-statuten en algemeen reglement juridisch correct zijn verwerkt. In het Algemeen reglement zijn bepalingen opgenomen m.b.t. de besluitvorming door de ledenraad KBO-PCOB en de ratificatie van de besluiten van deze ledenraad door de ledenraden van de Unie KBO en de PCOB afzonderlijk (artikel 12). Hierin zijn ook bepalingen opgenomen voor het geval de ledenraad van een individuele vereniging een ander standpunt inneemt dan het besluit van de ledenraad KBO-PCOB. Daarbij is voorzien in een beroepscommissie. In de Statuten (artikel 14) is vastgelegd dat het bestuur KBO-PCOB de directie benoemt. De directeur geeft leiding aan de Vereniging en daarmee ook aan de werkorganisatie. Het bestuur KBO-PCOB stelt conform artikel 14

2 De vraag of het gezamenlijke bestuur beslissingen kan nemen die door beide losstaande organisaties dwingend moeten worden uitgevoerd???? (De heer A. Korteweg) Wij zijn van oordeel dat bovenstaande punten/vragen niet dan wel niet duidelijk genoeg in de voorliggende concept-statuten en het reglement zijn verwerkt. De heer Vermaat voornoemd en ondergetekende willen er geen misverstand over laten bestaan dat wij beiden een warm voorstander zijn van een verdergaande intensivering van de samenwerking tussen de PCOB en de Unie KBO dat mogelijk op termijn kan uitmonden in een juridische fusie. De opzet waar nu voor wordt gekozen leidt ons inziens echter niet tot een breed gedragen draagvlak, hetgeen in casu absoluut noodzakelijk is. Hier draagt mede toe bij dat naar ons oordeel de achterban, waarmee wordt bedoeld de afdelingen en de regiocoordinatoren in dit proces beter had moeten worden betrokken. (De heer A. Korteweg) lid 3 van de statuten een directiestatuut vast waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur zijn vastgelegd. Het bestuur KBO-PCOB kan geen besluiten nemen die de individuele verenigingen Unie KBO of PCOB dwingend worden opgelegd. Binnen de PCOB zijn inmiddels afspraken gemaakt over de dialoog met de achterban aangaande het samenwerkingsproces. De regiocoördinatoren en andere actieve vrijwilligers krijgen schriftelijke informatie over de voortgang van het samenwerkingsproces (vergelijkbaar met de informatie die bij de Unie KBO naar de afdelingen worden gestuurd na elke ledenraadsvergadering). De voorzitter en directeur zullen op korte termijn bezoeken afleggen aan regio s/afdelingsbesturen die uitdrukkelijk om aandacht vragen met het oog op draagvlak voor het samenwerkingsproces. In het voorjaar van 2017 zullen zij daarnaast een rondje land maken om in ledenbijeenkomsten kennis te maken met de leden en van gedachten te wisselen over het samenwerkingsproces. Statuten Artikel 3 lid 1 en artikel 4 sub a: de term ouderen vervangen door senioren (vanuit Ledenraad Unie KBO) Artikel 4 als sub d toevoegen: het bevorderen van de participatie van senioren in de samenleving (vanuit Ledenraad Unie KBO) Artikel 6: voorkeur: opzegging met inachtneming van een termijn van tenminste zes maanden. (De heer H. van Dalfsen) Geen bezwaar tegen deze wijziging. Voorstel: suggestie overnemen Geen bezwaar tegen deze toevoeging. Voorstel: suggestie overnemen. Geen bezwaar tegen deze wijziging. Voorstel: suggestie overnemen.

