Newsletter INTRO. November Geachte lezers,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Newsletter INTRO. November 2014. Geachte lezers,"

Transcriptie

1 Newsletter November 2014 INTRO Geachte lezers, In onze Newsletter van november 2014 zullen wij u trachten te onderhouden met een aantal evoluties in het Europese mededingingsrecht, zowel in de regelgeving (de nieuwe de minimismededeling), alsook in hoe de Belgische rechtspraak (HvB Gent) de regels met betrekking tot misbruik van machtspositie in de naverkoop binnen de markt van de motoren interpreteert. Verder zijn er nog twee bijkomende nieuwigheden die wij kort belichten : de nieuwe wet met betrekking tot rechtsvordering tot collectief herstel, ook de Class Action genoemd, en de evolutie met betrekking tot de nieuwe Pandwet. Tot slot bespreken we ook nog kort dat het Hof van Justitie zich opnieuw heeft uitgesproken aangaande de Belgische wetgeving inzake aankondigingen van prijsverminderingen. Wij wensen u veel leesplezier, en staan uiteraard steeds te uwer beschikking voor verdere toelichting. IN DEZE UITGAVE Misbruik van machtspositie in de naverkoop markt voor motoren... 2 Nieuwe pandwet uitgesteld... 5 De «class-action» in België... 6 Filip Desmedt Olivier Van Fraeyenhoven Mededingingsrecht: nieuwe deminimismede deling... 7 De Belgische wetgeving inzake aankondigingen van prijsverminderingen is te streng... 8

2 MISBRUIK VAN MACHTSPOSITIE IN DE NAVERKOOP MARKT VOOR MOTOREN Het Hof van beroep te Gent heeft zich op 1 oktober 2014 uitgesproken over een geschil m.b.t. de toegang tot de naverkoop markt voor Ducati-motoren en hervormt gedeeltelijk het vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde dd. 3 november Context De procedure werd opgestart door garage DD BIKES tegen DUCATI (de invoerder van Ducati motoren). Nadat DD BIKES door Ducati aan de kant werd gezet als Ducatie Dealer, had zij DUCATI verzocht om aangesteld te worden als Ducatie Werkplaats, zodat zij haar herstellers-activiteit zou kunnen verder zetten. Zij had immers gedurende meer dan 20 jaar een expertise en cliënteel opgebouwd in de Ducatinaverkoop markt, naar alle tevredenheid van DUCATI. Dit verzoek werd echter geweigerd door DUCATI op basis van de stelling dat zij in België niet werkte met een apart statuut van Ducati Werkplaats. Met andere woorden: de officiële Ducatiherstellingen worden enkel gedaan door Ducati Dealers, die naast de verkoop van nieuwe motoren ook naverkoop diensten leveren. Indien DD BIKES haar herstellers-activiteit m.b.t. Ducati-motoren op onafhankelijke basis zou willen verderzetten, dan zou zij de specifieke onderdelen moeten kopen bij de Ducati Dealers (die zelf ook deze diensten aanbieden en dus eigenlijk concurrenten zijn). DD BIKES beschouwde deze weigering als een inbreuk op het mededingingsrecht en vorderde de staking van zulke oneerlijke marktpraktijk conform artikel VI.104 van het Wetboek Economisch recht. Marktaandeel op de naverkoopsmarkt Bij de beoordeling van dit geschil, is het marktaandeel van DUCATI en de afbakening van de relevante markt een essentieel element. Er bestond discussie tussen partijen over het feit of de relevante markt van de naverkoop diensten m.b.t. motoren al of niet merkspecifiek is: waar DD BIKES stelde dat de relevante markt enkel de markt van de herstellingen van Ducati-motoren betrof, beweerde DUCATI dat dit de markt van de herstellingen van alle motoren betrof. Over dit aspect werd een prejudicieel advies van de Europese Commissie ingewonnen. In navolging van zulk advies, besloten zowel de rechtbank in eerste aanleg als het Hof van beroep dat de relevante markt in casu merkspecifiek is, zodat enkel rekening moet worden gehouden met de markt van de herstellingen van Ducati-motoren. Beide instanties achtten het voldoende aanneembaar dat DUCATI op die markt een marktaandeel van minstens 50% (en dus een machtspositie) had. Onrechtmatige beperking van de mededinging Conform artikel 101 lid 1 van het EG Verdrag zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, die de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden en ertoe strekken of tot gevolg kunnen hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst, principieel verboden. Art. IV.1 1 van het Wetboek Economisch Recht vermeldt een gelijkaardige bepaling m.b.t. de mededinging op de Belgische betrokken markt. 2

3 Standpunt DD BIKES: DD BIKES verwijst naar rechtspraak en rechtsleer die bevestigt dat artikel 101 lid 1 van het EG Verdrag impliceert dat de toegang tot een selectief netwerk enkel gebaseerd kan zijn op kwalitatieve criteria, zijnde criteria die vereist zijn door de kwaliteit van het goed/de dienst in kwestie. De toegang tot een selectief netwerk kan volgens DD BIKES dus niet beperkt worden door kwantitatieve criteria, zijnde criteria die het maximum aantal leden vastleggen. DD BIKES stelt dat de weigering van DUCATI om haar aan te stellen als Ducatie Werkplaats, in feite neerkomt op een (verboden) kwantitatief selectiecriterium. Zij kon immers niet aangesteld worden enkel omdat zij geen Ducati Dealer was. De verplichting om nieuwe motoren te verkopen is volgens DD BIKES echter geen kwaliteit die vereist wordt door de aard van de dienst (de herstelling van Ducatie-motoren). Aangezien de Ducati Dealers wél in aantal beperkt zijn (numerus clausus), vormt de weigering volgens DD BIKES dus een onrechtstreekse beperking van het aantal leden van het naverkoop netwerk, hetgeen verboden is. DD BIKES stelt dat de Europese Groepsvrijstellingsverordening nr. 330/2010 m.b.t. verticale overeenkomsten en feitelijke gedragingen in casu niet van toepassing is, gezien het hoge marktaandeel van DUCATI. DD BIKES stelt tenslotte dat deze praktijk evenmin in aanmerking komt voor een individuele vrijstelling (op grond van artikel EG Verdrag). Aangezien DUCATI de controle heeft over 80% van de Ducatie-onderdelen, alle Ducati-accessoires en kledij, toegang tot technische informatie, specifieke tools, kan zij de prijzen en de toegang tot de markt immers controleren, zodat een wezenlijk deel van de mededinging wordt uitgeschakeld, hetgeen de consument niet ten goede komt. Standpunt van de rechtbank: De rechtbank in eerste aanleg aanvaardde bovenvermelde argumentatie integraal en verplichtte DUCATI (onder meer) om DD BIKES te erkennen als erkende Ducati Werkplaats zonder enige vorm van discriminatie t.a.v. andere werkplaatsen (los van het feit of zij tevens concessiehouder zijn). Standpunt van het Hof: Het Hof stelt echter dat in casu niet aangetoond is dat de weigering door DUCATI voortspruit uit een mededinging beperkende overeenkomst of gedragingen, afgestemd met haar verkopers, maar wel uit een eenzijdige gedraging van DUCATI. Het Hof verbreekt het vonnis op dit punt en wijst de gerelateerde vordering van DD BIKES af. Misbruik van machtspositie Conform artikel 102 van het EG Verdrag is het verboden dat een onderneming misbruik van machtspositie maakt, voor zover de handel tussen lidstaten daardoor ongunstig beïnvloed kan worden. Art. IV.2 van het Wetboek Economisch Recht vermeldt een gelijkaardige bepaling m.b.t. de mededinging op de Belgische betrokken markt. Standpunt DD BIKES: DD BIKES stelt dat DUCATI haar machtspositie misbruikt door te weigeren om met haar te contracteren op grond van niet-kwalitatieve, niet-objectieve of niet-noodzakelijke criteria. 3

4 Standpunt van de rechtbank: De rechtbank in eerste aanleg aanvaardde bovenvermelde argumentatie integraal. Zij erkende dat voor een wezenlijk deel van de betrokken producten en diensten de mededinging werd uitgeschakeld door DUCATI en oordeelde dat DUCATI een misbruik van haar machtspositie maakt. Standpunt van het Hof: Het Hof oordeelde dat in casu de onmogelijkheid van DD BIKES om rechtstreeks bij DUCATI onderdelen en gereedschap te kopen en om over de nodige informatie te beschikken en aangesloten te zijn op de diagnosecomputer, tot gevolg heeft dat DD BIKES niet competitief kan zijn op de relevante markt. Gezien de specificiteit van de onderdelen, zijn er immers onvoldoende substituten. De onmogelijkheid om de tools, die onmisbaar zijn voor het uitoefenen van deze activiteit, te verwerven aan dezelfde voorwaarden als de Ducati Dealers, resulteert in de uitschakeling van een daadwerkelijke mededinging op de relevante markt. Het Hof merkt op dat DUCATI een bepalende rol kan spelen bij de prijzen die de Ducati Dealers aanrekenen voor herstellingen, die de klanten noodgedwongen bij hen moeten laten doen. Het Hof oordeelt dat er geen enkel aangewezen risico is dat de verplichting van DUCATI om aan DD BIKES te leveren schadelijk zou zijn voor de prikkels van DUCATI om te investeren en te innoveren (hetgeen schadelijk zou kunnen zijn voor de consument). Zij verwijst daarbij naar de sterke verkoopcijfers en winstmarge voor DUCATI in België en naar het feit dat DUCATI in andere Europese landen wel met aparte Ducati Werkplaatsen werkt. Het Hof oordeelt dat er geen andere objectieve redenen aanwezig zijn voor DUCATI om DD BI- KES te weigeren de vereiste middelen te verschaffen. Het Hof oordeelde ook dat er een kennelijk onevenwicht bestaat tussen het belang van DUCATI en dat van DD BIKES, rekening houdende met de concrete omstandigheden. Op basis van het voorgaande besluit het Hof dat DUCATI zich schuldig maakt aan misbruik van haar machtspositie t.a.v. DD BIKES. Het Hof erkent dat dit een oneerlijke marktpraktijk vormt en legt de staking hiervan op. Zij beveelt aan DUCATI om aan DD BIKES aan identieke voorwaarden als de Ducati Dealers enerzijds onderdelen, wisselstukken en specifieke tools te leveren en anderzijds toegang te verlenen tot het software programma, de diagnose apparatuur m.b.t. de naverkoop elementen, tot de onderdelen van de Dealer Website m.b.t. de naverkoop elementen en tot technische informatie. Tenslotte moet DUCATI DD BIKES ook uitnodigen voor technische bijscholingen en informatiesessies. Het Hof verbreekt echter het vonnis wat betreft de verplichte aanstelling van DD BIKES als Ducati Werkplaats. Het Hof is duidelijk bevreesd om haar bevoegdheid als stakingsrechter te overschrijden. In een tussenarrest dd. 4 december 2013 vraagt zij partijen naar hun standpunt omtrent bepaalde specifieke aspecten hieromtrent: In zover deze vordering zou beogen een contractbreuk ongedaan te maken, kan de stakingsrechter zich daarover in beginsel niet uitspreken. 4

5 Op contractuele grondslag kan van de stakingsrechter niet bekomen worden dat hij de beëindiging van een overeenkomst geheel of gedeeltelijk ongedaan maakt en de voortzetting ervan aan een partij oplegt. Wanneer de stakingsrechter vaststelt dat de vraag of er een inbreuk is, die tot een stakingsbevel aanleiding kan geven, minstens het voorwerp uitmaakt van ernstige betwisting, rijst de vraag of de toepassing van de beweerd geschonden regel afgedwongen kan worden in het kader van een procedure op de wijze van het kort geding door middel van een stakingsbevel, dat neerkomt op een positieve verplichting om te contracteren voor onbepaalde tijd en om duurverbintenissen na te komen onder de voorwaarden die in dit stakingsbevel worden opgelegd, al dan niet onder verbeurte van een dwangsom. Ondanks de argumentatie van DD BIKES dat de vordering in casu gebaseerd is op een extra-contractuele basis (nl. een inbreuk op het mededingingsrecht) en dat de gevorderde maatregelen naar recht verantwoord zijn, neemt het Hof helaas geen juridisch standpunt hierover in. Zij wijst gemakkelijkheidshalve de vordering tot aanstelling als Ducati Werkplaats af op grond vanaf de feitelijke stelling dat er geen aparte Ducatie Werkplaatsen bestaan in België. Deze stelling is juridisch gezien voor kritiek vatbaar: ten eerste, is het niet omdat het statuut van Ducati Werkplaats momenteel niet bestaat in België, dat dit wettelijk is. Ten tweede, is het voor DUCATI perfect mogelijk om zulk apart statuut in te voeren, aangezien dit in het verleden reeds heeft bestaan in België en momenteel door DUCATI wordt gehanteerd in verschillende andere Europese landen. Deze stelling is ook in praktijk te betreuren voor DD BIKES, omdat zij op die manier enkel herstellingen zal kunnen doen voor Ducati-motoren na afloop van de garantietermijn. Aangezien de Ducati Dealer gedurende die jaren de Ducati-eigenaars aan zich kunnen binden, zal het voor DD BIKES zeer moeilijk zijn om stand te houden in deze markt. Dit dreigt het effect van bovenvermelde leveringsplicht in praktijk uit te hollen voor DD BIKES. Barbara Terriere NIEUWE PANDWET UITGESTELD In onze Newsletter van januari 2014 bespraken wij de meest vernieuwende principes van de nieuwe Pandwet. Deze stond toen aangekondigd voor inwerkingtreding op 1 december Eén van de belangrijkste vernieuwingen bestond in de mogelijkheid tot registerpand. Op heden moet worden vastgesteld dat de wetgever evenwel totaal niet klaar is om dit registerpand tot leven te roepen. Allerhande praktische problemen stellen zich momenteel m.b.t. dit registerpand, waardoor het onmogelijk is om deze operationeel te hebben tegen 1 december Er gaan zelfs stemmen op dat er nog aanbestedingen dienen te worden uitgeschreven teneinde de organisatie van dit registerpand tot leven te roepen, waardoor er ten vroegste op 1 januari 2017 sprake zou zijn van inwerkingtreding van de nieuwe Pandwet. Deze datum werd evenwel nog niet bevestigd. In ieder geval zal op 1 december 2014 deze wet nog niet in werking treden. Filip Desmedt 5

6 DE CLASS-ACTION IN BELGIË Inwerkingtreding van de wet van 28 maart 2014 De wet van 28 maart 2014 tot invoeging van Titel 2 Rechtsvordering tot collectief herstel in het Wetboek van Economisch Recht trad in werking op 1 september Op die manier heeft de Belgische wetgever een eigen vorm van class action ingevoerd waarbij hij een betere naleving en verdediging van de rechten van de consument beoogt. Sinds deze datum is het immers mogelijk voor consumenten om een uitspraak te verkrijgen die bindend zal zijn voor een groep consumenten, zonder dat zij als procespartij in de procedure worden betrokken. De consumenten moeten dus niet meer elk afzonderlijk een geding instellen voor de rechtbank. Consumentenverenigingen (zoals bijv. Testaankoop) hebben aldus een nieuw middel van verhaal in handen om zich tot ondernemingen te wenden. Hier zullen ondernemingen rekening mee moeten houden. De nieuwe wet is echter geen algemene class action-wet en de collectieve rechtsvordering beperkt zich tot een consumer-to-business -verhouding. De vordering dient hierbij te worden uitgeoefend door één enkele groepsvertegenwoordiger. Zo voorzag de wetgever geen gelegenheid voor het instellen van collectieve herstelvorderingen in een B2B-context. De rechtsvordering zal bovendien slechts ontvankelijk zijn indien de oorzaak van de collectieve schade een inbreuk is door een onderneming op één van haar contractuele verplichtingen of op één van de Europese verordeningen of wetten die limitatief zijn opgesomd in de wet. Dit betreft het ontvankelijkheidsonderzoek. Na de ontvankelijkheidsfase zal systematisch een verplichte onderhandelingsfase worden opgelegd aan de partijen die worden opgeroepen om een collectief akkoord tot herstel te sluiten. Het is slechts bij gebrek aan een akkoord tussen de partijen dat de gerechtelijke weg zal worden gevolgd. Hierbij dient de rechter een fout van de onderneming vast te stellen, alsook het bestaan van collectieve schade en het causaal verband tussen de fout en de schade. Belangrijk ook is te weten dat alleen de Brusselse rechtbanken bevoegd zullen zijn om kennis te nemen van rechtsvorderingen tot collectief herstel. De gevolgen voor de ondernemingen Door de inwerkingtreding van deze wet dienen ondernemingen desgevallend hun algemene voorwaarden aan te passen. De wet Rechtsvordering tot collectief herstel heeft immers een dwingend karakter waardoor het niet toegelaten is om ervan af te wijken. Een beding waarbij de consument bijvoorbeeld expliciet afstand doet van zijn recht tot collectieve vordering creëert een beperking van de wettelijke rechten van de consument, die zich niet meer kan wenden tot een collectieve procedure van herstel. 6

7 Zulk beding zal dus nietig worden verklaard aangezien een (juridische) ongelijkheid wordt gecreëerd tussen ondernemer en consument. Het Wetboek Economisch Recht voorziet immers dat elk onrechtmatig beding verboden en nietig is (Art. VI.84 1). De consument kan volgens hetzelfde wetboek geen afstand doen van het verbod op onrechtmatige bedingen. Hier moeten de ondernemingen dus op letten nu deze wet van kracht is. In Angelsaksische landen, waar de vordering tot collectief herstel vaak voorkomt, dragen ondernemingen permanent het risico om een groep van consumenten die schade leden door praktijken in strijd met de wetten te moeten vergoeden. In België is het risico voor de ondernemingen echter veel minder groot. Zo zorgt de opeenvolging van de drie fases voor een screening van de groep consumenten die een zogenaamde schade lijdt, van het orgaan dat hen vertegenwoordigt alsook van de zogenaamde geleden schade. Bovendien valt de volledige financiële last op de instantie die de consumenten vertegenwoordigt, aangezien de Belgische wetgever niet voorzag in een financieringsmechanisme. Het is dus slechts wanneer de groep die de consumentenbelangen verdedigt voldoende financieel draagkrachtig is, dat deze met de nodige behoedzaamheid deze niet erg toegankelijke rechtsvordering in gang zal zetten. Helena De Groof MEDEDINGINGSRECHT: NIEUWE DE-MINIMISMEDEDELING Op 30 augustus 2014 publiceerde de Europese Commissie een nieuwe de-minimismededeling (voluit: Mededeling betreffende overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet merkbaar beperken in de zin van artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ) (Pb. (2014) C 291/1). Het EU mededingingsrecht verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst (artikel 101, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)). Dergelijke overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen zijn op deze grond niet verboden wanneer zij de markt slechts in zeer geringe mate beïnvloeden, m.a.w. er moet een merkbare beperking van de mededinging op de interne markt zijn om verboden te zijn. Wat is dan een niet-merkbare beïnvloeding van de markt? Het is op deze vraag dat de nieuwe de-minimismededeling van de Europese Commissie een antwoord wil bieden. Expedia arrest De nieuwe de-minimismededeling stemt overeen met het belangrijke Expedia arrest van 13 december 2012 (ECLI:EU:C:2012:795). In dit arrest heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat overeenkomsten die een mededingingsbeperkende strekking hebben - dit zijn bepaalde vormen van collusie tussen ondernemingen die naar hun aard worden geacht schadelijk te zijn voor de goede werking van de normale mededinging haar (hun) aard en los van elk concreet gevolg ervan een merkbare 7

8 Beperking van de mededinging vorm(en) (punt 37). Kort gezegd, overeenkomsten met een mededingingsbeperkend doel worden geacht de mededinging merkbaar te beperken. De nieuwe de-minimismededeling slaat dan ook niet op overeenkomsten die tot doel hebben de mededinging te beperken (punt 2): deze overeenkomsten kunnen niet genieten van de safe harbour die de nieuwe de-minimismededeling biedt aan bepaalde overeenkomsten die mededingingsbeperkende gevolgen (kunnen) hebben. Marktaandeeldrempels De nieuwe de-minimismededeling heeft de Commissie ook een document beschikbaar gemaakt met een leidraad om te bepalen welke overeenkomsten een mededingingsbeperkend doel hebben. Deze leidraad (Commission Staff Working Document, Guidance on restrictions of competition by object for the purpose of defining which agreements may benefit from the De Minimis Notice ) - is niet beschikbaar in het Nederlands. De leidraad is op zich niet vernieuwend, maar geeft, aan de hand van bestaande EU regelgeving en rechtspraak en de beslissingspraktijk van de Europese Commissie, een overzicht van overeenkomsten die worden geacht een mededingingsbeperkend doel te hebben. Dit overzicht slaat zowel op de horizontale overeenkomsten (nl. overeenkomsten tussen concurrenten) als de verticale overeenkomsten (nl. overeenkomsten tussen niet-concurrenten). Pieter Paepe DE BELGISCHE WETGEVING INZAKE AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVERMINDERINGEN IS TE STRENG Het Hof van Justitie heeft zich in een arrest van 10 juli 2014 opnieuw uitgesproken over de nietconformiteit van de Europese Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken met de oude Wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en consumentenbescherming ( WMPC ), meer bepaald met betrekking tot de aankondigingen van prijsverminderingen. Deze aangelegenheid wordt inmiddels geregeld door de artikels VI.26 2 en 3 van het Wetboek Economisch Recht ( WER ). Aangezien de bepalingen inzake aankondiging van prijsverminderingen ongewijzigd overgenomen zijn in het Wetboek Economisch recht, blijft deze uitspraak uiteraard relevant. De artikels VI.26 2 en 3 WER (de oude artikels 20 en 21 WMPC) voorzien dat de aankondigingen van prijsverminderingen maximum 1 maand mogen duren en slechts mogelijk zijn voor zover wordt verwezen naar de referentieprijs, zijnde de laagste prijs die van toepassing was gedurende de maand voorafgaand aan de eerste dag waarop de nieuwe prijs wordt aangekondigd voor de aankondiging van de prijsvermindering. Dit bracht in de praktijk al heel wat moeilijkheden en vragen mee. 8

9 Volgens de Europese Commissie, die een beroep had ingesteld bij het Hof van Justitie, zijn deze beperkingen zoals voorzien in de Belgische wetgeving, te streng en niet conform de Europese Richtlijn aangezien deze een uitputtende lijst (bijlage I bij de Richtlijn 2005/29/EG) voorziet van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd doch maken de praktijken inzake prijsverminderingen hier geen deel van uit. Het gevolg hiervan is dat aankondigingen van prijsverminderingen die de beperkingen van artikels VI.26 2 en 2 WER niet naleven, sowieso verboden zouden zijn terwijl na een individuele toetsing perfect zou kunnen blijken dat deze aankondigingen niet oneerlijk of misleidend zijn. Het Hof van Justitie heeft deze redenering van de Commissie gevolgd en heeft de argumentatie van België verworpen. Het Hof herhaalde dat de Belgische nationale regeling, waarbij praktijken die niet vermeld zijn in bijlage I bij richtlijn 2005/29 in het algemeen worden verboden, zonder dat individueel wordt getoetst of zij oneerlijk zijn volgens de in artikelen 5 tot en met 9 van die richtlijn geformuleerde criteria, niet te rijmen zijn met de inhoud van artikel 4 van die richtlijn en is zij in strijd met de door de richtlijn nagestreefde volledige harmonisatie, ook al beoogt die regeling een hoger niveau consumentenbescherming tot stand te brengen. OVER ASTREA Astrea is een advocatenkantoor met sterke competenties in alle rechtsgebieden waar een onderneming of entrepreneur mee wordt geconfronteerd.. Astrea bestaat uit één team van meer dan 35 gespecialiseerde en ervaren advocaten die volgens de noden van de cliënt worden ingezet en met een pragmatisch gerichte aanpak de meest efficiënte oplossing nastreven. Astrea werkt vanuit Antwerpen en Brussel voor een nationaal en internationaal cliënteel en is actief op het vlak van vennootschapsrecht, lokale en internationale samenwerkings- en overnamecontracten (M&A), milieurecht, ruimtelijke ordening en vastgoedrecht, administratief recht, sociaal recht, internationale tewerkstelling, distributierecht, algemeen handelsrecht, transport en logistiek, fiscaal recht en intellectuele eigendomsrechten. Dit arrest brengt met zich mee dat de Belgische rechtbanken niet langer rekening zouden mogen houden met de artikels VI.26 2 en 3 WER en het dus mogelijk is om aankondigingen van prijsverminderingen te doen zonder rekening te moeten houden met de beperkingen voorzien in deze artikels doch uiteraard steeds in het achterhoofd houdende dat de aankondigingen van prijsverminderingen niet oneerlijk mogen zijn. Aurélie Wauters 9

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Ontwerpmededeling van de Commissie inzake overeenkomsten van geringe betekenis die de mededinging niet

Nadere informatie

Newsletter INTRO. Juli 2014. Beste lezer,

Newsletter INTRO. Juli 2014. Beste lezer, Newsletter Juli 2014 INTRO Beste lezer, Het nieuwe Boek X van het Wetboek Economisch Recht werd recent gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en er zijn toch een aantal nieuwigheden die al dan niet rechtstreeks

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

INVENTARIS DOCUMENTEN

INVENTARIS DOCUMENTEN INVENTARIS DOCUMENTEN SOCIAAL RECHT Edward Carlier Decreet 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de voor

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een

BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een rechtsvordering tot collectief herstel De wet van 28 maart 2014 die een titel 2 De rechtsvordering tot collectief herstel invoegt in het boek XVII van het

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht. December 2013

DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht. December 2013 DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht December 2013 De groepsvordering: waarom? Consumenten hebben heel wat rechten. Maar deze worden vaak

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling The Bright Side Newsletter n 23 Bright Advocaten www.b-right.be Onderwerp Verbod op verkoop met verlies in strijd met het Europees recht Datum 22 april 2013 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

De publicatie en inwerkingtreding van de verschillende boeken van het Wetboek Economisch Recht gaat door.

De publicatie en inwerkingtreding van de verschillende boeken van het Wetboek Economisch Recht gaat door. Wetgeving Nieuw Wetboek Economisch Recht De publicatie en inwerkingtreding van de verschillende boeken van het Wetboek Economisch Recht gaat door. Het boek dat de wet betreffende de marktpraktijken omzet

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 28.11.2014 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0824/2008, ingediend door Kroum Kroumov (Bulgaarse nationaliteit), gesteund door zestien

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10

PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 PC Advocaten Nieuwsbrief mei juni 10 HANDELSPRAKTIJKEN WORDEN MARKTPRAKTIJKEN INLEIDING De nieuwe Wet Marktpraktijken en Consumentenbescherming (WMPC) in werking getreden op 15.05.10 vervangt de oude Wet

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (WER Boek VI) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (WER Boek VI) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Dos & don ts in het kader van prijszetting

Dos & don ts in het kader van prijszetting Dos & don ts in het kader van prijszetting Stefaan RAES 10 maart 2016 Brussels London - www.liedekerke.com Stefaan RAES Partner Prijszetting in de relatie tussen concurrenten Brussels London - www.liedekerke.com

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5 INHOUD Voorwoord............................................................ v Inleiding.............................................................. 1 Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rechtsvordering tot collectief herstel

Rechtsvordering tot collectief herstel Rechtsvordering tot collectief herstel Class Actions in België 3 september 2014 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Rechtsvordering tot collectief

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.7.2019 COM(2019) 347 final 2019/0159 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité

Nadere informatie

In zake: 2010/AR/3198

In zake: 2010/AR/3198 Nummer: Rep. nr.: 2011/ Zitting van: 8 maart 2011 Tussenarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen?

Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen? Guidelines Aankondigingen van prijsverminderingen: hoe ze toepassen? Het Europees Hof van Justitie heeft in een arrest van 10 juli 2014 geoordeeld dat de artikelen 20, 21 en 29 van de wet van 6 april 2010

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

FAQ over de solden en de sperperiode

FAQ over de solden en de sperperiode FAQ over de solden en de sperperiode Boek VI Marktpraktijken en consumentenbescherming van het Wetboek van economisch recht (Boek VI WER) 1. Wanneer beginnen de solden?... 2 2. Welke sectoren kunnen deelnemen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 19.12.2007 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1374/2002, ingediend door Petros Tselepidis, (Griekse nationaliteit), namens de "Vereniging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 23 mei 2016 BESLISSING nr. 2016-6 over de weigering om toegang te geven tot het veiligheidsrapport van de reactor van Doel 3 (FBC/2016/03)

Nadere informatie

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid

Zwaarlijvigheid kan een handicap vormen in de zin van de richtlijn betreffende gelijke behandeling inzake arbeid Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 183/14 Luxemburg, 18 december 2014 Pers en Voorlichting Arrest in zaak C-354/13 Fag og Arbejde (FOA), namens Karsten Kaltoft / Kommunernes Landsforening

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

Knipperlichten. Mededingingsrecht. Milena Varga 20 februari 2014

Knipperlichten. Mededingingsrecht. Milena Varga 20 februari 2014 2014 Knipperlichten Mededingingsrecht Milena Varga 20 februari 2014 Minervastraat 5 1930 ZAVENTEM T +32 (0)2 275 00 75 F +32 (0)2 275 00 70 www.contrast -law.be Overzicht I. Basisbegrippen II. Knipperlichten

Nadere informatie

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC)

FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) FAQ Solden en Sperperiode Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) 1. Wanneer starten de solden onder de WMPC? De bestaande soldenperiodes werden onder de nieuwe wet niet gewijzigd.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK II. HORIZONTALE OVEREENKOMSTEN RELATIES MET CONCURRENTEN JULES STUYCK...47 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK I. MEDEDINGINGSREGELS VOOR ONDERNEMINGEN NAAR EUROPEES EN BELGISCH RECHT. ACHTERGROND EN RECHTSVERGELIJKEND OVERZICHT ANNE-MARIE VAN DEN BOSSCHE... 1 1. Inleiding...

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer)

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 30 juni 2011 Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor de procesvoering Richtlijn 2005/29/EG Oneerlijke handelspraktijken Nationale regeling die aankondigingen

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN GEZAMEIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN "1. De vandaag vastgestelde verordening betreffende de uitvoering van de mededingingsregels

Nadere informatie

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, 03.12.2002 MH/FD/LC A D V I E S over een VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING INZAKE GEZONDHEID EN VEILIGHEID

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 JUNI 2011 C.07.0423.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0423.N 1. BOUSSE-GOVAERTS nv, met zetel te 3500 Hasselt, Kempische Steenweg 218, 2. GORO nv, met zetel te 3500 Hasselt, Kempische

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013

Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013 Mededingingsrecht bij licentiecontracten: a devil in disguise or a girl s next best FRAND? Joost Fanoy BK seminar 3 oktober 2013 Programma Inleiding mededingingsrecht Groepsvrijstellingverordening Technologieoverdracht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig

Hof van Justitie verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig Hof van Justitie van de Europese Unie PERSCOMMUNIQUÉ nr. 54/14 Luxemburg, 8 april 2014 Pers en Voorlichting Arrest in gevoegde de zaken C-293/12 en C-594/12 Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a. Hof

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T Rolnummer 4725 Arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 5009 Arrest nr. 55/2011 van 6 april 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 2, 1 en 2, en 3, 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming,

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 17.12.2009 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0930/2005, ingediend door Marc Stahl (Duitse nationaliteit), over de erkenning in Duitsland

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3281 Van 20 april 2018 Dossier : T9447 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: De vastgoedmakelaar

Nadere informatie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2014) XXX draft VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T Rolnummer 4100 Arrest nr. 84/2007 van 7 juni 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 12, 1, en 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP

~ A 2007/2/11. ARREST van 27 juni 2008 BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP. ARRET du 27 juin 2008 SPRL OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2007/2/11 ARREST van 27 juni 2008 Inzake BVBA OOSTERBOSCH RENE ELITE VLOER-TUINSHOP tegen 1. HOHO Hubert 2. MEERS Agnes Procestaal : Nederlands ARRET du 27 juin

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING

DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING TEKST Yves Vandendriessche, advocaat (Crivits & Persyn) De dierenarts in het ondernemingsrecht DE TOEPASSING VAN DE WET MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING In een vorige bijdrage stond Yves Vandendriessche

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie