Beheersing AM in zetmeelaardappelen: stoppen óf flink gas geven!?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheersing AM in zetmeelaardappelen: stoppen óf flink gas geven!?"

Transcriptie

1 Heidy Super-Kuiper Van: InnovatieVeenkolonien Verzonden: maandag 28 januari :04 Aan: griffie Onderwerp: Beheersing van AM in zetmeelaardappelen: stoppen of flink gas geven! Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Opvolgen Gemarkeerd Korte samenvatting van deze nieuwsbrief. onleesbaar? Bekijk hem in je browser. Beheersing AM in zetmeelaardappelen: stoppen óf flink gas geven!? InnovatieVeenkoloniën: donderdag 7 februari PROGRAMMA: In de Veenkoloniën zien we sinds een aantal jaren een toename van hoge besmettingen met aardappelmoeheid. Op meerdere bedrijven loopt de populatie ook tijdens de teelt van een hoog AM-resistent ras op. Genoeg reden voor het HLB om een project op te zetten om de reeds aanwezige kennis over het beheersen van aardappelmoeheid te delen met telers en nieuwe kennis en ervaringen met de nieuwe AM populaties te vergaren en te delen. Daarom organiseert het HLB in samenwerking met InnovatieVeenkoloniën donderdag 7 februari een bijeenkomst in Valthermond over de beheersing van AM in zetmeelaardappelen. 13:00 uur - 13:30 uur Inloop 13:30 uur - 14:15 uur Actualisatie AM problematiek en ontwikkeling rassenkeuzetoets door Egbert Schepel (HLB) 14:15 uur - 14:30 uur Pauze 14:30 uur - 15:15 uur 'Project Pallifit' door Geert Smant (WUR) 1

2 15:15 uur - 16:00 uur Nieuwe tolerantie cijfers en bemonstering: hoe en wanneer? door Albert Wolfs (HLB) 16:00 uur - 16:30 uur Afsluiting Wilt u hierbij aanwezig zijn? Aanmelden kan via rieke@innovatieveenkolonien.nl of via de onderstaande groene knop. Wij hopen u te mogen begroeten op donderdag 7 februari! AANMELDEN Copyright * 2018 * * InnovatieVeenkoloniën *, Alle rechten voorbehouden. InnovatieVeenkoloniën Noorderdiep CL Valthermond info@innovatieveenkolonien.nl Wilt u deze nieuwsbrief niet langer ontvangen? Klik dan hier om u uit te schrijven. Dit project wordt gefinancierd vanuit het ELFPO. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in haar platteland. 2

3 Heidy Super-Kuiper Van: Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Verzonden: maandag 28 januari :16 Aan: griffie Onderwerp: Nieuwsbrief Nederlandse Vereniging voor Raadsleden week 5 Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Opvolgen Gemarkeerd Nieuwsbrief week 5-28 januari 2019 View this in your browser Beste raadsleden, De raad van Den Helder heeft belangrijke lessen geleerd uit regionale samenwerkingsverbanden. Chris Aalberts heeft deze lessen in het boek Palermo aan het Marsdiep opgeschreven zodat ook andere raden hier van kunnen leren. Lees hier onze recensie op de site. Actueel Actueel Nieuwe wet maakt het raadsleden makkelijker om grote kostenposten als WMO en Jeugdwet te controleren. Lees verder Principes van politiek helpen raadsleden bepalen op welke wijze politiek bedreven wordt in de gemeenteraad. Lees verder Raadsacademie Raadslid van de week 1

4 Zaterdag 22 juni is er weer een Raadsacademie in Barneveld. Houd de site in de gaten voor nieuws over de aanmeldingen. Lees verder "Beter betrouwbaar en gemotiveerd nee verkopen, dan iets beloven waarvan je weet dat het niet kan." Lees verder Agenda Do. 31/01 - Opdrachtgeverschap van de accountant - Heerenveen Do. 31/01 - Een eeuw vrouwenkiesrecht - Den Haag Ma. 25/02 - Werkgeverschap van de Raad - Smallingerland Za. 16/03 - Raad op Zaterdag - Wageningen Twitter Facebook LinkedIn Instagram YouTube Copyright 2019 Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, All rights reserved. U ontvangt dit bericht omdat u lid bent van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Our mailing address is: Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Postbus Den Haag, Zuid-Holland 2500 GK Netherlands Add us to your address book Want to change how you receive these s? You can update your preferences or unsubscribe from this list. 2

5 Heidy Super-Kuiper Van: Petra Kletter Verzonden: maandag 28 januari :09 Aan: Petra Kletter CC: Tessa van Velzen Onderwerp: Alliantie Kinderarmoede Bijlagen: Bijlage Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede.pdf; Pledge Alliantie Kinderarmoede.pdf; brief Alliantie Kinderarmoede.pdf Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Opvolgen Gemarkeerd Geachte heer, mevrouw/ beste gemeente, Eén op de negen kinderen in Nederland leeft onder de armoedegrens. Kinderen die opgroeien in armoede lopen hogere gezondheidsrisico s en worden belemmerd in hun (talent)ontwikkeling. Een gegeven dat niet past bij een welvarend land als Nederland, maar tegelijkertijd wel de dagelijkse werkelijkheid is. Is kinderarmoede ook een onderwerp binnen uw gemeente? Heeft u al gehoord van de landelijke Alliantie Kinderarmoede? Wij nodigen u van harte uit partner te worden van de Alliantie Kinderarmoede en onze pledge (zie bijlagen) op dinsdag 26 maart in Den Haag te ondertekenen. Prinses Laurentien gaat die ochtend in gesprek met jongeren, de Kinderombudsman komt spreken, toekomstige partners en ervaringsdeskundigen zijn ook aanwezig. U ook? Wie zijn wij? Alles is Gezondheid, Missing Chapter Foundation en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid hebben de handen ineen geslagen en een landelijke Alliantie Kinderarmoede opgericht. We willen samen met verschillende partners (publiek en privaat) armoede onder kinderen uitbannen en stellen daarbij stevige doelstellingen: In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Met de Alliantie Kinderarmoede brengen we organisaties uit alle hoeken van de samenleving bij elkaar om samen (nieuwe) creatieve en slimme oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. Er is ruimte voor zowel nieuwe als reeds bestaande initiatieven. Het hoofduitgangspunt is dat wij in alles wat we doen altijd luisteren naar de wensen van de kinderen en de gezinnen. We zetten ons als alliantie in voor de volgende drie activiteiten: wij signaleren armoede, maken dit bespreekbaar en weten welke andere organisaties betrokken kunnen worden bij de oplossing ervan. wij doen wat in onze mogelijkheid ligt om de gevolgen van armoede binnen gezinnen op te lossen. wij werken actief samen en laten zien wat werkt. Op dinsdagochtend 26 maart wordt onze pledge door zo n 60 verschillende partijen (publiek en privaat, lokaal en landelijk) ondertekend in Den Haag. Afgelopen week hebben deze 60 organisaties een format ontvangen waarin zij hun inzet gaan beschrijven, zodat voor iedereen helder is welke activiteiten uitgevoerd gaan worden. Enkele collega-gemeenten hebben toegezegd ook partner te worden van de Alliantie Kinderarmoede. Doet u ook mee? Voor aanmelding of meer informatie over deze Alliantie Kinderarmoede kunt u contact opnemen met Tessa van Velzen ( adres: tessa.van.velzen@allesisgezondheid.nl) Met vriendelijke groet, mede namens Missing Chapter Foundation en Alles is Gezondheid, Igor Ivakic directeur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid * deze is ook als brief in de bijlage toegevoegd -- Petra Kletter Adviseur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht E pkletter@ncj.nl M 1

6 Klik hier met de rechtermuisk nop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van interne Klik hier met de rechtermuisk nop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van interne Klik hier met de rechtermuisk nop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van interne Klik hier met de rechtermuisk nop als u afbeeldingen wilt downloaden. Ter bescherming van uw privacy is deze afbeelding niet automatisch van interne Werkdagen: ma di woe do Meld je aan voor onze nieuwsbrieven en ontvang deze in je inbox. 2

7 Bijlage: Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede Werkwijze van de Alliantie Kinderarmoede De Alliantie Kinderarmoede wordt gelanceerd op 26 maart De locatie wordt nader bepaald. We nodigen u van harte uit deze lancering bij te wonen. Tijdens dit persmoment zetten alle partners hun handtekening onder de gezamenlijke belofte. Partner worden van de Alliantie betekent dat u een podium krijgt bij de lancering en veel nieuwe partners ontmoet waarmee u impactvolle stappen kunt zetten om kinderarmoede te bestrijden. Van partners van de Alliantie verwachten wij dat zij: op een A4-tje aangeven welke concrete activiteiten zij gaan uitvoeren in relatie tot de belofte in de pledge; actief bijdragen aan de Alliantie; aanwezig zijn bij de lancering en de pledge ondertekenen; zelf minstens één nieuwe partner aandragen; deelnemen aan de monitor om effecten in beeld te brengen. Voorbeelden van activiteiten vanuit de Alliantie Kinderarmoede 1. Wij signaleren armoede, maken dit bespreekbaar en weten welke andere organisaties betrokken kunnen worden bij de oplossing ervan. Om dit te bereiken trainen we onze medewerkers hoe zij dit het beste kunnen doen, zodat zij kinderen en hun ouders 1 kunnen verwijzen naar organisaties die betrokken kunnen worden. Binnen drie jaar zorgen we er samen met het programma Gelijke Kansen van OCW voor dat onderwijsprofessionals de nieuw ontwikkelde handreiking kennen en toepassen. We zorgen ervoor dat armoede binnen gezinnen effectief gesignaleerd en bespreekbaar wordt gemaakt. Professionals zijn toegerust goed te luisteren en aan te sluiten bij het gezin. Hierbij hebben zij bewust aandacht voor chronische stressoorzaken, het verbeteren van gezondheidsvaardigheden en het versterken van dat wat goed gaat. De professional die verwijst, is te allen tijde verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op het verloop van de begeleiding door anderen. Regelmatig laten we de kinderen en gezinnen reflecteren op onze aanpak. 2. Wij doen wat in onze mogelijkheid ligt om de gevolgen van armoede binnen gezinnen op te lossen. 1 Bij ouders moet gelezen worden: ouders/verzorgers

8 Wij zorgen gezamenlijk voor effectieve oplossingen op korte én op lange termijn. Hierbij valt te denken aan het aanbieden van handvatten aan kinderen en ouders om mee te kunnen doen, materialen voor bijvoorbeeld sportclubs, ontbijt voor school en een betalingsregeling bij de zorgverzekering. Wij werken actief samen en laten zien wat werkt. Als coalitie zoeken we actief de samenwerking op. We delen elkaars expertise, laten aan kinderen, ouders en elkaar zien wat we doen en vieren we successen. Ook stellen we onze kennis proactief ter beschikking aan iedereen die hiermee aan de slag wil. We winnen adviezen in bij Raden van kinderen voor het signaleren en bespreekbaar maken van armoede onder kinderen. We stimuleren dat gemeenten kinderen en hun ouders actief bevragen en hun input gebruiken bij beleidsvorming. Om beter aan te sluiten bij kinderen en ouders zorgen we voor een prominentere rol van ervaringsdeskundigen op het gebied van kinderarmoede en sociale uitsluiting, zodat zij een rol vervullen als brugfunctionaris. Binnen drie jaar zijn er minimaal 100 ervaringsdeskundigen bijgekomen die hun rol goed kunnen vervullen. We sluiten aan bij het actieprogramma Kansrijke start van VWS om te versterken in plaats van te versnipperen in aandacht en middelen.

9 MISSIE Me t e e n n e twe rk va n ruim par tn ers s tim uleer t Al l e s i s Gezon dh e i d de bewegin g naar een v italer Ned erlan d. Ja, Wij bovenstaande partijen van de Alliantie Kinderarmoede onderschrijven de missie van Alles is Gezondheid en beloven speciaal hiervoor de onderstaande activiteiten uit te voeren. Eén op de negen kinderen in Nederland leeft onder de armoedegrens. Kinderen die opgroeien in armoede lopen hogere gezondheidsrisico s en worden belemmerd in hun (talent)ontwikkeling. Een gegeven dat niet past bij een welvarend land als Nederland, maar tegelijkertijd wel de dagelijkse werkelijkheid is. Wij willen armoede onder kinderen uitbannen en stellen daarbij stevige doelstellingen: in 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Dit kan alleen als wij gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en ons onvoorwaardelijk inzetten. Met de Alliantie Kinderarmoede brengen we organisaties uit alle hoeken van de samenleving bij elkaar om samen nieuwe, creatieve en slimme oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. Iedere organisatie neemt hierin haar aandeel waarmee we impactvolle stappen maken om de effecten van kinderarmoede terug te brengen naar nul. Het hoofduitgangspunt daarbij is dat wij in alles wat we doen altijd luisteren naar de wensen van de kinderen en de gezinnen. We zetten ons in voor de volgende drie activiteiten: ӓ ӓ ӓ Wij signaleren armoede, maken dit bespreekbaar en weten welke andere organisaties betrokken kunnen worden bij de oplossing ervan. Wij doen wat in onze mogelijkheid ligt om de (gezondheids-)gevolgen van armoede binnen (aanstaande) gezinnen op te lossen. Wij werken actief samen en laten zien wat werkt. Tevens beloven wij mee te werken aan de ( jaarlijkse) monitoring over de uitvoering van de activiteiten en voortgang van de pledge. Datum: Handtekening namens alle betrokken partijen:

10 Datum Onderwerp landelijke Alliantie Kinderarmoede Bijlagen Pledgetekst + Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede Geachte heer, mevrouw/ beste gemeente, Eén op de negen kinderen in Nederland leeft onder de armoedegrens. Kinderen die opgroeien in armoede lopen hogere gezondheidsrisico s en worden belemmerd in hun (talent)ontwikkeling. Een gegeven dat niet past bij een welvarend land als Nederland, maar tegelijkertijd wel de dagelijkse werkelijkheid is. Is kinderarmoede ook een onderwerp binnen uw gemeente? Heeft u al gehoord van de landelijke Alliantie Kinderarmoede? Wij nodigen u van harte uit partner te worden van de Alliantie Kinderarmoede en onze pledge (zie bijlagen) op dinsdag 26 maart in Den Haag te ondertekenen. Prinses Laurentien gaat die ochtend in gesprek met jongeren, de Kinderombudsman komt spreken, toekomstige partners en ervaringsdeskundigen zijn ook aanwezig. U ook? Wie zijn wij? Alles is Gezondheid, Missing Chapter Foundation en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid hebben de handen ineen geslagen en een landelijke Alliantie Kinderarmoede opgericht. We willen samen met verschillende partners (publiek en privaat) armoede onder kinderen uitbannen en stellen daarbij stevige doelstellingen: In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Met de Alliantie Kinderarmoede brengen we organisaties uit alle hoeken van de samenleving bij elkaar om samen (nieuwe) creatieve en slimme oplossingen te bedenken voor de aanpak van kinderarmoede. Er is ruimte voor zowel nieuwe als reeds bestaande initiatieven. Het hoofduitgangspunt is dat wij in alles wat we doen altijd luisteren naar de wensen van de kinderen en de gezinnen. We zetten ons als alliantie in voor de volgende drie activiteiten: wij signaleren armoede, maken dit bespreekbaar en weten welke andere organisaties betrokken kunnen worden bij de oplossing ervan. wij doen wat in onze mogelijkheid ligt om de gevolgen van armoede binnen gezinnen op te lossen. wij werken actief samen en laten zien wat werkt.

11 Op dinsdagochtend 26 maart wordt onze pledge door zo n 60 verschillende partijen (publiek en privaat, lokaal en landelijk) ondertekend in Den Haag. Afgelopen week hebben deze 60 organisaties een format ontvangen waarin zij hun inzet gaan beschrijven, zodat voor iedereen helder is welke activiteiten uitgevoerd gaan worden. Enkele collega-gemeenten hebben toegezegd ook partner te worden van de Alliantie Kinderarmoede. Doet u ook mee? Voor aanmelding of meer informatie over deze Alliantie Kinderarmoede kunt u contact opnemen met Tessa van Velzen ( adres: tessa.van.velzen@allesisgezondheid.nl ) Met vriendelijke groet, mede namens Missing Chapter Foundation en Alles is Gezondheid, Igor Ivakic directeur Nederlands Centrum Jeugdgezondheid

12 B&W advies gemeente Westerwolde *<BARCODE>* Gegevens Zaaknummer: Onderwerp: Steller: Portefeuillehouder: Status openbaarheid: Z/18/076187/DB Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde Henk Jan Sibon Jaap Velema Advies openbaar;besluit openbaar;geen persbericht;raadsinformatie Voorgesteld besluit 1. De burgemeester dan wel burgemeester en wethouders, ieder voor zover bevoegd, besluiten vast te stellen de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde; 2. De burgemeester besluit voor coffeeshops een nul-beleid vast te stellen; 3. De beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraad. Besluit: Het college besluit: 1. De burgemeester dan wel burgemeester en wethouders, ieder voor zover bevoegd, besluiten vast te stellen de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde; 2. De burgemeester besluit voor coffeeshops een nul-beleid vast te stellen; 3. De beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde ter informatie aan te bieden aan de gemeenteraad. Datum: 29 januari 2019 Nummer: 5b6 Advies Samenvatting advies: De beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde is de opvolger van de vastgestelde beleidsnota s drugs- en coffeeshopbeleid gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde. Bestaand beleid dient namelijk voor 1 januari 2020 opnieuw vastgesteld te worden om actueel te blijven. Deze nota draagt de titel drugs- en coffeeshopbeleid om aan te geven dat het onderwerp zich verder strekt dan het beleid voor coffeeshops of het Damoclesbeleid. B&W advies gemeente Westerwolde 1

13 In toenemende mate worden gemeenten geconfronteerd met drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen. Te denken valt hierbij aan het opzetten en exploiteren van illegale wietkwekerijen op zolderruimten in woningen of het produceren van (hard) drugs vanuit woningen. Drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen zorgt in veel gevallen voor een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat, onveilige situaties op straat en ook onveilige situaties voor het bouwwerk zelf (brandgevaar, waterschade). Maar ook indien er geen sprake is van direct ervaren overlast is er sprake van ondermijning van de rechtsorde en gezondheidsschade. Om de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen tegen te gaan is strikte handhaving gewenst en noodzakelijk. In het algemene belang wordt met de uitvoering van het sluitingsbeleid beoogd om strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs of de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen te beëindigen en hierdoor de veroorzaakte negatieve effecten terug te dringen. Erkend wordt dat het sluiten van een woning/lokaal ingrijpende gevolgen kan hebben voor zowel de gebruikers als de eigenaren van een pand. Sluiting van panden voor een bepaalde structurele periode is noodzakelijk om te bewerkstelligen dat strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs dan wel illegale drugshandel in of vanuit panden daadwerkelijk en structureel eindigt. De bekendheid van de locatie als verkooppunt van drugs blijft immers enige tijd bestaan. Ook strekt de sluiting ertoe anderen er van af te houden strafbare voorbereidingshandelingen te verrichten of over te gaan tot vestiging van een illegaal verkooppunt in een pand. Op grond van de Opiumwet (artikel 13b) is de burgemeester bevoegd hiertegen op te treden door middel van bestuursdwang. Dit kan betekenen dat er een dwangsom wordt opgelegd of dat de woning of lokaal (tijdelijk) wordt gesloten. Het daadwerkelijk aanwezig zijn van een overlast situatie is hiervoor geen voorwaarde. Ook zonder overlast kan de burgemeester hiertoe besluiten. Daarnaast heeft het college op basis van de Woningwet en de Onteigeningswet bevoegdheden om op te treden. De burgemeester heeft inzake coffeeshops op basis van artikel 13b van de Opiumwet de bevoegdheid tot het vaststellen van het te voeren beleid: een nul-beleid of maximumbeleid. In een coffeeshop wordt onder bepaalde voorwaarden de verkoop van kleine hoeveelheden softdrugs gedoogd. Verschillende argumenten rechtvaardigen een nul-beleid en daarom wordt geadviseerd om een nul-beleid vast te stellen zodat de exploitatie van een coffeeshop niet is toegestaan. Het voordeel van vastgesteld beleid is dat voor een ieder duidelijk is welk beleid wordt gehanteerd en welke consequenties aan welk (drugscrimineel) gedrag zijn verbonden. Verwijzing naar het beleid kan in voorkomende gevallen vaak volstaan. Aanleiding voor het advies: Deze nota is de opvolger van de vastgestelde beleidsnota s drugs- en coffeeshopbeleid gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde. Argumentatie / beoogd effect: Handel in drugs in of vanuit woningen of lokalen tegengaan. Duidelijkheid bieden over het te hanteren beleid. Gezamenlijk optrekken met de gemeenten Stadskanaal, Oldambt, Pekela, Veendam en Hoogezand- Sappemeer om een waterbed-effect in de aanpak van drugscriminaliteit te voorkomen. Het nul-beleid voorkomt dat het voor jongeren laagdrempelig is om met softdrugs in aanraking te komen. Geen achterdeurproblematiek. De politiek heeft begin jaren 90 besloten dat het mogelijk moest zijn om verkooppunten toe te staan die onder strenge voorwaarden softdrugs mogen verkopen. Maar voor de bevoorrading van toegestane verkooppunten bestaan geen regels en dus is de bevoorrading strafbaar. De hennep wordt gekweekt in illegale kwekerijen. Hennepkwekerijen zorgen voor gevaarlijke situaties en kunnen overlast veroorzaken voor de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan brandgevaar, lekkages, stankoverlast, legionellabesmetting en schimmelvorming. Ook brengen hennepkwekerijen vaak criminele activiteiten met zich mee. De gemeente Westerwolde wil de productie en handel in verdovende middelen bestrijden. De burgemeester heeft in de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid een sanctiebeleid op basis van artikel 13b van de Opiumwet opgenomen om effectief op te kunnen treden tegen de handel en productie van verdovende middelen. Onderzoek door GGD en het Trimbos Instituut heeft uitgewezen dat blowen op korte en lange termijn risico s met zich meebrengt. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid en in het verlengde van preventievoorlichting op scholen is het daarom wenselijk om de verkoop en het gebruik van cannabis te beperken. B&W advies gemeente Westerwolde 2

14 Voor de regionale voorzieningen zijn de inwoners aangewezen op de gemeenten Stadskanaal en Oldambt. In deze gemeenten zijn coffeeshops aanwezig om aan de behoeften van de gebruikers te voldoen. Wijze van uitvoering: Na bekendmaking treedt de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde in werking. Relatie met bestaand beleid / eerder genomen besluiten / inkoop- en aanbestedingsbeleid: In 2014 zijn door de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde beleidsnota s drugs- en coffeeshopbeleid vastgesteld. Bij collegebesluit van 18 september 2018 is gevraagd om de beleidsnota aan te vullen met een onderdeel preventie en opnieuw aan het college voor te leggen. Afstemming met interne of externe partijen: De beleidsnota is in 2014 tot stand gekomen in samenwerking met de gemeenten Stadskanaal, Oldambt, Pekela, Veendam en Hoogezand-Sappemeer. Daarnaast is bij de medewerker Economische Zaken navraag gedaan naar het te voeren beleid inzake coffeeshops in de gemeente Westerwolde. Het voortzetten van het reeds bestaande nul-beleid voor coffeeshops krijgt goedkeuring. Voor deze beleidsnota is vanuit de afdeling samenleving een paragraaf aangeleverd over preventie. Juridische aspecten: Na vaststelling en bekendmaking wordt er handhavend opgetreden zoals weergegeven in hoofdstuk 5 van de beleidsnota drugs- en coffeeshop. Daarnaast staat in bijlage 1 een opsomming van relevante wetsartikelen. Personele / organisatorische consequenties: n.v.t. Financiële consequenties / voorgestelde dekking: n.v.t. Communicatie aspecten intern of extern: Na bekendmaking treedt de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde in werking. Andere overwegingen: n.v.t. B&W advies gemeente Westerwolde 3

15 *ZEB087067D1* Zaaknummer: Z/18/076187/D Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Westerwolde

16 Hoofdstuk 1. Aanleiding Voor u ligt de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Westerwolde. Deze nota is de opvolger van de in 2014 vastgestelde beleidsnota s drugs- en coffeeshopbeleid gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde. Deze nota draagt de titel drugs- en coffeeshopbeleid om aan te geven dat het onderwerp zich verder strekt dan het nulbeleid voor coffeeshops of het Damoclesbeleid. In het hoofdstuk over handhaving komt dit ruimere bereik het duidelijkst naar voren. De noodzaak om de beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid opnieuw ter besluitvorming aan te bieden is ingegeven door het ontstaan van de gemeente Westerwolde. Ten opzichte van de nota s drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Bellingwedde en Vlagtwedde is de opzet en vormgeving niet gewijzigd. Destijds zijn die nota s tot stand gekomen door een gezamenlijke inspanning van de gemeenten, zoals die in het vroegere politiedistrict Midden-Oost vielen. Dit betekent dat de gemeenten Stadskanaal, Oldambt, Bellingwedde, Vlagtwedde, Pekela, Veendam en Hoogezand-Sappemeer in de totstandkoming in ambtelijke zin hebben samengewerkt. Uiteraard zijn daaraan de eigen couleur locale en eigen accenten toegevoegd. Hoofdstuk 2. De huidige context van het drugs- en coffeeshopbeleid In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de omgeving van het eigen drugsen coffeeshopbeleid. Hoewel aan gemeenten een zekere beleidsvrijheid toekomt, is het vooral het landelijk kader dat de speelruimte bepaalt. Dit landelijke kader is aangevuld met een regionaal kader waarop in de tweede paragraaf wordt ingegaan. In de laatste paragraaf worden kort nog ontwikkelingen geschetst die mogelijk van invloed kunnen zijn op toekomstig beleid. 2.1 Het landelijk beleidskader Het Nederlandse softdrugsbeleid is vooral pragmatisch van insteek, waarbij het drugsprobleem per definitie als onoplosbaar wordt beschouwd (en daarmee als gegeven wordt gezien) en er dus moet worden ingezet op het controleren of beheersen van de nadelige effecten. Het Nederlandse gedoogbeleid houdt in het kort in dat het voorhanden hebben van softdrugs weliswaar strafbaar is, maar dit feit onder bepaalde voorwaarden niet strafrechtelijk wordt vervolgd. Deze voorwaarden of criteria de AHOJGI-criteria 1 - zijn opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet. Deze Aanwijzing wordt door het Openbaar Ministerie gehanteerd bij de daadwerkelijke vervolging van de strafbare drugsdelicten. De aanwijzing vormt het landelijk kader voor het coffeeshopbeleid, naast de Opiumwet zelf. Per 1 januari 2013 is een nieuw criterium toegevoegd aan de Aanwijzing t.w. het ingezetenen-criterium. Dit, vooral om de aantrekkingskracht van het Nederlands drugsbeleid op gebruikers afkomstig uit het buitenland (Duitsland, België, Frankrijk) in te dammen of terug te dringen. Gemeenten maken zelf de keuze om coffeeshops toe te laten of om een nul-beleid te voeren en daarmee geen coffeeshops binnen hun gemeentegrenzen toe te staan. Van gemeenten met één of meer coffeeshops wordt verwacht dat zij een lokaal coffeeshopbeleid en een bijbehorend handhavingsplan vaststellen. In hoofdstuk 3 wordt verder ingegaan op deze lokale inkleuring. In het Nederlandse drugsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen softdrugs en harddrugs. In de aanpak hiervan komt dit onderscheid terug. Softdrugs zijn cannabisproducten als marihuana en hasj. Harddrugs zijn middelen met grote gezondheidsrisico s, zoals XTC, cocaïne, amfetamine en heroïne. 1 De gedoogcriteria (AHOJGI-criteria) zijn: A: geen affichering; H: geen harddrugs; O: geen overlast; J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop; G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie; I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland. 1

17 Door de verkoop van cannabis te gedogen en streng op te treden tegen de verkoop van harddrugs, worden deze twee markten uit elkaar getrokken. Door de handel in harddrugs en cannabis van elkaar te scheiden, kunnen gebruikers van cannabis beter worden afgeschermd van drugs die veel schadelijker voor de gezondheid zijn. Tegelijkertijd wordt het bezit of de verkoop van harddrugs harder aangepakt. Een aantal wetten voorziet in de mogelijkheid om de (overlast van) de handel in drugs tegen te gaan. Dit zijn in het bijzonder de Opiumwet en de Gemeentewet. In algemene zin geldt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Dit is omschreven in artikel 172 van de Gemeentewet. Op basis van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester o.a. belast met het toezicht op voor het publiek openstaande gebouwen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Ook de artikelen 174a van de Gemeentewet, 13b van de Opiumwet en de bepalingen in de Algemene plaatselijke verordening (APV) over drugsoverlast wijzen de burgemeester aan als bevoegd gezag. De burgemeester is wat betreft het drugsbeleid het bevoegde bestuursorgaan en bevoegd om dit beleid vast te stellen. De burgemeester is de gemeenteraad wel verantwoording verschuldigd over het door hem gevoerde beleid. Ook geldt de actieve informatieplicht. Naast de burgemeester heeft het college op basis van de Woningwet en de Onteigeningswet ook bevoegdheden om op te treden. 2.2 Het regionaal beleidskader Sinds 2007 hebben de gemeenten in Oost-Groningen die coffeeshops binnen hun grenzen hebben, hun lokale beleid over dit onderwerp op elkaar afgestemd en hebben zij binnen de lokale driehoeken gezamenlijk een handhavingsplan vastgesteld. Het gaat hierbij om de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam en de gemeente Oldambt. De gemeenten Pekela en Westerwolde hebben geen coffeeshop(s), maar hechten er wel aan om deel te nemen in het gezamenlijk vast te stellen handhavingsplan, hoofdstuk 5. Dit om een (mogelijk) waterbed-effect in de aanpak van drugsproblematiek te voorkomen. Volgens de aanwijzing Opiumwet van het OM vult de lokale driehoek het te voeren coffeeshopbeleid concreet in en stelt de prioriteiten bij de dagelijkse handhaving. Burgemeester, politie en justitie dragen elk vanuit de eigen verantwoordelijkheid bij aan een samenhangend en effectief beleid. Het gaat er hierbij om dat de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke bevoegdheden zo op elkaar zijn afgestemd, dat ze elkaar daadwerkelijk aanvullen. 2.3 Recente ontwikkelingen in het coffeeshop- en drugsbeleid Hoewel het huidige beleid zich vooral kenmerkt door zijn repressieve aanpak, is er sinds 2009 een beweging op gang die zich de meer principiële vraag stelt of het drugsbeleid, zoals dat tot nog toe is gevoerd, niet aan een fundamentele koerswijziging toe is. In 2009 werd in opdracht van het toenmalige kabinet een adviescommissie ingesteld (commissie Van de Donk) die vergaande adviezen en voorstellen deed. Zo adviseerde de commissie dat sprake zou moeten zijn van gereguleerd gebruik waarmee vooral de teelt en aanvoer van cannabis (de zogenaamde achterdeur) verder zou moeten worden gereguleerd (en niet zozeer legaliseren omdat er nu eenmaal sprake is van verdragsverplichtingen die dit blokkeren). Het reguleren van de achterdeur zou niet alleen sterk ontlastend werken voor politie en justitie en kosten daarop besparen, er zouden bovendien extra belastingopbrengsten mee kunnen worden gegenereerd. Inmiddels is er een initiatief om de inkoop van cannabis bij wet te regelen. Het initiatief laat in ieder geval zien dat het Nederlands drugs- en coffeeshopbeleid nog steeds in ontwikkeling is. Daarnaast is op 1 januari 2019 artikel 13b van Opiumwet gewijzigd. Hierdoor is sluiting van een pand mogelijk bij strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs. 2

