PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
|
|
- Roel Goossens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende reacties in ionen, dat wil zeggen laat de ionen die niet werkelijk aan de reactie deelnemen weg: a AgNO 3 NaCl AgCl(s) NaNO 3 Ag Cl - AgCl(s) b HCl KOH KCl H 2O H 3O OH - 2 H 2O c Pb(NO 3) 2 Na 2SO 4 PbSO 4(s) 2 NaNO 3 Pb 2 SO 4 PbSO 4(s) d NH 4Cl KOH KCl H 2O NH 3(g) NH 4 OH - NH 3(g) H 2O e 2 NaOH CuCl 2 Cu(OH) 2(s) 2 NaCl Cu 2 2 OH - Cu(OH) 2(s) Opgave 3 A = b B = a C = c A reactie 1:1 b Ba 2 SO 4 BaSO 4 a 2 K SO 4 X B er is geen reactie C reactie 2:1 c 2 Ag SO 4 Ag 2SO 4 Opgave 4 Geef voor elk van de onderstaande reacties aan: ontleding of synthese. a CaCO 3 CaO CO 2 ontleding b C 6H 12O 6 6 CO 2 6 H 2O ontleding
2 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 2 c 2 Fe(OH) 3 Fe 2O 3 3 H 2O d 6 CO 2 6 H 2O C 6H 12O 6 ontleding synthese e C 6H 6 Cl 2 C 6H 5Cl HCl synthese f C 3H 7COOH C 2H 5OH C 3H 7COOC 2H 5 H 2O synthese g 2 AgNO 3 Ag 2O NO 2 NO ontleding Opgave 5 Geef voor elk van de onderstaande reacties aan: protolyse, oplosvergelijking of redoxreactie. a Ba(OH) 2 Ba 2 2 OH - b HBr H 2O H 3O Br - c 2 Ag Fe(s) 2 Ag(s) Fe 2 d Na 2SO 3 2 Na SO 3 e H 3O NH 3 NH 4 H 2O f Cu(NO 3) 2 Cu 2 2 NO 3 - g Br 2 2 I - 2 Br - I 2 oplosvergelijking protolyse redox oplosvergelijking protolyse oplosvergelijking redox Opgave 6 Veel chemicaliën worden in bruine flessen bewaard. Om welke reden zou men dat doen? Ter voorkoming van lichtinwerking op de chemicaliën, veel stoffen reageren gemakkelijker met zuurstof uit de lucht bijvoorbeeld. Opgave 7 Waarom worden levensmiddelen in de koelkast bewaard? Om biochemische omzetting (bederf) te vertragen. Chemische en zeker ook biochemische processen verlopen langzamer bij lagere temperatuur. Opgave 8 Tarwe en meelproducten zijn in het algemeen weinig brandbaar, toch mag men in ruimten bij meeloverslag niet roken. Waarom niet? Zeer fijn verdeelde meel is explosief. Opgave 9 Wat is de functie van een katalysator in een auto? Een verbrandingsmotor levert als verbandingsgas voornamelijk: H 2O en CO 2. Maar ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen zoals: CO, C xh y en NO x. De katalysator zet de
3 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 3 schadelijke gassen om in minder schadelijke bijvoorbeeld CO, NO en NO 2 worden omgezet tot N 2 en CO 2. Opgave 10 Van welke omstandigheden zal de waarde van k uit de reactiesnelheidsconstante, afhangen? k hangt af van: temperatuur, reactieoppervlak, aard van de stoffen, lichtinvloed, katalysator. Dus niet van de concentraties. De concentraties staan in de snelheidsvergelijking en zitten dus niet in de waarde van k. Opgave 11 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a Ba 2 SO 3 OH - BaSO 4(s) H 2O Ba 2 SO 3 2 OH - BaSO 4(s) H 2O b H 3O Al(s) Al 3 H 2(g) H 2O 6 H 3O 2 Al(s) 2 Al 3 3 H 2(g) 6 H 2O c Fe 2 Br 2 Fe 3 Br - 2 Fe 2 Br 2 2 Fe 3 2 Br - d Sn 2 O 2 H 2O Sn 4 OH - 2 Sn 2 O 2 2 H 2O 2 Sn 4 4 OH - e NH 4 S NH 3 H 2S 2 NH 4 S 2 NH 3 H 2S f Cu 2 Cl - CuCl 4 Cu 2 4 Cl - CuCl 4 g Ag Cu Ag Cu 2 2 Ag Cu 2 Ag Cu 2 h S Fe 3 S(s) Fe 2 S 2 Fe 3 S(s) 2 Fe 2 Opgave 12 Evenwichtsvoorwaarde voor de volgende evenwichtsreacties: [SO 3] 2 a 2 SO 2(g) O 2(g) 2 SO 3(g) K = [SO 2] 2 [O 2] [NO 2] 2 b N 2O 4(g) 2 NO 2(g) K = [N 2O 4] [HI] 2 c H 2(g) I 2(g) 2 HI(g) K = [H 2] [I 2] [Cl - ] 2 [I 2] d Cl 2(aq) 2 I - 2 Cl - I 2(aq) K = [Cl 2] [I - ] 2
4 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 4 [SO 4 ] 2 e 2 SO 3 (aq) O 2(aq) 2 SO 4 (aq) K = [SO 3 ] 2 [O 2] Opgave 13 Stel dat in afbeelding 11-4 in het evenwichtsmengsel de aantallen moleculen de hoeveelheden in mol per liter voorstellen. Bereken dan de evenwichtsconstante. N 2(g) 3 H 2(g) 2 NH 3(g) [NH 3] 2 K = [N 2] [H 2] 3 [NH 3] 2 K = [N 2] [H 2] 3 [NH 3] = 4 mol/l [N 2] = 3 mol/l [H 2] = 9 mol/l 4 2 K = K ev = 7,3 x 10-3 Opgave 14 De evenwichtsconstante (bij 1000 K) voor het onderstaande evenwicht is 2,3. 2 SO 2 O 2 2 SO 3 K 1 = 2,3 Hoe groot is bij dezelfde temperatuur de evenwichtsconstante van onderstaand evenwicht? 2 SO 3 O 2 2 SO 2 K 2 = 1 / K 1 = 1 / 2,3 = 0,43 Opgave 15 Geef de evenwichtsvoorwaarde voor de volgende evenwichten: a H 2SO 3(aq) H 2O(l) H 3O (aq) HSO 3- (aq) b S (aq) H 2O(l) HS - (aq) OH - (aq) c NH 4Cl(s) NH 3(g) HCl(g)
5 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 5 d HF(aq) H 2O(l) H 3O (aq) F - (aq) e BaSO 4(s) CO 3 (aq) BaCO 3(s) SO 4 (aq) f CaCO 3(s) CaO(s) CO 2(g) g PbCl 2(s) Pb 2 (aq) 2 Cl - (aq) [H 3O ] [HSO 3- ] [H 3O ] [F - ] a K = d K = [H 2SO 3] [HF] [HS - ] [OH - ] [SO 4 ] b K = e K = [S ] [CO 3 ] c K = [NH 3] [HCl] f K = [CO 2] g K = [Pb 2 ] [Cl - ] 2 Opgave 16 Bij de bereiding van kalkwater lost een deel van het Ca(OH) 2 op. Een deel blijft als vaste stof over: Ca(OH) 2(s) Ca 2 2 OH - Uit metingen bij 20 C blijkt: [Ca 2 ] = mol/l en [OH - ] = 1, mol/l. a Hoe luidt de evenwichtsvoorwaarde? K = [Ca 2 ] [OH - ] 2 b Bereken de waarde van K ev. K = [Ca 2 ] [OH - ] 2 = x (1, ) 2 = 1, Opgave 17 Jood (I 2) lost goed op in water als er ook I - -ionen in de oplossing aanwezig zijn. Er ontstaat dan I 3-. De reactie van het evenwicht luidt: I 3 - I 2 I - K ev = 0,0014 a Hoe luidt de evenwichtsvoorwaarde? [I 2] [I - ] K = [I 3- ] Op een zeker moment is [I - ] = 0,10 mol/l, terwijl [I 2] = 0,00050 mol/l. Er is evenwicht.
6 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 6 b Hoe groot is dan [I 3- ]? 0, ,10 0,0014 = [I 3- ] = 3, mol/l [I 3- ] Opgave 18 Leiden we CO 2 in water dan ontstaat het volgende evenwicht: CO 2(aq) 2 H 2O HCO 3 - H 3O bij 20 C: K ev = 4, Men meet de hydroniumconcentratie: [H 3O ] = 6, mol/l a Hoe luidt de evenwichtsvoorwaarde? [HCO 3- ] [H 3O ] a K = [CO 2] b Hoe groot is [HCO 3- ]? - HCO 3 ontstaat tegelijk met, en evenveel als H 3O dus: [H 3O ] = [HCO 3- ] [HCO 3- ] = 6, mol/l c Bereken de concentratie opgelost CO 2. 6,3 x ,3 x ,4 x 10-7 = [CO 2] = 9,0 x 10-3 mol/l [CO 2] Opgave 19 We lossen 100 mmol NH 3 op in water op zodat er 500 ml oplossing ontstaat. Er stelt zich het volgende evenwicht in: NH 3 H 2O NH 4 OH - Volgens een meting is de hydroxide-ionenconcentratie [OH - ] = 1, mol/l. a Hoe groot is dan [NH 4 ]? Er ontstaat evenveel NH 4 als OH - dus: [NH 4 ] = [OH - ] = 1, mol/l b Hoe groot is dan [NH 3]? Bij de start: 0,100 mol NH 3 in 0,500 L = 0,100 / 0,500 = 0,20 mol/l er reageert 1, mol/l tot NH 4. Over blijft dan: 0,20 0,0018 = 0,198 mol/l.
7 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 7 Als we afronden toch weer: 0,20 mol/l c Bereken K ev. [NH 4 ] [OH - ] 1, x 1, K = K = [NH 3] 0,20 K = 1, Opgave 20 We lossen 0,10 mol azijnzuur (HAc) op tot een oplossing van 1000 ml. Er ontstaat een evenwicht: HAc H 2O H 3O Ac - De H 3O -concentratie blijkt 1, mol/l te worden. a Hoe groot is dan [Ac - ] geworden? Er ontstaat evenveel Ac - als H 3O dus: [Ac - ] = [H 3O ] = 1, mol/l b Hoe groot is [HAc] nu? Er was 0,10 mol/l; er reageert tot Ac - : 1, mol/l Er blijft dus HAc over: 0,10 1,3 x 10-3 = 0,0987 mol/l c Bereken de waarde van K ev. [H 3O ] [Ac - ] 1, x 1, K = K = = 1, [HAc] 0,0987 Opgave 21 De oplosbaarheid van PbBr 2 berust op het volgende evenwicht: PbBr 2(s) Pb 2 2 Br - Dus: er ligt vast PbBr 2 op de bodem van het bekerglas en er lossen ionen op. Bij 25 C
8 Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 8 blijkt er een concentratie van Pb 2 ionen te bestaan van 1, mol/l. a Hoe groot is dan [Br - ]? Er ontstaan 2 broomionen voor elke Pb 2 dus [Br - ] = 2 x 1, = 2,1 x 10-2 mol/l b Bereken de waarde van K ev. K = [Pb 2 ] [Br - ] 2 K = 1,05 x 10-2 x 2,1 x 10-2 = 4,6 10-6
Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1
BASISCHEMIE het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1 Opgave 1 Van onderstaande zouten worden steeds waterige oplossingen samengevoegd. Welk slecht oplosbare
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1
Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieAluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieHoofdstuk 3-5. Reacties. Klas
Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatie(g) (g) (g) NH 3. (aq) + Cl - (aq)
OPGAVE 1 In onderstaand schema is het technische proces voor de bereiding van soda (natriumcarbonaat) weergegeven. De blokken 1, 2, 3 en 4 stellen reactorvaten voor. Door middel van pijlen is aangegeven
Nadere informatieHoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph
Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieGegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:
Chemie Vraag 1 Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: CS2 + X + KOH K2SO4 + K2CO3 + KCl + H2O De hoeveelheden (in mol) van de betrokken
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofstuk 8 Zuren en basen blazije 1 Opgave 1 Reactie van e volgene zuren met water: a HNO 3 HNO 3 + H 2O H 3O + + NO 3 b C 2H 5NH + 3 C 2H 5NH + 3 + H 2O H 3O + + C 2H 5NH 2 c HCN HCN + H 2O H 3O + + CN
Nadere informatieChemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten
Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Teken de structuurformule van salpeterigzuur HNO 2 en van salpeterzuur HNO 3 : Doevoor jezelf telkens ook de controles! Controles HNO 2 : - 2x6 e - (2 O)
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieJe kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.
Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De
Nadere informatie25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008
25 ste Vlaamse Chemie-Olympiade 2008 Schiftingsproef 13 februari 2008 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: Aantal uur chemie dat je dit schooljaar
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieOefenopgaven ENERGIE, REACTIESNELHEID en EVENWICHT
Oefenopgaven vwo ENERGIE, REACTIESNELHEID en EVENWICHT OPGAVE 1 Happy en Fifax zijn merknamen van middelen die verstopte afvoeren weer ontstoppen. De inhoud van de verpakkingen blijkt te bestaan uit korrels
Nadere informatieUitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4
Uitwerkingen 4.3.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN
Oefenopgaven BEREKENINGEN havo Inleiding De oefenopgaven over berekeningen zijn onderverdeeld in groepen. Vet gedrukt staat aangegeven om wat voor soort berekeningen het gaat. Kies uit wat het beste past
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieTF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011
TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 Deze toets bestaat uit 28 onderdelen. Hiervoor zijn in totaal X punten te behalen. Kalkwater Calciumhydroxide, Ca(OH) 2 (s) is matig oplosbaar in water. Als
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieOpgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3
Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het
Nadere informatieReacties en stroom 1
Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11
OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN vwo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN vwo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatie1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1
TERMOCEMIE p. 1 1 Algemene begrippen De chemische thermodynamica bestudeert de energieveranderingen en energieuitwisselingen bij chemische processen. Ook het voorspellen van het al of niet spontaan verloop
Nadere informatieElektronenoverdracht (1)
Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieHoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten
Hoofdstuk 5 Reac/esnelheid en evenwichten 4HAVO periode 3 2012 Weekplanning per3, week 5 Woensdag H5.1 H5.2 theorie Vragen over H4 / tijd om hoofdstuk 4 door te nemen Donderdag PTA H432 Vrijdag Werkuur:
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatie13 Evenwichten. Hoofdstuk 13 Evenwichten. 13.1 Omkeerbare reacties. 13.2 Dynamisch evenwicht
13 Evenwichten 13.1 Omkeerbare reacties Hoofdstuk 13 Evenwichten Het is in de praktijk vrijwel onmogelijk om beide reacties tegelijk te laten verlopen. 7 a Roze + n H 2 O Blauw.n H 2 O 3 1 a Schrijf beide
Nadere informatieBij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag?
Chemie Vraag 1 Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? NaNO3-oplossing, AgNO3-oplossing en BaCl2-oplossing K2SO4-oplossing, (CH3COO)2Pb-oplossing
Nadere informatieBij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag?
Chemie Vraag 1 Bij het mengen van welke van volgende waterige zoutoplossingen ontstaat zeker GEEN neerslag? NH4Cl-oplossing, KOH oplossing en CuSO4-oplossing NH4NO3-oplossing, Na3PO4-oplossing
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieUitwerkingen 3.7.1. Uitwerkingen 3.7.4
Uitwerkingen 3.7.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatieRedoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13
Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam
Nadere informatieZelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.
Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieIn de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.
Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatieHoofdstuk 17 Redoxreacties
Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatie2 H 2 O(vl) H 3 O + (aq) + OH - (aq) Deze evenwichtsreactie wordt meestal eenvoudiger als volgt geschreven:
Zuren en basen 1. Autoionisatie van water Op het eerste gezicht geleidt water de elektrische stroom niet. Bij gebruik van meer gevoelige meetapparatuur blijkt water toch de elektrische stroom te geleiden,
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieEindexamen havo scheikunde pilot 2013-I
Beoordelingsmodel ph-bodemtest 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: Het tabletje bevat bariumsulfaat en deze stof is slecht oplosbaar (in water). notie dat het tabletje
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 mei 2015 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 8
Uitwerkinen Basischemie hoofdstuk 8 Opave 8. Opave 8. Zuur of basisch? Van vier oplossinen, enummerd A, B, C en D, wordt de ph met een ph-meter bepaald. Hieronder staan de resultaten. Opl. A: ph = 8,5
Nadere informatieToets02 Algemene en Anorganische Chemie. 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden
Toets02 Algemene en Anorganische Chemie 30 oktober 2015 13:00-15:30 uur Holiday Inn Hotel, Leiden Naam: Studentnummer Universiteit Leiden: Dit is de enige originele versie van jouw tentamen. Het bevat
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 0 tot en met 7 januari 016 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren
Nadere informatieZuren en basen. Inhoud
Zuren en n Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek waar je bent. Gewoon
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieWaterkwaliteit 2: Natuur/chemie
Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie
Nadere informatieHierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.
Redoxreacties 1. Elektronenoverdracht In dit hoofdstuk maken we kennis met zogenaamde redoxreacties. Dit zijn reacties waarbij elektronenoverdracht plaatsvindt. De naam redoxreactie is een samentrekking
Nadere informatieSamenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar
Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar 2011-2012 Murmellius2014 www.compudo.nl/murmellius2014 Scheikunde H4: Reacties met zoutoplossingen Samenvatting
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatie1 XIII. Oplosbaarheid
XIII. Oplobaarheid 1 3 4 Oploen van ionaire verbindingen in water: het oplobaarheidprodut 5 oploen: Ca (v) Ca (aq) - (aq) neerlaan: Ca (aq) - (aq) Ca (v) evenwihtintelling: Ca (v) Ca (aq) - (aq) verzadigde
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie