Stamnummer: NPGE: Algemene Scheikunde 6 november u N H

Transcriptie

1 AAM (in drukletters) Stamnummer PGE Algemene Scheikunde 6 november u Vraag 1 (3 punten) Teken de structuurformule van onderstaande verbindingen. 3-methyl-4-i-propyl-2,4- heptadieen Allylbromide Br i-butylmethylamine Vraag 2 (2 punten) In welk van onderstaande reeksen zijn de verbindingen gerangschikt in volgorde van toenemend kookpunt. a) dimethylether < ethylalcohol b) kaliumbromide < i-butylbromide (KBr ionaire verbinding) c) 2-Me-heptaan < 2,2,4-trimethylpentaan (2-Me-heptaan groter contactoppervlak) d) cyclohexaan < cyclohexanon Pagina 1 van 6

2 Vraag 3 (4 punten) Een oplossing wordt bereid door 30 ml van een 0.2 M ijzer(ii)sulfaatoplossing aan te lengen tot 20 ml, gevolgd door een 110 verdunning en door een 10 verdunning. Bereken de concentratie aan sulfaationen in de resulterende oplossing. Verklaar je antwoord. c SO4 2 = c FeSO4,o V 1 V 2 V 3 V 4 V V 6 c SO4 2_ = 0.2 mol l 30 ml 20 ml 1 ml 10 ml 1 ml 0 ml = M Vraag 4 ( punten) Waterige oplossingen van elk van de onderstaande verbindingen worden met elkaar gemengd. Geef aan of er reactie optreedt. Indien er reactie optreedt, vermeld dan het type reactie en schrijf de moleculaire reactie in evenwicht. Indien er geen reactie optreedt, vermeld dan waarom er geen reactie optreedt. 1) koper(ii)chloride en natriumhydroxide neerslagreactie ul 2(aq) + 2 ao (aq) 2 al (aq) + u(o) 2(v) Pagina 2 van 6

3 2) magnesiumoxide en waterstofchloride neutralisatiereactie MgO (aq) + 2 l (aq) Mgl 2(aq) + 2 O (l) 3) natriumfosfaat en kaliumnitraat geen reactie; de mogelijke reactieproducten, ao 3 en K 3 PO 4, zijn sterke elektrolyten die goed oplosbaar zijn in water. 4) ammoniumsulfaat en bariumnitraat neerslagreactie ( 4 ) 2 SO 4(aq) + Ba(O 3 ) 2(aq) 2 4 O 3(aq) + BaSO 4(v) ) bariumhydroxide en koolzuur neutralisatiereactie Ba(O) 2(aq) + 2 O 3(aq) BaO 3(v) O (l) Vraag (6 punten) Geef de naam van de geometrie rond het aangeduide atoom in de onderstaande verbindingen. Geef de bindingshoeken rond het aangeduide atoom. Geef tevens de bindingsorde van alle bindingen. Verklaar kort je antwoord. Maak, indien nodig, een overzichtstabel van de resonantiestructuren en teken in je antwoord enkel de resonantiestructuren die beschouwd moeten worden. a) MPA (P-atoom) Pagina 3 van 6

4 b) pyrol ((1)-atoom; d.i. het -atoom naast het heteroatoom) a) MPA (1 ) + (3 ) + (1 6) + (6 4) + (18 1) = 68 valentie-elektronen O P resonantie verwaarlozen (zie overzichtstabel resonantiestructuren) Geometrie rond P 4 LW (dubbele binding is 1 LW; 4 bindingen) minimale repulsie voor een tretrahedrische schikking van de LW geometrie tetrahedrisch bindingshoeken -P-O 109. ; -P Bindingsorde alle BO = 1 alle BO = 1 alle P BO = 1 PO BO = 2 10 e rond P; 1 FL 0; OK; dominant 12 e rond P; 3 en 1 (3) FL 2; +FL op ; -FL op P Ogunstig (1) FL 2; +FL op O; -FL op P Ogunstig 14 e rond P allen +FL op O en/of op Ogunstig Pagina 4 van 6

5 b) pyrol ( 1) + (1 ) + (4 4) = 26 valentie-elektronen 1 4 linker resonantiestructuur FL 0; dominant alle andere resonantiestructuren FL 2; +FL op ; -FL op ; LS Geometrie rond (1) 3 LW (3 bindingen) minimale repulsie voor een trigonale schikking van de LW geometrie trigonaal planair bindingshoeken ; ; Bindingsorde 1 BO = BO = BO = BO = BO = BO = 1 = 1.4 bovengrens = 1.4 bovengrens = 1.4 benedengrens = 1.4 bovengrens = 1.4 benedengrens = 1 1 en 4 twee equivalente -bindingen met 1 < BO < en 3 4 twee equivalente -bindingen met 1.4 < BO < < BO < 1.4 BO = 1 Pagina van 6

6 Pagina 6 van 6