3 Artikel 9, lid 2a: In onze eigen statuten staat dat het jaarplan en de begroting op hoofdlijnen inclusief de contributieafdracht wordt vastgesteld. In de voorliggende statuten wordt gesproken over de goedkeuring van het jaarplan en de begroting op hoofdlijnen. Ik vind dat we in maart terecht voor het woord vaststelling hebben gekozen. De ledenraad hoort als hoogste orgaan het beleid voor het of de komende jaren vast te stellen. Het is ongewenst om afwijkende termen te gebruiken. (De heer H. van Dalfsen) Artikel 9, lid 2b/c: Wij hebben in onze nieuwe statuten m.i. terecht gekozen voor vaststelling van het jaarverslag en goedkeuring van de jaarrekening. Ik zou die lijn ook willen vasthouden in de voorliggende ontwerp statuten KBO-PCOB. Daarin staat goedkeuring van zowel het jaarverslag als de jaarrekening. (De heer H. van Dalfsen) Artikel 12, lid 7: Ik mis hier de bepaling dat het bestuur de dagelijkse bestuurlijke leiding heeft van de Vereniging KBO-PCOB. (zie art.22, lid 1 van de statuten PCOB). Ik stel voor artikel 12, lid 7 te doen luiden als volgt: 7. Het Bestuur heeft de dagelijkse bestuurlijke leiding van de Vereniging en is bevoegd tot: enz.. (De heer H. van Dalfsen) Artikel 12, lid 7a: De terminologie zou op mijn commentaar op artikel 9, lid 2abc moeten worden aangepast, zodat er komt te staan: het ter vaststelling c.q. ter goedkeuring aan de Ledenraad voorleggen van het (meerjaren)beleidsplan, de meerjaren(begroting), het jaarverslag en de jaarrekening enz (De heer H. van Dalfsen) Artikel 20, lid 3: Ik begrijp niet waarom een eventueel positief vermogen van de Vereniging KBO-PCOB na ontbinding naar een ANBI instelling zou moeten overgaan, c.q. besteed moet worden aan een overeenkomstig In de Aanvullende notitie bij de Contourennota is bepaald dat het bestuur het meerjarenbeleidsplan, het jaarplan, de begroting en de jaarekening (inclusief het jaarverslag) vaststelt en dat de ledenraad deze beleidsdocumenten goedkeurt. Zonder goedkeuring is er geen beleid. Dit past bij de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen bestuur en ledenraad. Het voorstel van de heer Van Dalfsen wijkt hiervan af. Waar het gaat om het beleid t.a.v. de individuele verenigingen blijven de verantwoordelijkheden van de besturen en ledenraden zoals die zijn vastgelegd in de eigen statuten onveranderd. Zie hierboven. Er is geen sprake van een te onderscheiden dagelijkse bestuurlijke leiding. Het bestuur van de Vereniging KBO-PCOB bestuurt de Vereniging. Zie boven bij artikel 9 lid 2a. De notaris geeft aan dat het opnemen van deze bepaling een voorwaarde is voor het verkrijgen van een ANBI-status voor de vereniging KBO-PCOB.

4 doelorgaan. Waarom zou het geld niet teruggaan naar de verenigingen, waar het geld vandaan komt: de KBO en de PCOB. Die blijven toch gewoon bestaan als de samenwerking onverhoopt zou worden beëindigd? (De heer H. van Dalfsen) De individuele verenigingen Unie KBO en PCOB hebben een ANBI-status. Bij ontbinding gaat het geld dus terug naar die verenigingen. Algemeen reglement Artikel 8 Agenda ledenraad De agenda van de ledenraad kan niet worden opgelegd door het bestuur. (Opmerking tijdens ledenraad PCOB) Artikel 10 lid 3 Voorzitterschap ledenraad Het voorzitterschap van de ledenraad KBO-PCOB moet door een onafhankelijk voorzitter worden vervuld. Dit mede in relatie tot artikel 17, waarin is vastgelegd dat het bestuur verantwoording aflegt aan de ledenraad. De voorzitter van het bestuur kan niet aan zichzelf verantwoording afleggen. (Opmerking tijdens ledenraad PCOB) Artikel 15: In dit artikel staat niet dat het lidmaatschap van het bestuur eindigt door ontslag door de Ledenraad. Dat lijkt mij juist maar dan is het vreemd dat bij de ratificatiebepalingen in artikel 12 onder j staat het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van het Bestuur ; Dat is een bevoegdheid van de ledenraden van de KBO en van de PCOB. In het kader van de verantwoording kan de Ledenraad KBO-PCOB een bestuurslid niet naar huis sturen. (De heer H. van Dalfsen) Artikel 12. Nu we het toch over de ratificatie hebben wil ik wel even het volgende kwijt: deze bepaling in samenhang met artikel 8 van de statuten waar staat dat de Ledenraad KBO-PCOB bestaat uit de beide ledenraden In artikel 8 is bepaald dat het bestuur de concept-agenda opstelt. Leden van de ledenraad kunnen onderwerpen agenderen. De ledenraad stelt aan het begin van de vergadering de agenda vast. In de Aanvullende notitie bij de Contourennota is vastgelegd dat het voorzitterschap van de Ledenraad KBO-PCOB roulerend wordt vervuld door respectievelijk de voorzitter van het bestuur van de Unie KBO en de voorzitter van het Landelijk bestuur van de PCOB. Er zijn meerdere zienswijzen op de positie van de voorzitter van een vereniging (wel of geen aparte voorzitter van een ledenraad). In de Aanvullende notitie is de nu voorliggende keuze gemaakt. Dit is een terechte opmerking. Voorstel: artikel 12 lid j verwijderen. In de Aanvullende notitie bij de Contourennota is vastgelegd hoe de ledenraad KBO-PCOB wordt samengesteld.

5 levert wel een erg logge, dure en onwerkbare constructie op. De beide afzonderlijke ledenraden moeten nagenoeg alle besluiten die de Ledenraad KBO in gezamenlijkheid neemt daarna elk in afzonderlijkheid nog een keer wegen. Ik kan hier maar moeilijk mee uit de voeten. Afgezien van het trage besluitvormingsproces zou het nog te verdedigen zijn als de Ledenraad KBO-PCOB uit ongeveer de helft van het totaal samengevoegde aantal zou bestaan (bijv. uit elke provincie 1 van elk van de beide ledenraden). Wilt u de samenstelling behouden zoals beschreven dan zouden de volgende oplossing een traag besluitvormingsproces kunnen voorkomen: Biedt de mogelijkheid tot ratificatie uitsluitend in die beschreven gevallen ten aanzien waarvan de vertegenwoordigers van de KBO respectievelijk de PCOB bij meerderheid van stemmen in hun groep uitdrukkelijk om ratificatie vragen. (De heer H. van Dalfsen) Artikel 16 lid 2 Besluitvorming in het bestuur Er moet worden vastgelegd dat een meerderheid van bestuursleden van beide individuele verenigingen met het besluit moet instemmen. Een gewone meerderheid in het bestuur is dan niet voldoende. (Opmerking tijdens de ledenraad PCOB) Artikel 20 Samenstelling beroepscommissie Er moet worden vastgelegd dat beide verenigingen in de beroepscommissie evenredig vertegenwoordigd moeten zijn en er een onafhankelijk voorzitter wordt benoemd. Het is zeker te overwegen de mogelijkheid te creëren dat de ledenraden van de individuele verenigingen in een voorkomend geval afzien van de ratificatieprocedure. De notaris stelt voor artikel 12 te herzien zoals hieronder weergegeven. Aan het eind van de vergadering van de ledenraad KBO-PCOB zal dan steeds worden geagendeerd of de ledenraden van de individuele verenigingen behoefte hebben aan ratificatie. Het bestuur KBO-PCOB richt zich op het belang van de federatieve vereniging. Het zou het besluitvormingsproces bovendien onnodig complex maken. De huidige formulering laat open om leden voor de beroepscommissie zowel binnen als buiten de beide verenigingen te zoeken. Voorstel nieuwe tekst artikel 12 van Algemeen reglement Artikel 12 Ratificatie besluiten Ledenraad KBO-PCOB 1. In artikel 8 van de Statuten van de Vereniging is bepaald dat de Ledenraad de volgende bevoegdheden heeft: a. het goedkeuren van het jaarplan en de begroting (op hoofdlijnen);

6 b. het goedkeuren van het jaarverslag; c. het goedkeuren van de jaarrekening; d. het vaststellen van de door de leden verschuldigde bedragen; e. het benoemen van de accountant; f. het goedkeuren van het meerjarenbeleidsplan en meerjarenbegroting; g. het vaststellen alsmede wijzigen van de Statuten en het Algemeen Reglement; h. het ontbinden van de vereniging; i. het verlenen van toestemming voor verstrekkende samenwerkingsverbanden waarbij bevoegdheden worden overgedragen. 2. Zowel de Ledenraad van de Unie KBO als de Ledenraad van de PCOB heeft de bevoegdheid om door de Ledenraad van de Vereniging genomen besluiten als bedoeld in lid 1 van dit artikel door haar eigen Ledenraad te laten ratificeren. Als een afzonderlijke Ledenraad van voormelde bevoegdheid tot ratificatie gebruik wenst te maken dient zij dit in de vergadering waarin het betreffende besluit aan de orde is kenbaar te maken aan de voorzitter van de Ledenraad. 3. Indien een afzonderlijke Ledenraad een door de Ledenraad van de KBO-PCOB genomen besluit uiteindelijk niet wenst te ratificeren, als zij van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, dient zij dit binnen twee weken na het door de Ledenraad van KBO-PCOB genomen besluit met redenen omkleed kenbaar te maken aan de Ledenraad van de KBO-PCOB en het Bestuur van de Vereniging. 4. Vervolgens zal het betreffende besluit na ontvangst van voormelde afwijzing opnieuw (in eventueel aangepaste vorm) worden geagendeerd op de eerstvolgende Ledenraadsvergadering van de KBO-PCOB. 5. Indien een afzonderlijke Ledenraad het besluit dan niet alsnog wenst te ratificeren dient zij dit binnen twee weken na het door de Ledenraad van KBO- PCOB genomen besluit met redenen omkleed kenbaar te maken aan de Beroepscommissie, de Ledenraad van de KBO-PCOB en het Bestuur van de Vereniging. 6. De Beroepscommissie zal alsdan binnen vier weken een bindend advies uit brengen aan de betreffende Ledenraad en de Ledenraad van de KBO-PCOB, welk bindend advies alle partijen hebben na te leven.