18 Hoofdstuk 3. Het eigen gemeentelijk drugs- en coffeeshopbeleid. 3.1 Het gemeentelijk coffeeshopbeleid Gemeenten kunnen inzake het coffeeshopbeleid kiezen voor een zogenaamd nul-beleid of een maximumstelsel hanteren. De gemeenteraad van Vlagtwedde heeft op 4 juli 1995 besloten om geen coffeeshop binnen de gemeentegrens toe te staan. Het zogenoemde nul-beleid. Bij besluit van 27 mei 2014 heeft de gemeenteraad van Bellingwedde ingestemd met het nul-beleid voor coffeeshops. Verschillende argumenten rechtvaardigen een nul-beleid en daarom wordt het nul-beleid voortgezet zodat de exploitatie van een coffeeshop niet is toegestaan. Argumenten die het nul-beleid rechtvaardigen: Het nul-beleid voorkomt dat het laagdrempelig is om met softdrugs in aanraking te komen. Geen achterdeurproblematiek. De politiek heeft begin jaren 90 besloten dat het mogelijk moest zijn om verkooppunten toe te staan die onder strenge voorwaarden softdrugs mogen verkopen. Maar voor de bevoorrading van toegestane verkooppunten bestaan geen regels en dus is de bevoorrading strafbaar. De hennep wordt gekweekt in illegale kwekerijen. Hennepkwekerijen zorgen voor gevaarlijke situaties en kunnen overlast veroorzaken voor de omgeving. Denk bijvoorbeeld aan brandgevaar, lekkages, stankoverlast, legionellabesmetting en schimmelvorming. Ook brengen hennepkwekerijen vaak criminele activiteiten met zich mee. De gemeente Westerwolde wil de productie en handel in verdovende middelen bestrijden. In deze beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid is op basis van artikel 13b van de Opiumwet een sanctiebeleid opgenomen om effectief op te kunnen treden tegen de handel en productie van verdovende middelen. Onderzoek door GGD en het Trimbos Instituut heeft uitgewezen dat blowen op korte en lange termijn risico s met zich meebrengt. Vanuit het oogpunt van volksgezondheid en in het verlengde van preventievoorlichting op scholen is het daarom wenselijk om de verkoop en het gebruik van cannabis tegen te gaan. Voor de regionale voorzieningen zijn de inwoners aangewezen op de gemeenten Stadskanaal en Oldambt. In deze gemeenten zijn coffeeshops aanwezig om aan de behoeften van de gebruikers te voldoen. In algemene zin geldt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De burgemeester is het bevoegd gezag wat het coffeeshopbeleid betreft. De burgemeester is bevoegd om het beleid ten aanzien van coffeeshops vast te stellen. Op basis van artikel 174 Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op openbare gebouwen en met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op dat toezicht. Coffeeshops zijn "voor het publiek openstaande gebouwen" zoals bedoeld in artikel 174 Gemeentewet. Ook 174a Gemeentewet en 13b Opiumwet wijzen de burgemeester aan als bevoegd gezag. De gemeenteraad heeft een kader stellende en controlerende rol. In de Gemeentewet is de raad een aantal bevoegdheden gegeven om deze kader stellende taken waar te kunnen maken. De belangrijkste daarvan zijn de budgettaire bevoegdheid en de verordenende bevoegdheid. Deze kaders bepalen voor de burgemeester en het college de ruimte om hun bestuurlijke verantwoordelijkheden uit te kunnen voeren. Vervolgens is het weer de raad die controleert of het college en de burgemeester hun bestuurstaken goed uitvoeren. 3.2 Samenwerking met ketenpartners: Politie, OM en RIEC Drugs- en coffeeshopbeleid is geen aangelegenheid van de gemeente zelf. Voor zover het drugs- en coffeeshopbeleid wordt beoordeeld vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid, zijn daarbij uiteraard de politie en het openbaar ministerie mee annex. Het openbaar ministerie richt zich op de strafrechtelijke vervolging en de voorwaarden waaronder, de politie houdt zich bezig met de opsporing. In dit verband is vermelding van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) ook van belang. Het RIEC 3

19 ondersteunt en adviseert de gemeenten bij aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit en fungeert daarbij zowel als informatieknooppunt als expertisecentrum. Omdat het RIEC een regionale functie heeft zijn rondtrekkende wetsovertreders, overtreders die hun werkwijze steeds in andere gemeenten uitproberen, sneller in beeld. Alle gemeenten hebben een convenant met het RIEC afgesloten. Andere convenantpartners zijn: de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie, de Inspectie van SZW, de FIOD, de Douane, Koninklijke Marechaussee en de Immigratie en Naturalisatiedienst. Convenantpartners kunnen (onder voorwaarden) via het RIEC Noord informatie met elkaar delen en het RIEC Noord kan zijn partners van de laatste informatie voorzien. Hoofdstuk 4. Artikel 13b: wet Damocles 4.1 Bestrijding drugs (overlast) op straat en vanuit woningen en lokalen In toenemende mate worden gemeenten geconfronteerd met drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen. Te denken valt hierbij aan het opzetten en exploiteren van illegale wietkwekerijen op zolderruimten in woningen of het produceren van (hard) drugs vanuit woningen of lokalen. Deze vorm van drugscriminaliteit zorgt in veel gevallen voor een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat, onveilige situaties op straat en ook onveilige situaties voor het bouwwerk zelf (brandgevaar, waterschade). Maar ook indien er geen sprake is van direct ervaren overlast is er in ieder geval sprake van ondermijning van de rechtsorde en gezondheidsschade. Om de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen tegen te gaan is daarom strikte handhaving gewenst en noodzakelijk. De volksgezondheid is in het geding omdat sprake is van ongecontroleerde verkoop van drugs. Daarnaast kan worden gewezen op nadelige economische gevolgen, zoals het dalen van de verkoop- en verhuurwaarde van omliggende panden. In het algemeen belang wordt daarom met de uitvoering van het sluitingsbeleid beoogd om de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen te beëindigen en hierdoor tevens de veroorzaakte negatieve effecten terug te dringen. Erkend wordt dat het sluiten van een woning/lokaal ingrijpende gevolgen kan hebben voor zowel de gebruikers als de eigenaren van het pand. Sluiting van panden voor een bepaalde structurele periode is noodzakelijk om te bewerkstelligen dat strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs dan wel illegale drugshandel in of vanuit deze panden daadwerkelijk en structureel eindigt. De bekendheid van de locatie blijft immers enige tijd bestaan. Ook strekt de sluiting ertoe anderen er van af te houden strafbare voorbereidingshandelingen te verrichten of over te gaan tot vestiging van een illegaal verkooppunt in een pand. Op grond van de Opiumwet (artikel 13b) is de burgemeester bevoegd hiertegen op te treden door middel van bestuursdwang. Dit kan betekenen dat er dwangsommen worden opgelegd of dat de woning of het lokaal (tijdelijk) wordt gesloten op last van de burgemeester. Het daadwerkelijk aanwezig zijn van een overlast situatie is hiervoor geen voorwaarde. Ook zonder overlast kan de burgemeester hiertoe besluiten. De bevoegdheid tot toepassen van artikel 13b Opiumwet wordt ook wel aangehaald als de Wet Damocles Het voordeel van vastgesteld beleid ten aanzien van de toepassing van de Wet Damocles is dat voor een ieder duidelijk is welke consequenties aan welk (drugscrimineel) gedrag zijn verbonden. Verwijzing naar dit beleid kan in voorkomende gevallen dan ook vaak volstaan. Dit beschreven Damocles beleid bestaat uit een algemeen deel waarin de beleidsuitgangspunten op hoofdlijnen worden beschreven en een praktisch deel met een overzicht van handhavingstappen die afhankelijk van de verschillende situaties worden ingezet. De handhavingsstappen en criteria zijn opgenomen in het hoofdstuk over handhaving (hoofdstuk 5). De algemene beleidsuitgangspunten staan hieronder genoemd. 4

20 Subsidiariteit en proportionaliteit Bij toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet dient te worden voldaan aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. In geval van gebruik van de bevoegdheid dient hiermee rekening toe worden gehouden. 4.2 De algemene beleidsuitgangspunten voor het Damoclesbeleid 1. Beleid geldt voor zover het woningen en lokalen en/of bijbehorende erven betreft en niet voor coffeeshops waarvoor een gedoogbrief is afgegeven en die zich houden aan de daarin gestelde voorwaarden. Het Damoclesbeleid ziet nadrukkelijk op de in artikel 13b genoemde woningen of lokalen of de bij woningen of lokalen behorende erven. Indien er sprak is van een coffeeshop waarvoor een gedoogbrief is afgegeven, gelden in het bijzonder ten aanzien van de handelshoeveelheid andere eisen (maximaal 500 gram). Het Damoclesbeleid geldt voor zowel particuliere woningen (woningen in particulier bezit) als ook voor woningen in eigendom bij de woningcorporatie. 2. Aanwezigheid van ten minste een handelshoeveelheid drugs is aangetoond. Uit vaste jurisprudentie blijkt dat de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs, de bevoegdheid geeft tot toepassing van artikel 13b Opiumwet. Het daadwerkelijk ook verkopen, verstrekken of afleveren van drugs hoeft daarbij niet te worden aangetoond. En hoewel de toepassing van de bevoegdheid tot sluiten van een woning vaak wel in hoofdzaak ingegeven wordt door de wil of ambitie om spanning op het woonen leefklimaat ter plaatse in te dammen of verstoring van de openbare orde te handhaven is overlast geen noodzakelijk voorwaarde voor het toepassen van artikel 13b Opiumwet. Het gegeven dat handel en overlast niet hoeft te worden aangetoond, maakt de toepassing van dit instrument eenvoudiger en effectiever. Als uitgangspunt geldt dan ook dat als strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs of indien de aanwezigheid van een handelshoeveelheid door rapportages van politie dan wel eigen toezichthouders wordt aangetoond, er toepassing wordt gegeven aan artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles). Onder voorbereidingshandelingen wordt in dit kader verstaan: Het bereiden, bewerken, verwerken, te koop aanbieden, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen of voorhanden hebben van stoffen of voorwerpen dan wel vervoermiddelen, ruimten, gelden of andere betaalmiddelen of gegevens waarvan weet of ernstige reden om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het vervaardigen van soft- of harddrugs. Onder handelshoeveelheid wordt in dit kader verstaan: - bij softdrugs (lijst II Opiumwet): 30 gram of meer; - bij harddrugs (lijst I Opiumwet): 0,5 gram of meer; - bij hennepteelt: De schaalgrootte van de teelt: de hoeveelheid planten; Bij een hoeveelheid van 5 planten of minder wordt in beginsel aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. De mate van professionaliteit, afgemeten aan het soort perceel waarop geteeld wordt, belichting, verwarming, bevloeiing, etc. het doel van de teelt. Indien er sprake is van het telen van hennep om geldelijk gewin te verkrijgen, wordt, ongeacht de hoeveelheid planten, aangenomen dat er sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Bij samenloop van verschillende situaties (bijvoorbeeld hennepteelt met de aanwezigheid van meer dan 0,5 gram harddrugs) wordt het zwaardere regime van toepassing verklaard. 5

21 3. Handhaving op grond van het Damoclesbeleid is zaaksgebonden, Het Damoclesbeleid, zoals hier geformuleerd is er op gericht het woon- en leefklimaat te beschermen en situaties van gevaar of bedreiging weg te nemen of te doen stoppen. Een uitzondering hierop vormt de situatie dat een persoon, na een eerdere constatering van drugshandel door deze persoon in een bepaald pand, zich opnieuw schuldig maakt aan drugshandel in een ander pand. In een dergelijk geval wordt bij de op te leggen sanctie de eerste constatering van drugshandel (in dat andere pand) meegewogen als zijnde constatering drugshandel in het nieuwe pand. Indien er sprake is van overtreding in een door de overtreder gehuurd pand, kan er ook handhavend worden opgetreden op grond van dit Damoclesbeleid. In beginsel is het voor bestuursrechtelijk optreden niet relevant of de eigenaar, huurder, bewoner of een derde de overtreding heeft begaan. Van belang is de enkele constatering dat in een woning of een lokaal sprake is of is geweest van verkoop, aflevering, verstrekking of het aanwezig zijn van ten minste de handelshoeveelheid drugs. De feitelijke constatering is voldoende om tot handhaving over te gaan o.g.v. artikel 13b Opiumwet. Zowel aan de huurder als aan de eigenaar kan de last worden opgelegd. Ingeval er sprake is van een woning van een corporatie zal op basis van het huurcontract door de corporatie worden bewerkstelligd dat de huurovereenkomst wordt ontbonden wegens de overtreding. Bovendien zal de overtreder dan worden geconfronteerd door een huuruitsluiting door de corporatie. In deze gevallen ligt het initiatief dus bij de woningcorporatie. 4. Toepassing van de bestuursdwang vindt in beginsel plaats door directe sluiting van de woning of het lokaal Artikel 13b Opiumwet stelt dat de burgemeester de bevoegdheid toekomt om een last onder bestuursdwang op te leggen. Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: 1. de bevoegdheid van de burgemeester om over te gaan tot herstel van de normale toestand door het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van de overtreding indien de last tot herstel niet of niet tijdig wordt uitgevoerd (feitelijke bestuursdwang; zie titel 5.1 Awb), of 2. de herstelsanctie, inhoudende een last tot herstel van de overtreding (door het opleggen van een dwangsom). Om de handel in drugs vanuit woningen en lokalen tegen te gaan is een strikte handhaving gewenst en noodzakelijk. Om die reden wordt er voor de toepassing van bestuursdwang o.g.v. artikel 13b Opiumwet, in principe gekozen voor directe sluiting van het betreffende pand. In overeenstemming met de bepalingen van de Awb dient aan de overtreder een termijn te worden gegeven (begunstigingstermijn) waarbinnen hij of zij vrijwillig het pand kan (doen) ontruimen. 5. zwaarte sanctie/termijn sluiting Volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 13b Opiumwet2 2 heeft deze bepaling tot doel: - De preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voorvloeiende risico s voor de volksgezondheid; - Het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden. De op te leggen maatregel is bedoeld als herstelsanctie. Sluiting is gericht op het herstel van de gewenste situatie en het weren en terugdringen van drugshandel al dan niet in georganiseerd verband (en de effecten daarvan) vanuit panden. Doel van de sluiting en de daaraan gekoppelde termijn zijn hiermee in overeenstemming met het hiervoor genoemde doel van artikel 13b Opiumwet. De zwaarte van de op te leggen sanctie is afhankelijk van meerdere factoren. In paragraaf 6 zijn niet limitatief- de indicatoren opgesomd die relevant zijn voor het bepalen van de zwaarte van de op te leggen sanctie. Deze indicatoren zijn in de beleidsafwegingen betrokken en hebben geleid tot de sancties zoals die in de beleidsregels als uitgangspunt zijn vastgelegd. 2 Kamerstukken II 1996/97, nr. 3, blz. 5 6

22 6. Relevante indicatoren voor bepalen zwaarte sanctie De navolgende (niet limitatieve) indicatoren zijn betrokken bij het bepalen van de zwaarte voor de op te leggen sancties: de hoeveelheid aangetroffen middelen als bedoeld in lijst I en/of lijst II van de Opiumwet (dit zal in ieder geval een als handelshoeveelheid aan te merken hoeveelheid moeten zijn); mate van professionaliteit of georganiseerdheid (thuisteler versus georganiseerd bedrijfsmatig/crimineel netwerk); de mate waarin het gebouw betrokken is bij de drugshandel in georganiseerd verband; de mate waarin het gebouw bekend staat als drugsadres; de vraag of sprake is van/dan wel samenloop met gewelds- of andere openbare orde delicten; de vraag of sprake is van één of meer (vuur)wapens/verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie; het bestaan van een vermoeden van verwijtbaarheid van de bewoner(s)/betrokkene(n); het bestaan van een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten (hierbij moet vooral gedacht worden aan antecedenten t.a.v. de Opiumwet of de Wet Wapens en Munitie, maar ook antecedenten op het gebied van geweld tegen personen of zaken, zoals mishandeling, bedreiging, vernieling of diefstal e.d. kunnen een rol spelen); de vraag of sprake is van recidive; de vraag of sprake is van een combinatie van middelen als bedoeld in lijst I en lijst II Opiumwet; de mate van brandgevaar en/of ander gevaar voor de omgeving; de mate van risico voor omwonenden de mate van overlast en de effecten op de omgeving de aannemelijkheid dat de woning niet in overeenstemming met de woonfunctie wordt gebruikt; de aannemelijkheid dat behalve het pand of het daarbij behorende erf nog één of meer locaties betrokken is/zijn bij drugshandel in georganiseerd verband; Mate van verwijtbaarheid en betrokkenheid van andere bewoners en de daarvan af te leiden bescherming die dat vergt; HOOFDSTUK 5. Handhaving. 5.1 Handhaving aanwezigheid en verkoop harddrugs en/of softdrugs in en vanuit woningen en/of lokalen (niet zijnde gedoogd verkooppunt/coffeeshop) Als uitgangspunt geldt dat de hierna genoemde maximum herstelsancties worden opgelegd, tenzij naar het oordeel van de burgemeester de omstandigheden van het concrete geval nopen tot het opleggen van een lichtere sanctie. HARDDRUGS Constatering 1 e 2 e 3 e Strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van dan wel verkoop, aflevering, verstrekking of aanwezig hebben van harddrugs in/vanuit een lokaal dan wel in, op of bij het lokaal behorende erven 1 e keer Bestuursdwang: Sluiting van het pand voor de duur maximaal twaalf maanden bij horecabedrijven: intrekking drank- en horecavergunning 2 e keer (binnen twee jaren na heropening) Bestuursdwang: sluiting van het pand voor onbepaalde tijd 7

23 Strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van dan wel verkoop, aflevering, verstrekking of aanwezig hebben van harddrugs in/vanuit een woning dan wel in, op of bij de woning behorende erven, van meer dan 0,5 gram 1 e keer Bestuursdwang: sluiting van het pand voor de duur maximaal zes maanden 2 e keer (binnen twee jaren na heropening) Bestuursdwang: sluiting van het pand voor maximaal 12 maanden 3 e keer (binnen twee jaren na heropening) Bestuursdwang: sluiting voor onbepaalde tijd SOFTDRUGS Constatering 1e 2e 3e Strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van dan wel verkoop, aflevering verstrekking of aanwezig hebben van softdrugs in/vanuit een lokaal dan wel in, op of bij het lokaal behorende erven 1 e keer Bestuursdwang: sluiting voor de duur van maximaal zes maanden. 2 e keer (Binnen twee jaren na heropening): Bestuursdwang: sluiting voor maximaal twaalf maanden. Strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van dan wel verkoop, aflevering, verstrekking of aanwezig hebben van een kleine handelshoeveelheid softdrugs in een woning dan wel in, op of bij de woning behorende erven: Kleine handelshoeveelheid is: - meer dan 30 maar Minder dan 50 gram - 6 tot 20 hennepplanten Strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van dan wel verkoop, aflevering, verstrekking of aanwezig hebben van een Woningwet: dwangsom. 1 e keer Bij overtreding: Opiumwet: dwangsom Bij overtreding Woningwet: dwangsom 1 e keer Opiumwet: bestuursdwang: sluiting voor de Woningwet, verbeuring dwangsom Woningwet 2 e keer (Bij overtreding binnen twee jaren na de 1 e overtreding): Opiumwet: verbeuring dwangsom En: Bestuursdwang: sluiting voor de duur van zes maanden. Woningwet; verbeuring dwangsom en opleggen nieuwe dwangsom 2 e keer (Binnen twee jaren na eerste overtreding): Opiumwet: bestuursdwang: 3 e keer (Binnen twee jaren na heropening): Bestuursdwang: sluiting voor onbepaalde tijd. 3 e keer (binnen twee jaren na de vorige overtreding): Opiumwet: sluiting voor de duur van maximaal zes maanden. Woningwet: verbeuring dwangsom 3 e keer (Binnen twee jaren na de 2 e overtreding): Opiumwet: bestuursdwang: 8

24 handelshoeveelheid softdrugs in een woning van dan wel in, op of bij de woning behorende erven: - meer dan 50 gram - 20 of meer hennepplanten duur van maximaal drie maanden. Woningwet, dwangsom sluiting voor de duur van maximaal zes maanden. Woningwet: verbeuring dwangsom en Opleggen nieuwe dwangsom sluiting voor de duur van maximaal twaalf maanden. Woningwet, verbeuring dwangsom 5.2 Handhaving - straathandel Handel in en gebruik van drugs op straat brengt een aanzienlijke overlast met zich mee. Om hieraan het hoofd te bieden is een APV bepaling ontworpen die het begeven op de weg om drugs te verhandelen strafbaar stelt, waartegen de politie of een buitengewoon opsporingsambtenaar optreedt. De straathandel in zowel soft- als harddrugs is verboden. Daarnaast kan de burgemeester een verblijfsontzegging opleggen. In de algemene plaatselijke verordening(apv) Westerwolde zijn hiervoor de volgende artikelen opgenomen: Artikel 2:74 Drugshandel op straat Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik Het is verboden op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats, in de winkelgebieden van de gemeente of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoel in art. 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen dan wel voorbereidingen daar toe te verrichten. 5.3 Voornemen en zienswijze Voordat de burgemeester overgaat tot sluiten van een woning of lokaal, wordt belanghebbende twee weken in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen op het voorgenomen besluit. Alleen als de situatie zo spoedeisend is dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, dan moet de opschriftstelling zo spoedig mogelijk plaatsvinden nadat de bestuursdwang is toegepast (artikel 5:31 lid 2 Algemene wet bestuursrecht). 5.4 Begunstigingstermijn Op grond van artikel 5:24 lid 2 Algemene wet bestuursrecht dient in de beslissing tot toepassing van bestuursdwang een termijn gesteld te worden waarbinnen de belanghebbende de tenuitvoerlegging kan voorkomen door zelf maatregelen te nemen. Als zich echter een spoedeisende situatie voordoet kan bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij de aanpak van hennepteelt, drugshandel en - productie zal daarvan als regel sprake zijn. 5.5 Hardheidsclausule De burgemeester kan gemotiveerd afwijken van de gestelde sancties zoals deze zijn vastgesteld in het beleid. 9

25 HOOFDSTUK 6. Preventie Naast beleid gericht op openbare orde en handhaving is er aandacht voor de preventieve kant van de geschetste problematiek. De verslavingspreventie binnen de gemeente richt zich op zowel jongeren als volwassenen, en op diverse vormen van verslaving zoals roken, middelengebruik, gaming en problematisch alcoholgebruik. 6.1 Speerpunten Westerwolde De huidige speerpunten zijn het onderwijs, deskundigheidsbevordering, vroeg signalering van middelengebruik en de landelijke campagnes. Ook zal er extra aandacht zijn voor naasten van verslaafden. 6.2 Speerpunt Verslavingszorg Noord Nederland(VNN) De gemeente subsidieert VNN voor de uitvoering van preventieve activiteiten op het gebied van verslaving. Preventieve activiteiten worden ingezet vanuit de afdeling Voorlichting & Preventie van VNN. Hierbij vindt nauw overleg plaats met het jongerenteam VNN. Dit zorgt voor signalering en doorstroming naar de hulpverlening wanneer het gaat om jongeren die in de problemen (dreigen te) raken door middelengebruik. 6.3 Speerpunt onderwijs Uitvoering van preventieve activiteiten in het onderwijs geschiedt in overleg met de scholen. De keuze in het Voortgezet Onderwijs kan bestaan uit o.a. DGSG-lessen (De Gezonde School en Genotmiddelen) over roken en alcohol, het Frisse Start programma, training aan docenten, een preventief VNN-spreekuur, ouderavond of levering van ondersteunend lesmateriaal voor leerlingen en docenten. Welke onderdelen de scholen inzetten hangt af van wat zij voorgaande jaren hebben gedaan, afstemming met het schoolprogramma en de actualiteit. 6.4 Speerpunt deskundigheidsbevordering In het kader van deskundigheidsbevordering beschikt VNN over een trainingsaanbod dat ingezet kan worden op bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd, Gezin en Veiligheid of binnen het jongerenwerk. De basistraining 'Herkennen van alcohol- en drugsgebruik' is een optie, daarnaast bestaat het aanbod uit diverse vervolgtrainingen en workshops voor professionals. Hier wordt actief gebruik van gemaakt door het jeugdteam van de gemeente. 6.5 Speerpunt vroeg signalering middelengebruik en gamen Naast jongeren is er aandacht voor volwassenen en professionals die met jongeren in aanraking komen, bijvoorbeeld de EHBO-vereniging, buurtclubs, jongerenwerk, welzijnsteams en de politie. Er bestaat de mogelijkheid om uitvoering te geven aan speciale aanvragen vanuit deze organisaties voor activiteiten gericht op herkennen en vroeg signalering van middelengebruik. Hierin wordt ook samengewerkt met het Huis voor de Sport en HALT. Volgens het protocol Alcoholintoxicatie worden gesprekken gevoerd met kinderen (en hun ouders) die in het ziekenhuis zijn opgenomen als gevolg van een alcoholvergiftiging. In het kader van Vroeg signalering is een medewerker van VNN onderdeel van het jeugdteam van de gemeente. 6.6 Speerpunt landelijke campagnes Via VNN sluit de gemeente aan bij landelijke campagnes zoals NIX-18, StopTober (roken) en IkPas (alcohol). VNN heeft hiervoor licenties en kan daardoor beschikken over de campagnematerialen. Deze campagnes worden neergezet in de gemeente Westerwolde door verspreiding van materiaal, posters, persberichten en campagnepakketten richting organisaties die werken in het sociale domein. 10

26 6.7 Extra aandacht naasten van verslaafden Naast de speerpunten zal er de komende periode extra aandacht zijn voor naasten van verslaafden. Naasten van verslaafden kampen vaak met uiteenlopende gezondheidsklachten (geestelijk en lichamelijk), doordat zij mede worden belast door de verslaving en bijbehorende problemen van één van hun naasten. Hierbij kan het gaan om een kind, partner of ouder. Maar ook een vriend, vriendin of de buurman/vrouw. Specifiek voor deze doelgroep worden interventies aangeboden, zodat ondersteuning geboden kan worden aan naasten van verslaafden, ter voorkoming of het terugdringen van gezondheidsklachten. Voor mensen die worstelen met het gebruik van een naaste, wordt een cursus aangeboden: Het gebruik van een ander zat. Uitgangspunt is om een andere manier van communiceren (motiverende gespreksstijl) aan te leren om zo het contact te verbeteren. De effecten zijn: minder stress en conflicten, en het stimuleren van een positieve verandering bij de verslaafde m.b.t. gebruik of behandeling Daarnaast bestaat het aanbod uit individuele (advies)gesprekken, telefonische en chat-bereikbaarheid en inloopavonden. Om de doelgroep te bereiken wordt samengewerkt met de Steunpunten Mantelzorg. 11

27 Bijlagen Bijlage 1 Het juridisch Instrumentarium 1. De Opiumwet 1.1 Algemeen In de Opiumwet zijn alle middelen opgenomen die door de Nederlandse overheid als drugs worden beschouwd. Gebruik van drugs is in Nederland niet strafbaar. Dat geldt wel voor de productie, de handel en het bezit van drugs. In deze nota wordt onder drugshandel in de zin van artikel 13b van de Opiumwet ook verstaan het houden van een hennepplantage waarbij er aanwijzingen zijn dat er sprake kan zijn van handel. Aanwijzingen die hiertoe leiden, zijn in ieder geval: - het houden van meer dan vijf hennepplanten 3 ; - de inrichting van de plantage: bij een hennepplantage die is ingericht op het verwerken van meer dan vijf hennepplanten of het aantreffen van reststoffen, materialen of andere aanwijzingen die duiden op een eerdere oogst, is er sprake van telen voor handel 4 ; - het aantreffen van afval en/of reststoffen van middelen als vermeld op lijst I of II van de Opiumwet. Van belang hierbij is dat uit vaste jurisprudentie blijkt dat uit artikel 13b Opiumwet volgt dat de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs de bevoegdheid geeft tot toepassing van artikel 13b Opiumwet 5. Het is dus niet nodig dat drugs daadwerkelijk worden verhandeld. Verder is van belang dat de werking van de Opiumwet zo ver reikt dat artikel 13b van deze wet ook kan worden toegepast wanneer het slechts gaat om delen van de hennepplant indien het hars hier niet aan onttrokken is 6. In het vervolg van deze nota worden dan ook daar waar over drugshandel, handel of illegale verkooppunten wordt gesproken ook hennepplantages bedoeld Burgemeester toepassing: De Wet Damocles (artikel 13b van de Opiumwet) Tot de inwerkingtreding van de Wet Damocles artikel 13b van de Opiumwet was het OM de enige handhaver van de Opiumwet en kon tegen overtredingen van de Opiumwet uitsluitend strafrechtelijk worden opgetreden. De regering was echter van mening dat de handhaving van de Opiumwet vraagt om een gecoördineerde inzet van het openbaar bestuur, het OM en de politie. Daarbij is ingezien dat een actieve opstelling van het openbaar bestuur vereist dat dit bestuur over een adequaat en sluitend wettelijk instrumentarium beschikt om zowel preventief als repressief op te kunnen treden. Bij wet is artikel 13b van de Opiumwet dan ook ingevoerd, de zogenoemde Wet Damocles. De burgemeester heeft daarmee de bevoegdheid gekregen om een last onder bestuursdwang op te leggen indien middelen als bedoeld in de artikelen 2 (harddrugs) en 3 (softdrugs) van de Opiumwet in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. Op deze wijze heeft het openbaar bestuur dus de mogelijkheid gekregen om een lokaal (bijvoorbeeld coffeeshop, café of winkel) te sluiten ingeval er soft- en/of harddrugs worden verhandeld. Bij wet van 27 september 2007, in werking getreden op 1 november 2007, is artikel 13b Opiumwet gewijzigd en sindsdien naast lokalen ook toepasbaar op woningen. Sinds 1 januari 2019 is artikel 13b Opiumwet wederom gewijzigd en ook van toepassing op strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs. 3 Dit is het maximum aantal dat in Nederland wordt gedoogd omdat het kan worden gezien als telen voor eigen gebruik. 4 Rb s-hertogenbosch, 24 september Dit volgt uit het woord daartoe zoals genoemd in artikel 13b Opiumwet. 6 Dit volgt uit artikel 1 eerste lid sub b en lijst II van de Opiumwet. 12

28 In tegenstelling tot artikel 174a van de Gemeentewet, paragraaf 2.3, is het doel van artikel 13b van de Opiumwet niet het bestrijden van overlast als gevolg van handel in drugs. Weliswaar wordt tevens beoogd de met de handel in drugs gepaard gaande overlast tegen te gaan, maar primair heeft men met de invoering van dit artikel willen bereiken dat de burgemeester een direct instrument voorhanden heeft in de vorm van het toepassen van een last onder bestuursdwang om de handel in drugs te bestrijden. Verstoring van de openbare orde of vrees daartoe is dus geen voorwaarde voor het ontstaan van de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen. Ook speelt bijvoorbeeld de persoonlijke verwijtbaarheid van de betrokken exploitant van een illegaal verkooppunt geen rol bij de vraag of zich een situatie voordoet die tot sluiting van de inrichting noopt. In de bestuursrechtelijke procedure hoeven ook geen strafrechtelijke bewijsregels in acht te worden genomen. Er kan worden uitgegaan van het feitencomplex dat naar voren is gekomen uit het proces-verbaal of rapport van bevindingen dat door de politie is opgemaakt. In beginsel is het daarbij voor het bestuursrechtelijk optreden niet van belang of de eigenaar, huurder, bewoner of een derde de overtreding heeft begaan. De feitelijke constatering van overtreding van de Opiumwet is voldoende om over te gaan tot handhavend optreden. Het is dus ook niet noodzakelijk dat een na een waarschuwing volgende overtreding door dezelfde persoon wordt begaan. Het bestuursrechtelijk optreden is niet persoons- maar pandgebonden. Opiumwet, artikel 13b 1. De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf: a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is; b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3, of artikel 11a voorhanden is. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoelt in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen. 2 De Gemeentewet 2.1 Burgemeesters toepassing: De Wet Victoria (artikel 174a Gemeentewet) Tot de wetgeving op het terrein van drugsbeleid behoort ook artikel 174a van de Gemeentewet, de zogenoemde Wet Victoria. Bij deze wet is, reeds voorafgaand aan artikel 13b van de Opiumwet, de bevoegdheid gecreëerd voor de burgemeester om een last onder bestuursdwang op te leggen tegen illegale verkooppunten van drugs. Op grond van artikel 174a van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of lokaal behorend erf te sluiten indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord. Artikel 13b van de Opiumwet is niet in de plaats getreden van de bevoegdheid op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. De reden hiervoor is dat artikel 174a van de Gemeentewet de burgemeester de bevoegdheid toekent om woningen en dergelijke te sluiten wegens verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor zonder dat dit gekoppeld wordt aan bepaalde strafbare feiten. Dit criterium is indertijd bewust in de wet opgenomen om een rechtsbasis te creëren om op te treden tegen woningen waarbij ook om andere redenen dan overtreding van de Opiumwet sprake is van verstoring van de openbare orde zoals wapenhandel of prostitutie. Artikel 174a van de Gemeentewet heeft dus een ruimere werkingssfeer en wordt ook als zodanig gebruikt. De voorwaarde voor optreden op grond van artikel 174a van de Gemeentewet is dus, dat door de gedragingen in de woning de openbare orde rond de woning wordt verstoord. De openbare ordeverstoring kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt doordat woningen 13

29 fungeren als gebruikerspanden of als illegaal verkooppunt van drugs. Er kan echter niet worden opgetreden wanneer er bijvoorbeeld wel in drugs wordt gehandeld maar er geen sprake is van ernstige overlast. Tevens worden er aan het bewijs voor verstoring van de openbare orde door de rechter zeer strenge en concrete eisen gesteld. Zo dient het dossier talrijke overlastmeldingen van omwonenden, sfeerrapportages en processenverbaal van afgevangen klanten te bevatten. In de meeste gevallen waarbij sprake is van drugshandel in of bij woningen zal daarom eerder op grond van artikel 13b van de Opiumwet (kunnen) worden opgetreden. 2.2 Burgemeester toepassing: Gemeentewet, artikel 174a 1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord. 2. De in het eerste lid genoemde bevoegdheid komt de burgemeester eveneens toe in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde op de grond dat de rechthebbende op de woning, het lokaal of het erf eerder een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat die woning, dat lokaal of dat erf op grond van het eerste lid is gesloten, en er aanwijzingen zijn dat betrokkene de woning, het lokaal of het erf ten aanzien waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken. 3. De burgemeester bepaalt in het besluit de duur van de sluiting. In geval van ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde kan hij besluiten de duur van de sluiting tot een door hem te bepalen tijdstip te verlengen. 4. Bij de bekendmaking van het besluit worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de verstoring van de openbare orde wordt beëindigd. De eerste volzin is niet van toepassing, indien voorafgaande bekendmaking in spoedeisende gevallen niet mogelijk is. 5. De artikelen 5:25 tot en met 5:28 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing. De burgemeester kan van de overtreder de ingevolge artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht verschuldigde kosten invorderen bij dwangbevel. 3 De Woningwet en overige wetten 3.1 College toepassing: De Wet Victor De Wet Victor regelt het traject na een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet of artikel 174a Gemeentewet. Indien, in voorkomend geval, sluiting niet voldoende wordt geacht dan wel de opheffing van een tijdelijke sluiting niet verantwoord is, kan op grond van de Wet Victor worden opgetreden. Bij deze wet zijn de Woningwet, de Onteigeningswet en het Burgerlijk Wetboek aangevuld met bevoegdheden. Artikel 14 van de Woningwet biedt het bevoegd gezag (het college van burgemeester en wethouders) de mogelijkheid om de eigenaar of personen die uit anderen hoofde bevoegd zijn tot het in het gebruik geven van het gesloten gebouw, open erf of terrein te verplichten om het gebouw, open erf of terrein in gebruik of beheer te geven aan een andere persoon of instelling. Ook kan het college van burgemeester en wethouders op grond van dit artikel eisen dat voorzieningen worden getroffen zodat het gebouw, open erf of terrein weer op redelijke wijze tot bewoning of gebruik kan dienen. Indien geen gehoor wordt gegeven aan de aanschrijving kan tot toepassing van een last onder bestuursdwang of de oplegging van een lastgeving onder dwangsom worden besloten. In het uiterste geval kan het college tot onteigening van het gesloten gebouw, open erf of terrein overgaan overeenkomstig 14

30 artikel 77 lid 1 sub 7 van de Onteigeningswet. De gemeente kan het gebouw, open erf of terrein dan ook zelf verkopen of verhuren via een plaatselijke woningcorporatie. 3.2 College toepassing: Woningwet, artikel 1a 1. De eigenaar van een bouwwerk, open erf of terrein of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen draagt er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. 2. Een ieder die een bouwwerk bouwt, gebruikt, laat gebruiken of sloopt, dan wel een open erf of terrein gebruikt of laat gebruiken, draagt er, voor zover dat in diens vermogen ligt, zorg voor dat als gevolg van dat bouwen, gebruik of slopen geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. 3. De eigenaar van een bouwwerk of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het daaraan treffen van voorzieningen onderzoekt, of laat onderzoek uitvoeren naar, de staat van dat bouwwerk, voor zover dat bouwwerk behoort tot bij ministeriële regeling vast te stellen categorieën bouwwerken waarvan is vast komen te staan dat die een gevaar voor de gezondheid of de veiligheid kunnen opleveren. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven omtrent het onderzoek. College toepassing Woningwet, artikel 1b 1. Tenzij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden een bouwwerk te bouwen, voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, tweede lid, aanhef en onderdeel d, derde en vierde lid. 2. Het is verboden een bestaand bouwwerk, open erf of terrein in een staat te brengen, te laten komen of te houden die niet voldoet aan de op de staat van dat bouwwerk, open erf of terrein van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, tweede lid, aanhef en onderdeel a, en vierde lid. 3. Het is verboden een bouwwerk, open erf of terrein in gebruik te nemen, te gebruiken of te laten gebruiken, anders dan in overeenstemming met de op die ingebruikneming of dat gebruik van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel c, tweede lid, aanhef en onderdeel b, derde en vierde lid. 4. Tenzij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk het uitdrukkelijk toestaat, is het verboden een bouwwerk, dan wel deel daarvan, in stand te laten voor zover bij het bouwen daarvan niet is voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in het eerste lid. 5. Het is verboden te slopen voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat slopen van toepassing zijnde voorschriften, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdelen c en d, en derde lid. College toepassing: Woningwet, artikel Indien herhaaldelijke overtreding van artikel 1a of artikel 1b naar het oordeel van het bevoegd gezag gepaard gaat met een bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de gezondheid of de veiligheid, kan het bevoegd gezag besluiten dat gebouw, open erf of terrein te sluiten. Het bevoegd gezag kan van de overtreder de ingevolge artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht verschuldigde kosten invorderen bij dwangbevel. 2. Het bevoegd gezag bepaalt in het besluit, bedoeld in het eerste lid, de duur van de sluiting. 15

31 College toepassing: Onteigeningswet, artikel 77, lid 1, sub 7 1. Onteigening, bedoeld in deze titel kan plaatsvinden: 7. van een gebouw als bedoeld in artikel 13b, tweede lid, van de Woningwet ten behoeve van de handhaving van de openbare orde rond dat gebouw of van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in zodanig gebouw, indien de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 13b, tweede lid, van de Woningwet, geen uitzicht heeft geboden op een duurzaam herstel van de openbare orde rond dat gebouw welke is verstoord door gedragingen in het gebouw, onderscheidenlijk het duurzaam achterwege blijven van een overtreding van artikel 2 of 3 van de Opiumwet in dat gebouw. 3.2 Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken Op 17 juni 2004 is de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) in werking getreden. Deze wet regelt de registratie van beperkende overheidsbesluiten. Op grond van de Wkpb moet elk besluit tot sluiting op basis van de artikelen 13b van de Opiumwet en 174a van de Gemeentewet binnen vier dagen worden ingeschreven in het openbare register van publiekrechtelijke beperkingen. Daarnaast is het bevoegd gezag verplicht de gegevens over kadastrale objecten waarop een beperking rust te melden aan de zogenaamde Landelijke Voorziening. Als de beperking wordt opgeheven, de sluitingstermijn is verstreken of door een rechtelijke uitspraak het besluit is ontbonden, dient dit eveneens te worden vastgelegd in het register. Een besluit tot sluiting blijft na verkoop van het object onverkort van toepassing en is door de verplichte registratie kenbaar voor rechtsopvolgers. 3.3 Algemene wet bestuursrecht Artikel 4:81 1. Een bestuursorgaan kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. 2. In andere gevallen kan een bestuursorgaan slechts beleidsregels vaststellen, voor zover dit bij wettelijk voorschrift is bepaald. Artikel 5:21 Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Artikel 5:23 Deze afdeling is niet van toepassing op optreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Artikel 5:25 Op grond van artikel 5:25 van de Awb geschiedt de toepassing van een last onder bestuursdwang op kosten van de overtreder. In de last onder bestuursdwang wordt dit aan de overtreder meegedeeld. De kosten van voorbereiding van de last onder bestuursdwang zijn ook verschuldigd, voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last onder bestuursdwang geen bestuursdwang is toegepast. Het is mogelijk dat zaken worden meegevoerd en opgeslagen om de last onder bestuursdwang te kunnen toepassen, als bedoeld in artikel 5:29 van de Awb. Zolang de verschuldigde kosten niet zijn voldaan, kan de teruggave van zaken worden opgeschort. 4. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 4.1. Artikel 2:41 APV. Verboden betreden gesloten verklaard pand In de APV van de gemeente Westerwolde is in artikel 2.41 een koppeling gemaakt met artikel 174a van de Gemeentewet en artikel 13b van de Opiumwet. 16

32 De burgemeester is op grond van artikel 174a van de Gemeentewet bevoegd tot sluiting van woningen van waaruit (drugs)overlast wordt veroorzaakt. Omdat dit artikel in de Gemeentewet niet de rechtsgevolgen van de sluiting regelt, is dit geregeld in artikel 2.41 lid 1 van de APV: verbod tot het betreden van een op basis van artikel 174a Gemeentewet gesloten lokaal/woning zonder ontheffing. Het tweede lid van artikel 2.41 van de APV is gebaseerd op de bevoegdheid van de burgemeester ex artikel 13b van de Opiumwet om een last onder bestuursdwang op te leggen als in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven drugs als bedoeld in artikel 2 (harddrugs) of 3 (softdrugs) van de Opiumwet worden verkocht, afgeleverd, verstrekt of daarvoor aanwezig zijn. Met de laatste wijziging van de Opiumwet is het ook mogelijk om op te treden tegen drugshandel vanuit woningen en niet voor het publiek toegankelijke lokalen. Lid 2 van artikel 2:41 van de APV regelt het verbod om zonder ontheffing een op basis van artikel 13b van de Opiumwet gesloten lokaal/woning te betreden. Aangezien de situatie kan ontstaan dat personen de woning of het lokaal moeten betreden wegens dringende redenen, is het derde lid aan artikel 2:41 toegevoegd: uitzondering van het verbod Artikel 2.74 APV In de Opiumwet wordt geen aandacht besteed aan overlast ten gevolge van drugshandel op straat. De straathandel in drugs kan echter wel leiden tot een verstoring van de openbare orde. In artikel 2:74 van de APV is dan ook opgenomen dat het verboden is zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. 5. Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens Artikel 13b van de Opiumwet en artikel 174a van de Gemeentewet raken het recht op ongestoord genot van de woning zoals dat is neergelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). De wetsbepalingen dienen daarom te voldoen aan de eisen die artikel 8 EVRM stelt. Artikel 13b van de Opiumwet en artikel 174a van de Gemeentewet voorzien in een wettelijke grondslag in het nationale recht voor een beperking van de persoonlijke levenssfeer en voldoen aan de eisen van voorzienbaarheid en toegankelijkheid. Het doel dat wordt gediend met artikel 13b van de Opiumwet sluit ook aan bij het doelcriterium voorkoming van strafbare feiten zoals opgesomd in artikel 8, tweede lid van het EVRM. Het doel dat wordt gediend met artikel 174a van de Gemeentewet sluit aan bij het doelcriterium noodzakelijk in het belang van de openbare veiligheid uit artikel 8, tweede lid van het EVRM. Daarnaast worden ook rechten van anderen, in dit geval omwonenden, beschermd: aan intimidatiepraktijken wordt een einde gemaakt en overlast wordt weggenomen. Daardoor kunnen omwonenden het recht op ongestoord genot van hun woning weer ten volle uitoefenen. Artikel 13b van de Opiumwet en artikel 174a van de Gemeentewet dienen dus de door het EVRM genoemde gerechtvaardigde belangen en voldoen hiermee aan de eisen van artikel 8 EVRM. Artikel 8 EVRM - Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven 1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en 17

33 strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. 18

34 Bijlage 2: Definities 1. Harddrugs: middelen vermeld op lijst I behorend bij de Opiumwet. 2. Softdrugs: middelen vermeld op lijst II behorend bij de Opiumwet. 3. Handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan, 4. Woning: een voor bewoning bestemd gebouw. Onder woning kan ook een boot, caravan, woonwagen e.d. worden verstaan. 5. Woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 6. Standplaats: een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten. 7. Woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot woonverblijf van één of meer personen; 8. Woonkeet: een loods, keet of ander soortgelijk bouwwerk, bestemd om te voorzien in een tijdelijke behoefte aan woongelegenheid. 9. Lokaal: een voor het publiek toegankelijk gebouw of een niet voor het publiek toegankelijk gebouw. 10. Pand: bewoonde en niet bewoonde woningen en lokalen. Bepalend voor het genoemde onderscheid is dat regelmatig drugshandel in/vanuit woningen wordt geconstateerd, die niet gebruikt worden als woning. Daarnaast komt het voor dat niet voor bewoning bestemde panden worden gebruikt als woning. 11. Gebouw: een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt 12. Een voor het publiek toegankelijk lokaal: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf die al dan niet met enige beperking- voor het publiek toegankelijk is. 13. Een niet voor het publiek toegankelijk lokaal: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf, dat niet voor het publiek toegankelijk is, niet zijnde een woning. 14. Coffeeshop: een openbare inrichting waar met vergunning van de burgemeester alcoholvrije dranken worden verkocht en waar verkoop van softdrugs plaatsvindt op grond van een daartoe door de burgemeester verleende gedoogbeschikking. 19

35 Bijlage 3: Bepalen hoogte last onder dwangsom Richtlijn dwangsomhoogte m.b.t. bevoegdheden college resp. de burgemeester 1. Algemeen: nut en noodzaak beleidsregel Om gebruik te maken van de dwangsombevoegdheid is het geen wettelijke eis dat het college respectievelijk de burgemeester daarvoor een richtlijn heeft vastgesteld. Om reden van uniforme handhavingspraktijk, rechtszekerheid en transparantie richting alle belanghebbenden heeft dit echter wel de voorkeur van het college. Deze beleidsregel geeft houvast bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom en het maximum te verbeuren bedrag. 2. Richtlijn; indicatief, niet uitputtend In het algemeen is de hoogte van de dwangsom afhankelijk van de aard van de overtreding en is niet bij voorbaat exact aan te geven hoe deze wordt berekend. Samengevat hebben het college en de burgemeester bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid. De dwangsomhoogte moet op de ernst van de overtreding worden afgestemd (evenredigheid) en tot doel hebben de overtreding tegen te gaan of te voorkomen (effectiviteit, artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht). Verder is de hoogte van de dwangsom afhankelijk van verschillende factoren: - de dwangsom moet voldoende pressie voor de overtreder tot gevolg hebben om de overtreding op te heffen of te beëindigen; - de (geschatte) kosten die de overtreder moet maken om de overtreding op te heffen; de dwangsom moet hoger zijn dan het door de overtreding door de overtreder behaalde (geschatte) financiële voordeel; - het wegnemen van ongerechtvaardigd voordeel dat de overtreder heeft behaald met de overtreding; - voorkoming van herhaling, beperking van schade en herstel in de oorspronkelijke toestand; - de bevestiging van normen gesteld in het belang van o.a. regelgeving en ruimtelijke ordening; - de financiële draagkracht van de overtreder. 3. Verlagende en verhogende factoren Een situatie waarbij de overtreding zelf klein is, kan leiden tot bijstellen naar beneden (de tabel is indicatief). Ook naar aanleiding van ingediende zienswijzen of heroverweging in de bezwaarprocedure kan de hoogte naar beneden worden bijgesteld. Als de overtreding is begaan door een bedrijf, kan bij bepaling van de hoogte van de dwangsom(men) gekeken worden o.a. naar rechtsvorm, kapitaal, draagkracht (financiële positie), het aantal werknemers, de omzet en de winst van de onderneming. De hoogte van de gekozen bedragen en het maximum te verbeuren bedrag hebben primair tot doel de overtreding tegen te gaan of te voorkomen (reparatoire karakter van de dwangsom), waarbij het gaat om maatwerk van geval tot geval. In het handhavingsbeleid is dit ook steeds uitgangspunt. De dwangsom mag dus niet het karakter van een straf krijgen (niet punitief). Een maximum te verbeuren bedrag is gekozen omdat de overtreding waarvoor de dwangsom wordt verbeurd wel telkens door de eenheid Handhaving geconstateerd en vastgelegd moet worden. 20

36 Mocht de overtreding niet ongedaan zijn gemaakt, of verdere overtreding dan wel herhaling niet kunnen worden voorkomen dan kan het zijn dat de hoogte van de dwangsom te laag is gekozen. Het is dan mogelijk om na het bereiken van het maximum een nieuwe (hogere) last onder dwangsom op te leggen. Ook de hoogte van deze hogere dwangsom moet in de dwangsombeschikking gemotiveerd worden. In dat geval bijv. in de beschikking vermelden dat uit onderzochte/geconstateerde feiten/omstandigheden is gebleken dat de eerder opgelegde en verbeurde dwangsombedragen niet hebben geleid tot het beëindigen van de overtreding(en). De eerder verbeurde dwangsommen blijven natuurlijk wel verschuldigd als (binnen zes maanden na de dag waarop het bedrag is verbeurd) de invordering is begonnen. 4. Criteria voor een dwangsom afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten De hoogte van het bedrag van de dwangsom kan ook worden afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten bij het niet naleven van deze regels. Met de financiële omstandigheden van de wetsovertreder hoeft in beginsel geen rekening te worden gehouden. De vraag die de rechter is voorgelegd, is hoe bepaald moet worden of de hoogte van een dwangsom die een overtreder moet betalen als hij geen gehoor geeft aan de hem opgelegde last redelijk is. Criteria voor de hoogte van de dwangsom Volgens de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geldt daarvoor het volgende criterium. Aangezien de last onder dwangsom het doel heeft de overtreder te bewegen tot naleving van de voor hem geldende wettelijke voorschriften, kan de hoogte van het bedrag worden afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten bij niet naleving van die voorschriften. Van belang daarbij is dat de dwangsom een financiële prikkel moet zijn om het strijdige gebruik te staken. 7 De Afdeling kijkt dus of er een voldoende financiële prikkel is. Voor de rest gelden er geen zware motiveringseisen voor het bestuursorgaan met betrekking tot de hoogte van de dwangsom. Een schatting van het ten onrechte verkregen voordeel is voldoende. Maar dat wil niet zeggen het bestuursorgaan het motiveringsbeginsel helemaal opzij kan zetten. Zij moet wel duidelijk kunnen maken hoe de hoogte van de dwangsom zich verhoudt tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. 8 Een motivering die overigens slechts marginaal wordt getoetst. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, bijvoorbeeld in de uitspraak van 19 september 1996 in zaak nr. H , AB 1997, 91, bestaat bij het opleggen van een last onder dwangsom geen aanleiding voor een indringende toetsing aan de evenredigheidsmaatstaf die in artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht besloten ligt, ook niet wat betreft de toetsing van de hoogte van het bedrag waarop de dwangsom is vastgesteld. 9 Het doel van een herstelsanctie als de last onder dwangsom, is dat wetsovertreders worden bewogen tot naleving van de voor hen geldende regels. Om dit doel te bereiken kan de hoogte van het bedrag van de dwangsom worden afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten bij het niet naleven van deze regels. Maar 7 ABRvS 4 april 2007, LJN: BA2199 Ov (Coffeeshop te Bergen op Zoom). 8 ABRvS 29 november 2007, LJN: BB9446 Ov (Glastuinbouw) 9 ABRvS 25 juli 2007, LJN: BB0391 Ov (Apeldoornse Poeren) 21

37 ook andere factoren kunnen een rol spelen, zoals: geen gehoor geven aan eerdere verzoeken van het bestuursorgaan de onrechtmatige situatie te herstellen en een cumulatie van overtredingen. 5. Toelichting tabellen Bij dwangsombeschikkingen gelden voor het bepalen van de dwangsomhoogte de in de onderstaande tabellen genoemde indicatieve dwangsomhoogten. De tabellen vermelden richtinggevende voorbeelden. De geconstateerde feiten/omstandigheden zijn bepalend voor de individuele vaststelling van de hoogte en het maximaal te verbeuren bedrag. Afwijkingen naar boven/beneden van de dwangsomhoogte volgens de tabellen, waarvoor in het concrete geval goede reden kan zijn, moet steeds goed onderbouwd zijn en in de beschikking worden gemotiveerd. Deze tabellen kunnen niet leiden tot calculerend gedrag van overtreders. Aan deze tabellen kunnen geen rechten worden ontleend in die zin dat het college respectievelijk de burgemeester in een concreet geval niet rechtens gehouden kan zijn om op grond van de tabel een bepaalde dwangsomhoogte te bepalen. Tabel indicatieve dwangsomhoogten m.b.t. illegale activiteiten op basis van de Opiumwet Hennepkwekerij Hoogte van de dwangsom wordt afgestemd op het financiële voordeel dat een overtreder kan verwachten bij het niet naleven van deze regels. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat 1 plant gemiddeld 30 gram oplevert. Voor de bepaling van de kiloprijs wordt uitgegaan van de inkoopprijs. De inkoopprijs ligt medio 2012 rond de 3600 tot Dwangsomhoogte (indicatief): per kg. Verkoop / aanwezigheid kleine (handels-) hoeveelheid drugs in een woning 1. meer dan 30 gram minder dan 50 gram; 2. 6 tot 20 hennepplanten Dwangsomhoogte (indicatief): Minimum: Maximum: Tabel indicatieve dwangsomhoogten, activiteit bouwen (ver)bouwen/ vergroten woning/ gebouw/in strijd met de Woningwet, Bouwbesluit of de Bouwverordening, dan wel in strijd met de bestemmingsplanvoorschriften of andere gemeentelijke verordening resp. beleidsregels Licht: 1.500, , - Matig: 3.000, , - Ernstig: 5.000, , - Buitencategorie: , , - 22

38 Nieuwsbrief Data en tijden Zaterdag 22 juni vanaf uur, 10 kilometer met onderweg theater, muziek en bijzondere verhalen Zondag 23 juni vanaf 9.30 uur, 25 kilometer of vanaf uur 12,5 kilometer Startplek: Partycentrum De Meet, Dorpsplein 6, 9695 DA BELLINGWOLDE U kunt zich NU inschrijven! Vanaf dit moment kunt u zich inschrijven voor het komende Westerwolde Wandelweekend. U heeft de keuze om op één of allebei de dagen te komen wandelen. Inschrijven kan via de volgende link: westerwolde.groningen.nl/ wandelen/westerwoldewandelweekend De wandeldagen zijn: Zaterdag 22 juni Zondag 23 juni met als startplek partycentrum De Meet in Bellingwolde. Deelnemen kost: alleen de zaterdag 6,- alleen de zondag 4,- beide dagen: 9,- Het totaalbedrag kunt u overmaken op IBAN: NL 75 RABO Nr. 37, januari 2019 t.n.v. Westerwolde Wandelweekend o.v.v. van uw NAAM en WOONPLAATS. UW AANMELDING IS PAS DEFINITIEF ALS WIJ UW BETALING HEBBEN ONTVANGEN. We zien uw inschrijving graag tegemoet! Het thema is Over zand, veen en klei In dit nummer: Het thema van het Wandelweekend 2019 is bekend! U kunt zich vanaf NU inschrijven Over zand, veen en klei OVER ZAND, VEEN EN KLEI De Routes Rabobank Clubkascampagne Immers dat zijn de drie soorten gronden waar u tijdens de wandeling over heen loopt. En dat is ook het unieke aan dit stukje Westerwolde. Het heeft het allemaal! Startplek

39 Westerwolde Wandelweekend partner: De routes In concept hebben we de routes alweer klaar. We wandelen evenals voorgaande jaren ongeveer 10 kilometer op de zaterdag. Op zondag is er een wandeling van 12,5 kilometer en een wandeling van 25 kilometer. We zorgen dat op beide afstanden gelegenheid is voor een hapje en een drankje, maar ook dat u naar het toilet kunt gaan. Eén van de verbeterpunten van vorig jaar. Aan ons nog de taak om de leuke paadjes toe te voegen aan de routes en vertier onderweg te verzorgen. Daar zijn we al druk mee bezig, maar het is nog allemaal niet definitief. In de volgende nieuwsbrieven die we sturen, vertellen we u daar meer over! Vrienden: Stemt u ook op het Wandelweekend? In februari mogen alle leden van de Rabobank bepalen waar het geld van de Rabobank Clubkas Campagne naar toe gaat. We hebben ons ook aangemeld voor deze wedstrijd en hopen dat veel Rabobankleden op ons zullen stemmen. Dat kan van 9 tot en met 28 februari U vindt ons door te zoeken naar STICHTING WANDELEN IN WESTERWOLDE. Iedere stem vertegenwoordigt een bepaalde waarde. Dat hangt af van het aantal deelnemende clubs en het aantal stemmende leden. Wie mogen stemmen? Alle leden van de Rabobank die uiterlijk 28 februari 2019 lid zijn geworden. U kunt dus ook nog lid worden van de Rabobank, mits u klant bent. Het lidmaatschap is gratis. Het Westerwolde Wandelweekend is een activiteit van:

40 Aan het college van B & W Gemeente Westerwolde; Sellingen: 29 januari 2019 Betreft: informatie betreffende PGB 2017 in de toenmalige gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde en in 2018 in de gemeente Westerwolde. Geacht college, 1. Hoeveel aanvragen voor een PGB budget zijn er in 2017 en 2018 bij de gemeenten binnen gekomen? 2. Hoeveel aanvragen zijn er geheel en/of gedeeltelijk gehonoreerd? Zowel in eerste als in tweede instantie? 3. Op welke gronden zijn PGB s geweigerd en wat is het aantal. 4. Is er bezwaar gemaakt door aanvragers? Zo ja hoe vaak en op welke gronden? 5. Lopen er momenteel nog bezwaarprocedures, zo ja hoeveel en hoe is de stand van zaken m.b.t. deze procedures? 6. Wat zijn de kosten van de juridische bijstand en eventuele proceskosten voor de gemeentelijke organisatie? 7. Zijn er zorgaanvragers die bij weigering PGB hiervoor in de plaats zorg in natura ontvangen? 8. Welke eisen stelt de gemeente aan de zorgverleners van het PGB en hoe verloopt de controle? 9. Zijn er zorgverleners bij een PGB budget door de gemeente geweigerd en zo ja op welke gronden? In afwachting van uw reactie, Met vriendelijke groet, Edith van der Horst, Partij voor de Dieren

41 *ZEB4FC42DB6* Zaaknummer: Z/18/081083/D Toezeggingen Aan: Raadsleden CC: Leden van het college Van: College van burgemeester en wethouders Opsteller: Jos Vogt Datum: 1/2/2019 Betreft: Verkeerssituatie SWS De Driesprong Vriescheloo Portefeuillehouder: Harrie Brunen Afstemming: Ja Vraagsteller: Raad Vragen: Wethouder Harrie Brunen zegt het volgende toe: - Na te gaan of er een verkeerscommissie is in de gemeente Westerwolde; zo nee dan wordt onderzocht of deze in het leven geroepen moet worden - Neemt de uitnodiging voor een gesprek met de school aan Antwoord: 1 Overleg met SWS De Driesprong Een 1 e overleg met de SWS de Driesprong heeft inmiddels plaatsgevonden. Bij dit overleg was verder ook een vertegenwoordiging van de Dorpsraad Vriescheloo, de politie en de brandweer aanwezig. In dit overleg is afgesproken om een bestuurlijk vervolgoverleg met de SOOOG (Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen) in te plannen om verder over de situatie door te praten. De SOOOG is de organisatie waar de school SWS De Driesprong onder valt. Dit bestuurlijk overleg zal binnenkort plaatsvinden.

42 2 Verkeerscommissie Er zal voor Westerwolde 4x per jaar een verkeerscommissie worden ingepland. Een en ander afhankelijk van de agenda en bespreekpunten. Dit was ook de vergaderfrequentie van de verkeerscommissies in de voormalige gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde. In deze verkeerscommissie zal zitten een vertegenwoordiger vanuit de politieorganisatie voor deze regio en een vertegenwoordiging vanuit de Afdeling Ruimte van de gemeente. Dit is nader afgestemd met de politie. In het verleden maakte in de voormalige gemeente Bellingwedde ook Veilig Verkeer Nederland nog deel uit van de verkeerscommissie Helaas is de VVN afdeling Vlagtwedde/Bellingwedde sinds lange tijd opgeheven omdat het o.a. niet lukte om voldoende geschikte vrijwilligers hiervoor bereid te vinden. Diverse bemiddelingspogingen vanuit de gemeente om een nieuwe lokale VVN afdeling op te richten zijn tot op heden helaas niet succesvol gebleken. De huidige VVN activiteiten die in Westerwolde plaatsvinden (zoals op gebied van verkeersvoorlichting en educatie) worden gecoördineerd vanuit de VVN afdeling Noord. Bij de op te richten verkeerscommissie zullen wij ook onze 2 gemeentelijke gebiedsregisseurs betrekken. Dit omdat deze natuurlijk onze 1 e ogen/oren vormen onder onze inwoners over verkeerssituaties.

43 Afdeling Westerwolde Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde Postbus AA SELLINGEN Laude, 1 februari Betreft: Bomenbeleidsplan Uw kenmerk: Z/18/080738/D Geacht college, Dank voor de beantwoording in uw brief van 11 december 2018 van mijn vragen over bomenkap in Westerwolde. Ik ben verheugd te vernemen dat uw college bezig is met het opstellen van een bomenbeleidsplan, hoewel de eerlijkheid mij gebied te zeggen dat mij niet helemaal duidelijk is wat het verschil is met een bomenbeheersplan. Mijn ervaringen tot op heden met het bomenbeheersplan zijn dat in een dergelijk plan als uitgangspunt wordt genomen dat bomen een probleem zijn voor mens, verkeer en veiligheid en dat op basis daarvan al dan niet een kapvergunning wordt verleend. Ik ga er van uit dat het bomenbeleidsplan een beschermend uitgangspunt heeft. Bomen vertegenwoordigen een waarde voor de omgeving, de mens, de natuur en cultuurhistorie. Aan het slot van uw brief refereert u aan de pilot ecologisch bermbeheer. Naar aanleiding van in het verleden door mij gestelde vragen heeft uw college mij geantwoord dat de eerste resultaten hoopvol waren. Er werden door de wethouder mooie vooruitzichten geschetst. Ik ben geïnteresseerd in welke resultaten er inmiddels geboekt zijn. Voor de gestarte pilot ecologisch bermbeheer, de uitgangspunten en ondersteuning door experts, verdient het college een compliment! Tot slot wil ik u twee overwegingen meegeven: 1. Ik stel het op prijs dat u de raad meeneemt in de totstandkoming van het bomenbeleidsplan. Voorkomen moet worden dat het college op enig moment een kant-en-klaar beleidsdocument ter vaststelling aan de raad voorlegt, waar de raad alleen de keuze heeft tussen instemmen of afwijzen van het beleidsplan. Ik vraag u

44 de raad periodiek inzicht te geven in de stand van zaken en welke tussentijdse keuzes door uw college in de voorbereiding gemaakt worden. 2. Ook acht ik het noodzakelijk dat in het bomenbeleidsplan een hoofdstuk wordt gewijd aan een noodzakelijke cultuuromslag, zowel binnen de gemeente als wel bij de inwoners van Westerwolde. Het betreft hier een cultuuromslag die recht doet aan de Cittaslow-visie, te weten dat wat in de afgelopen decennia als mooi, netjes en opgeruimd gekwalificeerd werd, niet altijd de natuurlijke waarden van Westerwolde bevorderen. Als voorbeeld noem ik het verwijderen van dode eiken, zoals nu gebeurt aan de Slangenborgerweg. Eiken, zeker oude, vormen een ecosysteem op zich en ook een dode eik vertegenwoordigt een belangrijke waarde voor veel dieren, de gezondheid van de bodem, de ecologische kringloop en zouden bij voorkeur niet gekapt moeten worden. Samengevat heb ik de volgende vragen aan u: 1. Kunt u mij het verschil tussen en doel uitleggen van a. een bomenbeheersplan en b. een bomenbeleidsplan? 2. Welke datum kan in de Lange Termijn Agenda worden genoteerd voor de vaststelling van het bomenbeleidsplan door de raad? 3. Wanneer kan de raad een eerste tussenrapportage over het op te stellen bomenbeleidsplan tegemoet zien? 4. Gaarne toezending aan de raad van de voor 2019 geplande werkzaamheden in het buitengebied die met het kappen en snoeien van bomen en struiken van doen hebben (zowel de werkzaamheden die door de gemeente in eigen beheer worden uitgevoerd alsmede de werkzaamheden die uitbesteed worden aan derden, (bijvoorbeeld Wedeka). 5. Het beheer van bomen vereist een cultuuromslag in denken en doen. Ik ben in de vooronderstelling dat deze cultuuromslag een wezenlijk onderdeel gaat uitmaken van het bomenbeleidsplan. Op welke wijze gaat het college daar vorm en inhoud aan geven? 6. Welke belanghebbende partijen gaat u uitnodigen bij het opstellen van het bomenbeleidsplan? 7. Wanneer kan de raad de eerste resultaten van de pilot ecologisch bermbeheer tegemoet zien? Bij voorbaat dank voor de te nemen moeite, Met vriendelijke groet, Edith van der Horst Partij voor de Dieren

45 Schriftelijke vragen inzake de verplaatsing van de Lidl in Ter Apel Het college van B&W besluit op korte termijn over de verplaatsing van de Lidl in Ter Apel. Onze fractie heeft hieromtrent een aantal vragen: 1. Kan het college inzicht geven in hoeverre de verplaatsing van de Lidl binnen het bestemmingsplan/centrumplan Ter Apel past? 2. Kan het College aangeven op welke wijze de uitkomsten van het koopstromenonderzoek en de mening van de ondernemersvereniging betrokken worden bij de besluitvorming? In dit koopstromenonderzoek wordt o.a. geadviseerd om het aantal m2 supermarkt te verminderen en in te zetten op het versterken van de sfeer en gezelligheid, en op het aantrekken van daghoreca. 3. Kan het College aangeven hoeveel m2 supermarkt wordt toegevoegd aan het huidige aantal m2 supermarkt met de verplaatsing en uitbreiding van de Lidl? 4. Klopt het dat de gevel van de nieuwe Lidl ongeveer 10 meter naar voren komt? In hoeverre valt dit binnen het bouwblok zoals opgenomen in het centrumplan Ter Apel? Wat betekent dit voor de ondernemer Bijl, in het naastgelegen pand? 5. Heeft het College de mogelijke consequenties (zowel positief als negatief) van de verplaatsing van de Lidl in beeld gebracht? Is hierin het risico meegewogen dat er in het oude pand van de Lidl geen nieuwe invulling komt of er een extra supermarkt bij kan komen? Is in beeld gebracht welk effect dit kan hebben op de toekomstbestendigheid van het winkelcentrum in Ter Apel? Fractie CDA Westerwolde Herma Hemmen.

46 From: Voncken, Cecile Sent: Wed, 30 Jan :47: To: Voncken, Cecile Subject: Motie gemeente Maastricht inz. Kinderpardon / verzoek om doorsturen brief Attachments: Motie gemeente Maastricht inzake Kinderpardon..pdf Van: "Voncken, Cecile" <Cecile.Voncken@maastricht.nl> Datum: Wed, 30 Jan :47: Aan "Voncken, Cecile" <Cecile.Voncken@maastricht.nl> Onderwerp Motie gemeente Maastricht inz. Kinderpardon / verzoek om doorsturen brief Bijlage(n) Motie gemeente Maastricht inzake Kinderpardon..pdf Geachte heer, mevrouw, Bijgaand stuur ik u namens het College van B&W van de gemeente Maastricht en de gemeenteraad van Maastricht; Brief van het College aan de heer Harbers inz. Motie gemeente Maastricht inz. Kinderpardon met als bijlage de motie inz. Kinderpardon namens de gemeenteraad van Maastricht. Graag wil ik u verzoeken het stuk ter informatie aan te bieden aan uw gemeenteraad. Deze brief is tevens in kopie verzonden naar de leden van de 1 e Kamer en de leden van de Kamercommissie Justitie en Veiligheid, zoals gevraagd in de motie. Hartelijk dank Met vriendelijke groet, Team Vluchtelingenopvang, B&O Gemeente Maastricht E vluchtelingenopvang@maastricht.nl Mosae Forum 10, 6211 DW Maastricht Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht "DISCLAIMER gemeente Maastricht" " De informatie in dit bericht is uitsluitend bestemd voor de persoon of personen aan wie dit bericht is verzonden. Het bericht kan mogelijk vertrouwelijke informatie bevatten. Mocht dit bericht bij vergissing aan u zijn toegezonden, stuurt u het bericht dan s.v.p. retour afzender en verwijdert u het bericht uit uw bestanden. Het is, zonder onze toestemming, niet toegestaan de u toegezonden informatie te publiceren, te bewerken of verder te verspreiden. In het bericht mogelijk naar voren gebrachte informatie en ideeën zijn in de eerste plaats des schrijvers en vormen niet zonder meer de mening van de gemeente Maastricht."

47

48

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Van: Petra Kletter Verzonden: maandag 28 januari 2019 19:09 Aan: Petra Kletter CC: Tessa van Velzen Onderwerp: Alliantie Kinderarmoede Geachte heer, mevrouw/ beste gemeente, Eén op de negen kinderen in

Nadere informatie

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. From: To: Subject: Griffie_MFT Info Gem. Montfoort SVP INBOEKEN GEMEENTERAAD Alliantie Kinderarmoede Date: 04.02.2019 11:46:38 (+0100) Attachments: Bijlage Toelichting

Nadere informatie

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Datum 29-01-2019 Onderwerp landelijke Alliantie Kinderarmoede Bijlagen Pledgetekst + Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede Geachte heer, mevrouw/ beste gemeente, Eén op de negen kinderen in Nederland

Nadere informatie

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. From: Lugt, Arjen van der Sent: maandag 28 januari 2019 20:38:38 To: OW-Info Cc: Subject: FW: Alliantie Kinderarmoede Attachments: Bijlage Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede.pdf; Pledge

Nadere informatie

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen.

In 2030 zijn kinderen niet meer de dupe van armoede en zijn er geen nieuwe gezinnen meer die in armoede vervallen. Van: Verzonden: maandag 28 januari 2019 19:09 Aan: CC: Onderwerp: Alliantie Kinderarmoede Geachte heer, mevrouw/ beste gemeente, Eén op de negen kinderen in Nederland leeft onder de armoedegrens. Kinderen

Nadere informatie

landelijke Alliantie Kinderarmoede Pledgetekst + Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede

landelijke Alliantie Kinderarmoede Pledgetekst + Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede ^^11 I Nederlands I ļ W Centrum H Ĵeugdgezondheid Datum Onderwerp Bijlagen 29-01-2019 landelijke Alliantie Kinderarmoede Pledgetekst + Toelichting op de Alliantie Kinderarmoede Geachte heer, mevrouw/ beste

Nadere informatie

Gemeente Brielle Slagveld AP Brielle

Gemeente Brielle Slagveld AP Brielle Schut, Ronald Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen: Steijn, Leo van dinsdag 29 januari 2019 10:11 BRL-Box-Corsa Mooldijk-van Pelt, Sandra FW: Alliantie Kinderarmoede Bijlage Toelichting op de Alliantie

Nadere informatie

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde NUL-BELEID COFFEESHOPS Gemeente Bellingwedde 2014 Aanleiding In archiefstukken wordt aangegeven dat de gemeente Bellingwedde een nul-beleid hanteert voor coffeeshops. Echter is er in het archief geen raadsbesluit

Nadere informatie

DAMOCLESBELEID GEMEENTE LEEK 2013 t.a.v. het sluiten van woningen en lokalen

DAMOCLESBELEID GEMEENTE LEEK 2013 t.a.v. het sluiten van woningen en lokalen DAMOCLESBELEID GEMEENTE LEEK 2013 1.1 Inleiding Evenals andere Nederlandse gemeenten ziet de gemeente Leek zich geconfronteerd met drugscriminaliteit die (mede) plaatsvindt in of wordt georganiseerd vanuit

Nadere informatie

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016 Datum vaststelling: 26-05-2016 Inwerkingtreding: 02-06-2016 Kenmerk besluit: 2016-006596/c Publicatiedatum: 01-06-2016 Bijlage

Nadere informatie

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Menterwolde 2014: Het zweet op de goede rug.

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Menterwolde 2014: Het zweet op de goede rug. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Menterwolde. Nr. 39929 16 juli 2014 Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Menterwolde 2014: Het zweet op de goede rug. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Titel: Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet Vastgesteld: 31-05-2016 Treedt in werking: 7 juni 2016 Wettelijke basis: Artikel 13B Opiumwet

Nadere informatie

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Westerwolde

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Westerwolde GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Westerwolde Nr. 25966 4 februari 2019 Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Westerwolde Hoofdstuk 1. Aanleiding Voor u ligt de beleidsnota drugs-

Nadere informatie

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Stadskanaal 2014

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Stadskanaal 2014 Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid Gemeente Stadskanaal 2014 2 Inhoud Hoofdstuk 1. Aanleiding... 4 Hoofdstuk 2. De huidige context van het drugs- en coffeeshopbeleid... 5 2.1 Het landelijk beleidskader...

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014

Gemeente Stadskanaal: Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 9145 26 februari 2014 Gemeente Stadskanaal: Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 De burgemeester van de gemeente

Nadere informatie

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 80224 17 april 2018 Gemeente Haren - Damoclesbeleid De burgemeester van de gemeente Haren, gelet op artikel 13b van de Opiumwet en Titel 4.3 van

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Nr.: INT18-1020 Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Hennepteelt en handel in hard- en softdrugs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en geprofessionaliseerd en daarmee ook de risico s die daar

Nadere informatie

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 Deze regeling is in werking getreden op 27-02-2014.

Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 Deze regeling is in werking getreden op 27-02-2014. Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 (27-02-2014)... pagina 1 van 22 Beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Stadskanaal 2014 Deze regeling is in werking getreden op

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Artikel 1 Algemeen Binnen gemeentegrenzen is sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit een coffeeshop.

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 63345. Damoclesbeleid

GEMEENTEBLAD. Nr. 63345. Damoclesbeleid GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eemsmond. Nr. 63345 19 mei 2016 Damoclesbeleid Notitie hard- en softdrugoverlast gemeente Eemsmond over toepassing van de bevoegdheid tot het sluiten van panden

Nadere informatie

Nota van de Burgemeester

Nota van de Burgemeester gemeente Haarlemmermeer Nota van de Burgemeester onderwerp Damoclesbeleid gemeente Haarlemmermeer Burgemeester drs. Theo Weterings Datum besluit 30 augustus 201 6 inlichtingen C. Bremer (carola.bremer@haarlemmermeer.nl)

Nadere informatie

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon : 0545 250396 Zaaknummer : 65344 Raadsvergaderin : 2 december 2014 Agendapunt : g Commissie : Bestuur Onderwerp : Informerende nota coffeeshop Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder :

Nadere informatie

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet CVDR Officiële uitgave van Bernheze. Nr. CVDR437645_1 12 juni 2018 Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet Inhoud 1. Inleiding 3 2. Juridische kader 3 3. Handhavingsbeleid artikel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hellendoorn. Nr. 4481 20 december 2013 Damoclesbeleid 2013 Nijverdal, 17 december 2013 Nr. 13INT04099 De Burgemeester van Hellendoorn, gelet op artikel 13b,

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Eersel (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester van Gemeente Eersel d.d.

Damoclesbeleid gemeente Eersel (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester van Gemeente Eersel d.d. Damoclesbeleid gemeente Eersel (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester van Gemeente Eersel d.d. 31 maart 2018 De burgemeester van gemeente Eersel ; gelet op artikel

Nadere informatie

2. Beleidsuitgangspunten Blz Handhaving Blz.6

2. Beleidsuitgangspunten Blz Handhaving Blz.6 Inhoudsopgave 1. Inleiding Blz.2 1.1 Afbakening taepasselijkheid beleidsregels 1.2 Definities en begripsbepalingen Blz.2 Blz.3 2. Beleidsuitgangspunten Blz.3 2.1 Algemeen 2.2 Integrale aanpak, tweesporenbeleid

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Waalre (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet)

Damoclesbeleid gemeente Waalre (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Waalre (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester d.d. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Juridisch kader 2 3. Damoclesbeleid (Handhavingsbeleid artikel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 176258 15 december 2016 Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren houdende regels voor aanpak van

Nadere informatie

*ZEB456FA16E* Leden van het college College van burgemeester en wethouders

*ZEB456FA16E* Leden van het college College van burgemeester en wethouders *ZEB456FA16E* Zaaknummer: Z/18/080381/D-226767 Toezeggingen Aan: Raadsleden CC: Leden van het college Van: College van burgemeester en wethouders Opsteller: H.E. Takens Datum: 23 november 2018 Betreft:

Nadere informatie

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008 Jaar: 2008 Nummer: 44 Besluit: B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008 Burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit Vast te stellen de Beleidsregel

Nadere informatie

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen; Victoriabeleid Alkmaar De burgemeester van Alkmaar Overwegende: dat overlast vanuit en rond woningen en lokalen een zeer ernstige inbreuk vormt op de leefbaarheid van een wijk en op de veiligheidsgevoelens

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk; Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van De Ronde Venen; Gelezen het advies van; Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven

Nadere informatie

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus 2012 Inhoud Samenvatting Inleiding 1. Nederlands drugsbeleid 2. Vormen

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek 1. Inleiding De gemeenteraden van Elburg, Epe, Hattem, Heerde, Nunspeet en Oldebroek hebben

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek Vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Hattem op

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet versie 24 januari 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 2 2. Doelstelling van artikel 13b Opiumwet... 2 3. Juridisch kader... 3 4. Handhavingsarrangement

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alkmaar Nr. 116556 12 juli 2017 Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar De burgemeester van Alkmaar;

Nadere informatie

Damoclesbeleid Gemeente Sluis

Damoclesbeleid Gemeente Sluis Damoclesbeleid Gemeente Sluis Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Doel van Wet Damocles 2 2.1 Inleiding 2 2.2 Doel van Wet Damocles 2 2.2.1 Algemeen 2 2.2.2 Doel van het gemeentelijk Damoclesbeleid 3 3. Wet

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Coffeeshopbeleid gemeente Lochem Hoofdstuk 1 Inleiding

GEMEENTEBLAD. Nr Coffeeshopbeleid gemeente Lochem Hoofdstuk 1 Inleiding GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lochem Nr. 192515 8 november 2017 Coffeeshopbeleid gemeente Lochem 2017 Ons kenmerk: 2017-11936 De burgemeester van de gemeente Lochem, gelet op artikel 13b

Nadere informatie

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet)

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet) Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet) Gemeente Apeldoorn Vastgesteld door de burgemeester op 18-1-2017 Vastgesteld in de driehoek op.. 2017 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Juridisch kader...

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling z16006959 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229536 Nee G.J. Gorter Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure

Nadere informatie

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet Datum vaststelling 24 januari 2014 Datum inwerkingtreding 17 februari 2014 Laatste wijziging 3 februari 2016 Inwerkingtreding laatste wijziging

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid (Damoclesbeleid Sittard-Geleen )

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid (Damoclesbeleid Sittard-Geleen ) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Sittard-Geleen Nr. 164250 4 juli 2019 Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid (Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Nadere informatie

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en het Hennepconvenant Limburg 2012;

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en het Hennepconvenant Limburg 2012; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leudal Nr. 243312 15 november 2018 DAMOCLESBELEID 2018 GEMEENTE LEUDAL (inzake toepassing artikel 13b Opiumwet) De burgemeester van Leudal, Overwegende, dat

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Houten; gelet op de artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de

Nadere informatie

Beleidsregels 13b Opiumwet gemeente Woudenberg

Beleidsregels 13b Opiumwet gemeente Woudenberg Beleidsregels 13b Opiumwet gemeente Woudenberg Woudenberg, 7 juni 2018 De burgemeester van Woudenberg; gelet op artikel 13b Opiumwet artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht overwegende dat: dat artikel

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

Beleidsregel handhaving Wet Damocles 1 "Al gemeente f(s Heemskerk Beleidsregel handhaving Wet Damocles 15 december 2014 BIVO/2014/30108 Illill Hl lllll lllll lllll lllll Z015994FE86 fë BELEIDSREGEL HANDHAVING WET DAMOCLES Inhoudsopgave Beleidsregel

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Sittard-Geleen Nr. 246250 16 november 2018 Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Nadere informatie

DAMOCLESBELEID Hof van Twente Artikel 13b Opiumwet

DAMOCLESBELEID Hof van Twente Artikel 13b Opiumwet DAMOCLESBELEID Hof van Twente Artikel 13b Opiumwet Gemeente Hof van Twente september 2013 De burgemeester van Hof van Twente gelet op artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, in overeenstemming met de

Nadere informatie

Rectificatie: Besluit tot wijziging van het Damoclesbeleid 2018

Rectificatie: Besluit tot wijziging van het Damoclesbeleid 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Enschede Nr. 35315 14 februari 2019 Rectificatie: Besluit tot wijziging van het Damoclesbeleid 2018 [Deze bekendmaking betreft een rectificatie vanwege het

Nadere informatie

Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis van artikel 13b Opiumwet

Vast te stellen hieronder opgenomen Damoclesbeleid lokalen en woningen op basis van artikel 13b Opiumwet Ons kenmerk G.15.01258 ii urn in li ui ii in ii ii Dossiercode: Besluit van de Burgemeester De burgemeester van besluit: Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis

Nadere informatie

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Midden-Delfland 2018

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Midden-Delfland 2018 CVDR Officiële uitgave van Midden-Delfland. Nr. CVDR483456_1 6 maart 2018 Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Midden-Delfland 2018 Gemeente Midden-Delfland - Beleidsregels artikel 13b Opiumwet

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr februari Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer.

GEMEENTEBLAD. Nr februari Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer. Nr. 6597 10 februari 2014 Ter inzagelegging Drugs- en Coffeeshopbeleid Ter inzagelegging Drugs- en Coffeeshopbeleid De zogenaamde uniforme

Nadere informatie

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; Burgemeester van Schouwen-Duiveland; gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat de effecten van illegale verkooppunten van verdovende middelden

Nadere informatie

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID VI 1. - i G E M E E N T E B O R N E Nummer: 14int03597 De Burgemeester van Borne gelet op artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, in overeenstemming met de in het lokale driehoeksoverleg en het districtelijk

Nadere informatie

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) Het Nederlandse drugsbeleid richt zich op

Nadere informatie

Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk Beleidsregels voor coffeeshops in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk Datum: 16-10-2012 Versie: DEF Auteur: J. van Donselaar, COO Vastgesteld in maart 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrond 3 Afstemming

Nadere informatie

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) De burgemeester van de Gemeente Valkenswaard; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 2 Politiewet; BESLUIT: Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Nadere informatie

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Midden- Groningen

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Midden- Groningen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Midden-Groningen Nr. 280993 27 december 2018 Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Midden- Groningen 2018-2022 De burgemeester van de gemeente Midden-Groningen;

Nadere informatie

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Gemeente Tiel

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Gemeente Tiel Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Gemeente Tiel Beleidsregel art. 13b Opiumwet Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel handhavingsbeleid... 3 3. Algemene uitgangspunten voor bestuursrechtelijk

Nadere informatie

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Aalten 2017 (Wet Damocles)

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Aalten 2017 (Wet Damocles) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Aalten Nr. 221877 15 december 2017 Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Aalten 2017 (Wet Damocles) De burgemeester van de gemeente Aalten; overwegende,

Nadere informatie

gelet op de artikelen 13b Opiumwet en artikel 8:41 Algemene wet bestuursrecht

gelet op de artikelen 13b Opiumwet en artikel 8:41 Algemene wet bestuursrecht Beleidsregels Damoclesbeleid gemeente Almere 2015 De burgemeester van Almere; gelet op de artikelen 13b Opiumwet en artikel 8:41 Algemene wet bestuursrecht gehoord het advies van de driehoek van 10 december

Nadere informatie

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregels van de burgemeester van Valkenburg aan de Geul voor de uitvoering van artikel 174a van de Gemeentewet, dat de burgemeester de bevoegdheid

Nadere informatie

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam Gemeente Loon op Zand De Burgemeester van Loon op Zand, overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een last onder bestuursdwang toe te passen indien

Nadere informatie

Damoclesbeleid Echt-Susteren

Damoclesbeleid Echt-Susteren Geme ^Echt-Susteren Damoclesbeleid Echt-Susteren Artikel 13b Opiumwet 1 ste wijziging Damoclesbeleid Echt-Susteren Inhoudsopgave Artikel 1: Algemeen 3 Artikel 2: Lokalen 5 Softdrugs 5 Harddrugs 5 ArtikelS:

Nadere informatie

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland Notitie coffeeshopbeleid gemeente Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Juridisch kader 4 3 De nul-optie 5 4 Handhaving nuloptie-beleid 7 PAGINA 2 1 Inleidi ng In de Nota afstemming coffeeshopbeleid in de politieregio

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b gemeente Deurne. vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b gemeente Deurne

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b gemeente Deurne. vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b gemeente Deurne BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b gemeente Deurne 2015 De burgemeester van de gemeente Deurne b e s l u i t vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b gemeente Deurne

Nadere informatie

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop

N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop CVDR Officiële uitgave van Nieuwkoop. Nr. CVDR399988_1 4 juli 2016 N ulstelsel Coffeeshop s van de Gemeente Nieuwkoop Versiebeheer Versiebeheer Versie Datum 1.0 9 september 2011 Wijzigingen Eerste uitgave

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008 Jaar: 2008 Nummer: 45 Besluit: B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND 2008 Burgemeester en wethouders van Helmond; besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol

Nadere informatie

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009 Jaar: 2009 Nummer: 21 Besluit: B&W 17 februari 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Besluit: vast te stellen

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR459391_1. Damoclesbeleid Maasgouw 2012

CVDR. Nr. CVDR459391_1. Damoclesbeleid Maasgouw 2012 CVDR Officiële uitgave van Maasgouw. Nr. CVDR459391_1 28 november 2017 Damoclesbeleid Maasgouw 2012 De Burgemeester van Maasgouw: Overwegende: gezien de uitgangspunten van het Hennepconvenant Limburg 2012

Nadere informatie

DRAAIBOEK INTEGRALE ONTMANTELING HENNEPKWEKERIJEN

DRAAIBOEK INTEGRALE ONTMANTELING HENNEPKWEKERIJEN DRAAIBOEK INTEGRALE ONTMANTELING HENNEPKWEKERIJEN 1 Colofon Met medewerking van Werkgroep hennep Noord-Holland Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid Noord-Holland RIEC Noord-Holland Contactgegevens

Nadere informatie

Oplegvel Informatienota

Oplegvel Informatienota Onderwerp Beleidsregels Handhaving Opiumwet Oplegvel Informatienota Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Dhr. J.A.M. Lubbers Telefoon 5113815 E-mail: jlubbers@haarlem.nl VVH/VHR Reg.nr. 2009/2531 ZONDER

Nadere informatie

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen De burgemeester van Vianen, Gelet op de artikelen 13b Opiumwet, 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Artikel 13b, eerste lid, van

Nadere informatie

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard gelet op artikel 13b van de Opiumwet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard gelet op artikel 13b van de Opiumwet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; CVDR Officiële uitgave van Nissewaard. Nr. CVDR485007_1 29 mei 2018 Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard 2017 De burgemeester van de gemeente Nissewaard; gelet op artikel 13b van de Opiumwet en

Nadere informatie

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de Wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Hilvarenbeek

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de Wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Hilvarenbeek Zaaknummer:: 1265 Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de Wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Hilvarenbeek Gemeente Hilvarenbeek Vastgesteld door de burgemeester

Nadere informatie

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde

Nulbeleid coffeeshops. gemeente Zeewolde Nulbeleid coffeeshops gemeente Zeewolde 2 Aanleiding In de gemeenteraad is de discussie geweest, mede naar aanleiding van het VNG rapport Modernisering Cannabisbeleid waarin het failliet van het gedoogbeleid

Nadere informatie

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden: CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR172726_1 15 mei 2018 Damoclesbeleid Sittard-Geleen Damoclesbeleid Sittard-Geleen Artikel 13b Opiumwet De burgemeester van Sittard-Geleen: Overwegende:

Nadere informatie

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tilburg. Nr. 32905 12 juni 2014 Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten Breda Eindhoven Helmond s-hertogenbosch Tilburg Gemeente Tilburg Vastgesteld

Nadere informatie

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Juridisch kader 3. Nul optiebeleid coffeeshops 4. Handhavingsbeleid artikel 13b van de Opiumwet 5. Afwijkingsbevoegdheid

Nadere informatie

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Twenterand 2012

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Twenterand 2012 Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Twenterand 2012 De burgemeester van Twenterand; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegende: 1. dat artikel 13b lid 1 Opiumwet

Nadere informatie

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk Inleiding De gemeente Langedijk kan met drugscriminaliteit worden geconfronteerd. Het uitgangspunt is dat drugshandel, zowel soft-

Nadere informatie

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de wet Damocles (artikel 13b Opiumwet)

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilvarenbeek. Nr. 9685 20 januari 2017 Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente

Nadere informatie

Beleidsregel handhavingprotocol coffeeshopbeleid en Opiumwet (Damoclesbeleid).

Beleidsregel handhavingprotocol coffeeshopbeleid en Opiumwet (Damoclesbeleid). Beleidsregel handhavingprotocol coffeeshopbeleid en Opiumwet (Damoclesbeleid). De burgemeester van de gemeente Asten, Gelet op artikel 13b van de Opiumwet en artikel 2 Politiewet, Besluit vast te stellen:

Nadere informatie

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Hoogezand-Sappemeer

Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Hoogezand-Sappemeer GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hoogezand-Sappemeer. Nr. 42160 28 juli 2014 Drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Hoogezand-Sappemeer 2014-2018 Hoofdstuk 1: Inleiding pag. 3 Hoofdstuk 2: De huidige

Nadere informatie

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet, artikel 4:81 en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat:

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet, artikel 4:81 en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: CVDR Officiële uitgave van Oudewater. Nr. CVDR471643_1 3 juli 2018 Damoclesbeleid gemeente Oudewater De burgemeester van de gemeente Oudewater, gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet, artikel 4:81

Nadere informatie

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) 1 Beleidsregels voor de toepass van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuw evolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid) De burgemeester van de Gemeente Waalwijk; Overwegende dat: In

Nadere informatie

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder B en W Voorblad Onderwerp Damoclesbeleid 13b Opiumwet Datum Kenmerk B en W datum 1 oktober 2013 8 oktober 2013 Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder Monique Janssen Sjaak van Meijel

Nadere informatie

GEMEENTE DEN HAAG BELEIDSREGEL

GEMEENTE DEN HAAG BELEIDSREGEL GEMEENTE DEN HAAG BELEIDSREGEL Met betrekking tot: DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 13B OPIUMWET INZAKE WONINGEN, LOKALEN EN PUBLIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN NIET ZIJNDE EEN HORECA-, OF SEKSINRICHTING Inleiding

Nadere informatie

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid 2019)

Beleidsregels voor de toepassing van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid 2019) Beleidsregels voor de toepass van een last onder bestuursdwang en/of bestuurlijke waarschuw evolge artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid 2019) De burgemeester van Waalwijk, Overwegende dat: In het Integrale

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE De burgemeester van de gemeente Heeze-Leende; Gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 2 Politiewet; BESLUIT: Vast te

Nadere informatie

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast

Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR203206_1 12 juli 2016 Handhavingsbeleid drugs en overige (woon)overlast Inhoudsopgave 1. Inleiding -02-1.1. Vooraf -02-1.2. Beleidsmatig onderscheid -02-1.3.

Nadere informatie

Vast te stellen "Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk".

Vast te stellen Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Langedijk Nr. 159120 24 juli 2018 Beleidsregels artikel 13b Opiumwet; Damoclesbeleid 2018 gemeente Langedijk De burgemeester van de gemeente Langedijk, Gelezen

Nadere informatie

Gemeente Nieuwegein; Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Nieuwegein

Gemeente Nieuwegein; Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Nieuwegein GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nieuwegein. Nr. 77964 19 december 2014 Gemeente Nieuwegein; Beleidsregel artikel 13b Opiumwet gemeente Nieuwegein De burgemeester van Nieuwegein; gelet op de

Nadere informatie

Damoclesbeleid Medemblik 2016

Damoclesbeleid Medemblik 2016 Damoclesbeleid Medemblik 2016 Bevoegdheid van de burgemeester tot sluiting van lokalen en woningen op grond van artikel 13b Opiumwet Zaaknummer: Z-11-69886 Damoclesbeleid gemeente Medemblik Aanleiding

Nadere informatie

Besluit van de burgemeester

Besluit van de burgemeester Besluit van de burgemeester Datum: 25 maart 2014 Onderwerp: Beleidsregels ex artikel 13b Opiumwet voor lokalen en woningen 2014 De burgemeester van Bergen, Overwegende Dat artikel 13b, eerste lid, van

Nadere informatie